2 minute read

De visstand in de Goudse wijkwateren

Next Article
Minder is meer?

Minder is meer?

Met de commissie viswater beheer van GHV / Groene Hart hebben we in Gouda in de periode 2022-2023, zesmaal een vismonitoring uitgevoerd in de Goudse wijkwateren. Het grootste deel van deze wateren staat in verbinding met elkaar via duikers en bruggen. De gemiddelde diepte van de wijkwateren is 80 tot 120 cm met gevarieerd begroeide oevers bestaande uit overhangende takken en/of andere oevervegetatie.

In de ondiepere zijslootjes zien we veel waterlelies en andere afgestorven waterplanten. Het ziet er welliswaar goed uit, maar nu we op zes locaties in Gouda een vismonitoring hebben gedaan, kunnen we stellen dat er geen sprake is van een gezonde en evenwichtige visstand.

Te weinig kleine-, grote- en soorten vis Kleine vis als blankvoorn vangen we op heel ondiep water, tegen de oever. Grote blankvoorn treffen we verspreid aan in het open water, maar het gros is ten prooi gevallen aan snoek en aalscholver. In totaal zijn er zeven soorten vis gevangen. Veel vissoorten zijn echter in aantallen sterk afgenomen zoals blankvoorn, ruisvoorn, brasem en zeelt. Grotere vis wordt minder gevangen. De grotere vissen, zoals snoek, brasem en karper die nog wel aanwezig zijn, zijn beschadigd door aalscholvers. Bij karper herstelt dit soms vanzelf weer, bij de brasem en snoek vaak niet vanwege een zachtere opperhuid. Ze krijgen dan eerder infectie. Dat de aalscholvers ook de grotere vissen proberen op te eten, betekent dat er te weinig prooivissen zijn tussen 10 en 20cm.

Aalscholvers en rivierkreeften

Aalscholvers zijn hier echter niet alleen schuldig aan de achteruitgang van de visstand. Ook in de Goudse wijkwateren zijn de exotische Amerikaanse rivierkreeften in grote aantallen aanwezig. Ze eten massaal de zachtere waterplanten op waardoor er minder voedsel en schuilplaats is voor de vissen. Maar ook kuit en het visbroed worden door kreeften opgegeten.

In januari 2023 bracht Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard een bericht in de publiciteit, dat er in de Krimpenerwaard 2021/2022 een proef is uitgevoerd om zoveel mogelijk kreeft weg te vangen. Met 600 fuiken in het eerste jaar en 800 korven en fuiken in het tweede jaar werd op 70 ha watergang in totaal ongeveer 4.500 kg kreeft weggevangen.

Als je de vangstresultaten omrekent naar de totale Krimpenerwaard (12.000 ha buitengebied) kwamen er in die jaren ca. 30 miljoen kreeften voor. Waren eerder in het gebied alle waterplanten weggevreten, na de wegvang-proef begonnen de waterplanten zich weer te herstellen. Maar dat is het positieve resultaat voor slechts 70 ha watergang. Als je de Krimpenerwaard even intensief zou bevissen als die 70 ha dan zijn er ongeveer 170 x 800 = 13.600 korven en fuiken nodig, alleen al voor de Krimpenerwaard! Dat lijkt een praktisch onmogelijk uit te voeren beheersmaatregel.

Het is natuurlijk niet alleen kreeft die gevangen wordt, maar ook vissen, kikkers en andere amfibieën. De korven en fuiken die daarvoor wordt gebruikt, liggen vaak half boven water, waardoor de bijvangst aan vis en andere waterdieren bij hogere watertemperaturen niet zal overleven. Bovendien wordt ook de vismigratie in de watergangen op onaanvaardbare manier belemmerd en verstoort. Het is dus nog maar de vraag of het wegvangen van kreeften met deze methode de juiste beheersmaatregel is. Wat wij wel zien, is dat de kreeften steeds meer door natuurlijke vijanden worden opgegeten, zoals reigers, meerkoeten, futen, eenden en meeuwen. Hopelijk komen daar nog meer soorten bij. Dus hebben we een beetje de hoop gevestigd op natuurlijke vijanden. Maar de reële verwachting is helaas toch wel dat de kreeften zich sneller zullen voortplanten dan de natuurlijke vijanden kunnen wegvreten.

This article is from: