GONZO (CIRCUS) PRESENTEERT auteur Nico Kennes
LISTEN TO THIS: JÓHANN JÓHANNSSON, PETRELS & JEROEN UYTTENDAELE Drie Nederlandse premières met een Vlaamse connectie
Of je het werk van Jóhann Jóhannsson nu al volgt vanaf debuut ‘Englabörn’ in 2002, of voor het eerst met zijn composities in aanraking kwam bij zijn meest recente ‘Prisoners’: genieten wordt het sowieso op 21 februari tijdens Listen To This in het Muziekgebouw aan ‘t IJ. Dan voert de IJslander zijn veelgeprezen ‘The Miners’ Hymn’ op in Muziekgebouw aan ’t IJ te Amsterdam, een project waarbij de componist – samen met de Amerikaanse filmmaker Bill Morrison – zwart-witbeelden versmelt met een melancholische, soms onheilspellende soundtrack. Jóhannsson bracht de afgelopen zeventien jaar tien studioalbums uit, onder meer op Touch, 4AD en FatCat. Daarnaast verzorgde hij, behalve voor ‘The Miners’ Hymn’, nog de soundtrack voor achttien andere langspeelfilms, vier korte films en drie do-
cumentaires. Ook heeft hij sinds het begin van zijn carrière dertien theaterstukken van muziek voorzien. Een behoorlijke uitgebreid oeuvre dus, waarmee hij tevens enkele noemenswaardige prijzen in de wacht sleepte. Over de jaren heen heeft Jóhannsson een kenmerkende stijl ontwikkeld. Zijn muziek – die het sowieso niet al te nauw neemt met genrerestricties – balanceert op de grens tussen minimalistische en klassieke muziek. De componist doet daarbij niet zelden een beroep op koperblazers. Die blazers worden in Amsterdam vertegen-
woordigd door het Belgian Brass-ensemble onder leiding van Manu Mellaerts. Zij zijn overigens niet de enige Belgen die zullen aantreden, want naast het Britse Petrels zal ook Brusselaar Jeroen Uyttendaele zijn experimentele ding komen doen in het Muziekgebouw. selectieve discografie
The Miners’ Hymns (NTOV, 2011) Fordlândia (4AD, 2008) IBM 1401, A User’s Manual (4AD, 2006) www
johannjohannsson.com
31
G O NZO (CIRCUS) P RESENTEERT
KNUTSELEN
Jeroen Uyttendaele Het is iets na het middaguur wanneer we aanschuiven in café Le Coq, vlak bij de Brusselse Beursschouwburg. Niet veel later wurmt ook Jeroen Uyttendaele zich door het deurgat. Dat Uyttendaele een geschoolde kunstenaar is – hij studeerde radio aan het Rits in Brussel, ArtScience in Den Haag en rondde net een postgraduate opleiding af in Gent – is duidelijk hoorbaar aan de manier waarop hij zijn werk toelicht.
32
Waar sommige conceptuele kunst niet verder komt dan een vaag basisprincipe, weet Uyttendaele precies wat hij met zijn installaties wil bereiken, namelijk een dialoog teweegbrengen tussen enerzijds het auditieve, en anderzijds de beweging of ruimte. Ook van de kunstenaar an sich heeft hij een helder ideaalbeeld voor ogen. “Ik vind het interessant om als kunstenaar niet binnen een bepaalde niche te werken, maar om alle genres vanaf een afstand te bekijken en als het ware mijn eigen idioom te zijn: de kunstenaar als instituut op zichzelf.” Op vijftienjarige leeftijd schreef Uyttendaele zich in bij een muziekschool. “Net zoals iedereen eigenlijk. Daarna raakte ik geïnteresseerd in techno, en via die weg kwam ik bij Aphex Twin, Boards Of Canada en Squarepusher terecht”. Vooral die laatste heeft uiteindelijk een grote invloed uitgeoefend op de muzikale richting die Uyttendaele is uitgegaan, omdat die hem uiteindelijk leidde naar Steve Reich en John Cage. “Zo ben ik terechtgekomen in de elektronische muziek, ook al had ik sowieso al interesse in kunst in het algemeen.”
Wat de man doet bestrijkt natuurlijk veel meer dan alleen het sonische. De reden dat Uyttendaele vooral met installaties werkt, is dat de aard van de interface zich op die manier duidelijk manifesteert. “Oorspronkelijk maakte ik muziek met mijn computer, zoals iedereen, maar ik vond dat een te steriele werkwijze. Eigenlijk construeer je muziek op een grafische manier, en dat ‘bouwelement’ wilde ik op een meer tastbare manier naar de praktijk vertalen.” De tonale mogelijkheden worden bepaald door de (vorm) kenmerken en de begrenzingen van het eigenhandig geassembleerde instrument. “Dat wordt eigenlijk even belangrijk als de muziek zelf. Het auditieve aspect is vaak het meest prominent, maar wordt telkens gekaderd in de ruimte, die een intrinsiek deel uitmaakt van de installatie.”
foto: Caroline Lessire
Uyttendaele gaat heel gestructureerd te werk en realiseert ongeveer één groot project per jaar. Er zit een duidelijke lijn in zijn oeuvre. Nieuw werk kent steeds zijn oorsprong in een eerder gerealiseerde compositie. “Wanneer ik aan iets begin, weet ik nooit op voorhand hoe het eruit gaat zien. Wanneer het dan uiteindelijk af is, bedenk ik altijd wat er kan worden verbeterd. Omdat ik er meestal heel veel aan verander, komt er weer een nieuw werk uit voort.” Hij teert heel bewust op dat geleidelijke proces, dat tegelijkertijd een manier vormt om het overzicht te bewaren en het verdwalen in andere mogelijkheden voorkomt. De laatste drie installaties van Uyttendaele
zijn wellicht zijn meest toonaangevende. ‘Ground’, een samenwerking met de Nederlander Dewi De Vree, was in september 2013 nog te zien op het Incubate-festival in Tilburg en is ontstaan uit de frustratie die voortkomt uit het live brengen van elektronische muziek. “We zijn daarmee begonnen in 2007. In die tijd heerste er een trend onder elektronische muzikanten om gewoon met de laptop het podium op te stappen. Als toeschouwer weet je dan eigenlijk helemaal niet wat er op dat moment gebeurt. Voor hetzelfde geld ben je gewoon je e-mails aan het checken.” Door rudimentaire potloodtekeningen te koppelen aan geluidssensoren wordt op een heel transparante wijze geluid geproduceerd, terwijl de drager – ofwel het instrument – voor iedereen zichtbaar is.
CONCENTRATIE
Die transparantie is ook terug te vinden in ‘Carrier’ uit 2012, dat is gebaseerd op McLuhans befaamde uitspraak “the medium is the message”, waarbij vier signalen worden uitgezonden naar twee roterende radiotoestellen. Hetzelfde geldt trouwens voor ‘Leeway’, zijn meest recente werk dat de toeschouwer in staat stelt om via geluidssensoren, gekoppeld aan vier tekeningen, metalen platen aan te drijven. “Ik wilde onderzoeken of het mogelijk was om mensen zich in een omgeving waar weinig tijdsbesef heerst, zoals een museum, toch te laten concentreren. Het was een uitdaging om interactie met het publiek te creëren zonder dat het een trucje wordt en alleen maar dient om uit te leggen hoe het werkt.” Ondertussen is hij alweer begonnen aan een nieuw project, dat zal uitmonden in een onderzoek naar hoe een beelddrager kan functioneren als een geluidsdrager, en ook weer voortbouwt op verschillende van zijn vorige installaties. Wij kijken er alvast naar uit. selectieve discografie
RSP (eigen beheer, 2010) Ars Amandi (eigen beheer, 2008) Bluebook (eigen beheer, 2007) www
iiinitiative.org/artist/jeroen-uyttendaele
G O NZO (CIRCUS) P RESENTEERT
INFO
Petrels Ook Groot-Brittannië is op 21 februari vertegenwoordigd in Amsterdam, met Londenaar Oliver Barrett, alias Petrels. Hij zal er zijn nieuwste album ‘Onkalo’ presenteren. De titel van die plaat verwijst naar een opslagplaats die het nucleaire afval van alle inwoners van Finland moet herbergen voor de komende honderdduizend jaar. “Ik zag onlangs een documentaire genaamd ‘Into Eternity’, die dezelfde problematiek behandelt. Op de plaat staat ook de vraag centraal of de mensheid erin zal slagen om sowieso nog lang voort te blijven bestaan.”
21 februari 2014 Muziekgebouw aan ‘t IJ, Amsterdam muziekgebouw.nl
het nummer ‘Low Entropy’ van hun laatste, titelloze plaat. “Ik herwerk alleen muziek die qua stijl niet te nauw aansluit bij wat ik met Petrels doe. Op die manier blijft het interessant.”
