Varken 90 - juli 2018

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - juli 2018 - nummer 90

varken

INTERVIEW

“Pak salmonella sectorbreed aan”

CASUS UIT DE PRAKTIJK

Maagdarmproblemen vleesvarkens

UIT HET LAB

Veel mogelijk bij bloedonderzoek


DIT IS WAAROM…

Ingelvac CircoFLEX®

Ingelvac MycoFLEX®

Ingelvac PRRSFLEX® EU

VERTROUWEN IN GOEDE RESULTATEN “Gezonde dieren zijn de basis voor gezonde relaties. Door vaccinatie met de FLEX vaccins heb ik vertrouwen in goede resultaten. Want voorspelbaarheid van spenen tot slacht is het allerbelangrijkste, voor de hele sector.”

Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen - inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande en milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 102672 UDD. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@ boehringer-ingelheim.com, telefoon: +31 (0)72 566 24 11. 1) Agridirect HokdierScanner 2010 t/m 2014. Ingelvac MycoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Werkzaam bestanddeel: Geïnactiveerd mycoplasma hyopneumoniae, J-stam isolaat B-3745, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 3 wk ter vermindering van longlaesies als gevolg van infectie met m.hyo. Bescherming begint vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt ten minste 26 wk aan. Contra-indicaties: Geen. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn zeldzaam: een voorbijgaande zwelling met een diameter tot 4 cm, soms samengaand met roodheid van de huid, kan worden waargenomen op de plek van injectie. Deze zwelling kan tot 5 dagen aanhouden. Een voorbijgaande gemiddelde toename van de rectale lichaamstemperatuur van ongeveer 0,8°C kan tot 20u na vaccinatie worden waargenomen. Dosering: Enkelvoudige i.m. injectie van 1 dosis (1 ml). Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac CircoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac CircoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dg. REG NL 104086 UDD. 11 Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen Inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande zen milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 102672 UDD. Ingelvac PRRSFLEX EU lyofilisaat en suspendeervloeistof voor suspensie voor injectie voor varkens. Per dosis van 1 ml: Levend geattenueerd PRRSV, EU stam Indicatie Voor actieve immunisatie van klinisch gezonde varkens vanaf een leeftijd van 17 dgn en ouder op bedrijven die positief zijn voor PRRSv. Ter vermindering van virale belasting van het bloed in seropositieve dieren onder veldcondities. Tijdens experimentele challenge studies werd na vaccinatie een vermindering van de longleasies, van de virusbelasting in bloed en longweefsels en van de negatieve effecten van de infectie op de dagelijkse gewichtstoename aangetoond. Ook kon een significante vermindering van de klinische ademhalingssymptomen worden aangetoond bij de aanvang van de immuniteit. Contra-indicaties: Niet gebruiken bij fokdieren. Niet gebruiken in PRRS naïeve koppels waarin de aanwezigheid van PRRSv niet is vastgesteld met betrouwbare diagnostische methoden. Bijwerkingen: Zeer vaak kunnen lichte voorbijgaande stijgingen van de lichaamstemperatuur (niet meer dan 1,5 °C) worden waargenomen na vaccinatie. De temperatuur keert terug naar de normale waarde zonder aanvullende behandeling na 1 tot 3 dgn. Reacties op de injectieplaats komen zelden voor. Een milde voorbijgaande zwelling of roodheid van de huid kan waargenomen worden. Dit verdwijnt spontaan zonder enige aanvullende behandeling. Dosering: Eénmalige intramusculaire injectie van één dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. REG NL 115061 UDD. Voor meer informatie: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com, www.boehringer-ingelheim-ah.nl, +31(0)725662411.


voorwoord

OPFRISCURSUS SALMONELLA Voor u ligt de negentigste editie van Varken, een speciale editie waarin we extra aandacht aan salmonella besteden. Om dat in te leiden, vindt u hier in het voorwoord al een korte salmonella-opfriscursus. Wist u namelijk dat er tot nu toe meer dan 2.500 verschillende salmonellatypes bekend zijn, waarvan Salmonella Typhimurium het belangrijkste serotype bij het varken is? Salmonellabacteriën komen op vrijwel alle varkensbedrijven voor. De bacteriën zijn gevoelig voor de meeste desinfectantia, maar kunnen in mest en stof gemakkelijk maanden overleven op een bedrijf. Varkens worden meestal geïnfecteerd na opname van besmette mest van dieren die de bacteriën uitscheiden, maar ook opname vanuit de omgeving, materialen, transportmiddelen of voer is mogelijk. In de meeste gevallen veroorzaakt

een salmonella-infectie geen klinische ziekteverschijnselen bij varkens; uitbraken met uitval en waterdunne, gele diarree komen soms voor. De tonsillen en lymfeklieren kunnen gekoloniseerd blijven, waardoor er zogeheten dragerdieren ontstaan. Deze dragers scheiden salmonella intermitterend, met name onder invloed van stress, uit en kunnen daardoor de infectie op een bedrijf in stand houden. Daarnaast vormen ze een risico voor karkasbesmetting in het slachthuis en voor de volksgezondheid. Mensen kunnen namelijk ernstig ziek worden van het eten van met salmonella besmette producten (bijvoorbeeld varkensvlees, kip, eieren of groente). Zelflimiterende maagdarmklachtenzijnhetmeestvoorkomendeverschijnselbijhumanesalmonellainfecties. Over de huidige salmonellamonitoring, de diagnostische mogelijkheden en hoe verschillende partijen salmonella aanpakken, vindt u meer in het uitneembare katern in het midden. Linda Peeters, dierenarts varken

inhoud 05 Actueel 07 Monitoring: Vlekziekte, komt het meer voor?

Bereikbaarheid U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.

Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.

10 Interview: Regels, tekortkomingen en 12

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal

14 Ook vervoerders gebaat bij structurele aanpak salmonella

COLOFON

ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

12 Goede hygiëne is investering die niet alleen salmonella aanpakt

Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

Varken is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Manon Houben, Theo Geudeke, Monica van Eelen, Eva Onis | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Tanja Slagter | Foto cover Richard Brusse | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 09001770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing, Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen Varken wordt gratis toege­zonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (vier nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 15,55 euro (excl. btw en verzendkosten) | Advertenties Dock35 Media, T. 0314-35 58 52 | Verschijnings­frequentie vier keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

oplossingen bij salmonella-aanpak

16 Slofjesmethode: gemakkelijk toepasbaar en laagdrempelig

18

18 HyCare-stallen is positieve ontwikkeling

23 Casus: Maagdarmproblemen 24 Uit het lab: Bloedonderzoek 27 De Boer Op 23

28 Diergezondheid volgens dr. Klaus Depner

Varken, juli 2018 - 3


IDAL: DE TOEKOMST IS NAALDLOOS Veilig, effectief en diervriendelijk: naaldloos vaccineren heeft de toekomst. Naast de vertrouwde IDAL 2G, introduceert MSD Animal Health nu de IDAL 3G.

NIEUW: DE IDAL 3G Vraag een gratis informatiepakket aan via idal@merck.com!

www.probeer-idal.nu


actueel

Behandel- en gezondheidsplan op VeeOnline Als veehouder bent u dagelijks bezig met diergezondheid. Daar kunt u VeeOnline goed bij gebruiken. Het bedrijfsgezondheidsplan (BGP) en bedrijfsbehandelplan (BBP) kunnen u daarbij houvast geven. In het BGP staan managementmaatregelen om het antibioticagebruik op uw bedrijf terug te dringen. Op VeeOnline staan BGP’s en BBP’s die u samen met uw dierenarts kunt invullen. U kunt daarbij uw wensen en maatregelen toespitsen op uw bedrijf. De behandel- en gezondheidsplannen zijn op VeeOnline in te zien. Zo kunt u dus altijd nagaan welke afspraken u heeft gemaakt samen met uw dierenarts. U kunt hier ook de laboratoriumuitslagen terugvinden vanaf juni 2014. Vraag uw dierenarts naar de mogelijkheden voor een BGP en BBP van GD. Inloggen op VeeOnline is gratis voor u. Heeft u nog geen toegang tot VeeOnline? Klik op de link ‘login aanvragen’ (onder aan het inlogscherm) en volg de stappen. U ontvangt uw toegang tot VeeOnline direct per e-mail.

Doe mee aan de VeeOnline zomeractie Bent u goed op de hoogte van de mogelijkheden van ons online portaal VeeOnline? VeeOnline geeft u de meest actuele informatie, waaronder uw laboratoriumuitslagen. Als veehouder heeft u dus alles bij de hand, waar u ook bent. Test uw kennis door vragen te beantwoorden en maak kans op een ontbijt aan huis of VeeOnlinezomerpakket. Doe ook mee op www.gddiergezondheid.nl/zomeractie2018. Eind augustus worden de winnaars bekendgemaakt. DOE MEE AAN DE VEEONLINE ZOMERACTIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ZOMERACTIE2018

Altijd een actueel overzicht met Digitaal Inschrijven Papierloos werken met een efficiënte en complete inschrijving? Dat kan met digitaal inschrijven op VeeOnline. Zo heeft u altijd een actueel overzicht van de tarieven en laboratoriumbepalingen bij de hand. Voor meer informatie over digitaal inschrijven kijkt u op www.gddiergezondheid.nl/hoewerktdigitaalinschrijven

Geef wijzigingen tijdig door Wilt u eraan denken om wijzigingen van contactgegevens, zoals uw e-mailadres, tijdig aan ons door te geven? Dit kan per mail naar brbs@ gddiergezondheid.nl onder vermelding van uw relatienummer/UBN of door te bellen met onze klantenservice: 0900-1770, afdeling Klantdatabeheer. Het is ook mogelijk om door te geven dat u de uitslagen per e-mail wil ontvangen.

Varken, juli 2018 - 5


VACCINEREN OP MAAT

NIEUWE FOCUS OP CIRCO BESCHERMING De kracht van Metastim® een geavanceerd adjuvans voor sterke cellulaire en humorale immuniteit, de basis voor een veilig vaccin1 - Een monovalent circo vaccin dat past binnen vaccineren op maat - Eén vaccinatie op 3 weken leeftijd volstaat voor 23 weken bescherming - Ontwikkeld op basis van Suvaxyn Circo+MH RTU

www.vaccinerenopmaat.nl

NIEUW

1. J. Bubolz et al. Adjuvant selection for the development of a combined PCV2 and M. hyopneumoniea vaccine, 2014, Proceedings of the 23rd IPVS Congress, Cancun, Mexico SUVAXYN CIRCO emulsie voor injectie voor varkens •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 120909 - EU/2/17/223/001-006 UDD •Werkzame bestanddelen: Geïnactiveerd recombinant chimerisch porcine circovirus type 1, dat het porcine circovirus type 2 ORF2 eiwit bevat. •Doeldier: Vleesvarkens. •Indicaties: Actieve immunisatie van: varkens vanaf een leeftijd van 3 weken tegen porcine circovirus type 2 (PCV2) ter vermindering van de virale belasting in het bloed en lymfoïde weefsels en fecale uitscheiding veroorzaakt door infectie met PCV2. Aanvang immuniteit: vanaf 3 weken na vaccinatie. Duur van immuniteit: 23 weken na vaccinatie. •Toedieningswijze en dosering: IM. Enkelvoudige injectie van 1 dosis (2 ml), in de nek achter het oor bij varkens vanaf een leeftijd van 3 weken. Goed schudden vóór toediening en met tussenpozen gedurende het vaccinatieproces. Zie bijsluiter. •Contra-indicaties: Geen. •Wachttijd: 0 dagen. •Bijwerkingen: Zeer vaak: een voorbijgaande stijging van de lichaamstemperatuur (gemiddeld 1°C) gedurende de eerste 24 uur na vaccinatie. Zeer vaak: lokale weefselreacties in de vorm van zwelling op de injectieplaats; deze kunnen tot 2 dagen aanhouden. Soms: milde overgevoeligheids-achtige reacties direct na vaccinatie, resulterend in voorbijgaande klinische symptomen als braken, diarree of depressie. Zeer zelden: anafylaxie. Zie bijsluiter. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: Vaccineer alleen gezonde dieren. Niet gebruiken tijdens dracht en lactatie. Niet gebruiken bij fokberen. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking/bijsluiter of op aanvraag beschikbaar bij de lokale vertegenwoordiger: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (e-mail: info.nl@zoetis.com)

Zoetis BV Postbus 81055 3009 GB Rotterdam info.nl@zoetis.com www.zoetis.nl © 2018 Zoetis B.V.

MM-03407

Inlog: varkenshouder Wachtwoord: 1234


monitoring

Theo Geudeke, dierenarts varken

LICHTE STIJGING

Vlekziekte, komt het meer voor? De Veekijker krijgt regelmatig vragen over vlekziekte bij vleesvarkens, bijvoorbeeld naar aanleiding van afgekeurde varkens aan de slachtlijn. De vraag kan dan rijzen of er echt meer gevallen zijn, of dat men bij de keuring alerter is geworden. En als het echt meer voorkomt, dan is de volgende vraag al snel of de huidige vaccins wel goed genoeg werken en voldoende intensief worden ingezet. De vlekziektebacterie uitroeien zal namelijk niet lukken omdat deze ziekteverwekker zeer algemeen aanwezig is. 5,0% 4,5% 4,0% 3,5% 3,0% 2,5% 2,0%

De Veekijker kan verschillende informatiebronnen gebruiken om ook over vlekziekte bij varkens een goed beeld te vormen. In de loop van de laatste jaren is het aantal vragen aan de GD Veekijker over vlekziekte licht gestegen, van minder dan 1 procent in 2010 naar rond de 4 procent in 2018 (zie figuur 1). Maar is dat een daadwerkelijke stijging, of alleen een toename van de aandacht voor de ziekte? Andere bronnen van informatie voor de monitor van de varkensgezondheid zijn de inzendingen voor pathologisch onderzoek naar GD en de Online Monitor. In het percentage ingezonden varkens waarbij vlekziekte als diagnose is gesteld, is in dezelfde periode een vergelijkbare stijging te zien van 0,1 procent naar 0,4 procent (zie figuur 2). Het absolute aantal ingezonden varkens met vlekziekte is echter laag.

1,5% 1,0% 0,5% 0,0%

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 ‘18

Fig. 1. Percentage van alle Veekijkervragen over ziekteverwekkers die over vlekziekte gaan (per kwartaal, 2010-2018) 1,0% 0,9%

Uit de gegevens van de Online Monitor blijkt dat bij minder dan 0,1 procent van alle meldingen van gezondheidsproblemen door de praktiserende dierenartsen vlekziekte als meest waarschijnlijke diagnose is gesteld (zie figuur 3). Daarin is over de periode 2016 - 2018 geen trend waar te nemen: in 2016 betrof het 0,08 procent van de meldingen, in 2017 0,06 procent en in het eerste kwartaal van 2018 0,10 procent.

0,8% 0,7%

De conclusie is dat vlekziekte sporadisch voorkomt bij varkens. Vermoed wordt dat sprake is van een lichte stijging, maar die is zo gering dat er nog geen harde conclusies aan verbonden kunnen worden.

0,6% 0,5% 0,4% 0,3% 0,2% 0,1% 0,0%

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 ‘18

Fig. 2. Percentage van de sectie-inzendingen waarbij vlekziekte is vastgesteld (per kwartaal, 2010-2018) 0,14% 0,12% 0,10%

Fig. 3. Percentage van

0,08%

alle meldingen in de

0,06%

Online Monitor waarbij

0,04%

vlekziekte als waar-

0,02%

schijnlijkheidsdiagnose

0,00%

1

2 3 2016

4

1

2 3 2017

4

1 2018

is gesteld (per kwartaal,

Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

2016 - 2018)

Varken, juli 2018 - 7


Advertorial

Phileo Focus Sturen op darmflora verbetert resultaten van biggen

Voor biggen is een goede darmgezondheid cruciaal om optimale resultaten te kunnen halen. In het verteringstelsel is de aanwezige microflora voor een groot deel bepalend voor de status van de darmgezondheid en de daaraan gekoppelde technische resultaten. Met andere woorden, het uitbalanceren van de microflora resulteert in betere productie cijfers. Met nieuwe technieken (bijvoorbeeld 16s rRNA sequencing) zijn we in staat om grote hoeveelheden bacteriën en biochemische moleculen te meten. Hierdoor kunnen we achterhalen welke factoren gereguleerd worden door de microflora en hoe deze worden beïnvloed door antibiotica, voeding of ziekten. Recentelijk gepubliceerd werk van Kiros et al. laat zien hoe deze technieken kunnen worden toegepast om de diergezondheid te verhogen: welke correlatie is er tussen de darmflora en de productie resultaten. In dit werk is gekeken naar het effect van de probiotische gist Actisaf® Sc47 op de samenstelling van de darmflora, de verwevenheid van de aanwezige bacteriën én de technische resultaten van biggen. Bij de helft van de biggen is onderzocht wat er gebeurt met de microflora, bij de andere helft is gekeken naar het effect op productie parameters. De resultaten bevestigde dat de Actisaf® Sc47 gevoerde biggen een meer homogene microflora hadden dan de controle groep. Nadat de verandering in darmflora bewezen was, is verder onderzoek gedaan naar de verwevenheid (ofwel inter-relaties) van verschillende bacteriën. Deze verwevenheid betekent dat bepaalde bacteriën beter naast elkaar in hetzelfde milieu kunnen leven dan anderen. Een positieve inter-relatie houdt in dat soorten bacteriën niet concurreren om nutriënten of ruimte in de darm: ze kunnen prima naast elkaar bestaan. Een negatieve inter-relatie betekent dat soorten bacteriën juist in dezelfde niche leven en vechten om dezelfde nutriënten. Door deze concurrentie ontstaat er een kwetsbare darmflora die snel kan veranderen. Hoe meer positieve interrelaties tussen de microflora, hoe kleiner de kans op ontwikkeling van schadelijke bacteriën. Middels een CoNet analyse is aangetoond dat deze verwevenheid ten positieve verandert door toevoeging van Actisaf® Sc47 aan biggenvoer: bij de controle was de ratio positief:negatief 0.99 terwijl bij de Actisaf® gevoerde biggen deze ratio 2.31 was. Figuur 1. Aangetoond wordt hoe de samenstelling van de darmflora in de dikke darm verandert (aan de hand van de verschillende gekleurde nodes). Tevens wordt de verwevenheid tussen de verschillende bacteriën aangeduid (groene lijn is een positieve inter-relatie; rode lijn is een negatieve inter-relatie).

Duidelijk was dat er een homogenere microflora ontstond door het voeren van Actisaf® Sc47 versterkt door een positieve interactie van name de stammen Firmicutes (waaronder Lactobaccilus en Eubacterium) en Actinobacteria (waaronder Bifidobacterium). Of een verandering van darmflora positief of negatief is kunnen we beoordelen aan de hand van de effecten op de zoötechnische resultaten. Daarbij zijn de biggen gevolgd tot een leeftijd van 56 dagen. De belangrijkste parameters waren voeropname en gemiddelde dagelijkse groei en daaruit werd de voer efficiëntie berekend. Grafiek 1. In vergelijking tot de dieren in de controle groep presteerden de dieren in de met Actisaf® Sc 47 gevoerde groep beter. Dit leidde uiteindelijk tot een toename van het lichaamsgewicht van ruim 2kg per big.

a a

120% 115% 110% 105% 100%

b

b

b a

95% 90% 85% 80% Voeropname (g) Control

Controle

Actisaf® Sc47

Groei (g)

VC

Actisaf® Sc47

p>0.001

Deze studie bevestigt resultaten uit eerdere studies naar de effecten van Actisaf® Sc47 de prestaties van biggen. Nu is echter ook aangetoond hoe het komt dat dieren beter gaan presteren: de microflora wordt verbeterd en hierdoor komt de darmgezondheid op een hoger niveau. Referentie: Kiros et al., 2018 Effect of live yeast Saccharomyces cerevisiae (Actisaf® Sc 47) supplementation on the performance and hindgut microbiota composition of weanling pigs

Meer weten?

Phileo Lesaffre Animal Care De Volger 3 1483 GA De Rijp, Nederland 0299-675501 Info-nl@phileo.lesaffre.com

phileo-lesaffre.com


Samen werken aan diergezondheid

Special bij GD-magazine – juli 2018

salmonella

INTERVIEW

“Aanpak salmonella is kwestie van lange adem”

HYCARE

“Succes verzekerd bij goede hygiëne”

SLOFJESMETHODE

“Gewoon doen!”


VAN DIAGNOSTIEK TOT PRAKTIJK

“De salmonellaaanpak is niet zo zwart-wit” De aanpak van salmonella heeft heel wat meer voeten in de aarde dan we soms denken. Linda Peeters (GD) en Tim van Sprang (Slingeland Dierenartsen) gingen in gesprek over de regels, tekortkomingen en eventuele oplossingen. “Het verhaal is misschien niet altijd duidelijk, maar de oplossing op zich wel.” Momenteel is het grootste probleem volgens Tim en Linda dat er verkeerd wordt omgegaan met salmonella in Nederland. Serologie is de maatstaf en daar kun je onvoldoende van op aan. “Het laat niet zien wat nou daadwerkelijk het probleem is”, vertelt Tim. “Als ik kijk naar één van de bedrijven waar ik bezig ben, zie ik het volgende: ik kan salmonella in tientallen mestmonsters niet meer aantonen, maar de bloedwaardes aan het eind van de mestperiode zijn torenhoog. Op het bedrijf is er dus bijna geen uitscheiding van salmonella, maar het bedrijf zit wel in categorie drie.” En dat is volgens Linda ook wat dit verhaal zo ingewikkeld maakt. “De veehouders zien die serologieresultaten, maar eigenlijk zegt dit te weinig over wat er in de stal gebeurt. Dat maakt het ongrijpbaar. Net als het feit dat er geen concrete regels zijn opgesteld.” Duitsland vs. Nederland Dat is ook volgens Tim iets wat het nog ingewikkelder maakt. “In Nederland mag iedereen zelf kiezen hoe er getest wordt: op het bedrijf of aan de slachtlijn. In Duitsland testen ze alleen aan de slachtlijn, waardoor je steeds dezelfde leeftijdscategorie test.” Wat hem betreft kun je nu niet veel met de salmonella­ status zoals deze nu bekend is in Nederland. Daar kan Linda zich wel in vinden. “Wat we nu eigenlijk doen is appels met peren vergelijken. Het is lastig om daar goede conclusies uit trekken.”

10 - Varken, juli 2018

De twee hebben het in het gesprek meer dan eens over onze Oosterburen. De striktere regelgeving in Duitsland dwingt de veehouders daar. “In Duitsland wordt er niet alleen op een andere manier getest, de boeren krijgen ook minder betaald als hun varkens positief testen.” Tim knikt en laat weten dat er voor Nederlandse boeren nu eigenlijk geen reden is om echt uit te zoeken waar de problemen vandaan komen. “En dat is zonde”, zegt hij. “Want boeren weten heus dat ze met voedselproductie bezig zijn en dat volksgezondheid heel belangrijk is. Maar ze horen aan de andere kant ook dat het grootste probleem niet in de stal ligt, maar in het slachthuis en de keukens, en als ze bovendien het gevoel hebben dat hun maatregelen geen direct effect hebben op de monitoringsresultaten, hebben ze niet het idee dat ze invloed hebben in het systeem zoals het nu opgezet is.” Oplossingsgericht denken Het overgrote deel van de humane salmonella-infecties komt namelijk door slechte keukenhygiëne, een klein percentage komt vanuit het slachthuis en nóg minder komt bij het positieve varken vandaan. “Maar wat niet in een varken zit, kun je natuurlijk ook niet in de keuken krijgen”, relativeert Tim. “Dus het is en blijft belangrijk dat er toch iets gedaan wordt aan de visie op salmonellabestrijding in Nederland.” Linda haakt hierop in en vertelt dat één van de belangrijkste doelstellingen moet zijn dat er gerichter onderzoek komt naar waar salmonella precies zit op een bedrijf. “En dat kun je niet bereiken met de huidige serologische monitoring, die alleen iets zegt over de serologische status aan het eind van de rit. In principe kun je met serologie wel een infectiemoment inschatten, maar alleen als er regelmatig bloedonderzoek uitgevoerd wordt.”


Anne Taverne, redacteur

interview

Tim van Sprang en Linda Peeters in gesprek over de aanpak van salmonella.

Iets waarmee je wel beter kunt monitoren waar de salmonella zich precies bevindt op het bedrijf, zijn de overschoentjes die gebruikt worden bij mestonderzoek. “De schoentjes zijn ook niet dé oplossing”, vertelt Linda. “Maar ze zijn wel een redelijke maatstaf. Ze zorgen voor gerichter onderzoek en kunnen niet fout-positief zijn. In tegenstelling tot serologie zeggen de mestonderzoeken wel iets over waar en wanneer de varkens in de stal geïnfecteerd worden met salmonella.” Focus op hygiëne Hoewel de precieze infectiedynamiek in het geval van salmonella misschien niet heel duidelijk is, is de oplossing dat volgens Tim wel. “Je moet weten waar salmonella op je bedrijf zit, hygiënisch werken en knelpunten opsporen. Dit betekent op het juiste moment hygiëneblokkades inrichten. Door de hygiëne op te schroeven, kun je de verspreiding beperken. De knelpunten spoor je op door mestonderzoek.” Daar is Linda het mee eens. “Het is belangrijk om te weten hoe je bedrijf beweegt. Met gericht onderzoek analyseer je de pro-

bleemmomenten en risicogebieden op je bedrijf, zodat je kunt ingrijpen en de aanpak kunt starten.” Tim ziet dat bedrijven die hier daadwerkelijk mee aan de slag gaan ook op andere gebieden positief verrast worden. “Als je kijkt naar de algehele diergezondheid op deze bedrijven, maken ze grote sprongen. En dat is ook wat waard.” Salmonella is niet idiot-proof De twee zijn het in ieder geval over één ding eens: als je te simpel denkt over de aanpak van salmonella, gaat het niet lukken. “Het is niet idiot-proof. Dingen werken niet altijd direct en het is geen kwestie van ‘eventjes aanpakken’. Maar met een degelijke aanpak gericht op structurele veranderingen is er wel degelijk een resultaat te behalen.”

MEER OVER SALMONELLA WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/AANPAKSALMONELLA

Varken, juli 2018 - 11


GOEDE HYGIËNE IS INVESTERING DIE NIET ALLEEN SALMONELLA AANPAKT

“Succes verzekerd als je hygiëne breed aanpakt!” “Als stalmedewerker heb ik in het verleden echt ervaren dat je met hygiëne heel veel kan bereiken op het gebied van diergezondheid. Daar wilde ik bij Schippers meer mee doen.” Arjan Wermink is hygiënespecialist en HyCare-coach bij MS Schippers in Bladel. In zijn rol als hygiënespecialist ziet Wermink dat de hygiëne­ producten succesvoller worden als er goede begeleiding en coaching gegeven wordt. Schippers heeft diverse producten op het gebied van hygiëne, maar die moeten wel op de juiste manier ingezet worden.

Arjan Wermink benadrukt dat hygiëne belangrijk is in de varkensstal. Foto: Richard Brusse

12 - Varken, juli 2018

“We brengen eerst in kaart wat het probleem is en wat de bedrijfsspecifieke situatie is”, vertelt Wermink. “Pas dan kan je met een goede aanpak komen. We moeten de mensen die de maatregelen gaan uitvoeren, ook trainen in het juiste gebruik van de producten”, benadrukt de hygiënespecialist. Wermink heeft in zijn werk veel contact met bedrijven die problemen hadden met salmonella. “Wat mij opviel is dat de meesten salmonella met één ding willen oplossen: ‘zet er maar zuur op en we zien wel hoe het gaat.’ Maar daar geloof ik niet in. Je moet het breed aanpakken, met álle hygiënemaatregelen.”


interview

Tanja Slagter, redacteur

Inweek- en desinfectiemiddelen moeten op de juiste manier gebruikt worden.

verschuilen.” Vervolgens is het cruciaal dat ook looppaden, afdelingsgangen en centrale gangen meegenomen worden in het reinigingsproces. “Voor nieuwe biggen is het geen enkel probleem om de bacterie op te pikken op de centrale gang, nog voordat hij in het hok komt.” Stap 3 is ongediertebestrijding. “Salmonella kan zich zeer gemakkelijk verspreiden via ratten, muizen, vliegen en maden.” Wermink benadrukt dat wat hem betreft een kat in de stal ook gezien kan worden als ongedierte. “Een kat is leuk voor in huis, maar niet in de stal. Hij komt net als de rat overal en neemt de bacterie ook mee van de ene plek naar de andere.” Stap 4 is het drinkwater. In de eerste plaats moet het watersysteem vrijgemaakt worden van biofilm en daarna moet er zuur toegevoegd worden aan het drinkwater. Biofilm is een dun filmlaagje dat zich aan de leiding vastzet. Daarin kunnen bacteriën zich schuil houden. Voor een goed effect van zuur is het belangrijk dat de waterleiding schoon is, dus vrij van biofilm. Deze vier stappen vormen een brede hygiënebasis, maar overkoepelend daaraan komt volgens Wermink de werkwijze van de varkensverzorger aan bod. Ook hij kan verspreider van salmonella zijn. Dus bij alles wat hij doet of gebruikt moeten de hygieneregels in acht genomen worden.

4 hygiënestappen Om het salmonellaprobleem effectief aan te pakken, moet een varkenshouder volgens Wermink vier hygiënestappen doorlopen. “Ten eerste moet er kritisch gekeken worden naar de hokken waar de dieren in leven”, legt Wermink uit. “In mijn optiek zijn de meeste stallen onvoldoende goed te reinigen. We steken er heel veel energie in om goed schoon te maken, maar veel hokken bevatten kieren en naden die je niet goed schoon kan maken en betonnen vloeren zuigen vocht en vuil op als een spons.” Dus stap 1 is zorgen dat je een hok creëert dat je goed kan reinigen en desinfecteren. “Een coating op de betonnen vloer maakt al heel veel verschil.” Als de poriën in het hok dicht zijn, kan de varkenshouder aan de slag met stap 2, het hok iedere ronde goed ontvetten en desinfecteren. “Hierbij is het belangrijk dat de mensen die dat uitvoeren zich bewust zijn waarom ze die inweek- en desinfectiemiddelen gebruiken. In de praktijk worden hier snel fouten gemaakt. Dat is geen onkunde, maar het wordt ze niet verteld. Juist bij salmonella is het belangrijk dat alles goed gereinigd wordt: alle hoeken, onder de voerbak, onder de drinkbak, et cetera. Daar blijft vaak mest achter, waar salmonella zich kan

Kosten Wermink realiseert zich dat boeren kunnen opzien tegen de kosten van al deze maatregelen, maar volgens hem maken veel mensen hier een cruciale denkfout. “Je pakt met deze maatregelen niet alleen salmonella aan, maar ook andere infecties zoals PRRS, App, clostridium, E.coli en alle andere dierziekten. De totale diergezondheid gaat omhoog en daarmee ook het rendement van de dieren. Wij vinden bij onze HyCare-praktijkbedrijven een netto voerwinstverbetering van 10 tot 15 procent. Eigenlijk praten we dus niet over een salmonella-aanpak, maar de basisvoorwaarden voor het houden van varkens. Veel bedrijven grijpen naar dure oplossingen (bijvoorbeeld vaccinaties) om de problemen het hoofd te bieden. De schade is dan al geleden. En ja, het coaten van de stallen is een investering, maar het verhoogt ook de levensduur van de stal en het levert financieel voordeel op doordat het schoonspuiten sneller en met minder water kan.” Die aanpassingen vragen nogal wat van de ondernemer, weet Wermink. “Maar, als de klant bereid is om de hygiëne breed aan te pakken, dan durf ik wel te zeggen dat succes verzekerd is. Bij het ene bedrijf na drie maanden en bij het andere bedrijf misschien na een half jaar of langer. Dat is erg afhankelijk van hoe snel de medewerkers de vernieuwde werkwijze oppakken. Maar één ding weet ik zeker: het gaat werken!”

Varken, juli 2018 - 13


INTERVIEW

“Pak salmonella sectorbreed aan” “De aanpak van salmonella bij varkens is in Nederland een onderbelicht item.” Dat stelt Gerard Drost van varkenshandel Thijssen Drost BV in Leunen. Hij pleit voor een bredere aanpak, waarbij de hele varkenssector gecontroleerd wordt. Besmetting met salmonella komt op ruim de helft van alle varkensbedrijven voor, maar veroorzaakt slechts zelden problemen. Salmonellose bij varkens verloopt in bijna alle gevallen zonder klinische verschijnselen en er kan vanuit gegaan worden dat er geen economische schade voor varkenshouders ontstaat als er geen klinische klachten zijn. Een structurele aanpak lijkt daarom niet functioneel. Toch is het volgens Drost belangrijk om wél actief bezig te zijn met de aanpak van salmonella. “Wij moeten onze dieren gezond houden en daar is salmonella een onderdeel van”, stelt hij. Bovendien kunnen boeren bij export van varkens voordeel halen uit een goede monitoring van salmonella. “Duitsland is veel strikter in de controle dan Nederland en ze hanteren ook een beloningssysteem”, vertelt Drost. “Voor varkens uit categorie 1

“Alle lagen binnen de varkenssector zijn gebaat bij een goede controle, dus ook de vermeerderaars” 14 - Varken, juli 2018

krijgt de boer extra betaald bij Westfleish, waar wij zaken mee doen.” Daarom is het voor boeren belangrijk om te kunnen aantonen dat hun varkens laag in de waardes zitten. Waar komt besmetting vandaan? Ook in Nederland wordt wel gemonitord, maar er zitten geen consequenties aan voor een boer als hij in categorie 3 zit. Dat komt door een verschil in benadering van besmettingsoorzaken. “Hier zeggen we – ook de slachthuizen zelf – dat de meeste salmonellabesmettingen bij het slachthuis vandaan komen. In Duitsland zeggen ze dat de besmetting van het boerenbedrijf komt. In Duitsland zijn ze er dus veel meer op gebrand dat de varkens schoon zijn.” Thijssen Drost vervoert wekelijks zo’n 25.000 varkens; daarvan gaat ongeveer 30 procent naar het buitenland. “Als je wekelijks zoveel exporteert, dan wil je gewoon dat jouw product op orde is. Daarom is het voor ons essentieel dat wij onze vervoermiddelen op orde hebben, maar ook de ondernemers waarmee wij zaken doen moeten de boel voor elkaar hebben.” Salmonella is dan in Nederland misschien geen hot item; voor Thijssen Drost is het dat wel. Het bedrijf heeft in samenwerking met GD een plan van aanpak opgesteld dat verspreiding van salmonella moet voorkomen. “Wij investeren in onze vervoermiddelen. Zo werken we met dichte auto’s die we verwarmen kunnen, ontsmetten we de auto’s grondig en werken we hygiënisch. Daarnaast eisen wij van onze klanten dat zij hun controlerapporten via GD laten opstellen. Wij hebben voor GD gekozen omdat het onafhankelijk is. Het is een algemeen Nederlands instituut met een goede reputatie die ook in het buitenland staat.”


interview

Tanja Slagter, redacteur

Aanpak salmonella is niet simpel Thijssen Drost is nu een jaar of vijf gericht bezig met salmonella en Drost merkt dat het geen simpel onderwerp is. “Salmonella bestrijden kan op zoveel manieren… We kunnen niet zeggen dat er één manier is om het goed aan te pakken.” Wat hij wel weet, is dat hygiëne heel belangrijk is. Je kan als boer aanzuren via voer en water, de leidingen doospoelen, maar als je de hygi­ ene niet voor elkaar hebt, dan kan het nog misgaan.” Het is voor een varkensboer ook moeilijk om een salmonella­ besmetting helemaal kwijt te raken door de manier waarop var-

Salmonella-aanpak in Duitsland Duitsland hanteert een salmonellamonitoring die vergelijkbaar is met die van Nederland. Het aantal bemonsteringen verschilt, maar de indeling in categorieën vleesvarkensbedrijven is hetzelfde. De categorieindeling is een maat voor het risico dat de vleesvarkens van het bedrijf met salmonella besmet zijn. Categorie 1 betekent een gering risico, categorie 2 is een matig risico en categorie 3 staat voor een hoog risico.

kensbedrijven in Nederland ingericht zijn. “Bij pluimveebedrijven is er sprake van all-in all-out. Als het pluimvee weg gaat, is de stal leeg en kan deze helemaal gereinigd worden. Bij varkensboeren is de stal nooit helemaal leeg.” Maar dat het een moeilijk aan te pakken probleem is, betekent niet dat je niets moet doen, vindt Drost. “Het zou voor de hele varkenssector goed zijn als we alles zagen. Dat betekent dat er goed gecontroleerd moet worden bij alle lagen in de sector, dus ook bij de vermeerderaars. Want als je niet weet waar een besmetting vandaan komt, kan je ook geen actie ondernemen.”

Gerard Drost: “Wij investeren in onze auto’s, zodat besmetting niet via onze transportmiddelen kan optreden.”

Het verschil tussen Nederland en Duitsland zit in de benadering van categorie-bedrijven: in Nederland zitten er voor de varkenshouder geen consequenties aan de toekenning van categorie 3. Nederlandse varkenshouders ontvangen een brief wanneer hun bedrijf in de hoogrisicogroep valt met het dringende verzoek er wat aan te doen, maar daar blijft het bij. In Duitsland berekenen slachterijen een strafkorting voor bedrijven die in categorie 3 zitten. Enkele slachterijen hebben zelfs besloten helemaal geen vleesvarkens meer te willen slachten van categorie 3-bedrijven.

Varken, juli 2018 - 15


SLOFJESMETHODE IS GEMAKKELIJK EN SNEL

Pilot succesvol:

“Gewoon doen!” “Als je salmonella aanpakt, dan verbeter je je bedrijf ook op het gebied van andere ziektes.” Trudy van der VenVerschuuren is boerderijcoach en dierenarts voor KDV (Stichting Keten Duurzaam Varkensvlees), in dienst van Westfort Vleesproducten. Zij adviseert en begeleidt boeren die deelnemer zijn van de keten op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid. De aanpak van salmonella is een van de speerpunten binnen KDV. KDV gaat voor duurzaam vlees en heeft oog voor milieu en dierenwelzijn. Van der Ven: “Binnen KDV hebben we extra criteria op het gebied van duurzaamheid en gezondheid. Zo willen we bijvoorbeeld het antibioticagebruik zoveel mogelijk minimaliseren en zijn we intensief bezig met salmonella.”

16 - Varken, juli 2018

Volgens Van der Ven zijn duurzaamheid en salmonella nauw met elkaar verbonden. “Salmonella zit op veel bedrijven en vaak merken boeren dat niet. Maar als ze problemen hebben met salmonella, dan kan dat ten koste gaan van de diergezondheid en het dierenwelzijn. De voerconversie en groei gaan onderuit en daar zijn financiën mee gemoeid.” De aanpak van salmonella is dus belangrijk en KDV stelt dan ook eisen aan haar deelnemers. “Een criterium voor ons is dat het boerenbedrijf niet in categorie 3 zit. En als hij daar onverhoopt wel in zit, dan maken we een plan van aanpak. We willen als keten niet alleen een afvinksysteem zijn, maar het samen aanpakken. En daar kom ik als dierenarts en bedrijfscoach bij kijken. Ook Westfort ziet meer in positieve stimulering dan in


interview

Tanja Slagter, redacteur

straffen. “De slachterij kan wel een strafkorting opleggen op bedrijven die in categorie 3 zitten, maar een positieve aanpak en samenwerken werkt veel beter.”

test was dat bij minstens de helft van de besmettingen de oorzaak bij de vleesvarkens lag. “Heel vaak wordt gezegd dat het van de zeugen bij de big komt en dat de big het dan meeneemt de stal in. Dat blijkt dus lang niet altijd het geval.”

Win-win Van der Ven benadrukt dat iedereen het liefst gezonde varkens heeft. Een actieve salmonella-aanpak is dus een logische bedrijfsstrategie. “Als je salmonella aanpakt, dan verbeter je je eigen bedrijf ook qua andere ziektes. Alle maatregelen die je neemt om salmonellabesmetting te minimaliseren, werken ook op andere ziektes. Het is een win-winsituatie.” Maar voordat je een salmonellaprobleem effectief kan aanpakken, moet je eerst weten waar de besmetting zit. Van der Ven heeft enige tijd geleden in samenwerking met GD een onderzoek gedaan met de slofjesmethode. Het viel haar op hoe simpel het is om via die methode salmonella te vinden. “Je gaat naar een bedrijf en je loopt met die slofjes door de juiste afdeling en dat is het. Je krijgt zo een mestmonster, dat stuur je op naar GD en je krijgt de uitslag. De methode is gemakkelijk toepasbaar, voor ons als keten en voor de varkenshouder. Het geeft een goed inzicht waar de besmetting zit.” Van der Ven vertelt enthousiast over de slofjesmethode. “We hebben die pilot gedaan bij vijftien bedrijven, waar we per bedrijf in totaal zes maal monsters genomen hebben op verschillende momenten. Op basis van die monsters hebben we gekeken of we met de slofjesmethode kunnen zien waar het moment van besmetting zit en of de slofjesmethode überhaupt wel werkt en we er wat mee kunnen.” De uitslag van de proef was duidelijk: “Je krijgt helder of er een besmetting zit of niet. Bij bijna 75 procent konden we de conclusie trekken waar het moment van besmetting is en waar we kunnen acteren.” Oorzaak besmetting Het is belangrijk om te weten waar de besmetting begint, omdat je daar je plan op kan aanpassen, stelt Van der Ven. “Dus als de biggen besmet zijn, pak je het probleem daar aan, en niet alleen bij de vleesvarkens.” Een opvallende uitkomst van de

Trudy van der Ven adviseert als bedrijfscoach deelnemers van KDV op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid. De slofjesmethode loont volgens haar.

De uitslagen van de slofjestest zijn besproken met de deelnemers. “Sommige boeren hebben de aanpak vervolgens met de eigen dierenarts opgepakt en sommigen begeleid ik verder. En die aanpak werkt; de bedrijven die ermee aan de slag gegaan zijn, laten een reductie in salmonelladruk zien.” Aan de slag gaan met de slofjesmethode loont, stelt Van der Ven. Varkenshouders krijgen de mogelijkheden voor een goede aanpak op een presenteerblaadje aangeboden. “Wij signaleren dat het niet helemaal als gewenst gaat en wij bieden hulp. Het enige waar ze wat kosten aan hebben, is die slofjes maar dat is minimaal. Daarna krijgen ze advies en begeleiding en kunnen ze een verbetering zien in de diergezondheid en het bedrijfsresultaat.” Er zitten voor de varkenshouder alleen maar voordelen aan, wil Van der Ven maar zeggen. “Gewoon doen dus!”

Varken, juli 2018 - 17


HYCARE-STALLEN ZIJN POSITIEVE ONTWIKKELING

“Aanpak salmonella is kwestie van lange adem” “Bestrijding van salmonella is niet zo eenvoudig als bestrijding van sommige andere ziektes.” Karien Koenders, Adviseur Gezondheid bij Topigs Norsvin, constateert dat de aanpak van salmonella vooral een kwestie van lange adem is. Maar het is wél belangrijk. “Uiteindelijk gaat het om voedselveiligheid”, benadrukt Koenders. Topigs Norsvin is één van de grootste varkensfokkerijorganisaties in de wereld. Het bedrijf is al enige jaren bezig met een gerichte aanpak van salmonella. “We hebben beleid gemaakt voor onze franchisers. Dat beleid is erop gericht dat wij ernaar streven dat al onze franchisers in categorie 1 zitten. En zo niet, dat die bedrijven dan actief bezig gaan met een plan van aanpak om salmonella terug te dringen, zodat ze in categorie 1 terecht komen.”

De aanpak van salmonella begint bij hygiëne.

18 - Varken, juli 2018

Lang traject En dat traject van terugdringen duurt lang. “De besmetting komt in de basis vanuit de dieren. Je kunt maatregelen nemen om de besmettingsdruk te verlagen vanuit de dieren, zoals aanzuren van het voer of vaccineren van gelten, zeugen en biggen.


Tanja Slagter, redacteur

samenleving

“Om salmonella goed aan te pakken, moet de hele keten daaraan meewerken. Het gaat tenslotte om de voedselveiligheid” Maar dan ben je er dus nog niet. De besmetting blijft vaak hangen in de stal zelf. Om die besmetting aan te pakken, moet er schoongemaakt worden als de stal leeg is. Voordat je daarmee rond bent op een gesloten bedrijf, ben je al zo’n drie maanden verder. Het kan soms wel drie rondes duren voordat je effect ziet. Dan ben je zo een jaar verder.” Bedrijven die te maken hebben met salmonella, moeten hard werken om de infectie de kop in te drukken. “Het kan soms best frustrerend zijn dat het zo lang duurt voordat je resultaat ziet”, weet Koenders, “maar de aanhouder wint. We hebben in Duitsland gezien dat een goede aanpak van salmonella ook op andere fronten een positief resultaat oplevert. Je pakt onbewust meerdere ziektes aan.” De aanpak van salmonella begint volgens Koenders bij de hygi­ ene. “Denk daarbij aan het scheiden van diergroepen, een systeem van all-in all-out per leeftijdsgroep en goed reinigen en ontsmetten. Daarnaast kunnen er voedingsmaatregelen genomen worden, zoals het aanzuren of miner fijn malen, en bestaat er een vaccin tegen salmonella.” Een positieve ontwikkeling is volgens Koenders de HyCarestallen. Door de vloeren en muren te coaten, zijn deze goed, hygiënisch en gemakkelijk te reinigen. De overschoentjes met mestmonster uit de stal worden opgestuurd naar GD voor onderzoek.

Overschoentjes en swifferdoekjes Hoe belangrijk hygiëne is, zag Koenders bij de aanpak van salmonella in Duitsland. Onderdeel daarvan was een brede monitoring. “Er worden dan niet alleen bloedmonsters genomen, maar ook gingen we met overschoentjes de stal in en met swifferdoekjes langs de muren, over buizen en in ventilatiekokers. Het was een eye-opener voor mij om te zien hoeveel salmonella er aanwezig is in de omgeving. In het stof, onder de voerbak, op de lampen… Dat geeft wel aan hoe belangrijk goede hygiëne is.” De noodzaak van een brede salmonella-aanpak wordt steeds duidelijker. “Het is begonnen met druk van Duitse slachterijen, die bij categorie 3 gaan korten op vleesvarkens. Daardoor gaan onze klanten kijken naar de gelten die zij via ons aangeleverd krijgen.” Gelukkig zit het overgrote deel van onze franchisers in de goede categorie en de bedrijven die in categorie 3 zitten, zijn al heel ver met hun aanpak”, benadrukt Koenders. De rol van Topigs Norsvin is klein bij de aanpak. “Wij signaleren en monitoren en we geven advies. We hebben beleid gemaakt als franchisegever, maar de daadwerkelijke uitvoering ligt bij de franchiser. Die moet samen met zijn bedrijfsdierenarts een plan van aanpak opstellen. Hij kan daarbij samenwerking zoeken met GD, de voervoorlichter en de leverancier van een vaccin tegen salmonella.” Hele keten moet meewerken Om salmonella goed aan te pakken, moet de hele keten daaraan meewerken, stelt Koenders. “Als je alleen de vleesvarkens zou aanpakken, dan is dat dweilen met de kraan open. Je moet het probleem bij de bron aanpakken, dus het hele opfoktraject en ook de vermeerderaars en slachterijen aanpakken.” Bovendien is er niet één aanpak die werkt. “Je moet per bedrijf kijken wat werkt. Hoe zit het bedrijf in elkaar? Heeft een bedrijf een knaagdierprobleem, zijn er verouderde en daardoor moeilijk te ontsmetten stallen, of wordt het salmonellaprobleem opgelost met het aanzuren van voer?” Wat er ook moet gebeuren, het is wel belangrijk dát er wat gebeurt, want het gaat tenslotte om de voedselveiligheid.

Varken, juli 2018 - 19


diergezondheid volgens Sjef de Bruijn Dat Sjef de Bruijn in de varkenshouderij terecht zou komen, lag niet echt voor de hand. Toch is hij bedrijfsleider van Varkenshouderij De Hoeve in Valkenswaard. “Na de mavo wist ik niet goed wat ik wilde, maar ik heb wel altijd een passie voor dieren gehad. En ik kwam wel vaak op een boerderij. Dat vond ik heel leuk.” Zo is Sjef terecht komen op de agrarische school. Na zijn afstuderen kwam hij terecht bij de varkenshouderij van Hans Verhoeven. “Ik heb altijd de ambitie gehad om iets voor mezelf te doen, ik wil niet mijn hele leven voor een baas werken”, lacht Sjef. Een varkenshouderij leek hem dé sector met kansen voor hem. “Ik zocht een bedrijf en hij zocht een bedrijfsleider. Voorlopig ben ik in loondienst, maar ik hoop dat ik het bedrijf op termijn kan overnemen.” Het bedrijf is een demobedrijf voor KDV (Keten Duurzaam Varkensvlees) in het kader van de Stal van de Toekomst. “In de Stal van de Toekomst pakken we het ammoniakprobleem bij de bron aan”, vertelt Sjef enthousiast. “De mest gaat zo snel mogelijk de stal uit om te voorkomen dat ammoniak ontstaat. Dat bevordert de gezondheid van de dieren.” Diergezondheid Diergezondheid speelt een belangrijke rol in het werk van Sjef. “Diergezondheid betekent voor mij dat de dieren zich prettig voelen en dat het stalklimaat goed is.” Hygiëne is daarbij heel belangrijk, stelt de bedrijfsleider. “We zorgen altijd voor schone laarzen, schone kleren en schoon materiaal, we reinigen en ontsmetten de hokken en hebben alles netjes op orde. Op die manier houden we ziekten buiten de deur”, stelt Sjef. Ammoniakreductie In de toekomst wordt ammoniakreductie een steeds groter item, verwacht Sjef, en daar is het varkensbedrijf van Verhoeven al goed op voorbereid. Zo is de ammoniakuitstoot flink verlaagd en heeft het bedrijf een vergistingsinstallatie. De varkensmest wordt gescheiden en vergist en de energie die daaruit gewonnen wordt, wordt weer gebruikt op het bedrijf. Daarnaast komen in de toekomst volgens Sjef de dieren steeds meer centraal te staan. “Dus niet: we bouwen een hok en dan moet er een varken in, maar we hebben een varken en daar moeten we een hok omheen maken.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


The Probiotic Pro our future generation Following advanced research within extensive Lesaffre collection of live yeast strains, Actisaf® is now the standard solution for Following advancedBacked research extensive Lesaffre collection modern farming. upwithin bywithin rigorous science, this unique Following advanced research extensive Lesaffre collection of live yeast strains, Actisaf® is now the the standard solution for probiotic can be relied upon to enhance health and performance of livefarming. yeast strains, Actisaf® is now the standard solution for modern Backed up by rigorous science, this unique of more thanfarming. 100 million livestock worldwide. From feedthis to food, modern Backed up by rigorous science, unique probiotic can be relied uponbenefits to enhance the health and performance Actisaf® offers far-reaching for farmers and industry experts. probiotic can be relied upon to enhance the health and performance of more than 100 million livestock worldwide. From feed to food, Both food quality safety are –and factors of more than 100and million livestock worldwide. From which feed toare food, Actisaf® offers far-reaching benefits forassured farmers industry experts. fundamental to the future ofbenefits sustainable production. Actisaf® offers far-reaching for farmers and industry experts. Both food quality and safety are assured – factors which are Both foodtoquality and of safety are assured – factors which are fundamental the future sustainable production. fundamental to the future of sustainable production.

phileo-lesaffre.com phileo-lesaffre.com phileo-lesaffre.com

Naamloos-1 1

06-07-18 09:58

Naamloos-1 1 Naamloos-1 1

06-07-18 09:58 06-07-18 09:58

Following advanced research within extensive Lesaffre collection of live yeast strains, Actisaf® is now the standard solution for modern farming. Backed up by rigorous science, this unique probiotic can be relied upon to enhance the health and performance of more than 100 million livestock worldwide. From feed to food, Actisaf® offers far-reaching benefits for farmers and industry experts. Both food quality and safety are assured – factors which are fundamental to the future of sustainable production.

Echografie

draminski-retail.eu

phileo-lesaffre.com

Naamloos-1 1

06-07-18 09:58



casus uit de praktijk

Linda Peeters en Tom Duinhof, dierenartsen varken

MAAGDARMPROBLEMEN BIJ VLEESVARKENS

Vermageren zonder duidelijke oorzaak Een vleesvarkensbedrijf nam in maart contact op met de Veekijker vanwege een gezondheidsprobleem: vermageren zonder duidelijke oorzaak en een verhoogde uitval waren de belangrijkste verschijnselen. De dierenarts van het betreffende bedrijf had bij eigen onderzoek maag- en darmdraaiingen geconstateerd. De plotselinge uitval kon daarmee wel verklaard worden, maar het vermageren niet. Naast het onder de loep nemen van de risicofactoren voor dergelijke torsies (met name voeding en voermanagement), werd geadviseerd de (darm)gezondheid van de dieren goed te onderzoeken. Met de dierenarts is afgesproken dat er in ieder geval mestmonsters of Eswabs genomen zouden worden om de mogelijke infectieuze darmaandoeningen te kunnen in- of uitsluiten en liefst ook dieren met typische verschijnselen voor sectie in te sturen. Een paar dagen laten belde de dierenarts weer: de Eswabs zijn onderweg, maar intussen blijkt dat de brijvoerinstallatie niet volledig gereinigd werd, waardoor er een grote hoeveelheid schimmels en gisten in het voer zit. Kan dit dan alle problemen verklaren? Ja en nee. Er bestaat wel een mogelijke relatie tussen voerhygi­ ene (bacteriën, schimmels, gisten) en de kans op darmdraaiingen. Darmdraaiingen worden namelijk gerelateerd aan een te grote beweeglijkheid van het maagdarmkanaal, met name bij volle darmen (voer, water of gas). Bij het voeren van gefermenteerd voer

treedt er meer gasvorming op, waarbij de aanwezigheid van bacteriën, schimmels en gisten voor een extra toename van de gas­ productie kan zorgen. Beide risicofactoren zijn op het betreffende bedrijf aanwezig, maar of daarmee alle problemen verklaard kunnen worden is een volgende vraag. Het brijvoersysteem en het voerbeleid verdienen in ieder geval extra aandacht op dit bedrijf. Verrassende resultaten De resultaten van de Eswabs, die met het pakket diarree vleesvarken van GD onderzocht zijn, waren enigszins verrassend voor de dierenarts en veehouder; in alle vijf de monsters werd Lawsonia intracellularis (de verwekker van PIA) aangetoond, maar ook Brachyspira pilosicoli werd in vier van de vijf monsters aangetroffen. Twee infectieuze componenten waar, vanwege de weinig afwijkende mest, niet direct aan gedacht werd, maar die dus naast de voercomponent een rol speelden in de problematiek op dit bedrijf. Het doen van grondig onderzoek, naar zowel de managementfactoren als de mogelijke infectieuze componenten, loont! Bij veel gezondheidsproblemen is de oorzaak een combinatie van factoren.

Varken, juli 2018 - 23


Bloedonderzoek: meer mogelijk dan alleen testen op infectieziekten Een bekend hulpmiddel bij het stellen van een diagnose bij gezondheidsproblemen bij varkens is laboratoriumonderzoek van bloedmonsters. Bijvoorbeeld voor het aantonen van een infectieziekte, maar dat niet alleen. Er is meer mogelijk! Veel gezondheidsproblemen hebben een ziekteverwekker (virus, bacterie, parasiet) als oorzaak. Traditioneel kijken we altijd naar antistoffen in het bloed, vooral met ELISA-testen. Dat geeft een aanwijzing of het dier ooit in contact is geweest met de ziekteverwekker. Het is nog geen bewijs dat die verwekker ook echt de oorzaak is. We moeten altijd rekening houden met antistoffen uit de biest en met antistoffen als gevolg van vaccinaties. Ook is de concentratie van antistoffen van betekenis: enige tijd na infectie stijgt die en later daalt het weer; dat verloop is bij elke ziekteverwekker anders. Dankzij vooral PCR-testen is het ook vaak mogelijk om de ziekteverwekkers zelf aan te tonen in bloed. Als dat samengaat met een typerend ziektebeeld, is dat een sterke aanwijzing dat die verwekker een rol speelt. Hoe lang een ziekteverwekker in bloed aantoonbaar is, varieert reusachtig: griepvirus kan eigenlijk nooit in bloed aangetoond worden, maar PRRS-virus weken of zelfs maandenlang. Niet-infectieuze problemen Naast ziekteverwekkers zijn nog veel andere oorzaken van gezondheidsproblemen bekend. Daarbij is het lastiger om met behulp van bloedonderzoek de oorzaak te achterhalen. Toch zijn er wel degelijk mogelijkheden. Bijvoorbeeld bij onderzoek naar bepaalde stofwisselingsproblemen, gebrekziekten, algemene malaise, acute of chronische onstekingsprocessen, allergische

24 - Varken, juli 2018

reacties of bloedarmoede. In het bloed kan gezocht worden naar bepaalde stoffen (biomarkers) die gerelateerd zijn aan gezondheidsproblemen. Die biomarkers zijn bijvoorbeeld eiwitten, enzymen of opgeloste stoffen zoals fosfaat, calcium of magnesium. Ook het beoordelen van de verschillende bloedcellen kan aanvullende informatie opleveren: rode bloedcellen en verschillende typen witte bloedcellen. Door de veelheid aan mogelijkheden bestaat het risico dat men door de bomen het bos niet meer ziet. De keuze van bepaalde testen en de interpretatie van de uitslagen is dan ook vaak een echte uitdaging. Voor de overzichtelijkheid zijn de testen bij GD in pakketten samengevoegd en aan een bepaald gezondheidsprobleem gekoppeld. Hieronder een paar voorbeelden. Onderzoekspakketten Een bekend pakket is dat van de calciumstofwisseling. Daarin zitten testen voor twee biomarkers, namelijk osteocalcine en CTx, stoffen die in het bloed circuleren en die sterk zijn gerelateerd aan botopbouw en botafbraak. Het varken probeert het calcium zo lang mogelijk stabiel te houden in het bloed. Botten zijn de voorraad van het calcium en die wordt bij een calciumtekort afgebroken om het calcium in bloed zoveel mogelijk constant te houden. Bij sommige vormen van kreupelheid kan het interessant zijn om dit te onderzoeken. Ook bij zeugen rond het werpen is de calciumstofwisseling van belang, omdat voor het werpproces en het op gang komen van de melkgift snel veel calcium nodig is. Dat halen zeugen voor een deel uit de botten door tijdelijk de botafbraak op te voeren. Bij problemen rond het werpen bij zeugen kan het ook interessant zijn om te checken of de mineralenvoorziening, nier- en


uit het lab

Theo Geudeke, dierenarts varken

leverfunctie en eiwit- en energievoorziening in de periode kort voor het werpen in orde zijn. In het betreffende pakket zitten negen verschillende testen die in combinatie een goed beeld opleveren. Tezamen geven deze testen een indicatie of sprake is van een nieraandoening, urinewegontsteking, leveraandoening, obstructie van de galgang, uitdroging (bijvoorbeeld door onvoldoende wateropname), onvoldoende voeropname, onvoldoende eiwitopname, of van overmatig eiwitverlies. Kortom, een schat aan extra informatie om stofwisselings­problemen te analyseren.

Bloedonderzoek Pakket

Wanneer inzetten? Welke vraag beantwoordt het onderzoek?

Biestopnamecheck (immuunglobulinen)

Twijfel over biestopname, waardoor o.a. teveel uitval en gezondheidsproblemen bij biggen. Zijn gehaltes immuun­ globulinen voldoende hoog met zo min mogelijk sprei­ ding binnen tomen?

Calciummetabolisme (Osteocalcine, CTx)

(Jonge) varkens met kreupelheid: vermoeden van botpijn, optreden van breuken. Hoe is de verhouding tussen botopbouw en botafbraak? Zeugen rond werpen: traag werpen, traag op gang komen van de melkgift. Mobiliseert de zeug voldoende calcium uit botweefsel?

Energie- en eiwitmetabolisme

Traag werpproces zeugen. Komt de zeug energie tekort of is de eiwit- of mineralen­ voorziening onvoldoende? Is er een nier- of leverfunctiestoornis?

Acute fase eiwitten (haptoglobine, PIGMAP)

Acute gezondheids­problemen. Wordt het probleem veroorzaakt door een acute infectie of door iets anders (weerstandvermindering)?

Rode en witte bloedbeeld

Vermoeden van algemene ontstekingsprocessen (‘malaise’). Is sprake van een acute of chronische ontsteking (bacterie, virus, parasiet), allergische reacties, bloedarmoede?

Bij twijfels over de biestopname van biggen kan de biestopnamecheck ingezet worden en kan gekeken worden naar de kwaliteit van de biest. Verdeling van bloedcellen Voor het nader onderzoeken van ontstekingsprocessen kan het interessant zijn om te kijken naar de verdeling van witte bloedcellen in het bloed. Die is afhankelijk van het acute of chronische karakter van ontstekingsprocessen of van een allergische reactie. Eiwitten zoals PIGMAP en haptoglobine zeggen ook iets over hoe acuut ontstekingsprocessen zijn en ze kunnen een indruk geven over weefselschade. Bij vermoeden van bloedarmoede kan beoordeling van de rode bloedcellen een idee geven over de achtergrond ervan. Kortom: bij niet-infectieuze, ‘vage’ gezondheidsproblemen of stofwisselingsproblemen is ook bloedonderzoek mogelijk. Goed overleg met de eigen dierenarts en met de Veekijker is essen­ tieel om teleurstellingen te voorkomen. In het kader zijn enkele pakketten uitgelicht.

