Red06 intens flipbook

Page 1

INTENS HET TIJDSCHRIFT VOOR PSYCHIATRIE EN VERSLAVINGSZORG

KUNST

ONDER INVLOED

VAN COKE NAAR KOKEN

WHAT IF LEVEN MET OCS

MAART 2015


INHOUD

EDITORIAL PSYCHISCHE STOORNISSEN EN VERSLAVING ZIJN EEN COMPLEXE PROBLEMATIEK, VAAK MOEILIJK OM TE DOORGRONDEN EN BEHANDELEN. HET GAAT BIJ DEZE PROBLEMEN OM EEN PERSOONLIJKE, VAAK INTIEME STRIJD TEGEN KWALEN DIE NIET ALTIJD ZICHTBAAR ZIJN, MAAR DIE WEL EEN INDRINGENDE INVLOED OP HET DAGELIJKS LEVEN HEBBEN. DIT MAAKT HET HEBBEN VAN, MAAR OOK HET ZORG DRAGEN VOOR DEZE KWALEN EEN HEFTIGE BELEVENIS. OF EEN BEHANDELING NOU GOED OF SLECHT GAAT, DE BELEVING VAN ZORG IS INTENS. ONS DOEL IS OM DEZE BELEVING TE VERTALEN IN JOURNALISTIEKE PRODUCTIES DIE VAN WAARDE ZIJN VOOR TOEKOMSTIGE ZORGPROFESSIONALS. MET DIT TIJDSCHRIFT BIEDEN WIJ SPH-STUDENTEN EEN BLIK OP HET TOEKOMSTIGE WERKVELD VAN DE PSYCHIATRIE EN VERSLAVINGSZORG EN GAAN WIJ IN OP DE PROBLEMEN BINNEN DEZE SECTOREN. VOOR DEZE EDITIE VAN INTENS ZIJN ONZE REDACTEURS OP ZOEK GEGAAN NAAR SPREKENDE EN HEFTIGE VERHALEN UIT DE PRAKTIJK. DIE HEBBEN ZIJ ZEKER GEVONDEN. NEEM EEN KIJKJE IN DE BELEVINGSWERELD VAN PSYCHIATRIE EN VERSLAVING EN OORDEEL ZELF. VAN DE HOOFDREDACTIE, BRAM VOLLAERS JASMIJN MOOIWEER

4

In het kort

6

‘What if?’

8

‘Wij praten niet over mensen, maar mét mensen’

10

Van coke naar koken

12

Een lone wolf laat zijn tanden zien

14

Een avondje niet participeren in de samenleving

17

Fotoreportage

20

Kinderen als motivatie

22

‘Oost, west...’

24

‘Hier kunnen mensen tot bezinning komen, weg van alle drukte en rumoer’

27

Column: Een ode aan de zorgmedewerker

28

‘Ik heb een klein probleem’

30

‘Ik wil uiteindelijk gewoon weer op mezelf wonen’

32

‘Ik vind het herstelwereldje veel interessanter’


THIJS TUYNMAN

AID HENIC

JAN-EBELE VAN DER REE

NICO HOFSTRA

HARRY S. VLUG

LAURA DE FLUITER

ANOUK WILTINK

KENNY NOORLANDER

AMBER SPEK


Intens website

Wil je meer Intens? Check dan onze website!

www.journalistiekzwolle.nl/intens Nieuws over psychiatrie en verslaving.

Lezingen over verslavingszorg bij Yes We Can Clinics Yes We Can Clinics houdt lezingen over verslavingszorg voor geïnteresseerden, verzorgers, professionals en familie. Het doel van deze lezingen is meer informatie te verschaffen over wat probleem- en verslavingsgedrag precies inhoudt, hoe er wordt gewerkt binnen de kliniek, en wat het programma is. Ex-patiënten komen ook aan het woord tijdens deze interactieve avond vol discussie en vragen. De lezing wordt verzorgd door een counselor uit de Ardennen en een casemanager uit Eindhoven. Wanneer:

Maandag 20 april van 17:30 - 21:00 Maandag 18 mei van 17:30 - 21:00 Maandag 15 juni van 17:30 - 21:00

Waar: Golden Tulip Jagershorst, Valkenswaardeweg 44, Leende Hoe: Aanmelden kan via een e-mail naar casemanagement@ ywcc.nl Meer info? Bekijk http://www.yeswecanclinics.nl/

Myrthe van der Meer schrijft opnieuw over opname Vorige week verscheen het boek UP, een psychiatrische roman van Myrthe van der Meer en opvolger van haar eerste roman PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis). In PAAZ beschrijft Van der Meer haar opname van vijf maanden aan de hand van hoofdpersonage Emma. In Up belandt Emma opnieuw op de PAAZ.

In UP gaat de ik-persoon Emma enthousiast naar haar laatste gesprek met haar psychiater. Haar oude psychiater blijkt vertrokken te zijn en de vervanger weet niets van het eindgesprek. Aan het eind van de dag is Emma opnieuw opgenomen.

PAAZ was het debuut van schrijfster Myrthe van der Meer. Het boek werd meer dan 50.000 ‘UP is stille pijn die zichtbaar keer verkocht en het werd gewordt; rauw, confronterend en nomineerd voor de Dioraphte hartverscheurend mooi!’ zegt Jongerenliteratuur Prijs. Myrthe Isa Hoes over de pas verschewon de Psyche Mediaprijs en nen roman. Myrthe van der de Viva400-Award. In 2013 verMeer (pseudoniem, 1983) werk- scheen haar tweede boek, de te als redacteur voordat ze roman Kalf. opgenomen werd op de PAAZ. 4 | INTENS


TOP 5 APPS TEGEN VERSLAVING Tegenwoordig zijn er miljoenen applicaties te installeren op je smartphone, maar ook voor de verslaafden onder ons zijn er handige apps. Ben je verslaafd aan drugs, alcohol, seks of aan je mobiel? Test jezelf met de onderstaande apps!

1

2 3

4 5

SoberApp Het is een gezellige zaterdagavond. Inmiddels bezig aan je derde biertje, herinner je je dat je met de auto bent. Shit! Je voelt je nog nuchter, maar achter het stuur gaan zitten en naar huis rijden kan gevaarlijk zijn. SoberApp helpt je beslissen of je het wel of niet doet. Je opent de app, vult in of je man of vrouw bent. Ook wil de app je gewicht weten. Vervolgens hou je, in de app, bij wat en wanneer je drinkt. Ben je klaar met drinken en is het tijd om naar huis te gaan, dan druk je op de button ‘Can I Drive’. Die geeft vervolgens aan of je achter het stuur mag stappen, of dat je een taxi moet bellen. Ben je het niet eens met de app? Dan is er de mogelijkheid om een reactietest te doen. Toch is het handig om naar de app te luisteren. Verreweg de handigste en beste app!

BreakFree Whatsapp, Facebook, Instagram. Tegenwoordig worden onze mobieltjes steeds meer gebruikt. Ben jij benieuwd hoeveel tijd jij spendeert aan de apps op je mobiel? Dan is BreakFree dé app voor jou. De BreakFree app houdt bij hoeveel tijdje op je telefoon zit. Ben je – volgens de app – te veel op je mobiel? Dan ontvang je een melding dat het even tijd is om te genieten van de buitenlucht. Hopen dat het niet regent. Alcohol in de Hand Deze applicatie is ontwikkeld door verslavingsexperts en wordt gebruikt door zorginstellingen in heel Nederland. De app biedt een aantal mogelijkheden. Zo kan je als gebruiker op een knop drukken wanneer je zin hebt in alcohol. Vervolgens biedt de app ondersteuning, bijvoorbeeld door de cliënt te herinneren aan de voordelen van het stoppen met drinken. De app biedt ook beloningen aan bij het stoppen of minderen van drinken. Wil je gebruik maken van Alcohol in de Hand? Dat is gratis, maar je moet wel eerst langs een zorginstelling (IrisZorg, Victas, Tactus, VNN of Lievegoed) die daar gebruik van maakt! Sex Addiction App Ook seksverslaafden kunnen geholpen worden aan hun verslaving. Ready For Change lanceerde onlangs Sex Addiction App. Je beantwoordt enkele vragen, zoals ‘Denk je de hele dag door aan seks?’. Op basis van de antwoorden wordt bepaald of je seksverslaafd bent. Een beetje te kort door de bocht, maar altijd leuk om eens in te vullen. Drug Addiction Bang dat drugs meer voor je betekenen dan je dacht? Installeer de Drug Addiction app en test jezelf. De app geeft een overzicht van de meest voorkomende drug, geeft een uitleg en laat je een test doen om te zien of je verslaafd bent. Vervolgens wordt er in een 12 stappenplan uitgelegd wat de beste manier is om te stoppen.

INTENS | 5


WHAT IF?

Iedereen twijfelt soms aan zichzelf. Het is ook goed om af en toe aan jezelf te twijfelen: een oprechte reflectie geeft namelijk veel inzicht in hoe jij jezelf ziet ten opzichte van hoe je werkelijk bent. Maar voor Ryan (24) werd “naar jezelf kijken in de spiegel” een dwangmatige handeling, die zich dankzij twijfels over zijn geaardheid ontwikkelde tot een obsessief compulsieve stoornis (OCS). Een identiteitscrisis, burn-out, depressie en wat (XTC) pillen later deelt Ryan zijn ervaringen. DOOR BRAM VOLLAERS

‘T

wee keer heb ik een seksuele ervaring gehad met mannen, op mijn 14e en 17e. Enkel voorspel. Ik vond het fijn, maar destijds gaf ik er geen verdere betekenis aan. Op die leeftijd was ik erg opstandig, ik ging om met hooligans en het contact met mijn ouders was slecht. Ik zocht naar antworden maar kon nergens terecht met mijn gevoelens, dus kropte in het op.

Geven & nemen

Toen ik 18 was kreeg ik een relatie met Hannah. We waren smoorverliefd, hadden gewoon seks en ik stond überhaupt niet stil bij de homoseksuele ervaringen uit mijn verleden. Kort nadat we iets kregen werd haar moeder erg ziek en overleed ze. Ik zag mijn toenmalige schoonfamilie in elkaar storten. Ik heb mijn schoonfamilie met veel liefde jaren bijgestaan. Toen haar moeder overleed werd Hannah erg afhankelijk van mij, ik voelde me verantwoordelijk om voor haar te zorgen. Tot mijn 23e ben ik samen geweest met Hannah en na enkele jaren getwijfeld te hebben besloot ik de relatie te beëindigen. We hadden door de jaren heen een broer – zus relatie gekregen en kwam tot de realisatie dat als ik niets deed, ik mijn hele leven nog voor haar zou willen zorgen. Na die vijf jaar samenzijn voelde dit als een bevrijding. Datzelfde jaar werd ik werkloos. De winkel waar ik al sinds 2008

6 | INTENS

werkte ging failliet. Dit had een grote impact op mijn leven, ik had er jarenlang met veel plezier gewerkt en een echt familiegevoel opgebouwd met mijn collega’s. De laatste jaren heb ik erg genoten van het werk als filliaalmanager. Enkele maanden na de relatie met Hannah kwam ik al een nieuw meisje tegen. Ik had mijzelf nog niet echt opgesteld voor een relatie, ik wilde vooral genieten. Maar het gebeurde toch: Laura kwam op mijn pad. Laura leerde mij praten over mijn gevoelens door zich zelf kwetsbaar op te stellen: zij deelde haar hele levensverhaal met mij. Haar vertrouwen zorgde ervoor dat ik ook makkelijker openlijk kon spreken.

‘HET VOELDE ALS DRUK OP MIJN HOOFD. ALSOF IK EEN STRAKKE HELM OP HAD MET EEN BESLAGEN VIZIER’ Laura heeft ADHD, wat het voor haar moeilijker maakte om sociale contacten te onderhouden. Ik kon haar soms wat bijsturen. Dit had ze nodig en vond ze ook heel fijn aan mij. Ik was op mijn hoede na mijn ervaring met Hannah en ik heb flink getwijfeld of ik mijzelf niet tekort zou doen door de behoeftes van anderen wederom boven mezelf te plaatsen. Na enkele maanden trok ze bij mij in en begon ik de drang,

misschien ergens zelfs de dwang, te voelen om mijn verleden te openbaren, zoals zij dit ook had gedaan. Uiteindelijk deed ik dit ook, maar het bracht twijfels aan de oppervlakte. Ik begon mij steeds meer bezig te houden met betekenis zoeken in mijn eerdere homoseksuele ervaringen.

Nachtvisioen

Op een dag schrik ik op van de meest realistische droom die ik ooit heb gehad. Ik liep met Laura op een boulevard wanneer er een vliegtuig op de kustlijn neerstortte. In de chaos duik ik de zee in om het vliegtuig uit het water te trekken. Voor ik het weet sta ik een team van omstanders aan te sturen om overlevenden te redden. Ik was erg onder de indruk van de droom en ging ook hier op zoek naar duiding. Ik zocht het op, de droom symboliseerde dat er ingrijpende veranderingen in je leven hebben plaatsgevonden die tijd nodig hadden om hun plek te vinden. Dat was heel herkenbaar maar ook verwarrend. Mijn behoefte naar betekenis bleef groeien en ging dit in toenemende mate betrekken op mijn verleden. Twijfels kwamen steeds meer op de voorgrond te liggen, ik begon te merken dat ik er in sociale situaties soms ongemakkelijk van werd. In september van 2013 besloot ik me in te schrijven voor de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Dit voor mijn eigen ontwikkeling en omdat het aansloot op mijn behulpzame


WERKING VAN EEN OBSESSIEF - COMPULSIEF DENKPATROON

Irrationele gedachten

Geruststelling Op zoek naar geruststelTijdelijke ling zoeken bevestiging

Twijfel aan eigen waarnemingen karakter. Door het herhaaldelijk reflecteren tijdens de studie leerde ik kritischer te kijken en begon ik mijzelf nog meer in twijfel te trekken Ik wist niet meer of wat ik dacht juist was, mijn gedachten en gevoelens waren niet in balans. De twijfels gingen ten koste van mijn relatie met Laura, maar we gingen goed uit elkaar. Ik zocht obsessief verder naar bevestiging op mijn twijfels en soms wist ik mijzelf even gerust te stellen. Maar de vraag waar mijn geaardheid lag keerde terug. De frustratie van mijn onbegrip over mijn eigen gevoelens maakte me depressief en onrustig in mijn hoofd. Het voelde als druk op mijn hoofd, alsof ik constant een helm op had met een beslagen vizier. Door telkens mijn gevoelens te willen controleren bij elke man merkte dat ik me ongemakkelijk bij hen ging voelen. Zelfs bij mijn eigen vader voelde ik dit ongemak. Na mijn relatie begonnen mijn cijfers op school te lijden onder mijn depressie. Op school zag mijn studieloopbaanbegeleider dat ik het zwaar had en hij wist me op subtiele wijze te confronteren met een krachtige speech over verantwoordelijkheid. Aanvankelijk werd ik ook boos omdat ik het wel degelijk door een zware periode heen ging, maar zijn aanpak had wel het gewenste effect. Ik was enorm geschrokken en besloot na jarenlang twijfelen hulp te zoeken bij mijn worsteling.

Verkenning & verbetering

Om mijn gevoelens te verkennen ging ik in 2014 naar een haptonoom. Daar probeerden we een balans op te bouwen tussen gedachte en gevoel. Het was een warme therapeute die mij met ziel en zaligheid wilde helpen om mijn gevoelens te leren herkennen en benoemen. Zij leerde mij om niet zo hard te zijn naar mezelf en gaf mij mee dat alle gevoelens er mochten zijn. Of dit nou hetero, homo of biseksueel is. Ik was zo kritisch op mijzelf geworden dat ik mijn eigen waarnemingen, gedachten en gevoel niet meer vertrouwde. Ik herkende mijn eigen ‘ik’ niet meer en werd bang voor mijzelf, bang om de controle te verliezen. Ik had geaccepteerd dat ik dergelijke gevoelens bij me droeg, maar daarmee was de twijfel niet opgelost. Ik was bang dat ik net zoals bij de homoseksuele ervaring andere gevoelens of karaktereigenschappen zou ontwikkelen en moeten accepteren. Plots begon ik te twijfelen of niet een pedo zou kunnen zijn. Of een psychopaat, een moordenaar. Wat nou als dat ook in mij zit, moet ik dat dan maar accepteren?

Ik merkte dat de haptonomie niet meer doeltreffend was. Haptonomie legt de nadruk op de gevoelsbeleving terwijl ik vast zat in schadelijke, irreële gedachtepatronen en niet aan mijn werkelijke gevoel toekwam. Vervolgens ben ik gestart met cognitieve gedragstherapie bij de psycholoog. Na de eerste sessie wist de psycholoog precies

te benoemen wat mij dwars zat. Door irreële angsten voor mijzelf te herhalen en analyseren was een ongezond denkpatroon aangeleerd. Behandeling is praktisch van aard is, zo ga ik bij elke trigger bij mijzelf ten rade of wat ik beleefd heb wel correspondeert met wat er in de realiteit speelt. Zo krijg ik inzicht in wat irreële gedachtes zijn en wat deze aanwakkeren. Ook heb ik mantra’s die ik om de zoveel tijd uitschrijf. Zinnen zoals, ‘wanneer ik een impuls krijg, raak ik niet in paniek’ of ‘ik ben niet bang voor mijn gevoel’. Door een mantra in te prenten roept een triggermoment deze mantra op in plaats van de gevoelens van angst en twijfel. Realisme Langzaam maar zeker leer ik beter te leven met de stoornis die ik heb. De afgelopen jaren zijn zwaar maar leerzaam geweest. Tijdens de depressie heb ik mijn propedeuse weten te behalen, ondanks alle belemmeringen. Ik heb hard moeten knokken voor waar ik nu ben en ik ben trots op mijn prestaties. De twijfels zijn onder controle, zo nu en dan word ik nog angstig van irreële gedachten. Het blijft een ongemakkelijk moment voor me, maar ik kan er nu mee omgaan. Ik herken wat er met mij gebeurd en ik probeer er geen betekenis aan te verbinden. Het is belangrijk om je energie uithaalt. Zo houd ik mijzelf bij de realiteit.” INTENS | 7


‘WIJ PRATEN NIET OVER MEN Op de bank zit een timide jongen van een jaar of twintig. Type skater, petje op, schijnbaar niet vies van een blowtje. Huisgenoot Koen komt erbij zitten. Hij heeft aan de bel getrokken bij Buurt m/v. Al langer viel het hem op dat Alex niet lekker functioneerde. “Het enige wat hij deed was slapen en pizza eten. Hij kwam amper de deur nog uit.” DOOR JAN-EBELE VAN DER REE

D

iana, een buurtvrouw van stichting Buurt m/v, legt uit dat Alex in werkelijkheid een man van 36 jaar oud is. “Alex had tot een halfjaar geleden een baan in de horeca. Hij werd er echter gepest en afgeperst door collega’s. Daardoor kwam hij uiteindelijk met grote schulden te zitten.” Je ziet het ook aan hem. Hij zit stil op de bank en reageert erg passief op vragen van Diana. Vaak is het zijn huisgenoot die de antwoorden geeft. Het is inmiddels de derde keer dat ze Alex spreekt. Tijdens een eerder kennismakingsgesprek kwam hij met verhalen aanzetten die Diana ook in twijfel trok. “Je kunt natuurlijk niet toetsen wat hij zegt, alleen een gevoel in mij zegt dan dat het niet helemaal klopt.”

‘HIJ WERD GEPEST EN AFGEPERST DOOR COLLEGA’S’ Diana geeft zelf ook aan dat ze geen professional is die een diagnose kan stellen. “Ik ben er om de deelnemers een duwtje in hun rug te geven, maar ik kan niet zeggen wat er mankeert. Dat is mijn taak niet. Toch krijg je in veel gevallen natuurlijk wel een gevoel dat er iets meer aan de hand is dan in eerste opzicht lijkt.” Ook bij Alex heeft ze dat gevoel. Het is een volwassen man die zijn leven totaal niet op orde heeft. Hij heeft geen vrienden en geen contact met familie. Daarnaast is hij al ruim een half jaar werkloos en heeft hij de benodigde papieren voor een uitkering laten versloffen. Schulden, geen baan en geen

8 | INTENS

eigen initiatief. Diana meent dat Alex’ huisgenoot zijn reddende engel is. “Als Koen niet aan de bel had getrokken was het heel slecht met Alex afgelopen.”

er buurtmannen en vrouwen binnen. Mensen van diverse achtergronden. Licht, donker, hoofddoek, alles kom je er tegen en allemaal doen ze hetzelfde werk.

Bij stichting Buurt m/v werken allerlei verschillende soorten mensen die geen van allen professionals zijn. Ze wonen in dezelfde wijk als hun deelnemers, weten wat er in de buurt speelt, en dit geeft nu juist een klik tussen begeleider en deelnemer. Eenmaal per week komen de buurtmannen en vrouwen samen in een buurthuis om hun ervaringen van de afgelopen week te bespreken. Vanaf een uur of 8 ’s ochtends druppelden

Hilde Braam, degene die de buurtmannen en vrouwen aanstuurt, maakt een rondje langs de begeleiders. Er wordt globaal besproken hoe het met de deelnemers gaat en waar eventuele problemen zijn. Braam doet bij zo’n wekelijkse bespreking tussen de regels door ook nog een beetje aan training. Een van de begeleiders was tijdens zijn werk zelf voor een deelnemer aangezien. Er wordt door iedereen om


SEN, MAAR MÉT MENSEN’ gelachen, maar Braam weet toch de serieuze noot eruit te pakken. “Hoe ziet een deelnemer er dan uit”, vervolgt ze. Daarop is eigenlijk geen eenduidig antwoord te geven. Een van de buurtvrouwen geeft wel een voorbeeld. “Ja, voor mijn gevoel zien ze er toch vaak een beetje slonzig uit. Je kunt als het ware zien dat ze in de war zijn.” Braam haakt er meteen op in met de opmerking dat dit de standaard vooroordelen zijn die je juist moet proberen te vermijden. Ook een andere begeleidster heeft de afgelopen week iets opmerkelijks meegemaakt. Tijdens een van haar bezoeken aan een deelnemer kreeg ze een cadeautje aangeboden. Haar deelnemer vond haar werk zo goed hij had besloten wat voor haar te kopen. “Wat moet ik doen? Ik heb het op een zo’n voorzichtig mogelijke manier proberen uit te leggen dat dit niet de bedoeling was. Toch was ik erg bang de man tegen het zere been te schoppen.” Braam slingert hierna gelijk een nieuwe vraag de groep in. “Wat kun je aannemen en hoe pak je dit aan?” De groep komt eigenlijk allemaal tot hetzelfde antwoord. Je neemt simpelweg geen cadeautjes aan. Je blijft te allen tijde professioneel en zorgt dat de relatie met de deelnemer niet te vriendschappelijk wordt. “En wat als hij mij een zelfgebakken taart aanbiedt”, vervolgt een van de buurtvrouwen meteen. “Dan eet je samen met de deelnemer een stuk taart, maar je neemt het nooit aan als cadeau”, eindigt Braam.

‘IK BEN ER OM DE DEELNEMERS EEN DUWTJE IN HUN RUG TE GEVEN, MAAR IK KAN NIET ZEGGEN WAT ER MANKEERT’

Voor deelnemer Alex is het nog niet zover. De klik tussen hem en buurtvrouw Diana is er nog niet helemaal. Tijdens hun gesprek valt het op dat er weinig van hem uitgaat. Hij is erg stil en staart maar wat naar de grond. Naast Diana is ook Anita Steenbakker meegekomen. Zij is gespecialiseerd in het aflossen van schulden. Samen met Alex gaat ze afspraken maken hoe hij dit zo snel mogelijk voor elkaar kan krijgen. Ook werkt stichting Buurt m/v nauw samen met de maatschappelijk werkers binnen de wijk. Dit zijn wel professionals die een diagnose kunnen stellen. Er zijn in dit geval dus veel problemen die moeten worden opgelost, maar de prioriteit is volgens Diana het terugkrijgen van zijn uitkering. “Alex is nu overduidelijk niet geschikt om te werken. Alles en iedereen loopt over zo iemand heen op dit moment. Wanneer hij zijn uitkering weer krijgt kan hij zijn huur weer betalen en langzaam beginnen met het aflossen van zijn schulden.”

Diana legt nadruk op de huur omdat het hebben van een woning een vereiste is voor hulp vanuit stichting Buurt m/v. Volgens Braam wordt het anders veel te breed. “Iedere dakloze is dan een potentiele deelnemer en dat kunnen wij niet aan.” Ondanks de stille en schichtige houding van Alex zit er volgens zijn huisgenoot al verbetering in. “Hij ruimt op, helpt in het huishouden en was vanochtend zelfs eerder uit bed dan ik. Dit is lange tijd niet het geval geweest.” Buurt m/v heeft een enorme diversiteit aan deelnemers. De ene is na een halfjaar ondersteuning alweer klaar om volledig op eigen benen te staan en met sommige deelnemers duurt het traject jaren. Diana denkt dat dit laatste het geval is bij Alex. “Je ziet dat hij erg in zichzelf gekeerd is en het is daarom heel lastig om tot zo iemand door te dringen. Het gaat erg langzaam, maar we komen er wel.”

WAT IS STICHTING BUURT M/V? Stichting Buurt m/v is ontstaan uit de zorggroep ‘Antes’ en bestaat inmiddels zo’n drie jaar. De stichting helpt mensen die psychische of verslavingsproblemen hebben of hebben gehad. Daarbij moet je niet denken aan een programma om de deelnemers van hun verslaving of hun psychische problemen af te helpen. Buurt m/v helpt de mensen hun sociale leven weer op de rit te krijgen. Door middel van buurtmannen en vrouwen biedt Buurt m/v ondersteuning in het dagelijks leven van hun deelnemers. Denk aan het op orde krijgen van rekeningen, solliciteren, maar ook nieuwe contacten leggen in de wijk om het sociale leven van een deelnemer zo een impuls te geven.

De stichting komt vooral aan deelnemers door mond-op-mondreclame binnen de betreffende wijk. Vaak wordt er gebeld door een familielid of iemand dichtbij de potentiele deelnemer. Hierna kan het werk van Buurt m/v gaan beginnen.

Hilde Braam is een van de oprichtsters van de stichting. “Wij zijn een groep mensen die eigenlijk geen stempel plakken op onze deelnemers. We zorgen ervoor dat ze een gevoel van gelijkheid krijgen met onze buurtmannen en vrouwen. Vanuit Buurt m/v worden geen diagnoses gesteld, maar wordt er puur aan ondersteuning gedaan van de deelnemers. Wij praten niet over mensen, maar met mensen.”

