sensum januari 2015 | Jaargang 1
ACHTERGROND
DE BELEVING VAN HET GELOOF VERANDERT
INTERVIEW DE ISLAM IN STRIJD MET ISIS
INTERVIEW DE STRIJD TEGEN HET STEREOTYPE VAN TRAM 13
INHOUD
ONDERNEMERSCHAP ZIT HEM IN ZIJN BLOED
KOPER LANDGOED MORREN STAAT VOOR FLINKE KLUS ACHTERGROND / 8
INTERVIEW / 4
DE STRIJD TEGEN HET STEREOTYPE VAN TRAM 13 INTERVIEW / 16
IN BEELD FOTOREEKS / 20
“TOEN IK MIJN HOOFDDOEK VOOR HET EERST DROEG, KON IK EINDELIJK WIE IK WILDE ZIJN”
DE BELEVING VAN HET GELOOF VERANDERT
DE ISLAM IN STRIJD MET ISIS
“MIJN GELOOF IS MIJN DRIJFVEER GEWORDEN”
ACHTERGROND / 14
INTERVIEW / 10
INTERVIEW / 30
INTERVIEW / 24
OVERIG INSTAGRAM #ETHIEK / 34
COLOFON / 35
4
ONDERNEMERSCHAP ZIT HEM IN HET BLOED DOOR: JARI WESSELINK
De meeste 18-jarige jongens zitten op school, hebben een bijbaantje en weten nog niet echt wat ze willen in de toekomst. Er zijn ook uitzonderingen. Martijn Lescher uit het Twentse gehucht Langeveen gaat weliswaar nog naar school, maar is ook al anderhalf jaar zelfstandig ondernemer. Een portret van een zelfverzekerde jongen die weet wat hij wil en dat nu al tot uiting brengt.
Het is augustus 2013: Martijn is officieel
ijsverkoper. ‘Leschers IJsverkoop’ is zojuist ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en het échte ondernemen begint. Samen met zijn vader heeft hij een hele periode gesleuteld aan een eigen ijscokar. Een simpele tweedehands caravan is omgebouwd tot een opvallende ijscowagen. Opvallend, want van ver zie je de kar staan. De felle kleuren overheersen. Waarom begint een 18-jarige jongen een ijscokar? Het is een veelgestelde vraag aan Martijn. Hij heeft daar een simpele verklaring voor: “Omdat dit een kleine investering was en mijn oom is ooit zoiets gestart. Ik heb dit uitgebreid en er serieus werk van gemaakt. En nu kan ik er geld mee verdienen.” De oude caravan staat in het voorjaar en in de zomer iedere zondag bij ‘De Kroezeboom’ op de ‘Fleringer Es’, in het dorpje Fleringen. Het is één van de
oudste eikenbomen van Nederland en een trekpleister voor toeristen, met name als de zon schijnt en de temperatuur aangenaam is.
‘Respectloos’ Een jonge ondernemer die zijn vak vanaf het eerste moment serieus neemt. Dat zou louter positieve reacties op moeten leveren, zou je zeggen. Niets blijkt minder waar. In het voorjaar van 2014 komt er een man langs als Martijn op een willekeurige zondag ijs staat te verkopen in het gemoedelijke Fleringen. Hij is het niet eens met de locatie waar Martijn zijn geld verdient. De beste man uit zijn ongenoegen in de lokale krant TC Tubantia. In een ingezonden brief zegt hij het volgende: “Van verre ontwaar je dan dat daar een raar vehikel gestationeerd staat. Een Pipo de Clown-wagen? Dichterbij
gekomen, zie je een verschrikkelijke gewaarwording: een opzichtig, felgekleurde ijscowagen met aanverwante artikelen, de koeling aangedreven door een brullende generator! Een zeldzame heiligschennis op deze respectvolle en gewijde plek: een eeuwenoude boom.”
In de brief geeft hij de Gemeente Tubbergen er genadeloos hard van langs en eist hij dat de gemeente de vergunning van Martijn intrekt. Het was even schrikken voor Martijn. “Het was raar toen die man langs kwam, want dat verwacht je niet. Hij was het niet eens met mijn werkzaamheden die ik daar uitvoer. Als het dan ook nog de krant haalt, dan is dat toch even apart.” Toch heeft hij maling aan de criticaster. “Ik vind het respectloos wat hij doet, maar ik besteed er verder geen aandacht aan. Ik ga gewoon door met ijsverkopen!”
>>
Sensum januari 2015 | 5
>> De kritiek weegt voor hem ook niet op tegen de positieve reacties die hij regelmatig in ontvangst neemt. “Ik merk dat veel mensen het mij gunnen. De meeste mensen in Langeveen en omstreken vinden het mooi wat ik doe.” Hij merkt dat wanneer hij bijvoorbeeld zijn wagen moet repareren. “Dan krijg ik dat gesponsord.’’
“Ik merk dat veel mensen het mij gunnen”
2014 is het jaar van de grote doorbraak van ‘Leschers IJsverkoop’ én voor Martijn als zelfstandig ondernemer. Het is voor een ijsverkoper van belang dat er zonnig weer is en ook wat dat betreft is 2014 een succesvol jaar. “Ik heb geluk gehad met een écht goede lente, waarin het gunstig weer was. Dat was de beste start die ik kon wensen in 2014. Ik moet het voornamelijk hebben van toeristen en fietsers die langs ‘De Kroezeboom’ komen. Dus ik verkoop meer ijs bij twintig graden dan bij dertig graden. In de zomer verkoop ik minder, maar ook in de zomer is goed verkocht”, aldus de tevreden ijscoverkoper. Martijn verkoopt niet alleen ijs op zondag van elf uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds. Mensen trommelen hem regelmatig op voor feesten, evenementen en personeelsfeesten. Steeds meer mensen en
groepen kennen de Langeveense ondernemer en zien de meerwaarde van zijn ijscokar. “Op personeelsfeesten maak ik dan bijvoorbeeld twee schepijsjes voor elk persoon, zo moet je het zien.” Naast schepijs heeft hij ook verpakt ijs in zijn assortiment. Het meeste geld haalt Martijn uit het voorjaar, maar ook het werk buiten het hoogseizoen om ziet de Tukker als een leuke bijkomstigheid. “Het is voor mij gewoon bijverdienen en ik vind het leuk om te doen. Ik werk ook nog wel voor een baas, dus het is niet zo dat ik afhankelijk ben van mijn inkomen uit ‘Leschers IJsverkoop’ gelukkig.” Ondernemen stroomt door zijn aderen. Wie denkt dat hij pas met ondernemen begonnen is sinds hij zijn eigen ijscowagen heeft, heeft het mis. Al ver voor die tijd leert hij de ‘kneepjes van het vak’. “Eigenlijk ben ik vanaf de middelbare school al bezig met handelen. Wel kleinschalig natuurlijk, maar uiteindelijk heb ik daar wel de nodige centen aan verdiend”, erkent Martijn.
Een tijd lang handelt hij in voetbalshirts. Hij kan daar goedkoop aan komen en verkoopt ze vervolgens ook relatief goedkoop. Een formule die goed werkt, omdat er veel belangstelling voor is in zijn omgeving. “Dat soort dingen heb ik veel gedaan. Dat was mooi om te doen. Nu richt ik me eigenlijk volledig op het ijsverkopen, wat ondernemen betreft.” Het is het bewijs dat het ondernemen door zijn aderen stroomt. Het ondernemen geeft hem een kick.
Martijn met zijn ijscokar op zijn vaste locatie in het voorjaar en in de zomer.
6 | Sensum januari 2015
Martijn met zijn ijscokar in de schuur bij zijn huis. De plek waar hij de oude caravan altijd opslaat.
“Ik denk niet dat ijsverkopen echt mijn toekomst is. Het zou eventueel wel kunnen, maar dan moet ik echt mijn brood ermee gaan verdienen” Eens een ondernemer, altijd een ondernemer Het begint dan ook bij Martijn te kriebelen om in het voorjaar weer wekelijks ijs te verkopen bij ‘De Kroezeboom’. “De vergunning heb ik weer geregeld met de gemeente. De gemeente vindt het goed wat ik doe en ze zien het als een goed initiatief. Het is mooi om te horen dat zij mij steunen.” Een nieuw jaar, nieuwe attributen, zal Martijn gedacht hebben. Hij heeft een nieuwe vriezer aangeschaft ter waarde van €5.000. Daar blijft het niet bij, want hij heeft zijn attributenlijst verder aangevuld. “Ik heb ook een nieuw karretje gekocht. Dat is altijd handig en dan hoef ik niet altijd met de grote caravan langs te komen. Daar heb ik zelf ook profijt van.” Zijn spullen bergt hij op in een grote schuur die naast zijn huis staat.
Investeren in de toekomst, op meerdere vlakken, dat doet Martijn. “Ik doe tegenwoordig ook aan sponsoring. Voorlopig alleen nog in mijn eigen dorp, dat wel. Ik heb een reclamebord bij mijn voetbalvereniging en ben sponsor van een carnavalsvereniging.” De jonge ondernemer werkt aan zijn toekomst en merkt dat steeds meer mensen op de hoogte zijn van zijn werkzaamheden. “Dat komt door bijvoorbeeld sponsoring en dat mensen over je gaan praten en dat is goed voor mij”, aldus de zelfverzekerde ondernemer.
Martijn is heel stellig over zijn toekomst: “Ik wil altijd ondernemer blijven!” Of dat met de ijscowagen is, betwijfelt de Tukker. “Ik denk niet dat ijsverkopen echt mijn toekomst is. Het zou eventueel wel kunnen, maar dan moet ik echt mijn brood ermee gaan verdienen. Voorlopig zie ik dat nog niet gebeuren.” Hij doet momenteel de opleiding Ondernemer Detailhandel, een mbo-opleiding die hij volgt op het ROC in Almelo. Het sluit aan bij zijn toekomstdroom, maar hij is van plan om door te leren. “Ik ga hierna denk ik een lerarenopleiding volgen. Er zijn namelijk weinig ondernemers die het puur doen om de papiertjes die zij hebben. Je kunt ondernemen naast andere werkzaamheden”, meent Martijn.
De toekomst zal uitwijzen wat er van deze ambitieuze jonge Langeveense ondernemer terecht gaat komen. Hij weet zelf wat hij wil en dat is al heel wat voor iemand van zijn leeftijd.
Sensum januari 2015 | 7
KOPER LANDGOED MORREN STAAT VOOR FLINKE KLUS DOOR: THOMAS MULDER
Het landhuis op Landgoed Morren in Oosterwolde staat te koop. Het verouderde rijksmonument moet zo’n 1.7 miljoen euro kosten. De nieuwe eigenaar heeft flink wat werk te verrichten. Eén veeg over de kozijnen en de verfschilvers blijven als een magneet aan je hand plakken. Een stuk rot hout blijft achter.
Op de lange oprijlaan van landgoed Morren laten buurtbewoners van Oosterwolde hun hond uit. Een ander gebruikt het als hardlooproute. Ook fietsers nemen de route over het landgoed graag mee op hun weg. Aan het eind van de oprijlaan doemt het verlaten landhuis op. Het ziet er spookachtig uit in deze tijd van het jaar. De tuin en de omringende sloot liggen vol met bladeren. De grauwe, grijze lucht laat het huis er somber uitzien. De ijzeren poort voor het landhuis is open. Iedereen kan een kijkje nemen.
8 | Sensum januari
Veel belangstellenden zullen dit ook niet nalaten. Het pas vernieuwde grindpad leid naar de deur. Er is geen bel te bekennen, wel prijkt er een smal groen bordje naast de deur waarop staat: ‘Rijksmonument’. Kloppen heeft geen zin. Niemand zal open doen. En zo gaat dat al jaren. De laatste bewoner van het landgoed, Jan Meffert overleed een paar jaar terug. Hij woonde de laatste jaren niet in het landhuis zelf, maar in het voormalig koetshuis er tegenover. Het koetshuis is ook een beschermd
rijksmonument en is onderdeel van het landgoed. Na het overlijden van Jan Meffert is het landgoed slecht tot niet onderhouden en flink achteruit gegaan.
Dorpsbelang Oosterwolde schreef eind 2013, begin 2014 een brief aan de gemeente of er niet iets gedaan kon worden aan het landgoed. De gemeente heeft toentertijd contact opgenomen met de familie Meffert. Harm Westerbroek, wethouder van de gemeente Oldebroek, bevestigt dat. “We hebben inderdaad contact gehad met die mensen. We hebben gevraagd wat de plannen waren en hebben toegezegd medewerking te verlenen aan een nieuw bestemmingsplan.” Hoe de familie daarop heeft gereageerd kan Westerbroek geen uitspraken over doen. “Het zit niet helemaal snor met de eigendomsverhoudingen en daar moeten we voorzichtig mee zijn.” In Oosterwolde is het een publiek geheim dat de gezusters Meffert onenigheid met elkaar hebben. Stichting Je Maintiendrai bevindt zich op het landgoed naast het landhuis Morren. Het is een zorgboerderij voor mensen met niet-aangeborenhersenletsel (NAH). Jan van Werven, voorzitter van de stichting Je Maintiendrai, heeft in 2014 in samenwerking met Dorpsbelang Oosterwolde het initiatief genomen om de tuin een opknapbeurt te geven. “We hebben in eerste instantie het gazon gemaaid en onkruid weggehaald, omdat het toch één van de pronkstukken van Oosterwolde is”, zegt Van Werven.
De tuin heeft dan een goede opknapbeurt gekregen, maar het huis staat er nog even verlaten bij. Wanneer je door de ramen naar binnen gluurt kun je een fles jenever zien staan. De glazen, bedolven onder het stof, staan keurig opgesteld. Alsof de vorige eigenaar plots in alle haast is vertrokken. Aan de buitenzijde van het
huis bladdert de verf langzaam af. Het uurwerk boven de voordeur loopt een uur achter.
Westerbroek, die in de gemeente Oldebroek het thema monumenten in zijn portefeuille draagt, kan niks forceren bij de eigenaren om iets aan het huis te laten doen. “We hebben als gemeente wel een taak om toe te zien op Rijksmonumenten, maar we hebben geen middelen om iets af te dwingen. Je kunt nu eenmaal niet bij particulieren afdwingen dat ze iets aan het onderhoud gaan doen. Het blijft een heel moeilijk verhaal.” Sebastiaan Levelt, advocaat bij Wieringa Advocaten te Amsterdam, stortte zich al eerder op onderhoudsplicht van monumenten. “Er is geen onderhoudsplicht voor monumentale panden. Tenzij het zodanig wordt verwaarloosd, dat regen of wind naar binnen kan komen bijvoorbeeld door een kapot dak. Of het gebouw staat echt op instorten, dan kan het college van B&W afdwingen dat er maatregelen worden genomen. Echter bij monumenten waar de kozijnen niet meer worden geschilderd, bestaat niet zonder meer een afdwingbare verplichting voor om dit te onderhouden.”
Volgens Levelt is de enige weg die het college van B&W zou kunnen kiezen die van een handhavingsbesluit op grond van het bouwbesluit. De staat van een pand moet in overeenstemming zijn met de eisen die het bouwbesluit stelt. “Dat geldt niet alleen voor monumenten, maar ook voor elke gebouw of woning in Nederland. Het is eigenlijk net als met monopoly, zoals iedereen dat wel kent: repareer uw huizen! Zo geldt dat ook voor monumenten.” Bij herhaling van de overtreding kan zelfs, sinds 1 januari 2015, een forse boete worden opgelegd.
De eigenaren van Landgoed Morren hebben dus geen onderhoudsplicht in dit geval. Dat er enige onenigheid is over de eigendomsverhoudingen werkt ook niet mee. In 2010 richtte Caroline Meffert, erfgenaam van Jan Meffert, de Stichting Landgoed Morren op, blijkt uit gegevens van de Kamer van Koophandel. Ook al is de informatie tegenwoordig nog op te vragen bij de KvK, volgens Van Werven is de Stichting Landgoed Morren opgeheven. “Toen de stichting is opgeheven zou het Landgoed Morren naar de provincie Gelderland gaan, maar zij hebben dit afgewezen, waardoor het Landgoed nu te koop staat.”
Het landhuis staat nu dus te koop voor €1.685.000,-. “Als het huis verkocht wordt, dan is het gedane zaak voor de gemeente. Alleen mocht de koper bepaalde plannen hebben, dan willen we ze daarmee wel faciliteren”, zegt Westerbroek. De verkoopmakelaar van het landhuis heeft in 2014 de Stichting Je Maintiendrai en Hoveniersbedrijf Van Gelder gevraagd om de tuin opnieuw te onderhouden. Via het nieuw aangelegde grindpad, die een klein plantsoen in het midden omringt, kom je weer uit bij de ijzeren poort. Met een harde klap schiet de poort weer in het slot. Het geluid van de dichtslaande poort verdwijnt in de sombere omgeving. Aan de taak van de nieuwe bewoner om er weer wat moois van te maken. En dat zal heel wat voeten in aarde hebben.
Sensum januari 2015 | 9
“TOEN IK MIJN HOOFDDOEK VOOR HET EERST DROEG, KON IK EINDELIJK WIE IK WILDE ZIJN” DOOR: KARLIJN NOORDHOF
In het paspoort staat haar Hollandse naam Yvonne nog zwart op wit. Maar ze voelt zich veel meer thuis onder haar islamitische naam. Op haar zeventiende bekeerde Fatmah Bekhit (34) zich tot de islam, een bewuste keuze die ze op jonge leeftijd maakte. “Toen ik de islam aan het bestuderen was, wist ik het zeker: dit voelt goed.” Van de katholieke Yvonne naar moslima Fatmah: een openhartig interview over haar bekering.
>>
Sensum januari 2015 | 11
>> “Ik hoor ze niet eens meer”, vertelt Fatmah over de reacties die ze soms krijgt als ze in haar islamitische kleding over straat loopt. “Ik krijg soms de raarste opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd. Ze roepen bijvoorbeeld dat ik terug moet naar waar ik vandaan kom. Als ik dan terug roep dat dit mijn land is, zijn ze opeens muisstil.” Een aantal maanden na haar bekering droeg Fatmah voor het eerst een hoofddoek. “Ik wilde eigenlijk meteen al mijn hoofddoek omdoen. Maar mensen in mijn omgeving, zoals mijn ouders, moesten eerst aan het idee wennen. Toen ik mijn hoofddoek na een tijdje eindelijk om had, was ik zo opgelucht. Ik voelde mij thuis.”
Jaarlijks bekeren in Nederland zo’n 500 autochtone vrouwen zich tot de islam. Fatmah is daar één van. Zij maakte toentertijd als Yvonne de keuze om haar leven met 180 graden te draaien door moslima te worden. Nu, zo’n zeventien jaar later, is Fatmah, gehuld in haar bedekte kleding en diepzwarte hoofddoek, typisch Fatmah. Het is een drukke maar gezellige bedoening in huize Bekhit. Een gezin van zes kinderen en tel daar een eigen bedrijf aan huis samen met haar Egyptische man bij op. Fatmah: “Ik had het niet anders willen doen. Ik heb nu dan wel een ander leven, maar ik ben nog steeds dezelfde persoon.” 12 | Sensum januari 2015
Zondag naar de kerk was vaste prik in het gezin waar Fatmah opgroeide. Haar vader geloofde niet; haar moeder was katholiek. “Ik werd gelovig opgevoed. Maar naarmate ik ouder werd, had ik er niet meer zo veel mee”, zegt Fatmah. In het derde jaar van de middelbare school kwam er een keerpunt: “Ik ging uit, kreeg andere vrienden en kwam met verschillende geloven in aanraking. Ik zag toen dat de wereld niet één beeld had. Er was meer dan alleen maar ‘katholiek zijn’. Ik vroeg mij toen af wat ‘geloven’ precies was en waar het eigenlijk voor stond. Ik wilde onderzoeken hoe ik het geloof in mijn leven kon toepassen. Want ik wist dat ik in iets geloofde. Maar in wat? Dat wist ik nog niet.” Terwijl haar klasgenoten het typische tienerleven zegevierden, dook Fatmah de bibliotheek in om verschillende religies te bestuderen en om daar met anderen over te praten. “Het leven bestaat niet alleen maar uit vriendjes, uitgaan en ‘lang leve de lol’. Iedereen deed en doet maar wat hij of zij wil, ongeacht de gevolgen. Ik was juist op zoek naar een bepaalde houvast in mijn leven en dat wilde ik vinden in het geloof. Daarom ging ik mij verdiepen in de verschillende religies.” Al snel werd duidelijk dat de islam haar aansprak. “Van christendom tot hindoeïsme: ik heb het allemaal bestudeerd. Maar ik merkte dat de islam het totaalplaatje had waar ik naar op zoek was. De gedachte
dat Allah niet naar je uiterlijk kijkt, maar naar je hart vond ik zo mooi. Daarnaast sprak de simpelheid en duidelijkheid mij aan. Andere geloven hebben die duidelijkheid waar ik naar zocht ook, maar als je kijkt naar hoe het wordt uitgedragen zie je de duidelijke regels in het dagelijks leven minder sterk terug. Als moslima draag je bijvoorbeeld een hoofddoek en andere islamitische kleding. Christelijke vrouwen hebben ook kledingvoorschriften, maar tegenwoordig wordt daar naar mijn mening minder aan gehouden. Andere geloven hebben in principe die duidelijkheid dus ook, maar het wordt tegenwoordig niet dusdanig gepraktiseerd als bij de islam.”
Van het moment dat Fatmah er achter kwam dat de islam goed bij haar paste, begon ze haar leefstijl langzaam maar zeker te veranderen. Zo werd het eten van varkensvlees een no go en werd een jurkje met een legging ingeruild voor een lange, wijde broek met een bedekkend shirt daarover heen. Fatmah: “Ik kwam veel over de vloer bij een islamitische familie. Zij leerden mij allerlei dingen over de islam.” Zo leerde ze over het gebed en de islamitische tradities, zoals de Ramadan. “Ik besloot mee te doen aan de Ramadan. Tijdens die maand wist ik het zeker: ik zou mij bekeren tot de islam. Ja, ik was jong. Maar waarom zou ik wachten terwijl ik eigenlijk honderd procent zeker wist dat ik als moslima door het leven wilde gaan?”
“Voor de buitenwereld is het nooit goed genoeg”
“Mijn ouders kregen natuurlijk mee dat ik met een ander geloof bezig was”, meent Fatmah. Maar toen was het moment daar dat ze aan haar ouders moest vertellen dat ze zich ging bekeren. “Mijn moeder had er niet veel moeite mee, maar mijn vader vroeg zich meteen af of dat allemaal wel zo nodig was. Hij zei: ‘Ik zie je al rondlopen met zo’n hoofddoekje!’. Hij heeft niets met het geloof en hij vroeg zich daarom af: als je dan zo nodig in iets moet geloven, waarom kies je dan per se de islam? Veel mensen hebben het vooroordeel dat de islam een extreme religie is waar vrouwen onderdrukt worden. Hij had dat vooroordeel ook. Maar naar verloop van tijd heeft hij het geaccepteerd. Ik zei tegen hem: ‘Ik ben en blijf mijzelf, maar ik ben wel gelovig. Hoe ik eruit zie, hoe ik bid of vast, er verandert niets aan mijn persoonlijkheid.” Fatmah deed haar bekering tot de islam in het bijzijn van haar familie en islamitische vrienden. Een emotioneel en bijzonder moment voor haar en haar omgeving: “Ik begon vanaf dat moment opnieuw met leven. Stapje voor stapje ging ik meer naar de richtlijnen van de islam leven. Het is niet zo dat je je bekeert en dat je dan meteen moslima bent. Je moet namelijk eerst verschillende dingen leren. Langzamerhand begon ik een hoofddoek te dragen en na een aantal jaar heb ik uiteindelijk mijn naam, onofficieel, van Yvonne naar Fatmah veranderd.”
