GD Paard april 2013

Page 1

de gezondheidsdienst voor dieren

Nieuws en mededelingen ONTWORMEN: NU DE STRATEGIE BEPALEN Deze pagina’s zijn een bijdrage van De Gezondheidsdienst voor Dieren Postbus 9 7400 AA Deventer T. 0900-1770 E. redactie@gddeventer.com www. gddeventer.com Redactie: Kees van Maanen (deskundige infectieziekten paard), Emiel Schiphorst (marktmanager paard), Petra Reijnen (relatiebeheer dierenartspraktijken), Ria Huijben (adviseur Marketing & Communicatie). Eindredactie: Eva Onis Uw suggesties voor het katern zijn welkom via redactie@gddeventer.com.

Het voorjaar is voor alle paardenhouders het geschikte moment om de juiste strategie te bepalen voor effectieve wormbestrijding, met het hoogst haalbare rendement. Bij het verschijnen van deze Hippische Ondernemer is het veulenseizoen in volle gang en ook dan zullen nog de meeste veulens langdurig opgestald staan, thuis en/of op het dekstation. De eerste wormen waar het veulen mee te maken krijgt zijn de veulenworm (Strongyloides westeri ) en de spoelworm (Parascaris equorum ); deze infecties zijn deels als stalinfecties te beschouwen. In eerste instantie is hier dan ook een goede stalhygiëne de belangrijkste preventieve maatregel. Het devies is: zo vroeg mogelijk naar buiten. Dat vermindert de infectiedruk. Beide wormen komen echter ook in het weiland voor. De veulens van het ene jaar dragen de spoelwormen over op de veulens van het volgende jaar. Waakzaam-

heid (mestonderzoek) blijft dus geboden. In tegenstelling tot stalinfecties zijn besmettingen met andere wormen, de strongyliden, echte weideinfecties. Het zijn hierbij niet de volwassen wormen, maar juist de wormlarven die in het dier ernstige beschadigingen veroorzaken (wormaneurysma door Strongylus vulgaris; (fatale) dikke darmontste-

king door Cyathostominae). Het is dan ook van belang dat de preventie gericht is op het voorkomen van de opname van infectieuze larven. Dit is te bereiken door de ei-uitscheiding door de paarden te minimaliseren. Een (individueel) mestonderzoek en op basis daarvan een adequate behandeling is hier het meest doeltreffend. Dit onderzoek dient op gezette tijden te worden herhaald. Het loont de moeite om voldoende aandacht te besteden aan deze strongylidenpreventie omdat klinische infecties niet zelden met omvangrijke blijvende weefselschade gepaard gaan. Tot slot is het goed om te weten dat het toepassen van vaccinaties (Influenza, Rhinopneumonie) een veel betere respons geeft, en dus een betere bescherming biedt, bij dieren die goed ontwormd zijn. Meer informatie is te vinden op de parasietenwijzer van de Universiteit Utrecht: www.parasietenwijzer.nl.

VEELGESTELDE VRAAG OVER ONTWORMEN Een veelgestelde vraag is: Moet ik een hoogdrachtige merrie, die het jaar rond op één standweide loopt, in het voorjaar ontwormen? Het antwoord hierop is dat deze merrie niet standaard ontwormd hoeft te worden. Bij het niet ontwormen is het echter wel noodzakelijk om te weten of de merrie Strongylustype eieren uitscheidt. Men moet namelijk voorkomen dat zij het weiland zo zwaar besmet met eieren (waar larven uit gaan ontwikkelen), dat het onveilig wordt voor met name veulens. Zorg ervoor dat het weiland in het voorjaar veilig is voor de veulens door mest van de merrie(s) regelmatig te laten onderzoeken of door behandelingen op de juiste tijdstippen in het voorgaande weideseizoen. Eieren die gedurende de vorstperiode zijn afgezet, zijn stukgevroren. Maar de larven die al in het najaar tot ontwikkeling waren gekomen, liggen nog steeds op opname te wachten.

35 HO2 / 2013


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
GD Paard april 2013 by Royal GD - Issuu