INTENS | 9


VAN

COKE

Terwijl de meeste gebruikers één pil slikten, gooide René er zeven achterover. Afgezien van heroïne gebruikte hij ‘alles’, maar (crack)-cocaïne en alcohol waren favoriet. Dat is geen goedkope bezigheid. Om zijn verslaving te kunnen onderhouden heeft hij “hele gekke dingen gedaan.” Op het dieptepunt woog René, een man van ongeveer 180 centimeter lang, 52 kilo. “Nu weeg ik weer 81 kilo. Ik ben blij dat ik nog leef!” DOOR KENNY NOORLANDER

“Ik verbleef in een huis in Amsterdam. Ze teelden daar wiet, en er stond een kluisje waar cocaïne in lag, dat was van heftige gasten. Na veel gekloot met een pincet en een klein schroevendraaiertje heb ik dat kluisje op een avond open gekregen. Alle cocaïne die er in lag heb ik opgesnoven.” Hier kwam René mee weg, maar hij had niet altijd zo veel geluk. Tijdens deze jaren groef René letterlijk en figuurlijk zijn eigen graf. “Ik deed een inbraak in het huis waar ik zelf woonde. Andere gasten hadden er een wietplantage, die heb ik toen gestolen. De hele mikmak, van lampen tot planten. Ik deed net of iemand anders het had gedaan. Die gasten geloofden me niet. Ze ramden keihard een pistool in mijn mond, twee voortanden braken af.” Dit was nog niet genoeg straf. René werd meegenomen naar het Amsterdamse Bos. “Daar sloegen ze eerst mijn kaak kapot met een honkbalknuppel. Daarna lieten ze me in mijn onderbroek mijn

eigen graf graven. Ze stonden om me heen met kleine automatische wapens. Gelukkig werden ze verstoord doordat er mensen aankwamen in een auto. Anders was ik daar begraven, en nooit gevonden.” Na zeventien jaar drugsgebruik, besloot René te stoppen. Hij zat een jaar in een afkickkliniek om

van de coke af te komen. “Toen ik eruit kwam, ben ik in Lelystad gaan wonen. Alleen kreeg ik weer verkeerde mensen om me heen, dealers en zo. Ik ging meer drinken om maar niet terug te vallen in de coke. Dat viel een vriendin van me op, en die heeft mij naar Dronten gehaald.” In zijn nieuwe woonplaats bleef René wel drinken. “Ik had altijd de luxaflex dicht, ik schaamde me. Vijf keer per dag ging ik bier halen.” Na zes weken in een afkickkliniek, behoorde ook alcohol tot het verleden. “Maar mijn huis was nog precies hetzelfde. Mijn oude luxaflex, alles was hetzelfde. ‘Hier zat ik altijd bier te drinken, en altijd die gordijnen dicht’, dacht ik bij mezelf. Ik verfde toen mijn woning, hing nieuwe lamellen op en veranderde de indeling.” Op die manier liet hij ook de alcohol voorgoed achter zich. René besteedt zijn vrije tijd nu op een andere manier. Hij kookt graag van alles, maar geen drugs. ‘Heerlijk’, noemt hij het.

Ze sloegen mijn kaak kapot met een knuppel. Daarna moest ik in mijn onderbroek 10 | INTENS


NAAR

KOKEN Een leven vol drugs, drank en diefstal is natuurlijk vrij spannend. “Die spanning miste ik heel erg toen ik na veertien jaar gestopt was met cocaïne. Ik dacht: wat heb ik eigenlijk een saai leven. Alleen leefde ik altijd in gespannen toestand. Ik had al drie keer dood moeten zijn. Toen ik in Lelystad woonde was ik nog altijd heel paranoïde. Dat wordt steeds minder, en dat is wel beter. Ik ben nu pas echt aan het genieten. Ik heb mijn leven weer op de rails.”

‘ALTIJD KEEK IK OVER MIJN SCHOUDER’ Terug naar Amsterdam wilt René nooit meer, deels uit angst om herkend te worden. “Twee weken geleden is er een oude makker van me doodgeschoten in die stad, Bolle Mario, ik herkende hem meteen. Dat doet me dan wel wat.” Af en toe slikt René even. “Dat had ik ook kunnen zijn, als ik daar niet uitgestapt was… Heftig.” Ook al was de begeleiding tijdens het afkicken goed, eenmaal uit de kliniek merkte René dat er “een soort zwart gat” was. De ondersteuning die ook dan nodig is, ontbrak. Om anderen te helpen die in dezelfde leegte (dreigen te) vallen, startte René

met twee andere ex-gebruikers de stichting Forzsa. “Wij proberen dat zwarte gat op te vullen. We leren ze bijvoorbeeld structuur aan te brengen in hun leven. Mijn collega is de zachte kant, ik heb een grote bek en zeg waar het op staat.” De ervaring die René heeft opgedaan, probeert hij ten goede te gebruiken. Naast het een-op-een begeleiden van afkickende mensen, geeft René voorlichting op middelbare scho-

len. Dit met hetzelfde doel als zijn werk in een buurtcentrum voor jongeren. “Zij staan nog op een tweesplitsing. Misschien kan ik ze helpen de juiste keuzes te maken. Ik heb cliënten die nu weer midden in het leven staan. Dan heb ik mijn doel bereikt, dat doet me goed. Vroeger kon ik mezelf niet aankijken in de spiegel, nu kan ik dat wel. Ik kan zelfs zeggen dat ik van mezelf houd.”

Wat doet crack cocaïne? Op het moment dat je crack rookt, ervaar je heel snel een intense high. Die duurt hoogstens een minuut of twintig. Die wordt meteen gevolgd door een ander gevoel. Je voelt je dan alles behalve goed: depressief, prikkelbaar en indien je verslaafd bent wil je meteen meer, meer, MEER! Het enige waar je dan aan denkt is crack, vaak vergeet je zelfs te eten. Gebruikers kunnen daarnaast paranoïde, boos, vijandig of angstig worden. Zowel wanneer ze high zijn, als nuchter. Los van hoe vaak en hoeveel iemand gebruikt, geeft het je meteen een verhoogd risico op een hartaanval. Daarnaast loop je de kans te stoppen met ademen, of dat je hart stopt met kloppen. Best dodelijk dus. FOTO: HOMEDETOX.CO.UK

Stichting Forsza Wil je meer informatie over de stichting van René? Kijk dan op www.forzsa.nl

mijn eigen graf graven, terwijl ze met automatische wapens om me heen stonden. INTENS | 11


EEN LONE WOLF LAAT

“EENZAAMHEID VERSLAAN BEG Miquel (23) kreeg op jonge leeftijd te maken met een gevoel van isolement. Iets wat zijn leven veranderde. Al op jonge leeftijd zat hij tussen eenzaamheid en depressie. Maar hij toonde zich strijdlustig en vocht zich terug. Nu ligt het donkere dal achter zich en richt hij zijn blik op de toekomst. “Ik heb voor mijzelf leren kiezen”. DOOR THIJS TUYNMAN

‘P

ersoonlijk denk ik dat eenzaamheid een gevoel van onbegrip is. Je kan namelijk een heleboel vrienden hebben, maar toch eenzaam zijn. Want tussen eenzaamheid en alleen zijn zit een groot verschil wat mij betreft. De meeste mensen voelen zich wel eens alleen. Dat is een gevoel wat je hebt wanneer het uit is met je vriendin. Eenzaamheid ligt meer bij jezelf. Ik had namelijk het gevoel dat ik niet bij de rest paste, omdat ik niet begrepen werd. Op dat moment keerde ik erg in mezelf, ik was constant verzonken in gedachten. Zo erg, dat ik mijn eigen leven niet meer kon leiden. Eenzaamheid was wat dat betreft echt een belemmering. Ik voelde me op jonge leeftijd al enorm geïsoleerd. Dat komt omdat ik mijn rol als kind niet meer kende. Toen mijn vader vreemd ging, zijn mijn ouders gescheiden. Ik weet niet wat er met mijn moeder gebeurde, maar ze kreeg vervolgens een psychose. Daarna was ze niet meer dezelfde persoon. Niet meer de vrouw op wie ik kon bouwen. Ze probeerde het

12 | INTENS

wel hoor. Ze probeerde zelfs mijn vader en moeder tegelijk te zijn, maar het werkte gewoon niet. Ik merkte aan alles dat het de verkeerde kant op ging. Ik werd daarom koppig, ging steeds meer tegen haar in. Ik nam zelfs steeds meer beslissingen voor haar. Niet omdat ik perse opstandig wilde zijn, maar omdat ik merkte dat het niet goed ging. Het is een gevoel van verantwoordelijkheid. Ik voelde me kind, vader en echtgenoot tegelijkertijd.

‘IK VOELDE ME KIND EN

Innerlijke strijd(kracht)

Als ik terugkijk, lijkt het alsof ik een stuk van mijn jeugd heb verloren. Maar op dat moment was het normaal. Je voelt je verantwoordelijk voor je moeder en je broertje. Maar wanneer ik dan naar mijn leeftijdsgenoten keek, zag ik dat het bij hen heel anders was. Zij kwamen vaak uit stabiele gezinnen, kregen veel meer steun vanuit huis. Wanneer ik dan met mijn verhalen kwam, begreep niemand me natuurlijk. Mijn verhalen waren voor hen onbekend, ze wisten niet wat ze ermee aan moesten. Dat is het moment dat ik mij eenzaam begon te voelen.

Zoals ik al zei, dan keer je in jezelf. Dan ga je veel nadenken. Een neerwaartse spiraal.

‘DAT IK ZO JONG MET ZELFMOORD BEZIG WAS, SNAPTEN MENSEN NIET’ Maar aan de andere kant ben ik ook blij met hoe ik gevormd ben. Het heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben. Koppig en sterk. Er zijn toen namelijk ook genoeg momenten geweest dat ik dacht: ‘ik stap er uit, dit hoeft


ZIJN TANDEN ZIEN

INT MET INNERLIJKE KRACHT”

VADER

ECHTGENOOT’ BEELD: THIJS TUYNMAN

zo niet meer’. Om op dat punt te zitten voelde ook heel eenzaam. Dat ik zo jong met zelfmoord bezig was, snapten mensen niet. Die denken ‘waarom zou je voor een trein willen springen?’ Maar als je hard moet vechten, en ziet waar het je brengt, dan kan je alleen maar doorgaan. Je moet dan uitgaan van de kracht van jezelf. Innerlijke kracht, daar begint het allemaal bij. Niemand kan jouw gevechten uitvechten, dat moet je zelf doen. Ik vind dat gevoel ook moeilijk te

verwoorden. Ik realiseerde me bovendien dat ik ook wat had om voor te vechten. Ik heb mijn moeder en mijn broertje. Die heb ik altijd boven mezelf geplaatst. Ik weet zelf ook wel dat het fout is, daar kwam ook deels die eenzaamheid vandaan. Maar het was wel mijn drijfveer. Als ik uit het leven zou stappen, zou ik een egoïst zijn. Dan laat ik hen achter met nog meer problemen. Je moet voor jezelf blijven vechten en gewoon doorgaan. Dan kan het alleen nog maar beter worden.

heid te komen. Want je kan wel met vrienden praten, maar die snappen je vaak niet. Die weten ook vaak niet wat ze met je verhaal aan moeten. Wanneer ze je dan niet snappen, werkt dat averechts. Maar lotgenoten snappen je vaak wel. Zij hebben een zelfde soort verhaal.

Begrijpend luisteren

Je hebt vrienden en professionals uiteindelijke wel nodig. Begrijp me niet verkeerd. Maar ik geloof dat lotgenoten nodig zijn om het gevoel van begrip te krijgen. Dat is de eerste stap. Professionals of vrienden kunnen dat vaak niet geven, zij kijken vanaf de buitenkant. Zij zijn wel belangrijk om je te ondersteunen. Om je te laten zien hoe het wel kan. Ze kunnen je steunen in de weg naar boven. Laat ik het zo zeggen: wanneer je eenzaam bent, heb je op de eerste plaats contact nodig hebt met lotgenoten. Daarna komen professionals en je vrienden. Dat gevoel dat ik als kind niet wist wat mijn rol was, dat heb ik nu achter mij gelaten. Ik werk als vrijwilliger bij een GGZ-instelling. Daar ben ik mijn lotgenoten tegengekomen. Door in gesprek te gaan met hen, ben ik er achtergekomen dat ik niet alleen ben. Ik heb mijzelf nu weer op de rit. Ik kijk nu vooruit en kan weer voor mijzelf kiezen. Als vrijwilliger probeer ik nu anderen te helpen dezelfde stap te maken. Als lotgenoot kan ik hen begrip geven en helpen. Want ik weet nu: eenzaamheid kan iedereen overkomen”.

Het is vooral belangrijk om te praten. Je moet er voor zorgen dat je leven weer op de rit komt. Ga je bed uit, ga douchen en ga boodschappen doen etcetera. Stilstaan is achteruitgang. En wanneer je in de put zit, kom je niets vooruit. Dan wordt het een neerwaartse spiraal. Je moet er voor zorgen dat je wat om handen hebt. Een heel simpel voorbeeld: ga eendjes voeren. Dan kun je nog alleen zijn, maar dan komen we weer terug op wat ik zei. Alleen zijn en eenzaamheid is iets anders. Eenzaamheid is dat gevoel dat meer bij jezelf ligt. Maar er komt natuurlijk een heleboel kracht bij kijken. Kracht vanuit jezelf. Dat is ook waarom ik zei: het gevecht begint bij jezelf. Wanneer je stilstaat, ga je niemand vinden die je kan helpen. Dat is dat stuk eigen kracht. Je moet mensen durven opzoeken om te gaan praten. Jij moet de eerste stap nemen. Het is vooral belangrijk dat je mensen opzoekt die je snappen. Ik bedoel dan met name lotgenoten. Ik geloof dat je zulke mensen nodig hebt om uit je eenzaam-

‘HET GEVECHT BEGINT BIJ JEZELF. WANNEER JE STILSTAAT GA JE NIEMAND VINDEN DIE KAN HELPEN’

INTENS | 13


EEN AVONDJE NIET PARTICIPEREN IN DE SAMENLEVING De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) bereikt ook de psychiatrische zorg in Leiden. Het Dag Activiteiten Centrum (DAC) waar psychiatrische cliënten terecht kunnen om aan activiteiten deel te nemen, wil dat cliënten meer participeren in de samenleving. Daarom gaat het centrum opsplitsen naar twee nieuwe locaties waar de cliënten zullen samenvloeien met buurtbewoners in buurthuizen. Onder andere Jean-Luc (50) zal nog meer te maken krijgen met de visie waar kabinet Rutte II beroemd mee wil worden. “Binnen als het moet, maar buiten als het kan.” DOOR AMBER SPEK

Jean-Luc kreeg toen hij achttien was de diagnose schizofrenie, een psychiatrische ziekte. “Zo breekt het leven soms af op het een of ander. Maar ik heb altijd doorgevochten voor mijn hobby’s en vrije tijdsbesteding. Om er iets van te maken in het leven.” Een aantal van die hobby’s, waaronder muziek maken met zijn band Attraction, beoefent hij bij het Dag Activiteiten Centrum (DAC) van Movens. Net als 320 andere psychiatrische cliënten in Leiden.

De splitsing BEELD: AMBER SPEK

D

e zenuwen van Jean-Luc die voor het optreden nog aanwezig waren, lijken nu uit zijn lichaam te zijn geslopen. Hij kondigt het nummer I Shall Be Released aan. Geschreven door Bob Dylan. Past bij het jaren ‘60-thema van de avond. Achter het linkeroor van Jean-Luc schittert een witte roos, maar zijn karakter zou hij zelf eerder vergelijken met een hyacint. “Vanwege de vele mogelijkheden die de bloem heeft. Ik heb ook veel bezigheden. Als ik zeg dat ik twintig hobby’s heb dan ben ik er nog niet eens.”

14 | INTENS

Het DAC, dat onderdeel is van GGZ Leiden en omstreken, gaat binnenkort opsplitsen naar twee nieuwe locaties. Het centrum dat nu in de Merenwijk in Leiden is gevestigd, is een plek waar psychiatrische cliënten onder andere in het koor zingen, deelnemen aan een knutselcursus of simpelweg samen een bak koffie drinken. “Vroeger heb ik aan veel activiteiten deelgenomen. Nu is mijn hoofdactiviteit eten”,lacht Ger (82).

‘JE KUNT HIER WERKEN MET TEXTIEL, MUZIEK MAKEN OF GEWOON EVEN BABBELEN’


Op zijn statische blazer schittert een klein zilveren vliegtuigje en hij glimt van trots wanneer hij uitlegt dat het symbool een herinnering is aan zijn tijd bij de Koninklijke Luchtmacht. Drie keer per dag eet Ger zijn maaltijden bij het DAC. De keuken zal ook weer aanwezig zijn op een van de nieuwe locaties, maar vanuit de participatiegedachte zullen er wel grote veranderingen worden doorgevoerd na de splitsing. “Het is de bedoeling dat we gaan samenvloeien met buurtbewoners bij een buurthuis. Dit zijn geen psychiatrische cliënten, maar die mensen gaan we dus wel tegenkomen. Ik heb twijfels of dat soepel zal gaan.”

Centrale plek

Toby (21) komt zo’n vier keer per week bij het DAC. Het is onder andere zijn opstapplek als hij gaat werken in de groenvoorziening. Hij vindt het een voordeel dat het DAC nu alle activiteiten op een centrale plek heeft. “Je hebt hier alles. Je kunt hier ontbijten, lunchen, je kunt hier alles doen. Je kunt werken met textiel, muziek maken of gewoon rustig even babbelen.” Jean-Luc vermoedt dat het opsplitsen van de locaties naast de praktische bezwaren ook een negatief effect kan hebben op de psychische toestand van de cliënten. “Sommige psychiatrische cliënten kunnen niet goed tegen veranderingen. Dat maakt ze nog zieker.” Edmund Vaessen is coördinator bij het DAC en is zich ervan bewust dat er cliënten zijn die zich door de nieuwe situatie bedreigd zullen voelen en denken ‘ik ben onzeker, want ze vinden me vast gek’. Toch schaart Vaessen zich achter de visie van GGZ-instelling Movens: “Binnen als het moet, maar buiten als het kan”. Het motto dat naadloos aansluit bij de participatiegedachte van kabinet Rutte II kunnen ze volgens Vaessen goed vormgeven door combinaties te maken met partners zoals Libertas Leiden. Hoewel de filosofie van het deelnemen aan het normale

verkeer voor een meer zorgonafhankelijke positie ten grondslag ligt aan de splitsing van het DAC, kan Vaessen niet ontkennen dat geld ook een rol speelt. “Als je organisaties kunt combineren dan kost het de gemeente minder geld.”

Lotgenoten

Dat psychiatrische cliënten juist behoefte hebben aan het ontmoeten van lotgenoten bewijst het Inloophuis Psychiatrie Leiden. In ‘de gezelligste huiskamer van de regio’ kunnen psychiatrische cliënten en ex-cliënten van de GGZ elke dinsdag- tot en met zondagavond terecht. “Ik kom naar het Inloophuis vanwege de gezelligheid, het contact met medepatiënten. Mensen die zelf iets hebben voelen meer begrip voor dezelfde klachten”, vertelt Jean-Luc die naast zijn activiteiten bij het DAC al zo’n 23 jaar de avonden doorbrengt in het Inloophuis. De veilige omgeving die het Inloophuis biedt komt voort uit de respectvolle houding van bezoekers onderling. Bij binnenkomst in het gebouw siert direct aan de muur een bordje met daarop de enige vier regels waar je je als bezoeker aan moet houden. ‘Geen agressie, geen discriminatie, geen drugs en geen alcohol’. Er is wel bier voor de liefhebber, maar alcoholvrij.

Vrijwilligers

“Wil je er een koekje bij?” Myrthe (18) en Felice (65) zijn vrijwilligsters bij het Inloophuis en staan achter de bar om bezoekers te voorzien van koffie en een kerstkoekje, want dat het inmiddels al zo’n drie maanden geen kerst meer is, is geen reden om de in chocolade gehulde kerstman niet op te eten. En vandaag is het zondag, dus serveren ze bitterballen en kaassoufflés. Vrijwilligster Felice is al tien jaar betrokken bij het Inloophuis en als ze praat over de bezoekers verschijnen er kleine twinkelingen in haar ogen. “Je krijgt veel warmte en liefde terug van de mensen hier. Er komen veel mensen hier die geen contact

meer hebben met hun familie. Zij zeggen: ‘mijn familie is hier’.”

‘IK HAD HET GEVOEL ALSOF IK MET DE DUIVEL AAN HET VECHTEN WAS. IK GING TRILLEN VAN ANGST’ Echter: zo opgewekt als de sfeer is bij de bar, zo droevig is de vitrinekast die vlakbij staat. Achter het glas staan fotolijstjes met daarin herinneringen aan overleden bezoekers. Een aantal jonge mannen en vrouwen afgebeeld. Sombere gezichten afgewisseld met lachende ogen. Soms een gedichtje in plaats van een foto.

>>

WAT IS ... ? Wat is schizofrenie?

Schizofrenie is een psychiatrische ziekte waarbij iemand langdurig een of meerdere psychoses heeft meegemaakt en in de tussenliggende periodes niet goed kan functioneren.

Wat is een psychose?

Tijdens een pyschose is iemand in een toestand waarbij hij of zij het contact met de werkelijkheid ernstig verliest. Het kan zijn dat iemand tijdens een psychose beelden ziet of stemmen hoort die er voor anderen niet zijn.

Wat is een schizoaffectieve stoornis? Iemand met een schizoaffectieve stoornis vertoont verschijnselen van schizofrenie en een manischdepressieve stoornis. Een manisch-depressieve stoornis wordt ook wel een bipolaire stoornis genoemd.

INTENS | 15


>>

Verwantschap

Toch heerst er in het Inloophuis vooral een gevoel van verwantschap. Een fijne omgeving die de cliënten niet altijd gekend hebben. Tweeëndertig jaar geleden werden de ouders van Jean-Luc gebeld met de vraag of opname nodig was. “In die tijd moest je familie dat nog beslissen.” Inmiddels komt Jean-Luc naar het Inloophuis om onder andere te lezen, leren of om spelletjes te spelen. “Ik heb het al die jaren heel goed naar mijn zin hier.” Hij speelt graag Yahtzee en glundert wanneer hij de vijf dobbelstenen met identiek getal op de bovenkant ziet. Het simpele spelletje staat dan opeens in schril contrast met de complexe ziekten waar de bezoekers van het Inloophuis in hun leven mee hebben moeten leren omgaan, maar dient ook een belangrijk doel.

MIJN PERSOONLIJKE ERVARING

“Door activiteiten zoals het spelen van spelletjes leren psychiatrische patiënten om onder de mensen te komen”, legt basis klinischpsychologe Marinka van Beekum uit. Zij benadrukt het belang van activiteiten voor psychiatrische cliënten. “De meeste cliënten functioneren niet in de gewone

In bovenstaand artikel beschrijf ik de huidige visie van kabinet Rutte II waar centraal staat dat iedereen iets kan toevoegen aan de samenleving. Participeren kan betekenen dat je als cliënt opeens aan activiteiten deelneemt samen met mensen die bij hetzelfde buurthuis komen, maar geen psychiatrische ziekte hebben. Voor het schrijven van het artikel heb ik een week mee mogen lopen bij het Inloophuis Psychiatrie in Leiden. Bij aankomst bij het Inloophuis werd mij door een aantal bezoekers verteld dat ‘bijna iedereen die hier meeloopt ook vrijwilliger wil worden’. Op dinsdagavond traden een aantal bezoekers van het Inloophuis op met hun band bij het Dag Activiteiten Centrum (DAC) van Movens en na afloop vroeg ik me af hoe ik deze avond zou kunnen weergeven in een verhaal. Ik kan schrijven over bloemenprintjes, de jaren '60 muziek, over enthousiaste blonde Toby die met een Brits accent de nummers aan-

maatschappij waardoor zij sociaal geïsoleerd raken en zonder baan en andere bezigheden al snel de hele dag binnen zitten.”

Sam

Sam (46) is om precies die reden blij dat het Inloophuis in de avonduren open is. “Ik sta pas rond 13:00 uur op. Daarna zit ik in mijn pyjama. Ik ben pas in de avond actief.” Sam werd ziek toen hij net een half jaar afgestuurd was in de informatica. “Ik heb mijn diploma gehaald, maar er nooit mee kunnen werken.” Zijn eerste psychoses kreeg hij toen hij met vrienden vertrok voor een vrijgezellenweekend in Middelburg. Al voorafgaand aan het weekend voelt hij zich anders dan normaal. “Het is lastig uit te leggen, maar ik liep op het station in Leiden en ik voelde me overmachtig. Alsof ik een soort geestelijke doorbraak meemaakte, een Goddelijke ervaring.” Tijdens het weekend sloeg hij naar eigen zeggen door. “Ik had het gevoel alsof ik met de duivel aan het vechten was. Ik was aan het trillen van angst.” Het waren manische psychoses. Sam bleek een schizoaffectieve stoornis te hebben en na opname in een psychiatrische kliniek, waar hij zelfs vijf weken in de isoleercel

kondigde, maar echt uitleggen hoe bijzonder deze avond is geweest kan ik niet. Op mijn weg naar huis moet ik bij de bushalte vijfentwintig minuten wachten in het donker. Hoewel ik lichtelijk geïrriteerd ben dat ik die tijd moet uitzitten in de kou, vindt de man naast mij het allerminst vervelend. Hij kan nu namelijk precies drie shagjes roken, zo wist hij van eerdere avonden dat hij de bus net had gemist. We praten over zijn psychiatrische verleden en zo kom ik erachter dat hij ooit opgenomen is geweest. Ik vraag of zijn opname lang heeft geduurd. Hij schudt zijn hoofd. Ik zie voor me hoe hij misschien een weekje of twee van streek moet zijn geweest, misschien na een psychose of verkeerde medicatie. 'Vijftien jaar,' zegt hij dan. Ik besef me op dat moment dat ik naast deze week nooit eerder op deze manier heb gesproken met psychiatrische cliënten en dat terwijl zij ook gewoon op het bankje naast je bij de bushalte zitten. En het is

moest doorbrengen, heeft hij langzaam zijn ‘normale’ leven teruggekregen. Hij woont in een eenkamerflat en is zich inmiddels bewust van de positieve en negatieve effecten op zijn ziekte. Hij komt gemiddeld drie keer per week naar het Inloophuis zodat hij ‘onder de mensen is’. Volgens van Beekum is dit precies wat psychiatrische cliënten nodig hebben. “Het is belangrijk dat ze leren weer in een normaal ritme te komen en in hun dag structuur aan te brengen. Dat ze daarbij met andere mensen zijn is een soort bonus.” En juist die bonus is datgene dat het Inloophuis Psychiatrie in Leiden biedt aan de psychiatrische cliënten in Leiden. De mogelijkheid om lotgenoten te ontmoeten, steun te krijgen van de vrijwilligers en activiteiten te doen die naast gezellig ook nuttig zijn. Een avondje niet hoeven participeren in de samenleving is misschien wel het succes achter de ruim dertig jaar dat het Inloophuis bestaat. Deze woonkamer is een perfecte illustratie van dat verandering misschien niet altijd nodig is in de zorg. Jean-Luc: “Dat is juist het mooie. In al die jaren tijd is er hier niets veranderd.”

natuurlijk ook niet vreemd dat je ook psychiatrische cliënten tegenkomt buiten de klinieken, want zeker na het nieuwe regeerakkoord van kabinet Rutte II wordt het als vanzelfsprekend ervaren om je eigen 'steentje bij te dragen' aan de samenleving. Het belang om te participeren ondervond ik deze meeloopweek, omdat ik zelf de mensen ontmoette die ik normaal niet zo snel zou spreken. Want op dat bankje bij de bushalte leerde ik weer iets meer over het hebben van een psychiatrische ziekte. En in het Inloophuis leerde zij mij het belang van activiteiten voor psychiatrische cliënten. Kortom: participeren in de samenleving betekende deze week voor mij dat ik mij juist even niet bezig hield met mijn normale routine en de eer had om de verhalen van psychiatrische cliënten in Leiden te horen. En misschien hadden de bezoekers van het Inloophuis dus wel gelijk, misschien moet ik inderdaad vrijwilligster worden.


BUSPAR (GESNOVEN)

TEKENEN ONDER INVLOED Bryan Lewis Saunders maakt graag zelfportretten. Al dertig jaar geeft hij op deze manier weer hoe hij zich op dat moment voelt. Op de voorpagina schittert hij al met een zelfportret dat hij maakte na een flinke dosis absinth (80% alcohol). Hier volgen drie voorbeelden van hoe Saunders zichzelf zag onder invloed van verschillende drugs: buspar, badzout en marihuana. Op zijn website (bryanlewissaunders.org) kun je meer van zijn kunstwerken bekijken. Onder invloed, of nuchter.

INTENS | 17


BADZOUT (GESNOVEN)

18 | INTENS


MARIHUANA


‘MIJN KINDEREN ZIJN DE GROOTSTE MOTIVATIE OM TE STOPPEN’ Het is woensdagochtend. The place to be is Zorgmaatwerk Emmeloord, gelegen in een grijs, saai industrieterrein in Emmeloord. Precies zoals je een industrieterrein verwacht. Links staat een autodealer, rechts een internationaal handelshuis met een reusachtig pand. Daar tussenin gepropt zit Zorgmaatwerk Emmeloord. Geheel onopvallend schuilt het gebouwtje tussen de twee grote panden. Toch weten mensen het te vinden. Mensen die hulp nodig hebben. DOOR AID HENIC

H

et is wachten op Jeroen. Hopelijk heeft Jeroen geen claustrofobie, want de ruimte waarin het gesprek plaatsvindt is kleiner dan de gemiddelde slaapkamer. Er is om stipt elf uur ’s ochtends afgesproken, maar om vijf over elf is er nog geen persoon te bekennen. Laat staan een Jeroen. Samantha (39) is de begeleidster van Jeroen. Zij vertelt, na een lange stilte waarin alleen de voorbijscheurdende vrachtwagens te horen zijn, over Jeroen. “Jeroen komt altijd op tijd. Echt een man van zijn woord. Vreemd dat...”, begint Samantha. Tijd om haar zin af te maken heeft ze niet, want Jeroen loopt naar binnen. “Hah, sorry. Ik moest nog wat biertjes leegdrinken”, grapt hij. “Zeg Samantha”, vervolgt Jeroen trots, met zijn rechterhand zoekend naar de stoel achter zich, “ik heb al 100 euro bespaard. Zag je dat? Wat vind je er van?”

App Zorgmaatwerk Emmeloord is onderdeel van Lievegoed, een zorginstelling die in heel Nederland actief is. Er wordt psychiatrische hulp geboden, maar ook mensen met een verslaving kunnen langs-

20 | INTENS

komen. Tegen een verslaving, zoals bij Jeroen het geval is, zijn meerdere behandelingen. De zogehete basis GGZ, de specialistische GGZ en de antroposofische therapieën. De behandeling van Jeroen is vrij nieuw. Lievegoed maakt sinds kort, net als vier andere grote verslavingszorginstellingen (IrisZorg, Victas, Tactus en VNN) gebruik van de mobiele applicatie Alcohol in de Hand. De app is ontwikkeld door verslavingsexperts. De app biedt een aantal mogelijkheden. Zo kan je als gebruiker op een knop drukken wanneer je zin hebt in alcohol. De app biedt dan ondersteuning, bijvoorbeeld door de cliënt te herinneren aan de voordelen van het stoppen met drinken. De app biedt ook beloningen aan

‘ZOLANG IK NIET HELEMAAL STOP MET DRINKEN, WILLEN DE KINDEREN MIJ NIET MEER ZIEN. IK BEN EEN SLECHTE VADER. DE BESTE AFLEIDING? DAT ZIJN MIJN KINDEREN’

bij het stoppen of minderen van drinken. Samantha bespreekt wekelijks de resultaten met Jeroen. Het grapje van Jeroen dat hij nog wat biertjes moest drinken en daarom te laat is, maakt hij niet toevallig.Jeroen is een vrolijke, 49-jarige man met net iets te veel gel in zijn haar, waardoor zijn zwarte haren op slierten olie lijken. Op het eerste gezicht een normale man, ‘het zou je buurman kunnen zijn’. Maar vanbinnen zit het anders. Jeroen is jarenlang verslaafd geweest aan alcohol. Eigenlijk nog steeds een beetje. “Het liefst dronk ik gewoon sterke drank. Dat werkt het snelst. Maar geloof mij, begin er nooit aan! Dan zit je hier iedere week met Samantha te praten”, verklapt Jeroen lachend in het voorgesprek. Hij lacht, maar de pijn achter die lach is zichtbaar. De app is volledig gepersonaliseerd. Begin je met het gebruiken van Alcohol in de Hand, dan wordt de app door middel van vragen en stellingen afgestemd op de gebruiker. De gebruiker kan aangeven wat zijn of haar redenen zijn om te stoppen met drinken, wat de grootste nadelen zijn van het drinken en welke vor-


men van afleiding het beste helpen. Daarnaast stelt de gebruiker doelen, bijvoorbeeld op welke datum hij clean wilt zijn.

Al ongeveer een maand heeft Jeroen geen biertje gedronken. “Eigenlijk heb ik maar één keer zin gehad in een biertje, en dat was tijdens de wedstrijd van Ajax. Max kwam toen weer langs, trouwens. Het is weer goed tussen ons”, vertelt Jeroen trots.

Max

De app ‘ Alcohol in de Hand’

Kinderen Jeroen zou zo een docent taalbeheersing kunnen zijn. Op de vraag wat hij heeft ingevuld bij het personaliseren van de app geeft hij een kort maar krachtig antwoord. Krachtig, vooral.“Zolang ik niet helemaal stop met drinken, willen de kinderen mij niet meer zien. Ik ben een slechte vader. De beste afleiding? Dat zijn mijn kinderen.” Één toekomstige journalist, één cliënt, één begeleidster, één tafel, drie stoelen en drie kopjes thee. Nadat Samantha alles heeft verzameld en iedereen heeft verzien van een kopje thee met smaak naar keuze, kan het gesprek beginnen. Het gesprek tussen Samantha en Jeroen verloopt soepel. Het lijkt meer een gesprek tussen twee vrienden dan tussen een cliënt en een begeleidster. Jeroen lijkt een eerlijke man, Samantha lijkt hem te vertrouwen. Het doel van dit gesprek is om de vooruitgang van het afkicken te bespreken. En die is geboekt.

Na het succesvolle gesprek met Samantha vertelt Jeroen dat Max zijn beste vriend was – en ook weer is. Al sinds de tienerjaren. “Wat hebben we een lol gehad vroeger. De eerste meisjes, de eerste biertjes, de eerste sigaretten. Alles deelden we”, vertelt een omhoog kijkende Jeroen, zichtbaar terugdenkend aan een mooie tijd. “Nou ja, behalve de meisjes! Die hielden we voor onszelf”, lacht Jeroen, voordat hij serieus verder vertelt over wat er gebeurde.

‘OF IK MIJN VROUW DE SCHULD GEEF VAN ALLES? NEE. IK BEGON ZELF MET DRINKEN’ “Toen mijn vrouw van mij wilde scheiden, omdat ze een andere man had gevonden”, slikt hij, “had ik veel aan Max. Hij stond altijd voor me klaar, kon met hem lachen. Maar ik had meer nodig. Egoïst die ik was. Zoals helaas velen, herontdekte ik de alcohol. Ik kwam er achter dat je het voor meer doeleinden kon gebruiken. Niet alleen op feestjes, om eens lekker los te gaan. Maar ook om verdriet en gedachtes weg te drinken. Het begon met een paar biertjes op een avond. Het werden er steeds meer. Enkele maanden later begon ik met sterke drank. Toen was ik niet meer te houden. Ik maakte ruzie met Max, hij zag in hoe ernstig mijn pro-

bleem was.” Jeroen kijkt naar de tafel, hij heeft het even moeilijk, te zien aan de waterige, bruine ogen.

Ruzie Samantha, half mee luisterend en half Whatsappend, maakt het verhaal af. “Max bracht Jeroen hier. Niet bij mij, maar bij een collega. Ik was er toen niet. Jeroen werd boos, want Max had niet verteld dat ze naar een zorginstelling zouden gaan. Dat was ook het moment dat ze ruzie kregen. Toch, Jeroen?”, vraagt Samantha, op zoek naar een bevestiging bij Jeroen. “Klopt. Maar gelukkig kwam Max twee weken geleden langs, om het uit te praten. Hij is een slimme man, hij weet dat hij niet ruzie had met Jeroen, maar met de alcohol die in mij zit. Of ik mijn vrouw de schuld geef van alles? Nee. Ik begon zelf met drinken”, maakt Jeroen af, duidelijk opgelucht. Het voelt altijd goed om soms alles er even uit te gooien. Na twee handen geschud te hebben pakt Jeroen zijn jas, bedankt ons beiden voor het gesprek en maakt dat hij wegkomt. “Moet snel naar huis, bier drinken! Haha!”, grapt hij weer. “Tot volgende week, Sam!” Ook al heeft Samantha dit verhaal vaker gehoord, ze blijft het verhaal fascinerend vinden. “Elke keer dat ik het hoor, tja. Je krijgt er een raar gevoel van in je buik, hé?”. Gelukkig lijkt het allemaal de goede kant op te gaan met Jeroen. “Die app is handig. We kunnen snel en efficiënt terugkijken op de week van Jeroen. Als je een statistiek van de laatste weken erbij pakt, zie je duidelijk dat het de goede kant op gaat.” Jeroen zit al in de eindfase van zijn behandeling. “Ik denk nog twee afspraken, that’s it. Eigenlijk moest er niet veel gebeuren, want hij heeft een goede motivatie om te stoppen: zijn kinderen.”

INTENS | 21


OOST, WEST, Wat doe je als je hele familie in de ban is van verslavingsproblemen? Er mee om leren gaan of het zelf beter doen. De familie Toes-Van Asselt koos voor het laatste. Niet de makkelijkste keuze, want zorgen voor verslaafden is meer dan een bijbaantje, het is elke 24 uur dag en nachtdienst draaien in je eigen huis. Kortom, professionaliteit en privé lopen hand in hand aan de hulstlaan. DOOR HARRY VLUG

T

ien jaar geleden kochten Els en Dick een huis samen in Ermelo op de Veluwe. Aan de Hulstlaan stond een mooi, groot huis dat perspectief bood voor het gezin. Het samengestelde gezin had namelijk flink wat problemen. Twee van de drie zoons van Els waren namelijk beide verslaafd aan harddrugs. Daarnaast waren Dick (zie foto rechtsonder) en zijn twee kinderen hun vrouw en moeder verloren aan kanker. Ondanks de lastige situatie kozen Dick en Els er wel voor om de problemen en zorgen aan te pakken voor een betere toekomst. Voor Els en Dick was er dus weer plek in huis en ze verhuren nu een kamer aan een andere jongen , Kevin, die hard zijn best doet om te stoppen met zijn drugsgebruik. Het lijkt op voorhand een lastige situatie, maar niemand weet beter. De mate van acceptatie ligt heel erg hoog en alles is bespreekbaar. Aan de eettafel worden drugsproblemen besproken, zoals bij anderen over voetbal, het nieuws en anderen zaken wordt gepraat. Berny zit al in zijn dertiger jaren en de tijd voor een omslag begint te dringen. Dankzij Dick heeft hij nu een baantje in de groenvoorziening, hij krijgt momenteel de tijd om zich te bewijzen, om later weer echt aan het werk te komen. Hij heeft zijn zolder leuk ingericht. Het lijkt op een kleine huiskamer en slaapkamer in één. Om de hoek staat ook nog een wastafel. Hij heeft een grote tv. 22 | INTENS

Nu Dick zijn financiën beheert, heeft Berny wel eens geld over om zich zo’n extraatje te kunnen permitteren. Het is een leuke kamer, maar je wilt als volwassen man wel iets anders dan nog steeds bij je ouders wonen. Zo ziet Berny het ook en dat knaagt aan hem. Toch is de stap nog steeds te groot voor hem. Hoe graag hij het ook wil. Kevin is met Berny meegekomen uit de kliniek . Ze hebben elkaar daar le-

ren kennen en zijn bevriend geraakt. Kevin staat ook onder curatele. Een tientje per week krijgen ze van Els en Dick om zelf uit te geven, elke uitgave moeten de twee kunnen verantwoorden. Helaas gaat dat geld nog steeds naar drugs. Het rood-roze briefje brand in de broekzak zodra zij het wegstoppen. Zo snel mogelijk uitgeven. Diep van binnen willen ze het niet, maar het moet. Dat zegt de stem in


THUIS OPVANGEN

KAN BEST hun hoofden. Als ze het een weekje verstandig op zak houden of er iets ‘goeds’ van kopen, kunnen ze binnen een paar weken al de stap naar twintig euro maken. Dit is echter veel lastiger dan het lijkt. Voor Els en Dick kan dit demotiverend werken, maar ze hebben geleerd het te accepteren.

woont ook echt op hoek. Het is voor de jongens heel makkelijk op aan hun spul te komen. Toch vindt Berny het erg fijn om in deze schijnvrijheid te leven. Enerzijds kan hij gaan en staan waar hij wilt, hij kan zijn portie drugs ophalen op de fiets. Maar anderzijds zal hij nooit genoeg geld hebben om weer volledig te ontsporen. Alles wat hij verdient gaat nu eerst naar Dick. Dat is lastig, maar het moet. Nu nog wel.

DEZE ‘PRIVÉKLINIEK’ WORDT GEFINANCIERD VANUIT HET HART

BEELD: VAN DIEST

Acceptatie is volgens de twee het belangrijkst. Zo heeft haar andere zoon het ook voor elkaar gekregen om uit de sleur en leefstijl van drugs te stappen. Weten dat iemand altijd accepteert wie je bent, daar wil je wel voor vechten. Daarom kiezen Els en Dick voor deze werkwijze. Er zijn al genoeg mensen die oordelen over Kevin en Berny. Ermelo is een hecht dorp. Iedereen kent iedereen. De dealer op de hoek,

Ondanks dat Dick en Els werk verzetten waar elke GGZ instelling PGB’s voor opslokt, doen zij het niet voor geld. Deze privékliniek wordt gefinancierd van uit het hart. Te bedenken dat het leven van de twee al jaren in het teken staat van anderen. Met name de problemen van anderen. Dick kruipt weer achter zijn laptop en gaat weer rustig met de administratie van de jongens aan de gang. Eerst nog even een GGZ instelling bellen, die weer geld willen zien. Wat een gedoe. Els drinkt nog wat koffie en gaat weer aan de gang met het schoonmaken. Ze hebben allebei zo veel te doen, dat er nog nauwelijks tijd overblijft om echt zorgen te maken.

Juan, die een paar straten verderop woont, weet dat het anders kan en hoopt dat hetzelfde met de jongens zal gebeuren. Hij heeft de strijd gewonnen, al weet hij dat een terugval altijd op de loer ligt. Juan is heel anders dan zijn broer, maar voor iedereen is er een uitweg. Hij heeft na negen maanden in een kliniek volledig nee weten te zeggen tegen drugs. Een hele stap, een keuze die zijn leven enorm heeft veranderd. Normaal gesproken stond zijn vrijetijdsbesteding gelijk aan drugsgebruik, nu vult hij zijn vrije uren met klussen, met de hond lopen of gewoon lekker op bank zitten met een bakje koffie. Het is nogal een verschil. Hoe de toekomst eruit ziet voor Dick, Els en de jongens moet nog blijken. Het liefst willen Dick en Els het huis verkopen en iets kleiner gaan wonen. Het huis is ooit gekocht voor een grote familie, maar beetje bij beetje loopt het huis dan toch leeg. Ook Berny kan niet eeuwig op de zolder van zijn ouders blijven wonen. Zolang het huis niet verkocht wordt zal er waarschijnlijk weinig veranderen. Maar Dick, Els, Berny en Kevin hebben wel baat bij een beetje rust.

FOTO:

BEELD: DICK TOES

INTENS | 23


Carla Boven (52) is pastoraal begeleider op landgoed de Hezenberg, centrum voor pastoraal psychologische zorg. Carla leidt diensten in de kapel en gaat met gasten in gesprek over geloofsvragen.

Carla Boven over gasten, geloof en gesprek:

‘Hier kunnen mensen

Tot Bezinning Komen,

weg van alle drukte en rumoer’

24 | INTENS


BEELD: NICO HOFSTRA

N

a afloop van ons gesprek vraag ik, nogal tactloos, naar haar leeftijd. Ze barst in lachen uit. “Moet dat erbij? Ik ben 52. Waarvoor is dat?” Ik antwoord dat ik nog geen idee heb of ik dat ga vermelden, maar soms zie je dit getal tussen haakjes achter een naam staan. Ik verzamel de rest van haar gegevens. Heeft twintig jaar bij ‘s Heeren Loo in Ermelo gewerkt. Daarna elf jaar bij Lava Jeugdwerk in Arnhem. Tegenwoordig werkt ze als pastoraal begeleider op de Hezenberg in Hattem. “En u woont in Hattemerbroek toch?”, vraag ik. Ze antwoordt bevestigend. DOOR NICO HOFSTRA We zitten in het kantoor van Carla Boven, op de eerste verdieping van wat vroeger het koetshuis was. Vanuit haar raam heeft ze uitzicht op het park van Land-

goed de Hezenberg in Hattem, dat bestaat uit netjes gemaaid gras, bankjes en grote eikenbomen. “Wat ik hier het mooiste vind? Nou ja… Ik kom van die kant (wijst richting de deur) over het bruggetje. Het is alsof je op een eiland komt, een apart plekje op de wereld. In de verte zie je Zwolle en de IJsselcentrale liggen. Hier kunnen mensen tot bezinning komen, hier zijn ze weg van alle drukte en rumoer.” Lichtere psychiatrie “De mensen hier zijn vastgelopen. Ze zijn vaak bekend met de psychiatrie, hebben soms een gesprek gehad met een psycholoog of zijn al eens opgenomen. Wij noemen het de wat lichtere psychiatrie. Mensen met bijvoorbeeld een burn-out, geloofsvragen of rouwproblematiek. Ze verblijven hier zeven weken.” U noemt het lichtere psychiatrie, maar het zijn toch wel heftige onderwerpen. Hoe ga je daar als begeleider mee om?

“Je gaat in gesprek met mensen, net zoals in de psychiatrie. Wat ik vaak van gasten hoor, is dat het verschil is, dat wij naar de mens in zijn totaliteit kijken. De mens is meer dan zijn ziekte alleen. Ieder mens heeft een lichaam, een geest en een ziel. Alles is van belang. De verbinding met de omgeving is belangrijk. Mensen moeten de natuur in gaan, hun zintuigen leren gebruiken, niet opgesloten blijven zitten. Het is ook van belang hoe iemand met zijn lichaam omgaat en hoe hij naar zichzelf kijkt.” Hoe ziet het vertrek van deze mensen eruit? “De meesten mensen zeggen dat ze al lang in de psychiatrie hebben rondgezworven. Hier hebben ze zeven weken aan zichzelf gewerkt, daarmee hebben ze gestoeid, want je kunt ook in conflict komen met anderen. Daar is dit een goede en veilige omgeving voor. Wat ik iedere keer hoor is liefdevol: ‘je krijgt ruimte >>

INTENS | 25


>> om aan jezelf te werken. Er zijn begeleiders die met je meelopen en deskundig zijn’. Wat ik ook hoor: ‘Er zijn gastvrouwen die er onbaatzuchtig voor mij zijn, die mij hier een plek gunnen’. Dat doet iets met mensen, als er iemand voor hen is, zonder daar iets voor terug te vragen. Mensen ondergaan het als een warm bad en vinden het moeilijk om afscheid te nemen.” Geloof lijkt een belangrijk onderdeel op de Hezenberg, hoe zien de bijeenkomsten in de kapel eruit? “Ik kan je de kapel laten zien, die is hier beneden. Het is een vrij standaard gebeuren. Iedere ochtend en avond hebben we een ander gebed. Het is even stil zijn, een lied zingen, een gebed uitspreken. Het is vrij kort, een kwartier tot twintig minuten. Voor veel mensen is het een goed begin van de dag, even bij jezelf komen. Later wordt de dag op dezelfde manier afgesloten.” Dat heeft met ritme te maken? “Ja, het heeft met ritme te maken, maar ook met rust en stilte vinden. Er zijn geen preken.” Er zijn gasten met geloofsvragen, kunnen die bij u terecht voor een gesprek? “Ja, er zijn mensen die een uitgebreid gesprek willen. Er zijn hier een aantal pastors, waarmee ze kunnen praten.” Geloofsvragen “Mensen zijn vaak opgevoed met een bepaald beeld van God dat niet meer in hun huidige leven past. Dat komt soms omdat ze vrij traditioneel zijn opgevoed. Dit willen ze misschien loslaten, maar ze weten vaak niet hoe ze dat moeten doen. Je kunt met ze in gesprek gaan. Wat is jouw Godsbeeld? Wat is

26 | INTENS

jouw mensbeeld? Je hoeft het niet te doen zoals je het van je vader en moeder hebt geleerd. Je mag je eigen beeld creëren. Verder zijn er soms mensen die misbruikt zijn of mensen die een kind hebben verloren. Waar is God dan? Daar kunnen geloofsvragen over gaan.”

‘Van ieder mens die je tegenkomt kun je iets leren. Ik geloof dat ieder mens mij iets te vertellen heeft’ Dat lijken me moeilijke onderwerpen, is dat lastig om mee om te gaan? “Nee, dat vind ik niet. Het is natuurlijk heel menselijk als je twijfels en vragen hebt. Zeker als er van alles gebeurt in jouw leven, dingen waar je niet op zit te wachten. Dan is het logisch als je niet weet of er een God is en hoe die er dan uitziet. Ik denk dat iedereen dat bezighoudt, of je nu gelovig bent of niet. ‘Waarom ben ik hier op aarde?’, is een basisvraag voor ieder mens. Wat heb ik hier te doen? Het heeft met zingeving en levensvragen te maken.”

Hoe zoek je naar een antwoord? “Soms duurt het lang voor iemand een antwoord vindt en soms blijft het een mysterie. Ik ga een antwoord niet voorschrijven. Mijn manier van kijken naar het leven en de dood hoeft niet hun manier te zijn. Ik vind niet dat ik mijn manier moet opleggen aan de ander. Wat ik eventueel kan aanreiken is een klein teken van hoop. Als iemand depressief is, dan helpt het vaak niet als ik een tekst uit de Bijbel voorlees. Ik kan mensen wel vragen om te proberen een moment in hun leven te zoeken waar ze blij van worden. Of ze aanraden een stuk te wandelen en zich te concentreren op de geluiden buiten. Misschien zijn dat de momenten die iemand de dag doorhelpen.” Signalen van schoonheid “Van ieder mens die je tegenkomt kun je iets leren. Ik geloof dat ieder mens mij iets te vertellen heeft. Als er iemand is met zorgen en pijn, dan spiegelt zich dat ook op mij af. Dan is het mijn leerproces om goed te luisteren, om niet mijn verhaal neer te leggen, maar het verhaal van de ander centraal te stellen. Hij moet de ruimte krijgen om dat verhaal met mij te delen.” “Als iemand een gesprek met mij komt voeren, wandelen we eerst even rond. Dat schept meteen ruimte. Dan komt het verhaal als vanzelf. Daarom is omgeving ook zo belangrijk. Als mensen in de put zitten zijn er nog altijd kleine signalen van schoonheid, een eekhoorn of een hert. Kleine dingetjes waar ze zich aan vast kunnen houden.” Korte stilte. “Ik ben ook wel nieuwsgierig naar jou”, lacht ze, “maar je komt mij natuurlijk interviewen.”


COLUMN. EEN ODE AAN DE ZORGMEDEWERKER H

et zijn wat dat betreft de onbezongen helden van de maatschappij: de zorgprofessionals. In een ieder van hen moet iets van een wereldverbeteraar schuilen, of op zijn minst een barmhartige Samaritaan. Je moet een hart van goud hebben, wil je bereid zijn je neus in de sores van een ander te steken. En dat vaak voor een minimale vergoeding. Je zou het bijna onbaatzuchtig noemen.

THIJS TUYNMAN: ROMANTICUS, SCHRIJVER, JOURNALIST EN VOLTIJD LORD OF THE RINGS FAN. SCHRIJFT SPORADISCH COLUMNS VOOR DE INTENS. LEEFT MET HET MOTTO: ‘ ALS IK NIKS DOE, DOE IK OOK NIKS FOUT’. HEEFT ‘ THE GRUDGE’ ALS GROOTSTE KINDERTRAUMA.

W

ant voor het geld hoef je het namelijk niet te doen. Binnen de zorgsector ga je niet aan het werk als je wilt sparen voor de nieuwste Mercedes S Klasse met lederen bekleding. Een zorgwerker die ik sprak noemde het zelfs ‘net vrijwilligers werk, ik krijg genoeg om te eten, drinken en weer naar werk te komen’. De motivatie om binnen deze sector aan de slag te gaan is dan vaak ook een stuk nobeler. Ik vind het bewonderenswaardig. Maar het gebrek aan een degelijke vergoeding is niet in de eerste plaats de reden voor mijn lofzang. Ik moet nu een beetje op mijn woorden passen, maar ik ga

het toch proberen te omschrijven. Mijn bewondering komt voort uit het feit dat ze niet bang zijn hun handen vies te maken met de ‘shit’ van een ander. Dat bedoel ik niet letterlijk (hoewel dat vast wel eens van toepassing zal zijn). Maar ik doel meer op het feit dat deze mensen bereid zijn hun wereld open te zetten voor leed dat niet van hen is. Een principe wat in mijn ogen niet genoeg op waarde wordt geschat. Want wat dat betreft is het geluk daadwerkelijk van de domme. Wie wil zijn gelukkige wereld overschaduwen met de barre werkelijkheid van een ander? Dat alles om die gene te helpen. Misschien is het wel egocentrisch, maar ik weet dat ik het niet zou kunnen. Sterker nog, ik zou het vooral niet willen. Des te meer mogen we blij zijn dat er nog mensen zijn die dat wel doen. We mogen als Nederlands in onze handjes knijpen dat er in zo’m individualistische maatschappij nog mensen zijn die willen opstaan voor een ander. Want het lijkt zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Een les die pakweg drie weken geleden heb geleerd. Ik moest in het kader van een stage een week meelopen in een inloophuis. Iets wat in principe geen zware kost lijkt. Toch was de evaring voor mij als ‘zorg-leek’ niet minder indrukwekkend. Niet dat ik om de oren werd gegooid met constante verdriet en wanhoop, maar een ieder die ik sprak had wel een verhaal dat me raakte. Voor een knulletje van 23 dat in zijn bescheiden leven heeft ge-

noten van zijn eigen beschermde wereldje, was het even acclimatiseren. In mijn wereld vol gelijkgestemden, toekomstdromen en passies heb ik geen ruimte ingebouwd voor ‘the downside of life’. De ervaring was dat betreft leerzaam.

“WIE WIL ZIJN GELUKKIGE WERELD OVERSCHADUWEN MET DE BARRE WERKELIJKHEID VAN EEN ANDER?” Het besef dat er mensen met olifantenhuid nodig zijn om in dit werkveld te functioneren. Het deed me realiseren dat de zorg niet een vanzelfsprekendheid is, maar valt en staat bij de barmhartigheid van de medemens. In conclusie vind ik dat we wat dat betreft wat vaker stil mogen staan bij het werk van deze men sen. De zorg is namelijk opgebouwd uit mensen van vlees en bloed. Wie een beroep doet op de zorg moet zich realiseren dat hij geen beroep doet op dit abstracte apparaat, maar op een organisatie opgebouwd uit mensen. ‘Gewone’ mensen van vlees en bloed. Dus wat dat betreft aan iedereen die bewapend met een clipoard, stethoscoop, witte jas en een goed hart elke dag weer aan het werk gaat: chapeau!

INTENS | 27


‘IK HEB EEN KLEIN PROBLEEM’ BEKENDE EEN CLIËNT MET 400.000 EURO SCHULD Op de bovenverdieping van inloophuis Waterwijk in Lelystad bevinden zich de kantoren van de IDO Schuldhulpverlening. Tijdens de inloopspreekuren kan men hier terecht met allerlei vragen over financiën: van schulden tot een verwarrende belastingaangifte. Coach Schuldhulpverlening Marjam Veerman beschrijft haar ervaringen: “Soms kom je wel heftige situaties tegen, bijvoorbeeld wanneer kinderen uit huis geplaatst moeten worden.” DOOR LAURA DE FLUITER

‘M

ensen met problematische schulden kunnen zij zich melden bij ons inloopspreekuur. Een schuld is problematisch wanneer de cliënt aangeeft dat het een probleem is, het zit dus niet vast op een bepaald bedrag. Iemand kan hele grote problemen hebben met 5000 euro schuld, en iemand anders begint pas te piepen bij 200.000 euro schuld. We kunnen alleen helpen als de cliënt zelf aangeeft dat hij hulp nodig heeft, en deze hulp ook daadwerkelijk accepteert. Dit is soms een probleem: mensen zitten hier vrijwillig, dus we kunnen niks afdwingen. In de gemeente wonen mensen die wij ‘zorgwekkende hulpvermijders’ noemen. Dit betekent dat ze de aangeboden hulp niet accepteren, vaak omdat ze in het verleden slechte ervaringen met hulpverlening opgedaan hebben. Soms maak je best wel heftige dingen mee, zeker als er kinderen uit huis geplaatst moeten worden of wanneer iemand uit huis gezet wordt. Daarom werken we zowel bij het inloopspreekuur als bij de trajectbegeleiding in tweetallen, zodat je altijd bij een collega even stoom kan afblazen. Zelf maak ik hier ook gebruik van: ik praat vaak met Yvonne, mijn collega. Dan vertel ik haar ‘dit komt wel even heel dichtbij, nu word ik zelf geraakt.’

28 | INTENS

Dan moet ik ook even mijn ei kwijt. De vrijwilligers doen dit vaak onderling, in de tweetallen waarin ze werken, maar ze kunnen er ook met mij over praten. Soms kom je gewoon hele heftige situaties tegen: bijvoorbeeld wanneer je iets moet regelen voor de drie kinderen van iemand die chronisch ziek is. Dan is het heel begrijpelijk dat een vrijwilliger hier met mij over wil praten, maar dan moet ik vervolgens weer naar Yvonne om er zelf over te praten! Thuis kan ik goed over mijn werk praten, ik denk dat dat ook scheelt. Zowel mijn man als kinderen zijn erg geïnteresseerd in wat ik hier doe, en dat geeft mij de mogelijkheid om erover te praten. Vooral omdat zij niet echt in dezelfde situatie zitten, hebben zij soms gedachten of ideeën over mijn werk die mij weer verder helpen. En in ieder geval brengen ze altijd het geduld op om naar me te luisteren. Wanneer bekend is dat een gezin uit huis gezet gaat worden en we weten dat er kinderen bij betrokken zijn, dan wordt bureau Jeugdzorg ook ingeschakeld. Bureau Jeugdzorg wordt niet alleen bij uithuiszettingen ingeschakeld: het kan ook gewoon niet goed gaan met de kinderen. Een verslaafde moeder kan minder aandacht aan haar kinderen besteden dan wenselijk is, en dan worden er ook maatregelen genomen.

Over Marjam: Marjam Veerman is Coach Schuldhulpverlening, wat inhoudt dat ze de vrijwilligers en de stagiaires begeleidt. Marjam had van oorsprong een administratiekantoor, maar is ongeveer 10 jaar geleden bij de Schuldhulpverlening begonnen. Ze vulde hier toen twee uur in de week belastingaangiftes in, omdat ze wist dat mensen die haar het hardst nodig hadden, haar niet konden betalen. Na een herscholing tot maatschappelijk werker kon ze aan de slag als Coach Schuldhulpverlening. Toen ik hier net werkte, was er sprake van een kindje dat uit huis geplaatst werd vanwege de alcoholverslaving van de moeder. Toen dacht ik nog ‘dat snap ik niet, want ik ben ook moeder. Voordat ze bij mij mijn kinderen uit huis zetten, dat gebeurt gewoon niet.’ Dus zei ik tegen een collega: ‘Dat kan ik echt niet begrijpen. Als je nou weet dat je kind uit huis geplaatst gaat worden als jij niet stopt met die verslaving, dan stop je toch gewoon?!’ Ze zei tegen mij ‘Nu moet je even wakker worden, want je stopt niet zomaar met een verslaving. Het is een ziekte, die alles wegvreet wat je dierbaar is.’ Veel mensen hebben een vertekend beeld van schulden en verslavingen, omdat


BEELD: LAURA FLUITER je er niet altijd mee geconfronteerd wordt. Er zijn ook vrijwilligers die hier binnenkomen met het idee ‘eigen schuld, dikke bult, moet je maar niet zoveel uitgeven’. Maar dat heb je niet altijd zelf in de hand. Voordat ik hier werkte dacht ik er zelf ook niet zo heel erg over na. ‘Ja, er zijn mensen met schulden, maar ja’, denk je dan. Door het werk hier zie je ook nuancering: het zit mensen niet altijd mee. Neem de volgende situatie als voorbeeld: er kwam hier ook eens een man, die een eigen huis had, een vrouw en 3 kinderen. Op een avond kwam hij thuis en zijn vrouw was weg: ze had een briefje op de schoorsteenmantel achtergelaten waarin stond dat ze het niet meer zag zitten. Natuurlijk heeft hij geprobeerd om te redden wat er te redden viel, dus stuurde hij de kinderen ‘s ochtends naar de buurvrouw en ging hij naar zijn werk. Maar al na een aantal dagen gaf de buurvrouw aan dat hij wat anders moest bedenken, omdat ze dit niet kon blijven doen. Dus gingen de kinderen naar het kinderdagverblijf, maar bijvoorbeeld als ze ziek zijn moet je ze weer ophalen. Hij werkt in de bouw, dus je kan niet zomaar je kraan uitlopen en zeggen ‘nou ik ga ervandoor, ik moet mijn kinderen ophalen’.

Dit zorgde voor enorm veel stress, en onder invloed hiervan heeft hij op een gegeven moment een collega geslagen, waardoor hij in de gevangenis terechtkwam. Zijn kinderen werden uit huis geplaatst, zijn inkomen werd stopgezet en de koopwoning moest verkocht worden. Binnen een jaar was hij gedetineerd en zijn huis, baan en kinderen kwijt. Mensen hebben dus niet altijd invloed op hun situatie. Natuurlijk wordt er bij een schuld altijd meer uitgegeven dan er in komt, anders bestaat de schuld niet, maar het is te kort door de bocht om te zeggen dat ze dit enkel aan zichzelf te danken hebben.

‘OOK DE BELEVING VAN SCHULD SPEELT EEN ROL’ De allerhoogste schuld die ik hier ben tegengekomen is vier ton. Diegene zei toen: ‘ik heb een klein probleem’, dat vond ik wel frappant. Andere mensen komen huilend binnen, zijn helemaal overstuur en zien het hele leven niet meer zitten bij een schuld van vierduizend euro. Voor iemand met bijstand, die niet veel mogelijkheid heeft om af te lossen, is dat natuurlijk een

levensgroot probleem. Net zoals de persoonlijke situatie van invloed is, speelt de beleving van de schuld ook een rol. Marjam ziet zich in de toekomst nog steeds bij de Schuldhulpverlening werken: “Het is zo boeiend en zo veelzijdig, je krijgt met zoveel verschillende dingen te maken en zoveel competenties van mij kunnen hier aan bod komen. Ik heb me nog nooit verveeld. Er gebeurt heel veel, en je hebt met veel andere instanties te maken, dus er is altijd wel wat. Ik zie me hier wel oud worden.”

Doelgroep van de Schuldhulpverlening: De IDO (Interkerkelijk Diaconaal Overleg) Schuldhulpverlening richt zich op mensen met een verslaving of mensen met psychosociale problemen. Vaak gaat het om een combinatie van deze twee omdat ze elkaar wederzijds beïnvloeden. Voor reguliere schuldhulpverlening kan men terecht bij de Maatschappelijk Werk -en Dienstverlening Flevoland, die door de gemeente aangesteld is als gemeentelijke schuldhulpverlener.

INTENS | 29


‘IK WIL UITEINDELIJK GEWOON WEER OP MEZELF WONEN’

E

en gezellige omgeving waar je altijd om hulp kan vragen wanneer nodig. Maar waar je toch alle vrijheid hebt die je wilt. Voor Gerben (25) is de JP van den Bent stichting een belangrijke plek. Hij heeft PDD-NOS, en na een zware periode waarin hij op zichzelf heeft gewoond, is hij blij met de structuur die hij bij de stichting weer ontvangt. Gerben heeft al 5 jaar bij de JP van den Bent stichting gewoond, en na zijn tussenperiode zit hij hier nu alweer iets meer dan een jaar. Door in deze stichting te wonen merkt hij dat hij sterker en een stuk zelfstandiger wordt. Op deze manier hoopt hij uiteindelijk ook weer zijn eigen plek te vinden. DOOR: ANOUK WILTINK “Ik heb natuurlijk al een hele tijd in deze stichting gewoond, maar op een gegeven moment had ik het gevoel dat het tijd was om op mijzelf te gaan wonen. Toen ik mijn eigen huisje had dacht ik dus ook echt dat dit een goed idee was, maar dat bleek toch niet helemaal het geval. Eigenlijk was het vooral een kwestie van slechte timing. In deze periode overleed mijn vader vrij plotseling en kwam ik in een zware dip terecht. Zo verzorgde ik mijzelf niet meer, at ik bijna niks en woog ik op een gegeven moment nog maar 50 kilo. Ik had ook geen werk meer, ik had gewoon niks om handen. Eerlijk gezegd had ik op dat moment geen zin meer om te leven. Ik was gewoon ineens alles kwijt, en alles om mij heen in dat huis deed mij aan mijn vader denken.

30 | INTENS

deed mij aan mijn vader denken. Zo werd ik bijvoorbeeld al gek wanneer ik naar de muren keek, want die had ik samen met mijn vader geschilderd.

daar werd ik echt buitengesloten. Ik denk dat ik dat als geen ander ontzettend moeilijk vind, gelukkig is dat nu absoluut niet meer het geval.

Dit is voor mij absoluut een zware periode geweest. Ik kreeg op een gegeven moment ruzie met mijn buren, en ik was bang dat niemand me aardig vond die om mij heen woonde. Dit leidde ertoe dat ik 24 uur per dag binnen zat, en daar had ik helemaal niks te doen. Dus zat ik tot diep in de nacht te gamen, mijn hele ritme was in de war. Ik denk dat je dat gamen zelfs wel kan bestempelen met het woord ‘verslaving’.

Ook hier in de stichting vind ik het ontzettend fijn, ik vind de begeleiding hier heel prettig, ze houden je echt in de gaten, maar ze hijgen je niet in de nek.

Dit was voor mij het moment waarop ik tegen mezelf zei: ‘ik moet hier weg’. Gelukkig kreeg ik toen al snel hulp van buitenaf. Er kwam een jobcoach die samen met mij ging zoeken naar een baan, zodat ik in ieder geval niet meer de hele dag thuis zat. Vrij snel daarna kon ik ook weer terecht bij JP van den Bent, en toen ging alles meteen een stuk beter.

‘DIT WAS HET MOMENT WAAR OP IK ZEI: IK MOET HIER WEG’ De baan die ik nu heb is ontzettend leuk, hier ben ik echt op mijn plek. Het belangrijkste vind ik dat ik hier behandeld wordt als een gewoon persoon, en niet als iemand met een beperking. Dat was bij mijn vorige baan wel zo,

Wat is PDD-NOS? PDD-NOS is de afkorting van Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified. Deze term wordt gebruikt voor mensen met sociale en communicatieve problemen, zoals dat ook te zien is bij autisme. Toch is deze beperking geen autisme te noemen, omdat het onvoldoende kenmerken bevat om deze term te mogen hebben. Pervasief betekent (in het Latijn) doordringen. Deze beperking dringt door in verschillende ontwikkelingsgebieden. Dat kan de taalontwikkeling zijn, de motorsiche ontwikkeling of het reageren op interne en externe prikkels, maar vooral het vermogen zich op anderen te richten en het eigen gedrag in sociale situaties te besturen. Ik kan altijd om hulp vragen, bijvoorbeeld met koken. Door de begeleiding eet ik nu ook een stuk gezonder, als ik dat allemaal zelf moet doen eet ik straks weer helemaal niks. We worden ook geholpen met het schoon houden van onze appartementen. Niet dat ik dat niet goed kan, ik kan het juist heel goed zelf, maar het is gewoon


Al met al vind ik het hier ontzettend fijn. Toch wil ik uiteindelijk wel weer op mijzelf wonen, wanneer ik er echt klaar voor ben. Eerst moet ik hier mijn ritmegevoel weer opbouwen, en tot nu toe gaat het de goede kant op. Ik weet zeker dat ik nu al een stuk sterker in mijn schoenen sta dan een jaar geleden, dus het kan alleen maar beter worden. Toch zit ik hier voorlopig nog wel prima, en ik ben nog niet van plan om weer weg te gaan.” Wat doet de JP van den Bent Stichting?

BEELD: JP VAN DEN BENT een beetje veel wat ik moet doen op één dag, dus dan helpen ze mij hier een handje. Daar maak ik geen misbruik van hoor, ik weet dat ik zelf ook moet helpen. Ik heb gewoon een beetje structuur nodig, anders vergeet ik het. Wat dat betreft is dit voor mij de perfecte plek. Ik heb niet zo heel veel vrienden hier in de buurt. Daarom heb ik me nu aangemeld voor een maa tjes project, zodat ik nieuwe vrienden kan maken, daar kan ik dan gezellig leuke dingen mee doen. Door mijn PDD-NOS kan ik niet zo gemakkelijk sociale contacten leggen,

‘IK WEET ZEKER DAT IK EEN STUK STERKER IN MIJN SCHOENEN STA’ en daar kan het maatjes project mooi bij helpen. Helaas is er vaak meer vraag naar een maatje dan dat er aanbod is, dus hopelijk vind ik snel iemand om vrienden mee te worden. Maar ik ben hier gelukkig niet helemaal alleen, zo gaan we wel eens leuke dingen doen met de bewoners hier, bijvoorbeeld voetbal kijken met z’n allen.

De JP van den Bent stichting is opgezet voor mensen met een verstandelijke beperking. De meeste cliënten hebben een licht verstandelijke beperking en bijkomende problematiek. Deze beperkingen zijn vrij uiteenlopend, bijvoorbeeld autisme, borderline, eetverslavingen of drugsverslavingen. In deze stichting kun je een eigen appartement krijgen, waar je 24-uurs begeleiding ontvangt. Je wordt alleen toegelaten wanneer je een dagbesteding of een baan hebt. Daarnaast is het niet de bedoeling dat de cliënten voor de rest van hun leven bij de JP blijven, het uiteindelijke doel is een zelfstandige woning. JP van den Bent is een is een leerbedrijf, wat inhoud dat er elk jaar zeven stagiaires elk met hun eigen begeleider meelopen en uiteindelijk zelf de rondes lopen. Elke dag wordt er besproken hoe de stagiaires het gedaan hebben en wat de verbeterpunten zijn. Velen van hen hebben dan ook een toekomst in deze stichting, en het is niet zeldzaam dat ze er uiteindelijk een vaste functie krijgen.

INTENS | 31


BEELD: HELPPORTRET APELDOORN

‘IK VIND HET HERSTELWERELDJE VEEL INTERESSANTER’

32 | INTENS


Voor Edgar de Haan (26) wordt de omgang met drugs al op een jonge leeftijd problematisch. Aan het einde van eerste klas van de havo begint hij met roken, drinken en blowen. In de tweede krijgt hij oudere vrienden die ook andere drugs gebruiken en loopt het uit de hand. Hierdoor komt hij al snel in aanraking met verslavingszorg. Soms lijkt het na een behandeling even goed te gaan, maar vaak gaat het al snel weer mis. Hij komt zelfs een tijd op straat terecht. Inmiddels heeft hij het roer volledig omgegooid en wil hij naast timmeren aan zijn eigen herstel, zich ook inzetten voor het herstel van anderen. DOOR JASMIJN MOOIWEER

‘I

k ben altijd al wel verkeerd omgegaan met middelen. Mijn broer en zus zijn zes en zeven jaar ouder dan ik en die begonnen op hun veertiende met blowen. Ik heb altijd gedacht dat het er gewoon een beetje bij hoorde. Dus toen ik in de eerste klas overal mee begon leek het allemaal nog geen probleem. In de tweede kwam ik in een compleet nieuwe klas en ik was daar best wel onzeker. Blowen hielp daarbij. Hierdoor ging het direct al hard en binnen twee maanden blowde ik dagelijks. Mijn broer deed dat ook dus ik dacht nog steeds dat het geen probleem was. Mijn ouders zagen in die tijd al wel dat het de verkeerde kant op ging. We kwamen in een patroon waarin we eens in de zoveel tijd een stevig gesprek hadden over mijn gedrag. Na die gesprekken deed ik dan weer even mijn best, blowde bijvoorbeeld even niet meer in mijn kamer, maar ging het daarna weer als vanouds.

Door mijn drugsgebruik ben ik blijven zitten in de derde klas van de havo, daarna nog een keer. Toen besloot ik een mbo opleiding te gaan doen. Ook dit werkte niet en dus werd het fulltime werken. Ergens wist ik toen al wel dat mijn gebruik me echt beperkte, maar dit praatte ik nog goed. Ik dacht dat school gewoon niet bij me paste en werken beter zou gaan. De eerste keer dat ik zelf door begon te krijgen dat ik een probleem had was toen ik werkte bij een callcenter. Ik was zeventien en vond het het vervelendste werk dat er is. Je moet daar de hele dag mensen overtuigen om dingen te kopen en dat kon ik helemaal niet nuchter. Dus ik nam vaak een flesje wodka mee en dan kon ik het wel. Dat ging natuurlijk niet lang goed en als snel kwam de baas naar me toe en confronteerde mij met het feit dat ik naar drank stonk. Op dat moment schrok ik voor het eerst echt. In behandeling Toen ik achttien was zocht ik dan ook voor het eerst zelf hulp. Ik begon echt last te krijgen van mijn drinkgedrag. Als ik vrij was begon ik er ‘s ochtends al mee. Toen ik een afspraak had bij Tactus en vertelde hoeveel ik dronk zeiden ze dat ze me direct wilden laten opnemen. Ik ben gelijk de deur uitgelopen. Hierna bleef ik een beetje aanmodderen tot ik op mijn twintigste dan toch echt in behandeling ging. Ik had mijn havo nog gehaald op het volwassenenonderwijs, maar nu moesten school en werk op pauze. Na een tijd samen te hebben gewoond met mijn vriendin ging ik weer bij mijn moeder wonen. Daar kreeg ik intensieve ambulante hulpverlening en ik ging veel naar meetings. Na de ambulante hulpverlening was ik een half jaar clean. Toch kwam later weer de gedachte dat een drankje toch moest kunnen. Natuurlijk werkte

dat niet en begon ik weer te gebruiken. Mijn vriendin zei dat ze bij me weg zou gaan als ik niet zou stoppen met gebruiken, en dat deed zij ook. Mijn relatie van zes jaar was nu voorbij en toen gingen echt alle trossen los. Ik kon helemaal niet omgaan met liefdesverdriet.

Ik kwam toen in de feestmodus en ging alleen nog maar uit. Veel drinken en gebruiken hoorden daar bij. In die periode kwam ik in aanraking met crack cocaïne, base coke. Eenmaal in dat wereldje kwam ik ook in aanraking met de rookbare variant heroïne. Ik zat zo vast in die destructieve fase dat ik op een dag zei ‘doe ook maar een bolletje bruin’. Ik kan me het moment nog goed herinneren. Ik zat alleen op mijn kamer en vond het nog wel spannend. Dit was het enige dat ik nog nooit had uitgeprobeerd. Je hebt er een bepaald idee bij van films, maar zo lekker of heftig was het helemaal niet. Vanuit die ervaring kreeg ik de geniale gedachte dat ik er wel mee om zou kunnen gaan. Ook leek het de perfecte oplossing voor mijn liefdesverdriet. Zo voelde ik niks meer, ik werd er blanco van in mijn hoofd. Van Schotland tot de straat Na een tijd kwam ik weer bij mijn moeder te wonen. Ik had mezelf diep in de schulden gewerkt en was mijn huis uitgezet. De schuld hiervan schoof ik af op andere dingen, maar al snel begonnen mijn ouders thuis stukjes aluminiumfolie te vinden en kwam mijn gebruik aan het licht. Samen besloten we toen dat ik in behandeling zou gaan bij Castle Craig in Schotland. Hier heb ik een lichamelijke afkick gehad zoals je ze kent uit de films. Rillen, zweten en wakker liggen. Ik heb ongeveer zeventien nachten geen oog dicht gedaan. >>

INTENS | 33


>> Ik leerde een meisje kennen in Schotland en hoewel relaties tussen cliënten streng worden afgeraden dacht ik dat het wel kon. De laatste zes weken van mijn behandeling was ik alleen nog maar met haar bezig. Zij was echter snel op mij uitgekeken en ging ervandoor met mijn beste maatje uit de kliniek.

‘ACHTERAF ZIE IK DE OPBOUW NAAR MIJN TERUGVAL NA SCHOTLAND VEEL BETER, MAAR TOEN LEEK HET ALSOF TIJDENS HET BOODSCHAPPEN DOEN ER OPEENS BIER IN MIJN MANDJE ZAT. EEN HALFUURTJE LATER HAD IK ALWEER ZIN IN COKE’ Na mijn behandeling in Schotland kwam ik in Amsterdam in een Safe House te zitten. Daar ging het al snel weer mis. Ik had één meeting per dag en ging naar de sportschool en dat was het dan. Ook het meisje met wie ik een korte relatie had gehad in Schotland zat hier. Dat was dus nogal confronterend. Achteraf zie ik de opbouw naar mijn terugval na Schotland veel beter, maar toen

34 | INTENS

leek het alsof tijdens het boodschappen doen er opeens bier in mijn mandje zat. Een halfuurtje later had ik alweer zin in coke. Een medewerker van het Safe House zag mijn ogen en wisten gelijk wat er aan de hand was. Ik werd weggestuurd. Tegen mijn ouders vertelde ik dat ik door problemen met mijn indicatie weg moest bij het Safe House. Ik ging weer bij mijn moeder wonen en daar ging het gebruik gewoon door. Toen dit uitkwam heb ik wat spullen bij elkaar gepakt en ben ik in paniek weggelopen. Ik kon het niet nog een keer aan en zo begon mijn periode op straat. Ik had geen flauw idee waar ik mee bezig was of wat het inhield om dakloos te zijn. Daar kwam ik snel achter. De eerste twee weken heb ik doorgebracht op

Utrecht Centraal. Inmiddels hadden mijn ouders en vrienden mij opgegeven als vermist. Na tweeënhalve week op straat kwam ik in aanraking met politie omdat ik rondhing op de scene. Toen de politie zag dat ik als vermist was opgegeven moest ik naar huis bellen om te zeggen dat ik nog leefde. Ik weet niet meer wat ik heb gezegd toen. Het enige wat ik weet is dat ik mijn moeder nog nooit zo heb horen huilen. Zelfs op straat vind je op een gegeven moment je draai, het is een wereldje op zich. Ik had gehoord dat je bij iemand van de kerk aan de deur dekens kon krijgen. Bij de Esso heb je van die boedelbakken van Pak ‘n’ Bak, daar zit zijl omheen dus het is een soort van tent, daar heb ik twee maanden in geslapen. Lichame-


‘TOCH BEN IK ALTIJD WEL TERUGHOUDEND MET ZEGGEN DAT HET WEER HELEMAAL GOED GAAT. DAAR HEB IK ME EERDER IN VERGIST, TERUGVALLEN KAN ALTIJD’ lijk was ik afgetakeld, ik woog nog maar 68 kilo en mijn voeten deden ontzettend pijn van het eindeloze lopen, ‘trench feet’ noemen ze dat. Iedere dag stond in het teken van dope scoren, ik gebruikte om niet na te hoeven denken over hoe het nou allemaal verder moest. Dit was echt de donkerste tijd uit mijn leven. Na een aantal maanden op straat kwam ik tot een punt waarop ik dacht: ‘Als ik nu dood ga dan is het wel goed’. Ik kwam drie maanden vast te zitten. In de gevangenis kwam voor mij na een tijd de omslag. Ik wilde van de methadon en alle andere medicatie af. Opnieuw had ik een heftige lichamelijke ontwenning, maar dit keer had ik het uit eigen initiatief en op eigen kracht gedaan. Dat heeft voor mij denk ik het verschil gemaakt. Vanaf nu wou ik alles zelf doen. Ik ging in behandeling bij Caesarea De Wending. Als ik het niet nog een keer zou proberen wist ik dat mijn herstel uitzichtloos zou worden. Bij De Wending doorliep ik voor het

eerst het echte twaalf stappen programma, dit heeft mij ontzettend veel geleerd over mezelf en mijn verslaving. Inmiddels ben ik doorgestroomd naar de WWT afdeling (Woon en- werktraining) en gaat het beter met me dan ooit. Herstel ,,Wat betreft mijn herstelproces sta ik nog steeds in de kinderschoenen, maar dat maakt niet uit. Ik voel dat het nu wel de goeie richting op gaat. Ik vind het herstelwereldje inmiddels veel interessanter. Toch ben ik altijd wel terughoudend met zeggen dat het weer helemaal goed gaat. Daar heb ik me eerder in vergist, terugvallen kan altijd. Op een gegeven moment heb ik het allemaal gewoon geaccepteerd. Ik sprak met mezelf af dat ik alles zou doen wat me werd aangeraden en zou accepteren dat anderen het soms beter weten. Ik dacht: ‘als deze behandeling voor al die mensen werkt, kom

maar op dan’. Als je jezelf steeds maar blijf afzetten tegen allerlei dingen dan landt het gewoon niet. Het is heel mooi om die omslag bij anderen te zien. Bij sommige mensen duurt dat ontzettend lang, of komt het niet. Het is nooit echt te laat voor herstel, maar het wordt wel steeds een langere weg terug. Ik denk dat het voor de toekomst belangrijk is dat ik doorga waar ik mee bezig ben. Als ik hier zelf uit kom dan wil ik andere mensen helpen om hetzelfde te doen. Hoewel ik soms ook denk dat ik hierna nooit meer iets met de hele verslavingswereld te maken wil hebben, maar zo werkt het gewoon niet. Het is twaalf jaar van mijn leven en maakt deel van me uit. Op deze manier kan ik betekenis geven aan die weggegooide jaren. Ik ga in september dan ook Maatschappelijk Werk en Dienstverlening studeren op Windesheim om van mijn verleden een kracht te maken voor de toekomst.‘’ BEELD: JASMIJN MOOIWEER

De twaalf stappen in vogelvlucht Stap 1 - Erken je verslaving en de gevolgen Stap 2 - Geef toe dat je hulp nodig hebt Stap 3 - Aanvaard de hulp Stap 4 - Maak de balans op van je leven Stap 5 - Ga aan de slag. Allereerst door je uit te spreken naar een vertrouwenspersoon Stap 6 - Onderzoek je zwakheden en tekortkomingen Stap 7 - Uit je bereidheid om te werken aan je gedrag Stap 8 - Ga na wie je schade hebt berokkend Stap 9 - Maak het goed met deze mensen Stap 10 - Hou door zelfonderzoek voortdurend een vinger aan de pols Stap 11 - Creëer stilte in je leven door gebed of meditatie Stap 12 - Geef je ervaringen door aan lotgenoten INTENS | 35



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.