“Vrienden en klasgenoten vroegen zich in het begin af waarom ik moslima werd. Maar na een week waren ze het eigenlijk al vergeten”, meent Fatmah. “Iedereen was er aan gewend dat ik gewoon zo ben. Ik heb het geluk gehad dat ik niet veel ophef heb meegemaakt, in tegenstelling tot anderen die zich tot de islam bekeerden en het daar in hun omgeving moeilijk mee kregen. Maar opmerkingen gericht op mijn uiterlijk krijg ik op de dag van vandaag nog steeds wel. Zelfs van vreemden. Het kan twee kanten opgaan: of ze schreeuwen dat ik dat ‘doekje’ maar af moet doen of ze zeggen dat ik er mooi uit zie in mijn kleding.” “Voor de buitenwereld is het nooit goed genoeg. Of je nou een hoofddoek, een hanenkam, rood haar of tatoeages hebt. Iedereen heeft een oordeel over een ander. Laat iedereen doen wat ze zelf willen en heb daar respect voor. Prima als iemand een hoofddoek wil dragen. Ik loop je toch niet in de weg als ik een hoofddoek draag? Zolang ik niemand wat kwaad doe, wat schaadt het dan?”
Maar niet iedereen denkt er zo over zoals Fatmah dat doet. “Ik weet het nog goed: mijn man en ik waren in de zomer in de tuin bezig. Het was in de tijd dat Pim Fortuyn werd vermoord. We weten allemaal dat Fortuyn iets tegen de islam en moslims had. Een buurvrouw liep langs en maakte toen nare opmerkingen over de dood van Fortuyn richting mij en mijn man. Mijn
man is op haar afgestapt en zei: ‘Mijn vrouw is gewoon Nederlands. Als jou iets niet aanstaat, kan je daar normaal met haar over praten.’ We hebben er toen daadwerkelijk met elkaar over gesproken en het aan elkaar uitgelegd. Sindsdien was ze veel vriendelijker en meer begripvol.”
“Mensen kunnen van alles schreeuwen. Je hoeft het niet eens met mij te zijn, maar we kunnen er wel normaal met elkaar over praten. We zijn mensen. Geen wilde dieren. Maar helaas staat niet iedereen open voor zo’n praatje. Angst voor het onbekende, denk ik. Ik ben er van bewust dat mensen soms opmerkingen maken als ik met mijn hoofddoek over straat loop, maar ik ben er niet mee bezig. Ik stond, en sta nog steeds, honderd procent achter mijn keuze en ik ben heel blij dat ik die keuze heb gemaakt. Die blijdschap overtreft alles.”
Sensum januari 2015 | 13
DE BELEVING VAN HET GELOOF VERANDERT DOOR: JARI WESSELINK
Al decennia lang lopen traditionele kerken leeg. Daardoor sluiten de deuren van de protestantse en katholieke kerken. Een trend die nog lang niet ten einde is, volgens onderzoekers en theologen. Toch zijn er andere initiatieven waar je het geloof kunt beleven die wél in opkomst zijn. Een opmerkelijke verschuiving.
Elke zondag komen er ongeveer 1.100 mensen naar de Hillsongkerk in Amsterdam. Een kerk die in december 2009 de eerste dienst had. Tegenwoordig zijn er iedere zondag drie diensten. Dieneke Niemeijer is vrijwilligster van de Hillsongkerk Amsterdam en begeleidt nieuwe mensen in de Hillsonggemeente. De diensten gaan op een heel andere wijze dan bij traditionele kerken het geval is. De diensten in de Hillsongkerk zijn moderner en meer afgestemd op jongeren. “Dat komt omdat we mensen willen bereiken die God nog niet kennen. Wij geloven dat we eerder mensen die niets hebben met de kerk bereiken met modernere muziek”, zegt Niemeijer. Ze doelt hiermee onder andere op de housemuziek die tussendoor te horen is. Op een groot podium staan meerdere ‘artiesten’ religieuze liederen te zingen, die lekker mee te zingen zijn. Zo zingen duizenden mensen mee in het Engels: “Til me hoger dan ik ooit geweest ben. Door uw perfecte liefde zweef ik. God uw vrijheid is een open deur. U bent alles wat
ik wil en meer.” De ‘hipsterdominees’ zwepen de menigte op en mensen springen en schreeuwen met de muziek mee. Het heeft wel wat weg van de EO-Jongerendag. De muziek staat veel harder dan in een gemiddelde kerk. “Dit heeft een reden”, zegt Niemeijer. “Als je heel vals zingt, dan voelen mensen zich toch vrij om hardop te zingen. Met zachte muziek voel je je minder vrij, omdat iedereen je dan hoort zingen. We hebben bewust moderne melodietjes gekozen.”
“De manier waarop we de boodschap vertellen is met modernere technieken” De kerkdiensten vinden dan ook plaats in Club Escape. De buitenkant ziet er heel hip en modern uit, maar de boodschap is orthodox. Daaronder valt bijvoorbeeld dat abortus en euthanasie verboden zijn. Er wordt veel gezongen en er wordt gebeden
voor praktische zaken. Dit kan bijvoorbeeld bidden zijn om je leerstof voor school te snappen. Of om te bidden dat je depressie stopt. De boodschap die verteld wordt is heel positief en het helpt je in het dagelijks leven. Niemeijer bevestigt dat: “De manier waarop we de boodschap vertellen is met modernere technieken maar de boodschap is niet anders.” Er hangt een reusachtig scherm achter het podium, hierop zijn video’s te zien van de muziek de mensen tijdens de optredens spelen. De Hillsongkerk vindt zijn oorsprong in Australië, maar is tegenwoordig een begrip in meerdere landen. Richard van der Kolk is in 2008 gevraagd door mensen vanuit Hillsong Londen om te kijken of hij een connect group kon starten in Amsterdam. Een connect group is een kleinere groep mensen die op regelmatige basis samen bij mensen thuis komen om zo in contact te komen. Van der Kolk kwam eens per maand vanuit Londen naar onze hoofdstad over om de visie door te geven. Zo is het geleidelijk gegroeid.
Naast Hillsong zijn er andere vernieuwende gemeenten, bijvoorbeeld De Vrije Baptistengemeente Bethel in Drachten. Opvallend aan deze gemeente is dat ze veelvuldig gebruik maken van social media. Op die manier geeft deze gemeente informatie over de gemeente, samenkomsten en activiteiten.
Kerken staan verder van de mensen af
De terugloop van kerken is in elke leeftijdscategorie te merken, maar is het meest extreem in de groep 18- tot 45-jarigen, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). “Mensen voelen zich niet meer thuis in een kerk die niet meebeweegt. Geloven
Hiernaast een sfeerfoto van een dienst in de Hillsongkerk Amsterdam. 14 | Sensum januari 2015
kan ook namelijk iets dynamisch zijn. De traditionele kerk moet daar ruimte voor bieden anders gaan jongeren zelf op zoek naar hun geloofsbeleving. Kerken staan niet meer dichtbij deze mensen maar de kerken zijn verder van de mensen af komen te staan. Letterlijk en figuurlijk. Dat juist de 18- tot 45-jarigen de meest extreme groep is, is volgens mij niet vreemd”, zegt theoloog Henny oude Geerdink. Uit onderzoek van het CBS, blijkt dat mensen het geloof nog wel belangrijk vinden. Religie is echter geïndividualiseerd en gedemocratiseerd. Er is dus minder institutionele dwang. Oude Geerdink bevestigt deze factor. “Jongeren zoeken zelf hun weg. Jongeren zijn dynamisch en hun geloofsbeleving laat zich niet altijd leiden door institutionele drang en institutionele dwang al helemaal niet.” Reinoud Wentink, is predikant van de protestantse gemeente Emmer-Compascuum. Hij sluit zich aan bij de mening dat de institutionele dwang er niet meer is. “Dat keuren mensen niet meer goed. De kerken hebben er aan bijgedragen dat dit proces is ingezet. Vroeger was het zo dat wat de pastoor of dominee zei, dat is waar en de rest doet er niet toe. Daar laten de mensen zich natuurlijk niet meer toe verleiden en dat vind ik terecht.”
“Mensen voelen zich niet meer thuis in een kerk die niet meebeweegt”
Naast elkaar blijven bestaan Zowel Oude Geerdink als Wentink vindt het prima dat initiatieven als de Hillsongkerk gelovigen probeert te ‘werven’. “Ik vind elk initiatief waarbij mensen samen komen in een positieve, religieuze sfeer prima. Mensen hebben de vrijheid zelf om hier al dan niet naar toe te gaan. Ze doen niemand kwaad en mensen kunnen steun aan elkaar vinden”, licht Oude Geerdink toe. Daarnaast is er ook wederzijds respect, want ook Niemeijer hoopt op een opleving van traditionele kerken. “Iedereen van Hillsong zou het geweldig vinden als dat soort kerken ook zouden opbloeien. Dat geldt ook in de andere landen waar Hillsong gevestigd is. In Londen heeft de kerk een hechte vriendschap met een protestantse kerk. Een paar keer per jaar doen zij samen
Jongeren die het geloof beleven in de Hillsongkerk Amsterdam.
diensten.” Oude Geerdink en Wentink zijn het eens wat het voortbestaan van de traditionele protestantse en katholieke kerken betreft. Volgens hen zou het altijd weer om kunnen slaan, zodat mensen weer in grotere getalen naar de kerk gaan. “Het zou mij niet verbazen dat er weer een opleving komt. Eigenlijk hoop ik dat mensen denken: eigenlijk was dat zo gek nog niet”, aldus Wentink. Beide heren denken ook dat de traditiekerken het uiteindelijk langer vol zullen houden dan nieuwe religieuze gemeenten, vanwege de ‘sterke basis’. Niemeijer is er van overtuigd dat Hillsong alleen maar zal groeien en niet van tijdelijke aard zal zijn. “Het voorbeeld in Australië zegt genoeg. En als ik kijk hoeveel verschil er in leeftijden zit in de Hillsongkerk in Australië, dan geloof ik ook dat het hier in Amsterdam gaat gebeuren. Ik zie het nu al dat mensen van zestig jaar of ouder in de kerk zijn. Ik geloof niet dat het bij een bepaalde leeftijdsfase past.”
Kerken aansluiten bij jongeren
Zoals gezegd, de bedoelingen van de Hillsong-crew zijn niet om de traditionele kerken leeg te roven. Wel merkt Niemeijer dat bepaalde mensen overstappen naar de Hillsongkerk. “Er zijn mensen die teleurgesteld zijn in oudere gemeentes, met name veel jongeren die op zoek zijn naar iets dat meer bij de eigen denkwijze en stijl past.”
Wentink beaamt dat de kerk waar hij werkt, steeds meer overneemt van nieuwe kerkgemeentes. “Tegenwoordig hebben we ook een beamer, dat was twintig jaar geleden ondenkbaar.” Hij vindt dit een goede ontwikkeling. “Het moet ook wel, want de kerk kan niet star blijven. De kerken hebben een traditie die niet te verraden is maar nieuwe ontwikkelingen zijn ook belangrijk.”
“Jongeren zoeken zelf hun weg”
Ook Oude Geerdink noemt andere nieuwe vormen die meebewegen. “Ik vind bijvoorbeeld 3FM Serious Request met kerst en The Passion met Pasen goede voorbeelden. Het zijn nieuwe aansprekende vormen van geloofsbeleving.” Weliswaar doen niet alle kerken mee aan vernieuwing. Het zal wel een vereiste zijn om te overleven. Het blijkt uit cijfers en respondenten dat de beleving van het geloof veranderd is en blijft veranderen. Er is geen institutionele dwang meer en juist meer individualisering. Jongeren vinden het geloof nog wel belangrijk, maar willen dit graag beleven in nieuwere initiatieven. Dat sluit meer aan bij de tijd van nu.
Sensum januari 2015 | 15
HET GESPREK ALS MIDDEL TEGEN HET STEREOTYPE VAN TRAM 13 DOOR: GEART VAN DER POL
16 | Sensum januari 2015
Met een houthakkersjas en een kekke bril loopt de oud-filosofiestudent zelfverzekerd door de aandachtswijken in Amsterdam. Aldert de Boer (25) is projectleider bij het VoorUit Project, waarbij studenten in probleemwijken tien uur per week vrijwilligerswerk doen in ruil voor woonruimte. Wijken waar soms negentig procent van de inwoners van buitenlandse komaf is. Hoe De Boer het opneemt tegen de vooroordelen en stereotypen over allochtonen.
>>
Sensum januari 2015 | 17
>>
“JE KRIJGT CONFLICTEN, STOPT MET SCHOOL EN VEROORZAAKT OVERLAST IN TRAM 13. JA, VIND JE HET GEK?” “Stap gewoon uit man”, beveelt de geblokte Nederlander chagrijnig in tram 13 richting Geuzenveld. “En wie bent u? Waar bemoeit u zich mee dan? Hij heeft gewoon ingecheckt, hoor. Vroeg iemand u iets?”, reageert de vriend van de Marokkaans uitziende tiener agressief. Gefrustreerd houdt de forse man zich in. Hij draait zich om en kijkt met gefronste wenkbrauwen boos voor zich uit. De conductrice beveelt de jongen nogmaals uit te stappen. Ze negeren haar opnieuw en blijven grinnikend staan, vlak naast de incheckpaaltjes in het toestel. Het blijft een paar seconden stil. Ongemak overheerst. Net als veel passagiers weet ook de tiener zich geen houding te geven. Onhandig zoekt hij rust in zijn mimiek. Hij probeert nonchalant tegen de achterkant van de tram te leunen, maar heeft geen flauw idee waar hij zijn armen en benen moet laten. Toch is hij zeker vijf minuten te trots om uit te stappen. Totdat de conductrice bijval krijgt van Aldert de Boer. Gehuld
18 | Sensum januari 2015
in houthakkersjas zit hij tegenover de gefrustreerde Nederlander die voor zich uit blijft staren. Net als de conductrice zag De Boer het gebeuren. Vliegensvlug gaf de agressieve jongen zijn OV-kaart tijdens het instappen door aan de Arabische tiener. “Oké, luister. Volgens mij is het ’t beste als jullie er gewoon uit gaan. Dit heeft geen zin.” Met zijn armen ondersteunt hij zijn verbale communicatie. Een vriendelijk gezicht van De Boer en wat gemok van de pubers later en tram 13 laat de jongens verslagen achter.
Ingrediënten: student, woningcorporatie en universiteit
Aangekomen in het buurthuis in Geuzenveld vat De Boer project VoorUit enthousiast kort samen. “Sinds 2007 loopt het project. Het principe dat studenten in ruil voor een woning vrijwilligerswerk doen, waaide over uit Israël. Ironisch, omdat de doelgroep voor een groot deel Arabisch is. Vanaf de start in 2007 in twee wijken groeide VoorUit naar zeven wijken
in 2014, met 70 studenten. Met als doel: integratie en participatie vraag gestuurd bevorderen. Vage begrippen die De Boer, na twee jaar als vrijwilliger, maar inmiddels in loondienst, concreet maakt. Huiswerkbegeleiding en lessen Nederlands zijn er voorbeelden van. Alles waar de inwoners behoefte aan hebben en wat reëel is om uit te voeren. Of versimpeld: de student staat in de wijk, de woningcorporatie levert woningen en onderzoekt samen met de universiteit of het werkt. Met glinsterende ogen vertelt de gestopte filosofiestudent erover. En passant stond hij ook nog even drie jaar voor de klas in het middelbaar onderwijs. Daar leerde De Boer veel over de omgang met jongeren. Door het gesprek aan te gaan probeert De Boer af te rekenen met het stereotype: tot laat in de avond hangen met scooters tussen schotelwoningen en zorgen voor geluidsoverlast, vernielingen, criminaliteit en agressie tegen onbekenden. Foto’s: Geart van der Pol
Nuance versus populisme Overtuigd doet De Boer zijn betoog tegen die kortzichtige vooroordelen en stereotypen. “Neem Marokkaanse jongeren. Die hebben vaak een kleinere woordenschat dan leeftijdsgenoten van autochtone afkomst. Dat gat groeit als je die achterstand niet voor groep drie of vier inloopt. Dat achtervolgt het kind de rest van zijn leven. Als je niet weet wat een ons is, dan kun je er ook niet mee rekenen. Dan presteer je onder je niveau en het gemiddelde. Dat frustreert. Je bent ontevreden, soms ongelukkig, maar ook vervelend. Je bent namelijk slim genoeg om te snappen dat je onder gemiddeld presteert. Vervolgens kom je op het VMBO. Daar hang je de macho uit, want je komt uit een mannencultuur. In die sferen ben je machtig, maar je blijft onder je niveau presteren en
krijgt identiteitsproblemen. Wie ben ik nog? Wat stel ik nog voor? Je krijgt conflicten, stopt met school en veroorzaakt overlast in tram 13. Ja, vind je het gek?”
