1 minute read

De boer op

43

… KEER KOBALT BEPAALD IN SCHAPENLEVERS IN 2021

VRAAG: WAAROM HEEFT MIJN SCHAAP OF GEIT VITAMINE D NODIG?

ANTWOORD: KARIANNE PETERSON KOBALT BIJ SCHAPEN

Kobalt is een essentieel spoorelement, met name bij opgroeiende lammeren. In de pens wordt kobalt omgezet in vitamine B12, wat een belangrijke rol speelt in de stofwisseling.

Is er sprake van een tekort aan kobalt, en daarmee dus ook aan vitamine B12? Dan kan dit leiden tot een verminderde eetlust, groeivertraging of groeistilstand en zelfs tot sterfte bij lammeren. Daarnaast geeft een tekort een algemene verminderde weerstand bij de lammeren. Over het algemeen wordt met de melk voldoende kobalt verstrekt voor een aantal maanden. Als de lammeren na die tijd onvoldoende kobalt binnenkrijgen, kan een tekort ontstaan. Verschijnselen hiervan zijn het duidelijkst na het spenen.

Kobaltbepalingen worden bij GD bepaald aan de hand van leverweefsel. Dit kan bijvoorbeeld ingezet worden als vervolgonderzoek bij lammeren die voor pathologisch onderzoek komen. De kobaltbepaling valt binnen het ‘Pakket zware metalen en mineralen’.

MEER OVER KOBALT? SCAN DE QR-CODE

Vitamine D is belangrijk voor de botstofwisseling en de regulatie van de calcium- en fosfaathuishouding. Het wordt onder invloed van ultraviolet licht in de huid gemaakt, maar kan ook via het rantsoen worden opgenomen.

Voor lammeren is vitamine D belangrijk voor de ontwikkeling van de groeischijven en goede botvorming. Tijdens de winter kan de concentratie lager zijn. Dieren met veel wol en/of een donker gepigmenteerde huid hebben vaak lagere concentraties dan dieren zonder wol en/ of een lichte huid, omdat zij minder vitamine D in de huid aanmaken. We zien bij schapen en geiten dat vitamine D in het bloed normaal gezien tussen de 20 en 200 nmol/L zit. Bij minder dan 20 nmol/L is de vitamine D-voorziening mogelijk onvoldoende en GD adviseert dan overleg met uw voeradviseur en/of dierenarts of het nodig is om meer vitamine D te verstrekken. Maar let op: bij schapen komen in de wintermaanden regelmatig vitamine D-concentraties voor onder de 20 nmol/L, zonder dat klinische verschijnselen van een vitamine D-tekort bij de dieren worden waargenomen. Het verstekken van extra vitamine D luistert met name bij jonge dieren nauw.

This article is from: