2 minute read

Bij vriestemperaturen wordt niet elke straat gestrooid

Next Article
Vroeger & nu

Vroeger & nu

Moet er nog zout zijn?

Waarom bij vriestemperaturen niet in elke straat wordt gestrooid

Advertisement

Van zodra het begint te vriezen en de wegen er glad bij liggen, krijgen de gemeentediensten heel wat meldingen van ontevreden inwoners over het niet of laattijdig strooien in hun straat. Nochtans is er een heel duidelijke procedure die telkens strikt wordt gevolgd. We vroegen de medewerkers van dienst openbare werken waarom er niet in elke straat wordt gestrooid.

De temperaturen dalen deze tijd van het jaar regelmatig eens tot onder het vriespunt. Dat kan gevaarlijk zijn als je de baan op moet. Van zodra de politie gladheidsgevaar vaststelt, belt ze dan ook onmiddellijk de dienst openbare werken op. Zelfs ’s nachts. “Binnen het half uur zijn onze mensen de baan op”, legt Robby Ydens van dienst openbare werken uit. “Bij zeer ernstige verkeershinder rukt zelfs een tweede team uit.”

Vast strooischema

Er wordt telkens een vast strooischema gevolgd. Ydens: “In het weekend strooien we enkel de hoofd- en verbindingswegen zoals de Veerstraat, Molenstraat en Gaver tot en met Kamershoek, en de toegang tot de brandweerkazerne. Zo kunnen de brandweerwagens uitrukken in noodgevallen. Ook op werkdagen starten we met deze wegen en breiden we verder uit naar schoolomgevingen en openbare gebouwen. De gewestwegen strooien onze diensten niet (Kerkstraat, de baan van Schoonaarde tot Klappel en die tussen Zele en Gent n.v.d.r.). Die zitten in het strooischema van het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid. Doodlopende straten en wijken worden pas gestrooid na de prioritaire wegen en enkel indien de vorst voor een langere periode blijft aanhouden. In de meeste gevallen bedraagt de afstand op zo’n niet-gestrooide ondergrond maximaal 500 meter tot de frequent gestrooide wegen.”

Zuinig met zout

Ydens legt uit waarom het gemeentebestuur zuinig blijft met het strooien van die kleinere straten en verkavelingen: “We focussen op de verbindingswegen die dagelijks heel wat verkeer te slikken krijgen. Als deze glad liggen, is dat gevaarlijk voor honderden weggebruikers die bovendien binnen de kortste keren in een lange file terechtkomen. We houden dus zeker voldoende zout op overschot voor deze wegen. Ten tweede is zout ook schadelijk voor het wegdek én voor de beplanting. Van nieuwe wegenwerken hebben buurtbewoners langer hinder dan die paar ijsdagen per jaar. En tot slot wegen we ook het zicht en de pret af tegen de verkeersveiligheid. In de mate van het mogelijke kiezen we voor het witte landschap.”

This article is from: