NIEUWSBRIEF
Veterinair
Wittelijn-aandoening
Klauwproblemen bij het rund komen nagenoeg op alle bedrijven voor en worden al langere tijd onderscheiden in infectieus en niet-infectieus als oorzaak. Vandaag de dag worden ook vaak mengbeelden van infectieus en niet-infectieus gezien.
Wittelijn-aandoeningen zijn op veel bedrijven de meest gestelde diagnose in geval van ‘niet-infectieus’. Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en Zweden heeft aangetoond dat een goede biotinevoorziening niet alleen een kleinere kans geeft op, maar ook een beter herstel laat zien bij wittelijn-aandoeningen. Onderzoek aan de Universiteit van Liverpool heeft aangetoond dat Treponema spp. ook een rol kunnen spelen bij bijvoorbeeld chronische of slecht genezende wittelijn-problemen en teennecrose. Onderzoek aan de Universiteit van Nottingham heeft aangetoond dat klauwverzorging samen met het gebruik van een klos en NSAID in geval van een zoolzweer of wittelijn-aandoening bijdraagt aan een sneller herstel. Tenslotte heeft onderzoek van GD samen met DAP De Rijp en een klauwverzorger aangetoond dat ook koeien met niet-genezende wittelijn-aandoeningen en teenpuntnecrose goed reageren op een eenmalige antibioticuminjectie. Tussenklauwontsteking, artritis en een gecompliceerde zoolzweer zijn vooralsnog de enige indicaties om parenteraal antibiotica te gebruiken bij klauwaandoeningen.
dr. Menno Holzhauer, Europees specialist rundergezondheid
Meer inzicht in Chlamydia abortus
Chlamydia abortus is wereldwijd een van de belangrijkste abortusverwekkers bij kleine herkauwers. Vanwege zijn zoönotisch potentieel behoeft dit agens humaan en veterinair veel aandacht. Hoewel C. abortus jaarlijks met regelmaat wordt vastgesteld op schapen- en geitenbedrijven is er weinig zicht op de mate van voorkomen in beide sectoren. Om meer duidelijkheid te krijgen over het voorkomen van C. abortus voert GD vanuit de monitoring een risk-based-pilotstudie uit waarbij bedrijven, die de afgelopen jaren abortusdiagnostiek hebben verricht bij GD, de mogelijkheid krijgen om kosteloos na te gaan of C. abortus op het bedrijf speelt middels een Chlamydia Check.
Vorige maand hebben de betreffende schapen- en geitenhouders een pakket ontvangen met instructies en bemonster- en verzendmateriaal. Houders kunnen vervolgens binnen een week na het aflammeren een vaginaalswab afnemen van een risicogebaseerde steekproef van hun dieren. Deze swabs zullen per bedrijf gepoold worden onderzocht door middel van een PCR-test. Door middel van typering van stammen en het verzamelen van metadata worden aanvullende gegevens verzameld.
Houders bij wie C. abortus op het bedrijf wordt aangetoond krijgen handvatten aangereikt om de aandoening te bestrijden en om de zoönotische risico’s voor henzelf, familieleden, werknemers, erfbetreders en bezoekers te beperken. Daarmee draagt deze pilot bij aan de aandacht voor zoönosegeletterdheid onder dierhouders. Op basis van uitkomsten wordt bewustzijn rondom risico’s van contact met aflammerende schapen en geiten voor specifieke doelgroepen inzichtelijk gemaakt. Daarnaast nemen houders kennis van de transmissieroutes van C. abortus en daarmee het belang van biosecurity.
Carlijn ter Bogt MSc , projectleider



Kobalt toegevoegd aan
Mineralencheck
Vanaf maart 2025 wordt de bepaling van kobalt toegevoegd aan de Mineralencheck. Kobalt is een essentieel onderdeel van vitamine B12. Deze vitamine wordt in de pens geproduceerd door pensmicroben en is belangrijk voor onder andere de stofwisseling, zenuwfunctie, vorming van DNA en productie van erytrocyten. Een laag kobaltgehalte in de tankmelk kan wijzen op een lage vitamine B12-productie in de pens door een onvoldoende kobaltopname en/of een verstoorde penswerking.
De Veekijker: voor alle veterinaire vragen
Voor veterinaire vragen is de Veekijker rechtstreeks te bereiken op 088 20 25 555. Via een keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben.
Voor de verschillende dier soorten gelden andere openingstijden:
Rund
08.30 – 17.00 uur
Rund uiergezondheid 15.00 – 17.00 uur
Kleine Herkauwers 15.00 – 17.00 uur
Varken
08.30 – 17.00 uur
Pluimvee
08.30 – 17.00 uur
Helpdesk Paard (alleen voor infectieuze aan doeningen) 15.00 – 17.00 uur
Emma Strous, Europees specialist rundergezondheid

Schwein gehabt
Als veterinairs weten we wel dat niet elke koe de syllabus gelezen heeft. Toch moeten we ons ergens aan vasthouden. Dat doen we dan ook: aan klinische beelden uit de boeken of onze eigen ervaring en aan gekende epidemiologische situaties. Het is dan ook niet gek dat het twee weken lang billenknijpen was. Zoveel eigen ervaring met mond-en-klauwzeer hebben we nu ook weer niet, dus herkennen we het wel? En een MKZ-besmet bedrijf komt nooit alleen. Sterker nog, vaak is het eerste positief geteste bedrijf niet het indexbedrijf. Toch lijkt dat wel het verhaal van de besmette waterbuffels in de buurt van Berlijn te zijn.
In Nederland waren we alert. Veehouders, dierenartsen, sectorpartijen en de overheid, iedereen hield zijn hart vast en probeerde zich voor te bereiden op wat er zou kunnen komen. Scenario’s bij een eventuele Nederlandse uitbraak werden doorlopen, dieren afkomstig uit Brandenburg werden klinisch onderzocht en getest. Ook op individuele bedrijven werd gekeken wat men kon doen om het virus buiten de deur te houden.
Al dat billenknijpen brengt ook iets positiefs: de samenwerking tussen alle partijen, de wil om er samen het beste van te maken én om weer een stapje te doen in de alertheid als het gaat over het binnenslepen van een infectieuze ziekte. Want de afgestofte hygiëneprotocollen zijn niet alleen functioneel voor MKZ; ook voor alle andere infectieziekten.
Voor nu hebben we vooral Schwein gehabt (mazzel gehad)!
Onderzoeksprojecten bij GD
Bij GD voeren we diverse onderzoeksprojecten uit die zich richten op uiteenlopende aspecten van diergezondheid. Onze onderzoeken zijn gericht op het identificeren van de oorzaken van diergezondheidsproblemen en het onderzoeken van de risicofactoren die bijdragen aan het ontstaan van aandoeningen. Daarnaast bestuderen we het effect van vaccinaties en beoordelen we de effectiviteit van nieuwe behandelingen. Het dierenwelzijn is ook één van de thema’s waar we onderzoek naar doen.
Deze onderzoeksactiviteiten zijn van groot belang voor een breed scala aan belanghebbenden, waaronder dierhouders, verschillende diersectoren, overheden en bedrijven zoals farmaceutische ondernemingen. Door samen te werken met onderzoekers van andere instellingen, praktiserende dierenartsen en veehouders, kunnen we gezamenlijk complexe onderzoeksvragen beantwoorden en bijdragen aan de verbetering van de diergezondheid en het dierenwelzijn.
Momenteel zijn we betrokken bij diverse boeiende onderzoeksprojecten. Zo onderzoeken we de verspreiding van varkensgriep, de impact van botulisme-infecties bij runderen en de dynamiek van blauwtonginfecties. Deze studies helpen ons om beter inzicht te krijgen in de epidemiologie van deze ziekten en bieden waardevolle informatie voor het ontwikkelen van effectieve preventie- en behandelstrategieën. Met de onderzoeksresultaten kunnen wij naast het informeren van beleidsmakers zoals overheid en sectorpartijen, dierenartsen en veehouders weer beter adviseren, zodat uiteindelijk de dieren hiervan profiteren.
dr. Annet Velthuis , onderzoeker
GA NAAR DE PROJECTENPAGINA
Marek serotype 1-DIVA-PCR en onderscheidend vermogen veld- en vaccinstam (Rispens)
Het Marekvirus serotype 1 (MDV-1), ook wel het oncogene (virulente) serotype genoemd, veroorzaakt de ziekte van Marek, een voor de pluimveesector economisch belangrijke ziekte. Tussen MDV-1-veldstammen zijn verschillen in virulentie aangetoond: mild (m), virulent (v), very virulent (vv) en very virulent+ (vv+). Een succesvolle vaccinatie is een belangrijk onderdeel in de preventie van MDV-1. GD heeft een DIVAtest beschikbaar om onderscheid te kunnen maken tussen de MDV-1-veldstam en de Rispens-vaccinstam.
Recent is een vvMDV-1-stam aangetoond in het veld die niet van de vaccinstam is te onderscheiden met deze DIVA-PCR. Deze veldstam is recent aangetoond in gezwollen milten van vleeskuikens die verdacht waren van de ziekte van Marek. Of deze veldstam al langer circuleert in Nederland is onduidelijk. Retrospectief was er in 2023 één sectie-inzending, en waren er in 2024 vier secties op vleeskuikens met gezwollen milten die niet door het sectieonderzoek konden worden verklaard en waarbij de MDV-1-DIVA-PCR de Rispens-vaccinstam aantoonde. Het is mogelijk dat de nieuw aangetoonde veldstam hier ook speelde.
Om meer inzicht te krijgen in het voorkomen van deze nieuwe stam, wordt op dit moment bij secties op vleeskuikens met een miltzwelling die niet door de rest van het sectieonderzoek kan worden verklaard, en waarbij de MDV-1-DIVA-PCR Rispensvaccinvirus aantoont, aanvullend het meq-virulentiegen onderzocht. Hiermee moet duidelijk worden of het werkelijk een Rispens-vaccinstam was of de nieuwe veldstam. Tevens doet GD verder genetisch onderzoek naar deze nieuwe veldstammen.
dr. Anneke Feberwee , dierenarts
Verhoogde bloedingsneiging bij kalveren
De afgelopen jaren zien we in de sectiezaal jaarlijks vijf tot tien kalveren passeren met petechiën of bloedingen op de slijmvliezen, de (voor)magen, de serosa en in het omentum. Op basis van deze bevindingen wordt het beeld van een verhoogde bloedingsneiging of haemorrhagische diathese (HRD) vastgesteld.
De oorzaak hiervan is gelegen in een tekort aan, of een functiestoornis van, thrombocyten of een stollingsstoornis in de cascade van betrokken stollingsfactoren. Een thrombocytopenie kan een gevolg zijn van een verbruikscoagulopathie door sepsis. Dit wordt wel eens gezien bij een sepsis door E. coli, salmonella of een andere bacteriële septicaemie. Vanaf 2009 tot 2013 speelde bovine neonatale pancytopenie een rol, waarbij jonge kalveren een aplastische anemie ontwikkelden na opname van biest van koeien, die waren gevaccineerd met Preg-Sure® BVD-vaccin. In 2013-2014 werd een vergelijkbaar beeld van haemorrhagische diathese bij vleeskalveren waargenomen, veroorzaakt door een virulent BVD-virus type 2. Van dit type BVD-virus is bekend dat het megakaryocyten in het beenmerg aantast, waardoor een thrombocytopenie ontstaat.
Met histologisch onderzoek van beenmerg wordt een indruk verkregen omtrent de aanwezigheid van (voorlopers van) thrombocyten, lymfocyten/leucocyten en erythrocyten. Afwezigheid van megakaryocyten en de erythroïde- en myeloïdereeks duidt op een aplasie van beenmerg. Een functiestoornis van thrombocyten of een stollingsstoornis kan niet met histopathologisch onderzoek worden vastgesteld. Daarvoor is hematologisch onderzoek aangewezen, onder andere prothrombinetijd en ‘activated partial-thromboplastin time’.
drs. Klaas Peperkamp , veterinair patholoog
Over navels en antibiotica
De Veekijker wordt soms geconsulteerd over het nut en noodzaak van antibioticumgebruik kort na de geboorte om navelbreuken te voorkomen.
Een navelontsteking is een bekende oorzaak waaruit een navelbreuk zich kan ontwikkelen. Voor navelontstekingen geldt nadrukkelijk ‘hoe minder hoe beter’. Veelal worden allerlei ingrepen bedacht om navelontstekingen te voorkomen, zoals injecties met antibiotica, navels dippen, afknippen et cetera. Deze handelingen, waarbij de big en/of de navel, in de hand wordt genomen zijn juist vaker een risico voor navelontstekingen. Diverse wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat een voordelig effect van deze handelingen niet aanwezig is. Preventieve behandelingen met antibiotica dragen wel bij aan een verhoogd antibioticumgebruik en aan de selectie van antibioticumresistente bacteriën en heeft dus meer nadelen dan voordelen.
Effectieve maatregelen om navelontstekingen te voorkomen zijn gericht op een adequate biestvoorziening, een droog, schoon en warm lignest en een optimale hygiene in de kraamstal. Het is bekend dat desinfectantia, die in de veehouderij gebruikt worden, corrosief kunnen zijn voor de huid en slijmvliezen van mensen en hetzelfde effect mag worden verondersteld bij biggen. In theorie kunnen restanten van desinfectantia wondjes veroorzaken waardoor bacteriën een ingang hebben en een navelontsteking kan ontstaan. Zorg ook voor een goede basishygiëne in de hele kraamafdeling.
dr. Tijs Tobias, Europees specialist varkensgezondheid
Nieuws en mededelingen
Nieuwe dierenarts Rund:
Tim Florax
Een nieuwe dierenarts is de afdeling Rund van GD komen versterken: Tim Florax studeerde in 2018 af als dierenarts aan de Universiteit van Bristol (UK). Als zoon van twee Nederlandstalige dierenartsen bracht hij zijn jeugd voornamelijk door in het Verenigd Koninkrijk. Na zijn afstuderen werkte hij als praktiserend landbouwhuisdierenarts bij verschillende dierenartsenpraktijken in het Verenigd Koninkrijk, voornamelijk met rundvee en schapen. Vorig jaar keerde hij terug naar Nederland en werkte hij bij DAP Noordoostpolder in Emmeloord. Op 1 februari 2025 maakte hij de overstap naar GD, waar hij zich gaat bezighouden met de infectieziektes salmonella en paratuberculose, en het domein klauwgezondheid.
Veterinair is een uitgave van Royal GD
Redactie: Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Mirthe de Wit, Margreet Pasman, Annemieke Medema, Klaas Peperkamp
Eindredactie: Jessica Fiks
Vormgeving: Dock35 Media
Druk: Senefelder Misset Doetinchem B.V.
Uitgever: GD
Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD.
ISSN 1388-4042
Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 088 20 25 500 www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl
Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Afwijkende dienstregeling ophaaldiensten
Voor het ophalen van monstermateriaal werken we samen met PS Nachtdistributie. Zij halen van maandag tot en met vrijdag monstermateriaal op en leveren de monsters af bij GD. Op onderstaande dagen rijdt de ophaaldienst niet:
• Tweede paasdag: maandag 21 april
• Bevrijdingsdag: maandag 5 mei
• Hemelvaartsdag: donderdag 29 mei
• Tweede pinksterdag: maandag 9 juni
U kunt monsters voor de eerstvolgende werkdag in het webportaal of via de app aanmelden en tot 18.00 uur wijzigingen doorgeven. PS Nachtdistributie haalt de monsters de eerstvolgende nacht waarin wordt gereden weer op. De ophaaldienst voor sectiemateriaal rijdt op deze dagen ook niet. Indien gewenst kunnen tegen het vaste spoedtarief dieren worden opgehaald om gekoeld te bewaren tot de eerstvolgende werkdag.
MEER INFORMATIE
Nieuw: PCR-pakket ‘Abortus Paard’
Vanuit de praktijk komen regelmatig vragen over welke diagnostiek mogelijk is bij abortus. Daarom biedt GD een PCR-pakket ‘Abortus Paard’ aan waarin wordt getest op veelvoorkomende primaire pathogenen en andere relevante ziekteverwekkers. Het pakket test op de volgende ziekteverwekkers:
• Rhinopneumonie:
- Equine herpesvirus (EHV) type 1
- Equine herpesvirus (EHV) type 4
• Droes:
- Streptococcus equi subsp. equi
- Streptococcus equi subsp. zoöepidemicus
• Neospora caninum
• Q-koorts:
- Coxiella burnetii
• Chlamydia abortus
• Chlamydia psittaci
• Ziekte van Weil:
- Leptospira interrogans
• Equine arteritis virus
Voor dit pakket dient zowel een longaspiratiebiopt als een stukje placenta (circa 4x4 cm, liefst van een op het oog afwijkend gedeelte) te worden ingestuurd. Beide monsters moeten elk in een apart buisje/potje tegelijkertijd worden verzonden naar GD. De combinatie van deze twee materialen is noodzakelijk, omdat niet in elk van beide materialen alle relevante pathogenen gedetecteerd kunnen worden.
Webinars blauwtong en MKZ gemist?
GD en Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) organiseerden recent samen twee webinars:
• Over blauwtong: blauwtongexperts René van den Brom, Katrien van den Brink, Inge Santman-Berends van GD en Melle Holwerda van WBVR lichtten de resultaten toe van de impact van BTV-3 op rundvee en kleine herkauwers in 2024, het effect van vaccinatie en de lopende onderzoeken en hun verwachtingen voor 2025. Daarnaast kwam ook de de bevinding van BTV-12 in 2024 aan bod.
• Over mond-en-klauwzeer (MKZ): Aldo Dekker (MKZ-onderzoeker bij WBVR) gaf een toelichting over de stand van zaken rondom de uitbraak in Duitsland: virus (typering en serotype) en vaccinatiestrategie. Emma Strous (landbouwhuisdierenarts en Europees specialist GD) gaf een toelichting over de klinische verschijnselen bij rundvee, kleine herkauwers en varkens, ziekte verloop en bedrijfshygiëne. KIJK DE WEBINARS TERUG