JUNI 2016
MAGAZINE VOOR DE KOUDEKETEN
DE KENNIS ACHTER DE KOUDEKETEN
WAGENINGSE WETENSCHAP HAALT KWALITEIT UIT DE KOU Out-of-the-box: De opmars van versbezorging aan huis • Milieubewust: Koelen in de zon • In de koelcel: Jan Blokland, directeur Cold Stores
cover 2-2016.indd 1
10-06-16 12:14
Turnkey automatiseringsoplossingen voor koel- en vrieshuizen
Egemin Automation. Performante magazijnautomatisering voor goederenbehandeling en interne logistiek Koel- en diepvriesopslag vereist niet alleen specifieke kennis van de magazijn-
Automated Warehouse Systems
constructies maar ook van voedingsproducten die opgeslagen worden. Egemin
Automated Guided Vehicles
Automation levert als koel- en diepvriesexpert efficiĂŤnte en duurzame totaaloplossingen voor automatische goederenbehandeling en opslag in hoogbouw koel- en vrieshuizen.
In-floor Chain Conveyors Life Cycle Services
WWW.EGEMIN-AUTOMATION.COM
WE DELIVER AUTOMATED WAREHOUSE SYSTEMS
p2 adv.indd 2
09-06-16 13:50
INHOUD
VOORWOORD
Over de schutting 4 8
34
4 8
Trend Technologie: Interview Wageningse wetenschappers 14 Branche in beweging 18 Branchenieuws 20 Top vier van Schrijvershof
25 28 32 34 37 38
Bouwnieuws Bedrijfsopvolging Milieubewust: koelen in de zon Arbo-catalogus Nichemarkt In de koelcel met Jan Blokland
COLOFON Cold Chain Logistics magazine is een uitgave van Great Magazines. Cold Chain Logistics magazine is een business to business magazine voor bestuurders, eigenaren en/of managers van bedrijven en organisaties in de koel- en vriessector. Het magazine is daarmee het enige vakmedium in Nederland dat exclusief en rechtstreeks de groep van ‘decision makers’ in de koel- en vriessector bereikt. Cold Chain Logistics magazine is een halfjaarlijks terugkerende uitgave en heeft een oplage van 5.500 stuks. Uitgeverij Great Magazines Bezoekadres Naritaweg 14, 1043 BZ Amsterdam Tel. 020-58 00 977 info@greatmagazines.nl www.greatmagazines.nl Uitgever Barry Reede Redactie René Grünfeld, Freek van Leeuwen, Mark Litjens, Diederik Plug, Bas Snijder Traffic Marloes Oink Imad Ben Salah Advertenties sales@cclmagazine.nl Fotograaf Jeroen van Eijndhoven Vormgeving Marc Bos
Adverteerdersindex DTZ Zadelhoff Egemin Handling Automation BV Gullimex BV Kloosterboer Linum Europe BV Nagel-Group | Kraftverkehr Nagel GmbH & Co. KG Partner Logistics Raetsheren van Orden Reveb Sprangers Bouwbedrijf Disclaimer - Hoewel de informatie in deze uitgave met zorg is uitgezocht en waar mogelijk is gecontroleerd, sluiten uitgever, redactie en auteurs uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheid en/of onvolledigheid van verstrekte gegevens. Druk - Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Great Magazines en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers zijn niet aansprakelijk voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie. Onze uitgaven zijn CO2 neutraal geproduceerd.
Nederland is de tweede voedselexporteur ter wereld. Dankzij intensieve veeteelt en tuinbouw komt een belangrijk deel van de voedingsmiddelen uit eigen land. Daarnaast spelen import en verwerking van producten uit andere landen een belangrijke rol. Maar Nederland heeft meer te bieden. Door de ligging aan open zee, de grote rivieren en het dichtbevolkte achterland is ons land ook op het gebied van handel, op- en overslag, transport en logistiek uitgegroeid tot een wereldspeler. Daarbij heeft ons land niet alleen internationaal faam verworven met zijn kwaliteitsproducten en uitgekiende logistieke processen, het ligt toevallig ook nog eens halverwege Canada en de Verenigde Staten enerzijds en de snelgroeiende Aziatische markten anderzijds. Nederland als hub in wereldwijde handelsstromen. Als je over de handel in voedingsmiddelen praat, of die in exportproducten zoals bollen, bloemen en planten, komt de koel- en vriessector eigenlijk als vanzelf in beeld. Want produceren is één ding; conserveren, bewerken en tijdig leveren is een heel ander verhaal. Een verhaal, waarin Nederland opnieuw een koppositie bezet. En door de hoge eisen op het gebied van voedselveiligheid en de strenge controles op vee- en plantenziekten, is het kennisniveau hoog en de cold chain sterk ontwikkeld. Dit alles verklaart ook waarom Nederlandse bedrijven uit de koel- en vriesbranche zich in een warme belangstelling van buitenlandse investeerders mogen koesteren. Overnames en investeringen vanuit het buitenland leiden, naast binnenlandse ontwikkelingen, in de praktijk vaak tot schaalvergroting. Dit proces creëert naast extra opslagcapaciteit ook een toenemende flexibiliteit. Extra kubieke meters in een cold store vergen een relatief bescheiden meerinvestering en ze vormen een prima buffer. Of, zoals Aloys Putmans van Nekovri zegt: “Als je de overflow flexibel kunt inzetten, blijven de kosten beperkt. Bovendien kun je de extra ruimte gebruiken voor specialistische activiteiten zoals tempreren”. Verder beperkt een gedifferentieerd productenpalet de risico’s en verbreedt het de basis van de onderneming. Putmans pleit er dan ook voor om de kerntaken inslag, opslag en uitslag weliswaar centraal te blijven stellen, maar tegelijkertijd op intersectoraal niveau de samenwerking met producenten en afnemers te versterken. Want het belang van voortdurende innovatie op het vlak van efficiëntie en energieverbruik is iedereen wel duidelijk, maar waarom richt de branche zich niet nog sterker op het aanboren van nieuwe productie- en afzetmarkten? Het is een mooie manier om Nederland als voedselexporteur nog beter op de kaart te zetten.
3
Barry Reede, Uitgever CCL Magazine
/ JUNI 2016
CCL2-p3.indd 3
10-06-16 12:14
TREND
‘ER WORDT MEER OVER GEPRAAT DAN DAT DE MARKT GROOT IS’
DE OPMARS VAN DE VERSBEZORGER
4
Zoals vroeger de melkboer en de groenteboer aan de deur kwamen, zo bestellen we nu online onze boodschappen. De bezorging van verse levensmiddelen is sterk in opkomst. Of lijkt het maar zo? Want het totale marktaandeel is een kwestie van enkele procenten. TEKST: FREEK VAN LEEUWEN
p4-5-6-7.indd 4
09-06-16 13:39
5
T
erwijl de ene winkelketen na de andere in de problemen raakt omdat consumenten online hun spullen bestellen, staan de supermarkten en foodformules allemaal nog fier overeind. Logisch natuurlijk. Want een boek of een paar schoenen koop je incidenteel, maar boodschappen doe je minstens eens per week. En anders dan bij kledingwinkels en warenhuizen, worden de meeste boodschappen niet online gedaan. Wel is er een ontwikkeling richting het thuisbezorgen van levensmiddelen. Bestaande supermarkten als Albert Heijn spelen daar een rol in, maar er verschijnen ook nieuwe toetreders op de markt. Maar de verwachting is dat het marktaandeel van deze bezorgservice ook over tien jaar minder dan 10 procent zal zijn. De consument doet toch het liefst zelf zijn boodschappen.
MAND VOL BROOD Nog maar vijftig jaar geleden was het de gewoonste zaak van de wereld om voor je dagelijkse boodschappen bij meerdere winkeliers binnen te lopen: de slager, de bakker, de groenteboer, de kruidenier, de melkboer en dan nog de drogist voor tandpasta en de sigarenboer voor een pakje sigaretten. Die boodschappen deed je lopend of per fiets, en vaak ook meerdere keren per week. Om het de huisvrouw in die tijd makkelijker te maken, kwamen veel van die middenstanders aan huis. De bakker liep met een mand vol brood de deuren langs, terwijl zijn bakkerskar, later opgevolgd door een Volkswagenbusje, op de hoek van de straat stond. De melkboeren reden tientallen jaren met hun elektrische karretjes door de straten met hun assortiment van melk, vanillevla, yoghurt en room, en dan nog pakjes boter en dozen eieren erbij.
DE KOELKAST In de jaren ’60 zien we de opkomst van supermarkten. Hier en daar vormen in die jaren kruideniers een keten, zoals Vivo of Coop. Zelfbediening wordt al toegepast vanaf 1946. Maar in 1961 wordt de vestigingswet gewijzigd en brood, vlees en groente mogen dan in één bedrijf worden verkocht. Het is het startsein voor de vorming van werkelijke supermarkten, zoals Kijkgrijp in Velsen Noord, Dirk van den Broek in Amsterdam en natuurlijk Albert Heijn.
IN 1988 KON JE BIJ JAMES TELESUPER MIDDELS VIDEOTEX JE BESTELLINGEN PLAATSEN. In diezelfde tijd wordt het gewoon om een koelkast in huis te hebben, en ook de massamotorisering komt op gang. In de jaren ’70 is het dus helemaal niet gek meer als een gezin de boodschappen groot inslaat. Een keer per week met de auto naar de supermarkt, de koelkast thuis zorgt dat het goed blijft. Intussen worden de supermarkten groter, ze breiden hun assortiment uit en rekenen lagere prijzen dan de kleine middenstanders. Zo eisen ze een steeds groter deel van de markt op. De melkboer, de bakker en de groenteboer stoppen met bezorgen, want de klandizie loopt rap terug.
/ JUNI 2016
p4-5-6-7.indd 5
10-06-16 12:15
6
p4-5-6-7.indd 6
De supermarkten maken nu de dienst uit. En omdat ze niemand anders meer kunnen beconcurreren, beginnen ze een oorlog met elkaar. Die wordt uitgevochten met prijzen, maar ook thuisbezorging gaat steeds meer een rol spelen. In 1988 zien we al James Telesuper verschijnen, een bezorgdienst van Albert Heijn waar je telefonisch of middels videotex je bestellingen kon plaatsen. Met gekoelde bestelwagens brengt James de wekelijkse boodschappen bij de klant. Na videotex kan de Albert Heijn-klant bestellen vanaf een cd-rom en vanaf 1999 via internet.
FETA UIT GRIEKENLAND
EEN SERIEUS PRODUCT
MAANDELIJKS BEZORGT HELLOFRESH 4 MILJOEN MAALTIJDEN IN ZES LANDEN.
Maar dan ontstaat er een nieuwe dimensie in de thuisbezorgde boodschappen: de boodschappen op maat. Gespecialiseerde aanbieders komen met pakketten waarin je het recept plus alle ingrediënten vindt voor je avondmaaltijd. Het idee bestond in de jaren ’90 al bij onder meer biologische tuinderijen: daar kon je per week een tas met groente afhalen. Het concept werd verder ontwikkeld en nu hebben we een veelheid van ‘boxen’ op de markt: de Beebox, de Heerlijkeerlijkbox en de Streekbox zijn er een paar. Het zijn kartonnen dozen met biologische producten, ze sparen de consument een reis uit naar de gespecialiseerde winkel. Lange tijd opereren dit soort boxen in de marge, maar met de komst van HelloFresh en de Allerhande Box is de foodbox een serieus product geworden. HelloFresh is waarschijnlijk de bekendste naam op dit gebied, dankzij een intensieve marketingcampagne. Dit bedrijf werd in 2011 opgezet in Berlijn door moederbedrijf Rocket Internet. Intussen is het uitgegroeid tot een miljoenenonderneming en is actief in zes landen: Nederland, België, Duitsland, Groot Brittannië, Australië en de USA. Maandelijks bezorgt Hello Fresh naar eigen zeggen 4 miljoen maaltijden.
In wezen is de HelloFresh box een puur logistiek product. De kartonnen doos bevat ingrediënten voor drie of vijf maaltijden. Die ingrediënten koopt HelloFresh in bij allerlei bedrijven in Nederland en daarbuiten. “We proberen veel uit Nederland te halen, maar helaas is niet altijd alles in Nederland beschikbaar of zijn producten uit het buitenland van betere kwaliteit”, zegt woordvoerder Marlies Jongman van HelloFresh Nederland. “Onze pasta komt bijvoorbeeld altijd uit Italië en de feta altijd uit Griekenland.”
De logistiek rond het samenstellen van de boxen en de distributie ervan, gebeurt in samenwerking met verschillende bedrijven, vertelt Jongman. “We werken met Leen Menken Foodservice Logistics in Zoetermeer samen voor de productie van de boxen. We hebben een aantal transporthubs in Nederland en hebben ook een eigen wagenpark. Maar niet alles is in eigen beheer, we werken ook nog veel samen met partners. Het hebben van een eigen wagenpark verzekert ons ervan dat we een betere ervaring kunnen bieden aan de klant. De hubs zorgen ervoor dat we minder milieubelastend zijn. De samenwerking met Leen Menken zorgt ervoor dat we er zeker van zijn dat we alleen de beste producten aan onze klanten geven, omdat zij voldoen aan onze hoge standaarden.”
09-06-16 13:40
14.000 RECEPTEN
AMAZON EN GOOGLE
Intussen blijft Albert Heijn ook niet stilzitten. ’s Lands grootste kruidenier lanceerde in augustus 2015 zijn antwoord op al die foodboxen, de Allerhande Box. De link met het huismagazine Allerhande heeft een reden, want duizenden Nederlanders halen uit dit blad inspiratie en concrete recepten. Iedere dag raadplegen gemiddeld zo’n 100.000 bezoekers een recept in de online receptendatabase van ruim 14.000 recepten. De supermarktketen heeft daarbij het voordeel van zijn winkels, want de klant kan de Allerhande Box niet alleen laten bezorgen, hij kan hem ook afhalen in een AH-vestiging in de buurt of bij een van de tientallen Albert Heijn Pick-up points. 2015 is ook het jaar dat Picnic op de markt verschijnt. Deze online supermarkt geeft een heel eigen invulling aan het begrip ‘boodschappen doen’. Picnic levert op dit moment in Amersfoort en Leusden boodschappen bij zo’n 5.000 consumenten aan huis. Bestellen doet de consument met een app. Met zelfontwikkelde elektrische bestelwagens rijdt Picnic door de wijk om alle dagelijkse boodschappen precies op tijd bij de klant af te leveren. “We hebben een distributiecentrum in Nijkerk. Hier worden alle bestellingen gepickt. Vanuit Nijkerk worden de bestellingen overgebracht naar onze hub, het logistieke verdeelpunt, in Amersfoort”, legt pr-dame Leontien Brondijk van Picnic uit. “Daar vertrekken onze elektrische bezorgautootjes. We hebben onze bezorgautootjes zelf ontworpen en daarmee rekening gehouden met de omgeving en situaties waarin zij worden ingezet. Wanneer we uitbreiden naar andere steden in Nederland zullen we dus per stad een hub openen.” Het bedrijf heeft ook een antwoord op de maaltijdboxen van HelloFresh en Albert Heijn. “We zijn een tijdje terug gestart met het aanbieden van ‘menukortingen’; een korting op het totale aankoopbedrag van alle producten die nodig zijn voor het menu.”
Picnic is van plan om zijn bezorgdienst stad voor stad door Nederland uit te rollen. Ook HelloFresh heeft hemelbestormende plannen. In 2014 werd 50 miljoen dollar van een groep investeerders binnengehaald en afgelopen jaar maakte het bedrijf bekend dat het naar de beurs wil. En dan zijn er nog de nieuwe initiatieven die Nederland nog niet hebben bereikt, maar die wel aangeven in welke richting de ontwikkelingen gaan. Zo heeft Amazon zijn eigen bezorgdienst van levensmiddelen opgezet onder de naam Amazon Fresh. En Google heeft Google Express. Beide initiatieven zijn nu nog actief in een aantal Amerikaanse steden, maar Amazon Fresh is afgelopen oktober ook van start gegaan in Londen. Maar hoe groot wordt de markt dan eigenlijk? In het derde kwartaal van 2015 hebben Nederlandse consumenten 174 miljoen euro uitgegeven aan online bestellingen van food en nearfood, een groei van 42 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2014. Dat blijkt uit de Thuiswinkel Markt Monitor, het onderzoek dat jaarlijks door GfK wordt gehouden in opdracht van Thuiswinkel.org en PostNL. Het aandeel maaltijdboxen binnen het segment van online food groeit sterk. Volgens GfK overweegt 27 procent van de Nederlandse consumenten om dit jaar een maaltijdbox te bestellen. Toch valt het erg mee met de feitelijke ontwikkeling van thuisbezorging van boodschappen. Dat zegt Jan Willem Grievink, directeur van het Foodservice Instituut Nederland. Dit FSIN verzamelt cijfers, analyseert de markt en duidt ontwikkelingen. Afgelopen jaar heeft het FSIN voor de tweede keer de Food 500 uitgebracht, de ranglijst van de 500 grootste foodformules van Nederland. De online besteldiensten hebben op dit moment een marktaandeel van zo’n 1 tot 1,5 procent. “Daar zit wel groei in”, zegt Grievink. “Maar er wordt meer over gepraat dan de markt groot is. De verwachting is dat dit in 2025 op 5 tot 8 procent uit zal komen. Je ziet, dat valt best mee. Iedereen praat er over en dat jaagt de markt aan. Maar de markt voor foodboxen is niet zo groot.”
7
/ JUNI 2016
p4-5-6-7.indd 7
09-06-16 13:40
TECHNOLOGIE
‘OP KWALITEITSGEBIED IS NOG EEN WERELD TE WINNEN’
WETENSCHAP HAALT DE KOU UIT DE LUCHT
De afdeling Food & Biobased Research van Wageningen University and Research centre combineert wetenschap en commercie met als doel om voedsel, waar ter wereld het ook wordt geproduceerd, met een goede, consistente kwaliteit en smaak bij de consument terecht te laten komen. Logischerwijs is de toepassing van koudetechniek een van de belangrijkste werkgebieden, maar bij lange na niet het enige. TEKST: DIEDERIK PLUG
8
I
n een kleine, hel verlichte koelcel, een van de vele in het onderzoeksgebouw waar we doorheen wandelen, staan tientallen Fresia’s in het gelid op lange tafels, waar wordt onderzocht bij welke temperatuur ze het beste kunnen worden bewaard en vervoerd. Op het oog zijn de planten identiek, maar schijn bedriegt, laat Marjolein van der Glas zien. “Kijk, deze is niet helemaal oké. De blaadjes zijn gerimpeld, sommige knoppen ook. Maar deze hier is perfect”, vervolgt ze, terwijl ze een meter verderop een van de planten voorzichtig controleert.” Een deur verder staan grote zwarte boxen, gevuld met appels; Elstars, om precies te zijn. “Hier hebben we een systeem dat door middel van het continu optimaliseren van de bewaartemperatuur zorgt dat deze appels twaalf maanden lang houdbaar zijn – drie maanden langer dan gebruikelijk. En dan smaken ze nog net zo als toen ze werden geplukt”, vertelt Henry Boerrigter. Het systeem monitort in feite bij welke temperatuur de appels zich ‘het lekkerst’ voelen, door hun ethanoluitstoot te meten en houdt daar rekening mee door de temperatuur constant op de ‘gevoelstemperatuur’ van de appels te houden in plaats van één constante lage temperatuur. Weer een ruimte verder staat een koeloplegger in een grote koelruimte, volgehangen met meetapparatuur. We doorkruisen een laboratorium met een experimentele verpakkingsopstelling, geflankeerd door een ruimte waarin door middel van röntgentomografie onder meer is onderzocht waarom ingevroren Vietnamese loempia’s klef werden als ze ontdooid werden; dat probleem is inmiddels opgelost. Het moge duidelijk zijn: de activiteiten van Food & Biobased Research (FBR) zijn bijzonder divers. FBR is ontstaan uit de verzelfstandiging van de voormalige DLO, de Dienst Landbouwkundig Onderzoek. Die viel ooit onder het Ministerie van landbouw en ging in 1998 op in Wageningen University & Research centre (voorheen de Landbouwuniversiteit Wageningen). FBR is één van de negen onderzoeksinstituten waarin in Wageningen wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van commerciële producten en diensten samenkomen in een breed scala aan innovatieve ontwikkelingen. Het instituut is de contractpartij van de Agrotechnology & Food Science Group van de Universiteit en telt zo’n 200 fte, evenredig opgesplitst in food-onderzoek
p8-9-10-11-12-13.indd 8
en bio-based onderzoek. FBR combineert expertise uit de biologie, technologie en ketenbeheer om duurzame manieren te ontwikkelen waardoor voedsel, waar ter wereld het ook wordt geproduceerd en waar het ook wordt geconsumeerd, de beste startkwaliteit heeft, optimaal houdbaar blijft en daarbij een goede, consistente kwaliteit en smaak behoudt. Dat leidt tot talloze oplossingen in een telkens veranderende dans van disciplines, zo leert ons bezoek aan het Wageningse instituut. Henry Boerrigter, project manager sustainable fresh chains bij FBR, is een veteraan met 40 dienstjaren onder de riem. Marjolein van der Glas is project manager convenience foods; op hun werkgebied zijn deze twee de link tussen de vragen waarmee klanten naar FBR komen en de experts die achter het antwoord zitten. Boerrigter zit aan de technische kant van versketens en richt zich op de verhouding tussen technologie en product/kwaliteitsontwikkeling. Van der Glas richt zich met haar afdeling vooral op verwerkte producten en rekent tot haar klanten de levensmiddelenindustrie, vooral voedselverwerkers en toeleveranciers van die industrie. Met de twee ontvouwt zich een boeiend gesprek over de koudeketen, convenience en de vele kanten van kwaliteit. Food & Biobased Research is bezig met thema’s als het voorkomen van voedselverspilling, het optimaliseren van voedselkwaliteit en het ontwikkelen van technologie om bewaarbaarheid en houdbaarheid te garanderen. Wat zijn de speerpunten in jullie werk? Boerrigter: “Wij houden ons binnen ons werkgebied bezig met zowat alles wat je kunt bedenken. Maar als je een rangorde wilt, is ons belangrijkste aandachtsgebied het voorkomen van voedselverspilling. En die staat of valt met het krijgen van grip op kwaliteit, in de hele keten.
09-06-16 13:40
Henry Boerrigter, project manager sustainable fresh chains bij Food & Biobased Research
p8-9-10-11-12-13.indd 9
10-06-16 12:15
10
Marjolein van der Glas, project manager convenience foods en Henry Boerrigter, project manager sustainable fresh chains bij FBR Op het moment dat je iedere speler in de keten, van producent tot consument, kunt helpen met het voorkomen van voedselverspilling, wordt iedereen daar beter van. Op dat gebied hebben we grote projecten met veel deelnemers.” Van der Glas: “De producent wil de beste producten inkopen en de beste producten leveren, maar er ondertussen ook van alles mee doen. En dat kan nu eenmaal niet meer op het moment dat een product rot is. Dan is de vraag: hoe houd je producten langer houdbaar, maar met behoud van kwaliteit. De oplossing van die vraag werkt door de hele keten heen.” Hoe doe je dat, grip krijgen op kwaliteit? Boerrigter: “Op allerlei manieren en op allerlei gebieden, maar de startkwaliteit van het product is leidend. Is die optimaal, dan blijft de houdbaarheid immers langer in stand. Om dat te bewerkstelligen, zijn we met talloze innovaties bezig. We hebben bijvoorbeeld een biomarker ontwikkeld voor rozen. Biomarkers zijn biomoleculen of eigenschappen van een biologisch product die iets zeggen over de kwaliteit van dat product. Die moet je eerst identificeren en daarna moeten ze routinematig gemeten kunnen worden. Dat is ons gelukt met die ‘rozenvoorspeller’. Daarmee kunnen we bepalen hoe lang het geleden is dat de betreffende roos is gesneden en voorspellen hoe lang hij nog mee kan in de keten. Dat bleek een heel succesvolle vinding en zoiets proberen we nu ook voor andere producten te ontwikkelen. Dat is een mooi voorbeeld van een manier om meer grip op de startkwaliteit van een product te krijgen. En als zo’n biomarker ook nog iets zegt over de smaak, dan worden we helemaal blij. Dit is een primaire researchlijn voor de komende jaren.” Waarom is smaak zo belangrijk? Boerrigter: “De consument is enorm gesteld op gebruiksgemak en beschikbaarheid; die zijn enorm belangrijk aan het worden. Zeker met de opkomst van e-commerce - eigenlijk is dat een volstrekt nieuwe keten die
p8-9-10-11-12-13.indd 10
er nu bij komt. Dat maakt de uitdaging nog groter. Mensen zijn bijvoorbeeld niet meer genegen om een sinaasappel te pellen. De consumptie van versproducten neemt nota bene een klein beetje af, hoe goed ze ook bekend staan, terwijl de consumptie van gesneden fruit toeneemt. Maar dat smaakt in de verste verte niet zo goed als zou moeten en kunnen. De verbetering van de smaak van zulke gemaksproducten is een van onze aandachtsgebieden. Dan draait het om de intrinsieke kwaliteit – de textuur, hardheid, zachtheid, de smaak. Als een vrucht geen goede zoet/zuurbalans heeft, of geen goede aroma’s heeft, dan smaakt hij nog nergens naar – meloen is daar een berucht voorbeeld van. En als een meloen in een bepaald jaar slecht van smaak is, gaat de hele handel onderuit – de consument verwacht nu eenmaal meer. Dat besef is er wel, maar daadwerkelijk iets gestuurd doen met kwaliteit blijft achter; wij doen als onderzoeksgroep op dat gebied state of the art onderzoek.” Hoe zit dat dan met verwerkte producten? Van der Glas: “Daarin heb je meer ruimte om te spelen. Je bent weliswaar nog steeds afhankelijk van de uitgangskwaliteit, maar je hebt meer mogelijkheden om daarin te compenseren door bijvoorbeeld andere manieren van processing toe te passen. Als je groenten moet koken en ze zijn hard, dan kun je ze langer koken. Maar bij verwerkte producten die in de koelketen terechtkomen heb je weer met andere aspecten te maken. Neem de toenemende trend naar gezond voedsel. Die zien wij ook steeds sterker opkomen. Ook hier wil de consument de beste kwaliteit, wat betekent dat een kroket die in de
10-06-16 12:16
oven wordt bereid in plaats van de frituur, toch even knapperig moet zijn. Dat vraagt om bereiding met ander vet, en dat heeft weer consequenties voor de textuur van de kroket. Daarom zijn wij heel veel bezig met de textuur van voedsel; die is bij verwerkte producten veel belangrijker dan bij versproducten. Daarvan kun je de textuur immers niet veranderen. Dat zijn ook leuke uitdagingen.” Hoe verhoudt jullie jacht op kwaliteitsverbetering zich tot de koudeketen? Boerrigter: “Versproducten veranderen tijdens de reis van hoedanigheid en vaak is het streven om dat zo weinig mogelijk te laten plaatsvinden. Temperatuur is de beste stuurknop die je daarvoor hebt. Maar op kwaliteitsgebied is er nog een wereld te winnen. Diepvriezen is bijvoorbeeld een fantastische methode om voedsel te bewaren, in alle opzichten. Maar het is niet erg gebruiksvriendelijk en zo langzamerhand zijn er nieuwe technologieën en mogelijkheden om de kristallisatie die cellen kapotmaakt en daardoor bijvoorbeeld van die slappe groentes veroorzaakt, beter aan te kunnen pakken. Wij willen die processen leren begrijpen; er zijn manieren om dat beter te kunnen doen. Wij proberen de betreffende partijen zich ervan bewust te maken dat er meer mogelijk is. Je hoeft niet alles per se te bewaren op -20 graden. Je kunt de bewaartemperatuur ook variëren. Bovendien zijn er andere manieren dan invriezen om producten langer beter te houden.” Van der Glas: “In de koudeopslag ligt de focus natuurlijk op temperatuur. Maar wat opvalt, is dat daarbij nauwelijks een link wordt gelegd met voedselkwaliteit. Er is, zeker vanuit de vrieshuizen, nog betrekkelijk weinig belangstelling voor onderzoek daarnaar; de focus heeft natuurlijk heel lang gelegen op het verbeteren van de efficiency en op de integratie van services. Maar de voedselkwaliteit wordt natuurlijk wel degelijk wordt beïnvloed als je een product langdurig invriest. Zeker bij bewerkte producten maakt het verschil hoe je een product invriest, ingevroren houdt en ontdooit voordat je er verder mee werkt. Je kunt sommige producten bij minder lage temperaturen lang houdbaar houden, er zijn nieuwe moge-
lijkheden om de effecten van langdurig invriezen tegen te gaan. Je kunt door middel van hoge druk of elektrische velden micro-organismen inactiveren zonder dat de kwaliteit van het product daar al te veel onder te lijden heeft. Daarna moet je het product wel koud bewaren, maar bij een minder lage temperatuur dan gebruikelijk – en dat is weer duurzamer. Er is veel ruimte voor innovatie op dat gebied.”
“DE VERBETERING VAN DE SMAAK VAN GEMAKSPRODUCTEN IS EEN VAN ONZE AANDACHTSGEBIEDEN.” Boerrigter: “En daar komt steeds meer vraag naar. Ik vind het opvallend dat de trend naar duurzaamheid niet door de crisis is genekt. We merken dat alternatieve technologieën waarbij producten bij hogere temperaturen optimaal kunnen worden bewaard, dus waarbij je minder diep hoeft te koelen, veel interesse wekken. Hetzelfde effect bereiken met een iets hogere bewaartemperatuur is voor veel marktpartijen een geldige redenering. En over het bereiken van hetzelfde effect gesproken: kwaliteitsmeting in de keten is ook een aandachtsgebied – door argwaan wordt die op allerlei punten in de keten gedaan. Daarmee is het een zware kostenpost. Temeer omdat het wordt gedaan door mensen. Vaak ontstaan er dan discussies over kwaliteit. Daarom ontwikkelen wij sensoren en gerobotiseerde, gestandaardiseerde handelingen om het aantal kwaliteitscontroles te kunnen verminderen. Ook ontwikkelen we manieren om automatisch temperaturen te meten in de loop van de keten, opnieuw om het handwerk uit het proces te halen. Daar hebben we al mooie resultaten mee geboekt in het begin van de keten, nu zijn we ermee bezig om dat verderop in de keten te krijgen.”
11
Er is in de branche veel te doen over de grilligheid van de consument, over de impact van e-commerce en dergelijke. Hoe staan jullie daarin? Boerrigter: “Je kunt wel zeggen dat het consumentengedrag volkomen grillig is, maar de retailer weet echt wel wat de consument wil, want hij
/ JUNI 2016
p8-9-10-11-12-13.indd 11
09-06-16 13:41
12 heeft de kassabon voor zijn neus. Als de avocadoverkoop instort als het product uit het late Zuid-Afrikaseizoen verdwijnt en er avocado’s uit het vroege Peru- of Chiliseizoen in de schappen liggen, dan zien de retailers dat meteen. Dus daar hebben ze heus wel kijk op – het is niet zo scherp te stellen dat men niet weet wat de consument wil. Van elke actie is het gevolg bekend; de retailer heeft enorm goed door wat werkt en wat niet werkt en daardoor denk ik dat de grilligheid van de consument nog wel eens wordt overschat. Althans, niet in termen van psychologie. Wél in termen van gedrag – of beter gezegd: van aankoop.” Van der Glas: “Het is ook wel logisch. In jouw avocadovoorbeeld is de consument lekker zoete en sappige avocado’s gewend; vervolgens krijgt hij opeens van die harde dingen; daar moeten de mensen dan weer aan wennen. Dat wekt een reactie op.” Boerrigter: “Men heeft simpelweg behoefte aan consistente, betaalbare kwaliteit. Dat hoeft niet eens altijd de aller- allerbeste kwaliteit te zijn. Het probleem is dat alle grote retailers doen aan global sourcing. Men probeert zijn voorziening veilig te stellen, gaat scherpe contracten aan en zal over de hele wereld op zoek gaan naar de goedkoopste aanbieder. En dat alles heeft continu impact op de kwaliteit van het product. En omdat het een wereldmarkt is, is dat effect des te groter als je te maken hebt met gebieden waar de koudeketens nog niet zo ver zijn ontwikkeld als bij ons.”
ketens – bedrijven die willen groeien of in samenwerkingsverbanden de internationale voedselmarkt op willen. Er is veel budget beschikbaar om dat voor elkaar te krijgen, maar het is heel moeilijk voor die boeren om aan de talloze vereisten en certificeringen te voldoen. Dat kunnen ze vaak niet op eigen kracht en dat is een rem op hun ontwikkeling. Daarom hebben wij een manier bedacht om zulke partijen te faciliteren. Wij hebben een container ontwikkeld met een lab erin gebouwd en verhuren dat inclusief door ons opgeleid personeel; we zetten dat in de betreffende regio neer en starten met onderzoek. Daarmee help je de nieuwe markten op weg én ben je duurzaam bezig met global sourcing.”
En die wereldmarkt groeit hand over hand. Welke rol spelen jullie in die ontwikkeling? Boerrigter: “Nieuwe productiemarkten zijn inderdaad sterk in opkomst. De laatste vijf jaar heb ik meer gereisd dan in de 35 jaar daarvoor. Juist omdat de klassieke koudeketen het goed doet in die nieuwe productieregio’s. Maar die landen hebben geen naoogsttechnologie en dergelijke faciliteiten op het niveau zoals wij dat kennen. En je kunt wel een dure Nederlandse consultant invliegen, maar dat werkt een half jaar of zo, en dan houdt het weer op. Bovendien is er wereldwijd een sterke politieke druk om kleine en middelgrote boeren aan te sluiten op die opkomende
p8-9-10-11-12-13.indd 12
09-06-16 13:41
“MEN HEEFT BEHOEFTE AAN CONSISTENTE, BETAALBARE KWALITEIT. DAT HOEFT NIET ALTIJD DE ALLERBESTE KWALITEIT TE ZIJN.”
13 Van der Glas: “Je leert het de mensen zelf te doen, men bouwt regionaal kennis op, maar de clou is dat de bedrijven die het lab huren het zelf een poosje kunnen proberen voordat ze er zelf zwaar in gaan investeren. Boerrigter: “Precies. Er is veel belangstelling voor. Want er is heus wel geld beschikbaar voor zulke initiatieven, zeker als je iets kant-en-klaar hebt waar een gouverneur van een regio meteen iets mee kan.”
Wageningen University & Research Centre
p8-9-10-11-12-13.indd 13
Jullie lijken voor elk probleem in de keten aan een oplossing te werken. Zijn er zaken waar jullie nog niet mee bezig zijn? Boerrigter: “We piekeren ons hier nog suf over een koudeconcept voor de last mile – de fijndistributie naar de huishoudens. Dat begint met een goed geïsoleerde doos, maar verder is alles denkbaar: drones, chauffeurloze auto’s, noem maar op. We zijn er nog niet uit. Maar het is grappig om te zien hoe de laatste tijd allerlei distributieconcepten van vroeger in een nieuw jasje terugkeren. Misschien kunnen wij in dat opzicht putten uit het voorbeeld van mijn oude vader: die bracht zestig jaar geleden op de bakfiets vers gebakken brood rond in Almelo.”
/ JUNI 2016
09-06-16 13:41
BRANCHE IN BEWEGING
MEER FLEXIBILITEIT EN BREDERE MARGES
SCHAALVERGROTING GUNSTIG VOOR DE BRANCHE
Ook in de koel- en vriessector worden bedrijven steeds grootschaliger. Die groei brengt verschillende voordelen met zich mee. TEKST: RENÉ GRÜNFELD
D 14
e schaalvergroting in de koel- en vriessector zet door – en niet alleen door toedoen van Nederlandse ondernemers. Vanwege de gunstige ligging, de goede infrastructuur en het aangename investeringsklimaat neemt ons land in logistiek opzicht een belangrijke positie in; zowel op Europees niveau als wereldwijd. Dat resulteert onder andere in de overname van Nederlandse bedrijven door grote spelers zoals Agro Merchant. Door middel van overnames in ons land en Duitsland hebben de Amerikanen vaste voet aan wal gekregen. Nu volgt de rest van Europa, verwacht Aloys Putmans. Toch is ook dat slechts een tussenstation, denkt de CEO van Nekovri. “Europa ligt op de weg van de oostkust van de VS naar China en andere naar Aziatische markten. Dat is niet alleen interessant in verband met de afzet, maar ook op het gebied van retourvrachten. Rotterdam ligt centraal aan één van de grote aanlooproutes en beschikt daarnaast over goede op- en overslagfaciliteiten. De relatief hoge tarieven nemen de verladers voor lief”, zegt Putmans.
ZO HEEFT HET KOELHUIS ZICH ONTWIKKELD VAN EEN GROTE BEWAARDOOS TOT EEN BELANGRIJK ECONOMISCH INSTRUMENT. VERDIENMODEL Schaalvergroting is daarnaast interessant vanwege het verdienmodel, vervolgt hij. Op de totale kosten van een cold store vergen de extra kubieke meters een bescheiden meer-investering. Belangrijker nog dan de extra opslagruimte, is dat deze kubieke meters voor flexibiliteit zorgen. Als er grote schepen met reefercontainers binnenkomen, dan biedt een groot koel- of vrieshuis meer mogelijkheden om de producten in de eigen hub op te slaan. Uitwijken naar de vestiging van een concurrerende ondernemer is
p14-15-16-17.indd 14
nu in veel gevallen de manier om pieken in het aanbod op te vangen. Ook verbeteren de marges en wordt het verlenen van extra services eenvoudiger. “Als je de overflow in je warehouse flexibel kunt inzetten, dan blijven de kosten voor extra kubieke meters beperkt. Bovendien bieden deze meters de mogelijkheid tot gecontroleerd ontdooien of tempereren. “Op termijn kun je door die extra ruimte een gedifferentieerder productenpalet aanbieden”, stelt Putmans.
HOOG NIVEAU De vakkennis binnen de branche maakt het ook mogelijk om die services op een hoog niveau te leveren. In moderne cold stores kan niet alleen de temperatuur zeer nauwkeurig beheerst worden, maar ook de luchtsamenstelling. Cruciaal voor bloembollen, snijbloemen en sierplanten, maar ook voor de langdurige opslag van fruit. Onder de juiste condities wordt het rijpingsproces helemaal stilgelegd en kunnen bijvoorbeeld appels en peren vele maandenlang bewaard worden zonder dat er ook maar enig kwaliteitsverlies optreedt. Pieken en dalen in het aanbod op de consumentenmarkt zijn op die manier goed op te vangen. “Wie herinnert zich niet de tijd waarin hele partijen groenten en fruit werden doorgedraaid?”, zegt Putmans. “Zo heeft het koelhuis zich ontwikkeld van een grote bewaardoos tot een belangrijk economisch instrument.” Wetenschappelijk onderzoek heeft veel informatie opgeleverd over de veranderingen die er bij invriezen optreden in de celstructuur van de meest uiteenlopende producten. Gebleken is onder andere dat de snelheid waarmee het invriezen en, in een later stadium, het ontdooien gebeurt, van grote invloed is op de productkwaliteit. Dat maakt tempreren tot een interessante aanvulling op het invriezen en op/overslaan.
INFRASTRUCTUUR Gunstige omstandigheid voor ons land zijn de geringe afstanden en de hoogwaardige infrastructuur. Hierdoor is het gemakkelijker om koel- en vrieshuizen te bouwen op locaties met acceptabele grondprijzen, maar ook in de buurt van grote klanten – zoals slachterijen en voedselverwerkende industrieën – die belang hebben bij de extra dienstverlening van cold stores. De nabijheid sluit ook goed aan op het streven van de overheid om de controlerende
09-06-16 13:42
.
15
/ JUNI 2016
p14-15-16-17.indd 15
09-06-16 13:42
instanties efficiënter te laten werken. Hetzelfde geldt voor een groot publiek-privaat project zoals Cool Port in Rotterdam, zegt Putmans. “Als je risicovolle producten op een locatie bij elkaar brengt, is het eenvoudiger om ze te controleren. En voor producten uit risicolanden gaat dit natuurlijk ook op.” De controles zijn niet willekeurig, zoals vroeger, maar gebeuren steeds vaker op basis van risicoanalyses en in plaats van specialisten van verschillende keuringsinstanties, stuurt de NVWA nu teams op pad die alle disciplines beheersen. En toch gebeuren er soms, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, onverwachte dingen. Neem de insectjes die Russische inspecteurs soms in door Nederlandse keurmeesters vrijgegeven producten aantreffen. “Export naar landen zoals Rusland en China ligt gevoelig. Je weet nooit of ze echt iets vinden of dat er een politiek motief is, zoals de bescherming van de eigen markt. Hoe dan ook, als exporteur zit je ineens met een probleem.”
AUTOMATISCHE PILOOT Putmans vindt dat de branche in zulke gevallen wat minder op de automatische piloot moet blijven varen. “Ik begrijp wel dat ondernemers pas naar een andere afzetmarkt gaan kijken als de noodzaak zich voordoet, maar er zijn vaak wel alternatieven. Ook hierbij kan onze sector een rol spelen.” Meer activiteiten ontplooien vindt Putmans hoe dan ook verstandig. Het huidige verdienmodel staat onder druk, constateert hij. Inslag, opslag en uitslag zijn en blijven de basis, maar de sectorgrenzen vervagen. Vrieshuizen storten zich op het transport en transporteurs creëren opslagfaciliteiten. Dat bergt risico’s in zich, maar ook kansen. “We moeten veel transparanter worden over de processen en meer nadruk leggen op de kwaliteitsgevolgen van
16
handelingen zoals invriezen en ontdooien. We moeten laten zien dat onze vakkennis de productkwaliteit kan verbeteren en zo voor meerwaarde zorg draagt.” Specialisme in plaats van generalisme, zo gezegd. Hij pleit er voor om meer op de stoel van de ondernemer te gaan zitten en, met inachtneming van de kernactiviteiten van de branche, over nieuwe afzetmogelijkheden na te denken. Dat laatste bij voorkeur in intersectoraal verband: “De Russische markt is sterk veranderd, de laatste jaren. Moest het vroeger vooral betaalbaar zijn, nu is er meer belangstelling voor duurdere producten van een hoge kwaliteit. Die ontwikkeling zie je ook in andere Oost-Europese landen en hij zet door. Daar moeten we als branche op inspelen.” Putmans noemt Litouwen als voorbeeld: de export naar dit land is intussen toegenomen tot 25 procent van de totale export naar Rusland. Een ander voorbeeld: China wil geen producten waar grond aan zit en daarom worden sommige exportproducten nu op een hydrocultuur geteeld. “Daar liggen kansen waar we zonder twijfel op in moeten spelen.”
“MOEST HET VROEGER VOORAL BETAALBAAR ZIJN, NU IS ER MEER BELANGSTELLING VOOR DUURDERE PRODUCTEN VAN EEN HOGE KWALITEIT.” NIEUWE GENERATIE Nekovri ziet die omslag ook al plaatsvinden. Er treedt een nieuwe generatie aan, zegt Putmans. Een generatie met een hoog opleidingsniveau, die de technische en ICT-gestuurde processen veel beter begrijpt en economisch veel beter onderlegd is. “Maar de ouderen hebben sterke banden met de telers en slachters. Hun nuchtere boerenverstand is ook belangrijk als je een professionaliseringsslag wilt maken, maar is het voldoende als we ons moeten wapenen voor de toekomst? Gaan we op de oude voet door, of weten we waar we als branche over tien jaar willen staan? Gaan we niches bedienen of is schaalvergroting de sleutel? En wat wordt ons werkgebied?” Om de antwoorden te vinden, probeert Nekovri via Young Professionals de jongere ondernemers te interesseren voor de vereniging. Alleen is het veel moeilijker om ze bijeen te brengen. Anders dan bij de oudere generatie is het sociale aspect niet belangrijk meer als bindende factor, zo blijkt. Maar hen aanspreken op hun specifieke vakkennis werkt weer wel, merkt Putmans. “Voor projecten met een duidelijk kader, met een kop en een staart, zijn de jongeren wel degelijk te porren. Veel meer dan voor een algemene functie binnen de organisatie.” Mede daarom is de organisatiestructuur van Nekovri ingrijpend gewijzigd. “We werken nu met expertteams op het gebied van techniek, HRM, koudemiddelen en zo meer.
Aloys Putmans, CEO/Directeur Nekovri
p14-15-16-17.indd 16
09-06-16 13:42
17 YOUNG PROFESSIONALS De eerste meeting van de Young Professionals is al achter de rug. Daar hebben we geïnventariseerd welke wensen en behoeften er zijn. Toen bleek ook dat de één alles weet van bedrijfskunde, maar kennis mist op het gebied van celstructuren. Die extra kennis komt nu binnen bereik doordat er, binnen Nekovri, weer nieuwe netwerken ontstaan”, zegt Putmans enthousiast. “Na afloop kregen we zelfs nog feedback van de deelnemers. Dat is nieuw voor ons!” De uitwisseling van kennis is van cruciaal belang voor de sector, meent Putmans. Enerzijds om binding te houden met de doelgroep van Nekovri, en anderzijds omdat de kwaliteit van de hele koudeketen optimaal dient te zijn. Alles moet kloppen; van de techniek tot de administratieve afhandeling. Wie zijn klanten écht goed bedient, hoeft zich ook geen zorgen te maken over de concurrentie, betoogt hij, dan kun je volkomen open zijn en duidelijk maken wat je allemaal in huis hebt: “Tenslotte zijn we geen dozenschuivers”.
groenten en fruit, dan is het de fytosanitaire inspectie. Producten zoals vlees, vis en zuivel vallen weer onder het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De controles zijn soms op locatie mogelijk; andere keren kan het alleen via het laboratorium. In die gevallen wordt een deel van de zending geïsoleerd in het depot. Bovendien zijn al deze diensten in het weekeinde en op feestdagen gesloten, waar ze in België 24 uur per dag en zeven dagen in de week open blijven: “Dat kost ons erg veel
“GAAN WE NICHES BEDIENEN OF IS SCHAALVERGROTING DE SLEUTEL?”
HOGE TARIEVEN Klachten over de hoge tarieven die de Nederlandse keuringsdiensten bij im- en export in rekening brengen, verdienen duiding, vindt hij. “In het westen zijn niet genoeg veterinaire inspecteurs te vinden. Die worden daarom in het oosten van ons land gerekruteerd. Deze mensen zijn elke werkdag enkele uren kwijt met heen en weer reizen. Die uren moeten betaald worden, maar ze gaan ook af van de effectieve werktijd.” Verder zijn er nog veel verschillende instanties bij de keuringen betrokken. Gaat het om planten,
geld. Gelukkig laat de minister nu de mogelijkheid van kwaliteitsborging bij private laboratoria onderzoeken. Daarmee komt permanente openstelling ook bij ons in beeld. Verder wil de minister ook de verschillende kostensoorten nog eens onder de loep nemen. Een goede zaak, want als branche willen we alleen de werkelijke controlekosten betalen en niet die van de organisatie er achter.”
/ JUNI 2016
p14-15-16-17.indd 17
09-06-16 13:42
BRANCHENIEUWS
VION GROEIT
18
Vleesbedrijf Vion Food in Groenlo heeft circa 4 miljoen euro uitgetrokken voor de uitbreiding van zijn productiefaciliteit. De investering maakt deel uit van een programma waarin het aantal productielocaties in Nederland en Duitsland wordt teruggebracht en waarin overige locaties worden gemoderniseerd. Voor de uitbreiding van de vestiging Groenlo tekende KIM Nederland uit Apeldoorn, dat de uitbreiding omschrijft als een uitdaging. ‘Wij realiseerden deze nieuwbouw in 2 fases, met als fase 1 de bouw van een expeditieruimte met laadkuil, terwijl de vrachtwagens in deze fase nog bevoorraad werden aan een bestaande gevel ter plaatse van fase 2. Vervolgens werden in het weekend tussen fase 1 en 2 de hangbanen tijdelijk omgelegd, zodat ze vanuit het bestaande naar de nieuwe expeditieruimte gaan en wij aansluitend de bestaande docks konden slopen en in fase 2 de nieuwbouw konden realiseren. Aan het eind van fase 2 werden vervolgens alle overgangen tussen beide fases gerealiseerd, zodat de gehele uitbreiding in gebruik genomen kon worden.’ De oplevering vond plaats in maart van dit jaar.
STERKE GROEI VOOR COLD CHAIN Volgens een rapport van de Amerikaanse onderzoeksorganisatie Zion Research zal de wereldwijde cold chain branche tussen 2015 en 2020 naar verwachting jaarlijks met 13.9 procent groeien. Volgens het rapport bedroeg de wereld-
wijde waarde van de branche in 2014 110.20 miljard dollar en groeit deze naar 271.9 miljard in 2020. In 2014 bedroeg het wereldwijde volume van de branche 552.09 miljoen kubieke meter. In 2014 waren de dominante producten in de
wereldwijde koudeketen vlees, vis en zeedieren, goed voor een marktaandeel van 45 percent. De groeiende im- en export van deze producten is volgens Zion een belangrijke acceleratiefactor in de verwachte mondiale groei van koudeketens.
w
AGRO MERCHANTS GROUP INVESTEERT IN MAASVLAKTE AGRO Merchants Group bouwt een 9.000 m2 groot koel- en vriesmagazijn in de haven van Rotterdam op de Maasvlakte. Het nieuwe gebouw krijgt een capaciteit van 18 duizend pallets en wordt na oplevering gebruikt voor de behandeling van im- en export en de opslag van zowel bevroren als gekoelde producten. De locatie krijgt verrijdbare stellingen met pallettransportsystemen en ruimten voor aanvullende diensten, zoals verpakken en shock vriezen. In het gebouw komt bovendien een geïntegreerd (BIP) keurpunt voor de keuringen van importgoederen van buiten
p18-19.indd 18
Europa, ingericht volgens de meest recente normen, in nauwe samenwerking met de Nederlandse Voedsel – en Warenautoriteit (NVWA). Volgens Carlos Rodriguez, een van de oprichters van AGRO Merchants Group, is de nieuwbouw niet de enige investering op de Maasvlakte. Er is volgens hem ruimte om de capaciteit de komende jaren te verdubbelen. De Rotterdamse Maasvlakte wordt naar verwachting operationeel zijn in december 2016.
COFELY IN HET NIEUW Cofely Nederland N.V. heet sinds 21 maart 2016 ENGIE Services Nederland N.V.. Daarmee is de naam Cofely verdwenen uit Nederland; hier krijgen vrijwel alle bedrijven en merken die behoren tot het concern van ENGIE de nieuwe naam. ENGIE is de nieuwe wereldwijde naam van het moederbedrijf GDF SUEZ.
09-06-16 13:43
GROENE STROOM MAAKT KOELVRACHTWAGENS SCHONER Stilstaande koelvrachtwagens veroorzaken veel meer schadelijke uitstoot dan gewone vrachtwagens; een dieselgenerator stoot gemiddeld zeven keer meer fijnstof uit dan de vrachtwagen. Dat staat in een rapport van milieu-onderzoeksbureau CE-Delft dat aan Europese parlementariërs is gepresenteerd. Volgens het rapport kan jaarlijks een uitstoot tot 600 kiloton CO2, 4700 ton NOx en 560 ton fijnstof worden vermeden door stroompunten neer te zetten langs de hoofdsnelwegen in Europa en stilstaande koelvrachtwagens tijdens de rustpauzes en overnachtingen van de chauffeur te koelen op groene stroom in plaats van op dieselgeneratoren. Volgens NomadPower, het bedrijf dat stroomvoorzieningen voor geconditioneerd vervoer op parkeerplaatsen aanlegt en exploiteert, kan met een beperkte investering in deze branche bovendien jaarlijks tot 260 miljoen liter diesel worden bespaard op het Europese koelwagenpark van naar schatting ruim 230 duizend koelvrachtwagens.
SSI SCHÄFER BOUWT VOOR POOLSE BAKKER SSI Schäfer heeft een nieuw automatisch hoogbouw diepvriesmagazijn gerealiseerd voor de La Lorraine Bakery Group in Polen. Het volledig geautomatiseerde 3-gangen diepvries hoogbouwmagazijn is 41 meter hoog en herbergt ruim 15 duizend locaties voor dubbeldiepe opslag, rechtstreeks gekoppeld aan de productie. Bij een temperatuur van -25 °C zorgen drie Exyz magazijnkranen voor de in- en uitslag van de pallets met een verwerkingscapaciteit van 150 pallets per uur en 3600 palletbewegingen per dag.
Het logistieke concept bestaat uit een door SSI Schäfer aangepast SAP materiaalstroomsysteem en een modern transportbaansysteem. De geautomatiseerde processen bij de goederenexpeditie worden ondersteund door een pallettransportbaansysteem met uitsluisbanen, luchtsluizen en een overdrachtstation, waar de goederen worden gekoeld naar een temperatuur van -17 °C. Dankzij de nieuwbouw kan de Poolse fabriek haar productiecapaciteit in de toekomst verdubbelen.
BRC-CERTIFICERING VOOR PARTNER LOGISTICS De cold storage faciliteit van Partner Logistics in Bergen op Zoom is voor het derde jaar op rij gecertificeerd volgens de Global Standard for Storage and Distribution-norm, uitgegeven door het British Retail Consortium (BRC). De BRC-norm beschrijft de hygiëne- en voedselveiligheidseisen voor de voedselverwerkende bedrijven die direct leveren aan de retailsector.
Bedrijven die voldoen aan de BRC-standaard zijn gescreend op alle activiteiten die te maken hebben met de veiligheid, kwaliteit, en wettelijke vereisten rond producten en voldoen aan de best practice-maatstaven in handling, opslag en distributie. De faciliteit in Bergen op Zoom is het grootste vrieshuis van Europa, met een capaciteit van 187,500 pallets.
19
PICNIC IN DE PRIJZEN Online webwinkel Picnic heeft tijdens het Thuiswinkel Awards Gala 2016 de vakprijs voor beste startende webwinkel gekregen. Het nieuwe winkelconcept versloeg daarmee Wijnwinkel Neleman en verfwinkel Decoprof. Picnic is momenteel alleen nog maar beschikbaar in Amersfoort en Leusden, maar blijkt daar goed aan te slaan. Niet genoeg echter voor het verzilveren van de nominatie voor ‘game changer van het jaar’, een nieuwe prijs voor het meest innovatieve nieuwe concept op het gebied van e-commerce. Picnic ontwikkelde een nieuwe distributiemethode waarmee boodschappen zonder onnodige tussenschakels in de wijk kunnen worden rondgebracht. De klant kiest zelf welke rit hem het beste uitkomt en weet tot op een half uur precies hoe laat de bezorging zal plaatsvinden. Doordat de kosten van deze nieuwe manier van distributie laag zijn, zijn de prijzen voor de boodschappen laag en is de bezorging gratis. Picnic breidt binnenkort uit
naar Utrecht, Apeldoorn en Almere. Picnic is een initiatief van vier ondernemers. Bas Verheijen is voormalig marketing-directeur van Albert Heijn en C1000. Michiel Muller stond eerder aan de wieg van de onbemande
tankstations Tango en ANWB-concurrent Route Mobiel. Internetondernemers Joris Beckers en Frederik Nieuwenhuys waren de eigenaren van Fredhopper, de ontwikkelaar van personalisatiesoftware voor webwinkels.
/ JUNI 2016
p18-19.indd 19
09-06-16 13:43
TOP VIER VAN SCHRIJVERSHOF
DE BRANCHE-OVERSCHRIJDENDE KERNWAARDEN VAN SCHRIJVERSHOF
MEER DAN EEN HANDELSONDERNEMING
Schrijvershof in Oud-Beijerland is een internationaal opererende groothandel in groente en fruit. Het familiebedrijf hanteert kernwaarden die ook van toepassing zijn op de koel- en vriesbranche. TEKST: RENÉ GRÜNFELD
20
Alexander Schrijvershof: ‘Voedselveiligheid en traceerbaarheid kun je niet los zien van elkaar’
R
elaties en hun achtergrond staan bovenaan in de top vier van Schrijvershof. “Ook al zijn we een commercieel bedrijf, we proberen toch de belangen van onze toeleveranciers zo goed mogelijk te behartigen”, licht financieel directeur Alexander Schrijvershof (38) toe. “We hebben er immers zelf belang bij dat de agrariërs waar wij onze producten betrekken, er financieel goed voorstaan.” Het boerenbestaan wordt van oudsher door onzekerheden getekend. Ondernemers in de groente- en fruitteelt moeten al in een vroeg stadium plannen en investeren, lang voor ze weten welke effecten de weersgesteldheid en de markt op hun inkomen
p20-21-22-23-24.indd 20
zullen hebben. “Wij willen hen niet een heel seizoen in het ongewisse laten en maken daarom vooraf afspraken. Dat vereist een strakke organisatie. Ook zijn we snel van betalen, want cashflow is voor boeren heel belangrijk.” Het bedrijf wil ook meer zijn dan een handelsonderneming. “Als handelspartners moet je op elkaar kunnen vertrouwen”, omschrijft Schrijvershof kernwaarde nummer twee. Als het goed gaat én als het tegenzit. We proberen ook altijd zo open mogelijk te communiceren, met inachtneming van de menselijke waarden. Zo, en door nauwe, liefst persoonlijke contacten te onderhouden, kunnen wel plezierige en bestendige relaties opbouwen.”
10-06-16 12:20
HOF
ACHTERGROND De achtergrond van Schrijvershof speelt een belangrijke rol bij het formuleren van deze kernwaarden. Het familiebedrijf begon ooit als handel in fruit. Begin 20ste eeuw werden er in de Achterhoek en de Betuwe hele boomgaarden gepacht. Was het fruit rijp, dan plukte men dit zelf om het vervolgens te verkopen. Van meet af aan zijn daar veel familieleden bij betrokken geweest. In de jaren ’80 en ’90 leverde Schrijvershof groenten en fruit aan winkels of verkocht deze zelf op markten in het gebied tussen de Zuid-Hollandse eilanden en Leiden. Schrijvershof is dus altijd een ‘mensenbedrijf’ geweest. In de periode 2005-2006 echter liep de omzet terug doordat de concurrentie van supermarkten sterk toenam. Van belang was ook dat de supermarkten de kwaliteitscontrole steeds beter onder de knie kregen, waardoor de befaamde ‘marktkwaliteit’ met zijn lage prijzen minder interessant werd voor consumenten. Eén van de broers Schrijvershof besloot daarom een groothandel in AGF op te richten als onderdeel van het familiebedrijf.
“TELERS MOETEN PRECIES WETEN WAAR DE MARKT OM VRAAGT.”
Toen de afzet op de markten nog verder terugliep, ontplooide Schrijvershof andere activiteiten – zoals de export van Nederlandse en de import van overzeese producten. “In 2012 hebben we de markthandel eraan gegeven. Sindsdien richten we ons helemaal op im- en export. En al zijn we een jonge en vrij kleine speler, het gaat ons niet slecht.” Citrusvruchten, druiven, mango’s en avocado’s staan centraal in dit verhaal. “We handelen alleen in niet-Europese producten. Zo bieden we toegevoegde waarde voor zowel de telers als onze afnemers”, zegt Schrijvershof, ‘’en zo groeien we mee met de telers aan de ene en de retailers aan de andere kant”.
BIJ NUL BEGINNEN Het verschil tussen prijs en waarde is waar de derde kernwaarde van de Oud-Beijerlanders om draait. “De retailers stellen, en terecht, hoge eisen als het gaat om voedselveiligheid. Traceerbaarheid is daar onlosmakelijk mee verbonden. Daarom denken wij bij de telers al mee over het te volgen traject en de vereiste procedures bij het transport overzee en de inklaring in Nederland. Verantwoordelijkheid delen werkt op termijn altijd beter dan producenten een verklaring te laten tekenen. Afschuiven op de telers werkt gewoon niet; je moet ze zorgvuldig uitleggen welke eisen de Europese markt stelt zodat ze daaraan kunnen voldoen.” Schrijvershof is op die manier niet altijd zeker van de laagste prijs, maar wel van een constante kwaliteit uit vertrouwde bronnen. “Onze import van limoenen uit Guatemala is er een mooi voorbeeld van”, zegt hij. In de meer afgelegen gebieden van dit land worden veel mango’s en meloenen geteeld, maar die leveren alleen seizoenswerk op. Via het CBI – een agentschap van het ministerie van Buitenlandse Zaken – is Schrijvershof in contact gekomen met de Guatemalteekse ondernemer Judith Quevedo.
21
/ JUNI 2016
p20-21-22-23-24.indd 21
09-06-16 13:45
Haar bedrijf, Ixin Quesal, teelt limoenen die de arbeiders het hele jaar rond werk opleveren. Met hulp van het CBI leerde Quevedo wat er nodig is om haar producten geschikt te maken voor de Europese markt, hoe ze verpakt dienen te worden en aan welke eisen de opslag moet voldoen. “We zijn daar echt bij nul begonnen en hebben flink moeten investeren; zowel financieel als in kennis”, zegt Schrijvershof. Hij is blij met de nieuwe handelspartner, maar ook omdat dat zijn bedrijf zo een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het gebied: prijs versus waarde.
VIERDE KERNWAARDE Ook de vierde kernwaarde, expertise, is van belang voor elke ondernemer die met voedingsmiddelen omgaat. Bij Schrijvershof heeft die betrekking op de producten enerzijds en de markt anderzijds. “Telers moeten weten
22
p20-21-22-23-24.indd 22
KWALITEITSBEWAKING BIJ HET VERPAKKEN EN TIJDENS HET TRANSPORT ZIJN ENORM BELANGRIJK
waar de markt om vraagt, wanneer dat gebeurt en hoe zij hun producten moeten aanleveren. Van onze kant moeten wij flexibel zijn als de kwaliteit achterblijft bij onze verwachting. In zulke situaties moet je als handelsbedrijf een alternatieve afzetmarkt achter de hand hebben.” Er zijn verschillende factoren die de uiteindelijke kwaliteit kunnen beïnvloeden. Veel soorten fruit zijn drie of vier weken in reefers onderweg voor ze in Rotterdam arriveren. Kwaliteitsbewaking bij het verpakken en tijdens het transport zijn enorm belangrijk, net als de controle op voedselveiligheid. Voor een betrekkelijk kleine speler zoals Schrijvershof zijn de logistieke processen lastiger te beheersen dan voor een grote onderneming. Vandaar dat dit gedeelte enkele jaren geleden is ondergebracht bij Varekamp in Poeldijk. Deze dochteronderneming van Kloosterboer zorgt ervoor dat de reefers na het inklaren vanuit de haven naar de koelhuizen worden gebracht. Daar worden ze gelost en de inhoud gesorteerd. Een deel van het fruit verkoopt Schrijvershof aan professionele rijpers, maar vanaf 2017 hopen de vijf broers dit in eigen huis te kunnen doen. Eigen huis is in dit geval een relatief begrip, want Schrijvershof gaat in 2017 ruimte huren bij de gloednieuwe faciliteiten van Kloosterboer in Rotterdam Cool Port. Fytosanitaire experts van de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit (NVWA) en de douane kunnen elke zending dan snel en efficiënt afhandelen. Bovendien vervalt het natransport naar Poeldijk. “De voedselveiligheid kan dan nog beter bewaakt worden. Maar de grootste risico’s zitten toch aan de voorkant, dus bij de teler. Daar ligt bij ons dan ook de nadruk op. Anderzijds moeten we bij export buiten de EU, zoals naar Rusland, ook heel zorgvuldig te werk gaan. Nu moeten de keurmeesters nog bij ons langs komen; straks kan dat allemaal bij Cool Port gebeuren. Plannen en afspraken maken wordt dan een stuk gemakkelijker. Komt nu een zending te laat binnen, dan moeten er nieuwe afspraken worden gemaakt en krijg je allemaal extra vertraging. Dat is straks verleden tijd.”
09-06-16 13:45
ROTTERDAM ALS EEN INTERNATIONALE DRAAISCHIJF VOOR GEKOELDE EN INGEVROREN GOEDEREN. COOL PORT KOMT ERAAN Het huidige pand van Schrijvershof is in 2001 gebouwd. Door de ontwikkelingen van de laatste jaren voldoet het niet meer aan de eisen en de ligging in Oud-Beijerland is niet meer zo gunstig als vroeger. Ook deze factoren speelden mee bij de beslissing van Schrijvershof om de fysieke activiteiten naar Cool Port over te brengen. Op dit moment is de bouw van Cool Port gestart; men verwacht in 2017 over te kunnen. Cool Port, een initiatief van Havenbedrijf Rotterdam en Kloosterboer, maakt deel uit van de herontwikkeling van het gebied aan de Waal- en Eemhaven. Hier verrijzen ultramoderne cold stores op een locatie die direct toegang heeft tot het water, het spoor en de A15. Kloosterboer heeft er vijf hectare grond aangekocht, met mogelijkheid tot verdere uitbreiding. Als het complex gereed is, biedt dit plaats aan 40.000 temperatuur-gecontroleerde palletplaatsen. De doorloop is voorlopig begroot op minstens 400.000 pallets per jaar. Los daarvan is er nog circa 14.500 vierkante meter beschikbaar voor services zoals verpakken, sorteren en crossdocking.
Met Cool Port willen de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam de positie van de haven binnen de Europese koel- en vriessector versterken. De voormalige CityTerminal in de Waal- en Eemhaven leek hiervoor van meet af aan de meest geschikte locatie. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft daarom, in overleg met het bedrijfsleven, een plan ontwikkeld voor de herinrichting van de CityTerminal en de directe omgeving daarvan. Alles bij elkaar gaat het om een gebied van circa 65 hectare dat uitstekend bereikbaar is via weg, water en spoor. De vestiging van Rotterdam Cool Port door Kloosterboer (5 ha) vormt de eerste stap. In de volgende fase wordt de open bedrijvencluster voor geconditioneerde vracht uitgebreid met vestigingen van logistieke bedrijven en toeleveranciers. Naar verwachting is Cool Port van grote betekenis voor de greenports in Zuid-Holland en de Rotterdamse haven en kan het gebied uitgroeien tot een internationale draaischijf voor gekoelde en ingevroren goederen.
23
Artist impression Rotterdam Cool Port
/ JUNI 2016
p20-21-22-23-24.indd 23
09-06-16 13:45
ISOTHERME COVERS
Delivering the best supply chain solutions. Delivering the best supply chain solutions. Together. Together.
Extra korte-termijnbescherming voor temperatuurgevoelige en gekoelde producten & eetwaren. 3 0 0 G/M² P O LY E S T E R VEZEL I S O L AT I E K E R N
VR A AG EEN OFFERTE O P M A AT
SPECIALE FOLIES
(0 . 9 0 W/M². K )
Your partner for taking care of your frozen food Your partner for taking caredon’t of your frozen supply chain – so you have to. food supply chain – so you don’t have to. Together we deliver Together we deliver +31 164 271 123 sales@partnerlogistics.eu +31 164 271 123 www.partnerlogistics.eu sales@partnerlogistics.eu www.partnerlogistics.eu
De speciaal ontwikkelde folie maakt afgeschermde producten minder gevoelig voor uitdroging of ventilatie in temperatuurgecontroleerde stockage- of vrachtruimtes. Ideaal bij voedingsmiddelen, farmaceutische producten (vaccins), verfproducten, ... Vraag info.
Verkoopkantoor Nederland:
Linum Europe BV Oosterparkweg 35 H, 2985 SX Ridderkerk
T 0180 41 53 71 F 0180 46 35 69 info@plastibac.nl
16.005 Pub hoezen C-CH-Logistics NL.indd 1
22/01/2016 15:54:36
Grensverleggende innovatie REVEB Industrial Lighting Solutions, de innovator binnen de LED-verlichtingsindustrie met de beste kwaliteit Nederlandse LED verlichtingsoplossingen. Dit resulteert in de laagste Total Cost of Ownership (TCO) zonder afbreuk te doen aan onze sociale waarden (MVO) & leefomgeving. Kernwoorden Reveb:
Kernwoorden Reveb producten:
• Betrouwbaarheid en betrokkenheid
• Hoogwaardige kwaliteit
• Lange termijnvisie en marktkennis
• Geschikt voor alle klimaatzones (-30 tot +60°C)
• Innovatiekracht en proactieve houding
• Efficiënt licht alleen waar en wanneer u het nodig heeft
www.reveb.eu
p2 adv.indd 24
KNOW-HOW to light
10-06-16 12:17
BOUWNIEUWS
KLOOSTERBOER BREIDT UIT MET UNIEKE VOORZIENING IN ROTTERDAMSE HAVEN: KLOOSTERBOER COOL PORT Logistiek dienstverlener Kloosterboer investeert in een nieuw koel- en vriescluster in de Rotterdamse haven: Kloosterboer Cool Port. Op de voormalige ECT City Terminal locatie in de Waal-Eemhaven realiseert Kloosterboer een nieuw koel- en vrieshuis, gespecialiseerd in de op- en overslag van koel- en vrieslading. Met de multimodale verbindingen, spoor, weg en water voegt Kloosterboer met Cool Port een unieke faciliteit toe aan haar bestaande netwerk.
N
aar verwachting is de terminal 1 juli 2017 operationeel met een capaciteit van 40.000 temperatuur- gecontroleerde palletplaatsen voor een geschatte doorvoer van minimaal 400.000 pallets per jaar. Om klanten een one-stop-shop mogelijkheid aan te kunnen bieden, is er nog circa 14.500 m2 beschikbaar voor verschillende services zoals verpakken, sorteren, kwaliteitscontrole en crossdocking.
UNIEKE LOCATIE De unieke locatie maakt Kloosterboer Cool Port aantrekkelijk en is dan ook de belangrijkste reden dat o.a. fruitimporteurs Total Produce B.V. en Schrijvershof B.V. gekozen hebben voor een samenwerking met Kloosterboer. Verder is er zeer veel interesse voor deze locatie, gelegen in een knooppunt van water, rails en wegen, waardoor de logistieke kosten aanzienlijk dalen. Ook wordt optimaal gebruik gemaakt van een empty depot. Hierdoor betaalt de klant on-way transport. Kloosterboer Cool Port is direct gelegen op de containerterminal van Rotterdam Shortsea Terminals, SCA Terminal, Kramer en Port Container Services. Daarnaast heeft Rotterdam een vooraanstaande positie in de koel- en vriessector, doordat de haven voor veel rederijen de eerste is die zij aandoen in Europa.
25
SUPPLY CHAIN DIENSTVERLENING Kloosterboer voegt met Cool Port een nieuw state-of-the-art koel- en vrieshuis toe aan haar bestaande wereldwijde netwerk. De nieuwe terminal heeft straks multimodale verbindingen met zowel het containercluster op de Maasvlakte als met alle omliggende Greenports én de eindbestemmingen in Europa. Nu al heeft Kloosterboer de beschikking over 3.500.000 m3 aan opslagcapaciteit, waar ruim 500.000 ton aan goederen, zowel food als non-food kan worden opgeslagen. Met zeventien vestigingen is het bedrijf actief in Nederland, Frankrijk, Polen, Zweden, Noorwegen, Zuid-Afrika, Canada en Verenigde Staten. Kloosterboer biedt haar klanten een flexibele, transparante en onafhankelijke logistieke en supply chain dienstverlening. Hierbij staat het ontzorgen van haar klanten en het optimaliseren van de supply chain van A tot Z voorop. Logistieke specialisten treden op als sparring partner om de regie van de supply chain over te nemen en verder te optimaliseren in zowel financiële als operationele zin. Meer informatie op www.kloosterboer.com.
Facts & Figures Kloosterboer Cool Port 35.000 pallet plaatsen: 25.000 pallets koelopslag 10.000 pallets vriesopslag 35 dockshelters 7.000 m2 ompakruimte 7.500 m2 expeditie/ crossdock ruimte
/ JUNI 2016
p20-21-22-23-24.indd 25
10-06-16 12:16
Raetsheren van Orden is Registermakelaar in Assurantien (RMiA) gespecialiseerd in de transport, logistiek en opslag. Wij adviseren onze relaties bij het verbeteren van hun risicoprofiel. Een scherp inzicht daarin resulteert in kostenbewustzijn, kostenbeheersing en waarborging van de continuiteit van de onderneming.
Gebouwen Gebouwen die diealom alom waardering waardering oogsten… oogsten… SPRANGERS SPRANGERSBouwbedrijf Bouwbedrijfis is gespecialiseerd gespecialiseerdin innieuwbouw, nieuwbouw, verbouw verbouwenenrenovatie. renovatie. Realiseert Realiseertzowel zowelreguliere regulierealsals innovatieve, innovatieve,utilitaire utilitaireprojecten projecten enenwoningbouwprojecten. woningbouwprojecten.
In Indedeovertuiging overtuigingdat dateen eengoed goed proces proceseen eenwaarborg waarborgis isvoor voor
Graag delen wij onze expertise over risicobeheersing en kosten reductie met u. Interesse? Neem dan contact op met onze specialist: Rick Kramer
06 543 164 31
Uw risico’s. Ons werk. Raetsheren van Orden B.V. Arcadialaan 36a | Postbus 1015 | 1810 KA Alkmaar | www.rhvo.nl | home@rhvo.nl | 072 541 41 51
een eengoed goedeindresultaat, eindresultaat,laten laten wewein inhet hetbouwproces bouwprocesniets niets aan aanhet hettoeval toevalover. over.Onze Onze gekwalificeerde gekwalificeerdemedewerkers medewerkers leveren leverentopprestaties topprestatiesin inheel heel
Advertenties 2015 Koelvries_92x130.indd 5
17-5-2016 11:11:54
Euroscan
Temperatuurrecorders voor geconditioneerd transport.
Nederland. Nederland.Resulterend Resulterendin in
Real time monitoring en opvolging
kwalitatief kwalitatiefhoogwaardige, hoogwaardige,
Volledig te integreren met bestaande software-omgeving
duurzame duurzamegebouwen gebouwendiediealom alom
Conform Europese normen zoals HACCP en GDP
waardering waarderingoogsten. oogsten.Zelf Zelfblijven blijven
Trailer telematica
wewenuchter, nuchter,met metbeide beidebenen benenopop dedesteiger, steiger,gestaag gestaagdoorbouwen doorbouwen aan aanonze onzereputatie. reputatie.
