S.
l.
aan der Molen
Klokkestoelen in en rond Friesland
l.
*
Friesland
Inleiding Floewei over de klokkestoelen of klokhuizen (Fries: klokhós) weinig lireratuur
is
verschenen het hier aangeboden artikel is een bewerkte herdruk van een pubiikatie urt 1939'), die weer teruggaar
op een uit 1938 )) zi)n deze typische bouwsels zo langzarnerhand dermate attraktief geworden voor de toerist (al dan niet autochtoon), dar in Tips voor trips in Friesland. een,,klokkestoelenroure"
wordt aanbevolen, waarbij zo'n twintig stuks worden ,,gedaan".,t; Ook in toeristische folders en op affiches die Friesland Ínoeten aanprijzen wordt de klokkestoel graag gepresenteerd, naast andere Friese eigenaardigheden, zoals het oeleboerd, cle
en het kop-hals-romptype. In vroeger tijd werden ze blijkbaar minder bezienswaardig gevonden. \Yaling Dijkstra noenrr ciel klokhuizen rorminsre min of meer in het voorbijgaan als hij spreekt over het klokluiden: zadeidaktoren
,,Klokluiden is vooral in het zuidoosten der provincie eene groore liefhebberij. Men vindt daar vele kleine dorpen, be-
staande uit eenige verspreide boerderijen en cnkele andere huizen, waar geen kerk en toren zijn, maar alleen een kerkhof of begraafplaars is, met een klokhuis er op.
Een enkele keer, zooals
te Nijega
ir-r
Snrallir-rgerland, ziet men eene kerk zouder toren, maar een klokhuis onmiddellijk bii de kerk, ook wel eene kerk met
t()re11
cn toch een klokhuis. Zulk
een
klolihuis bestaat uit zwaar bintwerk zon-
llr,i Ii'r
1rr--
chot, waar boven in,
ir,)4 i:..rr í",
ongeveer
i.,rr kleine dorpskerk, een of
iri,t,e I'i.,iikcn hangcn. (.. .) De klokhui'.:n zrjn voor icclo- toegankelijk en het valt dus gernakkelijk aar.r het luiden tc gaan als n-ren z-ulks in den zin mocht krijgen." a) i
Toen D. J. van der Ven in zijn Neerlands Volkslepen (1920) een panorama gaf van de volkskuituur in ons land, vergar hij nier €iewag te maken van ,,de sobere bonkige klokhuizen met hun
grauwbruine balkengevaarten en hun
vrijhangende klokken" in,Friese dorpjes, die hij ,,in al hun archaïstischen eenvoud prachtige voorbeelden van een constructieven carillon-torenbouw in zijn aller-
primitiefsten vorm" noemde.s) En Theun de Vries kon her trieste tafereel van Jarigs begrafenis op een klein dorpskerkhof niet raker beschrijven dan met deze sfeervolle zinnen:
,,Voor het houten klokkehuis, een erbarmelijk gestel, wachtte de koster. Bij het naderen van de stoet begon hij het touw tc' trekken. De lage grijsgeworden grafstencn waren gebeiteld rnet - sommige treurtakken, n-let teksten en met een opcrrgeslagen bocl<, clat cie schriftuur nroest voorstellen rcz,cn ecnz-aam achter de outblaclerclc- heg. Dc klok klepte
hol over het smalle dodenerf aan het water."'i)
' Op
t,erz-oek'ean tlc reclaktie heet't da heer Van d.er Molen zijn artibel over klohkestoelen uit 1939 enigszins bijgewerkt en,uoor herdrwk at'gestaan. Dit artikel is perder meer als een irtlcitling an o':)crzicbt te bescbouwen dan al1 ecn wi,pwttexdc studie.
Rt'daktic 25
ffi'ffi, -,t'yrgu
,io
-fsx*&uwr*,r*
!7
?t
1. NIJEGA (Sn.) in 1222, getekcnd cloor J. Stellingwerf : ecn klokkestoel bij kerk zonder toren.
,,Otn Lítens" Overigens ziyt klokkestoelen
niet tot
Friesland beperkt eu komen of kwar-ner"t zij ook in Gronir-rgen, Drente en Noorclwest-Overijssel hier en daar voor, al zijn ze in Friesland wel het sterkst vertegenwoordigd. Voor zover valt ua te gaan is
er weinig verschil in uiterlijk en
bouw meer denken aan het klokhuis naast de Martinikerk te Sneek of de
van de traditie afwijkcnde ,,torentjes" te Greouterp, Flartwerd en Hennaard, al zov de Gunilla-klokke-
eveneens
26
stoei bij het slot te Uppsala blijkens de afbeeldingr") wel weer in Friesland kunllen staan, als wij tenmitlste even afzien van het kleine torentje clat het dak van cle ons vertrouwde konstruktie bekroont. Ook in Engeland kon-reu klokkestoelen voor.t"a)
kor.r-
struktie waar te nemen en dat geldt ooli voor de klokkestoelen die wij ir-r het buitenland aantreffen, of het nu ecn ,,Feuert) of ecn gloche" in tJTorpswecle betreft in à Róros" bois en cloche(r) ,,Ancienne Noorwegen.") In Zweden worden ,,die Glockenti.irme der làndlichen Gemeinden" als ,,die malerische Unterbrechung des weiten, diinn besiedelten Landes" gekarakteriseerd,") maar zij doen in hun
ecr.r
K
onstrwbtie
l-aten
wij
intusserr
tot
Frie
sland terug-
keren, waar wij nog steeds kunneu vaststeilen clat een ,,klokhós" (de Groninger aanduiding luidt: ,,gaaig", door Ter Laan toegelicht als ,,it-t kleine dorpeu het houteu stel waar de klok in hangt") ") b"staat uit een samenstel vall palen en balken, bekroond door een dakje c-lat allerlei vormen kan hebben: zadeldak, py-
ramide, tentdak, heln-r, waaronder eel-l tot twee (in een enkel geval, zoalsWijnjeterp, zelfs drie) klokk en zt)n opgehangen. FIoe ouder zo'n klokhuis, hoe primitiever
het er uitziet. De stijlen zijn dan vaak
ruw el1 ongeverfd er-r bochtig, alsof men ze zo uit het bos had gehaald, terwijl
1682183
werd het klokhuis verbouwd
en
eeuwell
geschikt gemaakt om er meer klokken in op te hangen, afkon-rstig uit de verdwenen rorens. Het klokhuis te Sneek is voor enkele jaren geheel gerestaureerd.
l1u 1-log kennen en de gehele konstruktie
Tenslotte moet opgemerkt worden dat de balkkonstruktie in stenen rorens voor het ophangen van de klokken ook klokkestoei heer en naar vorm dikwijls soortgelijk is aan de vrijstaande klokke-
ze meestal door zware zwerfblokken worden gedragen, vooral op de Friese
zanclgronden.
In de loop àe.
zullen ze niet veel veranderir-rg hebben ondergaan. Op afbeeldingen uii het be_ gin van de achttiende eeuw verschijnen ze al tn dezelfde gedaantc waarin ,ui, ,"
is bovcndien zo eenvoudig en
tevcns
doelmatig, dat deze als dooi de eeuwen beproefd kan gelden. In Sneek is de balkkonstruktie op een stenen voetstuk geplaatst en met hout
bekleed, eeu overgangsvorm tusselr
klokkestoel en toren. Dii klo\irurs werci ir-r 1489 yerzer \ .r rl tic noor.lzijcle van de k,,r'i, na"'rr .le hurdige sta,rdpláats aan rra) dc zurdzijde. _Volgcns H. Halbertsma hing hierin de Sneker stadsklok, terwiji de kerkklokken in de beide -"rr,or"r,, hinsen. Na afbraak van deze rorcns in
2' OUDE'SCHOOT in
7732, getekc'd
stoelen.
Zestiende eeuw
Floewel over het uiterlijk niets wordt verrneld, worden klokkestoelen al in de zestiende eeuw genoemc{. Het rrroegste ons bekende voorbeeld is dat uan Giërgarip, waar in 1543 land wordt verkocht ten bedrage van
LXXX
golden floreenen,
,,welcke penninghen voorschreuen gebruyct ende vuytg eleyt zyn ror ,r.i"-
tuyr ende timmerir-rghe eens nyeuws klockhuys".'r) Blijkbaar rroest deze
door C. Pronk: ecn klokl<estoel bij ce' kerk rnet roren.
AF b
È$
ltí*:'
*
li*si lrlr li{.r.i 27
3. YNDIJK rond 1720,
getekend door J. Stellingwerf : klokkestoel bij ccn kerkruĂŻne.
4. URETERP: klokkestoel
met rwee klokken.
klokkestoel een oudere vervangen. Of dat ook het geval was iu het thans ook als clorp niet meer bestaande Lutjepost, enkele tientallen jaren later? Op 30 jauuari 1581 wordt namelijk betreffcnde de eigendommerl van kerk en geestelijkheid
aldaar getuigd: ,,Patroon heeft
lians
nichts behoiden, dan is ontrellt vor 10 iat wenich lancit verkofft by collsent vant hoff to optimmeringe van een houten klockhuis."t") Het is mogelijk clat clit kiokhuis toeÍ) een bouwvallige of afgebroken toreu verr.'ing. Op een ekskursie
van het Fries Genootschap vórir de tweede r-,,c,reldoorlog n-raakte nu wijlen dr. A. L. Hcerma vatt Voss melding van de uitspraak in een konfiikt over kerk eri toreli tussen het Buu'cklooster bij Drogeham en cle parochie van HarkernaOpeinde ir-r 1558, waarbij ont{cr mee r bep-r32]d werd: het kloostcr z-al cle kapel op F{arkerna-kerkhof en hct klok}rui:r op iret kloostcrkcrkirol herstellen crr otrcler-
houden;
he
In
t dorp levert dr:
kloklie-
elezelfcle ontgevil.rg, namclijl< rc Kootcn, stor-rd in 1573 na:r-st de l<crk bij het ,,Olcleclyp" een ,,Clockhuys"''*)
touwen.
Het is intussen te betreurcrr ciat biivoorbceld cle overigens zo geclcgen atlas 'en Schotanuslt') voor een onclerzoek naar het voorkornen varr klokkestoeletr in het verleclen vrijwel waardeioos moet wordei-r genoen-rd. Siechts enkele lilokhuizcn z-ijn aangegeven, blijkbaar geheei wiliekcurig, terwijl uit het ontbreken van de torens bij r-eie in opstal getekende kerkies ook al geen konklusies kuuucn worden getrokken. Acbttiende eeuw Wij zijn dar.r ook, om r1a te gaart of erl irr hoeverre de verspreieling in dc loop clcr tijden wijz-igir-reeri heeft oudergaall' aangewezen op c'le irr hct prenterriiabinet van het Frics Museurtr airttwczige tekenirrgen, nrct name op tlic v:trt .l acobus Stcllingwerf (uit de jarerr l72A-'25) en die varr (lornelis Pronk (uit iets latere tijd), alsmede wat de ncgcntiende eeuw betrcft de Niewwe Atlas p,zn tle provint'ic Fricsland, door V. F,eli.hoff ( 1849- I 859), ter-
wijl
ool< de beide delcn van dr.
C.
A.
5. V'iJNJfl'It'.RP: iilohkestoel nret clric ir
iohl<en.
Wrinriies' Stads- en Dorpskroniek (.7A01800, 1800-1900) benevens berichten uit de provinciale pers en archivalia ous van c'licnst
zijn tcu'ecst.
Stellingn'erf dan tekent bij de kerken in de volgende plaatsen een klokhuis:
1. Tietlerk 1722
2. Noord-Drachten
3. Zurd-Drachten
1722 1723
4. Kortehemmetl 5. Nijcga-Srn. 1.722 6. Opeinde 1223 7. Vartena 1.721 8. Tjerkwcrcl 1723
9. Idsega 1723 10. LcÊnga 1722 11. T'erkappcl 1722? 12. (lersloot 1723 13. Nijchaske 1723 14. Ouclehaske 1,7217 i5.
Srrikzwaag
16. []rongerga 1722
;7. St.
Johannc:iga
l72l 29
18. Jubbega
1722
19. Katlyk 1722
20. 21. 22. 23.
Mildam 1721 Nijehorne 1725 Nieuweschoor 1722 ,,Oldega in Scl-roterlar-rd"
:
Schoter Uiterdijken, 1723
24. Oudehorne 1722 25. Oudeschoot 1732 (C. Pronk) 26. Rohel of Nijega 1221 27. Kleine gaast (: Rotstergaast?) 1723 28. Rotsterhaule 29. Echten 1721 30. Eesterga 1723 31. Follega 32. Oosterzee 1722 33. Mirns 1723
34. Ruigahuizen L721, 35. Dor-rkerbroek 1723 36. Fochteloo 7721 37. Haule 1723 38. Langedtjk 1722 39. Makkinga 1722 40. Nijeberkoop 1722 41. Oosterwolde 1724 42, Bakkeveen 1723 43. Beets 1723
44. Duurswoude
1722
45. Hemrlk 1726
46. 47. 48. 49. 50.
Kortezwaag 1723 Langezwaag 7722 Lippenhuizen 1721 Sigerswoude 1722
Terwispel 1723
p'.TJERK\rERD in 1723, gerekend door J. Stellingwerf : de klokkestoel is ten bekleed mer hout.
*v'i '9;&
Wr,rrrrt 30
thrt/rwjffiu{
r
r
r
:
j
@{@d w#""
clele
&
rp trt
#-*
j
'g 1í''t
*.t.::.::
{. ÍTi'*
.
,
tu-*-
^iR
@b
^-:"'?'\--':tu r,:u ;á
\
'1,
"4' .:.
Z. SNEEK, Marrinikerk, ecn achtticnde-eeuwse teliening r,an J. Bulthuis: een klokhuis op een stcnen voetstuk en geheel betimmerd.
51. Wijnjeterp
1723
52. Boyl 1722
53. Noordwolde 1,724 54. Nijelamer 55. Nijetrine 1724 56. Oldeholtwolde 1723 57. Oudetrtne 1,723 58. Sonnega 1722 59. Steggerda 1722 60. Ter Idserd 1723 61. Boornzwaag 62. Leger-t-reer 63. Dikcn 64. St. Nicolaasga 65. Doniaga 66. Lutjepost ( 1 581 ) 62. Kooten (1573) 68. Oostermeer 1721 69. Harkerr-ra-Opeincle (Buweklooster) 70. Ouwsterhaule 21. Kolderwolde? 1718 72. Hornsterzwaag 1,724 73. Rottum (Pronk) 74. Go'ingarijp (15a3)
Op de tekening van het voormalige Buweklooster ontbreekt het klokhuis, nraar dit noet omstreeks 1720 wel aanwezig zijn geweesÍ, zodat nr. 69 in deze
lijst is opgerlomen. Evenmin hebben wij
bij Stellingwerf ecn bewijs kulrnen vinden voor het bestaan van een klokhuis te
Kooten in zijn tijd. Echter wordt nog op 14 juli 1781 aldaar aanbqsteed het maken van een uieuw eiken klokhuis op acht stijlen lang omtrent 30 voet, zwaar 1 voet in het vierkant tu), zodat wij ook Kooter.r in deze lijst konden oPnemen. Lutjepost is vermeld wegens het klokhuis van 1581 (1.571.) en Goëngarijp wegens de opgave uit 1543. De lijst geeft dus de vroegst mogelijke verspreiding aan die uit de stukken is af te leiden. Ilen aantal klokhuizen verdient or-rze bijzondere aandacht: Opeinde .In het klokhuis hangt één klok; evenwel bezit de kerk een zadeldaktoren,
die in 1909 r?) is afgebioken, met de kerk. Het doet ietwat onlogisch aan dat men toren en klokhuis naast elkaar aantrof. \íij komen daar straks nog oP terug.
Tj:rkwerd. Ve hebben hier te doen met ee ii ,,uitloper". Het is niet onmogelijk dat deze kerk oorspronkelijk een toren gehad heeft. Op Stellingwerf's tekening draagt de voorgevel van het kerkgebouw namelijk het jaarnl 1,642, terwiil de kerk 31
r.tL'* rw.!
,sidf'
4-ïr
ffi
8. HART\/ERD rond 1786, getekcncl cloor J. Gardcnier Visscher: bij i{e afbraak var-r cle
kerk in l77l bieef
cle oucle z-aclelc'hlitoren
staan. Hij hielcl het nos r-rit tot iliC6 en werd toen wcqcns bourvr'tllighcrci tfgcbroken.
Hcr kan clus zijn dat in dat jaar cli' ttirerr afgebroker-r en
enige eeuwel) oucler is.
toerl h€t klokhuis cebouwci is. Idsega. De tekening geefr cen beelcl varr de kerkrr-rïner; ()p
plaats vrlu de voormillige torelr bcviudt zich eell opltlerkclijk hoog klokhuis, waarin één klokl kcr-rc1e
nelijk een,,noocklprlossing". Loënga. l.r'crrccrrs een kerkruïnc' met k1ok, waarin één klok, ter \rcrvanging val-) de vroegcre t{)l'en. N íjebaske. Kerk r.Lil rie nrct klokhuis, waarin één klok. I)c rLrl'rrc staat :rls dic van de ,)oude kerk" r'ei'rrcl,.J i dcz.c stond voorheen aan de z-uiclz.ildc r.err cle weg naar .Joure. Te Owdebaske, Snikzwaag, Ilrongerga, ,,Oldega in Schoterland" (ltter Schoter Uiterdijken), Roltcl, Klcinc g,r,7.sr (Gilxsr of Rotstergaast) en Rotstcrbtulc zijn dc kerken alle vervallcn. Naast dc ruïnc bevindt zich steeds een klokhuis. C)itt{cscboor (tekening 32
C. Pronk). Kcrk
9. De regenwoordige ,,klokkestoel"
re
Hartwerd, die in de plaats gekonren is van de afgebroken roren.
met zadeldaktoren, op het kerkhof een klokhuis, waarir-r één klok (zie Opeinde). Bakkeveen. Ook hier een vervallen kerk klokhuis (één klok), doch tevcr"rs is reeds ecn nieuwe kerk met spitsje afge-
n-ret
beeld.
Beets, Hoewel cle kerk een toren rrer f linke spits bezit, is er een klokhuis waarin twee klokken (zie Opeincie). Oostermeer. Hoewel de oucle kerk op het Heechsàr-r eel.l stoere wesrrorerl bezit (deze is r-rog aanwezig), uit dc l5de eeuw daterend, ziet men op Stellingswerf's tekenins eerr dubbel klokhuis, waarin een srote cr1 ecn kleine klok. De toren had gccn gaimgaten; deze ziln er pas in 1835
ir,
,r.rngebracht, toen het klokhuis afge-
br,rircn en cie beide klokken cloor nieuv'e \ r'i r.111{911 ,r',:rclen. C)mstreeks 1730 \e. r,, r-iJr' [{r;,,1 S.ragn'rrr ccn nieuw klokhuis , { }{)r )50 e rrolieulclen. clat reecls in 1764 cn in 179l weer herstcld nroesr worclen
.'*)
"ry\,
\
I
\tl'g
a
r
\
@ !a
rr,.
o( ir
,
@,
fuI*. L4)
U.,/-
a--r--
x B:8.(1) /p?.
qt
.
l-,/.,t--. รณo- aso*J^t<* oTtot+zlt-- /rl-,-_ 6oa-'
+N4^' k:* W*"?*4*+.
?4 y^
(/oI +
\
5,ozr.) _.=--
4ld+^\ \
h 10' MARSSUM: doorsnede van de toren. De konstruktic van de klokkestoel die van de vrijstaande klokkesroelen.
lijkt
z,o,z-
veel op
33
11. OOSTERMEL.R: doc-'rsnede r',rn de loreu' Korte klokkestoelen, opgesteld op afzonderlijke iuliken' dic cle krachten naai Itrger nivcau brenger.r. a I, ,::,i,,1
12. DRACHTEN-Zuid: dezc klokkestoel
is
na 1945 afgebroken.
Toren cn ielokbuis Oosterureer is dus hct vierde voorbeeld varr het aallweziâ&#x201A;Źl zijn van eell torL.ll ell tevens varl een klokhuis et1 het is cles te
sprekcnder, daar hier oorspronkelijk de galrngaten ontbraken. Zijn fur-rktie was dus een andere dan klokkencirager. Wellicht moeten wij hier denkcn aau de toren als toevluchtsoord in tijden van oorlog en oproer. Bekend is dat niet zelden bedreigde dorpelingen of verdedigers zich in kerk en toren in veiligheid stelden en daaruit de aanvallers bestookten. Dat in zo'u geval de klokken, ook later, niet in de toren opgehangen werden bewijst het voorbeelcl van UreterP. Dit dorp bezit een kerk met een toren die uit de 13de eeuw clateert, terwijl het 34
boveneinde waarschijniijk uit het laatste kwart van de 16e eeuw stan'lt. Nu doet zich het merkwaardige geval voor dat de gemeente in de tweedc helft der lBde eeuw geen klokken bezat. Of deze daarvóór wel aanwezíg waren? In elk geval
gaten bezit, de klokken in een klokhuis opgehangen werden. Sprak te Ureterp nog in de 18de eeuw zó sterk de traditie van het bouwen van klokhuizen, die in de Friese tWouden blijkbaar zeer krachtig
beklaagde
Thans (1,971) hangen de Ureterper klokker-r nog in hun houten stoel en niemand kornt blijkbaar op de gedachte ze in de tijd geen dienst (meer) doen-de in onze toren te plaatsen!
de Drachtster
volksdichter Bemardus Albertus Fabrycius er zich in
ecn rijmstuk over dat hij, toen hij op 1 januari 1,766 te Ureterp wilde kerken, bij de kerk aankwam toen de dienst reeds was afgelopen. En dat ,,omdat alhier geen Klokkeir Zondags worden hier getrokken". Fabrycius was dan ook van mening ,,dat hier een Klok van noder-r is" en zijn aktie bleef niet zor-rder resr.rltaar. Er wercl een Kon-rité gevornrcl, dat te Amsterdam de
klokken liet kopen. Op 30 septernber 1766 werden deze klokl<en in een klokl'suis op het kerkhof opgehangen, bij gelegenheid waarvan Fa-
brycius zich op rijm tot de menigte richtte en de Ureterpsters voorhield dat zi) nimmer klokken bezeten hadden: ,,Jirn habbe noait gen klokken han" t"). Wij kunr-ren niet beoordelen in hoeverre deze uitlating van de Drachtster rijrnelaar op juistheid berust, maar het is toch merkwaardig dat, hoewel de toren galm-
13. TWIJZELERHEIDE: nieuwbouw na 1945.
is
geweest?
-
Klokbwis als vervanger Boornz-uaag, b;j Langweer, had oorspronkelijk geen klokhuis. In 1.634 werd een nieuw kerkje met een toren gebouwd, dat echter reeds omstreeks 1.693 werd afgebroken en vervangen door een klokhuis, dat wij o.a. aangegeven vonden op de kaart ,,Boornswaag nog niet bepol-
dert", waarschijnlijk uit de eerste helft
der l8de eeuw (Rijksarchief
Leeuwar-
den). Een afbeelding, naar een
18de-
van P. I. Portier, vindt rren in Wumkes' Stads- en Dorpskronieh.zu) In 1850 was het klokhuis nog aanwezíg (Eekhoff-kaart) ma^r later is eeuwse tekening
het afgebroken.
\fij zíen hier een voorbeeld, dat een klokhuis ter vervanging van een kerk en/of toren werd opgetrokken, wat in de lBde eeuw op meer plaatsen geschiedde. Het vroegste voorbeeld hiervan schijnt Legemeer te zi1n. Dit dorp had oorspronkelijk een kerk, die o.a. in 1617 genoemd wordt. In een stuk van 1604 leest men van het toen ,,nij gebouwde clockhuis".el)
Dit zou er op kunnen wijzen dat dit klokhuis er toen eerst gekomen is, wellicht ter vervanging van een oudere toren? FIet naburige 'Ier Oele had bijv. ook een kerk en toren, die later verdwenen zijn. Zekerheid bestaat er echter omtrent het voorbeeld van Legemeer niet. Mirns heeft r'óór 1723 eveneens een toren bezeten.
Kolduwoldc heeft op de kaart
van
Schotanus (1718) een kerkje met klokhuis. Bij Stellingwerf (1,722) ontbreekt clit en bczit de kerk een spitsje. Hoewel cr slechts een verschii van enkele jaren is, dekken beide gegevens elkaar dus niet, 35
14. BROEK getekend door
bij
Joure,
n
7786.
H. Tavenier
15. BROEK bij Joure rn 7970: zowel kerk als klokkestoel zijn vernieuwd sinds 1786.
waarom wij achter
ff.71
een vraagteken
hebben gezet.
De klokhuizen te Idsega, LoĂŤnga, Mirns
en Boornz@adg en misschien
Legemeer
terland: \(/artena, Terkaple, Snikzwaag, Diken. Tietjerk is te beschouwen als een uitloper van de lVouden (daartoe te rekenen de brede zand- en veenstrook
in
langs de oostelijke en zuidoostelijke grens
gelden en moeten buiten van een toren beschouwing blijven als wij het kerngebied van de verspreiding der klokhuizen
van Friesland) terwijl Tjerkwerd voorlopig buiten beschouwing kan blijven. Wij zien dan dat de klokhuizen oorspronkelijk voorkomen in het oosten) zuidooscen en zuiden van Friesland, vrij-
kunnen dus niet als oorspronkelijk
de zin van: tegelijk met de kerk- gebouwd, in elk geval niet ter vervanging
willen aangeven. Dit blijkt begrensd te worden door de lijn die de klokhuizen Oudehas-
wel steeds naast eenvoudige kerkgebouwtjes, die het zonder toren moesten stellen. Dit gebied is in tegenstelling met de rijke kleihoek in het noorden en westen steeds
-Legemeer verbindt. Ruigahuizen-Eesterga Hiervan liggen in het zogenaamde Wa-
middeleeuwen, toen de meeste kerkjes daar ontstonden. In de weidestreek en in
Ă&#x2039;e Lutjepost-Kooten-Tietjerk-\ilartena
ke
36
Snikzwaag
-Terkaple Tjerkwerd Diken
-
weinig welvarend geweest, zeker
in
de
d) zíjn talrijke en naar verhouding vrij grote ker-
de bouwhoek (het terpengebie
ken met dikwijls indrukwekkende torens
vertezen, waartegen de bescheidenheid varr de oude kerkgebouwtjes in het zuidooster-r
der provincie niet weinig
Latere raijzigingen
et ontstaan
Hoewel wij ons verder niet zullen bezighouden met de overigens wel belangrijke, in elk geval boeiende vraag, waaraan de klokhuizen hun ontstaan te danken hebben, wii het ons voorkomen dat de ge-
ringe welstand der oorspronkelijke pa-
rol heeft gespeeld. \il/ij vinden voor dit gevoelen steun in de mening van nu wijlen architekt G. J. Veenstra, kenner van de oude Friese kerkbouw, die in de Friesland-uitgave 1937 schreef: ,,In de woudstreken van de provincie vindt men bij de kerken rochies zeker een belangrijke
nog tal van houten klokkestoelen, die de hier te kostbare torenbouw moesten vervangen". C. H. Peters, die
dat hem geen liturgische faktoren bekend zíjn. Het blijft dus een probleem, dat in internationaal verband (Skandinavië) bezien moet worden.
af -
steekt. I-l
herdruk deze vraag echter ín deze zin,
in zijn ,,Owd-Gronin-
gen" (1,921) de Groninger klokhuizen
behandelde (blz. 100), geeft ook als zijn mening dat de minder mer aardse goederen gezegende parochies een klokhuis bouwden, daar de kosten van het bouwen van een toren boven hun draag-
In de l8de en 19de eeuw heeft de verspreiding der klokhuizen in Friesland een niet onbelangrijke wijziging ondergaan. Enerzijds zijn klokhuizen afgebroken en vervangen door een spitsje op het kerkgebouw of door een toren, dan wel zonder meer verwijderd. Daarnaast zijn hier en daar klokhuizen verrezen waar een kerk en/of toren werd gesloopt. Een en ander heeft er toe geleid dat de tegenwoordige verspreiding een ander beeld oplevert dan dat van
de
vroegste verspreiding.
Van de door Stellingwerf
afgebeelde
klokhuizen zijn sedert afgebroken die te:
16. SONNEGA: een metalen klokkestoel uit 1912. Gelukkig is het gebruik van metaal bij de bouw van klokkestoelen tot dit voorbeeld beperkt gebleven.
Ë;&t
* !
kracht gingen. Het lijkt ons echter toe dat hiermede het vraagstuk niet geheel is opgelost. In Groningen en in Oost-Friesland trof en treft men nog vele vrij naast de kerken staande stenen klokketorens aan, die in OostFriesland een eigen vorm kregen. Volgens Peters toont de kaart der Ommelanden
van de gebr. Coenders (1650) er
een
40-tal.Daar zíjn onder die stenen klokketorens heel indrukwekkende gebouwen, die zeker weinig minder gekost zullen hebben dan een aan de kerk vastgebouwde toren, bijv. die te Zuidbroek. Het lijkt er dan ook wel op dat men om de een of andere reden de klokken vrij op het kerkhof hing. Kan hier een reden van liturgische aard in her geding zijn?,
zo vroegen wij in 1939. Dr. Stcensma beantwoordde bij de bewerking van de
37
erwispel. Tegenwoordige kerk gebouwd
Tietjerk. 9 december 1800 werd aanbesteed het afbreken r.'an het oude klokhuis en het weer opbouwen varl een
T
nieuwe toren.et) Nijega (S*.).Klokhuis afgebroken bij de bouw van een nieuwe kerk in 1850.13) 'Wartena. Geen bijzonderheden bekend. Tjerhwerd. 2 januari 1830 werd aanbesteed het uitnemen van de klokken, het afbreken van het oude k-lokhuis en het weer opbouwen van een nieuwe koepel op de kerk.2') Terkaple. In 1854 is de tegenwoordige kerk met spits gebou*d.") Bij deze ge-
bouw van een nieuw klokhuis
legenheid
zal het in
1791. (aanbesteding
op 20 januari) 26) vernieuvrde klokhuis
afgebroken zijn. Nijebaske; Owdehaske; Jwbbega. Geen bijzonderheden bekend.
Sr. loltannesga. \laarschijnlijk is
het
huis afgebroken bij het bouwen van een nieuwe Nederl. F{erv. Kerk in 1864.
Nijeborne; Schoter uiterdijben; Owdeschoot; Rohel; Rotsterbaule; Echten. Geen bijzonderheden bekend. Oosterzee. Klokhuis afgebroken
in
Op 26 januari van dat jaar werd
1.798.
tevens
aanbesteed het bouwen van een spitsje op
de kerk.2') Rwigabuizeru.
Klokhuis in 1893
wegens
bouwvalligheid afgebroken.
in
1864, waarbii waarschijnlijk klokhuis gesloopt. 1 oktober iB10 werd nog de aanbe-
steed.31)
N oordrpolde
;
N ijetrine
;
Oldeboltuolde ;
Olcletrine; Ter Idzard. Geen bijzonderheden bekend.tt)
Boornzuaag. Afgebroken na 1850. St. Nicolaasga. Geen bijzonderheden bekend.
Kooten.In 1883 is de oucie kerk gesloopt en toen is waarschijnlijk tevens het klokhuis afgebroken. Oostermeer. Klokhuis afgebroken in 1B3
5.3')
Owwsterbaule.
7 ma^rt
1298 aanbesteed
het afbreken van het klokhuis en
het
maken van een spits op de nieuwe westgevel van de kerk.sn) Voorts is in de 1Be eeuw, ter vervanging
van kerk en toren te Teerns (bij
Leeu-
warden), die nog voorkomen op de kaart van Schotanus, een klokhuis gebouwd dat voorkomt bij Eekhoff (1,847). 15 maart 1872 werd het afbreken van dit
klokhuis aanbesteed.ss) Het getal der in de l8de en de 19de eeuw gebouwde klokhuizen, op plaatsen waar men deze bouwsels voorheen niet kende, is eveneens niet onbelangrijk. \wij noemen daarvan:
H awle. Geen bijzonderheden bekend.
Mabkinga. 9 november 1775 verkooP van een eiken klokhuis voor twee klok' ken.z') In dat jaar is de tegenwoordige kerk met toren gebouwd.
Urterp (zie boven); Appelscha (Oud-); EIsIoo; Tijnje; Bor.,enbnijpe. Geen bijzonderheden bekend.
huis afgebroken.2e) Dwurswowde. Geen bijzonderheden be-
Lwinjeberd. Op 13 iuli 1,776 wordt aanvan een nieuw klokhuis aldaar, evenals rc Gersloot tn) Op 24 oktober 1893 worclt aanbesteed de afbraak van het bestaande en de bouw van een nieuwe klokkestoel te Lwinie-
kend. Kortezzpaag. 29
berd.3') Spanga.
Bah.teeaeen. Geen bijzonderheden bekend.
Beets.
Bij het bouwen van de tegenwoor-
dige N.H. kertrr in 1889 is het klok-
juli
afbreken van het
1896 aanbesteed het klokhuis en het bou-
wen van een houten torentje oP
de
kerk.so)
Langezraaag. Klokhuis waarschijnlijk af-
gebroken bij het bouwen van de tegenwoordige Ned. Herv. kerk in 1'743. Siegerswowde. Geen bijzonderheden bekend. 38
besteed het bouwen
Kerk in 1820 afgebroken.3s) Oldeouwer. 18 december 1786 werd aanbesteed het maken van een nieuw eiken klokhuis.so)
Ouwster-Nijega. Geen bijz.onderheden bekend.
Scbarl. Een afbeelding van dit klokhuis, in 1818 getekend door dr. J. ,t. d. Plaats, bevindt zich in het prentenkabinet van
hei Fries
Museum.
Het
tegenwoordige
klokhuis dateert van 1898. Ipekolsga; Indijk; Smallebrug; Ter Oele. Geen bijzonderheden bekend. Broek. F,r'en vóór 1800 had dc kerk nog een stompe toren. Akmarijp. Geen bijzor.rderheden bekend. Nes. Geen bijzonderheden bekencl.
Sneek, Greonterp, Hartwerd en I-{ennaard moeten om der wille var-r de vol ledigheid worden vermeid. Het betreft hier gecn eigenlijke klokhuizen (klokkestoelen), maar lage torenachtige gesloten bouwsels,
die vroegere kerken er1 torens
vervangen. Dat te Greonterp dateert uit 1922.40)
De toastand nw Van cle 55 nog bestaande klokhuizen staan er 16 Lrij een kerk. Het merendeel (39) staat eenzaam op een kerkhof zonder een kerk. Hopelijk zullen deze 55 klokkestoelen bewaard blijven, ook die welke nu in verval verkeren (zíe afb. 21 roc en
met 26), te meer daar zrj als monumenten bescherming
evetleens
genieten.
Trouwens, reeds voor de tweede wereld-
oorlog werden hier en daar
nieuwe
in de jaren '30 die te Katlijb en- Mildam, In meer klokhuizen gebouwd, zoals
recente tijd zijn bou#vallige klokkestoeien gerestaureerd of geheel vernieuwd, zoals te Elsloo en Oosterwolde. lr{et in de oorlogsjaren vernielde klokhuis van BawekLooster werd in 1952 herbouwd,
12. St. Thomasluiden te Oudehorne.
dat de nieuwe begraafplaats te ver van de dorpskerk was gelegen om bij begrafenissen het luiden van de klok goed te kunnen horen. Bij deze nieuwe klokhuizen is de traditionele hoofdvorm aangehouden en zij ziln van hout gebouwd,
in
dit
tot enkele
klokhuizen uit een vroegere periode, waarbtl bijvoorbeeld te Rottwm, Owdehorne en Boaenknijpe beton is gebruikt en Sonnega een ijzeren konstruktie kreeg. Bepaald fraai kur-rnen deze materialen voor dit doel niet worden genoemd. Na 1945 moesten ook enkele verliezen worden genoteerd: tegenstelling
terwijl naar ontwerp van Gemeentewerken Achtkarspelen voor het eerst Twizelerbeide een klokhuis kreeg. Op de nieuwe begraafplaats van Babkeveen werd een aantal jaren geleden als uitvloeisel van een testamentaire beschikking eveneens voor het eerst een klokke-
Noord- en Zuid-Drachten konden blijtrrbaar in het kader van de spektakulaire uitbreiding en rekonstruktie van deze
stoel gebouwd, terwijl ook Rottevalle er in de jaren '50 een kreeg. De reden was,
centrumplaats als ,,tê dorps" handhaafd worden. Jammer. . .
de klokhuizen op de kerkhoven
niet
van
ge-
39
ï;,.'ir- ,:ï"t íï x12 't^ 0055 x
"
x17 65
"
57o 06t..
5Ex
81
o
^
Lijst aan hlohhestoelen in Friesland x : verdwenen; o : bestaand 1. Akmarijp
o
2. Appelscha 3. Bakkeveen 4. Beets 5. Boornzwaag 6. Bovenknijpe 7. BoyI 8. Broek
o o
40
X X
o o O
9. Brongerga
10. Buweklooster ..... 11. Doniaga ... 12. Donkerbroek 13. Drachten Noord 14. Drachten Zuid 15. Duurswoude 16. Dijken
o o
o o
x X
X X
12.
Echter-r
18. L,esterga
...
.
X
20. Fochteloo
o o o
21. 22.
o o
I9.
23. 24. 25. 26. 27. 28. 19. 30. 31. 32. 33. 34. 5.
Elsloo Follega Gaasr
Gersioor
.........
Goïrrgarijp
.
o
Creonterp
o o
Hartwerd
o
Haule
X
Hemrik Hcnnaard Floornsterz-waag Iclsega
Indijk Jubbega Katlijk
...
Kolderwolde ,.ó. Kooten 37. Kortehemnren 38. Kortezwaag
o o o
x X
o
x X
o
x
39. Langedijke 40. Langezwaag
o
,11. Legemeer
o
-tJ. Lippenhuizcn -{3. Loënge '1,{.
Luinjeberd .......
45. Lutjepost 46. Makkinga 47. Mildam 48. Mirns 49. Nes bij Akkrum 50. Nieuweschoot 51. Noordwolde 52. Nijeberkoop 53. Nijega (Sm,) 54. Nijehaske 55. Nijeholtwolde 56. Nijehornc 57. Nijelamer 58. Nijetrine .........
X
x o o X X
o
o o o
x o
x x o X
o
59. Oldeholtwolde 60. Olde Ouwer 61. Oldetrine 62. Opeinde ........ 63. Oostermeer...... 64. Oosterwolde 65. Oosterzee 66. Oudega 67. Oudehaske ...... 68. Oudehorne...... 69. Oudeschoot 70. Ouwsterhaule 71. Ouwsternijega 72. Rohel 73. Rotsterhaule 74. Rottevalle 75. Rottum 76. Ruigahuizen 77. Scharl 78. Siegerswoude .... 79. Sint Johannesga .. 80. Sint Nicolaasga . 81. Smallebrugge 82. Sneek 83. Snikzwaag 84. Sonnega ........ 85. Spanga 86. Steggerda 87. Teerns 88. Ter ldzard 89. Terkaple........ 90. Teroele 91. Terwispel 92. Tietjerk ........ 93. Tjerkwerd 94. Twíjzelerheide 95. Tijnje 96. Ureterp 97. \lartena ... . .... 98. \X/ijnjeterp 99. Ypecolsga .
.X .o .x .o .x .o .x .x .x .o .x .X .x .X .X .o .o .o .o ,x .x .x .o .o .o .o .o .X .x .x .x .o .x .x .x .o .o .o .X .o .o
X
lijst geeft de situatie aan per 1 januarr 1.971. Toen waren er 44 klokkestoelen verdwenen en bestonden er nog 55. De
47
ll.
Groningen
De klokkestoelen in Groningen x : verdweRen; o : bestaand Vliedorp Maarslacht
X
Oostwolde Hoogkerk Dorkwerd
Ranum Menkeweer
x x x
\Tijtwerd
X
Middelbert....
X
Scharmer
x X
\Ăesterbroek Kolham
Jukwerd ..
.
.
\Wierum
X X
x X
x x
Meedhuizen tVagenborgen
x
\Testerlee
x x x
x
De Vilp
o
Oldekerk
o
Solwerd Opwierde
Peters (Oud-Groningen) geeft enkele a{beeldingen van Groninger klokhuizen en solrrt een twintigtal dorpen op clie ,,r'olgens de kaart der Omrnelanden van gebr. Coenclers van 1650 (. . .) nog in het bezit
van hun klokgestoelte (waren)". Hij vermeidt de volgcnde plaatsen : Dork'iuerd, Lloogkerk, Jwkwerd, Kolham,
MaarsLagt, Meedbwizen,
.Menkeweer,
iddelbert, Oldekerle, Oostzaold (W. K.), Opzuicrde, Ranurn, Scharmer, Solwerd, M
-W
agenborgen, esterbroeb, e s t e rl e e,'W i e r um en'W ij t'*^ e r d,,,t l a?-r van nu r-rog alleen over is die te So1Vl
-W
ietlor'1t,
W
wero
Dit
laatste is onjuist: Solwerd is inmici-
ciels verdwenen. Te Oldekerl< is de
klok-
kestoel thans (1971) nog arlnwezig, ter,ijl De'Wilp (na 1800 or-rtstaau) er even-
icns een bezit.
Ik
heb Peters' opgave vergeleken met de
18. OLDEKERK in her Groningse \flesterecn klokkestoel buiten Friesland.
kvrrtier:
door hem bedoelde kaart Groningae et Omelandiae .van de gebr. Coenders. Hier en daar vond ik verschil. Zo is te Dorkwerd geen klokhuis aangegeven (bij Van
der Aa a1) vond ik het v'el vermeld), heeft Oldekerk op de kaart kerk en toren (Van der Aa schrijft: vóór 1.623 kerk,
vermeldt Van der Aa de klokkestoel te Westerlee niet; 'r is echter mogelijk dat Peters hier uit ons onbekende bron geput
thans overdekte galg), ontbreekt
Het schijnt dus dat omstreeks 1650 Dorkwerd, Oldekerk, Solwerd, lWagen-
heeft, maar in elk geval beroept hij zich ten oprechte op de gebr. Coenders. Tenslotte: het klokhuis van Westerbroeb rs afgebeeld op de Avondmaalsbeker.n') Het blijkt dus dat het vrijwel alle kleine dorpjes waren die zich met een klokhuis moesten tevreden stellen. Dit zou er op-
borgen en \íesterlee geen klokhuis bezaten en er pas later een gekregen hebben
nieuw op kunnen wijzen dat de geldmiddelen indertijd ín ireze materie wel
een
klokhuis te Solwerd (wel bij Van der Aa), te tWagenborgen (wel bij Van der Aa) en te \íesterlee (evenmin door Van der Aa vermeld).
ter vervanging van kerk enlof
toren
(voorbeeld: Oldekerk). Zoals opgemerkt
degelijk een belangrijke
rol
hebben ge-
speeld.
+3
lll.
Drente en Overijsel
XT
Yz
ge
%
De hlokkestoelen in Drente en OverĂjsel x : verdwenen; o : bestaand
l.
Roderwolde
x
2. 3. Gieten 4. Gasselte 5. Roswinkel
Peize......
x x x
6. Zuidwolde
x
x
7. Koekange ... 8.'$flapserveen ................ 9. Giethoorn 10. \fannepeĂŻveen 11. IJhorst
o-o o
Over de klokhuizen van Drente licht ons het boclije De Her'uot"nrde predileanten r-,an Drentbe, door T. A. Rornein (Groningen 1861), uitvoerig in. Achtereenvolgens worden vermeld:
GasseLtc.'Iot aan 1,787 was hier eerl kiokhuis; toen is er een houten torerltje op de kerk geplaatst, waarin de klok is overgebracht (blz. 51). Gictcn. De oorspronkelijk aan de Maagd Maria gewijde kerk werci in 1804 ver-
groot el] van ecll torerl voorzien, plaats van het tot clnsver
ir-r
gebezigde
klokkchuis (blz. os). Peize. De kleine spitse toren op de eertijds aan .]ohannes de Doper gewijde kerk werd in plaats varl ecn klokkehuis gemaakt in 1804 (blz. B5). Rodcrw,olde. De kerk, vroeger aan de Heilige Jacobus gewijd, werd in het begin van de 19de eeuw wegens bouwvalligheid afgebroken en vervangen door ecn nieuwe kerk en toren, ingewijd in
1831. De klok, die
tot dusver in
de
klokkestoel gehangen had, is in de nieuwe toren overgebracht (blz. 101). Koekange. De vorige kerk werd gesticht
in 1331, de tegenwoordige in i834. ,,Ir-r plaats va1-r een torell, die hier nimmer geweest is, staat bij de kerk een klokkehuis, waarop het jaartal 1835 en waarin twee klolrken hangen" (blz. 1,9a).In 1,969 bleek deze klokkestoel verdwenen. Wapserveen De tegenwoordige kerk is in 1803 gebouwd, aldus Romein, die wel spreekt over de in een klokkestoel hangende klok, maar niets mededeelt over een eventueel vroeger aanwezige toren
(blz.
1,ea).
Zuidwolde. De oude kerk, aan bisschop Maternus gewijd, werd in 1630 hersteld. Zij leed, benevens het klokkehuis, in 1672 zeer door de troepen van de bisschop van Munster en de keurvorst var-r Keulen.
Het klokkehuis is hier in
1.823 vervan-
gen door een toren op de kerk (blz. 241). Rosrpinhel. De oude kerk bevond zich evenals het klokhuis in het midden der
i7de eeuw in een vervallen
In 1759 werd
een nieuwe
toestand.
kerk gebouwd,
19. IJHORST in de kop van Overijsel: ecn kiokkestoel buiten Friesland met een opvallcnde konstruhtie aan de bovenkant.
die in
18
53 een torentje kreeg in
de
plaats van de klokkestoel (blz. 290). Dat zelfs een klokhuis ook nog wel eens de draagkrachr van een gemeente te boven kon gaan, bewijst het door Rornein vermelde voorbeeld van Gasselternijaeen. Daar werd in 1.707 de eerste kerk gesticht. ,,Daar hier vóór 1859 geen toren was hing een klokje, ongeveer 30 rrederi. ponden zwaar, in een eikeboom die in de pastorietuin stond" (blz. 60). \Wat de klokhuizen
in Overijsel betreft,
die staan op de kerkhoven van Gietboorn, Wanneperveen en Ilborst. Dat rc If borst wordt al in 1630 genoemd. Ir-r dat jaar stonden Ridderschap
en
Eigcnerfden van Drente aan het kerspel Dc Vijk ecn som van 75 guldens toe tot
rcparatie van het klokkenhuis ,,in den
lJhorst".{") De tegenwoordige klokkestocl cJraagt cen klok en bezit een inge-
45
ilt r:.
Ï
:Ír
ïr
**i' |f'
iq
20. Het luiden van de klokken bij een begrafenis, getekend door Ids. Viersma. De mannen gaan voorop en de vrouwen komen achteraan.
zwenkt pyramidaal dakje. Ook in Staphorst schíjnt een klokhuis te hebben gestaan. F. A. Ebbinge \Wubben maakt namelijk melding van een oud kerkboek, volgens hetwelk de (tweede?) kerk van dat dorp, aan de H. Nicolaas gewijd, geen toren had doch een ,,klokkenhuis" met twee klokken.") Over 'Wanneper,ueen en Giethoorn zijn ons geen bijzonderheden bekend. Het blijft een interessante vraag, waarom
de klokkestoelen wat Nederland betreft beperkt zijn gebleven tor het genoemde gebied: Friesland, Groningen, Drente, Kop van Overijsel, waarbij onze pro-
46
vincie het grootste aantal opleverde en nog oplevert, ook al zijn de grenzen van het klokhuis-gebied, zoals wij gezien frebben, in de loop der laatste eeuwen wel enigermate verschoven. Een onderzoek zou stellig de moeite waard zijn, maar zal zich dan ook moeten uitstrekken tot het buitenland. Moge onze inventarisatie tot een dergelijke srudie een steentje hebben bijgedragen. En zo een onderzoek niet plaatsvindt, dan hopen wij met onze bijdrage in ieder geval te hebben bereikt dat de markante bouwsels waarom het hier gaat de aandacht krijgen (en behou-
den) die ze verdienen.
Klokkestoelen in verval Helaas verkeren een aantal Friese klokkestoelen momenteel ernstig in verval, hetgeen door afbeel ding 2l tot en met 26 duidelijk wordt geĂŻllustreerd. Het is te hopen dat geen yan deze klokkestoel en zal verdwijnen , m^ r dat op de een of andere wijze herstel mogelijk is.
2Ia enb: Nijelamer
22a enb., Langedijke
23a enb: Appelscha
26a
cnb
Donkerbroek
N oten
t) D.
Nederlanclschc klokhuizen en hun in: Ttjdschrif t aí4n bet
")
Smcllingera-land (19+4),
blz.
is in
515.
verspreiding,
Het
Kontnklijk Nedcrlandscb Aardrijkskun-
scbouwd (t.a.p. blz. 51a). '*) B. It. Veltrnan, Oosterntecr, b\zz. 64,
diS Gtnootscbttp, 2e Serie clcel LVI (1939), afl. 4, blzz. 488-501.
blzz..
287
6lzz. 4)
Alclus A. S. Miedc,nr;r in Nicuusltlad t,an I:'riesland, 13 fcbr. 1935. !") Deel I, blz.. 421. 2t) Dc Yrijc I'rics, deel XIX, blz. 394. "2) Stads- cn Dorpskronit'h ll, blz. 3. ") D" \,'oorlopige l.iist (dccl lX) berichr dat de l<erk in 1850 geheel werd \-ernieuwd (blz. 302). In Smellingera-land u,ordt gesproken van ecn verbriurviuq en r';rrr het stichten van ecn roren in 1893
"')
-291. 1
(1965).
10-11.
U it Frieslands \'' ollesleuen, deel (pl-. 1895), blz.z. 338-339. ") Blz. 180.
1838
65. 69.
t) D* klokhÍz.crr yn l;ryslin en hirr forsprieding, in: /t Ileitcltin, jrg. 2C (1938), 'r) Leeun'arder (lourant-serie rrr
tegcnrvoorclige klokhuis
I
") Het rad der lortuin (1918), blz.. 28. ') Zie afb. 82 in: E. Hinrichs, Nicdersachsen in Wort und Bild, Liibeck 1928. *) Zie afb. Sg in: Arielli et Anc{ré Siegfried, Norvège Neuchacel z.j. Vergel.:
(blz. s0tl).
") .Stacls- en Dorpsleroniek II, blz-. 154. ") \"oorlopige Lijst, blz. 329. '") Stads- cn Dorpskroniek I,612.367. tt) Alsvoren. blz. 426. Alsvoren,6lz. 293. '") j") Verlioopadvertentie in I-ceuu,at'der
E. Moller, Tomrede Klokkebusc, Kopenhagen 1960.
") Zie bijv. de afbeelc{ingen op de blzz,. 137, 138, 139 in: Gi.inther Flagen ur-rd
Courant,23 okt.
Otto Siegner, Sbandinat,iën, Miinchen z.j. 1t') Alsvoren, blz. 134.
1889.
England, London 1956.
't") Stads- cn Dorpsbronick II, blz. 590. ')') Alsvoren, blz-. 52. '13) Veltman, Oostcrmeer, blz. 69. i") Stads- en Dorpskroniek I, blz. 427, vermeldt op 9 nraart 1798 nog de aan-
ltuis, J aarboek Fries ScbeepztarTrtnnuseum
Oldeholtwolde.
tu") F. \W. Crossley, Timberbuildings in
Nieww Groninger 'Woordcnbock (1929), blz. 231 (met afbeelding). tt") H. Halbertsma, Het Sneker Klok11)
besteding
van een nieuw klokhuis
1964, blzz. 75-93.
3a)
12)
3í) Alsvoren,
lijke opkomsten van Oostergo (1838), blz. 202. 'n) J. Hepkema, Historische Wandelingen door Friesland (reprint 1970), blz.
II, blz. 382. 36) Alsvoren, I, blz. 297. ti; Alsvoren, II, blz. 567. 'fn) Alsvoren, 3*') Alsvoren,
I, blz. 142.
au)
II, blz. 106.
Benet'iciaal Boeken Zevenwowden, blz. 2. tt) J. Reitsma, Register aan cle geeste-
Alsvoren,blz.
Alsvoren,
blz.
427.
347.
at) Aardrij kskwndi gW oordenboele
382.
a') lvlecledeling dr. R. Steensma.
niek, deel I, blz. 322.
1897, blz. 80. oa) Plaatsbeschrijaing borst (1835), blz. 18.
t6) Uitbeeldinge der Heerlijkheit Friesland (1698,1715). to) G. A. \íumkes, Stads- en dorpshro-
(A+1.
at) N ieuwe Drentscbe Volksalmanale, der gemeente Stap-
Verantuoording aan de at'beeldingen: Tekeningen:
l, 2, 3, 6, 7 , 8 en 14: Fries Museum; 10 en
1
I : Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Foto's:
4,5,9, 21.-26:
15 en 16: Dr. R. Steensma; 13, C. W. Tempelmans Plar.
re
17
en 19: S. J. van der Molen;
Klokkestoelen in en rond Friesland
Enige korrehties en
aan
twllingen
De redaktie en de schrijver ontvingen verschillende reakties op het artikel over
de klokkestoelen. De belangrijkste gegevens uit deze brieven laten wij hieronder volgen. De verschillende briefschrijvers zijn wij zeer erkentelijk voor hun medewerking. Friesland
De lijst van klokkestoelen moet worden aangevuld met de stoel te Bantega, ter-
wijl de stoel te Ouwsternijega mer verdwenen is, maar nog bestaat.
ter
plaatse een klokhuis, blijkens
iljÍ."j
een
van de belegering lran Alk-
Enkhuizen J. Fransen schrijft in ,,Schoon Enkhuizen" (Amsterdam, 1.946, pag. 421 43) over de klokkestoel aldaar, bij de \flester- of St. Gomaruskerk, evenals in Alkmaar een torenloos bouwwerk. Ca. 1,51,9 zou deze hoge, vierkante, houten, dichtgetimmerde, van verdiepingen met
pilasters voorziene klokkestoel ziin gebouwd. Er zln 2 klokken in, één zonder en één met opschrift, n1.: Soli Deo
Gloria. Antoni \flilkens me fecit. EnGroningen
chusae anno 1637.
De klokkestoel te Solwerd is niet verdwenen, maar bestaat nog. Verder heb-
ben er
in Groningen nog
klokkestoelen
gestaan te Dorbwerd, Nieuw-Beerta en Sellingen.
Noord-Holland Over de vroegere klokkestoelen
in
de de
provincie Noord-Holland ontving redaktie een uitvoerige brief van dr. K. \W. Galis, Boslaan 7 te Zeist Dr. Galis deelt daarin het volgende mee:
Albrnaar, In ,,De Speeiwagen" If, 1,947, staat tegenover pag. 1,69 de s/'eergave van een tekening vafi cà. 1800, van J. A. Crescent, waarop de Koorstraat (nu:
Ritsevoort) wordt afgebeeld. Aan het straateinde, ten zuiden van de zuiderbeuk van de Grote of St. Laurens-kerk, zien we een hoge, vierkante, dichtgetimmerde klokkestoel, met onder het ingeknikte pyramide- dak aan iedere zíjde een aanÍal galmgaten. Al in 1.573 stond
Nibbixwoud. Op een prent van 1.732, van Zeeman, staaÍ. bij een torenloos kerkje een vierkant klokhuis, staande op 4 neuten, dichtgetimmerd, afgebeeld. Deze afbeelding is o.a. te zien in Claes
Bruyn's ,,Noord-Hollandsch Arkadia". In 1830 is het kerkje ("n de klokkestoel?) afgebroken. Overveen. Op het kerkhof stond voorheen een klokhuis; tn 1.846 afgebroken.
Hoorn,
In
L946 verscheen
in Floorn
een
boekje: ,,Geschiedenis van Floorns klokken en beiaarden" door C. J. Stins; op pag. 8 lezen we: ,,Onder het jaar 1.482 schrijft Velius op pag. L35 over 't Klokhuys, dat doen noch stond aen 't Kerkhof". Centen tekent hierbij aan ,,Waar
dit Klok-huis aan 't Kerkhof
gestaan
heeft heb ik niet konnen ontdekken; mo-
gelijk stond het in de Kerk-staaÍ, aan de zuidzijde van de Groote Kerk, daar
thans noch de meeste ruimte word gevonden." Uit het bestaan van dit Klokhuis valt af te leiden dat door ook klok-
ken in geweest moeten zijn. Welke dit toen geweest zijn heb ik niet kunnen vinden. Dit ,,Klokhuys" vond ik ook ver-
meld in een handschrift in het
ge-
meente-archief van de volgende inhoud: ,,Schepenen in Floorn oorkonden, dat Olfert Jansz. aan Pieter Jan Reyloffz.
heeft verkocht drie Rijnsche Gulden s
jaar
rente uit een huis en erf in de Kerkstrate bij het Klokhuis, ten zuiden van het gasthuis, aflosbaar met den penning 16. Int jaire ons Heren Dusent vierhondert ende tseventich opten elften dach in Januario". Tot zoyer Stins. Dus
Ăn 1.470 al een klokhuis. Op p"g. 1.611,7 lezen wij dan weer: ,,In 1601 meldt Velius op pag. 509, dat het ,,Klokhuys" opgevijzeld en 24 voeten hoger gebracht werd. Hierin hing men
een grote brandklok, die men niet
in
de
roren van de Grote Kei:k wilde hangen, daar men vreesde, dat de toren van het luiden schade zou ondervinden". - ,,Het Klokhuys, dat van hout was, stond tegenover de Grote Kerk, naast het St. Jans Gasthuis, op de plaats waar nu de
Huishoud- en Industrieschool voor Meisjes staat. \(/anneer dit Klokhuys gebouwd is, is mij niet bekend; ook Velius
meldt dit niet. (Het stond daar aI in 1,596. G.) Dit Klokhuys kan men zien o.m. op afbeeldingen v^n Pronk (van 1,727. G.) en Bosboom. Na de brand van de Grote Kerk in 1838 is dit gesloopt." Dit klokhuis had hetzelfde uiterlijk als de huidige klokkestoel van de \flesterkerk te Enkhuizen. Ook in Haarlem schijnt een klokkestoel te hebben gestaan. Opvallend is wel, dat het hier steeds om torenloze kerken gaat.