Varken, juli 2018 - 25


ADVERTORIAL

Rust bij de dieren door full spectrum zonlicht verlichting met ionisatie... Dat merken varkenshouders op met de producten van FreshlightAgri. Dit is een van de genoemde ervaringen wat de ledverlichting in combinatie met ionisatie doet bij de dieren. Full spectrum zonlicht De ledverlichting van FreshlightAgri biedt het kleurenspectrum van het zonlicht aan, inclusief UV-A, UV-B en infrarood. Dit spectrum zorgt voor de vorming van vitamine D. Vitamine D zorgt ervoor dat de dieren zich vitaler voelen en minder vatbaar voor ziekten zijn. Verder zijn de dieren over het algemeen rustiger en hebben ze minder stress.

A

®

www.freshlightagri.com

Luchtzuiverende agrarische verlichting

Luchtzuiverende verlichting A Schone lucht

Luchtzuiverende agrarische verlichting

GezondeAdieren

Luchtzuiverende agrarische verlichting

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

®

A Minder antibioticum ®

A Vermindering van pathogenen ®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

Ionisatie Aan de verlichting zitten koolstofborsteltjes. Deze koolstofborsteltjes stoten 24/7 negatief geladen ionen uit. De ionen verspreiden zich als een wolk door de stal en hechten zich aan stofdeeltjes. Door de ionisatie wordt fijnstof en de pathogene druk gereduceerd wat zorgt voor een gezonder stalklimaat en een betere werkomgeving voor de boer. Het resultaat is een reductie van minimaal 30%. De verlichting en ionisatie kan apart van elkaar aan- en uitgeschakeld worden. Wanneer in de avond de verlichting uitgaat, blijft de ionisatie zijn werk doen. Ervaringen Door de jaren heen heeft FreshlightAgri al vele diverse stallen mogen inrichten met de verlichting. Door navraag te doen bij een aantal varkenshouders leer men dat de ervaringen positief zijn.

A Top rendement

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

De ledverlichting is zeer energiezuinig (dit levert een besparing op van wel 75% op energiekosten) en geeft de hoogste lichtopbrengst per opgenomen Watt in de verlichtingsbranche. Daarmee komt de verlichting in de juiste omstandigheden in aanmerking voor fiscale regelingen zoals de EIA en de MIA/Vamil.

HDT1221

De ervaringen met het licht zijn dat de dieren actiever zijn, minder stress hebben en beter groeien. Verder treedt er minder huidbeschadigingen op. Betreft de ionisatie zijn de positieve ervaringen dat de lucht in de stal of afdeling schoner en frisser is waardoor het ademen gemakkelijker gaat. “Er is minder stof en geur in de stal, alleen al voor de boer zelf en de medewerkers heeft ionisatie al meerwaarde” aldus een varkenshouder.

055 - 302 00 22

Nagelpoelweg 86, 7333 NZ Apeldoorn

info@freshlightagri.com

Meer informatie over de producten van FreshlightAgri? Tel: 055 - 302 00 22 E-mail: info@freshlightagri.com Website: www.freshlightagri.com


de boer op

2.061 … IS HET AANTAL MELDINGEN VAN AFRIKAANSE VARKENSPEST IN HET EERSTE KWARTAAL VAN 2018 IN EUROPA

AFRIKAANSE VARKENPEST Steeds meer meldingen van Afrikaanse varkenspest in Europa Het aantal meldingen van Afrikaanse varkenspest (AVP) neemt sterk toe in Europa. Sinds begin 2015 zijn meer dan 10.000 gevallen gemeld. Die toename is te zien in onderstaande grafiek. Veruit de meeste meldingen gaan over wilde zwijnen (ruim 96 procent). Kennelijk lukt het de varkensbedrijven in de zwaar besmette gebieden (vooral de Baltische staten) goed om de ziekte buiten de deur te houden. Ook in het tweede kwartaal van dit jaar gaat de verspreiding verder, waarbij ook voor het eerst meldingen uit Hongarije zijn gekomen. EU-landen waar het virus zich voordoet, zijn: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië en Hongarije en Italië. In Italië gaat het alleen over uitbraken op Sardinië en dat is niet hetzelfde virus als in de rest van Europa. Europese landen buiten de EU met AVP zijn Rusland, Moldavië, Oekraïne en Roemenië. Opvallend is en blijft de afwezigheid van Wit-Rusland in dit rijtje.

2500 gehouden varkens wilde zwijnen 2000

1500

1000

500

0

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2015 2016 2017 ‘18

Aantal meldingen AVP per kwartaal in Europa (EU + Oekraïne)

vraag & antwoord

VRAAG: HOE SNEL VERSPREIDT AFRIKAANSE VARKENSPEST ZICH (IN EUROPA)? ANTWOORD: THEO GEUDEKE

In de wilde zwijnenpopulatie verspreidt het Afrikaanse varkenspestvirus zich gestaag. In gebieden met veel zwijnen is dat echter hooguit enkele kilometers per maand. Als zwijnen eenmaal ziek zijn, lopen ze niet ver meer en sterven ze vaak snel. Intensief bejagen van wilde zwijnen is geen oplossing van het probleem, aangezien dan het risico bestaat dat de dieren zich juist verder gaan verplaatsen. Het belangrijkste risico is de verspreiding via besmette varkensvleesproducten.

Daarin overleeft het virus lang en makkelijk en dan kan de verspreiding erg snel gaan, bijvoorbeeld 80 kilometer per uur. De grote sprongen die het virus soms maakt naar nieuwe gebieden zijn vrijwel zeker te wijten aan menselijke slordigheid. Bijvoorbeeld de sprong van de Kaukasus naar de omgeving van Petersburg in 2011, naar Tsjechië vorige zomer en naar Hongarije dit voorjaar.

MEER OVER AVP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/DIERZIEKTEN

Varken, juli 2018 - 27


diergezondheid volgens dr. Klaus Depner “Diergezondheid is eigenlijk ook menselijke gezondheid en well-being. We behoren allemaal (mens en dier) tot hetzelfde systeem, we zijn gelinkt.” Dr. Klaus Depner heeft tijdens zijn werk in verschillende landen emotionele situaties meegemaakt bij het overlijden van varkens aan de gevolgen van Afrikaanse varkenspest (AVP) of andere ziekten. Dr. Depner is wetenschapper aan het Friedrich-LoefflerInstitut in Duitsland en is gespecialiseerd in AVP. Na zijn studie diergeneeskunde in Hannover heeft hij een doctoraat in virologie behaald en als hoofd van het virologisch laboratorium in Windhoek, Namibië gewerkt. Daar kwam dr. Depner in contact met AVP. Mentaliteit van mensen begrijpen Voor zijn werk heeft hij veel gereisd; niet alleen naar Afrika, maar ook binnen Europa. Hij ziet weinig verschillen in de benadering van diergezondheid in de verschillende landen. Het gaat er vooral om wat de mensen doen, realiseert dr. Depner zich. “Dus als ik de diergezondheid wil verbeteren, dan moet ik de mentaliteit van de mens achter die dieren begrijpen. Het maakt nogal een verschil of de dieren door ziekten zijn getroffen in grote industriële commerciële boerderijen of op een klein bedrijfje. Dit zijn twee aparte werelden, met verschillende types mensen en managementconcepten.” Leren van andere landen Wat we nog van andere landen kunnen leren in de aanpak van diergezondheid ligt volgens dr. Depner vooral in het vermijden van fouten. “Zelfs als we niet altijd weten hoe we iets goed moeten doen, kunnen we ons snel realiseren hoe iets níet moet. Het vermijden van fouten die anderen al gemaakt hebben, is al een hele vooruitgang.” Het grootste probleem bij AVP is dat de ziekte door de mens verspreid wordt. Besmet materiaal wordt over honderden kilometers getransporteerd en besmet zo varkens en wilde zwijnen. Het magische instrument om diergezondheid (en met name AVP) te verbeteren is volgens dr. Depner biosecurity. “Door biosecurity op de boerderij te verbeteren, kan infectie met AVP worden voorkomen. Bijna alle AVP-uitbraken die ik zag, ontstonden doordat de biosecurity niet adequaat was of doordat mensen (boeren, dierenartsen, jagers...) het virus in de stal brachten. Ik ben ervan overtuigd dat varkenshouders hun bedrijf kunnen beschermen tegen AVP.”

Dr. Depner voor een schilderij uit de jaren ‘50 van Hans Neubert. Het schilderij toont de voorbereiding van vaccinatie tegen klassieke varkenspest. Foto: Friedrich-Loeffler-Institut

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.