Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 24 • JANUARI 2018
ILT-uitbraken in Midden-Nederland Er is sinds juli 2017 sprake van een verhoogd aantal ILT-uitbraken, met name in de regio Midden-Nederland. Tijdens een bijeenkomst, die begin augustus georganiseerd is voor dierenartsen en opfokkers betrokken bij bedrijven in de regio, zijn maatregelen om uitbraken te beperken en voorkomen besproken. Ook zijn de pluimveehouders geïnformeerd. Ondanks deze verhoogde alertheid zijn de afgelopen maanden meerdere uitbraken vastgesteld; ook buiten de regio van de eerste besmettingen. De preventie van ILT ligt in goede bedrijfshygiëne, reiniging en desinfectie. Daarnaast zijn verschillende vaccins geregistreerd, zowel recombinante als levende. Bij vaccinatie is het van belang een adequate hoeveelheid vaccin toe te dienen. Levende vaccins worden bij voorkeur via oogdruppels toegediend. Een water- of sprayvaccinatie werkt minder goed en is langzamer in de opbouw van bescherming (grofweg een week trager). Zo’n vaccin kan gaan spreiden en problemen veroorzaken binnen het koppel of zelfs daarbuiten. In het geval van een uitbraak kan een noodvaccinatie van nog niet aangetaste dieren plaatsvinden. Bloedonderzoek middels ELISA is zinvol als controle van het vaccinatieresultaat. De hoeveelheid antistoffen kan worden bepaald vanaf twee à drie weken na vaccinatie. Deze hoeveelheid (oftewel de titer) is een indicatie voor de mate van bescherming tegen ILT. Bij tegenvallende titers is een hervaccinatie aan te raden. Drs. Jeanine Wiegel, pluimveedierenarts
Pakket Diarree BIG: nu ook voor gespeende biggen Het Pakket Diarree BIG, dat GD vorig jaar voor biggen in het kraamhok lanceerde, is nu ook beschikbaar voor gespeende biggen. Dit pakket brengt per leeftijdscategorie in één keer de mogelijke veroorzakers van diarree in beeld. Op basis van de uitslag van de gecombineerde PCR-test bepaalt u samen met de varkenshouder de juiste vervolgactie. GD biedt de volgende mogelijkheden: • Pakket Diarree BIG zuigende big (Eswab of faeces): E. coli F4, F5, F6, F41 en Clostridium perfringens toxinegenen alfa, bèta en bèta2 • Pakket Diarree BIG inclusief Rota A zuigende big (ESwab of faeces): Rotavirus A, E. coli F4, F5, F6, F41 en Clostridium perfringens toxine-genen alfa, bèta en bèta2
• Rotavirus A PCR (ESwab of faeces) • Pakket Diarree BIG gespeende big (ESwab of faeces): E. coli F4, F18, Stx2e • Clostridium perfringens-typering PCR: Toxinegenen alfa, bèta en bèta2 • E-coli-typering PCR: F4, F5, F6, F41, F18, Stx2e
Veterinair
01
Gratis monsternamepakket en meer informatie Ter kennismaking met het pakket voor gespeende biggen, ontvangen varkensdierenartsen een antwoordkaart voor het aanvragen van een gratis monsternamepakket. Dit pakket kunt u ook aanvragen via www.gddiergezondheid.nl/pakketdiarree. Hier vindt u ook een toelichting voor de interpretatie van de uitslag.
Een gezond 2018!
Een nieuw en spannend jaar; ook op het gebied van diergezondheid. Voor de rundveedierenartsen, omdat er dit jaar gestart wordt met de landelijke aanpak van IBR/BVD. Deze aanpak zal veel begeleiding op rundveebedrijven vragen. Voor de pluimveesector blijft het AI-risico hoog, zeker in periodes van vogeltrek. Ook dat vraagt veel aandacht en zorg van u als dierenarts. Voor de varkenssector is dit het eerste volle jaar van de nieuwe POV, waar diergezondheid ook op de agenda staat. De keuzes en ontwikkelingen op het gebied van diergezondheid zullen in 2018 zeker vorm krijgen. Werken aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving is ons dagelijks werk en dat is geen gemiddelde klus. Dat blijft een spannende verantwoordelijkheid waar we met z’n allen voor blijven gaan. Veterinair, januari 2018 -
1
Saskia Luttikholt projectleider monitoring Brucella melitensis
Monitoring IBR-veldvirus met neusswabs Als onderdeel van de monitoring voert GD diagnostisch onderzoek uit op ingestuurde neusswabs afkomstig van bedrijven met een klinische IBR-verdenking. Het belangrijkste doel vanuit monitoringsoogpunt is het opsporen van eventuele IBR gE-negatieve veldvirusstammen.
Vragen en antwoorden Brucella melitensis Waarom moeten we elk jaar dieren tappen, waarom zitten regelmatig dezelfde bedrijven in de aansturing en kan die vergoeding niet wat hoger? Een paar vragen die wij krijgen over de monitoring op Brucella melitensis. Laten we 2018 beginnen met het goede nieuws dat we in 2017 weer hebben voldaan aan de Europese verplichting. Er zijn bij ruim 1.475 bedrijven schapen en geiten getapt, onderzocht en negatief bevonden. Hierdoor kan Nederland zijn vrij-status behouden, waardoor het exporteren voor de schapen- en geitenhouderij eenvoudiger is. De random selectie van de bedrijven wordt elk jaar gedaan door de overheid. Het lijkt soms of sommige bedrijven vaker aan de beurt zijn dan anderen. Een verklaring is dat er wordt geselecteerd uit bedrijven met meer dan tien dieren ouder dan zes maanden. Uiteindelijk wordt er uit ongeveer een derde van de ruim 40.000 unieke UBN’s geselecteerd. U heeft ook dit jaar een brief ontvangen met de UBN’s uit uw praktijk die in de selectie zitten. Hopelijk kunt u hier uw voordeel mee doen. Ook met de mogelijkheid om de monsters digitaal in te schrijven proberen wij uw werk gemakkelijker te maken. Het voordeel is dat u gelijk uw declaratie kunt invoeren en dat de administratieve afhandeling direct is geregeld. En dan tot slot de hoogte van de declaratie. Dit wordt in onderling overleg tussen het ministerie van LNV en de KNMvD bepaald. GD ontvangt een afschrift van deze afspraken en hanteert deze tarieven, conform de afspraak die GD heeft met de overheid. Wij hopen dat de monitoring op Brucella melitensis in 2018 weer net zo goed verloopt. Heeft u suggesties of vragen? We horen het graag van u!
2
Als veldvirus gE-negatief zou zijn, interfereert dat met de IBR-bestrijding met markervaccins. gE-negatieve veldvirusstammen zijn in deze monitoring tot nu toe nooit gevonden. In de bestrijding van IBR kan serologisch dus nog steeds onderscheid worden gemaakt tussen gevaccineerde en geïnfecteerde runderen. Aangezien deze diagnostiek wordt gebruikt in de monitoring kunnen neusswabs worden ingestuurd tegen gesubsidieerd tarief (43,65 euro per monster i.p.v. 139,35 euro). Bij het nemen van de neusswabs is het belangrijk dat er geen contaminatie met het IBR-vaccinvirus mogelijk is. Voor de monitoring geven het aantal ingestuurde neusswabs en de uitslag daarvan tevens een indruk van de mate van voorkomen van klinische verschijnselen, die passen bij een infectie met het IBR-virus. GD voert op het totale aantal ingezonden IBR-neusswabs (zowel gunstige als ongunstige uitslagen) een clusteranalyse uit om eventuele nieuwe infecties te signaleren. Tijdens de introductie van blauwtong en het schmallenbergvirus bleek namelijk dat practici bij het optreden van een onbekend ziektebeeld met koorts, ooguitvloeiing en vieze neus meerdere neusswabs instuurden om IBR uit te sluiten. Drs. Frederik Waldeck, rundveedierenarts
Resultaten pilot tenosynovitis Bij een pilotonderzoek naar tenosynotivis en het reovirus, dat eind 2016 van start is gegaan, was ruimte voor vijf sectie-inzendingen. Inmiddels is het onderzoek afgerond en kunnen de resultaten met u worden gedeeld. Er waren twee inzendingen van vleesopfokdieren en drie inzendingen van vleeskuikens. Bij beide opfokkoppels werd geen reovirus aangetoond. Het leek hierbij te gaan om een bacteriële peesschede-ontsteking door Staphylococcus aureus. Bij de drie vleeskuikeninzendingen werd reovirus aangetoond in de peesschede. In één van de drie gevallen werd virale peesschede-ontsteking via histologie bevestigd. Er is genotypering uitgevoerd op twee van de drie gevonden virussen. Het genotype van het derde virus kon helaas niet worden bepaald. Beide virussen vielen in genogroep 4, maar kwamen minder dan 70 procent met elkaar overeen. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat beide virussen aan elkaar gerelateerd zijn. Eén van de virussen is vergelijkbaar met eerder gevonden virussen. Beide virussen lijken niet op variantstammen die in Europa of de VS met reovirus-tenosynovitis worden geassocieerd. Uit deze pilot blijkt opnieuw dat de diagnose reovirus-tenosynovitis op basis van macroscopie lastig te stellen is. Vaak spelen bacteriële infecties een rol bij het sectiebeeld. Het aantonen van virus (middels PCR) in combinatie met histologie is de beste manier om reovirus-tenosynovitis aan te tonen. Drs. Jeanine Wiegel, pluimveedierenarts
Mastitis PCR niet meer verkrijgbaar We zien belangrijke veranderingen in de mastitisdiagnostiek. Melkveehouders en dierenartsen gaan nog bewuster om met de inzet van antibiotica en dit vertaalt zich in een andere inzet van de beschikbare mastitisdiagnostiek. Wat bij de inzendingen van individuele melkmonsters opvalt, is een toename van de combinatie bacteriologisch onderzoek met gevoeligheidsbepaling tegen een afname van de Mastitis PCR. De belangstelling voor koppeldiagnostiek van kiemen en antibioticagevoeligheid, Uiergezondheid Tankmelk, blijft over de jaren toenemen. GD heeft de laatste jaren het bacteriologisch onderzoek middels kweek geoptimaliseerd. Door inzet van nieuwe technieken, zoals MALDI-TOF, kunnen we mastitiskiemen sneller en nauwkeuriger identificeren. Doordat de leverancier van de PCR haar portfolio
heeft aangepast en we een afname van de PCR-inzendingen zien, stijgen de kosten voor dit onderzoek fors en wordt dit product voor praktische toepassing te duur. Om die reden halen we de GD Mastitis PCR per 1 januari 2018 uit ons productpakket. Het R&D-laboratorium is bezig met het ontwikkelen van nieuwe mogelijkheden van moleculaire diagnostiek (PCR) voor de mastitisportefeuille. De Mycoplasma PCR blijft gewoon beschikbaar. Dr. Christian Scherpenzeel, rundveedierenarts UGA
Nieuw: tankmelkonderzoek klauwgezondheid Een goede klauwgezondheid is essentieel voor een gezonde, goed producerende melkveestapel. Toch komen kreupele koeien op ieder melkveebedrijf voor en vormen ze vaak een grote zorg. Bij de aanpak van klauwproblemen is het van belang onderscheid te maken tussen infectieuze klauwaandoeningen (IKA) en niet-infectieuze klauwaandoeningen (NIKA). IKA (vooral ziekte van Mortellaro) komt op veel bedrijven voor, maar met name kreupelheid als gevolg van NIKA (o.a. zoolzweer en witte lijn-aandoening) is op melkveebedrijven de belangrijkste oorzaak van vervroegde afvoer, vermagerende koeien, hakproblemen en extra werk en frustratie bij veehouders en hun adviseurs. Daarnaast is bekend dat een hoog percentage NIKA wordt gekenmerkt door recidivering. Daarom is het van groot belang deze aandoening te voorkomen in plaats van (proberen) te genezen. Zowel voor de preventie als voor de genezing van NIKA is goede voeding noodzakelijk en daarbij speelt een adequate mineralen- en vitaminevoorziening een essentiële rol. Hierbij zijn biotine, zink en mangaan het belangrijkst. Allerlei carboxylaseprocessen die bij de hoornvorming een rol spelen hebben biotine nodig als essentieel component. Spoorelementen, zoals zink en mangaan, spelen een belangrijke rol als enzymkatalysator in de keratinesynthese die bepalend is voor de kwaliteit en integriteit van het klauwhoorn. Dit gaat zowel over de kwaliteit van het continu gevormde gezonde hoorn als over het herstel van klauwhoornlaesies. Nieuw: Tankmelk Klauwgezondheid GD heeft de bepaling van biotine in melk gevalideerd en zal deze gaan aanbieden aan veehouders om het biotinegehalte van de tankmelk te kunnen vaststellen. Ook wordt de tankmelk naast biotine onderzocht op mangaan en zink, als essentiële componenten voor de klauwhoornvorming. Om goed inzicht te krijgen in de situatie van het koppel wordt de tankmelk vier keer per jaar onderzocht. Met dit nieuwe abonnement, Tankmelk Klauwgezondheid, kunnen veehouders eenvoudig monitoren of de biotine- en mineralenvoorziening voor de klauwen binnen hun koppel op orde is. Naar aanleiding van de uitslag kunt u als dierenarts met veehouders in gesprek om gericht bij te sturen op management en rantsoen. Dit met het verminderen van de klauwproblemen en het werken aan actieve en duurzame koeien als doel. In februari worden de veehouders over dit nieuwe abonnement geïnformeerd. Dr. Menno Holzhauer, dierenarts/specialist rundergezondheid
Nieuws en mededelingen Digitaal inschrijven wintersteekproef De aansturing voor de zogenaamde ‘wintersteekproef’ voor IBR en Leptospirose staat vanaf januari ook in VeeOnline. Deze steekproef is nodig op niet-melkleverende bedrijven met een abonnement IBR en/of Leptospirose, waar het afgelopen jaar geen bloedonderzoek via de slachtlijn heeft plaatsgevonden. Als u in VeeOnline op het homescherm van de veehouder in de tabel “geplande onderzoeken” op het getal klikt, ziet u de onderzoeken staan, gekoppeld aan de juiste dieren. Uit deze lijst dieren kunt u een selectie maken voor het steekproefbloedonderzoek. Afhankelijk van de bedrijfsgrootte is er een steekproef van één of drie runderen nodig. Vervolgens kunt u de monsternamelijst printen of de monsters direct digitaal inschrijven. Het is helaas nog niet mogelijk om naast de onderzoeken voor de wintersteekproef ook andere onderzoeken toe te voegen in dezelfde buis. Wilt u bij hetzelfde dier meer laten onderzoeken, dan heeft u een extra bloedbuis nodig. U kunt deze buis met extra onderzoeken wel toevoegen aan de wintersteekproefinschrijving.
Veterinair, januari 2018 -
3
Nieuws en mededelingen Nieuw wateronderzoek Vitaal Kalf
Cursus Bigvitaliteit voor adviseurs
Vanaf januari biedt GD het wateronderzoek ‘Veedrinkwater Vitaal Kalf’ (artikel nr. 11604) aan. Kalverhouders die deelnemen aan het kwaliteitsprogramma Vitaal Kalf kunnen drinkwater jaarlijks laten analyseren om de kwaliteit te waarborgen. De uitslag toont aan of het water voldoet aan de gestelde eisen voor het kiemgetal, nitriet, ijzer, hardheid en pH. Voor dit wateronderzoek geldt dat het monster binnen twaalf uur na monstername gekoeld aangeleverd dient te worden bij GD.
GD organiseert op dinsdag 30 januari de cursus Bigvitaliteit voor dierenartsen en andere adviseurs. Hierin bespreken we casuïstieken, gaan we in op risicofactoren die spelen bij grote tomen, hoe management kan bijdragen aan vitale biggen en hoe gezondheidsproblemen kunnen worden aangepakt. Na deze cursus kunt u varkenshouders nog beter en gerichter adviseren. Kosten: 495 euro exclusief btw. Aanmelden kan via www.gdacademy.nl.
Mestonderzoek leverbot De leverbotprognose voor het najaar en de winter van 2017/2018 luidt dat er in Noord- en West-Nederland een late leverbotbesmetting kan voorkomen. Vanaf half januari is mestonderzoek zinvol bij: • d ieren die vorig seizoen weidegang hebben genoten en mogelijk een leverbotinfectie hebben opgelopen. U controleert zo of de dieren straks weer schoon de weide in gaan. • d ieren waarbij een actieve leverbotinfectie is vastgesteld en die daarna zijn behandeld tegen leverbot. Zo kunt u bevestigen of de behandeling tegen een leverbotinfectie effectief is geweest.
Nieuw etiket voor spoedbepalingen Voor alle labbepalingen gelden standaard doorlooptijden, maar voor specifieke bepalingen kunt u ook een spoedaanvraag doen. In deze gevallen dient u inzendingen, voor een tijdige verwerking en uitslag, te voorzien van een speciaal geel spoedetiket. Het spoedetiket stellen wij gratis ter beschikking via onze webshop. Ga voor meer informatie en een overzicht van de mogelijke spoedbepalingen naar www.gddiergezondheid.nl/spoed.
Klinische Avonden Paard 2018
ISSN 1388-4042
GD, Pavo en Virbac organiseren op 13, 14 en 15 februari 2018 voor de twaalfde keer Klinische Avonden Paard voor paardendierenartsen. Tijdens deze avonden verrassen drie topsprekers u met presentaties over actuele en innovatieve onderwerpen. Nathan Wiggers neemt u mee in de kreupelheidsdiagnostiek met zijn presentatie ‘Oog van de meester vs techniek’. Arjan Ausma geeft u inzichten in financiering van de dierenartsenpraktijk en cijfers uit de hippische sector. Tot slot geeft Veerle Vandendriessche u handvatten om eigenaren van dikke paarden te helpen hun paard verantwoord te laten afvallen. De Klinische Avonden Paard 2018 zijn op 13 februari bij Manege & vierspanteam Chardon in Den Hoorn, op 14 februari bij Equestrian Centre de Peelbergen in Kronenberg en op 15 februari bij Stal Jede in Vledder. Inschrijven kan via www.icovet.nl/partners-agenda. De Groep Geneeskunde Paard ondersteunt de Klinische Avonden Paard.
Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl
Zet nu de stap naar digitaal
Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00
In VeeOnline staan alle actuele aansturingen en dieren met de betreffende onderzoeken voor u klaar. Zo kunt u monsters voor aangestuurde onderzoeken eenvoudig en direct inschrijven. VeeOnline combineert meerdere aangestuurde onderzoeken tot één inschrijving. Dit bespaart u veel uitzoekwerk. U kunt vervolgens nog extra runderen en/of onderzoeken aan de inschrijving toevoegen. U heeft geen stickers meer nodig, dus stap nu over naar digitaal en zet de poststroom uit via www.gddiergezondheid.nl/postuit. Als u dit voor 31 maart doet, ontvangt u een leuke gepersonaliseerde attentie.
Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Carlijn ter Bogt-Kappert, Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Theo Geudeke, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Marjolijn Waanders, Jeanine Wiegel | Eindredactie Margreet Pasman | Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving Dock35 Marketing Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD.
Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Samen werken aan diergezondheid