Hij voegt eraan toe dat het lang niet in alle gevallen zo gaat. Toch schetst De Boers voorbeeld het belang van nuance in de integratiediscussie. De ratio voert dan ook de boventoon in het gesprek. Van een opspelend onderbuikgevoel heeft de projectleider geen last.
“Het is allemaal veel complexer dan ik dacht”
“Het is allemaal veel complexer dan ik dacht. Dat heb ik wel geleerd in de afgelopen jaren. Het mooie van het project is dat we het probleem niet op komen lossen als een stel zendelingen.
Op sensummagazine.wordpress.com lees je deze week meer over de moeilijkheden die komen kijken bij het project. Zoals het meten of het project werkt en actuele thema’s als radicalisering in de wijken en hoe de ‘minder, minder-uitspraak’ viel bij de inwoners in het Amsterdamse Geuzenveld.
Natuurlijk moet je idealen hebben om teleurstellingen te overwinnen, maar we zijn er niet om het de mensen even allemaal te vertellen. Dat we nu de term participatie gebruiken is niet alleen omdat het een modewoord is. We zetten de bewoners en de studenten ermee op gelijke voet. Wij leren van hen, en zij hopelijk van ons.”
Zo leerde De Boer door iemands nationaliteit heen te kijken. De achterstandswijk en zijn vrijwilligerswerk rekenden bovendien af met zijn vooroordelen. “Op een gegeven moment zie je niet meer dat iemand Antilliaans, Marokkaans of Ghanees is. Je ziet de afkomst en de hoofddoek niet meer. Het doet er niet toe. Je bent bezig met Reduwan, Samir en Serdak. Volwassenen en kinderen krijgen een gezicht, met een naam en gedrag. Je weet wel waar ze vandaag komen, maar dat is niet meer doorslaggevend. Ieder individu heeft zijn eigen verhaal. Je gaat ze behandelen als gewone mensen. En zo hoort het natuurlijk ook.” Terug in lijn 13 stapt tegen de winteravond opnieuw een jongen in de tram. Druk whatsappend tikt hij op zijn telefoon. In een Real Madrid-trainingspak, met bijpassende muts. Bijna struikelt hij bij het opstapje, maar net op tijd verdwijnt de smartphone in zijn joggingsbroek. Daar komt een blauwe pas voor in de plaats. De conductrice kijkt om. Keurig ingecheckt.
Sensum januari 2015 | 19
In beeld: Scootmobielles in Geuzenveld, Amsterdam. De deelnemers moeten om pylonnen slalommen en onder meer over een wipbrug balanseren. Foto: Geart van der Pol.
In beeld: Project VoorUit in Amsterdam. Versshop Ă–zcan onder de schotelwoningen in proleemwijk Geuzenveld. Foto: Geart van der Pol.
22
DE ISLAM IN STRIJD MET ISIS DOOR: RUBEN ANDRIOL
Als een inktvlek verspreidt de angst voor de Islamitische Staat. Gruwelijke verhalen over onderdrukking, uitbuiting en zelfs executies gaan de wereld over. Tegenstanders worden onthoofd, militairen worden geĂŤxecuteerd en hun vrouwen worden als slaven verkocht. Het westen keert zich tegen ISIS, maar hoe steek dit precies in mekaar? >>
24
Foto: New York 25Times
>> Opkomst van IS
In 2004 kwam de Islamitische Staat voor het eerst naar boven. Een kleine, extremistische moslimgroep, die door de westerse wereld Al-Qaida Irak werd genoemd. Pas twee en half jaar later werd de naam Islamitische Staat van Irak en Syrië bekend gemaakt (ISIS). Langzaam breidt ISIS zich uit en uiteindelijk wordt de naam veranderd naar de Islamitische Staat (IS). Sinds eind 2013 controleert IS grote delen van Syrië en Irak.
Doel
Het doel van de IS is simpel: een zuivere Islamitische staat met de Sharia als wetgeving. IS is streng islamitisch en wil terug naar de tijd van de profeet Mohammed. Iedereen die het niet eens is met de gedachten van IS, wordt gezien als een ongelovige of afvallige. Haar visie is om eerst de islamitische maatschappij te zuiveren, om vervolgens de strijd aan te gaan met alle niet-moslims.
Bestuur
De leider van de Islamitische Staat is Kalief Al-Baghadi. 29 Juni 2014 werd de Islamitische Staat uitgeroepen en werd het nieuwe kalifaat ingesteld. Hiermee is het eerste doel van de IS behaald, namelijk een zuivere islamitische staat waar de Sharia als wetgeving geldt. Tevens heeft Kalief Al-Baghdadi een regering ingesteld, waarin onder andere een minister van Financiën en een minister van binnenlandse zaken. De Islamitische Staat heeft wereldwijd moslims opgeroepen om zich aan te sluiten bij het kalifaat.
Leger
Terwijl het wersten nog spreekt van een terroristische groepering, begint IS zich steeds meer te vormen als een militaire grootmacht. Het leger van IS vecht gedisciplineerd, kent verschillende tactieken en heeft ervaring met het vechten in barre omstandigheden. Naar schatting telt het IS-leger ongeveer 30.000 strijders. Een groot deel hiervan bestaat uit Jihad-strijders die zich in Syrië hebben aangesloten bij IS. Daarnaast beschikt IS over vele wapens, waaronder: anti-tank wapens, tanks, raketinstallaties en zelfs buitgemaakte gevechtshelikopters.
“GELUKKIG HEB IK NIET DOORGEZET” Een aantal weken geleden stond Ali (21) op het punt om de strijd aan te gaan met IS. Ali is een Nederlandse Koerd en de manier waarom IS de strijd aangaat met de Koersen staat hem niet aan. Het had niet veel gescheeld of Ali zat nu bij de grens van Turkije. Ali is zelf moslim en religie maakt een belangrijk deel uit van zijn leven. Hij kan zich totaal niet vinden in de denkwijze van IS. “Ik leef mijn leven volgens de Koran en probeer op die manier een goed mens te zijn. Ik snap niet dat IS namens de Koran zoveel kwaad kan doen.” Volgens Ali heeft IS dan ook weinig te maken met de islam. “Mensen onthoofden voor media-aandacht heeft niks te maken met de islam. Sterker nog: de Koran zegt letterlijk dat wij, moslims, alle mensen moeten verwelkomen als onze broeders en zusters. Dus ook christenen, joden, etc. 26 | Sensum januari 2015
Op die manier ben je een goed mens.” Toch is het verschil in denkwijze niet de reden waarom Ali de strijd met IS aan wilde gaan. “Als je het hebt over geloof, het maakt niet uit welk geloof, dan zal je altijd meningsverschillen houden. En dat is ook helemaal niet erg.” De bom barste echter doen Ali op het nieuws hoorde dat IS de strijd aanging met de Koersen. “Op dat moment kwam het voor mij heel dichtbij. Ik ben een Koerd, maar erger: mijn familie woont daar nog én is koerd!” Toen Ali zijn ouders lucht kregen van zijn plannen, waren ze alles behalve blij. “Jij gaat daar niet heen!”, had zijn vader gezegd. “Natuurlijk snap ik dat
wel. Zij zijn naar Nederland gevlucht, zodat wij [Ali en zijn broers] een goed leven kunnen hebben. Het zou dom zijn om dan weer terug te gaan.” Of Ali ooit nog zijn plan doorzet weet hij niet. “Toen mijn moeder ziek werd had ik besloten om in Nederland te blijven. Gelukkig ging alles goed met haar, maar tijdens die tijd heb ik veel nagedacht over mijn eigen toekomst. Het was vooral een impulsieve gedachten die mij voortdreef, gelukkig heb ik niet doorgezet.” De naam is wegens privacyredenen gefingeerd.
“DE TOEKOMST VAN DE ISLAM STAAT ZWAAR ONDER DRUK” “De Islamitische Staat zegt in de naam van Allah te strijden, maar dit zijn geen moslims”, zegt Ahmed Z, imam en voorganger in moskee As-Soennah. “Het zijn varkens, ratten… ze hebben niks met de islam of de koran te maken!” Een interview met imam Ahmed Abou Z. Ahmed heeft geen goed woord over voor deze extremisten. Sterker nog, hij wil er niet eens mee te maken hebben. Het liefst zou hij er nooit meer naar omkijken, maar dat zit er voor hem niet in. “De Islamitische Staat is ook mijn werkelijkheid geworden. Ik sta er mee op en ga er mee naar bed. Jaren lang hebben wij ons gemengd in de Nederlandse cultuur, we hebben ons aangepast en zijn een onderdeel geworden van Nederland. Maar door de IS worden
we jaren teruggegooid. Hierdoor wordt het positieve beeld dat de Nederlander heeft over de moslim weer negatiever.” Bijna vierentwintig jaar geleden kwam Ahmed als politiek vluchteling naar Nederland. “Ik kwam terecht in een onbekend land. Een land waar, toen der tijd, weinig moslims waren. Wij moesten wennen aan het land, maar het land ook aan ons. Zoiets kost tijd, maar ik voel me nu thuis in Nederland.”
Als imam heeft Ahmed een belangrijke rol. Veel jonge moslims zien hem als voorbeeld. “Een imam speelt een bijzondere rol in de islamitische cultuur. Ik denk dat je het op sommige vlakken kunt vergelijken met een pastoor, maar tegelijkertijd is het totaal anders. Veel jongeren kijken naar mij voor antwoorden.” Veel jongeren komen met vragen over de Koran. “De Koran is, net als de bijbel, een boek dat op veel manieren
>>
Sensum januari 2015 | 27
>> tatie zo groot kunnen zijn als
sommige moslims doen geloven.” Hiermee verwijst hij naar de extreme opvattingen die de Islamitische Staat en andere radicale moslims hebben. Volgens Ahmed zit de interpretatie in de details, niet in de grote lijnen. “De grote lijnen van de Koran staan vrij vast. De Koran is liefde, geen haat. Ik weet niet wat de IS gelezen heeft, maar ik ben er zeker van dat de Koran geen haat verspreidt.”
“De Koran is liefde, geen haat”
Dit beeld wil Ahmed dan ook in zijn gemeenschap verspreiden. “Wij, moslims, moeten leven zoals de Koran dat voorschrijft. En dat leven is een leven vol liefde, verwantschap en zorg voor elkaar. Niet alleen voor onze broeders en zusters, maar ook voor de mensen om ons heen. Geloof en afkomst is hierbij niet belangrijk. Ik verwelkom iedereen hetzelfde. Dat is wat de Koran ons voorschrijft.” Veel buitenstaanders zien de islam als een agressief geloof. Volgens Ahmed
28 | Sensum januari 2015
is dit onjuist, maar heeft de islam dit over zichzelf afgeroepen. Extreme groeperingen, zoals de Islamitische Staat, zorgen ervoor dat het westen negatief over de islam gaat denken. Maar volgens Ahmed is dit niet de belangrijkste oorzaak.
“De Islamitische Staat zegt vanuit de Koran de strijden… Onzin natuurlijk! En er zijn maar weinig mensen die deze onzin geloven. Nee, wat de islam echt schade aandoet zijn de radicale imams. Ik schaam me soms om mijzelf een imam te noemen, omdat iedereen het woord imam associeert met de vele radicale imams die laatste jaren in het nieuws voorbij komen. Dit is wat ons schaadt, radicalen die zich als vertegenwoordiger van de islam voordoen.” Volgens Ahmed zorgen deze radicale moslims ervoor dat het negatieve beeld van de islam in stand gehouden wordt. “Er zijn radicale moslims die bijvoorbeeld vinden dat vrouwen minder zijn of dat iedereen moslim moet worden. Belachelijk natuurlijk. Dit is een opvatting die kant noch wal raakt. Vrouwen zijn van oudsher nooit onderdrukt. Sterker nog: in de
Koran heeft de vrouw juist een hele bijzondere rol. Een soort prinses, waar de man voor moet zorgen. Maar het zijn de radicalen die dit, bewust of onbewust, zo hebben geïnterpreteerd.”
De toekomst van de islam staat volgens Ahmed zwaar onder druk. Mede door de Islamitische Staat, maar ook door de extremisten. “Veel moslims weten niet wat ze met de IS aan moeten. Ze durven er nauwelijks over te praten, vooral omdat er veel angst heerst… Zelfs in mijn gemeenschap heb je de angst dat je buurman een aanhanger van de Islamitische Staat kan zijn. Al denk ik dat deze angst vooral gevoed wordt door de media.” In de gemeenschap van Ahmed zijn geen voorstanders van de Islamitische Staat. “Of deze voorstanders durven zich niet openlijk bloot te geven. Maar ik denk dat wij [de moslims] ons hard moeten maken tegen IS. Niet met geweld, maar met onze woorden en daden. We moeten de wereld laten weten dat de islam tegen de Islamitische Staat en hun denkbeelden staan en we moeten daarvoor durven uitkomen.”
Aboutaleb, riep onlangs op om in opstand te komen tegen IS. “Als mensen in opstand willen komen tegen IS, dan sta ik daar voor open. Rotterdam kan makkelijk 20.000 mensen kwijt.“ Als het aan Aboutaleb ligt moeten moslims in Nederland veel meer van zich laten horen. “Wij moeten een stelling tegen IS innemen. Waarom? Omdat het ons aangaat.“
Bron foto: Telegraaf
29
30
“MIJN GELOOF IS MIJN DRIJFVEER GEWORDEN” DOOR: SARAH RAS
“Als ik in mijn geboortedorp Urk
ben, lopen mensen wel eens met een boogje om me heen. Voor sommige mensen ben ik blijkbaar erg confronterend. Zelfs zonder iets te zeggen. Ze geloven niet dat ik clean ben. Ze geloven niet dat God een mensenleven kan veranderen en willen me nu niet leren kennen. Ze geloven niet dat ik ben veranderd. Ik heb op een punt gestaan dat ik dacht van: jongens, stop er maar mee. Ik heb genoeg gezien, genoeg meegemaakt. Het is goed zo. Fysiek en emotioneel gezien kon ik niets meer aan, want je zit helemaal vol. Je verwerkt niets. Het stapelt op. Ik schreeuwde naar God van: ‘God als je werkelijk bestaat dan moet je nu ingrijpen, want anders doe ik de deur naar het balkon open en dan loop ik rechtdoor.’ En niets gebeurde.
“Ik dacht van: jongens, stop er maar mee” Een paar dagen later kwam mijn broer plotseling langs. Ik had hem iets van zes jaar niet gesproken. Hij had gezegd dat hij mijn broertje niet meer was, omdat ik natuurlijk met verkeerde dingen bezig was. En hij had net een gezin, had net een kind gekregen, dus hij beschermde zijn gezin. Het feit dat hij nu langskwam vond ik heel bijzonder. Ik ben toen ook echt gebroken. Ik begon voor het eerst weer te huilen sinds een jaar of negen, omdat het me zo raakte. Dat stukje aandacht en liefde vanuit Urk, vanuit mijn broer, heeft er eigenlijk weer voor gezorgd dat ik ben gaan zoeken naar een manier om van mijn verslaving af te komen.