Listen To This is een reeks concertavonden die een mix van pop, elektronica en moderne gecomponeerde muziek bieden. Listen To This breekt met het onderscheid tussen genres, tussen club en concertzaal. Naast het hoofdprogramma is er telkens een pre- en afterprogramma op het Foyerdeck met groots uitzicht over het IJ, met optredens, dj’s en interviews. Het pre- en afterprogramma wordt op 21 februari samengesteld door Gonzo (circus) en voor en na het programma draaien de Gonzo (circus) dj’s. Volg ons op Facebook of Twitter voor meer informatie over de extra act.
TELEPATHIE
De manier waarop Barrett muziek maakt is sowieso niet bepaald alledaags. “Over het algemeen heb ik wel een idee over het soort nummer dat ik wil maken. Het komt dan voort uit iets dat ik ergens heb gelezen, of uit een zin die ik in mijn hoofd
VERGANKELIJKHEID
‘Onkalo’ is de tweede conceptplaat die Oliver uitbrengt als Petrels. Haar voorganger – de onuitspreekbare ‘Haeligewielle’ – is gebaseerd op het verhaal van een zekere William Walker. “Dat was een duiker, die in 1912 de ingeving kreeg om volledig op eigen houtje de funderingen van de kathedraal van Winchester te verstevigen. Een buitengewone onderneming als je het mij vraagt. Pure Sisyphus-arbeid natuurlijk, want dat gebouw ging sowieso ooit verzakken. Door die futiele taak toch uit te voeren steekt hij eigenlijk voor eventjes de draak met vergankelijkheid. Dat vind ik wel inspirerend.” Daarnaast bracht Barrett nog een aantal ep’s en singles uit (‘Wat Tyler’, ‘All Things in Common’ en ‘[BOLT]’), werkte hij samen met Savannahs en Ben Gaymer & Max Bondi, en maakte twee releases op eigen naam. Ondertussen is er alweer een derde album in aantocht. “Ik heb de masters voor die nieuwe plaat nog maar net binnengebracht bij Denovali Records.” De release van ‘Mina’ vindt enkele dagen voor Listen To This plaats – verwacht dus een primeur. Het wordt opnieuw een conceptplaat, maar dan wel een stuk minder gefocust dan de twee voorgaande. Naast het produceren van eigen werk maakt Petrels ook geregeld remixes van andere bands. “Zo was ik onlangs op tournee met The Samuel Jackson Five – een van de weinige bands die ik gemakkelijk twee weken aan een stuk elke dag opnieuw live zou kunnen bekijken – en hebben we contact gehouden.” Daaruit is ‘Slow Entropy’ ontstaan, wat verwijst naar
WIN!WIN!WIN!
Wat? 3 duotickets voor Listen To This op 21 februari 2014 in het Muziekgebouw aan ‘t IJ in Amsterdam Hoe? Mail voor 15 februari 2014 je naam, adres en waarom jij erbij wilt zijn naar klikenwin@gonzocircus.com foto: James Gorridge
heb. Vaak kom ik dan uit op iets totaal anders dan wat ik voor ogen had, maar dat maakt het juist leuk.” Eind augustus speelde Petrels trouwens nog op de Feeërieën in het Brusselse Warandepark, waar hij alleen maar goede herinneringen aan heeft overgehouden. “Ik wist op voorhand niet goed wat ik moest verwachten; ik dacht dat ik vooral mensen ging irriteren die rustig in het park wilden hangen. Toch kwam er behoorlijk wat volk opdagen, waaronder waarschijnlijk heel wat mensen die nooit naar een van mijn betaalde optreden zouden komen. Bovendien gebeurde er echt iets ongelooflijks: net toen ik geluid begon te maken vloog er een grote zwerm vogels op, om daarna weer neer te strijken in een boom. Het klonk exact hetzelfde als het geluid dat ik produceerde; ik denk dat ik onbewust met hen aan het communiceren was.” Nu is het natuurlijk vooral uitkijken naar zijn show met Jóhannsson. “Ik houd erg van zijn arrangement. Hij kan van een heel banaal (historisch) tafereel iets mythisch maken. Ik koester zeker ontzag voor de man, dus ik ben benieuwd hoe het zal zijn.” Daarin staat hij zeker niet alleen. Aftellen naar 21 februari dus.
selectieve discografie
Onkalo (Denovali, 2013) Haeligewielle (Denovali, 2011) www
petrels.bandcamp.com
33