5 minute read
Inburgering, een kwestie van bruggen bouwen
Nieuwkomers die voor langere tijd of definitief naar hier komen, moeten mee kunnen in onze samenleving. Daarom is het belangrijk dat ze inburgeren. Dat gebeurt via het inburgeringstraject, waarbij ze onder meer onze taal en waarden leren. En dat vergt heel wat inspanningen.
Die inspanningen komen niet alleen van de nieuwkomers, zo vertellen Katleen Coels, van het Agentschap Integratie en Inburgering, Goele Kerkhof van de dienst integratie van Welzijnsregio Noord-Limburg en Nizar Mostafa, die vier jaar geleden vanuit Syrië naar hier kwam. Zijn asielaanvraag kreeg een positieve beoordeling en intussen doorloopt hij het inburgeringstraject.
Advertisement
Wat houdt het traject in?
Katleen: “Vooreerst, het inburgeringstraject is niet verplicht voor iedereen die naar hier komt. Voor een aantal – meestal EU- onderdanen – is het een recht. Wie geen zicht heeft op een verblijf op lange termijn – zoals kandidaat-asielzoekers – mag het traject niet volgen. Voor de meeste NietEuropese nieuwkomers is het verplicht.”
Katleen: “Het bestaat uit vier pijlers: maatschappelijke oriëntatie waarbij nieuwkomers de eerste vaardigheden leren en onze waarden en normen leren kennen, lessen Nederlands, economische redzaamheid – de weg naar een job – en het participatie- en netwerktraject. Dat laatste houdt in dat iemand zich minstens 40 uur inschakelt in een vereniging, sportclub of ander vrijwilligerswerk. Iedere inburgeraar krijgt daarvoor een trajectbegeleider, of een Vriend&Taalgroep, een stage of buddytraject: initiatieven om het netwerk uit te breiden.”
Nizar, hoe verloopt dat bij jou?
Nizar: “Ik heb Nederlands geleerd, maar het is lang niet perfect. Nederlands is een moeilijke taal. Bij de VDAB heb ik een opleiding gevolgd. Ik werk nu bij een metaalbedrijf in Pelt. Ik ben actief bij het Wereldfeest en bij Natuurpunt Hageven. Ik doe ook mee aan het Repair Café Pelt. Ik had in Syrië een eigen kleermakersbedrijf en dus kan ik kleren herstellen. Ik doe mijn best om te integreren, maar er zijn nog veel regels die ik niet ken.”
Inburgeren en integratie, het lijkt een heel intensief proces.
Katleen: “Dat is het ook. Integreren vergt grote inspanningen. Het is niet gemakkelijk om hier ergens bij te horen, om te participeren. Maar vergis je niet: de wil om zich te integreren is er wel degelijk bij inburgeraars. Er moeten daarom bruggen gebouwd worden. Dat is niet zo evident.”
Goele: “Vanuit de dienst integratie van de Welzijnsregio nemen wij op dat vlak een aantal taken op. Wij trachten onze samenleving en de nieuwkomers dichter bij mekaar te brengen. Wij zetten daarvoor blijvende samenwerkingen op en werken projectmatig: taalbaden voor kinderen, fietslessen voor nieuwkomers, zomeroefenkampen, voortrajecten rond werk, informatiefiches rond wonen, de buddywerking…”
Nizar: “Ik heb zo via de buddywerking een aanspreekpunt, iemand van hier in Pelt.”
Dus elke Peltenaar kan in feite een rol spelen in het inburgeringstraject?
Katleen: “Zeker. Wij zijn altijd op zoek naar mensen die een rol willen spelen in het participatietraject. Het is voor een nieuwkomer niet gemakkelijk om ergens binnen te stappen. Het is altijd fijn als die persoon opgevangen wordt, als er begeleiding is van vrijwilligers, bijvoorbeeld via meter- of peterschap. Die kan dan bijvoorbeeld de toegang tot clubs of verenigingen vergemakkelijken.”
Katleen: “Zowel hij het Agentschap Integratie en Inburgering als bij de Welzijnsregio bieden wij opleidingen aan om nieuwkomers te begeleiden. We doen dat voor vrijwilligers, maar ook voor personeelsleden van instanties en zelfs van bedrijven.”
Goele: “Ook een aantal van de mensen die ingeburgerd zijn, worden na hun eigen traject zelf bruggenbouwers. Zij kunnen nieuwkomers in hun eigen taal vertellen hoe alles hier bij ons werkt.”
Nizar, hoe vind je het hier in Pelt?
Nizar: “De mensen zijn hier goed. Ze zeggen iets terug als je goeiedag zegt. Het is hier ook rustig. Ik houd daarvan. Er is voor mij niets fijner dan langs het kanaal te fietsen of te wandelen. Op zondag gaan we met een groepje wandelen om Nederlands bij te leren. Ik woon intussen met mijn gezin in Boseind. Sinds enkele maanden gaat ook mijn vrouw werken. De twee kinderen gaan hier al twee jaar naar school.”
De Nederlandse taal lijkt alles bij mekaar genomen de grootste struikelsteen voor nieuwkomers die zich willen integreren. Katleen: “Het Nederlands is een moeilijke taal. De mensen hier denken dikwijls dat nieuwkomers onze taal niet willen leren, maar dat beeld klopt niet. Mensen die naar hier komen, zijn er zich wel degelijk steeds meer van bewust dat ze best Nederlands leren als ze willen integreren.”
Goele: “Je kan hen daarbij trouwens een handje helpen. Als je zo iemand op straat ontmoet, ga dan niet over op een andere taal – een gewoonte die wij als Vlamingen dikwijls hebben. Blijf bij het Nederlands. Pas je taal een beetje aan en heb wat geduld. En wees je er vooral van bewust dat het niet evident is om je in een andere – moeilijke – taal uit te drukken.”
Iets wat Nizar enkel kan beamen: “Onze kleinste was vier jaar toen hij naar hier kwam. Na twee jaar kan hij al beter Nederlands dan de rest van het gezin. Hij speelt daarom regelmatig tolk voor ons. (lacht).”
Dag van de Buren
Het belang van een levendige buurt mag je niet onderschatten! Tijdens de ‘Dag van de Buren’ op vrijdag 26 mei wordt dat gevierd. Kom die dag tussen 16 uur en 22 uur met zoveel mogelijk buren gezellig samen op straat, op een pleintje of ergens binnen. Dit jaar doen we in het bijzonder de oproep om ook je nieuwe en minder betrokken buren de hand te reiken.
De gemeente Pelt ondersteunt elke deelnemende buurt met een budget van 90 euro. Dat bedrag kan je als buurt inruilen voor drankjes, fruit, ijs, vlaai, koffiekoeken, frietjes, pizza, … van één lokale handelaar naar keuze. De lijst van handelaars die hun deelname hebben bevestigd en meer info rond ‘Dag van de Buren’ vind je op www.gemeentepelt.be/dagvandeburen. Vraag er ook meteen je subsidie aan.
'Graag Traag'-actie
Schoolvakantie! Veel kinderen zijn thuis en kunnen niet wachten om weer buiten te gaan ravotten, in de tuin of op straat. Om de automobilisten er nog eens aan te herinneren dat we graag hebben dat ze traag en oplettend voorbijrijden, keert de ‘Graag Traag’-actie terug. Daarvoor gaan we weer borden verven op 12 april. Alle kinderen tot en met 12 jaar mogen gratis meedoen.
Je moet wel een plaatsje reserveren. Meer info vind je op www.uitinpelt.be, zoek naar 'Graag Traag'.
Minderjarigen (-18) zullen meer worden beschermd tegen personen die veroordeeld zijn voor zedenfeiten. De Vlaamse overheid komt hiervoor met maatregelen. Elke persoon die zich wil aansluiten bij een organisatie die met kinderen en jongeren werkt, moet een uittreksel uit het strafregister ‘minderjarigenmodel’ (model 2) voorleggen.
De organisatie is verplicht om dit uittreksel te controleren bij nieuwe meerderjarige medewerkers. De controleverplichting geldt voor nieuwe medewerkers van organisaties die een activiteit aanbieden onder de volgende categoriën: opvoeding; psycho-medisch-sociale begeleiding; hulpverlening aan de jeugd; kinderbescherming; animatie of begeleiding aan minderjarigen (met uitzondering van jeugdbewegingen).
Je kan het uittreksel aanvragen online via de gemeentelijke website of bij de burgerbalie na het maken van een afspraak.
April, 'Maand van de Markt'
Het is nog de ganse maand april 'Maand van de Markt'. Koop je graag lokaal en wil je onze wekelijkse markten steunen? Doe er dan zeker je aankopen, want deze maand maak je kans op tal van leuke prijzen. Bij iedere aankoop op de markt kan je deelnemen. Hoe meer je koopt, hoe meer kans je maakt op een prijs. Deelnemen kan met de smarthone via de app ‘Ik koop lokaal’. Geen smartphone? Vraag dan een invulformulier aan de marktkramers. Dat formulier kan je deponeren in de urne die opgesteld staat op de markt.
In Pelt is het weekmarkt op donderdagnamiddag in Overpelt Centrum en op zaterdagvoormiddag in Neerpelt Centrum.
Meer info: www.ikkooplokaalinlimburg.be/maand-van-de-markt
UiT-tip