Op eigen benen staan Een afstudeeronderzoek naar het inzetten van fondsenwerving voor een ontwikkelingsorganisatie.
Geert Hopmans 549486 Hogeschool van Amsterdam Sportmarketing
Plaats: Amsterdam Datum: 7 juni 2012 In opdracht van stichting Marokko Fonds
Consultant: Gregory van Hout Assessor: Eric de Vries
0
Op eigen benen staan Een afstudeeronderzoek naar het inzetten van fondsenwerving voor een ontwikkelingsorganisatie.
Opdrachtgever Stichting Marokko Fonds Jan Evertsenstraat 759 1062 XZ Amsterdam 020-4117889 info@marokkofonds.nl Projectbegeleider Marjolein Veldman Stagebegeleider Maria Godschalk Onderwijsinstelling Hogeschool van Amsterdam H.J.E. Wenckebachweg 144-148 1096 AR Amsterdam 020-5951234 Sportmarketing Consultant Gregory van Hout Assessor Eric de Vries Student Geert Hopmans 549486
Š Geert Hopmans 2012 Niets uit deze scriptie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, digitaal of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hogeschool van Amsterdam en de schrijver. Voor akkoord:
Geert Hopmans, 7 juni 2012
1
VOORWOORD Voor de start van de opleiding Sportmarketing was ik altijd gedreven in sport en bewegen. Er ging geen dag voorbij dat ik de bal niet had aangeraakt. Gezond bezig zijn en mijzelf verbeteren waren mijn drijfveren. De laatste jaren ben ik mij meer gaan interesseren in de achtergronden van sport. Ik ben erachter gekomen dat voetbal meer is dan alleen tegen een bal aan schoppen. In het hedendaagse voetbal worden spelers voor miljoenen gecontracteerd. Aan de andere kant wordt voetbal en sport in het algemeen als middel ingezet tegen armoede. Tijdens mijn afstudeerstage heb ik leren inzien wat sport kan bewerkstelligen in de wereld. Met Scoren voor Marokko hebben kansarme jongeren in Marokko zicht op een betere toekomst. Het is een geweldig initiatief en ik ben trots dat ik eraan heb mogen bijdragen. Om ervoor te zorgen dat Scoren voor Marokko de komende jaren kan blijven worden georganiseerd, ben ik de uitdaging aangegaan om onderzoek te doen naar de financieringsmogelijkheden van het project. De afgelopen vijf maanden waren erg leerzaam. Ik ben veel te weten gekomen over de stichting Marokko Fonds en daarnaast heb ik werkzaamheden uitgevoerd die ik nooit eerder heb gedaan. Dankzij dit afstudeeronderzoek ben ik bekend geraakt met het begrip fondsenwerving. Ik ben een stuk wijzer geworden over de mogelijkheden van fondsenwerving. Vanaf de eerste dag heeft het Marokko Fonds zijn vertrouwen in mij uitgesproken. Mijn dank gaat dan ook uit naar alle medewerkers van het Marokko Fonds die in mij zijn blijven geloven. In het bijzonder wil ik Maria Godschalk en Marjolein Veldman bedanken voor de begeleiding en de prettige samenwerking. Verder zou ik via deze weg nog een aantal mensen willen bedanken die een bijdrage hebben geleverd aan het voltooien van mijn afstudeerrapport. Allereerst de mensen bij wie ik een interview heb kunnen afnemen en mij van de nodige informatie hebben voorzien. Daarnaast zou ik graag Gregory van Hout en Eric de Vries willen bedanken voor hun feedback en begeleiding vanuit de opleiding. Tot slot wil ik mijn vriendin, mijn broer en medestudenten bedanken die mij steunden tijdens mijn gehele stageperiode. Graag zou ik alle lezers veel leesplezier willen wensen. Ik hoop dat dit onderzoek bijdraagt aan de onafhankelijkheid van Scoren voor Marokko en het werk van de stichting Marokko Fonds.
Amsterdam, juni 2012 Geert Hopmans
2
SAMENVATTING Sinds de oprichting in 2005 is de stichting Marokko Fonds afhankelijk van subsidies die verstrekt worden door de overheid. Nu is het moment aangebroken om op eigen benen te staan. De veranderingen in het subsidielandschap en de filantropische sector heeft het Marokko Fonds doen bewegen om zich te richten op andere geldstromen. Het Marokko Fonds wil meer informatie verzamelen omtrent deze geldstromen en daarnaast wil hij inzicht krijgen in de actuele trends en het geefgedrag van de particulieren, goede doelenloterijen, fondsen, bedrijven en de overheid. Het belang van dit afstudeeronderzoek is dat het Marokko Fonds de komende jaren Scoren voor Marokko kan blijven organiseren en bekostigen, zodat er geld kan worden ingezameld om kansarme mensen in Marokko uitzicht op een betere toekomst te geven. Tijdens dit afstudeeronderzoek staat daarom de volgende onderzoeksvraag centraal: “Hoe kan het project Scoren voor Marokko van stichting Marokko Fonds de komende jaren worden gefinancierd?” Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag is er een literatuuronderzoek en een praktijkonderzoek uitgevoerd. Alvorens er een start is gemaakt met het literatuuronderzoek is het Marokko Fonds en het project Scoren voor Marokko uitgewerkt. Uit deze twee hoofdstukken zijn sterkten en zwakten voortgevloeid die uiteindelijk in hoofdstuk 9 staan beschreven. De belangrijkste bevindingen zijn dat het Marokko Fonds een kleine en flexibele organisatie is, met veel vrijwilligers en ambassadeurs, dat gemakkelijk kan inspringen op de ontwikkelingen en kan inspelen op de wensen en behoeften van anderen. Het Marokko Fonds onderscheidt zich van andere ontwikkelingsorganisaties door zich te richten op een doelland. Daarentegen gaat het Marokko Fonds ongestructureerd en onprofessioneel te werk. In het literatuuronderzoek zijn secundaire bronnen geraadpleegd die voornamelijk bestaan uit vakliteratuur van theoretici, onderzoeksrapporten en bronnen via het internet. Om financiering voor Scoren voor Marokko te bewerkstelligen is het noodzakelijk dat het Marokko Fonds de fondsenwervingspiramide en het stappenplan tot succesvol fondsenwerven toepast. Het stappenplan houdt in dat er planmatig gewerkt moet worden en dat er voldoende tijd wordt genomen om aan geld te komen. In het fondsenwervingsproces moet worden ingespeeld op de wensen en behoeften van de tegenpartij, en hierbij moet worden aangegeven wat de tegenprestatie zal zijn en wat een samenwerking teweeg kan brengen. Het literatuuronderzoek geeft meer inzicht in de verdeling van de filantropische en overheidsinkomsten over de goede doelen in Nederland. De huishoudens en particulieren in Nederland geven het meest aan Kerk- en levensbeschouwing, echter hebben zij tegenwoordig minder te besteden vanwege de procentuele daling in het BBP. In tegenstelling tot de huishoudens hebben de goede doelenloterijen juist steeds meer te besteden. Van de vijf goede doelenloterijen in Nederland is de Nationale Postcode Loterij de grootste gever. Gezamenlijk geven de goede doelenloterijen het meest aan het doel ‘Internationale hulp’. Evenals de goede doelenloterijen zijn de fondsen ook meer gaan besteden aan goede doelenorganisaties, alhoewel de vermogensfondsen meer besteden dan de geldwervende fondsen. De vermogensfondsen doneren voornamelijk aan de thema’s ‘Sport en recreatie’ en ‘Internationale hulp’. Het geefgedrag onder de bedrijven is ook toegenomen, alleen kiezen zij er steeds vaker voor om te sponsoren in natura in plaats van in geld. Sport en Recreatie is het populairste doel waaraan bedrijven geven. Met betrekking tot de overheid is het bekend dat zij minder zijn gaan geven. Er wordt nog wel gegeven en dan voornamelijk aan Gezondheid en Welzijn. Over de inkomsten vanuit nalatenschappen kan weinig concreets worden gezegd aangezien niet alle kerken en nonprofitorganisaties de benodigde gegevens willen verstrekken. Naar verwachting zullen de inkomsten
3
uit nalatenschappen stijgen, omdat Nederland vergrijst en de mensen steeds vaker kiezen om na hun dood een deel van hun vermogen na te laten aan een goede doelenorganisatie. Om te achterhalen welke ontwikkelingsorganisaties vergelijkbaar zijn met het Marokko Fonds, hoe zij omgaan met de veranderingen in de charitatieve sector en hoe zij hun projecten en activiteiten financieren, is er kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Dit kwalitatieve onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van desk- en fieldresearch. De ontwikkelingsorganisaties die vergelijkbaar zijn met het Marokko Fonds zijn via het internet onderzocht. De websites en de jaarverslagen van vijf goede doelenorganisaties zijn geraadpleegd om uiteindelijk inzicht te krijgen in hun financiĂŤn. War Child, Right To Play, Plan Nederland, KidsRights en Johan Cruyff Foundation zijn de best practices voor het Marokko Fonds. De onderzochte goede doelenorganisaties passen allen een andere manier van fondsenwerven toe en er is geen inkomstenbron dat het meeste geld oplevert. Zowel War Child als Plan Nederland en KidsRights ontvangen het meeste geld vanuit de particuliere donateurs. Ruim 90% van de particuliere donateurs van War Child doneren structureel. Right To Play haalt meer dan de helft van de inkomsten uit subsidies. In 2010 richtte Right To Play zich op bedrijven en evenementen, maar zijn momenteel bezig met het aanboren van nieuwe particuliere donateurs vanwege het wegvallen van de subsidies. De Johan Cruyff Foundation zet net als Right To Play en KidsRights ambassadeurs in om de naamsbekendheid van de organisatie te vergroten en dat moet leiden tot meer inkomsten. Wanneer een ontwikkelingsorganisatie een grote naamsbekendheid en een positief imago heeft, dan zullen bedrijven sneller besluiten jou te gaan sponsoren. In sommige gevallen hoeft een ontwikkelingsorganisatie niet eens te acquireren, maar komen bedrijven vanzelf met een aanbod. In het veldonderzoek waren vier van de vijf goede doelenorganisaties bereid om mee te werken. Uit de diepte-interviews zijn interessante resultaten voort gekomen. Zo is gebleken dat bij alle onderzochte ontwikkelingsorganisaties het bestuur wordt ingezet om fondsen te werven. Bovendien hebben ze allen minimaal een medewerker die fondsenwervende werkzaamheden uitvoert en hier verantwoordelijk voor is. De organisaties proberen zoveel mogelijk in te spelen op de trends in de charitatieve sector. Zo willen de particuliere donateurs betrokken zijn bij de organisatie en willen ze inspraak hebben op de manier waarop projecten worden uitgevoerd. Hoewel de vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties zich richten op de grotere bedrijven, wordt de MKB-markt nog niet bestookt met aanvragen. In de SWOT-analyse wordt dit als een kans voor het Marokko Fonds aangemerkt. Voor het aanvragen van subsidies is het belangrijk dat er samenwerkingsverbanden worden aangegaan met andere organisaties om zo meer kans te maken op een toewijzing. Ten slotte worden er adviezen gegeven. De adviezen hebben betrekking op de financieringsmogelijkheden voor het project Scoren voor Marokko, maar ook op de invulling van de organisatie. De adviezen geven geen indicatie van wat een advies daadwerkelijk oplevert. Er spelen namelijk verschillende factoren een rol die de financiering kunnen beĂŻnvloeden.
4
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding .................................................................................................................... 8 1.1 Aanleiding en probleemomschrijving .......................................................................8 1.2 Afbakening ................................................................................................................8 1.3 Doel van het onderzoek ............................................................................................9 1.3.1 Onderzoeksmethode ................................................................................9 1.3.2 Onderzoeksvraag ......................................................................................9 1.4 Belang van het onderzoek ..................................................................................... 10 1.5 Leeswijzer .............................................................................................................. 10 1.6 Kernbegrippen ....................................................................................................... 11
2.
Marokko Fonds ........................................................................................................ 13 2.1 Profiel van de organisatie ...................................................................................... 13 2.1.1 Oprichting van het Marokko Fonds ....................................................... 13 2.1.2 Identiteit en missie ................................................................................ 13 2.1.3 De huidige doelstellingen ...................................................................... 13 2.1.4 Strategie ................................................................................................. 14 2.1.5 Organisatiestructuur .............................................................................. 14 2.2 De werkwijze van het Marokko Fonds................................................................... 15 2.2.1 Doelgroep............................................................................................... 16 2.2.2 Communicatie ........................................................................................ 16 2.2.3 Projectactiviteiten .................................................................................. 16 2.3 Financieel beleid en fondsenwerving .................................................................... 17
3.
Scoren voor Marokko ............................................................................................... 19 3.1 Algemeen ............................................................................................................... 19 3.1.1 Doelstellingen ........................................................................................ 19 3.1.2 Doelgroepen .......................................................................................... 19 3.2 Scoren voor Marokko 2010 ................................................................................... 20 3.2.1 Samenwerking en de voorbereiding ...................................................... 20 3.2.2 Lokale voorrondes.................................................................................. 20 3.2.3 Finale ...................................................................................................... 20 3.2.4 PR en communicatie .............................................................................. 21 3.2.5 Fondsenwerving ..................................................................................... 21 3.3 Belangrijkste aandachtspunten ............................................................................. 21 3.4 Scoren voor Marokko 2012 ................................................................................... 22 3.4.1 Veranderingen ten behoeve van de aandachtspunten ......................... 22 3.5 Deelconclusie ......................................................................................................... 23
4. Theorie Fondsenwerving ................................................................................................. 25 4.1 Kort verklaard ........................................................................................................ 25 4.1.1 Definities ................................................................................................ 25 4.1.2 De fondsenwervingspiramide als basis .................................................. 25 4.2 De aard van fondsenwerving ................................................................................. 26 4.3 Stappen voor succesvol fondsenwerven ............................................................... 27
5
5. Geven: feiten en cijfers ................................................................................................... 28 5.1 Gevers en hun gedrag ............................................................................................ 28 5.1.1 Huishoudens: Nederlanders en niet-westerse allochtonen .................. 28 5.1.2 Goede doelenloterijen ........................................................................... 29 5.1.3 Fondsen.................................................................................................. 29 5.1.4 Bedrijven ................................................................................................ 30 5.1.5 Legaten................................................................................................... 30 5.1.5 Overheid................................................................................................. 31 5.2 Geefmotieven ........................................................................................................ 31 5.2.1 Particulieren ........................................................................................... 31 5.2.2 Bedrijven ................................................................................................ 32 5.3 Deelconclusie ......................................................................................................... 32 6. Trends ............................................................................................................................ 34 6.1 Demografische trends............................................................................................ 34 6.2 Economische trends............................................................................................... 34 6.3 Sociaal-culturele trends ......................................................................................... 34 6.4 Technologische trends ........................................................................................... 34 6.5 Ecologische trends ................................................................................................. 35 6.6 Politieke trends ...................................................................................................... 35 6.7 Deelconclusie ......................................................................................................... 35 7. Methodologie ................................................................................................................. 36 7.1 Onderzoeksdoel ..................................................................................................... 36 7.2 Onderzoeksstrategie .............................................................................................. 36 7.2.1 Kwalitatief onderzoek ............................................................................ 37 7.2.2 Verkennend onderzoek.......................................................................... 37 7.3 Onderzoeksmethodiek........................................................................................... 37 7.3.1 Deskresearch.......................................................................................... 37 7.3.2 Fieldresearch .......................................................................................... 37 7.4 Onderzoekspopulatie............................................................................................. 38 7.5 De kwaliteit van het onderzoek ............................................................................. 38 7.5.1 Betrouwbaarheid ................................................................................... 38 7.5.2 Representativiteit .................................................................................. 39 7.6 Gegevensverwerking ............................................................................................. 39 8. Ontwikkelingsorganisaties .............................................................................................. 40 8.1 Best practices ......................................................................................................... 40 8.1.1 War Child................................................................................................ 40 8.1.2 Right To Play Nederland......................................................................... 41 8.1.3 Plan Nederland....................................................................................... 42 8.1.4 KidsRights ............................................................................................... 43 8.1.5 Johan Cruyff Foundation ........................................................................ 44 8.2 Concurrentiematrix................................................................................................ 45 8.3 Deelconclusie ......................................................................................................... 45 8.4 Diepte-interviews .................................................................................................. 46 8.4.1 Werkwijze .............................................................................................. 46 8.4.2 Verantwoording ..................................................................................... 48 8.4.3 Mogelijkheden ....................................................................................... 48 8.4.4 Bedreigingen .......................................................................................... 49 8.5 Deelconclusie ......................................................................................................... 50
6
9. SWOT-analyse ................................................................................................................ 52 10. Conclusies .................................................................................................................... 53 9.1 Stichting Marokko Fonds ....................................................................................... 53 9.1.1 Financiën ................................................................................................ 53 9.2 Financieringsmogelijkheden .................................................................................. 54 9.2.1 Trends en ontwikkelingen ...................................................................... 55 9.3 Ontwikkelingsorganisaties ..................................................................................... 55 11. Adviezen ...................................................................................................................... 56 Literatuurlijst ..................................................................................................................... 59 Bijlagen .............................................................................................................................. 64 Bijlage 1: Millenniumdoelstellingen ............................................................................ 65 Bijlage 2: MarokGO ...................................................................................................... 68 Bijlage 3: Financiën Marokko Fonds ............................................................................ 70 Bijlage 4: Aanvraag Goede doelenloterijen ................................................................. 73 Bijlage 5: Aanvraag Fondsen ........................................................................................ 76 Bijlage 6: Crowdfunding............................................................................................... 79 Bijlage 7: Interview Right To Play ................................................................................ 81 Bijlage 8: Interview Plan Nederland ............................................................................ 84 Bijlage 9: Interview KidsRights ..................................................................................... 87 Bijlage 10: Interview Johan Cruyff Foundation............................................................ 91 Bijlage 11: Interview Leenaers Verloop ....................................................................... 95 Bijlage 12: Stappenplan Fondsenwerving .................................................................... 99 Bijlagen .............................................................................................................................105
7
1.
INLEIDING
De bovenstaande krantenkoppen illustreren het probleem waar de Nederlandse overheid de laatste jaren tegen aanloopt: ‘Nederland moet bezuinigen om het begrotingstekort te verkleinen’. De economische crisis en de schuldencrisis in Europa hebben tot gevolg dat Nederland in de komende vier jaar 18 miljard euro moet bezuinigen (Carabain et. al, maart 2012). In september 2010 heeft het kabinet Rutte, nu demissionair, aangekondigd dat er flink zal worden bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking in Nederland. Zo wordt in 2012 de OESO-norm teruggebracht van 0,8% naar 0,7% van het Bruto Nationaal Product en het aantal partnerlanden dat ontwikkelingshulp krijgt gaat terug van 33 naar 15. Daarnaast wordt er 50 miljoen euro bezuinigd op de ontwikkelingspot waaruit medefinancieringsorganisaties geld krijgen. In 2015 moeten deze bezuinigingen in totaal 1,9 miljard euro opleveren (Rijksoverheid, 2012). 1.1 Aanleiding en probleemomschrijving Het Marokko Fonds zet zich in voor duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding in Marokko. Er worden projecten in Marokko opgezet om voor de mensen, die in achtergestelde gebieden wonen, meer kansen en mogelijkheden te creëren. Om deze projecten te kunnen financieren organiseert het Marokko Fonds activiteiten in Nederland om zo geld in te zamelen. Eén van deze activiteiten is ‘Scoren voor Marokko, buitenspel wordt buitenkans’. Om de activiteiten te kunnen laten plaatsvinden heeft het Marokko Fonds de afgelopen jaren subsidies ontvangen. Het Marokko Fonds is erg afhankelijk geweest van de subsidies die zijn verstrekt door de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling [NCDO]. Dit is het uitvoerende orgaan van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast heeft het Marokko Fonds financiering ontvangen van medefinancieringsorganisaties zoals Oxfam Novib. Vanwege de veranderingen in het subsidielandschap is het Marokko Fonds genoodzaakt om zich te richten op andere geldstromen. Fondsenwerving is een belangrijk onderwerp op de agenda geworden. Momenteel is de stichting bezig met de focus te weerleggen van de overheid naar het richten op andere manieren van inkomsten. Het Marokko Fonds speelt met de behoefte om meer informatie te verzamelen omtrent deze geldstromen en wil inzicht krijgen in de trends en het geefgedrag. 1.2 Afbakening Om Scoren voor Marokko te kunnen blijven organiseren speelt niet alleen financiering een rol, maar ook factoren zoals communicatie, organisatie en logistiek. Om het probleem af te bakenen beperkt dit afstudeeronderzoek zich tot de financieringsmogelijkheden. Fondsenwerving is een breed begrip en er kan zelfs een heel onderzoek gewijd worden aan slechts een bepaald onderdeel hiervan. In dit afstudeeronderzoek zal fondsenwerving in zijn algemeenheid worden behandeld en dit geldt ook voor de trends, ontwikkelingen en het geefgedrag. Er is gekozen om te richten op alle geldstromen, omdat het Marokko Fonds al enkele vormen toepast. Het Marokko Fonds wil graag meer kennis verzamelen over het onderwerp fondsenwerving.
8
1.3 Doel van het onderzoek Het doel van dit afstudeeronderzoek is om uiteindelijk tot een gedegen advies te komen waarbij duidelijk wordt op welke manier het Marokko Fonds geld kan werven om Scoren voor Marokko blijvend te kunnen organiseren. Hierbij zal worden stilgestaan bij de trends en hoe het Marokko Fonds hierop kan inspelen. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd: Het afstudeeronderzoek dat uiterlijk in juni 2012 zal worden opgeleverd, moet inzicht geven in de fondsenwervende activiteiten die geld kunnen opleveren voor het Marokko Fonds; Veranderingen en ontwikkelingen signaleren die de afgelopen vier jaar van invloed zijn geweest op fondsenwerving; In beeld brengen van kennis en ervaringen op het gebied van fondsenwerving binnen goede doelenorganisaties; Inzicht geven in de werkwijze van vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties. 1.3.1 Onderzoekmethode In onderstaand onderzoeksmodel zijn de verschillende fasen, waarin dit onderzoek is uitgevoerd weergeven. De pijlen in het schema geven het tijdsverloop aan.
[c]
Analyse resultaten
[d]
Adviezen
Interviews
Praktisch Kader
Best Practices
Theoretisch Kader
Geefgedrag en geefmotieven
Ontwikkelingsorganisaties
Inzicht in trends
Interne organisatie
[b]
Financieringsmogelijkheden
Definiëring Fondsenwerving
Marokko Fonds onds Scoren voor Marokko
[a]
In fase [a] zijn de secundaire bronnen geraadpleegd. Het gaat hierbij om reeds beschikbare data die is verzameld door middel van deskresearch. In het afstudeeronderzoek is er gebruik gemaakt van de documentatieschijf van het Marokko Fonds, jaarverslagen, onderzoeksrapporten, websites en krantenartikelen. In het theoretisch kader [d] komt het literatuuronderzoek terug en vormt de basis voor de af te nemen interviews bij ontwikkelingsorganisaties. De analyse van de resultaten vormen de conclusies. Op basis hiervan zullen adviezen [d] worden geformuleerd ten aanzien van de financieringsmogelijkheden voor Scoren voor Marokko. 1.3.2 Onderzoeksvraag De centrale onderzoeksvraag in dit afstudeeronderzoek luidt: “Hoe kan het project Scoren voor Marokko van stichting Marokko Fonds de komende jaren worden gefinancierd?”
9
Om het onderzoeksdoel te realiseren en om uiteindelijk antwoord te geven op de centrale onderzoeksvraag, zijn er subvragen opgesteld. Deze subvragen zijn: Hoe is stichting Marokko Fonds georganiseerd? Welke projecten en activiteiten worden door stichting Marokko Fonds uitgevoerd? Hoe is het project Scoren voor Marokko tot dusver verlopen? Hoe wordt het project Scoren voor Marokko gefinancierd? Wat is fondsenwerving? Hoe worden de filantropische en overheidsinkomsten verdeeld over de Goede doelen in Nederland? Welke ontwikkelingen en trends biedt fondsenwerving? Welke ontwikkelingsorganisaties in Nederland zijn vergelijkbaar met stichting Marokko Fonds? Hoe gaan de vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties om met de veranderingen binnen de charitatieve sector? Hoe financieren vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties hun projecten en doelstellingen? 1.4 Belang van het onderzoek Het Marokko Fonds is een tweeledige Goede doelenorganisatie. Enerzijds worden er activiteiten in Nederland georganiseerd om jongeren bewust te maken over hoe het leven van leeftijdsgenootjes in Marokko eruit ziet. Anderzijds ondersteunt het Marokko Fonds organisaties en projecten in Marokko op verschillende themagebieden. Financiering is enorm belangrijk om de activiteiten en projecten te kunnen blijven uitvoeren. Zonder financiering wordt dit vrijwel onmogelijk. Dit afstudeeronderzoek is noodzakelijk voor het Marokko Fonds, omdat dit de basis vormt van hoe zij de komende jaren hun projecten kunnen blijven financieren. Maar ook dient dit afstudeeronderzoek een maatschappelijk belang. Als de activiteiten van het Marokko Fonds niet meer kunnen plaatsvinden, dan worden de jongeren en hun omgeving ook niet bewust gemaakt van de situatie in Marokko. Het gevolg is dat er minder projecten in Marokko worden gerealiseerd en dit betekent dat de kansarme mensen in Marokko minder kans hebben op een betere toekomst. 1.5 Leeswijzer In het tweede hoofdstuk van het afstudeeronderzoek wordt de organisatie van het Marokko Fonds beschreven. Hierbij wordt ingegaan op wie de organisatie is, waar ze voor staan, wat ze doen en hoe ze dat doen. Aangezien de onderzoeksvraag betrekking heeft op Scoren voor Marokko is hier een apart hoofdstuk aan gewijd. In hoofdstuk 3 worden de twee edities van het project Scoren voor Marokko met elkaar vergeleken. Fondsenwerving komt uitgebreid aan bod in hoofdstuk 4. De definitie wordt uitgelegd, en de theorie omtrent fondsenwerving, zoals de fondsenwervingspyramide, wordt beschreven. De theorie in dit hoofdstuk zal bruikbaar zijn voor het Marokko Fonds. In het vijfde hoofdstuk komen de feiten en geefmotieven over de verschillende gevers aan bod. Er is een uitgebreide beschrijving van de bijdragen die de gevers leverden en de besteding van het geld. Hoofdstuk 5 bestaat eveneens als het hoofdstuk 4 en 6 uit literatuuronderzoek. De ontwikkelingen in de maatschappij worden aan de hand van het DESTEP-model in hoofdstuk 6 toegelicht. Door middel van deskresearch zijn de ontwikkelingen en trends achterhaald. Hoofdstuk 7 geeft weer hoe de primaire en secundaire onderzoeksgegevens zijn verkregen. Het gaat onder andere in op het onderzoeksdoel, de onderzoeksstrategie en de methode voor het verkrijgen van de verschillende gegevens. De onderzoeksresultaten uit de praktijk worden weergegeven in hoofdstuk 8. Hierbij wordt ingegaan op de best practices door middel van deskresearch en diepte-interviews. Hoofdstuk 9 staat in het teken van de SWOT-analyse. De sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen van het Marokko Fonds worden schematisch weergeven. In hoofdstuk 10 volgen de conclusies en wordt er antwoord gegeven op de centrale onderzoeksvraag. Ten slotte worden er in hoofdstuk 11 de adviezen gegeven aan het Marokko Fonds.
10
1.6 Kernbegrippen In dit afstudeeronderzoek komen begrippen voor die niet bekend zijn bij iedereen. Hieronder een overzicht van de kernbegrippen die in het afstudeeronderzoek terugkomen. Altruïsme Iemand die altruïstisch handelt, stelt zijn eigen belang achter op dat van de mensen rond hem (Betekenis definities, 2012) Babyboomgeneratie De personen die tussen 1946 en eind jaren zestig geboren zijn, de naoorlogse geboortegolf (Bevolkingsdaling, 2012). Bilaterale hulp De ontwikkelingshulp en het geld loopt via de overheid van het een land naar een ontwikkelingsland (Geosfeer, 2010). CBF-Keurmerk Het Centraal Bureau Fondsenwerving [CBF] houdt alle mogelijke gegevens bij over fondsenwerving en goede doelen in Nederland. Er wordt gelet op onder andere het bestuur en beleid van goede doelenorganisaties en dat het geld op een verantwoorde wijze wordt besteed (CBF, 2012). Crowdfunding Dit is een alternatieve wijze om een project te financieren. Om een project te financieren gaan ondernemers in de meeste gevallen naar de bank om een kredietaanvraag te doen en zo startkapitaal te verkrijgen. Crowdfunding verloopt echter zonder financiële intermediairs, maar zorgt voor direct contact tussen investeerders en ondernemers (Wikipedia, 2012). Het nieuwe werken Dit is een visie waarbij recente ontwikkelingen in de informatietechnologie als aanjager gelden voor een betere inrichting en bestuur van het kenniswerk. Het gaat om vernieuwing van de fysieke werkplek, de organisatiestructuur en -cultuur, de managementstijl en niet te vergeten de mentaliteit van de kenniswerker en zijn manager (Bijl, 2007). Legaat Een legaat is een bepaling in het testament die aangeeft dat een vastgesteld geldbedrag of een bepaald goed, zoals bijvoorbeeld een huis, nalaat aan een door persoon of organisatie (Kiran Namaste, 2012). Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen [MVO] Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen neemt een bedrijf de verantwoordelijkheid voor de effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens en milieu (MVO Nederland, 2012). Medefinancieringsorganisatie [MFO] Dit is een organisatie in Nederland die actief is in de ontwikkelingssamenwerking en partnerorganisaties in ontwikkelingslanden steunt. De MFO krijgt daarvoor geld uit de ontwikkelingspot van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Wikipedia, 26 mei 2012) Millenniumdoelen Deze doelen zijn gericht op vermindering van extreme armoede in de wereld (Midden Drenthe, 2012). Multilaterale instelling Ontwikkelingshulp die via internationale instellingen wordt verstrekt. Bijvoorbeeld: geld dat via de Wereldbank de derdewereldlanden bereikt en de steun van VN-organisaties zoals Unicef (Wikipedia, 2012). Nalatenschappen Onder een nalatenschap wordt verstaan het geheel van bezittingen en schulden dat wordt nagelaten door degene die overleden is, de zogenaamde erflater (Mijn executeur, 2012). NCDO Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. Tot en met 31 december 2010 was het NCDO de officiële subsidieverstrekker op het gebied van
11
ontwikkelingssamenwerking. Vanaf 1 januari 2011 fungeert het NCDO als Nederlands kennis- en adviescentrum voor burgerschap en internationale samenwerking. Het NCDO voert onderzoek uit, geeft trainingen en stimuleert de meningsvorming over mondiale thema’s door publicaties te verzorgen en discussies op gang te brengen (NCDO, 2012). Niet-Gouvernementele Organisatie [NGO] Dit is een organisatie die onafhankelijk is van de overheid en zich op een of andere manier richt op een verondersteld maatschappelijk belang. Over het algemeen gaat het om organisaties die werken aan het bevorderen van milieubescherming, gezondheid, ontwikkelingswerk of het bevorderen van de mensenrechten (Wikipedia, 2012). OESO-norm In 1970 spraken de leden van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling [OESO] af om ernaar te streven om 0,7% van hun Bruto Nationaal Inkomen te besteden aan ontwikkelingshulp (Wikipedia, 2012). Particuliere Initiatieven [PI] Een verzamelnaam voor burgers die, al dan niet in georganiseerd verband, actief bijdragen aan armoedevermindering in ontwikkelingslanden (Wereldburgerschap, 2012) Search Engine Optimization [SEO] Het verbeteren van de website ten behoeve van een betere ranking op de diverse zoekmachines. Het doel hiervan is het vergroten van het aantal bezoekers (The Miller, 2010). Welzijnsorganisaties Het werk dat wordt verricht door een welzijnsorganisatie is gericht op het bevorderen van welzijn van burgers. Het doel van een welzijnsorganisatie is om oplossingen aan te dragen voor maatschappelijke problemen, de lokale samenleving vorm te geven en mensen te laten deelnemen aan de samenleving (Wissel, 2012).
12
2.
MAROKKO FONDS
In dit hoofdstuk wordt de huidige organisatie van het Marokko Fonds beschreven. Het hoofdstuk is opgedeeld in paragrafen waarbij er gekeken wordt naar het profiel van de organisatie, zijn werkwijze en de financiën. Bij de organisatie van het Marokko Fonds wordt er extra aandacht besteed aan het maatschappelijke project Scoren voor Marokko. De informatie in dit hoofdstuk is verkregen door middel van literatuur uit de organisatie, individuele gesprekken met de medewerkers en via observatie. 2.1 Profiel van de organisatie In deze paragraaf wordt de oprichting van het Marokko Fonds beschreven. Daarnaast wordt het Marokko Fonds inhoudelijk beschreven en wordt er antwoord gegeven op de volgende vragen. Wie is het Marokko Fonds? Waar staan ze voor? En hoe brengen ze hun waarden in de praktijk? 2.1.1 Oprichting van het Marokko Fonds In 2005 is de stichting Marokko Fonds opgericht met de steun van het NCDO. Zowel in 2005 als in het voorgaande jaar was de behoefte aan een organisatie zoals het Marokko Fonds groot. Tot het moment van oprichting waren er wel particuliere initiatieven op kleine schaal aanwezig die zich voor Marokko inzetten. Deze waren echter versnipperd over het land en niet altijd transparant. De behoefte aan een groter en betrouwbaar fonds werd versterkt door de aardbeving in Al Hoceima, die plaatsvond in februari 2004 (Veldman, 2009: p. 4-6). Vanuit Nederland wilde men door middel van geld en goederen bijdragen aan de noodhulp, maar men vond niet de juiste kanalen. Naar aanleiding hiervan plus het feit dat het jaar 2005 in het teken stond van de vierhonderd jaar oude betrekkingen tussen Nederland en Marokko (“Betrekkingen met Nederland”, 2012), richtten enkele Marokkaanse Nederlanders de stichting Marokko Fonds op. 2.1.2 Identiteit en missie De eerste generatie Marokkanen die zich in de jaren zestig en zeventig in Nederland vestigden, hebben nauwe banden met de naaste familie in Marokko. Zij ondersteunen hun familie met financiële middelen en goederen in natura. Ook de tweede generatie en de derde generatie Marokkaanse Nederlanders voelen zich bij de mensen in Marokko betrokken. Hun naaste familie woont echter in Nederland in plaats van in Marokko. Deze jongere generatie zoekt mogelijkheden om ondersteuning te bieden aan Marokkanen die geen familie hebben wonen in Europa. Het Marokko Fonds zorgt voor een evenwichtige ontwikkeling, zodat ook de Marokkanen in achtergestelde gebieden ondersteuning krijgen. Missie: “Het Marokko Fonds zet zich in voor structurele armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in Marokko en steunt met dat doel kleinschalige initiatieven die de levensomstandigheden van de Marokkaanse bevolking duurzaam verbeteren. De stichting Marokko Fonds wil in Marokko diegenen bereiken die in achtergestelde gebieden wonen en beperkte kansen en mogelijkheden hebben vanwege armoede. In het bijzonder richt het Marokko Fonds zich op kinderen, gehandicapten en vrouwen, waarbij de aandacht uitgaat naar gezondheidszorg, onderwijs, gelijke rechten, schoon drinkwater en cultuur & sport” (Veldman, 2008: p.12). 2.1.3 De huidige doelstellingen De Marokkaanse overheid oefent geen invloed uit op het Marokko Fonds. De stichting voert haar eigen beleid en is dus een onafhankelijke ontwikkelingsorganisatie waarbij religie en politieke overtuigingen geen rol spelen. Aangezien het Marokko Fonds een initiatief is vanuit de Marokkaanse gemeenschap in Nederland willen de Nederlandse Marokkanen er zorg voor dragen dat de achterban
13
een stem heeft en dat de stichting ook naar hun luistert. Het Marokko Fonds wil de Marokkaanse Nederlander erbij betrekken om zo aan informatie, kennis en ideeën te komen. Er wordt namens het Marokko Fonds veel waarde gehecht aan de bijdrage die Marokkaanse migranten leveren aan hun land van herkomst en wil daarom (Veldman, 2008: p. 4-5): “Projecten ten behoeve van duurzame ontwikkeling en structurele armoedebestrijding in Marokko ondersteunen; De schakel zijn tussen mensen en partijen in Nederland die duurzame ontwikkeling in Marokko willen bevorderen en de organisaties in Marokko die zich daarvoor inzetten; Samenwerking tussen de partijen in Nederland bevorderen; Draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in brede zin onder [Marokkaanse] Nederlanders bevorderen; Stimuleren dat de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap in toenemende mate een rol speelt in de beleidsvorming met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking”. De organisatiedoelstellingen van het Marokko Fonds sluiten aan bij de acht Millenniumdoelen1 die in 2000 door de Verenigde Naties zijn opgesteld om vooruitgang te boeken op het gebied van armoede, onderwijs, gezondheid en milieu. 2.1.4 Strategie Om de organisatiedoelstellingen te kunnen realiseren heeft het Marokko Fonds een strategie uitgezet voor meerdere jaren. De eerste twee jaren stonden in het teken van de oprichting van het Marokko Fonds. Door het opzetten van een platform, waarbij social media een steeds grotere plaats inneemt, worden kennis, ideeën, ervaringen en informatie uitgewisseld over ontwikkelingssamenwerking in Marokko. Ook gebruikt het Marokko Fonds zijn platform om fondsen te werven en donateurs aan zich te binden. Naast het platform, dat bijdraagt aan de zichtbaarheid en de toegankelijkheid van de stichting Marokko Fonds, organiseert en coördineert ze ook activiteiten binnen Nederland die gericht zijn op: Voorlichting en draagvlakversterking; Fondsenwerving; Kennisuitwisseling tussen organisaties die zich bezighouden met duurzame ontwikkeling in Marokko; Kennisuitwisseling tussen [Marokkaanse] Nederlanders en NGO’s in Marokko. Niet alle organisaties in Marokko worden ondersteund. Het Marokko Fonds hanteert een strategie waarbij organisaties die zich op duurzame ontwikkeling richten eerder aanmerking komen voor financiële ondersteuning en kennis. 2.1.5 Organisatiestructuur Het Marokko Fonds heeft de rechtsvorm van een stichting en staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. De bestuursleden ontvangen geen loon van het Marokko Fonds, maar heeft wel personeel in dienst. Binnen het Marokko Fonds zijn veel werkzaamheden te verrichten en deze moeten goed georganiseerd zijn. Op de volgende pagina is een schematisch de organisatiestructuur weergeven van het Marokko Fonds, waarbij het jaarverslag (Veldman, 2009: p. 48-50) is geraadpleegd.
1
Bijlage 1: p. 65
14
Figuur 1: Organigram Stichting Marokko Fonds
Raad van Advies
Algemeen Bestuur
Dagelijks Bestuur
Projectcommissie
Projectteam
Projecten in Marokko
Activiteiten in Nederland
- Selectie NGO's
- Platformfunctie
- Monitoring en evaluatieprojecten
- Communicatie/ PR
- Onderzoek
- Evenementen
De Raad van Advies komt jaarlijks bijeen en voorziet het bestuur van adviezen. De leden van de Raad van Advies doen dit op vrijwillige basis net als de bestuursleden. Het bestuur bestaat uit negen personen die allen werkzaam zijn voor een andere werkgevers. De oprichters Ila Kasem [voorzitter], Ahmed Larouz [vice-voorzitter], Mohamed Sini [secretaris] en Moustapha Baba [penningmeester] maken sinds de oprichting van het Marokko Fonds deel uit van het dagelijks bestuur. Het Algemeen Bestuur oefent toezicht uit en heeft geen bestuurlijke verantwoordelijkheden. Daarentegen is het Dagelijks Bestuur wel verantwoordelijk voor de beleidsvoering en het functioneren van de organisatie. Wanneer er sprake is van onbehoorlijk bestuur worden de bestuursleden hierop aangesproken. De Projectcommissie heeft als taak om de projectaanvragen te beoordelen. Deze aanvragen komen binnen via het Projectteam dat bestaat uit een projectbegeleider, een of meerdere projectmedewerkers en een wisselend aantal stagiaires en vrijwilligers. Het projectteam voert verschillende werkzaamheden uit, waarbij de projectleider aanstuurt en begeleidt. Zonder vrijwilligers zou het Marokko Fonds zijn werk niet kunnen uitvoeren. Binnen alle organen van het Marokko Fonds zijn vrijwilligers actief. Voornamelijk bestaat het vrijwilligersteam uit jongeren tussen de 17 en 30 jaar met verschillende achtergronden. Deze jongeren zijn betrokken bij de activiteiten die in Nederland plaatsvinden. 2.2 De werkwijze van het Marokko Fonds Het Marokko Fonds werkt zoveel mogelijk met andere organisaties samen. Het is belangrijk dat de Marokkaanse organisaties in Nederland actief zijn op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Ook heeft het Marokko Fonds samenwerkingsverbanden met ontwikkelingsorganisaties in Marokko. In deze paragraaf wordt de doelgroep concreet toegelicht waarvoor het Marokko Fonds zich inzet en hoe de doelgroep benaderd wordt. Daarnaast wordt het werk in zowel Nederland als in Marokko beschreven.
15
2.2.1 Doelgroep Het Marokko Fonds zet zich voornamelijk in voor kinderen, vrouwen en gehandicapten die wonen in achtergestelde gebieden in Marokko. In Nederland vraagt het Marokko Fonds hier aandacht voor door te communiceren via verschillende kanalen. Het Marokko Fonds benadert voornamelijk Marokkaanse Nederlanders, maar is ook toegankelijk voor anderen die iets gemeenschappelijks hebben met Marokko of de Marokkaanse gemeenschap. Het Marokko Fonds maakt onderscheid in drie verschillende doelgroepen: 1- Jongeren tot 20 jaar. Dit zijn derde generatie migranten. Deze doelgroep wordt bij het Marokko Fonds betrokken door ze aan projectactiviteiten deel te laten nemen. Ook worden er stageplaatsen aangeboden en kunnen de jongeren vrijwilligerswerk uitvoeren. Het internet biedt de mogelijkheid om deze jongeren in Nederland te bereiken. Hyves is een social platform waarbij veel jongeren tussen de 13-19 jaar zijn aangesloten (Haterd, 2010) en vrienden zijn met het Marokko Fonds. Inmiddels zijn 470 jongeren tot 20 jaar aangesloten bij het Marokko Fonds. 2- Een middengroep van 20-40 jaar. Zowel eerste als tweede generatie migranten. De middengroep is veelal in Nederland geboren en/of opgegroeid, maar heeft via families en vakanties een sterke band met Marokko. Zij worden benaderd met het doel zich via donateurschap structureel aan het Marokko Fonds te binden . Op de website van het Marokko Fonds kunnen zij zich aanmelden als donateur of door middel van een donateurskaart. De stichting benadert de middengroep via Hyves, Facebook, Twitter en Linkedin. In de leeftijd 20-40 jaar wordt Facebook net zoveel gebruikt als Hyves (Hoek, 2011). Op Facebook heeft het Marokko Fonds 851 vrienden. 3- De oudere generatie van 40 jaar en ouder, voornamelijk eerste generatie migranten. De minste aandacht gaat uit naar deze doelgroep, aangezien de eerste generatie Marokkaanse Nederlanders een deel van hun inkomen overhevelen naar familieleden in Marokko. Er wordt wel aandacht besteed aan deze doelgroep, omdat zij een sterke band met het land van herkomst heeft. Deze doelgroep wordt bewust gemaakt van het feit dat andere families in armoede leven, omdat zij geen familieleden hebben in Europa. 2.2.2 Communicatie De bekendheid en de zichtbaarheid van het Marokko Fonds is groot binnen de doelgroep. Een goed communicatie- en PR-beleid is essentieel voor de stichting om zo haar visie na te streven. Het Marokko Fonds benut de aanwezige communicatiemogelijkheden.  Communicatiemiddelen: - Website www.marokkofonds.nl, waar nieuwsberichten over projecten van het Marokko Fonds en partners worden gepubliceerd, als ook agenda-items en overige relevante informatie; - Nieuwsbrieven en informatiebijeenkomsten; - Telefonisch contact, direct mailing en e-mailing; - Media, waaronder persberichten, krantenartikelen en interviews; - Social Media: Hyves, Facebook, Twitter en Linkedin; - Ambassadeurs; - Promotieactiviteiten en -materialen: flyers, posters, banners; - Sponsoring, lokaal en nationaal; - Speciale uitgaven, zoals brochures, verslagen conferenties en jaarverslag. 2.2.3 Projectactiviteiten Sinds de oprichting in 2005 organiseert het Marokko Fonds activiteiten in Nederland en Marokko. Het doel van deze activiteiten is eerder al beschreven en luidt: het geven van voorlichting en zorgen voor draagvlakversterking. De eerste activiteit volgde al snel na de oprichting van het Marokko Fonds (Pronk, 2011).
16
Het Marokkofonds verkent en verkend: werkconferentie met Marokkaans-Nederlandse ontwikkelingsorganisaties [december 2005, Amsterdam]; Moroccan Future Day: creatief project met Marokkaans Nederlandse jongeren aan de hand van workshops en het produceren van filmpjes [2006, 2008, 2009 en 2010, Nederland]; Werkconferentie met Marokkaanse ontwikkelingsorganisaties [februari 2006, Meknès]; Benefietgala’s in Koninklijk Theater Carré [2006], Paradiso [2007], Melkweg [2008] en Het Concertgebouw [2010] in Amsterdam; Vrouwen aan Z: tweedaagse werkconferentie voor 15 Marokkaanse vrouwenorganisaties op het platteland die actief zijn in de regio Marrakech-Tensift-El Haouz [juli 2007, Marrakech]; Ramadan Campagne: Online discussie over ontwikkelingssamenwerking in Marokko op www.marokko.nl, in samenwerking met Marokko Media [2007, 2008 en 2010]; Rondetafelconferentie Marokko & remittances: discussie over een actueel onderwerp waaraan tachtig personen deelnamen in het Debatcentrum de Balie [2009, Amsterdam]; Scoren voor Marokko: een outdoor benefiet waarbij jongeren voor het goed doel voetballen [2010 en 2012, Nederland].
Naast de georganiseerde activiteiten steunt het Marokko Fonds verschillende non-profit organisaties in Marokko en worden er kleinschalige projecten in Marokko opgezet. Zie bijlage 2 voor een compleet overzicht. MarokGO: een fonds voor kleinschalige initiatieven in Marokko. De aanvragen, die worden goedgekeurd door de Projectcommissie, kunnen tot een maximum van 2.500 euro worden gesteund. Het aantal goede aanvragen is vele malen groter dan de stichting kan honoreren. Matra: meerjarig werkplan dat in het teken staat van onderwijsverbetering voor doven en slechthorenden, én capaciteitsversterking van de organisaties voor auditief beperkten (Veldman, 2010). 2.3 Financieel beleid en fondsenwerving Het Marokko Fonds is een transparante en betrouwbare organisatie. De gepubliceerde financiële gegevens in dit rapport moeten echter vertrouwelijk blijven. Binnen het Marokko Fonds zijn er diverse geldstromen. Om duidelijkheid en openheid van zaken te geven worden de subsidies en donaties voor het functioneren van de organisatie en het organiseren van activiteiten gescheiden gehouden. Van de donaties die bestemd zijn voor projecten in Marokko wordt twintig procent aan organisatie en logistiek in Nederland besteed. De jaarrekening over 2011 wordt momenteel opgemaakt. In 2010 is aan inkomsten een bedrag van €238.670,- ontvangen, in 2009 was dat €192.516,-. Het kostenniveau is gedaald van €235.777,- in 2009 naar €235.543,- in 2010. Sinds de oprichting van het Marokko Fonds is 2010 een jaar waarin de inkomsten hoger zijn dan wat er is uitgegaan. Uit eigen fondsenwerving heeft het Marokko Fonds €83.148 binnengehaald. De verkregen subsidies van overheden en derden bedroeg €155.522. Het gemiddelde aan donateursinkomsten bedraagt jaarlijks €15.000. Aan de doelstellingen van het Marokko Fonds is in 2010 totaal €205.320,- besteed, in 2009 was dit €168.925,- (Centraal Bureau Fondsenwerving [CBF], 2012). Zie bijlage 3 voor de ‘Staat van Baten en Lasten’ en de ‘Eindbalans’ over de periode 2006-2010. De fondsenwervende activiteiten van het Marokko Fonds zijn gericht op drie partijen: 1- NCDO, overheid en medefinancieringsorganisaties Het Marokko Fonds heeft sinds de oprichting substantiële steun gekregen van het NCDO. De steun is met name gericht om draagvlak te creëren voor ontwikkelingssamenwerking onder Marokkaanse Nederlanders in Nederland. Het Marokko Fonds versterkt het draagvlak door uitingen te plaatsen op de eigen website, in folders en persberichten. Vanaf 1 januari 2011 verstrekt het NCDO geen subsidies meer. De overheid in Nederland heeft geen bilaterale hulprelatie met het land in kwestie.
17
Van de activiteiten en projecten heeft de overheid tot 2009 het MATRA-project ondersteund. Het Marokko Fonds komt niet meer in aanmerking voor subsidies die worden verstrekt door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het Marokko Fonds komt nog wel in aanmerking voor projectsubsidies die worden verstrekt door MFO’s en andere fondsen voor ontwikkelingssamenwerking zoals Oxfam-Novib, Wilde Ganzen of de Stichting Vrienden van Effatha. 2- Individuele donateurs Het NCDO verleent niet zomaar substantiële steun. Een vereiste is om donateurs te werven die een financiële bijdrage leveren. De reden hiervan is om aan te kunnen tonen hoeveel draagvlak het Marokko Fonds in Nederland heeft. Voor het Marokko fonds is het belangrijk dat de donateurs zich structureel verbinden. De naamsbekendheid van het Marokko Fonds is in zekere mate aanwezig onder de Marokkaanse Nederlanders. Dit blijkt uit het donateuronderzoek (Kruijssen, 2011) dat in 2011 is uitgevoerd. Ondanks de naamsbekendheid wordt dit niet vertaald naar structurele donateurschappen. De doelgroep van het Marokko Fonds bestaat uit studenten en werkende in de leeftijdscategorie 20-40 jaar van Marokkaanse afkomst. Er zijn ook Nederlanders die geld doneren aan het Marokko Fonds, omdat zij een band hebben met het land Marokko. Het Marokko Fonds heeft momenteel 80 donateurs, waarvan het merendeel in Noord-Holland woont. De donateurs kunnen zich aanmelden als donateur via de website of door middel van een donateursmachtigingskaart. 3- Bedrijfsleven Benefietevenementen is een manier van fondsenwerving. Het Marokko Fonds kenmerkt zich door geld in te zamelen door middel van benefietevenementen. Tot dusver is er onderscheid te maken in een indoorbenefiet in de vorm van een gala en een outdoorbenefiet; dit is het voetbaltoernooi. Particulieren en bedrijven kunnen een financiële bijdrage of goederen in natura leveren. De bedrijven die benaderd worden hebben bij voorkeur een specifieke band met Marokko of de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap. In ruil voor ondersteuning biedt het Marokko Fonds PRmogelijkheden aan. In de introductie van hoofdstuk 1 is aangekondigd dat de huidige organisatie van het Marokko Fonds zal worden beschreven. Uiteindelijk heeft het eerste hoofdstuk antwoord gegeven op subvraag 1: ‘Hoe is stichting Marokko Fonds georganiseerd?’. Het antwoord op S1. luidt dat het Marokko Fonds de rechtsvorm van een stichting heeft aangenomen. De stichting Marokko Fonds heeft een bestuur bestaande uit negen personen die zich vrijwillig inzetten. Het projectteam doet het uitvoerende werk en bestaat uit een projectleider, een of meerdere projectmedewerkers en een wisselend aantal stagiairs en vrijwilligers. Alleen de projectleider en de projectmedewerker[s] zijn in loondienst. Tot slot geeft hoofdstuk 1 ook antwoord op subvraag 2: ‘Welke projecten en activiteiten worden door stichting Marokko Fonds uitgevoerd?’. Het Marokko Fonds organiseert activiteiten in Nederland met als doel om voorlichting te geven over de leefsituatie van kansarme mensen in Marokko. Door middel van het organiseren van activiteiten in Nederland wordt ook het draagvlak versterkt met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking. De activiteiten die het Marokko Fonds uitvoert in Nederland zijn: Moroccan Future Day, Scoren voor Marokko, Ramadan Campagne en onder andere benefietgala’s. In samenwerking met verschillende Marokkaanse NGO’s worden projecten in Marokko uitgevoerd. Matra en MarokGO zijn voorbeelden van projecten die in Marokko zijn gerealiseerd. De MarokGO-projecten zijn terug te vinden in bijlage 2. In het volgende hoofdstuk wordt de maatschappelijke activiteit ‘Scoren voor Marokko, buitenspel wordt buitenkans’ nader uitgewerkt.
18
3.
SCOREN VOOR MAROKKO
Het Marokko Fonds kenmerkt zich door het organiseren van activiteiten om draagvlak te creëren voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland. Eén van deze activiteiten is het benefietevenement ‘Scoren voor Marokko, buitenspel wordt buitenkans’. In dit hoofdstuk zal er worden gekeken naar de huidige aanpak en naar hoe men het in 2010 heeft georganiseerd. Uiteindelijk geeft dit hoofdstuk antwoord op de onderzoeksvragen die betrekking hebben op het project Scoren voor Marokko: 1. Hoe is het project Scoren voor Marokko tot dusver verlopen? 2. Hoe wordt het project Scoren voor Marokko gefinancierd? 3.1 Algemeen Aanvankelijk zou Scoren voor Marokko in 2007 van start gaan met een landelijke benefietwedstrijd tegen Marokkaanse spelers. Wegens de ongeregeldheden tijdens de vriendschappelijke wedstrijd Jong Oranje-Jong Marokko te Tilburg is hiervan afgeweken, mede op het verzoek van het NCDO (Marokko Fonds [MF], 2010). Uiteindelijk heeft het Marokko Fonds gekozen om lokale voetbalbaltoernooien te organiseren met aansluitend een landelijke finale waarbij de lokale winnaars spelen om de hoofdprijs. ‘Scoren voor Marokko, buitenspel wordt buitenkans’ is een maatschappelijke activiteit waar [Marokkaans-] Nederlandse jongeren in verschillende gemeenten in Nederland via sportactiviteiten invulling geven aan actief wereldburgerschap. Het gaat dan in het bijzonder om allochtone jongens en meisjes tussen de 12-14 jaar in achterstandswijken. Naast het sportieve aspect, staat sport en ontwikkelingssamenwerking in Marokko centraal. Samen met partners zoals de Johan Cruijff Foundation wordt er een sportfonds in werking gesteld dat bestemd is voor sportontwikkelingsprojecten in Marokko. Veel jongeren in Marokko staan buitenspel. Vaak gaan zij niet naar school en daardoor hebben zij minder kans op een goed betaalde baan. Ook gehandicapte jongeren hebben minder kansen. Zij worden namelijk niet altijd geaccepteerd of ze worden verborgen gehouden voor de buitenwereld. Het Marokko Fonds organiseert daarom een voetbalevenement om de jongens en meisjes in Marokko kansen te geven (Veldman, 2011: p. 5, 6, 22). 3.1.1 Doelstellingen De lokale voetbaltoernooien en de landelijke finale zijn meer dan alleen sportevenementen. Het Marokko Fonds heeft doelen opgesteld specifiek voor Scoren voor Marokko. Het vergroten van de naamsbekendheid van het Marokko Fonds; Fondsenwerven door middel van nieuwe donateurs, bedrijven en organisaties; Platformfunctie voor individuen en organisaties die affiniteit hebben met Marokko; Draagvlakversterking en bewustwording onder de deelnemers en hun directe omgeving. 3.1.2 Doelgroepen Het Marokko Fonds maakt onderscheid in doelgroepen met betrekking tot Scoren voor Marokko. Primaire doelgroep [Marokkaans-] Nederlandse jongeren in de leeftijdscategorie 12-14 jaar. Zij behoren tot een grote groep van ruim 450.000 jongeren in de categorie ‘niet-westerse allochtoon’. Dit zijn jongeren waarvan tenminste één ouder in een ander land dan Nederland is geboren (Centraal Bureau voor Statistiek [CBS], 2012). Het werven van deze jongeren wordt gedaan door jongerenwerkers. Zij zijn aangesloten bij jongerenorganisaties en kennen al vaak jongeren via sportbuurtwerk. Scholen worden ook benaderd die eerder hebben meegewerkt aan jongerenprojecten van het Marokko Fonds.
19
Secundaire doelgroepen - Gemeenten, scholen en jongerenwerkorganisaties; - Ambassadeurs; - Lokale begeleiders en lokale coördinatoren; - Vrijwilligers tussen de 18-30 jaar veelal hoogopgeleid met een Marokkaanse achtergrond; - Personen in de directe omgeving van de primaire doelgroep zoals familie, vrienden, kennissen, buurtbewoners en clubgenootjes; - Studenten van sportopleidingen; - Achterban van het Marokko Fonds bestaande uit organisaties en personen die belangstelling hebben voor Marokko en ontwikkelingssamenwerking; - Instellingen, organisaties en bedrijven.
3.2 Scoren voor Marokko 2010 In 2010 is de eerste editie van het outdoorbenefiet Scoren voor Marokko van start gegaan in verschillende steden in Nederland. In deze paragraaf wordt beschreven welke activiteiten zijn uitgevoerd, hoe het is vergaan aan de hand van evaluaties en wat er anders zou moeten voor een volgende editie (MF, 2010: p. 4). 3.2.1 Samenwerking en de voorbereiding Om kansarme jongeren in Marokko toch kansen te geven heeft het Marokko Fonds samengewerkt met verschillende partijen. De volgende gemeentes hebben zich gecommitteerd aan het project. Amsterdam [95 jongeren], Den Haag [21], Ede [32], Enschede [16], Rotterdam [8] en Utrecht [83]. In deze steden heeft het Marokko Fonds welzijnsorganisaties en jongerenorganisaties benaderd om de lokale voorrondes te organiseren. De jongerenwerkers in de steden hebben informatie verkregen van het Marokko Fonds om zich voor te bereiden en promotiematerialen ontvangen om bekendheid in de omgeving te vergroten. Hun hoofdtaak was het organiseren van een lokale voorronde en het coördineren van de inzamelingen van donaties. Wegens de korte voorbereiding is het niet gelukt om veel jongerenorganisaties aan het project te verbinden, mede omdat de agenda’s al vol zaten. Het project heeft vertraging opgelopen vanwege de zomervakantie en de ramadan (Pronk, 2010). In het vervolg moet een project een half tot een jaar van te voren worden aangekondigd. Het Marokko Fonds heeft ook samengewerkt met gerelateerde sportorganisaties zoals de Johan Cruyff Foundation, de Maroquistars en de Voetbaloudercampagne van de KNVB. Deze partijen verleenden hesjes en ballen, prijzen en legden het contact met de uiteindelijke ambassadeur Ibrahim Afellay. 3.2.2 Lokale voorrondes Tijdens de lokale voetbaltoernooien is er gestreden om een plek in de finale. In totaal deden er 255 jongeren mee aan de lokale voorrondes. Niet iedereen kwam om dagen tijdens de lokale voorrondes en ook niet iedereen was altijd gemotiveerd. De reden van deze demotivatie was, omdat de eerste wedstrijd verloren ging en men al geen kans meer maakte op een plek in de finale. Om ervoor te zorgen dat de jongeren in de komende edities gemotiveerd blijven moeten er prijzen beschikbaar gesteld worden voor de nummers 1 tot en met 3. De organisatie door de jongerenwerkers was goed verlopen. Er is geprobeerd om veel publiek bijeen te brengen, echter ondanks hun inspanningen heeft het geen vruchten afgeworpen. Tijdens de lokale voorrondes moeten er foto’s en video’s worden genomen om het aantrekkelijk te maken voor anderen. De lokale pers kan hierbij betrokken worden door in buurtbladen te publiceren over het Scoren voor Marokko (Pronk, 2010: p.3). 3.2.3 Finale Op zondag 26 september 2010 vond de finale plaats in Utrecht op Klein Galgenwaard. De winnende teams, bestaande uit 16 jongensteams, 2 meisjesteams en de teams die bij hun lokale voorronde het meeste geld hadden opgehaald, kwamen aan met bussen op de locatie. Deze bussen waren ingehuurd door het Marokko Fonds en dit bood de jongerenwerkers structuur, zodat zij niet met het
20
openbaar vervoer hoefden te reizen. Om meer publiek bij de slotmanifestatie te betrekken kunnen bij de volgende edities ouders en andere belangstellenden meereizen. De wedstrijden zijn sportief en actief gespeeld. Helaas was er een conflict tussen de scheidsrechter en de toeschouwers. De oorzaak hiervan was het leeftijdsverschil. In de toekomst moet het Marokko Fonds hier strenger op toezien door legitimatie te vragen. Daarnaast moet er ook voorlichting gegeven worden over de te dragen kleding. Er kwamen namelijk veel jongeren met verstuikte enkels langs bij de aanwezige EHBO-post. Naast de wedstrijden is er tijdens Scoren voor Marokko 2010 ook een randprogramma opgesteld waarbij de jongeren werden gestimuleerd om na te denken over ontwikkelingssamenwerking. De jongeren konden een prijsvraag invullen en degene met het meest originele antwoord kon Millennium-sneakers winnen gesponsord door Move Your World. Ook was er een Rad van Fortuinquiz waarbij de kennis werd vergroot over armoede en ontwikkelingssamenwerking. Naast deze educatieve spellen was er een springkussen en een DJ aanwezig. Ibrahim Afellay en Soumia waren tijdens de finale aanwezig. Zij reikten de prijzen uit aan het beste meisjesteam, het beste jongensteam en het team dat het meeste geld had ingezameld voor sportprojecten in Marokko (MF, 2010: p. 6-7) 3.2.4 PR en communicatie Om Scoren voor Marokko meer naamsbekendheid te geven zijn er flyers en posters afgedrukt. Deze promotiematerialen zijn verspreid in de buurt waar een lokale voorronde zou plaatsvinden om de jongeren warm te maken. Achteraf is gebleken dat er op de flyer een concreet doel miste. De donateurs werden op de hoogte gehouden via de nieuwsbrief. Voor de deelnemende jongeren, toeschouwers en geïnteresseerden is er een website gebouwd om meer informatie over het project te achterhalen. Op www.scorenvoormarokko.nl konden de teams zich ook aanmelden en foto’s downloaden. De jongeren hebben de website niet vaak bezocht, omdat het niet eenvoudig bleek te zijn om een team aan te melden. Het is belangrijk dat de jongeren een goede uitleg krijgen over hoe zij hun team kunnen aanmelden op de website. Naast de website heeft het Marokko Fonds gebruik gemaakt van Social Media. In verschillende regionale dagbladen is er een persbericht gepubliceerd zoals in de Edestad, de Weekkrant, en de Veenendaalse krant. Ook zijn er artikelen verschenen en heeft FunX een rapportage gemaakt van de finaledag (MF, 2010: p. 8). 3.2.5 Fondsenwerving Met de eerste editie van Scoren voor Marokko heeft het Marokko Fonds in totaal €3073,40 opgehaald om sportprojecten in Marokko te kunnen ondersteunen. Dit geld is bijeengebracht door de inzet van verschillende fondsenwervende activiteiten. Zo zijn de jongeren betrokken geweest door met donatieboekjes bij familie, vrienden en kennissen geld in te zamelen. Het resultaat was dat de jongeren het donatieboekje moeilijk te begrijpen vonden en zij hadden meer interesse in het voetballen. Ondanks dit werd er door sommige teams toch geld ingezameld. De ambassadeur Afellay heeft ook een financiële bijdrage geleverd aan het sportfonds. Het NCDO was de subsidieverstrekker van Scoren voor Marokko 2010 en maakte het uitvoeren van het project financieel mogelijk met een bijdrage van €27.525 . De gemeente Utrecht heeft de finaledag mogelijk gemaakt door een bijdrage te leveren aan de organisatie met een bedrag van €3.800. Ook heeft het Marokko Fonds bedrijven benaderd voor sponsoring, echter dit heeft niet geleid tot concrete sponsoring. Men moet bedrijven in een veel eerder stadium benaderen minstens een half jaar voor aanvang van het project en dit kan zowel in natura als in een geldbijdrage. 3.3 Belangrijkste aandachtspunten In de bovenstaande paragrafen zijn bevindingen beschreven. Om het Scoren voor Marokko succesvol te laten verlopen zijn dit de belangrijkste bevindingen die veranderen moeten in de komende edities. Tijd: Er wordt te weinig tijd ingeruimd voor de werkzaamheden. Daarnaast moet het project minstens een jaar van te voren worden aangekondigd en moet het plaatsvinden in het voorjaar.
21
Structuur: Scoren voor Marokko organiseren binnen onderwijs. Er moet samengewerkt worden met scholen en jongerenorganisaties, omdat zij goede connecties hebben met de jongeren. Zij hebben de beschikking over eigen middelen en tijd, en kunnen voorlichting geven. Fondsenwerving: Het donatieboekje was voor de jongeren moeilijk te begrijpen en het was fraudegevoelig. De jongeren moeten goed worden voorgelicht en oefening baart kunst. Een meerderjarige begeleidt de jongeren plus het gebruik van collectebussen zorgt voor betrouwbaarheid. Frauderende teams mogen niet meer meedoen, Bedrijfssponsoring: Bedrijven moeten minstens een half jaar van te voren worden benaderd voor mogelijke sponsoring. Voorrondes: De rol van de Marokko Fonds vrijwilligers kan mogelijk vergroot worden door ze meerdere taken te geven zoals het verstrekken van promotiematerialen en informatie aan omstanders, pers te woord staan en bedrijven te benaderen voor sponsoring. Finale: De jongeren krijgen het educatieve aspect mee van de randactiviteiten sneller mee wanneer er een puntensysteem in werking wordt gesteld. Naast een EHBO-post moeten er ook beveiligers aanwezig zijn om eventuele opstootjes te voorkomen.
3.4 Scoren voor Marokko 2012 Het Marokko Fonds organiseert in 2012 voor de tweede keer Scoren voor Marokko. De basis is gelegd in 2010 en daar wordt dit jaar op voortgebouwd. Op basis van evaluatierapporten heeft het Marokko Fonds gekozen om bepaalde zaken anders in te richten. 3.4.1 Veranderingen ten behoeve van de aandachtspunten Tijd: In oktober is het Marokko Fonds gestart met het in dienst nemen van een projectmedewerker die zich specifiek richt op het project Scoren voor Marokko. Voor het project is deze editie meer tijd ingeruimd en bedraagt acht maanden. De projectmedewerker voert verschillende werkzaamheden uit en is niet belast met een vaste taak als bijvoorbeeld fondsenwerving. Gedurende het project wordt de projectmedewerker bijgestaan door stagiairs. De werving van jongerenorganisaties en van jongeren heeft veel tijd in beslag genomen, waardoor er minder tijd is overgebleven voor bedrijfssponsoring en PR. Het project heeft een langere looptijd gekregen en vindt plaats in het voorjaar. De lokale voorrondes vinden plaats in maart, april en mei en de landelijke finale is op zondag 3 juni 2012. Structuur: Veel jongerenorganisaties zijn in de periode december tot en met februari benaderd. Er hebben veel gesprekken plaatsgevonden en hieruit zijn een aantal samenwerkingen uit voort gevloeid. Zebra Welzijn, Stichting Neviso, Combiwell en Welstede zijn voorbeelden van de jongerenorganisaties. Helaas hebben sommige jongerenorganisaties eerst toegezegd om in hun stad een lokale voorronde te organiseren, maar later alsnog afgezegd. Verschillende scholen in verschillende steden zijn benaderd voor Scoren voor Marokko. Het Marokko Fonds is gaan samenwerken met studenten van RESPO International te Zwolle en de studentengroep Circle of Influence te Helmond. Fondsenwerving: Dit jaar heeft het Marokko Fonds afgezien van de donatieboekjes. De jongeren worden wel gestimuleerd om geld in te zamelen, maar dan via familie, vrienden en kennissen. Het Marokko Fonds neemt de fondsenwervende activiteiten op zich door te richten op bedrijfssponsoring. Eerder heeft het Marokko Fonds een aanvraag gedaan bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de Subsidie voor Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking en heeft €90.982 toegewezen gekregen. Voor Scoren voor Marokko 2012 is echter €121.310 begroot, en dat betekent dat het €30.328 zelf moet zien binnen te halen. De Banque Chaabi du Maroc heeft toegezegd om een bedrag te financieren dat nodig is om aan de vereiste 25% eigen bijdrage te kunnen voldoen en komt neer op €25.328. Het Marokko Fonds moet €5.000 bij elkaar zien te krijgen.
22
Bedrijfssponsoring: Sinds januari is er gestart met het benaderen van lokale en nationale bedrijven, stichtingen, MFO’s, sportverenigingen en Millenniumgemeentes. Er is een sponsorverzoek voorgelegd met de vraag tot steun. Er is een lokaal- en een nationaal sponsorpakket samengesteld. Tot op heden is er weinig resultaat. In Den Haag heeft het Culturalis Theater zijn zalen aangeboden, en hebben Fresh&Snack en Midnight Roti de jongeren voorzien in hapjes en drankjes. Wederom is het Marokko Fonds te laat van start gegaan met het benaderen van bedrijven. Voorrondes: Dit jaar zijn er meer steden betrokken bij Scoren voor Marokko dan in de voorgaande editie. Ook worden in sommige steden meerdere stadsdelen betrokken zoals in Amsterdam; noord, oost en zuid. Nieuwe steden zijn: Alkmaar, Gorinchem, Lelystad en Uithoorn. Tijdens de lokale voorrondes worden vrijwilligers ingezet en met name SMN is sterk vertegenwoordigd. De vrijwilligers fungeren als aanspreekpunt tijdens de lokale voorrondes voor de pers en omstanders. Er wordt voorlichting gegeven in de vorm van een presentatie en promotiematerialen worden verstrekt. Een voorwaarde om aan het voetbaltoernooi mee te doen, is dat de jongeren dit jaar een interactieve game van UrTurn spelen. UrTurn bevordert buurtintegratie, bewustwording over de eigen situatie en over het armoedevraagstuk. De winnaar van het voetbaltoernooi plaatst zich voor de landelijke finale als mede de landelijke winnaar van het spel UrTurn. Finale: De finale vindt dit jaar voor de zomervakantie plaats. Het Marokko Fonds heeft een samenwerking met Sportsgen met betrekking tot de locatie. Op zondag 3 juni 2012 vindt de finale van het outdoor benefiet plaats op het voorplein van het Olympisch Stadion te Amsterdam. Op deze dag vinden er allerlei side-events plaats en is onderdeel van Ringen om Amsterdam. Ook vinden er dit jaar randactiviteiten plaats. Er komt een Arabische markt dat de naam Souk 2012 draagt. Een belangrijk onderdeel van Souk 2012 is wederom het educatieve aspect. Om alles in goede banen te leiden wordt is er een EHBO-post en professionele beveiliging.
3.5 Deelconclusie De stichting Marokko Fonds organiseert activiteiten in Nederland om uiteindelijk projecten in Marokko te ondersteunen. Het doel van deze activiteiten is dat de drie verschillende doelgroepen van het Marokko Fonds bewust gemaakt worden van de situatie in Marokko en dat er draagvlak wordt gecreëerd. Een van de georganiseerde activiteiten in Nederland is Scoren voor Marokko dat in 2012 voor de tweede keer plaatsvindt. Met Scoren voor Marokko wordt er geld ingezameld om sportprojecten voor kansarme jongeren in Marokko op te zetten. De activiteiten die plaatsvinden in Nederland moeten worden gefinancierd en uiteindelijk moet aantoonbaar gemaakt worden waarheen het geld gaat. De onderstaande diagrammen zijn bouwstenen die worden gebruikt om uiteindelijk het advies te vormen.
Financiering van projecten 35% NCDO 65%
Eigen Fondsenwerving
De afgelopen jaren heeft de stichting haar projecten vooral gefinancierd uit subsidies door overheden en derden. Het NCDO heeft diverse subsidies verleend aan het Marokko Fonds. In 2010 bedroeg de financiële steun van het NCDO €155.522.
23
Subsidies van het NCDO 2% 18%
Netwerkprogramma Scoren voor Marokko 80%
Remittances
Baten eigen Fondsenwerving 11% 53%
Contributies en giften 36%
Eigen bijdragen Matra
Besteding van de inkomsten 2% 11% Doelstellingen Baten 86%
Beheer en administratie
Daartegenover bracht de stichting uit eigen fondsenwerving €83.148 bijeen. De hoogste subsidie die door het NCDO is verstrekt in het jaar 2010 is aan het Netwerkprogramma en bedroeg €124.652. Dit rapport heeft betrekking op Scoren voor Marokko en van de totale verstrekte subsidies is te zien dat er €27.525 (=18%) is gefinancierd. €83.148 uit eigen fondsenwerving bestaat voornamelijk uit eigen bijdragen (=36%) die geworven zijn ten behoeve van de uitvoering van diverse projecten. Voor het Marokko Fonds is de bijdrage van vrijwilligers, die veel tijd besteden aan het organiseren van activiteiten, van groot belang. De bijdrage van vrijwilligers is in natura en is dus niet in geld uit te drukken. Deze bijdrage is daarom niet in de baten uit eigen fondsenwerving opgenomen Stichting Marokko Fonds moet aantoonbaar maken waar zij hun inkomsten aan besteedt. Ruim 86% van de inkomsten wordt besteed aan de doelstellingen en dat is een bedrag €205.320. Het minimale gaat naar de beheer en administratie zoals: Personeelskosten; Huisvestingskosten; Publiciteit en promotie, en kantoorkosten.
De deelconclusie 3.5 geeft antwoord op subvraag 4: ‘Hoe wordt het project Scoren voor Marokko gefinancierd?’. Hoofdstuk 3 geeft antwoord op de derde subvraag: ‘Hoe is het project Scoren voor Marokko tot dusver verlopen?’. Op basis van de eerste editie, die plaatsvond in 2010, zijn een aantal aandachtspunten voortgekomen waar het Marokko Fonds bij een volgende editie rekening mee moet houden. Tijd speelt een grote rol wanneer het gaat om een project zoals Scoren voor Marokko. In de tweede editie is er meer tijd geraamd voor de voorbereidingen en werkzaamheden, echter is er veel tijd verloren gegaan in het benaderen van jongerenorganisaties. De werkzaamheden zijn niet gestructureerd uitgevoerd, dus door middel van een plan van aanpak. Dit wordt onder meer bevestigd door het resultaat vanuit de fondsenwerving. In het volgende hoofdstuk wordt de theorie omtrent het begrip fondsenwerving uitgewerkt. Hierbij is gebruik gemaakt van vakliteratuur.
24
4. THEORIE FONDSENWERVING In de eerste twee hoofdstukken is uiteengezet welke soorten projecten het Marokko Fonds uitvoert en er is specifiek gekeken naar hoe de stichting het project Scoren voor Marokko heeft gefinancierd. Dit hoofdstuk gaat verder in op de financieringsmogelijkheden voor het project Scoren voor Marokko, zodat het de komende jaren kan blijven worden georganiseerd. In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar de theorie over fondsenwerving. 4.1 Kort verklaard Sponsor- en fondsenwerving staat steeds meer in de belangstelling van non-profitorganisaties. De overheid heeft in het verleden veel steun geboden aan deze sector, maar de inkomsten nemen af waardoor de non-profitsector opzoek moet naar andere inkomstenbronnen. Er vinden drastische veranderingen plaats waarbij instellingen initiatieven moeten nemen om extra middelen te werven. Deze instellingen functioneren steeds meer ondernemend in plaats van dat zij afhankelijk zijn van de overheid. Er zijn vele vormen van sponsor- en fondsenwerving die het Marokko Fonds zou kunnen toepassen. De stichting past al een aantal van deze vormen toe, maar benut nog niet alle mogelijkheden. Om duidelijkheid te verschaffen is het belangrijk dat men weet wat elke vorm precies inhoudt. 4.1.1 Definities Donaties ‘Ondersteuning die wordt gegeven zonder dat een evenwaardige tegenprestatie wordt verlangd. Er kan sprake zijn van een soort tegenprestatie, maar deze is dan te zien als een bijkomstigheid en is niet bepalend voor de schenker. Het gaat hierbij om financiële steun’ (Verstegen, 2009: p.43). Sponsoring ‘Bij sponsoring wordt een zakelijke overeenkomst gesloten, gericht op profijt voor beide partijen, waarbij de ene partij [de sponsor] een persoon, instelling of evenement financieel en/of materieel ondersteunt en waarbij de andere partij [de gesponsorde] een nauw omschreven evenwaardige tegenprestatie biedt die de sponsor helpt bij het realiseren van diens doelstellingen’ (Verstegen, 2007: p.42). Filantropie ‘De vrijwillige private bijdragen (in de vorm van geld, goederen en tijd) aan publieke doelen met de intentie primair het algemeen belang te bevorderen’ (Schuyt et al, 2009: p.57). Subsidies ‘Een subsidie is een financiële bijdrage van de overheid, vaak bedoeld voor het mogelijk maken of in stand houden van bepaalde activiteiten en voorzieningen. Subsidies worden vaak gegeven onder bepaalde voorwaarden waaraan de subsidieontvanger aan moet voldoen’ (Verstegen, 2009: p.43). Fondsenwerving Overkoepelende term voor alle vormen van werving van aanvullende middelen. Daarbij wordt dus naast sponsoring en donaties ook gedacht aan subsidies, bijdragen van vermogensfondsen, en inkomsten van de grote landelijke loterijorganisaties’ (Verstegen, 2007, p.44). 4.1.2 De fondsenwervingspiramide als basis Een vaak gelezen en gebruikt boek tijdens trainingen die worden gegeven over fondsenwerving is dat van Hans van der Westen (2010: p.23). In dit ‘Praktijkboek Sponsoring en fondsenwerving, voor nonprofitorganisaties’ staan vele theorieën beschreven over hoe een stichting zoals het Marokko Fonds
25
succesvol fondsen kan werven. De fondsenwervingspiramide is een uiterst geschikt theoriemodel voor een structurele campagne zoals Scoren voor Marokko. Aanvankelijk is de piramide ontwikkeld om structureel donateurs te binden, maar inmiddels is het model ook toepasbaar op het werven van sponsors, fondsen et cetera. De essentie van de fondsenwervingspiramide is dat wie eenmaal gegeven heeft en tevreden is over de besteding en de relatie, die is eerder bereid om weer iets of zelfs meer te geven. In de fondsenwervingspiramide wordt er van onder naar boven gewerkt. Hoe hoger een gever zich in de piramide bevindt, des te loyaler men is. Aan de onderkant van de piramide bevinden zich vaak de Legaten erfstellingen kleine eenmalige eerste donaties. Voordat er een donatie wordt verstrekt wordt er een selectie gemaakt Grote gift van suspects en prospects. Bij de suspects vindt er een afbakening plaats Speciale gift op geografische basis. Nadat er een selectie is gemaakt in deze groep mensen moet er worden gezocht naar Hogere gift mensen, ondernemers, fondsen waarbij de kans van geven hoger is, omdat zij specifieke motieven hebben Vaste gift om aan een stichting bij te dragen. Het is van belang om een gerichte doelgroepenlijst op te stellen van Herhalingsgift kansrijk naar minder kansrijk. Bovendien moeten de namen en adressen worden verzameld, zodat de Eerste gift prospects benaderd kunnen worden. Bij de prospects kan het best gevraagd worden Prospect om een eenmalige gift. Deze mensen zijn sneller geneigd zijn om te geven en de bedragen liggen Suspect bovendien gemiddeld hoger, dan wanneer er gevraagd wordt naar een vaste donatie. Binnen een aantal maanden na de eerste gift kan er om een herhalingsgift worden gevraagd. Onder de mensen die eenmalige schenken zijn er een aantal goed benaderbaar om een vaste donateur te worden. De geefbereidheid is namelijk al gebleken, en het enthousiasme en de commitment zijn groot. Een vaste donateur die al jarenlang trouw geeft kan benaderd worden om iets meer te geven. Dit is de hogere gift in de fondsenwervingspiramide. Op den duur bouwt de organisatie een band op met de mensen die blijven geven en steeds meer geven. Een organisatie kan zelf initiatieven nemen om deze mensen te betrekken door uitnodigingen te versturen voor een open dag of door ze te bevragen over hun tevredenheid en mogelijke aanwezige wensen. Gaandeweg ontstaat er persoonlijk contact en groeit het vertrouwen. Zodra er passie is voor de missie, visie en de doelen van een stichting, dan zal de gever bereid zijn om een grote gift te verstrekken. Bovenin de fondsenwervingspiramide bevinden zich de mensen die hun hele leven aan een bepaald doel hebben gegeven en op allerlei manier betrokken zijn geweest bij het werk van die organisatie. Deze mensen hebben soms teveel reserve en willen dit na hun dood graag schenken. Een andere reden waarom mensen na hun dood hun vermogen willen schenken aan een goed doel is, omdat zij de behoefte hebben om hun naam voort te laten leven. 4.2 De aard van fondsenwerving Er zijn verschillende manieren om fondsen te werven en lang niet alle manieren kunnen door kleine lokale non-profitorganisaties worden toegepast. Puntsgewijs zijn dit de belangrijkste manieren voor het Marokko Fonds die zij zouden kunnen toepassen (Verstegen, 2007, p.60).
26
Donateurswerving: het is vele malen efficiënter om eenmaal geworven donateurs vast te houden, dan op zoek te gaan naar nieuwe donateurs. 50% van de nieuwe donateurs doneert geen tweede keer. [Maatschappelijke] sponsoring: samenwerken met bedrijven waarbij een tegenprestatie wordt gevraagd. Bedrijven leveren geld, goederen, diensten, communicatiemiddelen en/of netwerken. Als gesponsorde zijn er communicatieve tegenprestaties en andere diensten waarbij de doelstellingen van een bedrijf kunnen worden verwezenlijkt. - Corporate giving: donaties door bedrijven zoals Rabobank Foundation - Community involvement: betrokkenheid bij de omgeving - Cause-Related marketing: het koppelen van een bedrijfsnaam aan een goed doel Evenementen: hieronder kunnen galaconcerten, galadiners, veilingen, rommelmarketen, loterijen en sportwedstrijden worden verstaan. Dit kost veel tijd en geld en zijn vaak risicovol. Aan de andere kant zorgt een evenement voor publiciteit en dit draagt bij aan de naamsbekendheid. Ook kan men aansluiten bij een sponsorloop die georganiseerd wordt door een andere organisatie zoals Alvarum ‘De Heldenrace’. Grote giftenactie: in het persoonlijk netwerk rijke mensen vragen om een gift [=relationship fundraising]. De directie en het bestuur moet hier actief in betrokken worden. Subsidies en vermogensfondsen Legaten en erfstellingen Collectes: voor een collecte is er een gemeentelijke vergunning nodig en krijg je te maken met afspraken die landelijke goede doelen hebben gemaakt. Loterijen: loten verkopen door en onder medewerkers, vrijwilligers en donateurs. Aanmelden bij ‘De Grote Clubactie’. Merchandising: het inzetten van lokale groepen in ontwikkelingslanden die producten zoals, aardwerk, kettinkjes e.d. maken voor de verkoop.
4.3 Stappen voor succesvol fondsenwerven Naast de aanwezige manieren om fondsen te werven is het van groot belang om te weten welke stappen er genomen moeten worden om succes te hebben (Westen, 2003: p.17). 1- Neem de tijd. Er zijn geen snelle manieren om aan geld te komen. Structurele giften vragen om een planmatige aanpak en door als een team samen te werken. Zowel de voorbereiding als de uitvoering vergt veel tijd. 2- Juiste afstemming van de taken. Intern moet duidelijk zijn wie wat doet en wanneer er zich problemen voordoen wordt dit samen opgelost. 3- Zorg voor een sterke match met het bedrijf. Bedrijven moeten niet worden benaderd op basis van geldnood, maar op basis van een goede analyse van wat een organisatie te bieden heeft. 4- Speel in op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven. 5- Wees enthousiast en overtuig allereerst de eigen organisatie. Het enthousiasme inspireert anderen van buitenaf om te investeren of bij te dragen aan de organisatie. De interne betrokkenheid draagt bij aan de overtuigingskracht. 6- Persoonlijk contact. Er wordt pas gegeven wanneer een organisatie bekend is en men het vertrouwd. Steek tijd in de doelgroep zodat zij kennis kunnen nemen van de organisatie. In paragraaf 4.1.1 is de definitie van de term fondsenwerving weergeven. Verstegen geeft, met zijn definitie, antwoord op subvraag 5: ‘Wat is fondsenwerving?’. “Fondsenwerving is een overkoepelende term voor alle vormen van werving van aanvullende middelen. Daarbij wordt dus naast sponsoring en donaties ook gedacht aan subsidies, bijdragen van vermogensfondsen, en inkomsten van de grote landelijke loterijorganisaties”.
27
5. GEVEN: FEITEN EN CIJFERS Zoals hoofdstuk vier beschrijft, zijn er verschillende manieren om fondsen te werven. Elke manier heeft een planmatige aanpak nodig waarbij iedereen binnen een organisatie betrokken is. Naast de stappen die nodig zijn om succesvol te werven is het belangrijk dat een organisatie zich flexibel kan opstellen en kan verplaatsen in de donateur of sponsor. Om in te kunnen leven in de potentiële gever wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op het geefgedrag en de geefmotieven. Hoofdstuk 5 wordt afgesloten met een deelconclusie. In deelconclusie 5.3 wordt er antwoord gegeven op subvraag 6: ‘Hoe worden de filantropische en overheidsinkomsten verdeeld over de goede doelen in Nederland?’. 5.1 Gevers en hun gedrag In het boek ‘Geven in Nederland 2009’ (Schuyt et al, 2009) worden vijf type gevers benoemd, waaruit het Marokko Fonds financiering kan halen. Uit de samenvatting van het onderzoek ‘Geven in Nederland 2011’ blijkt dat er de afgelopen jaren nauwelijks iets is veranderd met betrekking tot de bijdragen die de gevers leverden en naar welk doel het uiteindelijk gaat. Op basis van Geven in Nederland (Schuyt et al, 2009 en 2011), plus de informatie die is verkregen via het Centraal Bureau voor Fondsenwerving en verschillende artikelen zijn de bevindingen tot stand gekomen. Nederland geeft vaak en veel aan goede doelen. In 2009 is er circa €4,7 miljard aan goede doelen gegeven, echter liggen deze bedragen in werkelijkheid hoger omdat veel private stichtingen hun werk niet openbaar willen maken. De Nederlander draagt vooral via belastingen bij aan goede doelen. In totaal geeft Nederland 0,8% van het Bruto Binnenlands Product dat in 2009 circa €572 miljard bedroeg. 5.1.1 Huishoudens: Nederlanders en niet-westerse allochtonen In 2009 hebben de huishoudens in Nederland 1.938 miljoen euro [41%]2 besteed aan goede doelen, waarvan het meest aan Kerk- en levensbeschouwing [€826 miljoen]3. Opvallend is te zien dat er minder giften en goederen zijn verstrekt aan internationale hulp4 en dat is voor het Marokko Fonds niet gunstig. Het geefgedrag van de huishoudens is de afgelopen jaren stabiel gebleven. Het bedrag in 2009 is vrijwel gelijk aan het bedrag over 2007 namelijk €1.945 miljoen5. Feit is echter dat er een procentuele daling van het BBP heeft plaatsgevonden en dat betekent dat huishoudens minder kunnen geven dan in voorgaande jaren. Gemiddeld gezien, heeft een huishouden in 2009 een bedrag van €360 besteed aan goede doelen. De huishoudens doneren op nationaal niveau, maar ook zeker op lokaal niveau. De organisaties in de sector sport ontvangen het meest op lokaal niveau, en dat is voor het project Scoren voor Marokko juist wel gunstig. Nederlandse huishoudens geven nog vaak op traditionele manieren, maar deze manieren van geven zijn wel minder gangbaar geworden. Een collecte aan de deur is nog steeds de meest toegepaste traditionele manier, welteverstaan 83% van de huishoudens, echter in 2005 gaf nog 90% op deze manier. Direct mail levert ook minder vaak giften op, 27% in 2005 tegen 17% in 2009. Het ‘nieuwe werken’ is echter steeds meer in trek. De huidige donateur wil zich meer betrokken voelen bij de organisatie en de uit te voeren projecten, en wilt weten waar hun geld naartoe gaat. Het NCDO heeft een onderzoek (2011) uitgevoerd naar het geefgedrag van niet-westerse allochtonen. Uit het onderzoek blijkt dat de niet-westerse allochtoon even gul is aan goede doelen dan andere Nederlanders (My world, 2011). De huishoudens met een Marokkaanse afkomst 2
Figuur 5.1.1a: p. 105 Figuur 5.1.1b: p. 105 4 Figuur 5.1.1c : p. 105 5 Figuur 5.1.1d: p. 106 3
28
doneerde gemiddeld 341 miljoen euro aan goede doelen in Nederland, en stuurden zij ook geld naar het land van herkomst. Gemiddeld werd er per huishouden €1.131 naar [naaste] familieleden in Marokko gestuurd, de zogenaamde remittances. Opvallend is dat onder de Marokkanen relatief weinig aan internationale samenwerking en sport & recreatie wordt gegeven6. Het vaakst wordt er gegeven via huis-aan-huis collectes en het inleveren van kleding is populair. Onder de allochtonen met een Marokkaanse afkomst zijn vaste giften populair, daarentegen is het geven aan goede doelenloterijen minder populair. Hetgeen wat geconcludeerd kan worden is dat niet-westerse allochtonen hogere altruïstische waarden hebben dan anderen. Zij zijn dus meer betrokken bij de medemens en zijn niet zelfzuchtig. Met betrekking tot het vertrouwen hebben de allochtonen van Marokkaanse afkomst minder vertrouwen in de Nederlandse goede doelen dan autochtonen. 5.1.2 Goede doelenloterijen In Nederland bestaan er negen loterijen, waarvan er vijf een gedeelte van de winst besteden aan goede doelen: de Nationale Postcode loterij, de BankGiro Loterij, de Vrienden loterij, de Lotto en Runnerz (Schuyt, 2011). De loterijen zijn verplicht om minimaal 50% van de opbrengsten aan goede doelen uit te keren (Westen, 2009, p. 18). Gezamenlijk hebben deze goede doelenloterijen in 2009 in totaal €461 miljoen besteed aan de filantropische sector, en dat is bijna 10% van €4.7 miljard. Het meeste geld ging naar Internationale hulp [€106 miljoen] en naar Milieu, natuurbehoud en dierenbescherming [€85 miljoen]. Het doel waaraan het minst werd besteed was Cultuur met een bedrag van €47 miljoen7. In het jaarverslag 2010 van College van Toezicht op Kansspelen (2011) is te lezen hoeveel elke loterij heeft besteed en aan welk goede doel. De Nationale Postcode loterij verstrekt veruit het meeste aan goede doelen. In 2009 verstrekte de Postcode loterij €272,4 miljoen aan ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulpverlening, natuur en milieu, welzijn, cultuur en volksgezondheid8. Om in aanmerking te komen voor financiering door de loterijen wordt er eenmaal per jaar door de Holding Nationale Goede doelenloterijen NV besloten over de toewijzing van de opbrengst van de loterijen. Er zijn vaste beneficianten, overeenkomst voor vijf jaar, en er worden eenmalige financieringen verstrekt. Om voor een eenmalige financiering in aanmerking te komen kan het Marokko Fonds als kleine, lokale organisatie een projectaanvraag indienen bij Stichting Doen. Deze stichting is het fonds van de drie goede doelenloterijen en heeft in 2011 van de Nationale Postcode loterij €22.5 miljoen ontvangen. Hiernaast ontvangt Stichting Doen ook nog van de BankGiro Loterij [€4.6 miljoen] en de Vrienden loterij [ruim €3 miljoen]. Ieder jaar kan er opnieuw een aanvraag worden ingediend. In bijlage 4 staan de randvoorwaarden voor het indienen van een aanvraag bij de goede doelenloterijen. 5.1.3 Fondsen In het onderzoek ‘Geven in Nederland 2011’ onderscheidt Schuyt twee typen fondsen: geldwervende fondsen en vermogensfondsen. Voor allebei de fondsen is het proces om een aanvraag in te dienen vrijwel hetzelfde. Voorbeelden van geldwervende fondsen zijn: Novib, KWF Kankerbestrijding, Wereld Natuur Fonds, Nationaal Jeugdfonds en het Aids Fonds (Westen, 2003: p.107 ). Het grootste deel van de fondsen zijn de vermogensfondsen. Vaak wordt een vermogensfonds opgericht door rijke personen en families, die met hun geld anderen kunnen steunen of een bepaald project die aansluit bij de doelstelling van een vermogensfonds. VSBfonds, Bernard van Leer Foundation zijn voorbeelden van een vermogensfondsen. In 2009 hebben de vermogensfondsen in totaal €215 miljoen gegeven aan goede doelen en dat is €43 miljoen meer dan de geldwervende fondsen. De geldwervende fondsen geven vooral aan ‘maatschappelijke en sociale doelen’ en gezondheid. Daarentegen geven de vermogensfondsen voornamelijk aan ‘Cultuur, sport en recreatie’ en ‘Internationale hulp’. Het is een interessante 6
Figuur 5.1.1e: p. 106 Figuur 5.1.2a : p. 107 8 Figuur 5.1.2b: p. 107 7
29
ontwikkeling voor het project Scoren voor Marokko dat er geïnvesteerd wordt in ‘Cultuur, sport en recreatie’ en ‘Internationale hulp’9. Het is belangrijk voor het Marokko Fonds dat ze zowel geldwervende fondsen als vermogensfondsen benaderen. Wanneer een fonds wordt benaderd dan moet er goed gekeken worden naar de doelstelling van het fonds en of het project Scoren voor Marokko hierbij aansluit. In bijlage 5 is een lijst opgenomen waarin fondsen staan vermeld waar de stichting Marokko Fonds een aanvraag bij kan indienen. 5.1.4 Bedrijven Bedrijven sponsoren niet omdat zij nu eenmaal veel geld hebben, maar omdat zij er belang bij hebben als het gaat om maatschappelijke projecten (Westen, 2009: p.22). Meestal willen bedrijven een tegenprestatie ontvangen voor hun financiële bijdragen of geleverde dienst. Ondanks de economische crisis hebben bedrijven toch bijna €1.7 miljard gegeven aan goede doelen, waarvan €1.3 miljard aan sponsoring met een tegenprestatie en €0.3 miljard aan giften zonder tegenprestatie. Het is opvallend dat het geefgedrag van bedrijven in 2009 zelfs licht is gestegen ten opzichte van 2007, welteverstaan 3%. Betreft de verdeling tussen sponsoring en giften, dan valt te concluderen dat er relatief meer wordt gesponsord en minder wordt gegeven dan in voorgaande jaren10. Overigens kiezen bedrijven er steeds vaker voor om te sponsoren in natura in plaats van in geld (Gilder, 2011). In 2009 was ‘Sport en recreatie’ veruit het meest populaire doel onder bedrijven waaraan werd gegeven. Opmerkelijk is de forse toename aan gezondheid, van €31 miljoen in 2007 naar €161 miljoen in 2009. De grote verliezers zijn de doelen ‘Kerk en levensbeschouwing’ en ‘Maatschappelijke sociale doelen’. Naast de verschuiving naar sponsoring in natura, gaan steeds meer bedrijven zich toeleggen op maatschappelijk verantwoord ondernemen. De verantwoordelijkheid over het geefbeleid11 en MVO-beleid ligt vaak bij dezelfde mensen. Met name grote landelijke bedrijven houden zich bezig met maatschappelijke sponsoring. 65% van de bedrijven kent het begrip MVO, 55% doet iets met MVO en 16% heeft een MVO-beleid. De meeste bedrijven die aan MVO doen houden zich bezig met energiebesparing, milieumaatregelen en investeren in ontwikkelingslanden. 5.1.5 Legaten Nederland wordt steeds vermogender en vergrijst. Met een legaat bepaalt iemand dat een som geld of een goed naar een persoon of instelling gaat (Claes, 2008, blz. 307). Steeds vaker kiezen mensen ervoor om een deel van hun vermogen na te laten aan een goed doel, zodat hun naam blijft voortleven. Een legaat kan alleen worden vastgelegd in een testament en daarvoor is een notaris nodig. Deze bron van inkomsten zal de komende jaren alleen maar groeien. Volgens het onderzoek ‘GIN 2011’ (Schuyt, 2011) is er in 2009 aan nalatenschappen €232 miljoen uitgegeven, echter zal het bedrag hoger zijn. Dit komt doordat de informatie van kerken en lokale non-profit instellingen, zoals ziekenhuizen, ontbreekt. De nalatenschappen komen vooral ten goede aan doelen op het terrein van gezondheid [37,5% van €232]. De afgelopen jaren is er een wisselend beeld ontstaan over de nalatenschappen. In 2009 zijn de inkomsten uit nalatenschappen met 3,3% gedaald (Centrum Nalatenschappen, 2012)12. De oorzaak ligt bij het relatief klein aantal burgers dat vooraf een legaat opstelt. Bovendien beïnvloeden de schommelingen op de beurs en onroerend goed de waarde van de nalatenschappen. Het Marokko Fonds heeft in zijn bestaan nog geen inkomsten verkregen via legaten. Het is een zeldzame bron van inkomsten, maar kan in de toekomst interessant zijn voor de stichting. Op de website zou het Marokko Fonds informatie kunnen verstrekken over legaten en het voordeel van een duolegaat. Bij een duolegaat is er een winwinsituatie, vanwege de lagere successierechten (Claes, 2008, blz. 311).
9
Figuur 5.1.2a: p. 107 Figuur 5.1.4a: p. 108 11 Figuur 5.1.4b : p. 108 12 Figuur 5.1.5a: p. 109 10
30
5.1.6 Overheid Vanwege de economische crisis en de schuldencrisis in Europa heeft Nederland besloten te gaan bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Dit besluit is in september 2010 gedaan en staat opgenomen in het regeerakkoord ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’. In 2007 investeerde de Rijksoverheid nog ruim €4,7 miljard in ontwikkelingssamenwerking en dat was ruim 0,8% van het BNP. In het regeerakkoord staat dat per 2012 de OESO-norm teruggaat naar 0,7% (Ministerie van Buitenlandse Zaken [MBZ], 2012). Het thema ontwikkelingssamenwerking valt onder het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens het onderzoek ‘Nederlanders & Overheidsbudget Ontwikkelingssamenwerking’ dat is uitgevoerd door het NCDO (Carabain et. al, maart 2012) bedraagt de begroting in 2012 voor BuZa €11,8 miljard, waarvan €4,34 miljard [=0,7%] is bestemd voor ontwikkelingssamenwerking. In 2011 heeft de Rijksoverheid €958 miljoen bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking en daarnaast is er besloten om het aantal partnerlanden terug te brengen van 33 naar 15 landen (MBZ, 2012). In deze landen is men zich meer gaan toeleggen op de Millenniumdoelstellingen, waardoor thema’s zoals onderwijs en gezondheidszorg het zwaarder te verduren krijgen. De Rijksoverheid wilt investeren in plaats van hulp bieden, dus ook binnen Nederland. Er zullen minder subsidies worden verstrekt aan maatschappelijke organisaties, zodat zij worden gestimuleerd om aan eigen fondsenwerving te gaan doen. In 2010 is te zien dat de belangrijkste inkomstenbron voor fondsenwervende instellingen de subsidies vormden met €1,344 miljard (CBF, 2010). In de periode 2001-2010 was de gemiddelde stijging per jaar, dat aan subsidies werd verstrekt, 6%. Voor het eerst in tien jaar heeft er een daling van 9,6% plaatsgevonden en dat was in 201013. Hieruit blijkt dat men minder subsidies is gaan verstrekken. Opmerkelijk is dat er in die periode verschuivingen hebben opgetreden met betrekking tot het bestemde doel. In 2001 was van het totale subsidiebedrag 58% bestemd voor internationale hulp, in verhouding tot 40% in 2010. Het is opvallend dat Welzijn in 2001 17% van de het totaal en in 2010 was dit gestegen naar 41%14. Veel van het werk in ontwikkelingssamenwerking wordt niet direct door de overheid gedaan, maar door ngo’s. De financiering van de overheid verloopt via verschillende kanalen, waaronder via de maatschappelijke ngo’s [23%]. De andere kanalen zijn via bilaterale hulp [30%], multilaterale instellingen [24%], en overige [17%] onder meer exportkredietverzekeringen. Het NCDO verstrekte tot 1 januari 2011 subsidies, echter wegens de veranderingen in het subsidielandschap fungeren ze momenteel als kennis- en adviescentrum (NCDO, 2012). De overheid investeert nog wel in ontwikkelingssamenwerking en in 2012 zal dat €3,2 miljard zijn. Er zijn financiële toeslagen verkrijgbaar op regionaal, op nationaal als op Europees bestuursniveau (Claes, 2008, blz. 138). Mogelijkheden voor het Marokko Fonds is het aanvragen van de Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkeling in 2013, en het aanvragen van een VWS-subsidie op basis van de Kaderwet waar sport het beleidsterrein is. 5.2 Geefmotieven Een marktgericht bedrijf richt zich op haar unique selling points, maar voor een stichting is het moeilijk om te bepalen wat mensen en bedrijven bewegen om te geven aan het Marokko Fonds. Bij de particulieren gaat het om emotionele-, rationele- en sociale motieven. Daarentegen bij bedrijven spelen specifieke bedrijfsmotieven een rol. 5.2.1 Particulieren In het boek ‘Capital Fundraising in the UK: The Crompton Way (Day, 2005) staan twintig redenen beschreven waarom mensen geven aan goede doelen. Hieronder staan de geefmotieven die van toepassing zijn voor de Nederlanders. Emotionele motieven: 13 14
Figuur 5.1.6a: p. 109 Figuur 5.1.6b: p. 109
31
Schuld: men heeft het gevoel dat ze het goed hebben en vinden zichzelf egoïstisch. Ze kopen hun schuldgevoel af. Angst: men is bang dat hun zelf ooit iets overkomt. Waardering: men waardeert het werk van de organisatie. Maar ook verlangt men naar erkenning. Anderen zien dat zij aan het goede doel geven. Plichtsgevoel: generatie op generatie wordt er gedoneerd. Het is als het ware een traditie. Goed gevoel
Rationele motieven: Profiteren: men steunt een doel waarvan men beter wordt. Politieke- en morele overtuiging: als een probleem kan worden opgelost en als men het verschil kan maken. Gewenning: men is gewend om te geven en ze genieten hiervan. Sympathie: men voelt zich verbonden met het doel of de organisatie. Sociale motieven Sociale druk: men geeft wanneer een familielid, vriend of kennis vraagt om een bijdrage. Verwachtingen: wanneer men binnen de charitatieve sector werkzaam is wordt er van hun verwacht dat zij ook geven. Bevoorrechte positie: men wilt iets terug doen aan een gemeenschap, land of aan een bepaald doel. Om specifiek te kijken naar de geefmotieven van de Marokkaanse Nederlander is de masterscriptie ‘Marokkaanse Nederlanders en hun geefgedrag aan het land van herkomst’ geraadpleegd (Jansen, 2010). Marokkaanse motieven Altruïsme: men geeft vrijwillig financiële ondersteuning aan de familie en vrienden in het land van herkomst, waarbij eigen belang een rol speelt Plichtsgetrouw: familieleden in Marokko oefenen druk uit om geld terug te sturen. Status: door geld over te maken wordt er een sociale status verworven binnen de Marokkaanse gemeenschap. 5.2.2 Bedrijven De bovenstaande motieven spelen ook een rol binnen het bedrijfsleven, echter zijn er nog een aantal specifieke bedrijfsmotieven die nader om aandacht vragen (Verstegen, 2007, p. 32). Naamsbekendheid en imago Maatschappelijk verantwoord ondernemen: dit zorgt voor een positieve uitstraling Relatiebeheer: tijdens netwerkbijeenkomsten georganiseerd door het goede doel ontmoeten bedrijven elkaar. Motivatie: de eigen medewerkers raken betrokken bij een project van een goed doel. 5.3 Deelconclusie Er is veel theorie beschikbaar over het begrip fondsenwerving. De meest bruikbare theorie voor het Marokko Fonds is de fondsenwervingspiramide die aanvankelijk alleen bestemd was voor het binnenhalen van donateurs. Tegenwoordig is het echter zo dat de fondsenwervingspiramide toepasbaar is op alle partijen die giften verstrekken. Om succesvol fondsen te werven moet het Marokko Fonds inspelen op het geefgedrag en de geefmotieven van de aanwezige gevers. De deelconclusie geeft antwoord op subvraag 6: ‘Hoe worden de filantropische en overheidsinkomsten verdeeld over de goede doelen in Nederland?’. De huishoudens in Nederland besteden het meest, na Kerk- en levensbeschouwing, aan het thema Ontwikkelingssamenwerking. Dit is een interessant gegeven voor het Marokko Fonds, net als
32
dat er op lokaal niveau de huishoudens het meest doneren aan ‘Sport en recreatie’. Tegenwoordig hebben de huishoudens minder te besteden dan in voorgaande jaren. Onder deze huishoudens bevinden zich ook de allochtonen. De niet-westerse allochtoon geeft echter meer dan de autochtone Nederlander. De huishoudens geven nog vaak op de traditionele manieren zoals huis-aan-huis en direct mail. In Nederland zijn er vijf goede doelenloterijen die gezamenlijk het meest doneren aan Internationale hulp. Van deze vijf is de Nationale Postcodeloterij de grootste gever. Het Marokko Fonds kan ieder jaar een aanvraag indienen bij deze goede doelenloterijen. Voor een eenmalige financiering kan het Marokko Fonds het best terecht bij Stichting Doen. De goede doelenloterijen hebben steeds meer te besteden aan goede doelen, in tegenstelling tot de huishoudens. De vermogensfondsen zijn meer gaan geven dan de geldwervende fondsen. Het meest wordt gedoneerd aan het thema ‘gezondheid’. Voor het Marokko Fonds is het interessanter om bij vermogensfondsen aanvragen in te dienen dan bij geldwervende fondsen. Omdat er meer beschikbaar is en omdat zij zich focussen op thema’s ‘Sport en recreatie’ en ‘Internationale hulp’. Ondanks de economische crisis zijn bedrijven toch gaan investeren in de goede doelen. Het geefgedrag is zelfs toegenomen, alleen sponsort men meer dan dat het giften verstrekt. Een verschuiving die plaatsvindt is dat bedrijven vaker sponsoren in natura dan in geld. Het meest populaire doel van sponsoring door bedrijven is ‘Sport en recreatie’. Steeds meer bedrijven gaan zich toeleggen op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Steeds vaker kiezen mensen ervoor om na hun dood een deel van hun vermogen na te laten aan een goed doel. Over de inkomsten vanuit legaten kan weinig concreets gezegd worden omdat sommige kerken en non-profit organisaties niet hun gegevens willen verstrekken. Uit de gegevens die wel beschikbaar zijn blijkt dat de nalatenschappen ten goede komen aan de gezondheid. Vanwege de toenemende vergrijzing zullen er in de toekomst meer inkomsten vanuit de legaten worden gehaald. Het duolegaat zorgt voor een win-win-situatie tussen de verwant en het goede doel.
Verdeling van de Filantropische sector 5% 41%
36%
5%
10%
Huishoudens Goede doelen loterijen Vermogensfondsen Geldwervende fondsen Bedrijven Legaten
4%
Financieringskanalen Overheid 17%
6%
30%
Bilaterale hulp Multilaterale instellingen NGO's
23% 24%
Bedrijven Overige
Figuur 5.3.1 laat de verdeling zien binnen de filantropische sector. De huishoudens en de bedrijven geven het meeste geld aan de goede doelen in Nederland.
Het subsidielandschap is flink veranderd, omdat er in 2010 is besloten om te gaan bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Er kunnen nog wel aanvragen worden ingediend bij verschillende organen, alleen zijn er strengere regels voor de toekenning. Het zal moeilijk zijn voor het Marokko Fonds om in aanmerking te komen voor een overheidssubsidie.
33
6. TRENDS De afgelopen jaren is er veel veranderd in de hedendaagse maatschappij. Zoals hoofdstuk 5 belicht, zijn er ontwikkelingen in het geefgedrag van de verschillende gevers. In dit hoofdstuk wordt door middel van het DESTEP-model inzicht gegeven in de maatschappelijke ontwikkelingen. Hierbij gaat het om: demografische, economische, sociaal-culturele, technologische, ecologische en politieke factoren. Uiteindelijk zal dit hoofdstuk antwoord geven op subvraag 7: ‘Welke ontwikkelingen en trends biedt fondsenwerving?’. 6.1 Demografische trends In 2011 is de trend ingezet van het aantal toenemende ouderen in Nederland. Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek (2011) bedroeg het aantal 65-plussers in 2011 zo’n 2,6 miljoen en dat zal jaarlijks toenemen tot een hoogtepunt van 4,6 miljoen ouderen in 2039 (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2012). De belangrijkste oorzaak van de toenemende vergrijzing is gelegen bij de zogeheten naoorlogse ‘babyboomgeneratie’. Bovendien neemt de levensverwachting toe van de ouderen en dit komt door de vooruitgang in de gezondheidszorg. Goede doelen zullen hun aandacht verleggen naar de senioren, omdat de kansen op inkomsten vanuit nalatenschappen zullen toenemen. De jongere generatie in Nederland raakt steeds meer betrokken bij het thema ontwikkelingssamenwerking. Hetgeen dat valt op te maken is dat zij eenmalig geven en vaak aan verschillende doelen. Het is moeilijk om deze bevolkingsgroep te benaderen als structurele donateurs aangezien zij zich niet willen committeren voor een aantal jaren. Naast de eenmalige giften zet deze generatie ook zelf kleine projecten op (Plan, 2011: p.22). In Nederland wonen steeds meer allochtonen. Uit het onderzoek (Schuyt, 2009) is gebleken dat niet-westerse allochtonen guller zijn dan de autochtone Nederlander. In de komende jaren zal ook een sterke stijging plaatsvinden in de vergrijzing onder niet-westerse allochtone ouderen, specifiek zal de vergrijzing onder de Marokkanen toenemen met 27% (Garssen, 2011). 6.2 Economische trends Bij een economische groei zullen mensen eerder bereid zijn om meer te schenken aan een goed doel. Tijdens een recessie is die bereidheid een stuk minder. Onderzoekers hebben aangegeven dat de economische crisis geen invloed zou hebben op het geefgedrag van de Nederlander. Het geefgedrag van de Nederlander is afgelopen jaren stabiel gebleven, echter heeft er een procentuele daling plaatsgevonden in het BBP (Schuyt, 2009). Dit zorgt ervoor dat een huishouden minder te besteden heeft en eerder zal kiezen voor een eenmalige schenking. Dit blijkt onder meer uit het feit dat er veel wordt gegeven aan acties zoals Serious Request (Trouw, 2011). 6.3 Sociaal-culturele trends De persoonlijke relatie met de gevers zal steeds belangrijker worden, zeker als het gaat om grote giften. Relationship fundraising wordt dit ook wel genoemd (Verstegen, 2007: p.16). De gevers willen een bijdrage leveren aan de maatschappij en meer invloed hebben op de fondsenwervende organisatie. Het is belangrijk dat de organisatie transparant is en aantoont waar de inkomsten aan worden besteed. Zoals aangekaart in paragraaf 6.1 zetten donateurs eenvoudig zelf projecten op. Vaak verzanden deze kleine projecten binnen twee of drie jaar, en dit heeft een negatieve uitwerking op de lokale plaatselijke bevolking. Het is een uitdaging om ervoor te zorgen dat donateurs geen eigen initiatieven gaan oprichten, maar de projecten van het goede doel ondersteunen. 6.4 Technologische trends Tegenwoordig is veel communicatie overgenomen door het internet. Een wereld zonder Internet bestaat niet meer. De inzet van e-mailing en social media wordt veelvuldig gebruikt, omdat de
34
boodschap gratis, snel en bij een groot publiek aankomt (Verstegen, 2007: p.17). De klassieke post zorgt voor een persoonlijke binding, maar social media wordt steeds gebruiksvriendelijker (Fundraiseronline, 2012). Om meer personen te betrekken bij de organisatie is het van belang dat er met de tijd mee wordt gegaan. De website van de organisatie moet vindbaar en aantrekkelijk zijn. Om een goede positionering op het Internet te verkrijgen moet ingezet worden op het optimaliseren van zoekresultaten door middel van ‘SEO marketing’(Claes, 2008: p.320). Mobile marketing is een kanaal dat nog niet door veel ontwikkelingsorganisaties wordt toegepast, maar het is wel in ontwikkeling. Mede door de komst van de smartphone is iedereen tegenwoordig continu online. De nieuwe toepassingen in de vorm van apps, mobile websites en mobile-payment tools zullen ook in de charitatieve sector geïntroduceerd worden. Op het Internet zijn er ook een aantal ‘crowdfunding’ webpagina’s waar bij aangesloten kan worden. Dit zijn fondsenwervende website die helpen bij het generen van inkomsten voor een nonprofitorganisatie. Zie bijlage 6 voor meer informatie met betrekking tot crowdfunding. 6.5 Ecologische trends De ecologische factoren spelen de laatste jaren een steeds belangrijkere rol in de maatschappij. De bedrijven zijn bewust van het feit dat de activiteiten veel stroom en schaarse grondstoffen verbruiken (Bureau Terdege, 2012). Binnen de charitatieve sector moet er ingespeeld worden op deze ontwikkelingen. In het kader van het MVO-beleid werken bedrijven steeds vaker samen met het goede doel. Bedrijven gaan een samenwerking aan door te sponsoren in giften en in natura. Enerzijds willen zij hun medewerkers betrekken bij een goed doel, anderzijds levert een samenwerking een positief imago op voor het bedrijf op. Stichting Aap heeft een overeenkomst met Eeko, waarbij mobiele telefoons en cartridges kunnen worden ingeleverd ter recycling. Voor elke recycling ontvangt de stichting Aap een vergoeding. Het milieu wordt bespaard en de opbrengst komt ten goede aan een goed doel (Stichting Aap, 2012). 6.6 Politieke trends De taak van de overheid heeft een andere dementie gekregen. Voorheen was de overheid erg betrokken, maar de trend is dat de overheid de verantwoordelijkheid overdraagt aan de burgers. De burger is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de eigen leefomgeving. De overheid stimuleert tevens ontwikkelingsorganisaties om zelf fondsen te werven en los te komen van subsidies. De politiek oefent invloed uit op de fondsenwervingskanalen door de wet- en regelgeving strenger toe te passen. Met de oprichting van het ‘bel-me-niet-register’ en het ‘bel-niet-aan-register’ worden mensen minder vaak lastig gevallen (NOS, 2012). 6.7 Deelconclusie In hoofdstuk vijf zijn de ontwikkelingen met betrekking tot de filantropische sector toegelicht. De maatschappelijke trends komen in hoofdstuk zes aan de orde. Op het gebied van fondsenwerving zijn er enkele zeer interessante trends gaande. Zo zal het Marokko Fonds kunnen richten op de ouderen in de Nederlandse samenleving, aangezien steeds meer ouderen een legaat opstellen waarin staat dat zij hun bezit [deels] willen overdragen aan een goede doelenorganisatie. Ook is het belangrijk dat een goede doelenorganisatie een relatie aangaat met de gever. Door ze te betrekken bij de organisatie zal de kans op een [vervolg]donatie toenemen. Echter de procentuele daling in het BBP heeft ervoor gezorgd dat een huishouden minder te besteden heeft. Naast de relationship fundraising is het online fondsenwerven populairder als nooit tevoren. Het internet is niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Crowdfunding is een goed alternatief, wanneer de overheidssubsidies wegvallen.
35
7. METHODOLOGIE In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het onderzoek is opgezet en welke onderzoeksmethoden gebruikt zijn. In het verzamelen van informatie is er onderscheid gemaakt in primaire en secundaire onderzoeksgegevens. Er zal eerst worden ingegaan op het onderzoeksdoel, de onderzoeksstrategie en de onderzoeksmethode. Waarna aan het einde van dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe de kwaliteit van het onderzoek is bewaakt. 7.1 Onderzoeksdoel De onderzoeksvraagstelling begint met ‘hoe’ en dit geeft aan dat de kern van het afstudeeronderzoek een adviserend doel omvat. Het doel van het afstudeeronderzoek is om uiteindelijk tot een gedegen advies te komen waarbij duidelijk wordt op welke manier het Marokko Fonds het beste geld kan werven om Scoren voor Marokko blijvend te kunnen organiseren. Om het onderzoeksdoel te realiseren worden de gegevens uit het praktijkonderzoek gekoppeld aan de gegevens die verkregen zijn uit de literatuurstudie. De onderzoeksvraag luidt: “Hoe kan het project Scoren voor Marokko van stichting Marokko Fonds de komende jaren worden gefinancierd?” Om het onderzoeksdoel te realiseren zijn er subvragen opgesteld. De subvragen zijn verdeeld onder drie deelonderwerpen. De volgende subvragen worden in verschillende hoofdstukken behandeld. Stichting Marokko Fonds Hoe is stichting Marokko Fonds georganiseerd? Welke projecten en activiteiten worden door stichting Marokko Fonds uitgevoerd? Hoe is het project Scoren voor Marokko tot dusver verlopen? Hoe wordt het project Scoren voor Marokko gefinancierd? Financieringsmogelijkheden Wat is fondsenwerving? Hoe worden de filantropische en overheidsinkomsten verdeeld over de goede doelen in Nederland? Welke ontwikkelingen en trends biedt fondsenwerving? Ontwikkelingsorganisaties Welke ontwikkelingsorganisaties in Nederland zijn vergelijkbaar met stichting Marokko Fonds? Hoe gaan de vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties om met de veranderingen binnen de charitatieve sector? Hoe financieren vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties hun projecten en doelstellingen? 7.2 Onderzoeksstrategie Om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag en de subvragen , en gezien het feit dat het een stichting Marokko Fonds een non-profitorganisatie betreft en geen product dat in de markt wordt gezet, is een kwalitatief onderzoek vereist. Voor het achterhalen van informatie met betrekking tot de stichting Marokko Fonds is er een intern onderzoek uitgevoerd. De ervaringen van experts zijn onderzocht in een expertonderzoek.
36
7.2.1 Kwalitatief onderzoek Om te definiëren wat kwalitatief onderzoek inhoudt is de website van ‘Right marktonderzoek’ geraadpleegd. Kwalitatief onderzoek is gericht op het verkrijgen van informatie over wat er leeft onder een bepaalde doelgroep en waarom. Deze vorm van onderzoek is gebaat bij diepgaande informatie door in te gaan op de achterliggende motivaties, meningen, wensen en behoeften van de doelgroep. Bovendien kan kwalitatief onderzoek goed worden ingezet om de doelgroep zelf te laten meedenken over bijvoorbeeld de invulling van Scoren voor Marokko of welke tegenprestatie het Marokko Fonds zou kunnen bieden aan sponsors. De kwalitatieve gegevens zijn waardevol en gedetailleerd en geven een reëel beeld over een onderwerp dat speelt. Nadelen van kwalitatief onderzoek zijn echter dat de resultaten niet statistisch representatief zijn en het is zeer tijdrovend (Saunders et al., 2006: p.463). Aangezien het voor het onderzoek naar fondsenwerving nodig is om vooral wensen, behoeften, meningen en ervaringen in kaart te brengen, is er toch gekozen voor dit type onderzoek. 7.2.2 Verkennend onderzoek Verkennend onderzoek is een waardevolle methode om te achterhalen wat er zich afspeelt binnen een markt (Robson, 2002: p.59). De drie belangrijkste manieren waarop verkennend onderzoek uitgevoerd kan worden zijn: Literatuuronderzoek; Praten met experts op het desbetreffende gebied; Het houden van diepte-interviews In de voorgaande hoofdstukken is het literatuuronderzoek al uitgebreid aan bod gekomen. In de volgende paragraaf worden de methoden van onderzoek toegelicht. 7.3 Onderzoeksmethodiek Om data te kunnen verzamelen kunnen er verschillenden methoden worden gebruikt. In dit afstudeeronderzoek is er gebruik gemaakt van desk- en fieldresearch. 7.3.1 Deskresearch Het raadplegen van secundaire bronnen staat beter bekend als deskresearch. De bronnen zijn secundair omdat het gaat om reeds beschikbare data. Binnen de stichting Marokko Fonds is veel documentatie beschikbaar en dit staat op een harde schijf. Het deskresearch besloeg het doornemen van de jaarverslagen, bedrijfsplannen en informatiebladen. Ook is er informatie ingewonnen via de websites van het Marokko Fonds en door het bijwonen van informatiebijeenkomsten en werkoverleggen. Naast de zojuist benoemde interne secundaire bronnen betreft het deskresearch ook een literatuuronderzoek waarin diverse vakliteratuur van theoretici, zoals Hans van der Westen en Maerten Verstegen, zijn geraadpleegd. Andere externe secundaire bronnen die zijn gebruikt waren vooral jaarverslagen, krantenartikelen, onderzoeksrapporten en het Internet. Een overzicht van de literatuur komt aan bod in de literatuurlijst. 7.3.2 Fieldresearch De primaire gegevens zijn verzameld aan de hand van fieldresearch. Het fieldresearch bestaat uit mondelinge semi gestructureerde diepte-interviews. Er is gekozen voor dit type onderzoek omdat het specifiek ingaat op de kennis, ervaringen, houdingen en opinies van de doelgroep. In de opzet van het interviewschema zijn thema’s ingebouwd om structuur aan te brengen. Er is gekozen voor een mondelinge afname, omdat dit de mogelijkheid geeft om door te vragen, duidelijkheid te verschaffen en controle uit te oefenen. De diepte-interviews hebben face-to-face plaatsgevonden op locatie en via Skype. Ook is er bij twee respondenten telefonisch een interview afgenomen. Aangezien deze onderzoeksmethode veel tijd heeft gekost, zijn er maar een beperkt aantal respondenten. Het inplannen en organiseren van interviews en de transcriptie was tijdrovend. De uitgewerkte transcripten van de respondenten zijn opgenomen in de bijlagen.
37
7.4 Onderzoekspopulatie In het kader van het praktijkonderzoek zijn er experts geïnterviewd op het gebied van fondsenwerving en sponsoring. Deze experts zijn werkzaam binnen ontwikkelingsorganisaties die op hetzelfde werkterrein actief zijn als de stichting Marokko Fonds. Samen met onafhankelijke experts vormen zij de onderzoekspopulatie om te achterhalen welke financieringsmogelijkheden kunnen worden benut. Specifieke informatie over deze respondenten en een toelichting volgt in onderstaande alinea’s. Experts binnen ontwikkelingsorganisaties Right To Play Claire van Bekkum is manager corporate partnerschappen binnen Right To Play. Naast haar hoofdtaak neemt zij ook een deel van de particuliere fondsenwerving op zich. De verantwoordelijkheid ligt bij het binnenhalen van corporate partners. Plan Nederland Martha Nauta is productmanager particuliere fondsenwerving en dat houdt in dat er fondsen worden geworven onder de huishoudens. Plan Nederland biedt drie verschillende producten aan: kindsponsoring, projectsponsoring en eenmalige giften. KidsRights Binnen KidsRights is Cindy de Visser opgeklommen van zakelijke fondsenwerver naar directrice. De zakelijke markt kent zij als haar broekzak aangezien Cindy de Visser bedrijfseconoom is. Johan Cruyff Foundation Jordy Halapiry bekleedt de functie manager marketing en fondsenwerving binnen de Johan Cruyff Foundation. Hij is eindverantwoordelijk voor de commerciële activiteiten, maar wordt hier wel in ondersteund. In totaal zijn er twaalf ontwikkelingsorganisaties per e-mail benaderd met de vraag om geïnterviewd te willen worden. Vijf hebben aangegeven dat er geen mogelijkheid was. De vier die hebben toegezegd bestonden uit vier vrouwen en een man. Zie bijlage 6 voor de desbetreffende e-mails die hebben afgezegd. Expert buiten ontwikkelingsorganisaties Leenaers Verloop Sofie Bienert is adviseur sponsoring en fondsenwerving en daarnaast medeauteur van het boek ‘Sponsoring en fondsenwerving voor non-profit organisaties’ (2010). Van de vier benaderde experts heeft alleen Sofie Bienert willen meewerken aan een diepteinterview. Huub Serviens heeft per e-mail laten weten dat hij niet van toegevoegde waarde kon zijn voor mijn afstudeeronderzoek. De overige hebben niet gereageerd. Er is getracht om ook interviews af te nemen onder Marokkaanse ondernemers en MKB-bedrijven waarvan de samenstelling voornamelijk uit Marokkaanse Nederlanders bestond. Van de zestien benaderde bedrijven heeft alleen het bedrijf Intissar laten weten geïnteresseerd te zijn maar dat er geen mogelijkheid was tot afname van een interview. 7.5 De kwaliteit van het onderzoek Aan het einde van dit hoofdstuk volgen nog twee korte paragrafen over de kwaliteit van het onderzoek en de manier van gegevensverwerking. De kwaliteit van het onderzoek wordt bepaald door de mate van betrouwbaarheid en representativiteit. 7.5.1 Betrouwbaarheid Het literatuuronderzoek is gebaseerd op diverse theorieën en verschillende auteurs. Bij het selecteren van vakliteratuur is er nauwkeurig gekeken naar de relevantie van de inhoud. De auteurs zijn deskundig en objectief. De gebruikte bronnen zijn recent en kunnen worden opgevraagd. Voor
38
een compleet overzicht van de gebruikte literatuur is er een literatuurlijst opgesteld aan het einde van dit rapport. 7.5.2 Representativiteit Aangezien het praktijkonderzoek bestaat uit semi gestructureerde diepte-interviews, zijn er deskundige personen benaderd die representatief zijn voor dat deel van de organisatie waar het afstudeeronderzoek betrekking op heeft. De representativiteit blijkt uit het feit dat zij verantwoordelijk zijn voor de fondsenwervende activiteiten binnen de organisatie. Om de representativiteit van het praktijkonderzoek aan te tonen zijn er transcripten van de interviews. De transcripten zijn volledig uitgewerkt omdat de gegevensverwerking om details vraagt; Er is gebruik gemaakt van een heldere structuur door thema’s op te stellen; De interviewvragen zijn opgenomen in het transcript; Vertrouwelijkheid wordt gewaarborgd; De transcripten zijn op nauwkeurigheid gecontroleerd. 7.6 Gegevensverwerking In de tekst staat aangegeven waar de informatie uit vakliteratuur is verkregen. Er zijn drie type bronverwijzingen waar gebruik van is gemaakt. Aan de hand van een korte inleiding blijkt waar de informatie vandaan is gehaald, of door middel van parafrases en voetnoten in de tekst. Voorafgaand aan het diepte-interview is aangegeven wat er met de verstrekte gegevens gedaan zou gaan worden. Het doel van het onderzoek is doorgenomen en de gegevensverwerking blijft vertrouwelijk. De tijdsduur is van te voren bepaald en de vraag is gesteld of de geïnterviewde bezwaar heeft tegen een audio-opname. Het praktijkonderzoek is ethisch verantwoord en dat wilt zeggen dat: De respondenten vrijwillig hebben meegewerkt aan het onderzoek; De uitkomsten hebben geen nadelige gevolgen voor de respondenten; Persoonlijke gegevens en de deskundige informatie wordt niet aan derden verstrekt zonder toestemming; Het onderzoek is controleerbaar en op een objectieve manier uitgevoerd. Binnen een dag is het transcript opgestuurd naar de respondent en is de mogelijkheid aangeboden om het transcript te wijzigen of in ander zinsverband te formuleren. Nu duidelijk is geworden hoe het afstudeeronderzoek is opgezet, kunnen de resultaten worden weergeven. In hoofdstuk 8 zijn de resultaten uitgewerkt.
39
8. ONTWIKKELINGSORGANISATIES Hoofdstuk 8 staat in het teken van ontwikkelingsorganisaties die vergelijkbaar zijn met de stichting Marokko Fonds. Op de charitatieve markt zijn heel veel goede doelen organisaties aanwezig en deze markt neemt overigens alsmaar toe. Om antwoord te krijgen op de subvragen zijn er twee soorten onderzoeken uitgevoerd. Allereerst is er een selectie gemaakt van de ontwikkelingsorganisaties die zich bezig houden met duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding en een voorbeeld zijn voor het Marokko Fonds: de zogenoemde ‘Best practices’. Er wordt onderzoek gedaan naar de Best practices door middel van deskresearch. De websites en de jaarverslagen van War Child, Right To Play, Plan Nederland, Stichting KidsRights, en Johan Cruyff Foundation zijn geraadpleegd om zo inzicht te krijgen in hoe zij hun projecten financieren. In het tweede onderzoek wordt er dieper ingegaan op deze organisaties. Door middel van diepte-interviews is er meer informatie ingewonnen over hoe zij omgaan met de huidige ontwikkelingen en geven zij hun kijk op de toekomst. Alle onderzoeksresultaten staan in dit hoofdstuk beschreven. 8.1 Best practices Vanuit stichting Marokko Fonds is aangegeven dat zij War Child en Right To Play Nederland als een voorbeeldorganisatie zien. Door middel van deskresearch heeft er een oriëntatie plaatsgevonden naar welke ontwikkelingsorganisaties nog meer overeenkomsten hebben met het Marokko Fonds. Een organisatie is een ‘Best practice’ wanneer het aan één van de volgende criteria voldoet. Duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding Toeleggen op kinderen en jongeren [jongens, meisjes en gehandicapten] Sport en recreatie Bewustwording in Nederland en ondersteuning in het buitenland [continent Afrika] In de komende paragrafen worden er vijf best practices nader toegelicht. Bij elke organisatie wordt de organisatie en de totstandkoming van fondsenwerving beschreven. 8.1.1 War Child War Child is een onafhankelijke neutrale internationale organisatie die zich inzet voor kinderen in oorlogsgebieden. In de hele wereld zet War Child zich in voor oorlogskinderen, ongeacht hun geslacht, leeftijd, religie of afkomst. Om de weerbaarheid van deze kinderen te vergroten en hun een betere toekomst te geven, worden er gespecialiseerde programma’s aangeboden. Deze programma’s zijn onder andere gericht op het aanbieden van onderwijs, psychologische en sociale ontwikkeling stimuleren, de oorlogskinderen een stem geven en dat ze beschermd worden tegen uitbuiting en geweld. In 2011 heeft War Child met haar programma’s meer dan 750.000 kinderen kunnen bereiken in 11 landen in de wereld (War Child, 2012). Op het hoofdkantoor in Amsterdam werken er 62 vaste medewerkers [54fte], ruim 40 vrijwilligers en een aantal stagiairs. In zijn totaliteit werken er 300 vaste werknemers voor War Child, waarvan het merendeel in het veld actief is. De missie van War Child luidt: ‘Een oorlogskind helpen de toekomst te verbeteren’ en hieruit is de visie voortgevloeid: ‘Een toekomst in vrede voor alle oorlogskinderen’ (War Child, 2012) Aanpak Samenwerken is enorm belangrijk in de aanpak van War Child. 75% van de activiteiten die worden uitgevoerd door War Child zijn gericht op de ontwikkeling van vaardigheden. In haar aanpak wordt er gebruik gemaakt van middelen zoals theater, muziek, media, sport en spel om kinderen, jongeren, ouders, leraren en de lokale bevolking samen te brengen15.
15
Figuur 8.1.1a: p. 111
40
Ontwikkelingen Uit het meest recente jaarverslag van War Child (2011) blijkt dat er in 2010 aan inkomsten €14.854.751 is ontvangen. Ten opzichte van 2009 zijn de inkomsten met 3,6% gestegen, echter heeft War Child in 2010 minder uit eigen fondsenwerving kunnen halen dan in 2009. Dit komt doordat incidentele giften van bedrijven sterk daalden en de inkomsten uit nalatenschappen minder waren dan in 2009. War Child heeft €9.5 miljoen uit eigen fondsenwerving kunnen halen, waarvan €6.714.924 via de particulieren16.. 90% van de particuliere donaties is door de structurele donateurs verstrekt. De belangrijkste kanalen hoe de particulieren zijn benaderd, is via huis-aan-huis, telemarketing en straatwerving. Online wordt overigens een steeds populairder middel. Naast de baten uit eigen fondsenwerving heeft War Child ruim €2.8 miljoen aan subsidies van de overheid ontvangen. De uitgaven in 2010 bedroegen €15.379.245, waarvan ruim 82% besteed werd aan de realisatie van haar doelstellingen: projecten opzetten en voorlichting geven17. War Child doet er alles aan om de kosten van de organisatie zo laag mogelijk te houden. Zo worden bijvoorbeeld de marketing- en communicatiemiddelen en kantoorartikelen geleverd en betaald door de vele sponsors en partners. In 2010 zijn er eigenlijk alleen salariskosten en de kosten ten behoeven van eigen fondsenwerving (War Child, 2012). Figuur 8.1.1d in de bijlagen geeft in een cirkeldiagram weer waaruit War Child haar inkomsten vandaan haalt. 8.1.2 Right To Play Nederland Het hoofdkantoor van Right To Play bevindt zich in Toronto, Canada en heeft in verschillende landen nationale kantoren, zo ook in Nederland [Den Haag]. De nationale kantoren zijn fondsenwervend ingesteld en bouwen aan de naamsbekendheid van Right To Play door middel van sport- en spelprogramma’s. Sinds 2009 is Right To Play in Nederland gevestigd en beschikt het momenteel over 8,4 fte18. In 2010 beschikte Right To Play over 210 vrijwilligers. De missie van Right To Play luidt: ‘Het verbeteren van het leven van kinderen in de meest achtergestelde gebieden ter wereld door de kracht van sport en spel in te zetten voor ontwikkeling, gezondheid en vrede’. Door middel van het opzetten van programma’s kunnen jongens, maar ook zeker meisjes, gehandicapten, straatkinderen en vluchtelingen bepaalde vaardigheden leren om zo een betere toekomst tegemoet te gaan. Kijkend naar de toekomst heeft Right To Play de volgende visie geformuleerd: ‘De wereld gezonder en veiliger maken met de kracht van sport en spel’ (Right To Play, 2012). Aanpak Right To Play leidt coaches op vanuit lokale gemeenschappen om de sport- en spelprogramma’s uit te voeren. Momenteel zijn er 12.000 lokale coaches die de activiteiten organiseren en begeleiden. In meer dan 20 landen vinden er wekelijks sport- en spelactiviteiten van Right To Play plaats. In 2011 deden hier ruim 700.000 kinderen aan mee, en daarnaast werden er zomerkampen opgezet waaraan 600.000 kinderen deelnamen (Right To Play, 2011). De programma’s zijn gericht op de volgende ontwikkelingsthema’s: basisonderwijs en ontwikkeling van kinderen, gezondheid en preventie van ziekten, oplossen van conflicten, en duurzaamheid ontwikkeling van de gemeenschap. Right To Play wordt ondersteund door een internationaal team van topsporters uit meer dan 40 landen. De topsporters vergroten de internationale naamsbekendheid van Right To Play en inspireren de kinderen om te gaan sporten. Ontwikkelingen Uit het jaarverslag (Right To Play, 2011) blijkt dat Right To Play het moeilijk heeft gehad in 2010 op het gebied van fondsenwerving. De economische crisis zorgde ervoor dat bedrijven zich niet voor langere termijn aan Right To Play wilden verbinden. De inkomsten uit evenementen vielen tegen, 16
Figuur 8.1.1b: p. 111 Figuur 8.1.1c: p. 112 18 Figuur 8.1.2a: p. 113 17
41
aangezien de ‘Clinic dag voor bedrijven’ werd geannuleerd en er geen aansluiting kon worden gevonden bij evenementen van derden. Right To Play wilt een win-win-situatie creëren door samen te werken met bedrijven. Het versterkt namelijk niet alleen het goede doel, maar ook de reputatie van het bedrijf en de betrokkenheid van de medewerkers. Het is echter wel belangrijk dat de bedrijven zicht krijgen op de besteding van hun bijdragen. Right To Play heeft veel donaties ontvangen door middel van de IT-donations. Bedrijven doneren hun verouderde IT-apparatuur aan IT-donations, en de uiteindelijke opbrengst ging naar Right To Play. Bovendien steunden veel bedrijven ook in de vorm van diensten en advies. In totaal hebben er 110 acties en evenementen plaatsgevonden die in totaal €300.000 hebben opgeleverd. Right To Play wilt zich in de komende jaren gaan focussen op het verhogen van het aantal particuliere acties. In het jaarverslag (Right To Play, 2011) staat omschreven dat Right To Play in totaal €2,2 miljoen aan inkomsten genereerde19. Ten opzichte van 2009 zijn de inkomsten met 17% gedaald, toen bedroegen de totale inkomsten namelijk €2,6 miljoen. De subsidies vanuit de overheid was de grootste inkomstenbron met €1.294.648 [60%]. Right To Play verkreeg twee subsidies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: ‘MFS Jong en Vernieuwend’ en ‘Sport en ontwikkelingssamenwerking’. Ook verkreeg men een subsidie vanuit het Ministerie VWS via NSA. Uit eigen fondsenwerving20 haalde Right To Play €822.743 op via donaties en contributies. Opmerkelijk is dat Right To Play voornamelijk via evenementen & acties en sponsoring via bedrijven aan geld komt en niet door particuliere donaties. Van de totale uitgaven is er 74,9% besteed aan de doelstellingen van de organisatie [€1.637.986]. De verwachting voor 2011 is dat Right To Play meer inkomsten zal generen uit donaties en contributies dan dat men subsidies zal ontvangen. 8.1.3 Plan Nederland In de hele wereld zijn er voor Plan 7.000 medewerkers en 50.000 vrijwilligers werkzaam die samen met sponsors ervoor zorgen dat jongens en meisjes in 50 landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika beter kunnen leven (Plan Nederland, 2012). Er zijn 50 landenkantoren waarvan Nederland er één van is. Plan Nederland is opgericht in 1975 als onderdeel van het Foster Parents Plan. Het kantoor van Plan is gevestigd in Amsterdam en heeft 85 medewerkers21, ruim 250 vrijwilligers en meer dan 100.000 kindersponsors. Plan Nederland is ervan overtuigd dat meisjes én jongens een betere toekomst tegemoet gaan als de achterstand van meisjes wordt ingelopen. De balans in de samenleving is scheef, waardoor meisjes minder rechten en kansen krijgen. Sinds 1 mei 2010 heeft Plan Nederland gekozen om zich meer in te spannen voor meisjes en voor het verbeteren van hun levensomstandigheden en toekomstperspectieven (Plan Nederland, 2011) Aanpak Centraal in het beleid van Plan Nederland staat ontwikkelingssamenwerking en duurzame armoedebestrijding. In de afgelopen jaren waren er altijd drie strategieën van kracht, echter is er nu een vierde bijgekomen (Plan Nederland, 2011). 1. Duurzame relaties aangaan met individuele donoren, corporate partners, institutionele donoren en vermogensfondsen 2. Innovatie en modernisering van het aanbod 3. Strategische samenwerking en allianties 4. Gelijke rechten en kansen voor meisjes Plan communiceert met partijen door middel van campagnes, evenementen, rapportages en nieuwsbrieven, om draagvlak te creëren voor het werk van Plan. De komende vijf jaar staat empowerment van de meisjes in ontwikkelingslanden centraal. De programma’s van Plan richten zich op ‘onderwijs’, ‘economische- en voedselzekerheid’, ‘water, sanitair en hygiëne’, ‘mondiaal burgerschap’ en ‘bescherming tegen geweld’. 19
Figuur 8.1.2b: p. 113 Figuur 8.1.2c: p. 114 21 Figuur 8.1.3a: p. 115 20
42
Ontwikkelingen Voor het programma ‘Girl Power’ heeft Plan Nederland in het kader van het MFSII-stelsel een subsidie ontvangen van Ministerie van Buitenlandse Zaken van €52 miljoen voor een periode van vijf jaar. Samen met vijf andere organisaties wordt het bedrag verdeeld, hoewel het grootste percentage [63%] naar Plan gaat. Intensivering van bestaande samenwerkingsverbanden is wenselijk. Bij de Europese Unie heeft Plan ook een aanvraag ingediend en met succes hebben ze in 2010 een subsidie ontvangen ter waarde van €700.000. De baten uit kindsponsoring zijn €1,4 miljoen22 lager dan in 2009 en dit komt door de vergrijzing bij particuliere kindsponsors. Om de komende jaren meer uit kindsponsoring te halen wordt er ingezet op social media. Ook breidt Plan de samenwerking uit met het bedrijfsleven, institutionele donoren en de vermogensfondsen (Plan Nederland, 2011). Zo is Plan erg tevreden over de 3 jarige overeenkomst met Accenture waarbij er €1,7 miljoen wordt geschonken. In het jaarverslag van Plan Nederland staat dat er in 2010-2011 aan inkomsten €44.993.000 is binnen gekomen. 70% van de inkomsten kwam door eigen fondsenwerving, waar voornamelijk door particulieren werd gedoneerd. Van de totale uitgaven in 2010-2011 werd 88% aan de doelstellingen besteed. Opmerkelijk is dat Plan een stijging van 95% in haar nalatenschappen zag. Het bedrag dat aan nalatenschappen is ontvangen bedraagt €2,1 miljoen. 8.1.4 KidsRights In 2003 is Stichting KidsRights opgericht en houdt kantoor in Amsterdam. Het kantoor is beschikbaar gesteld door een van de partners: ABN AMRO. In 2010 is Cindy de Visser benoemd tot Manager Operations en zij heeft de dagelijkse leiding over de organisatie. KidsRights heeft een personele bezetting van 5.6 fte en bepaalt per evenement of zij gebruik maken van vrijwilligers (KidsRights, 2011). In 2010 hebben drie vrijwilligers zich ingezet bij verschillende werkzaamheden rondom de Kindervredeprijs. KidsRights komt op voor de positie van zeer kwetsbare kinderen waar dan ook ter wereld en zet zich in om hun rechten tot uiting te brengen. Op de website van KidsRights staat de visie als volgt beschreven: geloven in een wereld waar alle kinderen 0 tot 18 jaar toegang hebben tot basisvoorzieningen en de mogelijkheid krijgen om het grote potentieel dat zij in zich hebben te ontplooien. Aanpak Om de missie en visie van KidsRights na te streven wordt er voorlichting over het belang van kinderrechten gegeven (KidsRights, 2011). Door het organiseren van voorlichtingsprojecten wordt er aandacht gevraagd in de wereld voor de positie van kwetsbare kinderen en hun rechten. KidsRights probeert de kinderen een podium te geven zodat zij hun dromen en ambities kunnen uiten. De Internationale Kindervredesprijs wordt ingezet als instrument om voorlichting te geven. Anderzijds steunt KidsRights de kwetsbare kinderen door het opzetten van lokale hulpprojecten. Deze projecten richten zich op de vijf basisvoorzieningen: onderwijs, voeding, medische zorg, onderdak en aandacht. In 2010 ondersteunde de stichting KidsRights financieel 15 kinderhulpprojecten verspreid over 10 landen en bereikte daarmee direct 37.527 kinderen. Ontwikkelingen In 2010 daalden de inkomsten van de stichting met 16,55%, van €2.742.544 in 2009 naar €2.288.528 in 201023. Naast de voorlichtingsprojecten en hulpprojecten, voert KidsRights zelf fondsenwervende activiteiten uit. In 2010 heeft KidsRights twee gala-avonden georganiseerd en zijn er individuele donateurs geworven via het televisieprogramma RTL Boulevard en de KidsRights-ambassadeurs. In totaal zijn er 1.000 nieuwe structurele donateurs geworven die €5 of meer per maand doneren. Ondanks de wervende activiteiten24 zijn de baten van donateurs en sponsors gedaald van €1.894.671 in 2009 naar €1.44.630 in 2010. Van de totale bestedingen [€2.743.228] is er €1.927.658 ten goede 22
Figuur 8.1.3b: p. 115-116 Figuur 8.1.4a: p. 117 24 Figuur 8.1.4b: p. 118 23
43
gekomen aan de directe doelstellingen van de stichting. De totale bestedingen aan hulpprojecten daalden eveneens van €1.6 miljoen naar €1.4 miljoen. Het resultaat was negatief met €454.700, echter KidsRights ziet dit niet als een negatief resultaat aangezien er direct kinderen mee zijn geholpen. KidsRights bouwt geen grote reserves op, maar wilt kinderen nu helpen daar waar nodig is. 8.1.5 Johan Cruyff Foundation In 1997 richtte Johan Cruyff zijn eigen foundation op om kinderen met een handicap de mogelijkheid te bieden om ze te laten sporten. Door de jaren heen heeft de Johan Cruyff Foundation ook projecten gerealiseerd voor jongeren in wijken waar weinig ruimte was voor sport en spel. De JCF heeft het jaar 2010 afgesloten met 10 mensen op de loonlijst. Van deze mensen hebben er 8 een vast contract en 2 een tijdelijke aanstelling25. Gedurende het jaar zijn er 4 stagiaires ingezet om alle werkzaamheden binnen de JCF te ondersteunen (Johan Cruyff Foundation [JCF], 2011). De Foundation heeft een nauwe samenwerking met uitzendbureau ‘In Person’ die ruim 150 vrijwilligers tot hun beschikking stelt voor de uitvoering van activiteiten en evenementen. De Cruyff Foundation richt zich op het bevorderen van het geestelijk en lichamelijk welzijn van kinderen en jongeren door (JCF, 2012): het aanbieden en stimuleren van sport en bewegingsactiviteiten; het financieel ondersteunen van projecten en organisaties met eenzelfde doelstelling; sport in combinatie met onderwijs te stimuleren; sport in combinatie met gezondheidszorg te stimuleren; voor het belang van kinderen en jongeren die het minder getroffen hebben op te komen; samenwerking te stimuleren tussen verschillende soortgelijke organisaties in Nederland en daarbuiten; integratie te stimuleren tussen de verschillende doel- en bevolkingsgroepen. Aanpak De Johan Cruyff Foundation kent twee doelgroepen die zij ondersteunen. Voor kinderen met een handicap geeft de Foundation financiële bijdragen aan kleine en grote sportprojecten en worden aangepaste Cruyff Courts aangelegd. Naast deze sportprojecten worden er ook speciale evenementen georganiseerd zoals de Rolstoelsportdag, het IJsfeest en het Zwemfeest. De andere doelgroep zijn de jongeren in de wijken. Voor hun worden er Cruyff Courts aangelegd zodat zij ook verschillende sporten kunnen uitoefenen. Activiteiten die jaarlijks plaatsvinden zijn de ‘Kampioenschappen 6 vs 6’ en ‘Meedoen, Leren, Winnen’ (JCF, 2011). Ontwikkelingen Voor haar werk ontvangt de Cruyff Foundation uit verschillende bronnen inkomsten. De focus ligt voornamelijk op het werven van donaties vanuit het bedrijfsleven, echter heeft de Foundation al jaren een relatief kleine groep donateurs die frequent doneren. In 2010 kwam er ruim €60.000 aan particuliere inkomsten binnen. Het gaat hierbij om 527 structurele donateurs en 2597 eenmalige donateurs (JCF, 2011). Buiten het feit dat de Cruyff Foundation geld heeft ontvangen van donaties en partnerships, verkreeg de Foundation in 2010 ook een subsidie van de KNVB via het programma ‘Tijd voor Sport’. De totale inkomsten uit eigen fondsenwerving in 2010 bedroegen €1.957.820 en dit bedrag is net iets hoger dan de €1.801.524 in 2009. Naast de inkomsten uit eigen fondsenwerving26 heeft de Cruyff Foundation geld ontvangen via fondsenwerving van derden [50%]27 en subsidies van overheden [3%]28. In 2010 heeft de Cruyff Foundation meer aan inkomsten ontvangen dan dat men heeft uitgegeven. Van de totale inkomsten komt 84% terecht bij projecten voor jeugd met en zonder handicap (JCF, 2011). 25
Figuur 8.1.5a: p. 119 Figuur 8.1.5c: p. 120 27 Figuur 8.1.5d: p. 120 28 Figuur 8.1.5e: p. 120 26
44
Themagebied
Werkterrein
Personele bezetting
Baten uit eigen fondsenwerving
Belangrijkste bronnen
8.2 Concurrentiematrix In de matrix hieronder wordt het Marokko Fonds afgezet tegen vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties. Aan de hand van de gedane deskresearch zijn de uitkomsten schematisch in kaart gebracht.
Marokko Fonds
Internationale hulp Ontwikkelingswerk
Binnen- en buitenland
1,6 fte
€83.148
- Subsidies
War Child
Internationale hulp Slachtofferhulp
Buitenland
54 fte
€9.490.760
- Particulieren - Subsidies
Right To Play
Internationale hulp Ontwikkelingswerk
Binnen- en buitenland
8,4 fte
€892.751
- Subsidies - Bedrijven
Plan Nederland
Internationale hulp Ontwikkelingswerk
Buitenland
86 fte
€31.331.000
KidsRights
Welzijn Mensenrechten
Buitenland
5,6 fte
€1.910.673
- Particulieren - Loterijen - Subsidies - Particulieren - Bedrijven
Johan Cruyff Foundation
Welzijn Sport en recreatie
Binnen- en buitenland
11 fte
€1.957.820
- Bedrijven - Loterijen
8.3 Deelconclusie In de vorige paragraaf zijn er vijf ontwikkelingsorganisaties geanalyseerd die overeenkomen met het Marokko Fonds. Hiermee is ook direct antwoord gegeven op subvraag 8: ‘Welke ontwikkelingsorganisaties in Nederland zijn vergelijkbaar met stichting Marokko Fonds?’. Het is moeilijk om te concluderen wat de beste manier is om een project zoals ‘Scoren voor Marokko’ te financieren. Zo ontvangt War Child het meeste geld van haar particuliere donateurs. Ruim 90% van de particulieren zijn structurele donateurs en verstrekken dus met regelmaat. Dankzij de naamsbekendheid en het imago van War Child willen bedrijven sponsoren of een partnership aan gaan. Daarentegen haalt Right To Play meer dan de helft van haar inkomsten uit subsidies en uit eigen fondsenwerving wordt de focus gelegd op bedrijven en evenementen. Opvallend is dat Right To Play zich niet bezig houdt met particuliere werving. Plan Nederland is de enige ontwikkelingsorganisatie die veel legaten krijgen en daar zitten echt grote giften bij. De komende jaren gaat Plan Nederland haar baten uit eigen fondsenwerving uitbreiden door samenwerkingen aan te gaan met het bedrijfsleven, institutionele donoren en vermogensfondsen. Evenals War Child en KidsRights heeft Plan Nederland voornamelijk haar inkomsten uit de particuliere markt gehaald. De Johan Cruyff Foundation, Right To Play en KidsRights gebruiken ambassadeurs om hun naamsbekendheid te vergroten om zo aan meer inkomsten te komen.
45
De wijze waarop de ontwikkelingsorganisaties aan hun inkomsten komen is veelal onduidelijk. War Child geeft inzicht in hoe zij hun particulieren benaderen. Dit doen zij via huis-aan-huis, telemarketing en straatwerving. Wanneer een ontwikkelingsorganisatie in aanmerking wil komen voor een subsidie vanuit de overheid dan kan het beste een aanvraag gedaan worden met meerdere partijen. Plan Nederland heeft een aanvraag met vijf andere organisaties toegewezen gekregen in het kader van het MFSII-stelsel. Voor een periode van vijf jaar ontvangen de organisaties in totaal €52 miljoen. 8.4 Diepte-interviews In het tweede onderzoek zijn er interviews afgenomen bij de best practices van het Marokko Fonds. Met uitzondering van War Child hebben de vier andere ontwikkelingsorganisaties hun medewerking willen verlenen. De reden waarom War Child niet kon meewerken was omdat er op dat moment geen ruimte was in de planning. Om toch aan de vijf interviews te komen is er een interview afgenomen bij een deskundige op het gebied van fondsenwerving. Leenaers Verloop is een gerenommeerd adviesbureau voor sponsoring en fondsenwerving. Sofie Bienert heeft meegeholpen in het schrijven van het boek van Hans van der Westen: ‘Sponsoring en fondsenwerving voor nonprofit organisaties’. Uit de diepte-interviews zijn er zeven thema’s te herkennen die allen betrekking hebben op fondsenwerving. Uit de eerste twee thema’s zullen de resultaten niet uit worden opgemaakt, aangezien deze dienen ter achtergrondinformatie. Het gaat om de volgende thema’s: o Organisatie o Definitie Werkwijze Verantwoording Mogelijkheden Bedreigingen De transcripten van de interviews kunnen worden nagelezen in bijlage 7 tot en met 11. 8.4.1 Werkwijze Het eerste thema betreft de werkwijze waarop fondsenwerving binnen de ontwikkelingsorganisaties is georganiseerd. Ook zal worden toegelicht wat het achterliggende doel is om fondsenwerving in te zetten. Right To Play Claire van Bekkum
De inzet van fondsenwerving binnen Right To Play is bedoeld om geld op te halen dat ten goede komt aan de doelstellingen van de organisatie: ‘Elk kind heeft recht om te spelen’. Binnen Right To Play houdt een persoon zich bezig met de corporate- en particuliere markt en een ander richt zich op institutionele fondsenwerving, waar de Nationale Postcode Loterij onder valt. De focus ligt op de corporate markt en die worden benaderd via het netwerk van de directeur. Right To Play werft ook fondsen door middel van de vele particuliere evenementen die veelvuldig worden aangeboden. Nagenoeg organiseert Right To Play zelf geen evenementen, behalve het ‘Post Olympisch Gala’. De ambassadeurs worden ingezet om partnerships af te sluiten en media-aandacht te generen voor evenementen.
Plan Nederland Martha Nauta
Plan Nederland heeft vier gespecialiseerde fondsenwervers in dienst die zich richten op de particuliere- en de corporate markt De structurele giften en donaties zorgen ervoor dat Plan Nederland programma’s in verschillende
46
ontwikkelingslanden kan opzetten. Binnen Plan wordt de particuliere markt benaderd via zes verschillende kanalen. 1. Telemarketing wordt alleen nog gebruikt voor upgrading (donateurs om een hogere gift vragen) en het oogsten van zichtbaarheid. Het bel-me-niet-register is een bedreiging voor dit kanaal. 2. Direct mail wordt in mindere mate toegepast, aangezien de post veelal bij het oud papier beland. 3. Straat- en huis-aan-huis-werving is een succesvolle manier om fondsen te werven, echter wordt dit kanaal uitgemolken door de goede doelen. 4. De televisie wordt ingezet om de particulieren te bereiken. Onlangs nam Plan deel aan het tv-programma AVRO’s Kerstgala en is er momenteel een landelijke reclamecampagne. 5. (Particuliere-) evenementen is een kanaal om fondsen te werven onder de donateurs. ‘Because I’m a girl’ is een zelf opgezet concert en een particulier evenement waar Plan aan deel heeft genomen is de ‘Helden Race’. 6. Online fondsenwerven wordt steeds belangrijker. Hierbij wordt er ingezet op eenmalige giften waarna telemarketing zorgt voor upgrading. KidsRights Er is één medewerker fulltime belast met fondsenwervende activiteiten. Binnen een kleine organisatie zoals KidsRights is het belangrijk dat er iemand wordt aangesteld enkel en alleen voor fondsenwerving, zodat er echt iemand verantwoordelijk is. Fondsenwerving wordt ingezet om kwetsbare kinderen in de wereld te helpen door directe hulp aan te bieden en hun een podium te geven. KidsRights is gestart vanuit het bedrijfsleven om grote sponsors te binden aan de organisatie. Bij bedrijven is sponsoring op maat enorm belangrijk. Ook worden er gala-evenementen georganiseerd voor de zakelijke achterban. De donateurs worden geworven middels tv-evenementen en steeds vaker via het Internet. Loterijen en veilingen zijn ook fondsenwervende activiteiten waar KidsRights geld mee ophaalt. Johan Cruyff Foundation Cindy de Visser
Jordy Halapiry
Als non-profitorganisatie wordt het merendeel van de inkomsten besteed aan de doelstellingen. Op het kantoor van JCF zijn twee werknemers fulltime bezig met fondsenwerving. In de voorbereidingen zijn er meerdere mensen betrokken zoals de communicatieafdeling om de boodschap te verkondigen. De directeur is tevens betrokken bij fondsenwervende activiteiten. JCF heeft zich altijd gefocust op het bedrijfsleven en in beperkte mate op het verkrijgen van subsidies. Aanvankelijk richtte JCF zich niet op de particulieren maar gaat dit wel steeds meer doen. De particulieren zullen benaderd worden middels evenementen en merchandising. Collecteren zal niet worden toegepast.
Leenaers Verloop Sofie Bienert
Het belangrijkste als stichting is het aangaan van een relatie met mensen. Dat begint bij het bestuur en de directie. Zij moeten bereid zijn hun netwerk in te zetten voor het werven van fondsen. Daarbij is het belangrijk dat er van binnen naar buiten wordt gewerkt. Bovendien is het noodzakelijk dat er een verantwoordelijke is voor fondsenwerving. Diegene verstuurt o.a. bedankbrieven, houdt de database up-to-date en zorgt ervoor dat de contacten warm blijven.
47
8.4.2 Verantwoording In deze paragraaf wordt toegelicht op wie een ontwikkelingsorganisatie haar fondsenwerving richt en hoe zij benaderd worden, én wat het uiteindelijk oplevert. Right To Play Claire van Bekkum
Right To Play richt zich nu op alle fronten van fondsenwerving. De particuliere markt wordt momenteel onderzocht door de organisatie, omdat dit is opgedrongen vanuit het hoofdkantoor. De grootste inkomstenbron voor Right To Play zijn de institutionele instellingen. De Nationale Postcode Loterij verstrekt ieder jaar €1.500.000 voor een periode van 5 jaar. Right To Play gaat duurzame partnerschappen aan met bedrijven voor een langere periode.
Plan Nederland Martha Nauta
De programma’s die worden uitgevoerd in het buitenland worden bekostigd vanuit de particuliere inkomsten, de corporate fondsen en de overheidssubsidies. Vanwege de grote hoeveelheid aan kindersponsors zijn de inkomsten vanuit de particulieren het grootst.
KidsRights De fondsenwervende activiteiten leveren jaarlijks ongeveer €2 miljoen op. Het bedrijfsleven wordt 1-op-1 benaderd waarbij er een programma wordt opgesteld in het kader van MVO. Ook worden bedrijven benaderd om met hun netwerk en relaties een groot evenement bij te wonen. De particulieren worden benaderd via verschillende kanalen zoals online, televisie, en via deelname aan evenementen. Johan Cruyff Foundation Cindy de Visser
Jordy Halapiry
Uit een intern onderzoek is gebleken dat de consument minder snel doneert aan JCF dan aan een Nierstichting of het Aidsfonds. De Johan Cruyff Foundation is daarom niet gefocust op de particulieren, maar probeert de relatie met de donateurs die er zijn wel in stand te houden. De focus ligt op het bedrijfsleven, omdat hier structureel gegeven wordt. In principe hoeft de Foundation niet te acquireren aangezien partijen zichzelf aanbieden.
Leenaers Verloop Sofie Bienert
Over het algemeen is niet gebleken dat het een meer oplevert dan het ander. Als stichting is het van belang dat je weet wat je nodig hebt, zijn dit eenmalige of structurele giften. De grote bedrijven geven best veel, echter alleen voor hen interessante organisaties. Er zijn ook vermogende particulieren die aanzienlijke bedragen geven, maar dan moeten ze wel op de hoogte zijn van jouw stichting.
8.4.3 Mogelijkheden Om inzicht te krijgen waarin het Marokko Fonds winst kan behalen is er gevraagd naar hoe de ontwikkelingsorganisaties omgaan met de bezuinigingen van de overheid. Ook is achterhaald waar kansen liggen voor ontwikkelingsorganisaties en hoe hierop ingespeeld kan worden.
48
Right To Play Claire van Bekkum
Right To Play verleent haar sponsors altijd tegenprestaties, echter het hangt per bedrijf af wat zij willen. Er zijn maar een aantal geldstromen. Het is belangrijk dat je weet waar je als stichting de focus op gaat leggen. De focus moet niet liggen op de overheid, maar op de andere geldstromen.
Plan Nederland Martha Nauta
De corporate afdeling richt zich op de het bedrijfsleven en dan met name de grotere bedragen, sponsoring in natura zoals producten, diensten en mankracht. Plan heeft in principe niks te bieden aan haar sponsors, alleen zichtbaarheid in communicatie uitingen of mogelijkheden tijdens een evenement. Bedrijven sponsoren vanuit een maatschappelijk bewustzijn en doen aan cause related marketing. Het MKB wordt nog niet bestookt door goede doelen. Het Marokko Fonds moet zich gaan richten op bedrijven waar hoofdzakelijk Marokkaanse-Nederlanders werkzaam zijn.
KidsRights KidsRights is een kleine en flexibele organisatie dat goed op de wensen van de sponsors kan inspringen. Bij de grotere bedrijven werkt KidsRights klant op maat. Het gaat verder dan communicatiemogelijkheden, zo is er de mogelijkheid voor sponsors om de projecten en de kinderen te bezoeken. Het organiseren van netwerkbijeenkomsten helpt ook om bedrijven aan jouw stichting te verbinden. De particulieren zijn steeds meer opzoek naar beleving en individuele betrokkenheid. Een mogelijkheid op het gebied van communicatie is crowdraising en social media. Johan Cruyff Foundation Cindy de Visser
Jordy Halapiry
Het is belangrijk dat een stichting tastbaar maakt wat de steun en hulp van een sponsor bewerkstelligt. Een stichting moet resultaat laten zien en de sponsors erbij betrekken. Alle vormen van crowdfunding heeft de toekomst. Dit vergroot de achterban en er komen veel kleine donaties binnen. Ook met social media wordt een grote groep bereikt. Bedrijven moeten juist nu in goede doelen investeren, zodat zij kansen voor zichzelf creëren op het gebied van maatschappelijke betrokkenheid.
Leenaers Verloop Sofie Bienert
Als kleine stichting kun je terecht bij de vermogensfondsen, echter begin op tijd met de aanvraagprocedure. Een samenwerking aangaan met andere ontwikkelingsorganisaties is ook een mogelijkheid om aan meer inkomsten te komen. Het bewustzijn van de particulieren groeit, waardoor zij geneigd zijn sneller een financiële bijdrage te leveren. Ze zijn op de hoogte dat de overheid zich terugtrekt. Er liggen kansen in de MKB-markt, omdat zij nog niet overvraagd worden. Bij zelfstandige ondernemers is het van belang dat zij persoonlijke affiniteit hebben met het goede doel.
8.4.4 Bedreigingen Het volgende thema gaat over risico’s, valkuilen en bedreigingen die gaande zijn in de charitatieve sector. De ondervraagden kregen de volgende vragen: ‘Wat ziet u als bedreigingen voor uw organisatie?’ en ‘Hoe ziet u de toekomst voor de charitatieve markt en met name voor fondsenwerving?'. De onderzoeksresultaten staan in de volgende tabel beschreven.
49
Right To Play Claire van Bekkum
In het verleden heeft Right To Play samengewerkt met het MKB, echter tegenwoordig niet meer. Het is heel arbeidsintensief en het levert over het algemeen aanzienlijk lagere bedragen op dan wanneer er gericht wordt op de grotere bedrijven. In het MKB zijn de meeste klappen gevallen wegens de economische crisis. Het wegvallen van de overheidssubsidies heeft invloed op de ontwikkelingsorganisaties. De grootste bedreiging is de hoeveelheid goede doelen in Nederland. Alle goede doelen gaan zich nu richten op de particuliere donateurs en op corporate.
Plan Nederland Martha Nauta
Er zal meer druk komen te staan op de corporate partners om het gat dat de overheid achterlaat op te vullen. Daarnaast geven de particulieren verspreid en zijn niet meer aan één goed doel verbonden. Ook zeggen de particulieren snel hun lidmaatschap op.
KidsRights De economische crisis en het politieke klimaat heeft een negatieve uitwerking op ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast komen er steeds meer ontwikkelingsorganisaties bij doordat mensen steeds verder en vaker reizen. Johan Cruyff Foundation Cindy de Visser
Jordy Halapiry
Het terugtrekken van overheidssubsidies en het economische klimaat bij bedrijven waarbij de budgeten teruglopen.
Leenaers Verloop Sofie Bienert
Bedrijven geven vandaag de dag minder geld uit. Wanneer bedrijven besluiten te sponsoren dan is vaker in natura dan in geld. Tegenwoordig vragen de bedrijven steeds vaker om een 1-op-1 benadering. Als stichting moet je echt specifiek richten tot een bedrijf dat bij je past en daarbij moet je aangeven wat het bedrijf aan jou heeft. De sponsorbudgeten liggen bij grote bedrijven al vast en de aanvraagprocedure is tijdrovend. De aanpak van veel ontwikkelingsorganisaties is onprofessioneel. Er is geen structuur en dit levert dan ook geen resultaat op.
8.5 Deelconclusie Eerder in dit hoofdstuk [paragraaf 7.3] is er een deelconclusie uitgewerkt met betrekking tot het deskresearch. De belangrijkste bevindingen uit dat onderzoek zijn: De grote naamsbekendheid en het positieve imago van War Child zorgt ervoor dat bedrijven willen sponsoren of een partnership willen aangaan. De Johan Cruyff Foundation, Right To Play en KidsRights zetten (sport)ambassadeurs in om hun naamsbekendheid te vergroten, zodat er meer inkomsten worden gegenereerd. Zowel War Child, KidsRights en Plan Nederland hebben in 2010 hun meeste inkomsten uit de particuliere markt gehaald. Plan Nederland is een alliantie aangegaan met meerdere partijen om een grotere kans te hebben dat een subsidieaanvraag wordt toegewezen. Om antwoord te geven op de subvraag 9: ‘Hoe gaan de vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties om met de veranderingen binnen de charitatieve sector?’ zijn er interviews afgenomen bij de vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties. Het antwoord op deze subvraag valt op te maken uit de volgende bevindingen.
50
Organisatorisch Binnen alle vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties is het bestuur betrokken in de fondsenwervende activiteiten. Zij stellen hun netwerk beschikbaar om relaties aan te gaan. Minimaal een medewerker houdt zich bezig met fondsenwervende werkzaamheden en is hier verantwoordelijk voor. Om succesvol fondsen te werven is het aangaan van relaties essentieel. Particulieren Om meer inkomsten te generen uit de particuliere markt zal er ingespeeld moeten worden op de trends. De particulieren willen betrokken zijn bij de projecten waarvoor zij een financiële bijdrage leveren. Het aanbieden van een belevenis zorgt ervoor dat particulieren sneller doneren. Met behulp van de nieuwe communicatiemogelijkheden zoals social media kan er een grotere doelgroep direct en sneller worden bereikt. Online fondsenwerven en crowfunding wordt steeds vaker toegepast. De focus ligt hierbij op het werven van eenmalige donateurs, waarna deze worden nagebeld om hun bedrag te verhogen. Bedrijven De vergelijkbare ontwikkelingsorganisaties focussen zich op de grotere bedrijven, omdat hier aanzienlijke en structurele bedragen worden verstrekt. Het benaderen van de MKB-markt is tijdrovend en de sponsoring is vaak niet zo hoog, echter deze markt wordt nog niet bestookt met aanvragen door goede doelen. Om succes te hebben bij een bedrijf moet een stichting weten wat het een bedrijf kan bieden. De doelstellingen van een goed doel moeten ook aansluiten bij het bedrijf. De bedrijven moeten zakelijk worden benaderd waarbij ingespeeld wordt op de specifieke behoefte in het kader van het MVO-beleid. Ontwikkelingsorganisaties waarbij de naamsbekendheid groot is, hoeven niet altijd te acquireren. Er zijn sponsors die zichzelf aanbieden, echter bij het Marokko Fonds is dit niet het geval. Subsidies Het aangaan van allianties, zoals Plan Nederland dit doet, vergroot de kans op het binnenhalen van een subsidie. Een ontwikkelingsorganisatie kan een samenwerking aangaan met ontwikkelingsorganisaties die op hetzelfde werkterrein opereren, maar er kan ook gekozen worden om een alliantie te starten met partners op het gebied van bijvoorbeeld kunst en cultuur. Alvorens een start wordt gemaakt met het trekken van de conclusies en de daaruit volgende adviezen, zal er eerst een SWOT-analyse volgen. In deze SWOT-matrix worden de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen opgemaakt. Deze zijn gebaseerd op de voorgaande hoofdstukken in dit afstudeeronderzoek.
51
9. SWOT-ANALYSE Sterkten S1: Klein en flexibel. Doordat het Marokko Fonds een kleine organisatie is kan het gemakkelijk inspringen op ontwikkelingen en inspelen op de wensen en behoeften van externe partijen.
S2: Doelland. Het Marokko Fonds onderscheidt zich ten opzichte van andere ontwikkelingsorganisaties door slechts te richten op één doelland: Marokko. S3: Vrijwilligers. Binnen alle organen van het Marokko Fonds zijn vrijwilligers actief. Zij zijn erg betrokken en staan achter de organisatie. Momenteel zijn er 36 vrijwilligers actief voor het Marokko Fonds. S4: Ambassadeurs. Er zijn een aantal ambassadeurs die zich hebben verbonden aan het Marokko Fonds. Hoofdzakelijk zijn dit mensen met een Marokkaanse achtergrond, alhoewel er ook Nederlanders zijn die de boodschap helpen uitdragen. Kansen K1: Bestuur inzetten. Het aangaan van relaties met mensen begint bij het bestuur van het Marokko Fonds. Zij hebben een groot netwerk tot hun beschikking, echter moeten zij bereid zijn om hun netwerk in te zetten voor fondsenwerving. K2: MKB. Het Midden en Kleinbedrijf wordt nog niet bestookt door de goede doelenorganisaties. Voor het Marokko Fonds is het interessant zich te focussen op ondernemers met een Marokkaanse achtergrond. K3: Technologie. Door het inzetten van social media, mobile marketing, SEO marketing en crowdfunding wordt de achterban direct en snel bereikt. K4: Bevolking. Nederland zal vergrijzen en hierdoor zullen de inkomsten uit nalatenschappen toenemen. De allochtonen zijn bereid om meer te geven dan een autochtone Nederlander.
Zwakten Z1: Structuur. Binnen het Marokko Fonds wordt er ongestructureerd gewerkt. Er is geen duidelijke structuur of een beleid. Zo is er bijvoorbeeld geen concreet acquisitieplan en communicatieplan. Bovendien is er geen plan van aanpak voor de vrijwilligers en ambassadeurs. Z2: Doelgroep. Het Marokko Fonds richt zich op alle leeftijdscategorieën, echter is er geen inzicht in hoe groot de doelgroep is en wat het percentage van de geholpen en spontane naamsbekendheid is. Z3: Databank. De huidige databank is verouderd en wordt weinig in gebruik genomen. Daarnaast wordt er geen controle uitgeoefend naar de juistheid van de verwerking en de relaties worden niet warm gehouden. Z4: Afhankelijk. Grote afhankelijkheid van subsidies die worden verstrekt door de overheid.
Bedreigingen B1: Bezuinigingen. De overheid hanteert een strenger beleid op het verstrekken van subsidies via het Ministerie van Buitenlandse zaken.
B2: Recessie. De economische crisis en de schuldencrisis beïnvloeden de uitgaven van de particulieren en bedrijven.
B3: Concurrentie. In Nederland zijn er heel veel goede doelen en hierdoor weet men niet aan wie ze het beste geld kunnen geven. B4: Aanvraagprocedure. Een aanvraag indienen is arbeidsintensief en het is tijdrovend. Naast de voorbereidingen duurt het ook nog eens weken voordat het Marokko Fonds te horen krijgt of een bedrijf of fonds de aanvraag heeft toegewezen of afgewezen.
52
10. CONCLUSIES De stichting Marokko Fonds heeft in de afgelopen jaren kleinschalige initiatieven ondersteund die de levensomstandigheden van de Marokkaanse bevolking hebben verbeterd. Om deze duurzame projecten in Marokko te realiseren, organiseert het Marokko Fonds activiteiten in Nederland. Met Scoren voor Marokko wordt er een voetbaltoernooi in Nederland gespeeld, waarbij informatie wordt verstrekt en geld wordt ingezameld voor kansarme jongeren in Marokko. In de afgelopen jaren heeft het Marokko Fonds vooral zijn activiteiten gefinancierd door subsidies vanuit de overheid. In 2010 is slechts een derde uit eigen fondsenwerving gehaald, waarvan 11% contributies en giften. Stichting Marokko Fonds kan meer uit de eigen fondsenwerving halen. In dit hoofdstuk worden conclusies getrokken met betrekking tot de onderzoeksvraag. Het antwoord op deze vraag zal vervolgens aanzetten tot het geven van adviezen. Deze adviezen staan in hoofdstuk tien beschreven. De onderzoeksvraag die centraal staat in dit afstudeeronderzoek luidt als volgt: “Hoe kan het project Scoren voor Marokko van stichting Marokko Fonds de komende jaren worden gefinancierd?” In het afstudeeronderzoek is het onderzoeksgebied afgebakend, omdat er snel kan worden afgeweken van wat er onderzocht moet worden. De tien subvragen zijn verdeeld onder de deelonderwerpen en geven uiteindelijk antwoord op de onderzoeksvraag. De conclusies zijn gemaakt op basis van de deelconclusies aan het einde van een hoofdstuk. 9.1 Stichting Marokko Fonds Binnen het Marokko Fonds zijn er een aantal zaken die voor verbetering vatbaar zijn. Uit de interne analyse is gebleken dat de stichting te weinig tijd en personeel in dienst heeft om succesvol fondsen te kunnen werven. Het huidige personeel voert teveel verschillende werkzaamheden uit, waardoor kansen op het gebied van fondsenwerving onbenut blijven. Met Scoren voor Marokko is er ingezet op fondsenwerving via het bedrijfsleven, echter heeft dit weinig tot niets opgeleverd. De oorzaak ligt met name bij het feit dat er te laat sponsorverzoeken worden ingediend. Bijkomend feit is dat er continu een wisseling van de wacht plaatsvindt van stagiairs. Deze stagiairs worden ingezet in het fondsenwervingsproces, terwijl zij nog onbekwaam zijn of nog begeleiding nodig hebben. Een concreet fondsenwervingsplan dat direct geïmplementeerd kan worden zal structuur bieden en een beter inzicht geven in de uit te voeren werkzaamheden en de tijd die er voor staat. Met betrekking tot de databank van het Marokko Fonds worden de gegevens van de donateurs, vrijwilligers en sponsoren, en af- en aanmeldingen van de nieuwsbrieven geregistreerd, echter wordt dit niet met regelmaat gedaan. Het verwerken van de leads is tijdrovend en soms ontbreken de benodigde gegevens. Daarnaast is het systeem traag, slaat het niet altijd goed op en is verouderd. 9.1.1 Financiën Sinds de oprichting van het Marokko Fonds is 2010 het jaar waarin de inkomsten voor het eerst hoger waren dan de uitgaven. In 2010 is aan inkomsten een bedrag van €238.670,- ontvangen, in 2009 was dat nog €192.516. Het kostenniveau is gedaald van €235.777 in 2009 naar €235.543 in 2010. Elk jaar heeft het Marokko Fonds subsidies verkregen vanuit het NCDO met als hoogste uitkering €218.818 in 2008. De verkregen subsidies vanuit de overheid en derden bedroegen in 2010 €155.522 en daar staat tegenover de inkomsten uit eigen fondsenwerving van €83.148. De baten uit eigen fondsenwerving bestaat voornamelijk uit eigen bijdragen. Hier worden de inkomsten verstaan die zijn geworven tijdens benefietgala’s. In 2010 is er €9.146 opgehaald via contributies en donaties. Kijkend naar Scoren voor Marokko was het NCDO in zowel 2010 als in 2011 de subsidieverstrekker. In 2010 ontving het Marokko Fonds €27.525 voor het project Scoren voor Marokko en in 2011 was dit
53
aanzienlijk hoger met zo’n €90.982. Voor Scoren voor Marokko 2012 is echter €121.310 begroot, en dat betekent dat het €30.328 zelf moet zien binnen te halen. De Banque Chaabi du Maroc heeft toegezegd om een bedrag te financieren dat nodig is om aan de vereiste 25% eigen bijdrage te kunnen voldoen en komt neer op €25.328. Het Marokko Fonds moet €5.000 bij elkaar zien te krijgen. De finale van Scoren voor Marokko heeft op zondag 3 juni 2012 plaatsgevonden, echter er vinden nog fondsenwervende activiteiten plaats waar geld mee wordt opgehaald voor het project Scoren voor Marokko. Een van deze activiteiten is de sponsorloop ‘De Heldenrace’. Er kan nog geen conclusie worden getrokken hoeveel er is opgehaald in 2012, maar wel kan worden geconcludeerd dat het Marokko Fonds €5.000 moet ophalen om break-even te draaien. 9.2 Financieringsmogelijkheden Samengevat zijn er zes verschillende type gevers waar het Marokko Fonds financiering voor hun projecten uit vandaan kan halen. Het Marokko Fonds is in zekere mate bekend onder de potentiële doelgroep29, maar er valt hier veel meer uit te halen. Door een positief imago, het vergroten van de naamsbekendheid, en persoonlijk contact zullen meer particulieren zich aanmelden als donateur. Daarbij is het belangrijk dat het voornamelijk structurele donateurs zijn, omdat zij vaak geven over een langere termijn waardoor inkomsten verzekerd zijn. Om donateurs te werven en te behouden is het verstandig dat het Marokko Fonds een acquisitieplan opstelt, aangezien momenteel de relatiegegevens niet up-to-date zijn en contacten niet warm worden gehouden. Er zijn verschillende motieven voor particuliere donateurs om geld te geven aan het Marokko Fonds. Veel Marokkaanse Nederlanders waarderen het werk van de organisatie en steunen daarom in de vorm van een financiële bijdrage. Vanuit de Marokkaanse gemeenschap wordt vaak gegeven omdat het als plicht wordt gezien om familieleden geld toe te sturen. Bovendien is de Marokkaanse Nederlander bereid om meer aan het goede doel te geven dan een autochtone Nederlander. Zowel bij fondsen als bij loterijen moet er een aanvraag worden ingediend om in aanmerking te komen voor ondersteuning. Om überhaupt kans te maken moet het Marokko Fonds aan de eisen en voorwaarden van een aanvraag voldoen. Van de negen loterijen zijn er vijf die een gedeelte van de winst besteden aan goede doelen. Met betrekking tot de fondsen is er een veel groter aanbod. De vermogensfondsen vinden het belangrijk dat een aanvraag helder is geformuleerd, verzorgd wordt aangeleverd en voorzien is van de benodigde documenten. Een andere belangrijke conclusie die kan worden getrokken is dat een projectaanvraag moet aansluiten bij de doelstellingen van het desbetreffende fonds. Amsterdam beschikt over een groot bedrijvengebied waaruit de stichting Marokko Fonds financiering van hun projecten kan halen. Daarnaast vindt Scoren voor Marokko in een aantal steden in Nederland plaats, waardoor er nog meer bedrijven kunnen worden benaderd voor sponsoring. Het MKB wordt nog niet bestookt met sponsoringsverzoeken en er is een aanwas van Marokkaanse ondernemingen. In het bedrijfsleven wordt steeds vaker met ontwikkelingsorganisaties samengewerkt in het kader van het MVO-beleid. De kans op een vorm van sponsoring neemt toe, wanneer bedrijven zakelijk worden benaderd en er wordt ingespeeld op de wensen en behoeften. Onder de bedrijven wordt er het meest gesponsord aan ontwikkelingsorganisaties die sportprojecten opzetten. De vijfde financieringsmogelijkheid is om inkomsten te generen vanuit nalatenschappen. De ouderen in Nederland besluiten tegenwoordig hun vermogen deels na te laten aan een goed doel. Nederland wordt grijzer en dat betekent dat er meer legaten zullen worden opgesteld. Het werven van legaten vindt plaats onder de vaste en structurele donateurs waar een persoonlijke band mee is opgebouwd. Tot slot worden er nog subsidies verstrekt door de overheid. Het aangaan van allianties met andere organisaties verhoogt de kans op het verkrijgen van zo’n subsidie.
29
Zie 2.2.1 en 2.3
54
9.2.1 Trends en ontwikkelingen In Nederland zijn er een aantal trends die een positieve uitwerking hebben op de financieringsmogelijkheden voor de stichting Marokko Fonds. Naast de alsmaar vergrijzende bevolking en de vrijgevigheid van de Marokkaanse Nederlander is het online fondsenwerven in trek. Met de inzet van social media, e-mailing, fondsenwervende programma’s zoals crowdfunding30 en mobile marketing wordt een groter publiek bereikt. In de meeste gevallen zijn er geen kosten verbonden aan het verspreiden van een online boodschap en dat is gunstig voor een nonprofitorganisatie. Om donateurs te behouden of juist aan te trekken is het belangrijk om mee te gaan met de tijd. Mensen vinden het belangrijk dat ze ergens bij betrokken zijn en een beleving kunnen ervaren. Een persoonlijke band opbouwen verhoogt de kans op meer inkomsten. Steeds vaker zijn mensen betrokken bij ontwikkelingsorganisaties doordat de overheid de burgers aanspreekt op hun verantwoordelijkheid. Er zijn ook factoren die een rol spelen in het bemoeilijken van fondsenwerven. De overheid bezuinigt namelijk op ontwikkelingssamenwerking en past een strengere wet- en regelgeving toe met het oprichten van het bel-me-niet register. Eveneens neemt de concurrentie van ontwikkelings-organisaties toe die allen gebruik zullen maken van dezelfde kanalen om aan inkomsten te komen. Tot slot hebben de particulieren minder te besteden. Dit komt doordat het consumentenvertrouwen en de koopkracht is gedaald. 9.3 Ontwikkelingsorganisaties Uit het praktijkonderzoek kan worden geconcludeerd dat het een niet meer oplevert dan het ander. Het verschilt per non-profitorganisatie waar de meeste inkomsten uit worden gehaald. Een nonprofitorganisatie kan alleen succesvol fondsenwerven wanneer zij weet hoeveel er aan inkomsten nodig is en waaraan het wordt besteed. De doelstellingen van een organisatie moeten helder zijn voor iedereen en uiteindelijk moet het resultaat worden aangetoond. Fondsenwerven levert resultaat op wanneer er wordt gewerkt aan de hand van een professionele en gestructureerde aanpak. Alle onderzochte ontwikkelingsorganisaties hebben ten minste een werknemer in dienst die fulltime bezig is met fondsenwerven. Een andere conclusie die valt op te maken uit het praktijkonderzoek is dat een grote naamsbekendheid en een positief imago leidt tot meer inkomsten. Het Marokko Fonds zet evenals de onderzochte ontwikkelingsorganisaties ambassadeurs in om de naamsbekendheid van Scoren voor Marokko te vergroten. De vijf onderzochte ontwikkelingsorganisaties gaan zich focussen op het sluiten van samenwerkingsverbanden. Deze allianties worden aangegaan met het bedrijfsleven, vermogensfondsen en andere non-profitorganisaties om meer kans te maken op inkomsten. Zowel bij de overheid als bij goede doelenloterijen is de kans groter op steun wanneer partijen samen een aanvraag indienen. Om het fondsenwerven voor de stichting Marokko Fonds zo succesvol mogelijk te laten verlopen is het van belang dat de organisatie de adviezen in het volgende hoofdstuk opvolgt.
30
Zie bijlage 6
55
11. ADVIEZEN Aan de hand van de conclusies worden in dit hoofdstuk de adviezen uitgewerkt voor de stichting Marokko Fonds. De adviezen hebben betrekking op de financieringsmogelijkheden voor het project Scoren voor Marokko, maar ook op de invulling van de organisatie. De adviezen geven geen indicatie van wat een advies daadwerkelijk oplevert. Er spelen namelijk verschillende factoren een rol die de financiering kunnen beĂŻnvloeden. Advies 1. 1fte moet beschikbaar worden gesteld voor een fondsenwerver Ondanks dat het Marokko Fonds een kleine organisatie is moet er iemand worden aangesteld die zich beperkt tot het uitvoeren van fondsenwervende werkzaamheden. Om geld binnen te halen moet er eerst worden geĂŻnvesteerd. Om succesvol te kunnen fondsenwerven moet er veel tijd worden gestoken in de voorbereiding en uitvoering van het fondsenwervingsproces. Tevens is het van belang dat intern duidelijk is wie wat wanneer doet. Het opstellen van een vacature voor de functie als fondsenwerver is de eerste stap die genomen moet worden. Het is raadzaam om iemand aan te stellen die aantoonbare ervaring heeft in het fondsenwerven aangezien dit meer inkomsten zal opleveren, dan wanneer een stagiair dit oppakt. Fondsenwerven is enorm tijdrovend. Het in dienst nemen van een ervaren fondsenwerver bespaart tijd, aangezien hij bekend is met de werkzaamheden en wat er van hem wordt gevraagd. De tijd die een ervaren fondsenwerver bespaart, ten opzichte van een stagiair, kan extra worden benut in het fondsenwervingsproces en dit levert dan ook meer resultaat op. De hoofdtaak van een fondsenwerver is het onderhouden en uitbreiden van het netwerk van het Marokko Fonds. Advies 2. Bestuursleden inzetten om fondsen te werven De bestuursleden van het Marokko Fonds hebben een groot netwerk. Om meer fondsen te werven moeten zij bereid zijn hun netwerk beschikbaar te stellen voor fondsenwerving. Hun netwerk opent deuren bij andere [Marokkaanse] bedrijven, waarna de fondsenwerver het contact aangaat en koestert. Het netwerk van de bestuursleden levert nieuwe contacten op. Door het aangaan van een relatie kan de boodschap van het Marokko Fonds worden overgedragen en dit verhoogt de kans op een samenwerking, financiĂŤle steun of nieuwe contacten. Voor het projectteam is het zaak om te investeren in de betrokkenheid en de samenwerking met het bestuur. Het is belangrijk dat het bestuur op de hoogte is van de visie, voorbereiding en de organisatie van de fondsenwervende activiteiten. Zodra dit duidelijk is voor het bestuur kunnen zij de boodschap uitdragen naar anderen. Het bestuur moet plezier hebben in het fondsenwerven, aangezien plezier vaak gepaard gaat met goede resultaten. Advies 3. Financiering van de organisatie uit eigen fondsenwerving Momenteel betaalt het Marokko Fonds zijn personeel vanuit de projectsubsidies die hij heeft verkregen van de overheid. Aangezien de overheid bezuinigt moet het Marokko Fonds een aparte financiering zien te vinden om hun personeel blijvend te kunnen betalen. Door een bepaald percentage te nemen van de inkomsten uit eigen fondsenwerving zijn de personeelsleden verzekerd van een inkomen. De fondsenwerver wordt overigens gestimuleerd om meer inkomsten te genereren, zodat zijn inkomen zal stijgen. Daarentegen moet het Marokko Fonds een maximumloon instellen dat een fondsenwerver kan verdienen.
56
Advies 4. Fondsenwerven aan de hand van een gestructureerd en professioneel plan De stichting Marokko Fonds verspilt kostbare tijd, aangezien het geen gestructureerd en professioneel fondsenwervings- en acquisitieplan hanteert. Dit afstudeeronderzoek dient als uitgangspunt te worden genomen in een bestuursvergadering of tijdens een brainstormsessie, waarin mogelijke strategieën worden aangedragen al dan niet besloten worden. In bijlage 12 is een voorbeeld van een stappenplan opgenomen hoe het Marokko Fonds particulieren moet werven. Voor elk type gever [particulieren, goede doelenloterij, fondsen, bedrijven, legaten en de overheid] moet apart een gestructureerd en professioneel plan van aanpak worden opgesteld, omdat dit bijdraagt aan de efficiëntie. Advies 5. Het optimaliseren van de databank Het is noodzakelijk dat de leads geüpdatet worden en dat de databank beschikt over de juiste gegevens. Door middel van de databank worden de donateurs en sponsoren warm gehouden en dit vergroot de kans op een vervolgdonatie. De databank van het Marokko Fonds zal meer inkomsten generen wanneer het optimaal en met regelmaat wordt gebruikt. Het Marokko Fonds moet wel gebruik maken van een softwareprogramma dat ze dwingt efficiënter te werken. Op korte termijn moet iemand zich bekommeren om de database en overwegen om over te stappen naar één van de volgende software programma’s: Manyware, ifunds, Kristal 2.0, DonorPerfect, eTapestry, OneDirect, Charibase Advies 6. Het creëren en behouden van betrokkenheid De stichting Marokko Fonds is in zekere mate bekend onder de doelgroep door de inzet van social media en promotiemiddelen, alleen worden zij niet betrokken bij de organisatie. In eerste instantie moeten de medewerkers van het Marokko Fonds company pride uitstralen, waarna er een persoonlijke band wordt aangegaan met de doelgroepen. De potentiële donateurs moeten vertrouwd raken met de organisatie en op de hoogte worden gesteld over de besteding van hun geld. De donateurs maar ook vrijwilligers kunnen invloed uitoefenen op Scoren voor Marokko door interactief deel te nemen. Het Marokko Fonds speelt in op de behoefte om een belevenis te ervaren. Advies 7. Inspelen op het online fondsenwerven Potentiële donateurs kunnen worden geworven door de inzet van interactieve communicatiemiddelen. De technologische trends moeten in de gaten worden gehouden en hierop worden ingespeeld. Steeds vaker wordt er opgezocht via het Internet. De website van het Marokko Fonds dient te worden geoptimaliseerd door middel van SEO, zodat het beter vindbaar is, meer bezoekers trekt en daarmee meer omzet genereert. Andere belangrijke aandachtspunten zijn: het verzamelen van actuele content, het heroverwegen van de navigatiestructuur en de aantrekkelijkheid van de website. Het Marokko Fonds moet inspringen op de trend van crowdfunding door zich aan te melden bij de websites als GeefSamen en DoneerMeer. Advies 8. Spreiden van de inkomstenbronnen De stichting Marokko Fonds moet financiering zoeken onafhankelijk van de overheid. De overheid verstrekt nog wel subsidies, maar de focus moet komen te liggen op de particulieren, vermogensfondsen, goede doelenloterijen, legaten en het bedrijfsleven. Door te richten op meerdere inkomstenbronnen wordt het risico verspreid dat de stichting inkomsten misloopt.
57
 Focus op de structurele donateurs Binnen de doelgroep is er veel potentie voor het Marokko Fonds om donateurs te werven, alleen wordt hier te weinig aandacht aan geschonken. Het is raadzaam om structurele donateurs aan het Marokko Fonds te binden, aangezien zij voor langere tijd doneren. De Marokkaanse Nederlander is guller dan de autochtone Nederlander. Het Marokko Fonds moet inspelen op de middengroep 20-40 jaar aangezien zij nog een sterke band hebben met Marokko en de bereidheid tot een structurele donatie groot is. Men moet inspelen op de geefmotieven van de particuliere donateur.  Benader bedrijven 1-op-1 Bij het aantrekken van sponsors is het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de specifieke wensen en behoeften van een bedrijf. Er zijn veel bedrijven die een MVO-beleid hanteren en het Marokko Fonds kan hierop inspelen. Niet alle bedrijven passen bij het Marokko Fonds. Het Marokko Fonds moet kijken naar wat de doelstellingen zijn van een bedrijf en of die aansluiten bij die van het project Scoren voor Marokko.  Richten op het Midden- en Kleinbedrijf Toespitsen op de MKB-markt en dan specifiek richten tot de Marokkaanse ondernemers en bedrijven waarbij relatief veel Marokkaanse Nederlanders werkzaam zijn. Deze bedrijven hebben persoonlijke affiniteit met het Marokko Fonds. Advies 9. Stimuleren om samen te werken met partijen Het aangaan van een samenwerking met meerdere partijen vergroot de kans op het binnenhalen van financiering. Een samenwerking met een bedrijf kan ervoor zorgen dat zij hun kennis, mankracht, expertise of andere middelen beschikbaar willen stellen. Bij een samenwerking met een andere ontwikkelingsorganisaties worden ervaringen gedeeld. Het belang van een samenwerking is dat een organisatie het Marokko Fonds versterkt in het behalen van de doelstellingen.
58
Literatuurlijst Boeken Claes, K. (2008). ‘t Is voor het goede doel: hoe efficiënt fondsen werven. Leuven: LannooCampus. Schiedam: Scriptum. Day, A.J.W., Molloy, P.M., Bater, L.G. (2005). Capital Fundraising in the UK: The Crompton Way. Crompton: Crompton International Group Ltd. Inklaar, P., Pronk, I., Scheurs, D. (2009). Particuliere fondsenwerving: Hét Handboek. Geraadpleegd via http://issuu.com/marcaltink/docs/fondsenwerving Padmos, B. (2001). De scriptiesupporter: een doeltreffende aanpak van je scriptie. Antwerpen/Apeldoorn: Garant-Uitgevers. Robson, C. (2002). Real World Research: A resource for social scientists and practionerresearchers. Malden: Blackwell Publishers Saunders, S., Lewis, P., Thornhill, A. (2006). Methoden en Technieken van onderzoek. Benelux Schuyt, Th.N.M., Gouwenberg, B.M., Bekkers, R.H.F.P. (2009). Geven in Nederland 2009. Amsterdam: Reed Business bv. Schuyt, Th.N.M., Gouwenberg, B.M., Bekkers, R.H.F.P. (2011). Geven in Nederland 2011. Amsterdam: Reed Business bv. Verstegen, M.C.G. (2007). Fondsenwerving: een handleiding voor lokale organisaties, stichtingen en verenigingen. Bergen: Publimix. Westen, H. Van der. (2003). Praktijkboek sponsoring en fondsenwerving voor non- profit organisaties. Zutphen: Walburg Pers. Interne bronnen Kruijssen, L. Van der. (11 juni 2011). Donateuronderzoek. Geraadpleegd op 28 maart 2012. Marokko Fonds. (1 november 2010). Publieksverslag: evaluatierapport. Geraadpleegd op 13 april 2012. Marokko Fonds. (8 maart 2010). Herziende aanvraag outdoorbenefiet: programma bij een voetbaltoernooi in samenwerking met Maroquistars. Geraadpleegd op 4 april 2012. Pronk, F. (15 december 2011). Marokko Fonds in het kort. Geraadpleegd op 28 maart 2012. Pronk, F. (17 december 2010). Evaluatieverslag. Geraadpleegd op 13 april 2012. Veldman, M. (11 oktober 2011). Aanvraagformulier SBOS. Geraadpleegd op 4 april 2012. Veldman, M. (19 februari 2010). Plan van Aanpak. Geraadpleegd op 28 maart 2012. Veldman, M. (2008). Jaarverslag 2006-2007-2008. Geraadpleegd op 24 maart 2012. Veldman, M. (2008, april). Zorg in Afwezigheid. Geraadpleegd op 23 maart 2012. Veldman, M. (2009). Jaarverslag 2009, p. 4-6. Geraadpleegd op 23 maart 2012. Veldman, M. (2009). Jaarverslag 2009. Geraadpleegd op 24 maart 2012. Onderzoeksrapporten en scripties Carabain, C., Spitz, G., Hogeling, L. (2012, maart). Nederlanders & overheidsbudget ontwikkelingssamenwerking. Amsterdam: NCDO Jansen, J. (2010). Marokkaanse Nederlanders en hun geefgedrag aan het land van herkomst: Verschillen in gender en generatie. (Masterscriptie, Radboud Universiteit, Nijmegen). Geraadpleegd via http://geography2.ruhosting.nl/masterthesis/scripties/JansenJesse.pdf Linden, M. Van der. (2011). Hoe geeft Nederland.(Adviesrapport, Hogeschool van Amsterdam). Geraadpleegd via http://www.hbokennisbank.nl/nl/page/hborecord.view/?uploadId=amsterdam%3Aoai%3Ahvasenp%3A3823 50 Matteman, M. (2011). Continuïteit in een veranderende omgeving.(Bachelor, Hogeschool van
59
Amsterdam). Geraadpleegd via http://www.hbokennisbank.nl/nl/page/hborecord.view/?uploadId=amsterdam%3Aoai%3Ahvasenp%3A3984 55 NCDO Onderzoek 54. (oktober 2011). Het geefgedrag van niet-westerse allochtonen in 2009. Geraadpleegd op 20 april 2012 via http://www.search4dev.nl/document/347134 Schuyt, Th.N.M., Gouwenberg, B.M., Bekkers, R.H.F.P. (2009). Geven in Nederland: Giften, nalatenschappen, Sponsoring en vrijwilligerswerk. Geraadpleegd op 19 april 2012 via http://www.fsw.vu.nl/nl/Images/samenvatting-geven-in-nederland-2009_tcm30-254090.pdf Schuyt, Th.N.M., Gouwenberg, B.M., Bekkers, R.H.F.P. (2009). Geven in Nederland: Giften, nalatenschappen, Sponsoring en vrijwilligerswerk. Geraadpleegd op 19 april 2012 via http://www.fsw.vu.nl/nl/Images/geven_in_nederland_2009boek_tcm30-254088.pdf Schuyt, Th.N.M., Gouwenberg, B.M., Bekkers, R.H.F.P. (2011). Geven in Nederland: Giften, nalatenschappen, Sponsoring en vrijwilligerswerk. Geraadpleegd op 17 april 2012 via http://www.fsw.vu.nl/nl/Images/Geven%20in%20Nederland_2011_samenvatting%20%282% 29_tcm30-255745.pdf
White paper MacLaughin, S., O’Shaughnessy, J., Diest, A. van. (2012). The 2011 Online Giving Report. Blackbaud. Geraadpleegd op 18 april 2012 via http://www.blackbaud.nl/nieuws/persberichten/2012/online_giving.aspx Jaarverslagen en jaarrekeningen College van Toezicht op Kansspelen (juni 2011). Jaarverslag 2010. Geraadpleegd op 22 april 2012 via http://www.pokerbond.nl/images/stories/Bestanden/JAAR2010.pdf Johan Cruyff Foundation. (2011). Financieel jaarverslag 2010. Johan Cruyff Foundation. (2011). Sociaal jaarverslag 2010. Keijsers, A. (2011). Jaarrekening 2010. KidsRights Plan Nederland. (2011). Jaarverslag 2010-2011. Plan Nederland Right To Play. (2011). Jaarverslag 2010. Right To Play Nederland. War Child. (2011). We are one. War Child Annual report . Online publicaties CBF. (2010). Financiële resultaten van goededoelenorganisaties in Nederland: Verslag fondsenwerving 2009. Amsterdam: Centraal Bureau Fondsenwerving CBF. (2011). Financiële resultaten van goededoelenorganisaties in Nederland: Verslag fondsenwerving 2010. Amsterdam: Centraal Bureau Fondsenwerving Garssen, J. (2011). Bevolkingtrends: de demografie van Nederland, p. 26. Geraadpleegd op 27 april 2012 via http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/B3B93D6C-2BE0-4E39-A9DF311FA4A0791B/0/2011k2b15pub.pdf Hoeden, O. van der. (2009). Het 8-stappenplan van particuliere fondsenwerving. Geraadpleegd op 18 mei 2012 via http://www.kcg.nl/uploads/stappenplanfondswerving.pdf Regeerakkoord VVD-CDA (30 september 2010). Vrijheid en verantwoordelijkheid. Geraadpleegd op 24 april 2012. Presentaties Gilder, D. de. (19 april 2011). Geven in Nederland 2011: [in]consistentie bij geven door bedrijven. Geraadpleegd op 24 april 2012 via http://www.fsw.vu.nl/nl/Images/presentatie%20Dick_tcm30-255749.pdf Jansen, I. (2012). Starten met fondsenwerving 2: webinar. Blackbaud. Geraadpleegd op 26 april 2012. Kemps, A.J.J. (2011). Financiële resultaten en trends 2001-2010. Centraal Bureau
60
Fondsenwerving. Geraadpleegd op 24 april 2012 via http://www.cbf.nl/Uploaded_files/Zelf/CBFPresentatieAdriKempsVerslagFondsenwerving8d ecember2011.pdf Websites ANP. (24 december 2011). Serious Request breekt records in Nederland en buitenland. Trouw. Geraadpleegd op 27 april 2012 via http://www.trouw.nl/tr/nl/5133/Mediatechnologie/article/detail/3094010/2011/12/24/Serious-Request-breekt-records-inNederland-en-buitenland.dhtml Bank Giro Loterij. (2012). Aanvragen. Geraadpleegd op 22 april 2012 via http://www.bankgiroloterij.nl/Organisatie/Aanvragen.htm Betekenis definities. (2012). Wat betekent altruïsme. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.betekenis-definitie.nl/altru%C3%AFsme Betrekkingen met Nederland. (2012). Geraadpleegd op 23 maart 2012 via http://www.minbuza.nl/reizen-en-landen/betrekkingen/m/marokko Bevolkingsdaling. (2012). Wat is de babyboomgeneratie?. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.bevolkingsdaling.nl/Default.aspx?tabid=1354 Bibliotheek HvA. (2012). HBO Kennisbank. Geraadpleegd via http://www.bib.hva.nl/hvamediatheken/scriptiesenonderzoek.cfm Bijl, D. (2007). Wat is Het Nieuwe Werken?. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.werken20.nl/wat-is-het-nieuwe-werken/ Bureau Terdege. (2012). Destep analyse: ecologische factoren. Geraadpleegd op 27 april 2012 via http://www.bureauterdege.nl/home/82-destep-factoren?start=5 CBF. (2012). CBF-Keur. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.cbf.nl/cbf-keur.php CBF. (2012). Profiel van: Marokko Fonds, St. Geraadpleegd op 28 maart 2012 via http://www.cbf.nl/Instelling-bestedingen/4826/Marokko-Fonds-St Centraal Bureau voor Statistiek. (2012). Bevolkingssamenstelling naar generatie, geslacht, leeftijd en herkomstgroepering. Geraadpleegd op 4 april 2012 via http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325&D1=a&D2=0&D3=0&D4= 0&D5=0-4,137,152,215,232&D6=0,4,9,%28l-1%29-l&HDR=G2,G1,G3,T&STB=G4,G5&VW=T Centrum Nalatenschappen (2012). Nalatenschappen inkomsten 2009 lopen iets terug. Geraadpleegd op 24 april 2012 via http://www.centrumnalatenschappen.nl/Cijfers/index2010.php Crowdfunding. (16 mei 2012). Crowdfunding bij Eenvandaag. Geraadpleegd op 20 mei 2012 via http://www.crowdfunding.nl/2012/05/16/crowdfunding-bij-eenvandaag/ Crowdfunding. (27 december 2011). Crowdfunding de nieuwe trend. Geraadpleegd op 27 april 2012 via http://www.crowdfunding.nl/2011/12/27/crowdfunding-de-nieuwe-trend/ Crowdfunding. (3 mei 2012). Crowdfunding voor Breath. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.crowdfunding.nl/2012/05/03/crowdfunding-voor-breath/ De Lotto. (2012). De Lotto en maatschappij. Geraadpleegd op 22 april 2012 via http://www.delotto.nl/de-lotto-en-maatschappij.html Fundraiseronline. (2012). 12 trends voor 2012. Geraadpleegd op 27 april 2012 via http://fundraiseronline.blogspot.com/2011/11/12-trends-voor-2012.html Geosfeer. (2 april 2010). Bilaterale ontwikkelingshulp. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.geosfeer.nl/index.php?view=entry&year=2010&month=04&day=02&id=36%3Ab ilaterale-ontwikkelingshulp&option=com_lyftenbloggie Habraken, J.H.M. (2012). Bronvermelding volgens de richtlijnen van de APA. Tilburg University. Geraadpleegd op 18 mei 2012 via http://drcwww.uvt.nl/its/voorlichting/handleidingen/bibliotheek/apa.pdf Haterd, van de B. (27 december 2010). Hyves & Facebook 2010 & 2010. Geraadpleegd op 27 maart 2012 via http://www.rectec.nl/2010/12/27/hyves-facebook-in-2010-2011/ Hoek, van C. (23 juni 2011). Facebook telt evenveel Nederlandse gebruikers als Hyves. Nu.nl.
61
Geraadpleegd op 27 maart 2012 via http://www.nu.nl/internet/2547334/facebook-teltevenveel-nederlandse-gebruikers-als-hyves.html Johan Cruyff Foundation. (2012). Jaarverslagen. Geraadpleegd op 8 mei 2012 via http://www.cruyff-foundation.org/smartsite.net?id=562 KidsRights. (2012). Over ons. Geraadpleegd op 8 mei 2012 via http://www.kidsrights.info/Overons.aspx Kiran Namaste. (2012). Legaten en erfstellingen. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.kiran-namaste.nl/pages/donaties/legaten_en_erfstellingen.aspx Kleverlaan, R. (12 oktober 2011). Crowdfunding-concepten en –cases: doneren, support, lenen en investeren. Frankwatching. Geraadpleegd op 20 mei 2012 via http://www.frankwatching.com/archive/2011/10/12/crowdfunding-concepten-en-casesdoneren-support-lenen-en-investeren/ Midden Drenthe. (1 december 2011). Wat zijn de Millenniumdoelen. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.middendrenthe.nl/tonenop-pagina/Wat-zijn-de-Millenniumdoelen.htm Mijn executeur. (2012). De nalatenschap. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.mijnexecuteur.nl/nalatenschap.htm Ministerie van Buitenlandse Zaken. (2012). Financiering ontwikkelingssamenwerking. Geraadpleegd op 25 april 2012 via http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ontwikkelingssamenwerking/financieringontwikkelingssamenwerking Ministerie van Buitenlandse Zaken. (2012). Scherpe keuzes in ontwikkelingssamenwerking. Geraadpleegd op 25 april 2012 via http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2010/11/26/scherpekeuzes-in-ontwikkelingssamenwerking.html MVO Nederland. (2012). Wat is MVO. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.mvonederland.nl/content/pagina/wat-mvo My world. (29 november 2011). Gulle allochtonen. Geraadpleegd op 20 april 2012 via http://www.myworld.nl/2011/11/gulle-allochtonen/ Nationaal Kompas Volksgezondheid. (2012).Vergrijzing: Wat zijn de belangrijkste verwachtingen voor de toekomst?. Geraadpleegd op 27 april 2012 via http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/vergrijzing/toekomst/ Nationale Postcode Loterij. (2012). Richtlijnen aanvragen Nationale Postcode Loterij. Geraadpleegd op 22 april 2012 via http://www.postcodeloterij.nl/Organisatie/Pers/Toewijzingscriteria.htm NCDO. (2012). Geschiedenis: huidige NCDO. Geraadpleegd op 25 april 2012 via http://www.ncdo.nl/artikel/geschiedenis NCDO. (2012). Millenniumdoelen. Geraadpleegd op 24 maart 2012 via http://www.ncdo.nl/themas/millenniumdoelen NCDO. (2012). NCDO kijkt over grenzen. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.ncdo.nl/pagina/over-ncdo NOS. (13 februari 2012). Overtredingen Bel-me-niet Register. Geraadpleegd op 28 april 2012 via http://nos.nl/artikel/340495-overtredingen-belmeniet-register.html Plan Nederland. (2012). Financiën. Geraadpleegd op 8 mei 2012 via http://www.plannederland.nl/overplan/financien Plan Nederland. (2012). Jaarverslag. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.plannederland.nl/jaarverslag Plan Nederland. (2012). Wie zijn wij. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.plannederland.nl/overplan/wiezijnwij Plan Nederland. (2012). Zo werkt Plan. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.plannederland.nl/zo-werkt-plan Right Marktonderzoek. (2012). Kwalitatief onderzoek. Geraadpleegd op 22 februari 2012 via http://www.right.nl/methoden-onderzoek/kwalitatief-onderzoek Right To Play. (2012). In het kort. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via
62
http://www.righttoplay.com/netherlands/over-ons/Pages/AtAGlanceCon%27t.aspx Right To Play. (2012). Publicaties. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.righttoplay.com/netherlands/news-and-media/Pages/Publications.aspx Runnerz. (2012). Goede doelen. Geraadpleegd op 22 april 2012 via https://www.runnerz.nl/goededoelen Stichting Aap. (2012). Cartridge / mobieltjes. Geraadpleegd op 27 april 2012 via http://www.aap.nl/cartridges-mobieltjes.html Stichting Doen. (2012). Over Stichting Doen: inkomsten. Geraadpleegd op 22 april 2012 via http://www.doen.nl/web/over-DOEN/Over-Stichting-DOEN.htm The Miller. (2010). Search Engine Optimization. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.themiller.nl/seo.html VFI. (18 april 2012). ‘Bel-me-niet’ bemoeilijkt collectantenwerving. Geraadpleegd op 26 april 2012 via http://www.vfi.nl/cms/showpage.aspx?id=4091 Vrienden Loterij. (24 mei 2012). Aanvragen. Geraadpleegd op 22 april 2012 via http://www.vriendenloterij.nl/organisatie/Aanvragen.htm War Child. (2012). De organisatie. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.warchild.nl/organisatie War Child. (2012). Financiën. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.warchild.nl/financien War Child. (2012). Missie. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.warchild.nl/missie War Child. (2012). War Child jaarverslag 2010 samenvatting. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://www.annualreportwarchild.org/ Wereldburgerschap. (2012). Particulier initiatief. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.wereldburgerschap.nl/wereldburgerschap-in-de-klas/dossiers/particulierinitiatief/ Wikipedia. (14 mei 2012). Ontwikkelingshulp door Nederland. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Ontwikkelingshulp_door_Nederland Wikipedia. (21 maart 2012). Niet-gouvernementele organisatie. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Niet-gouvernementele_organisatie Wikipedia. (27 mei 2012). Crowdfunding. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Crowdfunding Wikipedia. (30 maart 2012). Officiële ontwikkelingshulp. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Offici%C3%ABle_ontwikkelingshulp Wisselwerk. (2012). Wat is welzijnswerk. Geraadpleegd op 28 mei 2012 via http://www.wisselwerk.nu/ww/content.php?cat=wie Wouter, N. (11 juli 2011). Crowdfunding groeit in Nederland. NOS. Geraadpleegd op 7 mei 2012 via http://nos.nl/artikel/255180-crowdfunding-groeit-in-nederland.html
63
BIJLAGEN Bijlagen .............................................................................................................................. 65 Bijlage 1: Millenniumdoelstellingen ............................................................................ 66 Bijlage 2: MarokGO ...................................................................................................... 69 Bijlage 3: FinanciĂŤn Marokko Fonds ............................................................................ 71 Bijlage 4: Aanvraag Goede doelenloterijen ................................................................. 74 Bijlage 5: Aanvraag Fondsen ........................................................................................ 77 Bijlage 6: Crowdfunding ............................................................................................... 80 Bijlage 7: Interview Right To Play ................................................................................ 82 Bijlage 8: Interview Plan Nederland ............................................................................ 85 Bijlage 9: Interview KidsRights ..................................................................................... 88 Bijlage 10: Interview Johan Cruyff Foundation............................................................ 92 Bijlage 11: Interview Leenaers Verloop ....................................................................... 96 Bijlage 12: Stappenplan Fondsenwerving .................................................................. 100 Figuren..............................................................................................................................106
64
BIJLAGE 1: MILLENNIUMDOELSTELLINGEN Voor 2015 moet er belangrijke vooruitgang zijn geboekt op het gebied van armoede, onderwijs, gezondheid en milieu. Hieronder staan de acht millenniumdoelen toegelicht. De informatie is verkregen via de volgende bron: NCDO. (21 mei 2012). Millenniumdoelen. Geraadpleegd op 24 maart 2012 via http://www.ncdo.nl/themas/millenniumdoelen De armoede halveren en minder mensen honger Het percentage mensen dat in extreme armoede leeft, moet in 2015 ten minste voor de helft zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Extreme armoede betekent dat iemand minder dan $1,25 per dag te besteden heeft. In 1990 leefden 1,8 miljard mensen in extreme armoede, oftewel 41,7 procent van de wereldbevolking. Iedereen fatsoenlijk werk Minder armoede kan alleen worden bereikt als meer mensen aan een fatsoenlijke baan worden geholpen. Fatsoenlijk werk is productief werk dat wordt uitgevoerd uit vrije wil onder gelijke, veilige en waardige omstandigheden. Juist in arme landen hebben mensen vaak slecht betaald, tijdelijk of onveilig werk. Dit probleem doet zich vooral voor onder vrouwen en jongeren. Halvering percentage mensen met honger In 2015 moet ook het percentage mensen dat honger lijdt zijn gehalveerd. In 1990 was dat percentage 20 procent. En bijna eenderde van alle kinderen onder de vijf was toen ondervoed. Alle kinderen naar school In ontwikkelingslanden gaan miljoenen kinderen nog niet naar school. Vaak worden zij thuis gehouden om mee te helpen in het huishouden of om een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen. Verplicht en toegankelijk basisonderwijs is een belangrijk middel in de strijd tegen kinderarbeid. Het geeft kinderen de kans om zich verder te ontwikkelen waardoor hun kansen in het leven toenemen. Dit komt uiteindelijk de hele maatschappij ten goede. Daarom moet ervoor gezorgd worden dat in 2015 alle kinderen overal ter wereld basisonderwijs kunnen volgen en afronden. Mannen en vrouwen gelijkwaardig Het derde millenniumdoel gaat over de rechten van vrouwen. Mannen en vrouwen hebben formeel dezelfde rechten. Dit is vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen. In de praktijk blijkt dit echter niet voldoende om achterstelling van vrouwen tegen te gaan. Zo gaan er in veel arme landen minder meisjes naar school dan jongens. Meisjes worden vaak niet naar school gestuurd omdat de ouders dit niet nuttig vinden. Ze gaan er vanuit dat het niet nodig is omdat ze later toch zullen trouwen en kinderen krijgen. Een andere reden om meisjes thuis te houden is omdat ze mee moeten helpen in het huishouden. De doelstelling onder het derde millenniumdoel is daarom dat in 2015 er net zoveel meisjes als jongens naar school zouden moeten gaan, op zowel basis-, middelbaar als hoger onderwijs. Minder kindersterfte Het percentage kinderen dat voor hun vijfde jaar overlijdt moet in 2015 met tweederde zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. In dat jaar stierven wereldwijd 12,4 miljoen kinderen.
65
De hoge kindersterfte heeft verschillende oorzaken. Veel kinderen overlijden aan ziektes die voorkomen of genezen hadden kunnen worden, zoals diarree, mazelen, longontsteking en malaria. Toegang tot medicijnen, vaccinaties, een goede hygiĂŤne en een goede gezondheidszorg is noodzakelijk om deze ziekten te helpen bestrijden. Verbetering van de gezondheid van moeders Jaarlijks overlijden honderdduizenden vrouwen aan de gevolgen van hun zwangerschap. Bloedingen, infecties en een hoge bloeddruk zijn veel voorkomende doodsoorzaken die met goede medische hulp en kraamzorg voorkomen kunnen worden. Als vijfde millenniumdoel is bepaald dat moedersterfte in 2015 met driekwart moet zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Toegang tot reproductieve gezondheid Vaak is moedersterfte het gevolg van illegale en gevaarlijke abortussen. Beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen en toegang tot veilig uitgevoerde abortus is daarom van levensbelang. Net als het recht van vrouwen om zelf te beslissen over haar eigen seksualiteit en het al dan niet krijgen van kinderen. Dit wordt reproductieve gezondheid genoemd. Uiterlijk in 2015 moeten alle vrouwen hier toegang toe hebben. Bestrijding van hiv/aids, malaria en andere dodelijke ziektes Sinds begin jaren '90 heeft aids miljoenen slachtoffers gemaakt, vooral in Afrika. Afgesproken is dat in 2015 de verspreiding van hiv/aids tot staan moet zijn gebracht. Ook moet iedereen met hiv/aids hiervoor de juiste medicijnen kunnen krijgen. Minder malaria en tbc Behalve de verspreiding van hiv/aids moet ook malaria en andere grote ziekten zoals tbc een halt worden toegeroepen in 2015. Malaria wordt veroorzaakt door muggenbeten. De ziekte kan onder meer worden tegengegaan door kinderen onder met insecticide bewerkte netten (klamboes) te laten slapen. Meer mensen in een duurzaam leefmilieu Armoedebestrijding gaat hand in hand met milieubescherming. Luchtvervuiling, ontbossing en uitputting van landbouwgrond zijn directe bedreigingen voor de levensomstandigheden en gezondheid van mensen. Een duurzaam milieubeleid is daarom van levensbelang. Veilig drinkwater Voldoende en schoon drinkwater ligt aan de basis van een goede gezondheid. Wereldwijd hebben bijna een miljard mensen niet genoeg schoon drinkwater tot hun beschikking. Dit zorgt voor ernstige gezondheidsproblemen, zoals uitdroging en infecties. Ook moeten miljoenen mensen het nog altijd stellen zonder sanitaire voorzieningen. In het zevende millenniumdoel is daarom vastgelegd dat het percentage mensen zonder toegang tot veilig drinkwater ĂŠn sanitaire voorzieningen in 2015 gehalveerd moet zijn ten opzichte van 1990. Betere leefomstandigheden in sloppenwijken Wereldwijd leven bijna een miljard mensen in sloppenwijken. In 2000 is afgesproken dat de leefomstandigheden van tenminste 100 miljoen bewoners van krottenwijken flink verbeterd moeten worden.
66
Mondiaal samenwerkingsverband voor ontwikkeling Het achtste millenniumdoel gaat over de manier waarop de rijke landen ontwikkelingslanden kunnen helpen met het behalen van de andere millenniumdoelen. Bijvoorbeeld door meer ontwikkelingshulp te geven, schulden te verlichten en door het wegnemen van handelsbarrières. Hierdoor krijgen de arme landen meer mogelijkheden hun producten te exporteren naar de rijke landen. Betaalbare medicijnen Veel medicijnen zijn in ontwikkelingslanden te duur of onvoldoende voorradig. Daarom is afgesproken dat in samenwerking met de farmaceutische industrie er meer betaalbare medicijnen beschikbaar moeten worden gesteld. Meer internetaansluitingen en mobiele telefoons Moderne communicatiemiddelen als mobiele telefonie en internet zijn van groot belang voor de ontwikkeling in arme landen. Hiermee kunnen mensen eenvoudiger aansluiting vinden op de wereldeconomie. In samenwerking met het bedrijfsleven moet dan ook worden gewerkt aan een betere beschikbaarheid van deze middelen.
67
BIJLAGE 2: MAROKGO In deze bijlage is een overzicht opgenomen van alle MarokGO-projecten die zijn uitgevoerd in Marokko in samenwerking Marokkaanse partnerorganisaties. Gezondheidszorg Inhoud van het project Gratis operaties in Tetouan Diabetes voorlichting in de Rif Werkconferentie Kanker in de Rif Voorlichting over psychische problematiek Voorlichting over zuigelingenzorg en diabetes
In samenwerking met Stichting Karam Sabah Laoukili Fadma Bouchataoui Riagg Rijnmond Anissa Laghzaoui
Schoon drinkwater Inhoud van het project Marokko Waterdag Watervoorzieningproject Ihrouchen Herstel waterbron Onsa Ahashaw
In samenwerking met Stichting Kantara Amar Haddouch Stichting Vrienden van Tazaghine
Onderwijs Inhoud van het project Bibliotheek voor Anzou Bibliotheek voor Madrassati Schoolspullen voor Madrassa Tastite Renovatie en computers voor Taha Hocein school ICT voor Jebha: Jebha online!
In samenwerking met Stichting Redt de kinderen in Marokko Amar Haddouch Stichting Share a Smile Stichting Azhar Antje Akhnikh & Dijkhuizen
Gelijke rechten Inhoud van het project Buddyproject Maatjesproject weeskinderen in Oujda Dagje uit voor gehandicapte kinderen
In samenwerking met Stichting Al Moustakbal Stichting Daar el Atfaal Centre Chesire
Sport en cultuur Inhoud van het project Sport4all: sport voor ontwikkeling jeugd Cultureel festival Filmproject Marokko Next: Messages from Paradise
In samenwerking met Atlas Bridges Stichting Aknarij Instituut voor Organisatiepsychologie
Materialen, hulpmiddelen en kleding Inhoud van het project Hulpmiddelen voor Tazaghine en omgeving Bibliotheek voor Madrassati Kleding en speelgoed voor kinderen in Marrakech Warme kleren voor leerlingen CollĂŠge Taforalt Apparatuur en mankracht voor Marokko
In samenwerking met Fouad Sakka Stichting Youssoufia Medische Faculteit der Leidse Studenten El Bekkai Saidi Stichting En Nu Iets Positiefs! (ENIP!)
68
Vervoermiddelen Inhoud van het project Rolstoelbus voor wooncentrum ouderen Rolstoelbus voor gehandicapten in Marrakech Schoolbussen voor Tazaghine Schoolbus en tafels, stoelen en kleren voor Dar Kebdani
In samenwerking met Gemeente Zeist Cordaan Jeugd Stichting Vrienden van Tazaghine Stichting Twiza Fonds
Bouwprojecten Inhoud van het project Bouw dorpshuis in Tamatert WC’s voor school voor straatkinderen Toiletten voor twee basisscholen in Beni Hazem Sanitaire voorzieningen Skhirat
In samenwerking met Gemeente Zeist Anouar Bellarbi Stichting Beni Hazem Stichting Eenheid en Solidariteit
69
BIJLAGE 3: FINANCIËN MAROKKO FONDS In deze bijlage is de financiële huishouding van het Marokko Fonds in kaart gebracht. De jaarverslagen 2006-2010 zijn geraadpleegd. Allereerst een overzicht van de ‘Staat van Baten en Lasten’ waarna de ‘Eindbalans’ over de periode 2006-2010 is opgemaakt. STAAT VAN BATEN EN LASTEN MAROKKO FONDS BATEN Subsidies Subsidies NCDO Subsidies Novib Subsidies Matra Subsidies Effatha
31-12-2008 € 218.818
30-11-2007 € 166.494 21.242 15.000 26.282
20.000 238.818
Sponsoring en giften Benefietgala Benefietconcert Rabobank 2005 Stichting Islam en Burgerschap Giften en donaties Af: reservering voor projecten
152.690 9.608 28.718 238.230
72.544 31.710
191.016 94.673
13.457 -47.580
10.000 29.400 1.748
7.769 70.131
Af: Reservering projectfondsen Fonds kleinschalige projecten Projecten Benefietgala Afronding Dovenproject
30-11-2006 €
50.000
7.769
135.821
50.000 75.738 5.582
Totaal baten boekjaar
50.000
50.000
81.320
258.949
195.999
245.517
LASTEN Algemene kosten/ Front Office Projecten
30.568 324.411
93.300 176.778 354.979
Af: onttrekkingen projectfondsen wegens bestedingen Fonds kleinschalige projecten Effatha 2006 Projecten Benefietgala
35.704
130.413 139.457 270.078
269.870
5.960 5.582 57.209
36.286
Totaal Lasten boekjaar
71.990 282.989
68.751 201.327
269.870
RESULTAAT
-24.040
-5.328
-24.353
70
STAAT VAN BATEN EN LASTEN MAROKKO FONDS BATEN
31-12-2010 €
Subsidies Subsidies NCDO Database Netwerkprogramma Outdoor Benefiet NCDO Remittances
30-11-2009 € 124.652 -5.309
124.652 27.525 3.345
10.114 155.522
Sponsoring en giften Benefietgala Benefietconcert Ramadan Campagne Matra Stichting Vrienden van Effatha Giften en donaties Eigen bijdrage Af: reservering voor projecten
44.039 9.444 29.665
Totaal baten boekjaar
129.457 326 1.273 20.074 7.899 12.079 21.408
83.148
63.059
238.670
192.516
LASTEN Besteed aan doelstellingen Projecten
205.320
102.568 205.320
Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten verkrijging subsidies
14.378 11.763
235.777 21.445 22.931
26.141 Beheer en administratie Kosten beheer en administratie
4.082
Totaal Lasten boekjaar RESULTAAT
44.377 22.476
4.082 235.543
22.476 235.777
3.127
-43.261
Hieronder volgt de financiële eindbalans over de periode 2006-2010. EINDBALANS PER JAAR MAROKKO FONDS ACTIVA VLOTTENDE ACTIVA Overige vorderingen en overlopende activa Liquide middelen TOTAAL ACTIVA
31-12-2008 € 172.547 30.702
30-11-2007 € 67.249 72.735
203.249
30-11-2006 €
114.016 139.984
114.016
71
EINDBALANS PER JAAR MAROKKO FONDS 31-12-2008 € PASSIVA Kapitaal en risicoreserves Stichtingskapitaal Bestemmingsfonds kleinschalige projecten Bestemmingsreserve projecten Benefietgala
-35.192 58.336 11.294
30-11-2007 €
-11.525 44.040 0 34.438
KORTLOPENDE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA Schulden aan leveranciers Belastingen en premies Overlopende passiva
43.376 29.166 96.269
TOTAAL PASSIVA
30-11-2006 €
-24.353 75.738 32.888
13.144 6.658 87.294
51.385
2.085 38.762 21.784
168.811
107.096
62.631
203.249
139.984
114.016
EINDBALANS PER JAAR MAROKKO FONDS ACTIVA Materiële vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Overige vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
31-12-2010 € 1.551
38.249 57.024
TOTAAL ACTIVA PASSIVA Kapitaal en risicoreserves Stichtingskapitaal Bestemmingsfonds kleinschalige projecten Bestemmingsreserve projecten Benefietgala
30-11-2009 €
78.755 68.852 96.824
-26.636 9.646
147.607
-48.329 28.212
-16.990 KORTLOPENDE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA Schulden aan leveranciers Belastingen en premies Overlopende passiva TOTAAL PASSIVA
30.830 2.551 80.433
-20.117
58.122 1.791 107.811 113.814
167.724
96.824
147.607
72
BIJLAGE 4: AANVRAAG GOEDE DOELENLOTERIJEN Om in aanmerking te komen voor inkomsten vanuit de goede doelenloterijen moet een stichting voldoen aan bepaalde voorwaarden. De Nationale Postcode loterij De Postcode Loterij geeft meerjarige, institutionele steun aan organisaties die werkzaam zijn in de sectoren ontwikkelingssamenwerking, mensenrechten, natuurbescherming en milieu, en sociale cohesie. Het profiel van de aanvrager: 1. Werkzaam in een van de vier sectoren 2. Breed maatschappelijk draagvlak en publieke waardering. De Postcode Loterij verwerft haar middelen onder het publiek. De doelen waaraan dit geld wordt uitgekeerd genieten bij voorkeur een brede maatschappelijke steun, tot uiting komend in onder andere de omvang van de eigen fondsenwerving, het aantal donateurs of leden, en de plaats in het maatschappelijk debat. 3. Afkomstig uit het maatschappelijk middenveld. De Postcode Loterij steunt bij voorkeur initiatieven die zijn geboren uit het maatschappelijk middenveld, boven organisaties die voortkomen vanuit bestuurlijke of politieke impulsen. 4. Nationaal bereik. De deelnemers van de Postcode Loterij - die het mogelijk maken om goede doelen te steunen - komen uit heel Nederland en uit alle lagen van de bevolking. Daarom is een (op zijn minst) landelijke bereik voorwaarde voor ondersteuning. 5. Eigen fondsenwerving van minimaal 1 miljoen euro. Gezien de omvang van de afdracht van de Postcode Loterij is de ondergrens voor individuele uitkeringen 500.000 euro. Om te voorkomen dat organisaties te afhankelijk worden van de bijdrage van de loterij, hanteren wij als richtlijn dat onze bijdrage niet meer mag bedragen dan de helft van de eigen fondsenwerving. Dit betekent dat een aanvragende organisatie aan eigen fondsenwerving een bedrag van minimaal 1 miljoen euro moet genereren. 6. Aanvullend op bestaande kring van beneficiënten. Binnen de genoemde sectoren geven wij de voorkeur aan aanvragers die aanvullend werken op de organisaties die reeds een bijdrage ontvangen van de Postcode Loterij. 7. Indien mogelijk in het bezit van van CBF-of een gelijkwaardig keurmerk. Het bezit van een dergelijk keur is niet verplicht, maar wekt vertrouwen bij publiek en loterij. Naar verwachting zal in de toekomst het bezit van een dergelijk keur vanuit het Ministerie van Justitie verplicht worden voor kansspelbegunstigden. 8. Gedreven door passie, in combinatie met een professionele taakuitvoering. De Postcode Loterij staat voor haar missie om fondsen te werven voor goede doelen. Wij zien graag eenzelfde bezieling bij onze beneficiënten. Professionaliteit is een voorwaarde om het gestelde doel te bereiken. Procedure Een goed onderbouwde, schriftelijke aanvraag dient voor 30 september in ons bezit zijn; U ontvangt van ons vervolgens een schriftelijke reactie. Als uw aanvraag in behandeling wordt genomen volgt mogelijk een verzoek om nadere informatie of een uitnodiging voor een gesprek; Eind januari van het volgende jaar beslist de Raad van Commissarissen van de Holding Nationale Goede doelenloterijen N.V. over de definitieve toewijzingen; De Raad van Commissarissen heeft de bevoegdheid om bij de definitieve toewijzingen af te wijken van één of meerdere van bovengenoemde criteria.
73
De BankGiro Loterij De BankGiro Loterij is de cultuurloterij van Nederland. Ruim 700.000 Nederlanders spelen mee. Zij maken kans op prijzen en steunen alle vormen van cultuur in Nederland: van molens tot concerten en van festivals tot musea. De BankGiro Loterij kon dankzij haar deelnemers uit de inleg in 2011 ruim 64 miljoen euro bijdragen aan 58 topinstellingen die zich inzetten voor cultuur in Nederland. De helft van dat bedrag gaat naar organisaties zoals Prins Bernhard Cultuurfonds en Stichting DOEN, die op hun beurt podiumkunsten, beeldende kunst, festivals, cultuurprojecten en concerten ondersteunen. De andere helft gaat naar musea, molens en monumenten, zoals Rijksmuseum, Hermitage Amsterdam, Vereniging de Hollandsche Molen en het Fries Museum. Het profiel van de aanvrager: 1. Behoud, verrijking en/of toegankelijkheid van het nationaal openbaar cultuurbezit en cultureel erfgoed. De BankGiro Loterij steunt instellingen die zich inzetten voor het nationaal openbaar cultuurbezit. De bijdrage kan worden gebruikt voor aankoop, restauratie en presentatie van de vaste collectie en voor monumentenzorg. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat de aanvrager zelf kan voorzien in haar basisvoorzieningen voor exploitatie (huisvesting, personeel, vaste inrichting en beheer en behoud van de collecties in brede zin, registratie, beveiliging, openstelling en instandhouding van de juiste bewaaromstandigheden). De BankGiro Loterij financiert zeer nadrukkelijk geen tentoonstellingen van tijdelijke aard en podiumkunsten. 2. Groot bereik. De deelnemers van de BankGiro Loterij komen uit heel Nederland. Daarom steunen wij in Nederland gevestigde instellingen met een bovenregionale of landelijke uitstraling. 3. Breed maatschappelijk draagvlak en publieke waardering. De maatschappelijke relevantie komt tot uiting in o.a. de omvang van de eigen fondsenwerving, het aantal bezoekers, donateurs, vrienden, leden, andere steun van derden of aanwezigheid in het maatschappelijk debat. 4. Eigen fondsenwerving van minimaal 400.000 euro. Het voortbestaan van de beneficiënt mag niet in gevaar komen bij een eventueel wegvallen van de gelden van de BankGiro Loterij. De minimale bijdrage van de BankGiro Loterij bedraagt 200.000 euro. Om een te grote financiële afhankelijkheid van de BankGiro Loterij te voorkomen, dient een aanvragende organisatie aan eigen fondsenwerving [waarin begrepen kaartverkoop] een bedrag van minimaal 400.000 euro te genereren. 5. Professionele organisatie. De aanvragende organisatie dient professioneel te zijn ingericht. Dat wil zeggen dat binnen de organisatie professionals werkzaam zijn, een beleidsplan gemaakt is en indien van toepassing een collectieplan voorhanden is. Ook moet de bestuurlijke organisatie op orde zijn, in de zin dat de organisatie goed, efficiënt en verantwoord geleid wordt. 6. Aanvullend op bestaande kring van beneficiënten. Binnen de sector cultureel erfgoed geven wij de voorkeur aan aanvragers die aanvullend werken op de instellingen die reeds een bijdrage ontvangen van de BankGiro Loterij. De Vrienden loterij De VriendenLoterij steunt goede doelen op het gebied van gezondheid en welzijn. Daarnaast kunnen deelnemers van de loterij actief clubs en verenigingen naar eigen keuze steunen. De VriendenLoterij kent drie soorten begunstigden: geoormerkte beneficiënten, reguliere beneficiënten en eenmalige financieringen.
74
Het profiel van de aanvrager: De kandidaat-beneficiënt is een stichting of vereniging met een erkende staat van dienst. De organisatie voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. Werkzaam in de sectoren: Welzijn: Aanvragen binnen de sector welzijn zijn gericht op het voorkomen en opheffen van uitsluiting van kwetsbare groepen in de samenleving. Ook aanvragen op het terrein van de sport hebben betrekking op groepen die extra aandacht nodig hebben om aan sport te kunnen doen en sport als verbindingsmiddel in de samenleving. Gezondheidszorg: Aanvragen op het terrein van gezondheidszorg richten zich op het bestrijden van ziektes en patiëntenzorg in Nederland. 2. Breed maatschappelijk draagvlak en publieke waardering. De VriendenLoterij verwerft haar middelen onder het publiek. De doelen waaraan dit geld wordt uitgekeerd genieten bij voorkeur een brede maatschappelijke steun. Dit komt tot uiting in o.a. de omvang van de eigen fondsenwerving of andere steun van derden, het aantal donateurs of leden, het aantal bereikte patiënten of cliënten en de plaats in het maatschappelijk debat. 3. Landelijk bereik. De deelnemers van de VriendenLoterij – die het mogelijk maken om goede doelen te steunen – komen uit heel Nederland en uit alle lagen van de bevolking. Daarom steunen wij instellingen die in Nederland zijn gevestigd met een landelijke uitstraling. 4. Eigen fondsenwerving van minimaal € 400.000,-. De minimale bijdrage van de VriendenLoterij bedraagt € 200.000,-. Om een te grote financiële afhankelijkheid van de VriendenLoterij te voorkomen, dient een aanvragende organisatie aan eigen fondsenwerving een bedrag van minimaal € 400.000,- te genereren. 5. Aanvullend op bestaande kring van beneficiënten. Binnen de genoemde sectoren geven wij de voorkeur aan aanvragers die aanvullend werken op de organisaties die reeds een bijdrage ontvangen van de VriendenLoterij. Lotto De Lotto ondersteunt het werk van 19 goede doelen op het gebied van sport, cultuur, maatschappelijk welzijn en volksgezondheid. Alle winst van Lotto en de andere merken van De Lotto (Toto, Lucky Day en Krasloten) gaat naar deze goede doelen. Dus ook wanneer u geen prijs heeft, is uw inleg goed besteed! Dankzij onze spelers kan De Lotto jaarlijks miljoenen euro’s afdragen aan haar goede doelen. Sinds de oprichting van Stichting De Lotto in 1961 is er meer dan 1,2 miljard euro naar de Nederlandse sport gegaan via NOC*NSF. Naast de topsport profiteren ook de breedtesport en talentontwikkeling van een grote jaarlijkse bijdrage. Aan overige goede doelen waaronder het Oranjefonds, Prins Bernhard Cultuurfonds en de KWF Kankerbestrijding is sinds de oprichting zo’n 500 miljoen euro afgedragen. Op 16 april 2012 reikte Lotto aan het NOC*NSF een recordbedrag uit van €59.4 miljoen. De goede doelen zoals het Oranjefonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds en KWF Kankerbestrijding ontvangen elk €22 miljoen. In totaal hebben zij dus een bedrag van € 82 miljoen te verdelen. Runnerz Een groot gedeelte van de inkomsten uit het wedden op paarden wordt beschikbaar gesteld aan de Stichting Nederlandse Draf- en Resnport [NDR]. De NDR is, simpel gezegd, wat de KNVB is voor de voetbalsport. De NDR stelt de koersagenda op, bepaalt de spelregels en houdt toezicht op de naleving ervan. Een andere belangrijke taak is het bijhouden van het Draver- en Volbloedstamboek. Dit stamboek kunt u zien als het geboorteregister van de draf- en renpaarden. De NDR vervult daarmee in feite de functie van burgerlijke stand. Kort samengevat komt het er op neer dat sport, fokkerij, tuchtrechtspraak en financieel beheer bij de NDR onder één dak zijn samengebracht.
75
BIJLAGE 5: AANVRAAG FONDSEN Lijst van fondsen waar de Stichting Marokko Fonds een aanvraag bij kan indienen. Fondsen van bedrijven Naam van het fonds 3M Fonds
KLM Aircares
Achtergrond Sociaal- maatschappelijk, educatie en milieugebied Multiculturele samenleving, integratie en o.a. duurzame ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking Educatie, milieu en kunst & cultuur
Achmea Foundation ABN AMRO Foundation Rabobank Foundation
Divers Sociaal-maatschappelijk Divers
Lutfia Rabbani Foundation
Samenwerking
Het Schipholfonds
Sport & vrije tijd, sociaal-maatschappelijk
Shell Fonds
Vrijwilligerswerk
SNS Reaal Fonds
Jongeren & maatschappij
ASN Foundation
Website http://solutions.3mnederland.nl/wps/portal/3M/nl_NL/Kijk3M/look3 M/fonds/watishet3Mfonds/ http://www.asnbank.nl/index.asp?nid=9451
http://www.klm.com/csr/nl/community/company_community/aircare s.html#p7 http://www.achmeafoundation.nl/aanvragen/criteria/ http://foundation.abnamro.nl/mensen-voor-mensen http://overons.rabobank.com/content/mvo/rabobank_foundation/de _aanvraag/ http://www.rabbanifoundation.org/lutfia-rabbani-foundationcooperation-with-other-organisations http://www.schiphol.nl/InDeSamenleving/Sponsoring/Schipholfonds/C riteriaAanvraag.htm http://www.shell.nl/home/content/nld/environment_society/shell_in_ the_society/volunteers/voluntaryfund/ http://www.snsreaalfonds.nl/jongeren-maatschappij
76
Fondsen van stichtingen e.d Naam van het fonds Activity Foundation FenF Stichting Alert Fonds Ambition by Sport AMVJ Fonds Ana María Fonds Cafe de Plak Bernard van Leer Foundation Edukans Fonds SSV
Achtergrond Kwetsbare groepen, jeugd en sociaal Sociaal- maatschappelijk Sociaal- maatschappelijk, kwetsbare groepen, participatie en ontplooiing Sociaal- maatschappelijk, cultureel Divers
Website http://www.activityfoundation.nl/pagina/projecten http://www.alertfonds.nl/aanvraag_indienen/Criteria http://www.ambitionbysport.nl/ http://www.amvjfonds.nl/aanvraag/beleid http://www.amf.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=12 &Itemid=26 http://www.cafedeplak.nl/subsidie/ http://www.bernardvanleer.org/English/Home/Home-Grants.html http://www.edukans.nl/over-edukans/samenwerking/?L=0%2F0 http://www.fondssv.nl/
Foppe Fonds Hivos Linkis Fonds
Divers Divers Samenwerking Sociaal-maatschappelijk, sport & vrije tijd, educatie, gezondheid en natuur & milieu Divers Cultuur, volksontwikkeling en maatschappelijk werk Sociaal- maatschappelijk Sociaal- maatschappelijk, integratie, kwetsbare groepen Sport & vrije tijd Divers
VSBfonds Stichting ABCD Stichting Het R.C. Maagdenhuis
Sociaal-maatschappelijk Divers Sociaal-maatschappelijk, jeugd
H.L. Drucker Fonds Stichting Subsidiëring Jongerenactiviteiten Nederland Stichting Rotarkids
Samenwerking Sociaal-maatschappelijk en jeugd
http://www.foppefonds.nl/ http://www.hivos.nl/Hivos-Virtual-Office/De-criteria-van-het-HivosLinkis-fonds http://www.vsbfonds.nl/aanvragen/introductie http://www.stichtingabcd.nl/?page_id=65 http://www.maagdenhuis.nl/client/1/?websiteid=1&contentid=5&pag etitle=De_Aanvraag http://www.leidsefondsen.nl/druckerfonds/wijze_van_aanvragen http://ssjn.robvandendungen.nl/
Sociaal-maatschappelijk en jeugd
http://www.rotarkids.nl/NL/page/Aanvragen/
Fonds Westland Stichting kfHein Fonds PGO Fonds DBL
http://www.fondswestland.nl/donatiecriteria.html http://www.kfheinfonds.nl/kfhein/index.html http://www.fondspgo.nl/subsidies/subsidiestroom3/ https://www.fondsdbl.nl/Article/9
77
Naam van het fonds Triodos Foundation Stichting Pieter-Arie van der Kooy Fonds Stichting Zonnige Jeugd Finas Fonds Muller Cohen Fonds Fonds Kreatum Opslag
Achtergrond Natuur & milieu, mens & maatschappij en internationale samenwerking Sociaal-maatschappelijk, educatie
Website http://www.triodosfoundation.nl/nl/aanvragen/
Samenwerking Sociaal-maatschappelijk Kwetsbare groepen Jeugd- en jongerenwerk
http://www.zonnigejeugd.nl/aanvraag http://www.oranjefonds.nl/oranjefonds/FINAS_Fonds/ http://www.oranjefonds.nl/oranjefonds/Muller_Cohen_Fonds/ http://www.oranjefonds.nl/oranjefonds/Fonds_Kinderen_Maken_Muz iek/
http://www.vanderkooijfonds.nl/?page_id=11
78
BIJLAGE 6: CROWDFUNDING Crowdfunding wordt steeds vaker als een alternatief gezien voor het verkrijgen van een financiering of voor het verstrekken van donaties. In 2011 startte de trend van Crowdfunding en zal in 2012 door blijven zetten (Crowdfunding, 2011). Figuur 6.4a: Ontwikkeling van crowfunding De opkomst van crowdfunding is mede te danken aan de opkomst van high-speed internet, de acceptatie van online bankieren en de opkomst van verschillende social media. De Verenigde Staten is de voorloper met het aanbieden van platforms. In de VS zijn 138 platforms, in Engeland 32 en Nederland heeft 24 crowdfunding platforms. Er zijn drie vormen van crowdfunding: 1. Crowdfunding op basis van donatie; 2. Crowdfunding op basis van lenen; 3. Crowdfunding op basis van aandelen participatie. De drie beschikbare vormen versterken elkaar in de ontwikkeling van crowdfunding in zijn algemeenheid. Crowdfunding moet immers eerst aan massa winnen en de massa win je op het moment als er voor “elk wat wils� is. Diversiteit helpt de ontwikkeling en acceptatie van crowdfunding enorm. Figuur 6.4b: Interesse in crowdfunding 2005-2010 Uit het onderzoek van Google blijkt dat de zoekterm Crowdfunding een vaak gezochte zoekterm is. In 2012 zullen er een aantal ontwikkelingen in Nederland plaatsvinden waarbij crowdfunding een rol gaat spelen. 1. Banken blijven terughoudend met kredietverlening; 2. De politiek zal een meer actieve rol gaan spelen bij de ondersteuning van crowdfunding, wellicht zelfs in de vorm van borgstellingen; 3. Actieve participatie van marktpartijen als KvK en MKB Nederland zal tot een grotere acceptatie en bekendheid leiden; 4. Het verder professionaliseren van de reeds bestaande platforms; 5. Er zal een strakkere regelgeving vanuit de AFM opgelegd worden ten aanzien van de platforms wat de professionaliteit verder zal doen toenemen; 6. De aanwezigheid van succes stories zal leiden tot een grotere belangstelling vanuit kredietnemers; 7. Bezuinigingen op kunst en cultuur zal leiden tot een meer creatieve aanpak in het verkrijgen van fondsen; 8. Aandacht van pers en opinionleaders voor crowdfunding zal verder toenemen.
79
‘Crowdfunding is naast een instrument voor het realiseren van commerciële funding ook een uitstekend middel om gelden aan te trekken voor non-profit organisaties. Zo nu en dan willen we ons dan ook committeren aan het goede doel.Over een kleine twee maanden begint het Europees kampioenschap voetbal in de Oekraïne en in Polen. Nederland speelt haar wedstrijden in Charkov, Oekraïne. Bij Geldvoorelkaar zijn we naast fan van crowdfunding ook fan van voetbal. Een uitstekende combinatie om ons project Breath care for Kids onder de aandacht te brengen. De stichting Breath is al jaren betrokken bij de opvang van straatkinderen in onder andere Oekraïne’ (Crowdfunding voor Breath, 2012) Optie 1- Geld ophalen voor het Goede doel, is voor het Marokko Fonds van toepassing. Hieronder een uitwerking van doneren via crowdfunding (Kleverlaan, 2011). Doneren is de meeste simpele vorm van crowdfunding. Hierbij kun je als donateur het gewenste bedrag overmaken, waarna het bedrag volledig beschikbaar komt aan het doel naar keuze. Voorbeelden in Nederland zijn 1%club of PifWorld voor projecten in ontwikkelingslanden of platformen als GeefSamen of DoneerMeer, waar iedereen een project kan aanmelden waaraan gedoneerd kan worden. Voordelen van doneren Alle donaties komen ten goede aan het doel Geen maximum om in te zamelen Wanneer een organisatie een ANBI-instelling is, dan is het bedrag voor de donateur aftrekbaar op de belastingaangifte.
Nadelen van doneren Vaak kleine donaties Veel promotie nodig Weinig binding bij eenmalige donaties
Nik Wouters heeft een artikel (NOS) geschreven over de hoeveelheid inkomsten zijn opgehaald via crowdfunding in de eerste helft van 2011. Platforms voor (startende) ondernemingen Crowdaboutnow Symbid WeKomenErWel Share2Start
Opgehaald bedrag € € 70.000 € 9.000 € 25.000 € 2.000
Platforms voor de creatieve sector Voordekunst Sellaband TenPages Schrijversmarkt BookaBook Cinecrowd Nieuwspost Crowdfunding Facilities
Opgehaald bedrag € € 50.000 Onbekend € 150.000- € 250.000 € 5.000 Onbekend € 60.000 € 15.000 Onbekend
Platforms voor goede doelen 1%Club Sellaband
Opgehaald bedrag € € 100.000- € 150.000 € 50.000- € 75.000
80
BIJLAGE 7: INTERVIEW RIGHT TO PLAY Praktisch Kader Informatiebehoefte Naam: Functie: Organisatie: Afspraak:
Claire van Bekkum Manager Corporate Partnerschappen Right to Play Donderdag 19 april 2012 om 11:00u Laan van Nieuw Oost Indië 123 2593 BM Den Haag
Thema: Organisatie 1. Wat is uw functie en welke werkzaamheden voert u uit? “Ik ben manager Corporate Partnerschappen en daarnaast pak ik een deel op van de particuliere fondsenwerving, waar wij eigenlijk net mee zijn gestart. Dus wij hebben nog geen structurele donateurs. Wij zijn momenteel bezig met het opbouwen van de structurele donateurs”. 2. Welke werkzaamheden en verantwoordelijkheden vallen onder uw functie? “Dat is in dit geval alle Corporate Partnerschappen, het initiëren en het binden van Corporate partners. De gehele administratie van het proces, en de invulling van het partnerschap plus de uitvoering daarvan”. Thema: Definitie 3. Wat verstaat u onder fondsenwerving? “Fondsenwerving is een heel breed begrip. Hieronder valt het Corporate, particulieren en het institutionele en de grote gevers. Uiteindelijk alles wat met het geld binnen halen te maken heeft voor jouw doelstelling met wel of geen tegenprestatie ten opzichte van andere partijen”. Thema: Werkwijze 4. Fondsenwerving kost tijd, het kan er niet even zomaar bijgedaan worden. Hoe wordt fondsenwerving binnen uw organisatie georganiseerd of hoe vindt u dat het binnen een stichting georganiseerd moet zijn? “Ik doe zowel de Corporate- als de particuliere markt, daarnaast hebben we iemand voor de institutionele fondsenwerving waar de Postcode Loterij onder valt. De directeur doet deels acquisitie en Corporate samen met mij. Ook hebben wij particuliere evenementen, dus fondsenwerving door middel van evenementen”. 5. Wat is het achterliggende doel voor Right To Play om fondsenwerving in te zetten? “Uiteraard geld ophalen. Het geld dat wordt opgehaald gaat naar onze doelstelling en die luidt: elk kind heeft recht om te spelen. Wij helpen kinderen in de meest achtergestelde gebieden ter wereld door middel van sport en spel. Wij bieden hun eens in de twee weken sport en spelactiviteiten aan, waarbij ze middelen en tools in handen krijgen om beter voor zichzelf en anderen te zorgen”. 6. Met welke vormen van fondsenwerving heeft u in het verleden te maken gehad en hoe bevielen deze? “Right To Play is opgericht in 2004. Er is dus niet echt bepaald een verleden. De vormen die destijds toegepast werden, zijn momenteel nog steeds in gebruik. Het enige verschil is dat de invulling van sommige vormen anders is dan voorheen.
81
7. Welke vormen van fondsenwerving worden vandaag de dag toegepast? “Wij richten ons op de Corporate markt en die worden benaderd via ons netwerk en via via. Ook kloppen mensen bij ons aan de deur met de vraag of wij evenementen willen organiseren. Wij zijn sportgerelateerd en op dit gebied is er veel aanbod. Right To Play heeft topsporters als ambassadeur. Mensen kennen ons heel erg als een sportminded organisatie en ze vinden het leuk om iets te doen op het gebied van sport waarbij zij zich laten sponsoren. Right To Play zet zelf nagenoeg geen evenementen op, behalve het Post Olympisch Gala dat na elke Olympische Spelen plaatsvindt in samenwerking met NOC*NSF”. 8. Waarom wordt er juist gekozen voor deze vormen van fondsenwerving gekozen? “Nu wij ons ook gaan toeleggen op de particuliere markt, begeven wij ons op alle fronten van fondsenwerving. Vanuit het hoofdkantoor is ons opgelegd om ons te richten op de particuliere markt. We hebben ons eerder hier niet mee bezig gehouden omdat we een kleine organisatie zijn en weinig mankracht hebben”. Thema: Verantwoording 9. Welke vormen van fondsenwerving leveren over het algemeen veel inkomsten op? “Institutionele inkomsten leveren het meest op, omdat daar alle grote bedragen te halen zijn. Elk jaar krijgen wij via de Postcode Loterij 500.000 euro en dat ligt voor de komende vijf jaar vast. Het Marokko Fonds kan hier ook aanvragen bij indienen, maar het moet wel aansluiten bij hun doelstellingen”. Thema: Mogelijkheden 10. In hoeverre werkt Right To Play samen met het bedrijfsleven? “Right To Play richt zich op de grotere bedrijven en we gaan dan duurzame partnerschappen aan voor een langere periode. Davitamon en Landal zij onder andere Corporate Partners van ons. Bovendien hebben we ook een overeenkomst gesloten met Meeus. Zij stellen hun kantoorruimte ter beschikking aan ons. Met betrekking tot de MKB-markt hebben we vroeger mee samengewerkt, echter nu niet meer. Het is heel erg arbeidsintensief en het levert over het algemeen aanzienlijk lagere bedragen op. Ook het feit dat in het MKB de meeste klappen zijn gevallen wegens de economische crisis”. 11. Als u op zoek bent naar sponsors, welke tegenprestaties biedt Right To Play aan? “Wij verlenen sponsors altijd tegenprestaties, echter het hangt per bedrijf af van wat zij willen. Het kan dus heel uiteenlopend zijn. Is het netwerk wat het Marokko Fonds heeft interessant voor bedrijven? Is er een ambassadeur aanwezig die op een bedrijfspresentatie aanwezig kan zijn? Het verschilt enorm per bedrijf. Sommige bedrijven willen hun personeel activeren en andere bedrijven willen juist een goed doel steunen”. Thema: Bedreigingen 12. Hoe gaat Right To Play om met de bezuinigingen van de overheid? “Wij hebben subsidies gekregen van de overheid, echter dit was nooit zoveel. Het wegvallen van de subsidies van de overheid heeft invloed op de organisatie, omdat we meer moeten trekken aan Corporate en particulieren”. 13. Welke alternatieven of ontwikkelingen zie je in plaats van overheidssubsidies? “Er zijn maar een X-aantal geldstromen. Het is belangrijk dat je weet waar je je focus op gaat leggen. Je moet je niet focussen op de overheid, maar juist de andere geldstromen najagen”.
82
14. Zijn er ook andere bedreigingen naast het wegvallen van de overheidssubsidies voor een stichting zoals het Marokko Fonds? “De grootste bedreiging is de hoeveelheid goede doelen die in Nederland aanwezig zijn. Het zit hem met name in dat ze allemaal donateurs werven en achter het Corporate aanzitten”. Heeft u nog ideeën of aanvullende informatie die van belang kunnen zijn voor mijn onderzoek of weet u nog andere mensen die ik kan interviewen over dit onderwerp? ...
83
BIJLAGE 8: INTERVIEW PLAN NEDERLAND Praktisch Kader Informatiebehoefte Naam: Functie: Organisatie: Afspraak:
Martha Nauta Productmanager Particuliere Fondsenwerving Plan Nederland Dinsdag 10 april 2012 om 13:00u Van Boshuizenstraat 12 Amsterdam
Thema: Organisatie 1. Wat is uw functie binnen Plan Nederland? “Ik ben productmanager, particuliere fondsenwerving. Dat betekent dus dat ik fondsen moet werven bij particuliere sponsors. We hebben een aantal producten; kindersponsoring (25 euro p/m), projectsponsoring (vanaf 5 euro p/m) en eenmalige giften (ongelimiteerd). Die zetten we weg onder particuliere sponsors. Daar focus ik mij heel erg op. Ik richt mij op de gezinnen, op de ouderen en iedereen, mensen zoals jij en ik, die ons een gift zouden willen doen. Het liefst structureel”. 2. Welke werkzaamheden en verantwoordelijkheden vallen onder uw functie? “Particuliere fondsenwerving is mijn hoofdtaak, maar daarnaast ben ik ook verantwoordelijk voor het eerste jaar dat mensen binnen komen. Het zogenoemde welkomsttraject voor die mensen. Ik haal de mensen binnen, maar daarnaast moeten zij ook binnen blijven. Daarmee bedoel ik dat ze loyaal blijven aan Plan. Het behouden van de mensen is net zo belangrijk als de werving ervan. Er is echter nog veel winst te behalen op de structurele binding met deze mensen. De mensen hebben namelijk een bepaald verwachtingspatroon en wanneer dit niet wordt bevestigd, dan ben je ze weer kwijt. Daarnaast voer ik losse werkzaamheden uit zoals het inbound opvangen van de opzeggingen. Een breed takenpakket dus”. Thema: Definitie 3. Wat verstaat u onder fondsenwerving? “Fondsenwerving is erg afhankelijk van wie je doelgroep is. Het liefst wil je giften en dan met name structurele giften. Verder kun je onder fondsenwerving corporate partners verstaan”. Thema: Werkwijze 4. Fondsenwerving kost tijd, het kan er niet even zomaar bijgedaan worden. Hoe wordt het binnen Plan Nederland georganiseerd? “Bij Plan is het zo verdeeld dat er een viertal fondsenwervers zijn. Eén is echt gespecialiseerd in het online fondsenwerven en de andere drie hebben meerdere kanalen onder zich. Binnen Plan is er een eigen frontoffice en deze is servicegericht. De commerciële calls worden extern uitbesteed. Er is bovendien ook een afdeling binnen Plan die zich bezig houdt met bedrijven. Er is dan sprake van sponsoring op maat. Er zijn dus twee soorten afdelingen; de particuliere markt en de corporate markt”. 5. Wat is het achterliggende doel voor Plan Nederland om fondsenwerving in te zetten? “Wij leven van de structurele sponsors om programma in verschillende landen op te zetten”.
84
6. Welke vormen van fondsenwerving heeft Plan Nederland in het verleden toegepast en welke worden vandaag de dag toegepast? “Ik kan alleen spreken namens de particuliere markt. De vormen van fondsenwerving komen eigenlijk altijd neer op dezelfde kanalen. Er zijn verschillende manieren om fondsen te werven; -Telemarketing: dit liep goed tot het moment van het bel-me-niet-register. Momenteel wordt het eigenlijk alleen nog gebruikt voor upgrading (=de mensen die je al hebt om een hogere gift vragen). Met dit kanaal oogst je zichtbaarheid. -Direct-mail; vroeger was dit erg succesvol, maar tegenwoordig komt er zoveel binnen aan post. Het belandt bij het oud papier. -Door-to-door en straatwerving; de laatste twee jaar wordt dit voornamelijk toegepast. Het is echter door zoveel ontwikkelingsorganisaties gebruikt, waardoor het is uitgemolken. -Televisie; er zijn verschillende fondsenwervende programma’s geweest waaraan wij hebben deelgenomen zoals het AVRO’s Kerstgala. Daarnaast loopt er momenteel een grote mediacampagne op de Nederlandse televisie waarbij er aandacht wordt gevraagd voor stop de meisjes abortussen. Voor Plan is het echter zo dat dit niet zomaar gedaan mag worden, er moet een fonds wervend element in zitten omdat Plan gebonden is aan verschillende keurmerken. -Evenementen; het organiseren van sponsorlopen en concerten (=Because I’m a Girl), ondanks dat er al heel veel van zijn. Oxfam Novib organiseert bijvoorbeeld de Trail Walk. Dat is een enorme investering, maar daar kiezen wij niet voor. Wij kiezen dan voor de Helden Race of de Dam tot Damloop. Veel goede doelen zijn hier op ingesprongen. -Online; dit wordt steeds belangrijker. Dit draagt bij aan de naamsbekendheid en door het uitzenden van boodschappen neemt de loyaliteit toe. De inzet van Social Media wordt steeds meer toegepast, echter de conversie is moeilijk te achterhalen. Oftewel het omzetten tot een gift of tot een structurele sponsor. Campagne: in yourFacebook en online-bannering. Bij deze kanalen wordt er ingezet op eenmalige giften. De tweede stap is door middel van een telefoontje het om te zetten in een structurele gift. Tegenwoordig worden deze kanalen nog steeds toegepast alleen treedt er verandering op in de soort boodschap”. Thema: Verantwoording 7. Wat leveren deze vormen van fondsenwerving voor Plan Nederland op? “Ik kan het niet in cijfers uitdrukken, en het hangt af per campagne. 8. Op wie richt Plan Nederland haar fondsenwerving en hoe worden zij benaderd? “De programma’s in het veld worden betaald door verschillende bronnen van inkomsten. De particuliere inkomsten, de corporate fondsen en de overheidssubsidies. Hier worden de programma’s mee bekostigd. De moot van de particuliere inkomsten is het grootst, vanwege de grote donorbase van 80.000 kindersponsors die voort is gekomen uit het Foster Parents Plan. Daarnaast heeft men 75 jaar kunnen werken om de donorbase uit te breiden. Tegenwoordig wordt er meer op de projectsponsoring gezeten, zodat die ook wordt opgebouwd”. Thema: Mogelijkheden 9. In hoeverre werkt Plan Nederland samen met het bedrijfsleven? “De corporate afdeling richt zich op het bedrijfsleven en richt zich op de grotere bedragen, sponsoring in natura zoals producten en mankracht, en partnerships. Er is bijvoorbeeld een sponsorship met Nivea en Accenture. Het zijn verschillende vormen van samenwerking”. 10. Als u op zoek bent naar sponsors, welke tegenprestaties biedt Plan Nederland aan? “Vaak sponsoren bedrijven vanuit een maatschappelijk bewustzijn. Zij sponsoren een goed doel voor hun zichtbaarheid. ‘Koop dit product en je steunt dat’ (cause related marketing). In principe heeft
85
Plan niks te bieden, echter wanneer er een concert is wordt er een VIP-gedeelte voor hun gereserveerd. Daarnaast zichtbaarheid in nieuwsbrieven, dus communicatiemogelijkheden”. 11. Waarin verschilt/onderscheidt Plan Nederland zich ten opzichte van andere ontwikkelingsorganisaties op het gebied van fondsenwerving? “Op het gebied van fondsenwerving passen we vrijwel allemaal dezelfde kanalen toe. We zijn aan de ene kant concurrenten van elkaar, want we strijden allebei om die ene gift. Aan de andere kant zijn we collega’s en ontmoeten we elkaar in het veld. We hebben allen hetzelfde doel en dat is om het in ontwikkelingslanden beter te maken. De kracht van Plan is dat wij vorig jaar hebben gekozen om ons specifiek te richten op de meisjes in ontwikkelingslanden. Als het ware is dit onze Unique Selling Point. Naamsbekendheid is erg belangrijk en zorg dat je laagdrempelig bent door te laten zien wie is Plan, waar staan ze voor, waar gaat het geld heen en wat zijn de resultaten”. Thema: Bedreigingen 12. Hoe gaat Plan Nederland om met de bezuinigingen van de overheid? “Momenteel zijn de bezuinigingen nog niet van kracht. Het medefinancieringsstelsel is namelijk nog in werking en dat geld voor vijf jaar. Hoe het er straks uit gaat zien weten we niet, maar dat er bezuinigd gaat worden dat is zeker. Er zal straks meer druk komen te staan op de corporate partners om het gat op te vullen”. 13. Wat ziet u als bedreigingen voor Plan Nederland, en waar ziet u nog kansen liggen? “Mensen shoppen tegenwoordig veel meer. Daarnaast geven ze meer geld aan diverse goede doelen en zijn niet meer aan één goed doel gebonden. Ze geven dus verspreid bedragen en dan met name aan kleinere projecten. Je mag maar net hopen dat je daar tussen zit. Een andere trend is dat de mensen gemakkelijk opzeggen. Daarnaast zijn de kanalen heel duur, dus het moet wel wat opleveren anders snijd je in je eigen hand. Ook zorgt de wet- en regelgeving voor bedreigingen met het oprichten van het Bel-me-niet-register en het Bel-niet-aan. Voor het Marokko Fonds zijn er genoeg MKB-bedrijven die interesse hebben. Zij worden namelijk nog niet bestookt met vragen door goede doelen. Dit is een kans voor zowel het Marokko Fonds als ons Plan Nederland. Specifiek met betrekking tot het Marokko Fonds zal ik kijken naar MKB-bedrijven waar Marokkaanse-Nederlanders werkzaam zijn. 14. Hoe ziet u de toekomst voor de charitatieve markt en met name voor fondsenwerving? “In artikelen staat vaak dat de Nederlanders heel vrijgevig zijn. Dat is ook zo, maar het gaat dan om grote bedragen die worden verstrekt aan bijvoorbeeld Serious Request of grote noodhulpacties. Het overgaan op structurele verbintenissen wordt steeds minder en dat zal ook niet meer gaan worden. Het is belangrijk dat je meegaat met de tijd”. 15. Heeft u nog ideeën of aanvullende informatie die van belang kunnen zijn voor mijn onderzoek of weet u nog andere mensen die ik kan interviewen over dit onderwerp? “Ik zou de jongeren (de deelnemers) meer betrekken in het proces van fondsenwerving. Bijvoorbeeld voor ieder doelpunt dat gescoord wordt staat een bepaald bedrag. Daarnaast is het denk ik ook belangrijk dat er gezocht wordt in het bedrijfsleven. Benader met name lokale bedrijven en dit moet op tijd gebeuren. Lokale bedrijven worden zichtbaar voor de omgeving”.
86
BIJLAGE 9: INTERVIEW KIDSRIGHTS Praktisch Kader Informatiebehoefte Naam: Functie: Organisatie: Afspraak:
Cindy de Visser Manager Operations Kids Rights Vrijdag 13 april 2012 om 10:00u Telefonisch
Thema: Organisatie 1. Wat is uw functie binnen KidsRights? “Ik ben manager van de organisatie KidsRights”. 2. Welke werkzaamheden en verantwoordelijkheden vallen onder uw functie? “Ik ben begonnen als fondsenwerver bij KidsRights, om precies te zijn zakelijke fondsenwerving. Ik ben zelf bedrijfseconoom dus ik kom uit de zakelijke wereld. Twee jaar geleden is de directeur weggegaan en toen heb ik de functie als directeur overgenomen. Dus ik run het kantoor, zorg voor alle evenementen en stuur dit aan, daarnaast coördineer ik alle activiteiten zoals communicatie e.d. binnen KidsRights aan”. Thema: Definitie 3. Wat verstaat u onder fondsenwerving? “Het krijgen van geld uit de maatschappij ten behoeve van onze projecten”. Thema: Werkwijze 4. Fondsenwerving kost tijd, het kan er niet even zomaar bijgedaan worden. Hoe wordt het binnen KidsRights georganiseerd? “Toen ik de functie als directeur op mij nam, deed ik fondsenwerving er wel eventjes bij. Maar toen heb ik besloten om vast een fondsenwerver in dienst te nemen. Zodat iemand echt verantwoordelijk is voor fondsenwerving. Deze fondsenwerver is fulltime belast met fondsenwervende activiteiten. Binnen een kleine organisatie moet er echt iemand worden aangesteld voor fondsenwerving. Bij een grote organisatie ligt fondsenwerving, marketing en communicatie dicht bij elkaar. Daar zijn meerdere afdelingen erbij betrokken. Persoonlijk doe ik het er nog steeds een beetje bij, aangezien wij een kleine organisatie zijn. Onze organisatie bestaat uit 7 betaalde werknemers die in parttime en in fulltime verband bij ons werkzaam zijn”. 5. Wat is het achterliggende doel voor KidsRights om fondsenwerving in te zetten? “Om enerzijds kwetsbare kinderen in de wereld te helpen, door directe hulp. Dat doen we samen met projectpartners in de landen. Wij ondersteunen dit jaar 12 projecten in 10 landen en ongeveer 30.000 kinderen aan dagelijkse behoeften. Anderzijds willen wij kinderen een stem geven. Er wordt heel veel over kinderrecht gesproken door volwassenen. Wij, KidsRights, bieden kinderen een podium, dus eigenlijk een voorlichtingsactiviteit, om kinderrechten bespreekbaar te maken. De kinderen vertellen wat zij tegen komen en wat zij wel of niet nastreven. Kortom het gaat bij ons naar directe hulp voor kwetsbare kinderen en om kinderen een kinderen een podium te bieden over kinderrechten”. 6. Welke vormen van fondsenwerving heeft KidsRights in het verleden toegepast? “KidsRights is niet van start gegaan met de traditionele fondsenwervende activiteiten. In tegenstelling tot vele anderen ontwikkelingsorganisaties zijn wij vanuit het bedrijfsleven gestart. Wij lieten eerst
87
grote sponsors aan ons verbinden waarna wij via de televisie evenementen organiseerden, en zo kwamen er donateurs bij”. 7. Welke vormen van fondsenwerving worden vandaag de dag door KidsRights toegepast? “Wij organiseren onder andere tv-evenementen om donateurs te werven. Maar we organiseren ook gala-evenementen voor onze zakelijke achterban zoals komend weekend in de Laurenskerk, waarbij mensen betalen om binnen te komen. Het is een luxe gala waarbij artiesten e.d. optreden. Afgelopen zaterdag hadden wij ook een fondsenwervend gala, dus wij zijn hier druk mee bezig. Daarnaast organiseren wij loterijen en veilingen ten behoeve van de projecten die we ondersteunen en we zijn beneficiant van de Marathon van Rotterdam. Ook doen we heel veel aan zakelijke 1-op-1 werving en zijn we bezig met online-werven. Wij maken geen gebruik van vrijwilligers die fondsenwervende activiteiten uitvoeren zoals collecteren, echter wij hebben wel vrijwilligers die helpen met het organiseren van evenementen”. Thema: Verantwoording 8. Wat leveren deze vormen van fondsenwerving voor KidsRights op? “We zijn momenteel bezig met de jaarrekening, en we zitten ongeveer op 2 miljoen euro op jaarbasis. Zoals eerder aangegeven hebben we zakelijke contacten die 1-op-1 een project ondersteunen en dan helpt Kids Rights hun een plaats te geven in hun MVO”. 9. Op wie richt KidsRighs haar fondsenwerving en hoe worden zij benaderd? “Wij richten ons op de Nederlandse maatschappij; de particulieren. Zij worden benaderd op verschillende manieren via oline, tv, via deelname aan kleinere evenementen of evenementen zoals de marathon. En we richten ons op het bedrijfsleven in Nederland, die we benaderen via een 1-op-1 benadering. We ontwikkelen een programma voor een bedrijf in het kader van het MVO. Het bedrijfsleven wordt ook benaderd via de grote evenementen waar zij met hun netwerken en relaties naartoe kunnen. Thema: Mogelijkheden 10. In hoeverre werkt KidsRights samen met het bedrijfsleven? “Ja, want we zijn eigenlijk ontstaan vanuit bedrijfsleven. Het varieert op welk soort bedrijven wij ons richten, maar het zijn steeds meer de grotere bedrijven. Hoewel wij een kleine organisatie zijn, kunnen wij grote bedrijven aan ons binden. Doordat wij kleiner zijn kunnen wij flexibel inspringen op wensen van sponsoren”. 11. Als u op zoek bent naar sponsors, welke tegenprestaties biedt KidsRights aan? “Bij grotere bedrijven kijken we echt naar wat hun wensen zijn, dus het is echt klant op maat. Het gaat veel verder dan alleen logootjes plakken. De sponsors mogen bijvoorbeeld de projecten en de kinderen bezoeken en dat wordt door ons gefaciliteerd. De sponsors zien zo echt waar hun geld terecht komt en daarnaast vinden zij het leuk om in contact te komen met de kinderen. Het organiseren van netwerkbijeenkomsten voor sponsors en bedrijven helpt ook als een tegenprestatie. Je vertelt iets over jouw stichting en geeft hun de mogelijkheid om anderen te ontmoeten wat zakelijk gezien voor hun niet slecht is. Over het algemeen is het echt afhankelijk van een bedrijf wat hun behoeften zijn. Sommige bedrijven willen dat hun medewerkers betrokken worden en dan gaan we samen met het bedrijf een plan opzetten hoe zij ingezet kunnen worden”. 12. Waarin verschilt/onderscheidt KidsRights zich ten opzichte van andere ontwikkelingsorganisaties op het gebied van fondsenwerving? “Wij hebben een groot en uniek platform en dat is de Internationale Kindervredesprijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan een kind in de Ridderzaal die zich op een bijzondere wijze heeft ingezet ter bevordering van kinderrechten. Op dit platform komt de regering af, internationale
88
hoogwaardigheidsbekleders en beambten en bedrijven die het aantrekkelijk vinden om hierbij aangesloten te zijn. De prijs wordt elk jaar uitgereikt door een Nobel Vredesprijs Laureaat zoals Tutu en Gorbatsjov, dus dat zijn wel namen waar je bij een slager om de hoek niet mee moet aankomen. In het beleid zorgt KidsRights ervoor dat we transparant en efficiënt zijn. Op het gebied van fondsenwerving komen wij vanuit de zakelijke kant waarbij wij ons steeds meer richten op de beleving en de individuele betrokkenheid. De meeste ontwikkelingsorganisaties komen vanuit de donateurskant (=particuliere markt) en willen steeds meer richting zakelijk. Onze manier van fondsenwerving is meer ondernemend qua benadering, maar we gebruiken een aantal tools die een helemaal ontwikkelingsorganisaties toepassen”. Thema: Bedreigingen 13. Hoe gaat KidsRights om met de bezuinigingen van de overheid? “Wij hebben geen subsidies vanuit de overheid en wij zijn er ook nooit echt voor gegaan. Ooit in het verleden hebben we wel een klein project gehad met andere partners waarbij er wel steun is ontvangen. Wij zijn niet afhankelijk van de overheid in onze financiering, maar als je op politiek vlak kijkt dan gaat het niet goed. De economische malaise en het politieke klimaat heeft negatieve invloed op ontwikkelingssamenwerking. Dit wordt bevestigd in het feit dat we geen Minister van ontwikkelingssamenwerking meer hebben. Dit alles beïnvloedt het geefgedrag van de mensen. 14. Welke alternatieven of ontwikkelingen ziet KidsRights in plaats van overheidssubsidies? “Een trend in de markt en zeker bij de particulieren is dat zij niet zozeer leden willen worden, maar juist een beleving willen hebben. Zij willen een beleving en zich inzetten voor het goede doel door bijvoorbeeld een marathon te lopen en daar geld voor op te halen of te laten sponsoren. KidsRights speelt hierop in, door ons te richten op de mensen die iets willen meemaken en kunnen deelnemen aan iets, zodat er geld wordt ingezameld dat ten goede komt aan het goede doel. Als het Marokko Fonds zijnde, moet je kijken naar wie heeft er baat bij dat je iets organiseert voor mensen in Marokko. Daarnaast kan het Marokko Fonds terecht bij bedrijven waar de samenstelling uit veel Marokkanen bestaat. Met betrekking tot het Scoren voor Marokko project is een alternatief om ervoor te zorgen dat mensen ook in Marokko gaan voetballen voor het goede doel; het zorgen voor een beleving. Je kunt dan reizen aanbieden aan bijvoorbeeld de winnaar van het toernooi hier in Nederland. Ze moeten het dan wel zelf betalen. De sportprojecten die in Marokko worden ondersteund moet je veel meer hier naartoe halen. Bij het project kun je ook heel goed bedrijven betrekken door de jongeren te laten sponsoren of bij de medewerkers van de bedrijven navragen of ze een jeugdteam willen opzetten en hun laten meedoen aan het Scoren voor Marokko”. 15. Wat ziet u als bedreigingen voor KidsRights, en waar ziet u nog kansen liggen? “De gehele economische malaise natuurlijk. Er zijn heel veel ontwikkelingsorganisaties en er komen er waarschijnlijk meer bij, aangezien men steeds vaker en verder reist. Men ziet tijdens hun reis een weeshuis en zien dat zij weinig speelgoed hebben. Zodra ze thuis zijn starten ze een stichting en samen speelgoed in voor het weeshuis. Zo is KidsRights ook ontstaan. Wat je ook ziet is dat ontwikkelingssamenwerking steeds minder een verantwoordelijkheid is van de overheid. Het is een perceptieverschuiving, waarbij de wereld steeds dichterbij komt te staan en men de mogelijkheid tot reizen. Het wordt een verantwoording van ons allemaal”. 16. Hoe ziet u de toekomst voor de charitatieve markt en met name voor fondsenwerving? “Nieuwe mogelijkheden zijn er zeker. Helemaal met de komst van nieuwe communicatiemogelijkheden en tools zoals crowdraising en social media. Verder is het heel belangrijk dat je tastbaar maakt wat de steun en de hulp bewerkstelligd. Dus laat het resultaat zien en betrek ze erbij”.
89
Heeft u nog ideeën of aanvullende informatie die van belang kunnen zijn voor mijn onderzoek of weet u nog andere mensen die ik kan interviewen over dit onderwerp? “Ik zou met een aantal Marokkaanse ondernemers om de tafel gaan zitten. Je moet ze deelgenoot maken en niet hun op je stoel laten zitten. Niemand zit te wachten om geld te geven, ze gaan het alleen doen wanneer het aansluit bij hun doelstellingen. Vaak doen ze dit maar een keer. Je moet werken aan relaties en het is belangrijk dat je dit samen doet. Het is heel belangrijk om je bestuur in te zetten voor fondsenwerving. Het netwerk van je bestuur opent deuren”.
90
BIJLAGE 10: INTERVIEW JOHAN CRUYFF FOUNDATION Praktisch Kader Informatiebehoefte Naam: Functie: Organisatie: Afspraak:
Jordy Halapiry Manager Marketing en fondsenwerving Johan Cruyff Foundation Donderdag 12 april 2012 om 15:30u Telefonisch
Thema: Organisatie 1. Wat is uw functie binnen Johan Cruyff Foundation? “Ik ben verantwoordelijk voor alle marketing en fondsenwervende activiteiten. Dus dat houdt in; alles wat er commercieel gezien binnen onze organisatie plaatsvindt. Ik doe dit niet alleen maar ik ben er wel eindverantwoordelijk voor”. 2. Welke werkzaamheden en verantwoordelijkheden vallen onder uw functie? “Qua werkzaamheden doe ik alles dat als doelstelling heeft om geld binnen te halen. Dat kan zijn in het opzetten van campagnes, maar ook het organiseren van fondsenwervende evenementen, en het aangaan en onderhouden van partnerships met commerciële bedrijven”. Thema: Definitie 3. Wat verstaat u onder fondsenwerving? “De JCF verstaan onder fondsenwerving, alles wat binnen komt en je kunt scharen onder de noemer van geld ophalen via derden. Of dat dan consumenten zijn of het bedrijfsleven dat maakt niet uit. Kortom alles dat te maken heeft met het ophalen van geld via derden”. Thema: Werkwijze 4. Fondsenwerving kost tijd, het kan er niet even zomaar bijgedaan worden. Hoe wordt het binnen Johan Cruyff Foundation georganiseerd? “Binnen JCF zijn er twee werknemers die zich veelvuldig met fondsenwerving bezig houden waarvan ik er één ben. Wij zitten met 11 werknemers op het kantoor, en twee daarvan houden zich fulltime bezig met het binnen halen van geld. Daarnaast houdt de directeur zich in bepaalde mate ook bezig met fondsenwerving, maar dat is meer naar de buitenwereld toe en het in ontvangst nemen van cheques. In de voorbereidingen zijn we daar dus met twee mensen mee bezig, hoewel er meer mensen daarbij betrokken zijn zoals een afdeling communicatie om de boodschap te verkondigen”. 5. Wat is het achterliggende doel voor Johan Cruyff Foundation om fondsenwerving in te zetten? “Als non-profitorganisatie ben je opgericht voor je doelstelling en bij ons is dat het in beweging brengen van de jeugd op een zo’n breed mogelijke manier. Fondsenwerving wordt ingezet om de projecten draaiende te houden, zodat de jeugd kan sporten. We proberen zoveel mogelijk geld daar naartoe te laten stromen, maar er gaat ook geld op aan de overheid. Het merendeel wordt besteed aan de doelstellingen”. 6. Welke vormen van fondsenwerving heeft Johan Cruyff Foundation in het verleden toegepast en welke worden vandaag de dag toegepast?
91
“Wij hebben ons eigenlijk nooit echt gericht op de consument, dus wij zijn altijd meer een goed doel geweest dat gericht is op het bedrijfsleven en in hele beperkte mate op het verkrijgen van subsidies. Wij benaderen het bedrijfsleven door een partnership met hun aan te gaan van minimaal 3 jaar, om inkomsten te ontvangen dan wel diensten. Dat zijn meer de traditionele vormen. Met subsidies zijn we eigenlijk niet echt mee bezig, we doen het echter wel, maar daar ligt niet onze ambitie. Er is geen specifieke plan van aanpak om aan subsidies te komen, omdat daar niet onze ambitie ligt. We richten ons steeds meer op de consumenten, in vertaling naar producten en/of evenementen. We gaan niet de straat op of doen collectes, maar in de vorm van evenementen en merchandising. 7. Waarom is er juist gekozen voor deze vormen van fondsenwerving? “We hebben met onze naam en de oprichter van de organisatie een bepaald karakter in huis. Men heeft over de persoonlijkheid in de vorm van Johan Cruijff vaak een bepaalde mening. Of dat positief of negatief is, dat is aan de consument. Wij hebben bewust een keuze gemaakt om juist met ons profiel niet te gaan collecteren. Als wij ons vergelijken met gezondheidsfondsen als de Nierstichting of het Aids-fonds dan is gebleken dat de consument de het minder belangrijk vindt om aan de Johan Cruyff Foundation te doneren. Dit blijkt onder meer uit een eerder onderzoek. Daarnaast loopt er momenteel een onderzoek om het imago van het JCF weer duidelijk in kaart te brengen. De ervaring heeft geleerd dat collectes niet het verschil maken. Er is dus een bewuste keuze gemaakt door de elf werknemers”. Thema: Verantwoording 8. Wat leveren deze vormen van fondsenwerving voor Johan Cruyff Foundation op? “Het bedrijfsleven levert ons zeker wat op met name voor de structurele giften. Ook zijn er eenmalige giften en dat zijn consumenten die zich aan ons hebben verbonden; de donateurs. Bovendien zijn er bedrijven die eenmalig een donatie verstrekken. We zijn bezig met de donateurs en we proberen die relatie goed in stand te houden. Alleen is daar niet onze begroting van afhankelijk. Het zijn namelijk incidentele giften. Door de jaren hebben we een bepaald middel overgenomen en dat komt ieder jaar wel goed uit. De donateurs moeten warm gehouden worden en er moet zorgvuldig met ze omgegaan worden, echter het is en blijft geen stabiele club die jaarlijks toezeggen voor een donatie”. 9. Op wie richt Johan Cruyff Foundation haar fondsenwerving en hoe worden zij benaderd? “Het JCF is in de gelukkige positie dat we eigenlijk niet hoeven te acquireren. Over het algemeen komen de partijen naar ons toe. Dat neemt niet weg dat we weleens via relaties ergens binnen komen en dat we dan zelf het initiatief nemen. Het is eigenlijk een soort van mix, maar over het algemeen zitten wij in de luxe positie dat we de partners om ons heen verzamelen”. Thema: Mogelijkheden 10. In hoeverre werkt Johan Cruyff Foundation samen met het bedrijfsleven? “Er zijn een aantal commerciële bedrijven die zich hebben verbonden aan het JCF. Dan kun je denken aan Audi die ons ondersteund in support-auto’s waarin wij rijden, de Nationale Postcode Loterij en leveranciers in sporttoestellen. In totaal heeft het JCF 24 vaste partners, die allemaal van uit hun achtergrond, visie en motivatie iets willen doen. Wij, als het JCF, gaan altijd opzoek naar die achterliggende motivatie. Voor de ene organisatie is de motivatie vanwege interne doelstellingen. Zij vinden het belangrijk dat hun medewerkers betrokken zijn. Voor een andere organisatie is een motivatie dat zij zichtbaar zijn. Ze laten zien dat zij een goed doel steunen. Er worden afspraken gemaakt over de duur van een partnership en over de inhoud”. 11. Als u op zoek bent naar sponsors, welke tegenprestaties biedt Johan Cruyff Foundation aan? “Dat zijn met name de vaste partijen die een vaste donatie doen waar wij een overeenkomst mee hebben. Er worden dan afspraken gemaakt over wie wat terug krijgt. Het is dan zo, dat de partijen die
92
meer geven, er ook meer voor terugkrijgen. Voor de een kan het meer zijn in de vorm van exposure en voor een ander kan het zijn dat zij juist meer bij events betrokken zijn. Het ligt ook aan de partners waar hun behoefte ligt”. 12. Waarin verschilt/onderscheidt Johan Cruyff Foundation zich ten opzichte van andere ontwikkelingsorganisaties op het gebied van fondsenwerving? “Wat wij vaak van partijen horen is dat wij concreet weten waar we mee bezig zijn. Voor de partijen is het duidelijk waar hun donatie naartoe gaat in tegenstelling tot organisaties die zich richt op ontwikkelingssamenwerking. De achterban weet vaak niet waar hun donatie naartoe gaat. Daarnaast onderscheiden wij ons in het feit dat wij in een speelveld zitten van sport, jeugd en beweging wat heel tastbaar is. Men is snel geneigd om zich aan ons te verbinden omdat het dicht bij huis is. Het JCF onderscheidt zich door concreet en tastbaar te zijn”. 13. Hoe gaat Johan Cruyff Foundation om met de bezuinigingen van de overheid? “Wij verkrijgen niet zozeer subsidies vanuit de Rijksoverheid. In het verleden hebben we deze wel gehad, maar dat project is destijds afgelopen en er was geen hernieuwde subsidie voor nodig. Wat wij bij de Cruyff Courts merken is dat daar de klappen vallen. Het is moeilijker om aan een budget te komen. De algemene tendens is dat veel partijen heroverwegen waar ze hun sponsorbudget aan uitbesteden. In die hoedanigheid vinden sommige partijen het lastig om beslissingen te nemen. De besluitvorming duurt tegenwoordig veel langer dan voorheen”. 14. Welke alternatieven of ontwikkelingen ziet Johan Cruyff Foundation in plaats van overheidssubsidies? “Waar wij tegenwoordig veel meer op zitten alle vormen van crowdfunding. Dit zorgt ervoor dat je achterban vergroot wordt en dat het aantal personen dat aan je wilt geven zich ook vergroot. We richten ons minder op de grote klappers maar juist meer op het binnenhalen van kleine donaties. Dat is een ontwikkeling die veel gaande. Het is zeker niet makkelijk, maar er zit wel toekomst in. Een voorbeeld van crowdfunding is het evenement; Wintertijd. Dit is een samenwerking met de Nederlandse skivereniging. Op de dag wanneer de wintertijd in gaat vindt er een skimarathon plaats in de indoorskihal te Landgraaf, waar iedereen zich voor kan inschrijven. Dit jaar wordt er een vervolg aan gegeven en wij willen het bereik van het aantal mensen vergroten. Op die manier dat mensen via een evenement, iets doen wat ze leuk vinden en met als bijkomstigheid dat ze zich inzetten voor het goede doel. Het is belangrijk om in te zetten op een paar beperkte instrumenten die zich hebben bewezen, in plaats van op alle trends te willen inspelen. Via Social Media proberen we met een paar drukken op de knop een groot groep te bereiken”. Thema: Bedreigingen 15. Wat ziet u als bedreigingen voor Johan Cruyff Foundation, en waar ziet u nog kansen liggen? “Wij willen niet dat de overheid zich terugtrekt uit het non-profitbestaan, vandaar dat wij er kort op zitten. Eigenlijk moeten we met alle goede doelen het politieke klimaat tegengaan door te lobbyen en er bovenop blijven zitten, zodat we in ieder geval steun blijven krijgen van de overheid. De bedreiging van het terugtrekken van overheidssubsidies neemt zorgwekkende vormen aan. Daarnaast is het economische klimaat bij bedrijven ook een bedreiging waarbij de budgetten teruglopen, echter dit is al een tijdje aan de gang”. 16. Hoe ziet u de toekomst voor de charitatieve markt en met name voor fondsenwerving? “De bedreigingen proberen wij om te zetten naar iets positiefs. We willen juist bedrijven bewust maken dat ze juist nu moeten investeren in goede doelen. Ze creëren zo kansen voor zich zelf op het gebied van maatschappelijke betrokkenheid. De bedrijven die investeren in goede doelen onderscheiden zich ten opzichte van de concurrentie die dit niet doen. Wat we nu al zien, maar alleen
93
maar sterker zal worden, is de wildgroei van het aantal goede doelen. De charitatieve markt zal alleen maar groter worden, echter ik denk dat er meer samengewerkt zou moeten worden. Nu vraagt iedereen afzonderlijk subsidies aan bij de overheid, maar door samen een aanvraag te doen is de kans groter dat men inkomsten krijgt. Nu is het te versnipperd”. 17. Heeft u nog ideeën of aanvullende informatie die van belang kunnen zijn voor mijn onderzoek of weet u nog andere mensen die ik kan interviewen over dit onderwerp? “Het toesturen van een onderzoek dat onlangs is uitgevoerd met betrekking tot de marketing van goede doelen”.
94
BIJLAGE 11: INTERVIEW LEENAERS VERLOOP Praktisch Kader Informatiebehoefte Naam: Functie: Organisatie: Afspraak:
Sofie Bienert Adviseur Leenaers Verloop Woensdag 11 april 2012 om 09:00u Skypegesprek
Thema: Organisatie 1. Wat is uw functie en welke werkzaamheden voert u uit? “Ik werk bij Leenaers Verloop en dat is een adviesbureau voor sponsoring en fondsenwerving dat al ruim tien jaar bestaat. Binnen Leenaers Verloop ben ik adviseur en hiervoor werkte ik in de culturele sector, waar ik werkzaam was voor WWAV. Dat is een groot fondsenwervingsbureau voor goede doelen”. 2. Waar bent uverantwoordelijk voor? “Ik ben verantwoordelijk voor het advies en de trainingen die we geven aan klanten. Dat zijn vooral maatschappelijke organisaties uit de cultuur, zorg, onderwijs en goede doelen sector”. Thema: Definitie 3. Wat verstaat u onder fondsenwerving? “Binnen onze organisatie maken wij altijd het verschil tussen sponsoring en fondsenwerving. Fondsenwerving is een begrip waaronder wij het volgende verstaan; het verkrijgen van gelden van particulieren, bedrijven en vermogensfondsen. Soms is dat met tegenprestatie en soms is dat zonder tegenprestatie. Hierin zit ook het verschil met sponsoring. Sponsoring is puur gericht op bedrijven waarbij er gewerkt wordt met een contract en het leveren van een tegenprestatie. Onder sponsoring verstaan wij; het sluiten van echte deals met bedrijven zoals bijvoorbeeld ook een voetbalclub dat doet. Er zijn ook steeds meer bedrijven die aan maatschappelijke sponsoring doen, dus zij geven geld of zaken in natura zonder dat daar een contract tegenover staat. Vaak wel naamsvermelding, maar dat noem ik een kleine tegenprestatie, geen contract. Dat geldt ook voor vermogensfondsen en particulieren, die verwachten ook wel iets terug, zij willen bedankt worden en op de hoogte gehouden worden wat er met het geld gedaan is”. Thema: Werkwijze 4. Fondsenwerving kost tijd, het kan er niet even zomaar bijgedaan worden. Hoe wordt fondsenwerving binnen uw organisatie georganiseerd of hoe vindt u dat het binnen een stichting georganiseerd moet zijn? “Fondsenwerven is simpel gezegd een relatie aangaan met mensen. Dat is het belangrijkste wat je als stichting behoort te doen. Dat begint bij het bestuur, de directie en staf. Zij moeten bereid zijn om hun netwerk in te zetten voor het werven van fondsen. Daarnaast moeten zij contacten zien op te bouwen met behulp van hun netwerk. Bij fondsenwerving is het belangrijk dat je van binnen naar buiten werkt. Je begint eerst bij de meest warme contacten en werkt toe naar de koudere contacten. Het begint dus intern. Ook ondersteuning moet geregeld worden, er moet iemand zijn die fondsenwerving als verantwoordelijkheid heeft en de uitvoering verzorgt zoals het sturen van bedankbrieven, het bijhouden van de database etc., De contacten moeten warm gehouden worden, op de hoogte worden gesteld, en bedankjes geven”.
95
5. Met welke vormen van fondsenwerving heeft u in het verleden te maken gehad en hoe bevielen deze? “Alle vormen, maar wat voor jullie het meest geschikt is, hangt af van je doel, hoeveel geld heb je nodig en waarvoor en of dat dat eenmalig of structureel is. Het is afhankelijk van wat je nodig hebt. Heb je eenmalige giften nodig of zijn dit structurele giften? Wanneer je dit weet, kun je bepalen hoe je gaat werven”. 6. Welke vormen van fondsenwerving worden vandaag de dag toegepast? “Momenteel is Social Media een manier om te werven en online wordt er steeds meer gedaan. Ook is men bezig met het opzetten van evenementen en verschillende acties. Een voorbeeld van een actie is het beklimmen van de Alpe d’Huez om geld in te zamelen voor de Kankerstichting. Maar ook Direct Mail, sponsoring, donaties van particulieren, telemarketing, straatwerving etc. zijn nog steeds bruikbare vormen. Het hangt helemaal af van je doel en de doelgroep. En wat ook steeds meer begint te komen zijn programma’s voor het benaderen van vermogende particulieren en ondernemers. Dat heet grote giften werving en gebeurt altijd op een hele persoonlijke manier, dus niet door mailings of advertenties”. 7. Waarom wordt er juist gekozen voor deze vormen van fondsenwerving? “Bij de afweging hoe je het aanpakt moet je nagaan: 1-Hoeveel netwerk je hebt en kunt ontwikkelen; is persoonlijke werving wel zinvol? 2-Wat de kosten zijn van de diverse vormen van werving; persoonlijke gesprekken kosten tijd maar geen geld. Direct mailings kosten wel geld, maar je bereikt snel een grote groep. Echter de respons is veel lager 3-Kun je er naast geld ook publiciteit mee halen; publiciteit is interessant”. Thema: Verantwoording 8. Welke vormen van fondsenwerving leveren over het algemeen veel inkomsten op? “Over het algemeen is niet gebleken dat het een meer oplevert dan het ander. Er is geen kip dat alleen maar gouden eieren legt, waar je altijd bij terecht kunt als een ontwikkelingsorganisatie geld nodig heeft. Als organisatie is het van belang dat je weet wat je nodig hebt, zijn het eenmalige of structurele giften? Dit maakt het verschil. Neem een kijkje in het handboek en lees in over de fondsenwervingspyramide. Kies je voor kleine bedragen bij particulieren of voor grote bedragen bij vermogensfondsen. De grote bedrijven geven best veel geld, maar alleen aan voor hen interessante organisaties. Bijvoorbeeld een partnership tussen shell en het Mauritshuis +/- 1 miljoen per jaar. De grotere vermogensfondsen geven best aanzienlijke bedragen als je aan hun criteria voldoet! Vermogende particulieren kunnen ook aanzienlijke bedragen geven, maar dan moet je wel iemand treffen die echt heel enthousiast is voor jouw goede doel”. Thema: Mogelijkheden 9. De overheid heeft besloten om te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. De overheidssubsidies vallen dus weg. Waar liggen er nog mogelijkheden voor kleine stichtingen voor het aanboren van inkomsten? “Bij vermogensfondsen kun je als kleine stichting vaak terecht. Het is belangrijk dat je de aanvraagprocedure volgt, dus begin hier dan tijdig mee. Het Oranje Fonds is een vermogensfonds waar Stichting Marokko Fonds iets zou kunnen ophalen. De enige manier om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage is door hun procedure te volgen. Neem eerst telefonisch contact op en leg kort uit wat het Marokko Fonds doet. Daarnaast vraag je ook of het binnen hun doelstellingen past. Een aanvraagprocedure vergt ook tijd en is een proces. Het indienen van een aanvraag moet minimaal 3 maanden van tevoren. Als je deze stappen niet onderneemt, dan is de kans klein dat je iets binnen haalt en daarnaast is het zonde van je inspanning”.
96
10. Welke alternatieven of ontwikkelingen ziet u in plaats van overheidssubsidies? “Aan alternatieven kun je denken aan de vermogensfondsen, de particulieren en bedrijven. Er zijn eigenlijk nog geen ontwikkelingen gaande. Samenwerking met andere maatschappelijke organisaties. Verkopen van je eigen kennis, zelf iets aanbieden op de markt en zo geld verdienen met passende diensten en/ of producten”. 11. Welke trends of kansen zijn er, waar een stichting op in zou kunnen spelen? “Een kans bij particulieren is dat steeds meer mensen begrijpen dat ze zelf ook moeten bijdragen aan maatschappelijke doelen, omdat ze anders niet in stand blijven. De particulieren zijn ervan op de hoogte dat de overheid zich terugtrekt. Een kans voor het Marokko Fonds is om hun aanpak op orde te hebben. Bij veel maatschappelijke organisaties is hun aanpak niet professioneel. Ze beginnen maar ergens wegens bijvoorbeeld tijdgebrek. Dit werkt niet en levert dus geen resultaat op”. 12. Onlangs heb ik de term crowdfunding langs zien komen. Hoe kan crowdfunding ingezet worden door een stichting? En zijn er voorbeelden van ontwikkelingsorganisaties die hier mee bezig zijn? “www.allesvoordekunst.nl; is een website waar kunstenaars en culturele instellingen hun projecten op kunnen zetten en waar zij opzoek gaan naar financiering die verleend worden door mensen die een relatie willen aangaan. Over het algemeen zijn de donaties nog niet heel hoog. Crowdfunding wordt wel degelijk ingezet, maar op het gebied van ontwikkelingsorganisaties daar weet ik niet zoveel van af. Crowdfunding is niet een nieuwe manier van werken maar een nieuwe manier van communiceren. Dus online en via Social Media. Het komt dichterbij de mensen en ook sneller”. 13. De goede doelen kiezen ook vaker voor een samenwerking met het bedrijfsleven. Hoe ziet u de samenwerking met het bedrijfsleven en een kleine stichting zoals het Marokko Fonds? “Steeds meer bedrijven kiezen voor maatschappelijke sponsoring. Dat is in feite een gift waarbij geen contract is opgesteld. Het enige wat zij mogelijk vragen is dat zij hun naam ergens vermeld willen zien staan. Daarnaast zetten bedrijven steeds vaker mankracht of middelen/materiaal in vanwege de recessie. De mensen willen deelnemen aan bijvoorbeeld een evenement of ze zetten hun medewerkers in als vrijwilliger voor een project. Daarnaast wordt de catering verzorgd. Geld geven wordt steeds lastiger. Wel kansen bij MKB als ze je voor je goede doel weet te enthousiasmeren, zij worden nog niet overvraagd en kunnen snel beslissen als ze persoonlijk enthousiast zijn. Bij grote bedrijven liggen alle sponsorbudgetten als vast en moet een aanvraag eerst door allerlei commissies. Bij ondernemers in het MKB gaat het meer om de persoonlijke affiniteit”. 14. Wat voor soort bedrijven kiezen ervoor om goede doelen te steunen? Zijn er ook mogelijkheden op de MKB-markt? “Het MKB is opzich een goede insteek, maar ze willen wel iets doen dat daadwerkelijk belangrijk is. Ze willen vaak iets doen in hun eigen directe omgeving, zoals het meehelpen met de organisatie van sporttoernooien. Het Marokko Fonds kan het MKB vragen om een extra financiering, net als zij dat kunnen doen bij vermogensfondsen, zodat zij dat aan anderen dingen kunnen besteden. Denk hierbij aan het ondersteunen van sportprojecten in Marokko. Voor het Marokko Fonds is het interessant om te achterhalen welke bedrijven een link hebben met Marokko en de Marokkaanse jeugd. Ook kan er navraag gedaan worden bij de Rabobank Foundation (dat is een groot landelijk fonds!) en andere vermogensfondsen. Ook lokale Rabo- en andere banken hebben potjes, maar die zijn over het algemeen veel kleiner”.
97
Thema: Bedreigingen 15. Zijn er ook andere bedreigingen naast het wegvallen van de overheidssubsidies voor een stichting zoals het Marokko Fonds? “Bedrijven geven tegenwoordig minder snel geld. Ze kiezen er eerder voor om hun personeel in te zetten dan een financiële bijdrage te leveren. Bedrijven verlenen liever hulp in natura dan in geld. Bovendien kiezen bedrijven ook steeds meer voor maatwerk. Een standaardmail eruit sturen werkt niet. Als stichting moet je echt specifiek richten tot een bedrijf dat bij je past en aangeven wat het bedrijf aan jou heeft. De toenemende concurrentie die strijd om hetzelfde is ook een bedreiging. Iedereen wordt vanuit allerlei kanten bestookt door ontwikkelingsorganisaties met de vraag of ze hun kunnen ondersteunen”. 16. Hoe ziet u de toekomst voor de charitatieve markt en met name voor fondsenwerving? “De concurrentie wordt groter en dat maakt het zeker niet makkelijker. Er is minder geld te verdelen, dus de toekomst zit hem in netwerken opbouwen. Geld moet apart worden gezet om in fondsenwerving te kunnen investeren. Als men niet investeert in fondsenwerving dan krijgt men er ook nooit iets uit. Er moet naast fondsenwerving ook geïnvesteerd worden in mankracht en in professionaliteit, en dan zijn er veel kansen mogelijk. Men moet creatief omgaan met communicatiemogelijkheden”. 17. Heeft u nog ideeën of aanvullende informatie die van belang kunnen zijn voor mijn onderzoek of weet u nog andere mensen die ik kan interviewen over dit onderwerp? “Volg een stappenplan. Het gaat niet zozeer om waar je het aanvraagt, maar waarvoor. Heb je een goed verhaal? Case for support, en hoe en bij wie vraag je aan? Dat is de uiteindelijke vraag”.
98
BIJLAGE 12: STAPPENPLAN FONDSENWERVING In bijlage 12 is een overzichtelijk stappenplan opgenomen hoe het Marokko Fonds particulieren moet benaderen. Er is gebruik gemaakt van de volgende bron: Hoeden, O. van der. (2009). Het 8-stappenplan van particuliere fondsenwerving. Geraadpleegd op 18 mei 2012 via http://www.kcg.nl/uploads/stappenplanfondswerving.pdf STAP 1 BEREID JE VOOR In de eerste stap is het belangrijk om de volgende 3 kerngebieden voor te bereiden. A. Geld B. Mensen C. Middelen Kerngebied 1. Geld Doelstellingen specifiek omschrijven: - Wat ben je, voor wie ben je, wat doe je, wat wil je? - Welk bedrag? - Waar is het geld voor nodig, incidenteel of structureel? - Tijdsbestek waarin het geld geworven moet worden - wanneer is het uiterlijk nodig? Doelstellingen intern onderschrijven en ondersteunen. Voor de langere termijn moeten er ook doelstellingen worden benoemd. Kerngebied 2. Mensen Bestuursleden en ook de vrijwilligers bij grotere organisaties zijn de ambassadeurs van de organisatie, aangezien zij een cruciale rol spelen bij de fondsenwerving. Bestuurders en vrijwilligers moeten zich daarbij proactief opstellen. Je moet vier kernkwaliteiten in je bestuur hebben: 1. Wijsheid 2. Status/ bekendheid 3. Rijkdom 4. Aanpakken, hands-on mentaliteit. Zorg voor duidelijke afspraken en taakomschrijving met betrekking tot de fondsenwerving. Niet iedereen wil/ kan/ moet hetzelfde doen, maar allen moeten betrokken zijn en blijven! Kerngebied 3. Middelen Zorg voor een doeltreffende administratieve structuur, die tevens toegankelijk en inzichtelijk is. Een database is de ruggengraat van zo’n administratiestructuur. Het is als het ware een magazijn van informatie over de huidige en toekomstige begunstigers. Neem de tijd om een goede database structuur te maken. STAP 2 IDENTIFICEER JE DOELGROEP Voordat je de mensen om geld vraagt, voordat je de strategie daarvoor bepaalt en je doelstellingen hebt vastgelegd, moet je bedenken uit welke hoeken de begunstigers kunnen komen. - Doelgroepen identificeren en segmenteren; - De potentie voor ondersteuning per groep vaststellen.
99
Er zijn drie hoofdgroepen van potentiële begunstigers: 1. Bezoekers –mensen die de instelling kennen en zich erbij betrokken voelen. 2. Kennissen- mensen die de organisatie wel kennen, maar zich er nog niet bij betrokken voelen. 3. Aspiranten - mensen die de organisatie niet kennen, maar die zich wel betrokken zouden kunnen voelen. De rest zijn de mensen die weten dat het Marokko Fonds bestaat maar geen belangstelling hebben in de organisatie. Er zijn ook mensen die niet weten dat het Marokko Fonds bestaat, maar sowieso niet geïnteresseerd zijn in het goede doel. Het is belangrijk dat zij met rust worden gelaten, want het heeft geen zin aan hen tijd te spenderen. Hoofdgroep 1. De bezoekers Er zijn twee type bezoekers te onderscheiden. Type 1: ‘In huis’ Wie is je vaste publiek- zit daar een sleutelfiguur tussen- hoe zijn ze in categorieën in te delenhoeveel zijn het er- is er een gemeenschappelijke achtergrond/noemer. (al deze gegevens haal je dus uit een database). Spreek je vaste publiek persoonlijk aan tijdens Scoren voor Marokko om te peilen wat hen bezig houdt. Vraag sleutelfiguren om tips te geven voor fondswerving, maak ze alvast medeplichtig. Type 2: ‘Niet in huis’ Mensen die wel geïnteresseerd zijn in de organisatie, maar niet speciaal in de programmering; deze willen graag ‘helpen’. Deze contacten lopen vaak via de individuele netwerken. Zorg dat deze ‘geïnteresseerden’ in de database komen te staan! Hoofdgroep 2. Kennissen Er zijn twee soorten impact die van invloed zijn. Directe impact Is er een directe impact van de organisatie op de gemeenschap? Hoe en hoe vaak treedt de organisatie naar buiten, hoe staat ze bekend, imago, identiteit? Hoe kan de ‘kennis’ de organisatie (hebben) leren kennen? Alle contact naar buiten begint altijd met positionering van jezelf. Bedenk hoe je de meerwaarde van je organisatie kunt aanhaken bij de interesses van de kennissen. Indirecte impact Er is bijvoorbeeld sprake van economische impact en impact op het imago van de omgeving. Is de organisatie maartschappelijk ‘in’ en the place to be, of telt hij niet als belangrijk en maatgevend. Door naar activiteiten en aanwezigheid in de samenleving te kijken ontwikkel je argumenten voor het verdedigen van het belang van de organisatie. Zo creëer je een nieuw beeld voor menen die weten dat je bestaat, maar nog niet weten dat dit impact op hun leven heeft. Hoofddoelgroep 3. Aspiranten Aspiranten zijn potentieel nieuw publiek, maar eveneens potentiële begunstigers. Is er een maatschappelijke groepering die zich graag verbindt aan ontwikkelingssamenwerking, kwaliteit, exclusiviteit. Vul maar in. Zijn er goede doelen organisaties die zich ook bezig houden met fondswerving? Zijn er interessante, smaakmakende lokale bedrijven. Met deze drie hoofdgroepen van begunstigers moet gecommuniceerd worden. Alle ervaringen en resultaten komen terecht in de centrale database!
100
STAP 3 DOE VERDER ONDERZOEK Bepaal welke gegevens er nodig zijn om de database te completeren. Ook moet er worden afgesproken wie wat gaat onderzoeken en deel met elkaar de resultaten. Verspreid en vermeerder je kennis! Bronnen - Mensen in je netwerk -iedereen weet weer iets over iemand anders; - De lokale kranten – wie/ wat krijgt vaak aandacht; - Google, Facebook, LinkedIn; - Telefoon- en bedrijfsgids; - Gemeentegids; - Andere organisaties in de buurt; - Een publieksonderzoek –enquête, vooral bedoeld om contact met je publiek en hun wensen te maken; - Sociale kringen waar een donateur in spe ook lid van is. STAP 4 PLAN JE AANPAK Middelen bepalen en reserveren. Je hebt in ieder geval vier middelen nodig: 1. Tijd 2. Geld 3. Database 4. Mensen Fondsenwerving kost veel tijd en komt bovenop andere taken, of er moet besloten worden taken te laten liggen/vervallen. Aan te bevelen om van tevoren een tijdsplanning te maken. Geld Van tevoren een reële begroting maken. Houd hierbij rekening met het feit dat kopietjes en postzegels ook geld kosten! Database Een van de belangrijkste instrumenten die je nodig hebt is de database, maar die moet wel aansluiten bij de behoeften van de organisatie. Een database kan zo goedkoop mogelijk, desnoods wordt het bijgehouden in een Excelbestand. Mensen Het Marokko Fonds werkt met vrijwilligers. Het is van belang dat de vrijwilligers goed worden geïnstrueerd en dat zij de tijd krijgen om een klus voor te bereiden. Er bestaan professionele fondsenwervers die op basis van een honorarium de fondswerving opnemen. In geval van een vrijwilligersbestuur is het van belang dat het hele bestuur zich proactief opstelt, fondsenwerving gebeurt immers vaak ook informeel! Belangrijk dat alle medewerkers het eens zijn over: - Wat is het Marokko Fonds? - De reden waarom ondersteuning wordt gevraagd; - De manier waarop de ondersteuning wordt gevraagd; - Hoe de ondersteuning wordt gevraagd; - Hoe het geld besteed gaat worden; Het Marokko Fonds moet een tegenprestatie leveren aan de vrijwilligers, sponsors en andere relaties. Denk hierbij aan bijvoorbeeld:
101
-
Vrijkaartjes; Je naam ergens aan verbinden; Speciale producten voor de geldgevers (exclusiviteit, voorrang bij reserveren van plaatsen, meet en greet-bijeenkomsten, of toegang achter de schermen); Toegang tot bepaalde netwerken door het organiseren van netwerkbijeenkomsten; Gratis nieuwsbrief; Gevoel bij een bepaalde groep te horen
Tip: check bij ‘proefkonijnen’ wat hen beweegt, welke tegenprestatie hen het meeste aanspreekt. Tip: let op de kosten van de tegenprestaties! Niet al te royaal zijn met vrijkaartjes, zodat de opbrengst uiteindelijk minder dan voorheen zou worden! Het verzorgen van de tegenprestaties kost uren. Stel vast of er een goede balans is tussen het belang van de begunstiger en de kosten voor de organisatie. Maak een heldere, concrete Case for support: - We hebben ondersteuning nodig om onze kwalitatieve programma’s te kunnen blijven bieden; - Met iedere € 5 die we ontvangen kan de stichting Marokko Fonds één meisje in Marokko voorzien van sportkleding. STAP 5 CREEER BETROKKENHEID Begin niet direct met het vragen van geld! Het is veel belangrijker om persoonlijke betrokkenheid te creëren. Mensen geven meestal wel aan andere mensen, maar niet zo snel aan een campagne. Laat zien wat er met de donatie zal worden gedaan en wat voor effect een gift heeft. Schroom niet te personificeren. Dit kan door het bestuur onderaan een sponsorbrief te laten tekenen. Zoek uit wat de betrokkenheid van de te benaderen gulle gevers zou kunnen zijn en vraag bijvoorbeeld hoe de mensen voor het eerst met de organisatie in aanraking zijn gekomen en wat hen heeft bewogen om naar Scoren voor Marokko te komen. De betrokkenen zijn te verdelen in: - Mensen die op eigen initiatief komen; - Mensen die door anderen worden geïntroduceerd; - Mensen die herhaaldelijk komen; Drukwerk, mailing, speciale evenementen en bijeenkomsten zijn middelen die een rol kunnen spelen bij het creëren van (meer) betrokkenheid. STAP 6 STEL DE VRAAG In deze stap bepaal je: - De beste manier om de vraag te stellen; - De beste persoon die de vraag kan stellen; - Het beste moment om de vraag te stellen. Er zijn verschillende manieren waarop je de vraag om ondersteuning kunt communiceren: Door drukwerk en internet (onpersoonlijke benadering); Door bellen en een ontmoeting (persoonlijke benadering). Zorg ervoor dat alle middelen van de organisatie dezelfde boodschap uitdragen. Niet alleen in het kader van de fondsenwervingsactie, maar ook bij reguliere activiteiten. De case for support moet wervend zijn, en vaste elementen hebben die direct in de tekst naar voren komen: - Wat is de organisatie, wat doet hij en voor wie? - Waarom is dit werk belangrijk? - Welk verschil maakt de aanvullende ondersteuning?
102
- Welke vorm van steun precies vraag je, welk bedrag? - Waarvoor is het bedrag nodig? - Wat krijgt de gever ervoor terug? - Sluit aan bij de interesse van de doelgroep. - Maak het makkelijk om te geven (waar kan de donatie overgemaakt worden). De afzender van de case kan de organisatie zijn, maar soms is het beter het te formuleren als persoonlijke boodschap van directeur, voorzitter of een andere sleutelfiguur die fungeert als ambassadeur. Bedenk wat de kernboodschap is en zorg dat die prominent in de tekst (opmaak) aanwezig is. Als je namen en adressen van bestaand publiek bezit, is een directe mailing, vergezeld van een brief met toelichting, ook heel goed te doen. 10 Stappen voor een goede begeleidende brief: 1. Wees helder en bondig. 2. Gebruik een paragraaf voor wie je bent, waarom je schrijft, wat je nodig hebt en wat je ermee gaat doen. 3. Houd het bij één A4. 4. Onderteken met de hand. 5. Test de brief bij bekenden. 6. Voeg een plaatje of foto toe. 7. Laat ondertekenen door de directeur, voorzitter of een bekend persoon uit de gemeenschap. 8. Pas schrijfstijl aan op de lezer. 9. Bedek wat de belangrijkste boodschap is die je over wilt brengen. 10. Zorg voor de juiste gegevens in je database. STAP 7 ROND DE AFSPRAAK AF De afspraak afronden gaat over wat er direct moet gebeuren nadat iemand heeft toegezegd een gift te doen. In deze stap moet de fondsenwerver binnen het Marokko Fonds ervoor zorgen: - Dat de belofte van een gift wordt omgezet in een daadwerkelijke donatie; - Bepaal je hoe er dank betuigd moet worden; - Wanneer je dat doet en wie dat gaat doen. Het is belangrijk dat de donatie zo snel mogelijk na de toezegging ook werkelijk wordt gedaan. Houd dus goed je database actueel. Om de toezegging vast te houden is een snelle reactie onontbeerlijk. Maar helder, tactisch en diplomatiek is de boodschap! Onderdelen van de reactie: Herhaling van de belofte van de aspirant-gever. Herhaling van het belang van de steun en het werk van de organisatie. Benadruk hoe de donatie verschil maakt op het gebied dat voor de begunstiger belangrijk is. Opsomming van de voordelen voor de begunstiger. Uitleg over wanneer het geld nodig is. Uitleg over hoe iemand het geld van de donatie kan overmaken. Geef een informatiepersoon en - nummer van de organisatie, zodat men er nog een keer over praten kan. Bedanken voor een donatie moet altijd passen bij de vorm en hoogte van de gift. Dit kan algemeen, via overige kanalen van de organisatie (in de flyer van het gesponsorde evenement), via een gesprek, een speech of persoonlijk dankbrief, of door middel van een standaard bedankbriefje.
103
Dit hoort minimaal in het bedankje genoemd te worden: - Dank de persoon op naam voor de steun. - Leg uit hoe de begunstiger hiervan profiteert (tastbaar en/of niet-tastbaar). - Geef naam en telefoonnummer van iemand binnen de organisatie die contactpersoon is voor de begunstiger. - Schrijf het bedankje namens de organisatie, als 1 persoon, als ambassadeur, of namens een bekend persoon. STAP 8 HOUD CONTACT De laatste stap is er op gericht het contact met de begunstiger levend (en levendig) te houden. Het kan de verstandhouding maken of breken. Communiceer en informeer de begunstiger over activiteiten, nieuwe acties die tot stand komen met extra gelden. Maar ook over tegenslagen en knelpunten (misschien is er ook volgend jaar weer geld nodig). Behandel de begunstiger als lid van je familie. Let op of de begunstiger gebruik maakt van zijn voordelen en tegenprestaties die hij krijgt, dat bevordert zijn positieve beeld over zijn donatie.
104
FIGUREN In dit onderdeel staan de figuren die zijn geraadpleegd op rangorde van hoofdstuk naar paragraaf. Figuur 5.1.1a: Begunstigde doelen 1995-2009
Figuur 5.1.1b: Bronnen van de bijdragen in 2009
Figuur 5.1.1c. Percentage giften per doel
105
Figuur 5.1.1c: Percentage goederen per doel
Figuur 5.1.1d: Bronnen van de bijdragen 1995-2009
Figuur 5.1.1e: Aan welke type doel wordt er gegeven door niet-westerse allochtonen in 2009
106
Figuur 5.1.2a: Doelen waaraan gegeven wordt door de type gevers
Figuur 5.1.2b: Goede doelenloterijen bestedingsoverzicht 2010
107
Figuur 5.1.4a: Manieren van geven verandert
Figuur 5.1.4b: Sponsorbeleid naar grootte bedrijf
Figuur 5.1.4b: Giftenbeleid naar grootte bedrijf
108
Figuur 5.1.5a: Inkomsten nalatenschappen goede doelenorganisaties 1995-2009
Figuur 5.1.5a: Top 10 van inkomsten uit nalatenschappen [x 1.000 euro]
Figuur 5.1.6a: Subsidies van overheden [in miljoenen euro’s]
Figuur 5.1.6b: Verdeling subsidies overheden naar doel
109
Figuur 5.2: Totaalbeeld van de baten en lasten [op basis van 263 geanalyseerde instellingen]
110
Figuur 8.1.1a: Activiteiten in War Child programma’s in 2010
Figuur 8.1.1b: Inkomsten Fondsenwerving War Child 2010
111
Figuur 8.1.1c: Staat van baten en lasten War Child 2010
Figuur 8.1.1d
Inkomsten War Child 2010 0,50% 19,20% 16,40% 63,90%
Baten uit eigen fondsenwerving Aandeel in activiteiten van derden Subsidies van overheden en andere partijen Overig
112
Figuur 8.1.1d
Eigen Fondsenwerving War Child 2010 0,50% Particulieren 19,20%
Bedrijven 45,40%
10,40%
Stichtingen Acties
6,10%
Nalatenschappen 8,20% 9%
Nationale Postcode Loterij Overheidssubsidie
0,60%
Subsidies derden * 0,90%
Overig
* Unicef, de Europese Unie en het Olympisch ComitĂŠ
Figuur 8.1.2a: Organigram Right To Play Nederland 2010
Figuur 8.1.2b: Staat van baten en lasten Right To Play Nederland 2010
113
Figuur 8.1.2c: Uitsplitsing van de eigen fondsenwerving Right To Play 2010
Figuur 8.1.2d
Inkomsten Right to Play 2010 37,60%
Donaties en contributies Overige baten
59,20%
Subsidies van overheden 3,20%
Figuur 8.1.2d
Eigen Fondsenwerving Right to Play 2010 3,20% 1,50% 1,50% 17,10%
Particuliere donaties 13%
2,10% 6,60%
Bedrijven Vodafone World of Difference Onderwijsinstellingen
14,40% 40,60%
Evenementen en acties MFS Subsidie BuZa Subsidie VWS Subsidie Overig *
114
Figuur 8.1.3a: Organigram Plan Nederland 2010-2011
Figuur 8.1.3b: Som van baten Plan Nederland eindigend op 30 juni 2011
(x1.000)
115
Figuur 8.1.3b: Som van laten Plan Nederland eindigend op 30 juni 2011
Figuur 8.1.3c: Het verloop van het aantal sponsors
Figuur 8.1.3d: Giften en schenkingen
Figuur 8.1.3e
Inkomsten Plan 2010-2011 0,50%
Baten uit eigen fondsenwerving
13,10% Subsidies van overheden
16,70% 69,60%
Baten uit acties van derden Overige baten
116
Figuur 8.1.3e
Eigen Fondsenwerving Plan 2010-2011 1% 1% 0,50%
0,50%
Kindsponsoring Giften en schenkingen
11,10%
Acties
16,20%
Corporate partnerships 57,60%
4,70%
Nalatenschappen Postcode Loterij Actie SHO
1,40% 0,50% 5,40%
Subsidie Nederlandse Overheid Subsidie EU
Figuur 8.1.4a: Staat van baten en lasten KidsRights 2010
117
Figuur 8.1.4b: Eigen Fondsenwerving KidsRights 2010
Figuur 8.1.4c
Inkomsten Kids Rights 2010 0,90% Baten uit eigen fondsenwerving
15,60%
Baten uit gezamelijke acties met derden Baten uit sparen
83,50%
Figuur 8.1.4c
Eigen Fondsenwerving KidsRights 2010 0,90% Donateurs en giften van sponsors
15,60%
Foundersbijdragen
20,40% 63,10%
Veilingen Baten uit sparen
118
Figuur 8.1.5a: Organigram Johan Cruyff Foundation 2010
Figuur 8.1.5b: Staat van baten en lasten Johan Cruyff Foundation 2010
119
Figuur 8.1.5c: Baten uit eigen fondsenwerving
Figuur 8.1.5d: Baten uit acties van derden
Dit betreft de bedragen die door de Nationalen Postcode Loterij NV te Amsterdam contractueel zijn toegezegd aan de JCF uit hoofde van de overeenkomst tussen beide partijen die per 1 januari 2010 is ingegaan en een looptijd heeft van 4 jaar. De Cruyff Foundation ontvangt jaarlijks een bijdrage van 1.5 miljoen euro. Naast bovengenoemde overeenkomst met de Nationale Postcode Loterij, blijft de JCF ook samenwerken met de Sponsor Bingo Loterij NV (vanaf 2011 de Vriendenloterij). De samenwerking betreft geoormerkte, gezamenlijke acties, vaak met een 3e partij zoals Texaco of de Telegraaf. Figuur 8.1.5e: Subsidies van overheden
Figuur 8.1.5f: Overige baten
120
Figuur 8.1.5g
Inkomsten JCF 2010 4,50% 2,90% Baten uit eigen fondsenwerving 42,20%
Baten uit acties van derden Subsidies van overheden
50,30%
Overige baten
Figuur 8.1.5g 2,50%
Eigen Fondsenwerving JCF 2010
0,40% 0,60%
1%
2,90% 23,50%
32,40%
3,20% 7,90% 4,30%
18%
0,30%
1,70%
Donaties en giften Subsidie KNVB Partner overeenkomsten Bedrijfssupporter Diensten in natura Inkomsten MLW Verkoop goederen Sponsor Bingo Loterij Nationale Postcode Loteij Subsidie VWS Subsidie VROM Subsidie LNV Subsidie Nederlandse Antillen en Aruba Overige baten
1,30%
121