1 minute read
Keurmerk Zoönosen uitgelegd
UITGELICHT Alert op zoönosen
Er komt steeds meer aandacht voor zoönosen: ziektekiemen die van dier op mens overgedragen kunnen worden. Met name de zogenoemde ‘YOPI’s’ (jongeren, ouderen, zwangeren en immuun gecomprimeerde mensen) kunnen risico lopen bij zoönosen. Voor bedrijven met een publieksfunctie is het dus extra goed om hier bewust mee om te gaan.
Sinds 2018 is de Duurzame Geitenzuivel Keten (DGZK) operationeel en kunnen houders punten verdienen voor verschillende thema’s binnen het programma. “Zoönose- en dierziektebestrijding is een belangrijk onderdeel van DGZK”, aldus programmaleider Karin van der Toorn. “Met het zoönosekeurmerk kunt u aantonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken.” Geitenhouders die deelnemen aan het Keurmerk Zoönosen, kunnen hiervoor 15 punten verdienen binnen DGZK. Ook voor andere zaken rondom de bestrijding van zoönosen en dierziekten kunnen punten verdiend worden.
Let op bij abortus
Abortus tijdens de lammerperiode kan veroorzaakt worden door een besmettelijke ziektekiem. Het is dus goed om hier alert op te zijn en om bijvoorbeeld zwangere vrouwen niet te laten helpen bij aflammeren. Wanneer abortus voorkomt bij uw schapen of geiten, is het verstandig om met uw dierenarts een mogelijke aanpak te bespreken. Een diagnose vaststellen bij abortus kan het beste via pathologisch onderzoek. Hiervoor kunt u de verworpen of doodgeboren vrucht met de nageboorte insturen. Een laagdrempelige manier om de oorzaak van abortus te onderzoeken is door het nemen van een diepe keelswab bij de verworpen vrucht en deze in te sturen voor het abortuspakket. GD onderzoekt de swabs door middel van PCR en bacteriologisch onderzoek op de in Nederland meest voorkomende bacteriële oorzaken van abortus, zoals Chlamydia abortus, Campylobacter spp., Listeria spp., Salmonella spp., Escherichia coli en Trueperella pyogenes.
Keurmerk Zoönosen
Het Keurmerk Zoönosen is ontstaan om houders bewust te maken van de risico’s van zoönosen en om handvatten te bieden waarmee ze deze risico’s zo klein mogelijk kunnen maken. Onder de ongeveer 1.700 deelnemers zitten bijvoorbeeld veel kinder- en zorgboerderijen, maar ook veehouderijen die de risico’s voor hun personeel en/of stagiairs willen beperken. Zij vullen ieder jaar een checklist in samen met hun eigen dierenarts. Wanneer er voldoende punten zijn behaald met de checklist, ontvangt de houder een bordje met een keurmerkzegel. Hiermee laat de houder zien dat het een zoönosen-verantwoord bedrijf betreft.
MEER INFORMATIE EN INZIEN KEURMERK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/KEURMERKZOONOSEN