Op elfjarige leeftijd kwam ik voor het eerst in aanraking met drugs. Daarna werd het steeds meer. Ik kwam in een nieuwe klas terecht, een nieuwe situatie, nieuwe vrienden. Ze kwamen met wiet aanzetten. Dat kende ik niet en ik durfde geen nee te zeggen. Ik rookte een keer of vier in de week. Het begon allemaal pas echt op zestien, zeventienjarige leeftijd. Dat was mijn experimentele fase. Ik werkte in de visafslag en had meer geld om uit te geven. Dagen in de visafslag van tussen de twaalf en achttien uur met kisten van ongeveer 60 kilo hield ik niet vol. Ik ging drugs gebruiken puur om het vol te houden.
“Mijn broertje had ik zes jaar niet gesproken”
Doordeweeks was het keihard werken. Vroeg op en lange dagen. Maar in het weekend dan mocht ik helemaal los. Als ik maar op zondag in de kerk zat. Ik ben gelovig opgevoed, maar mijn geloof was niet zoals het nu is. Ik heb nu een levendige relatie met God, die keuze heb ik zelf gemaakt. Dat is toch heel wat anders dan gedwongen naar de kerk moeten. Ik heb wel het gevoel dat ik beschermd ben gebleven. Als ik niet gelovig was opgevoed, dan zat ik hier nu niet.
Thuis was ik eigenlijk altijd open geweest over mijn verslaving. Ik heb het ook aan mijn moeder uitgelegd. Als ik thuis kwam hing er altijd een bepaalde spanning. Ze wisten waar ik mee bezig was. Er kwam verandering toen ik met heroïne begon. Ik sliep erg lang, ongeveer twaalf of veertien uur. En dan lag ik als een lijk in bed. Mijn ouders maakten zich veel zorgen. Ze vreesden voor mijn leven. Ik ben ook uit huis gezet.
Samen met mijn toenmalige vriendin heb ik een tijdje samengewoond. Rond die periode was ik ziek van de heroïne. Ik heb van haar meerdere keren geld gestolen en op een gegeven moment kon ik niets anders verzinnen dan de televisie te verkopen. Voor haar televisie kreeg ik iets van zestig euro. Ik ben diezelfde dag nog naar Amsterdam gegaan met een vriend en kocht heroïne om me weer beter te voelen. ’S avonds moest ik het aan mijn vriendin uitleggen. Dat was de druppel. Zo ben ik in Zwolle terechtgekomen bij dagen nachtopvang en crisisopvang.
“Ik was ziek van de heroïne”
Als ik er moeite voor doe kan ik me een heleboel herinneren van die periode, maar niet alles. Het is eigenlijk meer dat ik mezelf zo heb getraind om dat gedeelte te vergeten. Daarom kost het me ook heel veel moeite om het verhaal te vertellen. Ik ben ook erg snel uit mijn concentratie als ik in dat gebied afdaal en probeer naar boven te halen wat ik eigenlijk al had weggestopt.
>>
Sensum januari 2015 | 31
>> In Amersfoort ben ik afgekickt. Daar hadden ze een experimentele afkickmethode, overgewaaid uit Engeland. Ik kreeg vloeibare medicatie toegediend en alles was binnen acht uur uit mijn systeem. Dat was eigenlijk het makkelijkste gedeelte, lichamelijk afkicken. Eenmaal bijgekomen uit de narcose, kwamen alle emoties die ik de afgelopen jaren had weggestopt naar boven toe. En daar heb ik nu soms nog mee te maken. Pijnlijke herinneringen of flarden die ik voor me zie. Dus dat is al een jaar of tien aan de gang. Dat verwerkingsproces.
Ik woon nu sinds juni 2012 weer op Urk en werk sinds een jaar voor Waypoint. Bij voorlichtingen op scholen over verslaving, vertel ik vaak mijn verhaal. Mensen willen graag horen wat ik heb meegemaakt. Ik vind het altijd geweldig om andere mensen daarmee te helpen.
Kijk, je gaat uitleven wie je bent. Je identiteit is heel belangrijk. Vroeger ging ik er vanuit hoe ik over mezelf dacht en dat is een stuk negatiever dan hoe God over me denkt.
‘Het kon zo niet verder. Ik wilde rust in mijn hoofd’, Urk, Foto Sarah Ras
32 | Sensum januari 2015
Ik heb me laten dopen en daarin herken ik dat mijn oude leven voorbij is. Mijn leven in Christus ben ik begonnen.
“Mijn oude leven is voorbij”
Ik kan het niet uitgummen. Het klopt ook wat ik gedaan heb en daar ben ik eerlijk over. Maar ik moet met mezelf door één deur kunnen. Dat is het belangrijkste. En dat kan ik. “
Foto: Urk, Jan’s geboortedorp en huidige woonplaats
Sensum januari 2015 | 33
INSTAGRAM #RESPECT
Sensum volgt op Instagram personen die foto’s plaatsen onder #respect. Elke maand posten wij in deze rubriek de meest indrukwekkende, spraakmakende en mooiste foto’s. mane.mane Nous sommes #Charlie #charliehebdo #jesuischarlie #respect #amour #respect
tattoo_huero Big S/O and THANK YOU to @travisbarker and the team cover for this tribube to the home @mr)trigz. #salute #thankyou #respect #longbeach #california
ylianagmz #respect
alex.signature Our man are hard working and strive through the toughest conditions. Demolition isn’t about being a big muscled behemoth but about endurance, stamina and agility. Big respect to our crew for always working hard! #respect #truck #workinghard #garagetruk #newyorkcity #nyc #manhattan
sha_sha83 Thank You @dswt #elephant #love #trust #respect #photoshooting #animal
34 | Sensum januari 2015
Volgende week
Colofon Jaargang 1, nr 01, 7 januari 2015 Onafhankelijk weekblad Opgericht 7 december 2014 2015 VN ISSN 0638 335 Hoofdredactie: Karlijn Noordhof Eindredactie: Sarah Ras, Ruben Middelveen Redactie: Jari Wesselink, Thomas Mulder, Ruben Andriol, Geart van der Pol Website: Ruben Andriol Adresgegevens: Hogeschool Windesheim, Campus 2-6, 8017 CA Zwolle, tel. 0900 8899, email: redactie@sensum.nl
Sensum gaat in gesprek met Jeroen Smit, hoogleraar Journalistiek aan de Rijks Universiteit Groningen. Waar ligt de grens van de vrijheid van meningsuiting? Het hele tijdschrift staat in het teken van ‘vrijheid van meningsuiting‘ en ‘discriminatie.‘
SENSUM
Abonnementen: Bij automatische incasso per jaar: €205,- (Belgie €220,); Per half jaar €108,- (Belgie €120,-) kwartaal €58,- (Belgie €70,-). Toeslag acceptgiro: €2,- per betaalmoment. Overig buitenland: €290,60 Abonnementsgeld dient bij vooruitbetaling te worden voldaan. Abonnementen kunnen per nummer ingaan. Voor het beeindigen van een abonnement geldt een opzegtermijn van een maand voor afloop van de abonnementsperiode. Zonder opzegging worden abonnementen na de eerste abonnementsperiode omgezet in een abonnement voor onbepaalde tijd. Inning van het abonnementsgeld blijft gelijk aan de periode waarvoor het abonnement is aangegaan. Na omzetting van het abonnement naar onbepaalde tijd geld een opzegtermijn van een maand vanaf de dag dat de opzegging Sensum heeft bereikt. Eventueel teveel vooruitbetaald abonnementsgeld wordt automatisch teruggestort. Opzeggen kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail en wordt onzerzijds schriftelijk bevestigd. Vermeld bij opzegging altijd het adres waarom Sensum bezorgd wordt. Zie ook Sensum.nl/ abonnementvoorwaarden Sensum op Ipad: €4,49 per editie, dubbelnummers €5,49, gratis voor abonnees via de app-store of Sensum.nl/ Ipad WPG Klantenservice: WPG Klantenservice postbus 1395, Amsterdam.
Het tweede nummer van 2015 ligt vanaf 14 januari in de winkel. Sensum januari 2015 | 35