Breda Breda Delft Delft Terneuzen Terneuzen Amsterdam Amsterdam www.sprangers.nl www.sprangers.nl
gullimex.com
2016AdvColdChainLog_Euroscan.indd 1 p2 adv.indd 26
01-09-15 16:23 10-06-16 12:17
CROP’S NEEMT DIEPVRIESMAGAZIJN VOOR 20.000 PALLETS IN GEBRUIK Egemin Automation leverde recent een nieuw diepvriesmagazijn voor Crop’s, een Belgische producent van diepgevroren voedingsmiddelen. Het hoogbouwmagazijn kwam naast het bestaande diepvriesmagazijn en de productiefabriek.
D
e investering moet de groeiplannen van Crop’s de komende jaren ondersteunen. Het project is het eerste totaalconcept voor Egemin die de volledige bouwkundige en de logistieke inrichting van het magazijn voor zijn rekening nam. Het hoogbouwmagazijn is 40,5 meter hoog. Het kan met zijn 15 opslagniveaus en vijf kraangangen bijna 20.000 pallets met diepgevroren fruit, groeten en kant-en-klare maaltijden opslaan bij een temperatuur van -20° Celsius.
AFTRAP VAN TOTAALCONCEPT-AANPAK “Voor dit project hebben we grenzen verlegd”, begint Lieven Joris, Project Manager bij Egemin. “Op uitdrukkelijke vraag van de klant fungeerden we voor het eerst ook als algemeen aannemer. In het verleden verzorgden we enkel de logistieke magazijninrichting en bepaalde delen van de silobouw.”
De bouwkundige werken omvatten onder meer funderingen, isolatie, dakbedekking, koeling, zuurstofreductie, branddetectie, verlichting en elektriciteit. Het logistieke gedeelte bestond uit de silobouw voor de rekken en alle automatiseringstechnologie inclusief vijf automatisch gestuurde palletkranen, de conveyortechniek en bovenliggende WCS-software voor de aansturing van de goederenstromen.
GEOPTIMALISEERD OPSLAGPROCES De E’wcs- module van Egemins magazijnbeheersoftware E’wms® verzorgt de volledige logistieke aansturing van alle transport- en opslagsystemen”, vertellen Lieven Joris en Michaël Coryn, Marketing Communications Manager. “De pallets in het magazijn worden zowel vanuit de productiefabriek als van externe locaties ingevoerd. Voor de inslag wordt elke pallet gecontroleerd op afmetingen en gewicht. Externe en industriële pallets, goed voor 20% van de totale opslagcapaciteit, worden eerst op een slave pallet geplaatst. Dat optimaliseert het opslagproces in het automatisch magazijn.”
27
COMPLEXE HIJSOPERATIES Voor de constructie van de silobouw vertrouwde Egemin op partner Stow. De vijf kranen en hijswerkzaamheden werden voorzien door een Duitse partner. “Het project verliep vlot ondanks de complexe hijsmanoeuvres”, vervolgt Lieven Joris. “Toen de 38,5 meter hoge palletkranen in verschillende stukken op de site van Crop’s aankwamen, moesten ze met behulp van twee mobiele kranen samengesteld en daarna zijdelings in het magazijn gehesen worden. Het samenspel tussen de twee kranen was op zich een complex gegeven maar de torenkraan voor de siloconstructie die ook op de site aanwezig was, voegde daar een extra uitdaging aan toe. Deze stond moeilijk geplaatst om de andere twee kranen goed te positioneren. Kennis, ervaring en een goede onderlinge coördinatie waren dan ook cruciaal.” Crop’s tevredenheid over het project blijkt uit het tweejarig full-service onderhoudscontract tussen systeemintegrator Egemin en Crop’s. De overeenkomst houdt onder meer een 24/7 stand-by service, een correctief en preventief onderhoud en een beschikbaarheidsgarantie in.
/ JUNI 2016
p27.indd 27
10-06-16 12:18
BEDRIJFSOPVOLGING
BEDRIJFSOPVOLGING IN EEN ONZICHTBARE BEDRIJFSTAK
‘WE MOETEN BETER LATEN ZIEN HOE INTERESSANT DEZE BRANCHE IS’ 28
Het merendeel van de ondernemingen in de koel- en vriesbranche bestaat uit familiebedrijven. Veel van die bedrijven worstelen met het probleem dat de jonge generatie niet langer automatisch kiest voor een loopbaan in de eigen onderneming. Thijs Roemaat is een van de uitzonderingen op die regel. ‘Ik denk dat opvolging binnen de familie grote voordelen heeft.’ Maar de branche kan zelf ook meer doen. TEKST: BAS SNIJDER
p28-29-30-31.indd 28
09-06-16 13:46
D
e koel- en vriesbranche bestaat voor 80 tot 90 procent uit familiebedrijven. Deze bedrijven staan voor verschillende uitdagingen. De marktomstandigheden veranderen steeds sneller, traditionele verdienmodellen staan onder druk en de opkomst van ict en strengere regelgeving vraagt om nieuwe investeringen. Voor veel bedrijven komt daar de komende jaren een belangrijk vraagstuk bij: dat van bedrijfsopvolging. “Dat kan inderdaad een lastig onderwerp zijn”, bevestigt Thijs Roemaat van 2Mates Coldstores in Duiven. “Veel van mijn generatiegenoten die in het familiebedrijf zijn opgegroeid, kiezen voor een loopbaan buiten de sector.” Roemaat is een uitzondering op die regel. De 28-jarige bedrijfskundige vertegenwoordigt de derde generatie in het familiebedrijf waarvoor zijn grootvader in 1958 de basis legde. Op dit moment is de dagelijkse leiding in handen van zijn vader en oom, maar het is de bedoeling dat hij de bedrijfsvoering op termijn gaat overnemen. Hoewel Roemaat in zijn jeugd dagelijks in het bedrijf te vinden was, koos hij aanvankelijk voor een carrière in een volledig andere branche. “Op de middelbare school had ik veel belangstelling voor computers en Photoshop. Op mijn 16e koos ik voor een mbo-opleiding multimediavormgeving. Die opleiding heb ik afgerond, maar ik ontdekte dat ik dat werk niet mijn hele leven wilde doen. Uiteindelijk ben ik doorgestroomd naar het hbo en later naar de universiteit. Toen ik aan mijn masteropleiding begon, heb ik aangegeven dat ik in het familiebedrijf aan de slag wilde gaan.”
INFORMELE KENNISOVERDRACHT Familiebedrijven zijn volgens Thijs Roemaat de ruggengraat van de branche. “Het zijn stabiele ondernemingen die voor de lange termijn gaan. Maar juist door de nauwe banden tussen bedrijven en hun eigenaren vinden veel ondernemers het lastig om het familiebedrijf over te dragen aan een concurrent of aan iemand buiten de familiekring.” Toch is dat vaak onvermijdelijk. “Je moet als bedrijf denk ik echt het geluk hebben dat iemand binnen de familie een overname ziet zitten en daar ook geschikt voor is. Persoonlijk denk ik dat opvolging binnen de familie grote voordelen heeft. In familiebedrijven wordt heel veel kennis informeel doorgegeven. Ik praat buiten werktijd heel veel met mijn ouders over het bedrijf. Dat gebeurt minder snel als een medewerker of iemand van buitenaf het bedrijf overneemt.” Na zijn duale masteropleiding Technology & Operations Management en Supply Chain Management begon hij vorig jaar aan een traineeship bij 2Mates Coldstores. Dat is overigens bepaald geen doorsnee managementtraineeship zoals veel van zijn oud-studiegenoten doen. “Ik wil alle afdelingen van het bedrijf leren kennen en verdeel mijn tijd tussen het kantoor en de koelcel. In onze branche moet je verstand hebben van bedrijfsprocessen en logistiek, maar ook van de producten en koeltechniek. Het duurt jaren om die kennis van de oude generatie te leren, dus daar wilde ik zo vroeg mogelijk mee beginnen. De afgelopen maand heb ik in de plaatvriezer gewerkt.
29
/ JUNI 2016
p28-29-30-31.indd 29
09-06-16 13:46
Ik vind het erg leuk dat collega’s hun vakkennis met mij willen delen. Als ik op oudere leeftijd was ingestroomd, had ik minder kansen gehad om de praktische kant van het werk in de vingers te krijgen. Dat zou echt een gemiste kans zijn.” Naast het traineeship volgt Roemaat trainingen en opleidingen om alle facetten van de bedrijfsvoering in de vingers te krijgen. Vorig jaar schreef hij zich bijvoorbeeld in voor een deeltijdopleiding vleestechnologie bij de HAS in Den Bosch. “Ook als je vooral op kantoor zit, is basiskennis van microbiologie en chemie onmisbaar. De opleiding was een nuttige aanvulling op mijn productkennis.”
30
IMAGOVERBETERING Dat de koel- en vriesbranche geen duidelijk imago heeft, speelt volgens Thijs Roemaat zeker een rol bij het aantrekken en vasthouden van medewerkers. “Onze sector is behoorlijk gesloten. Daardoor weten weinig mensen wat we precies doen. Daarbij is er een groot verschil tussen werken in de koelcel en werken op kantoor. In de koelcel zijn de omstandigheden zwaar, maar op managementniveau verschilt het werk weinig van dat in andere logistieke bedrijven.” Voor het imago van de branche zou het goed zijn als bedrijven actiever stageplaatsen zouden aanbieden, denkt Roemaat. “Wat onze branche zo interessant maakt, is de combinatie van productkennis, logistiek, planning en techniek. We werken met bederfelijke producten en geavanceerde computergestuurde koeltechniek. Daar zouden we veel meer aandacht aan moeten geven. Er zijn genoeg uitdagende functies voor jonge technici, ict’ers en hoogopgeleiden, maar we moeten
“EEN GESPECIALISEERDE STUDIERICHTING KAN HELPEN OM DE BRANCHE BREDER ONDER DE AANDACHT TE BRENGEN.” p28-29-30-31.indd 30
Nekovri young professionals Voor jongeren die binnen de koel- en vriesbranche aan de slag gaan, heeft branche-organisatie Nekovri een nieuw expertteam opgericht. Onder de noemer ‘young professionals’ worden workshops en masterclasses voor jonge ondernemers en specialisten georganiseerd, onder meer over ict- toepassingen en supply chain management. Ook voor het uitwisselen van praktijkervaringen is gelegenheid. “Het is interessant om met leeftijdsgenoten te sparren”, zegt Thijs Roemaat. “Natuurlijk blijf je concurrenten van elkaar, maar het is goed om als jonge generatie samen de schouders te zetten onder de vernieuwing van de branche.”
dan wel duidelijk aan de wereld laten zien hoe interessant deze branche is.” Naast investeringen in naamsbekendheid pleit Roemaat voor de oprichting van een studierichting die volledig is toegespitst op cold chain logistics. “Algemene logistieke opleidingen geven weinig aandacht aan voedseltechniek en voedselveiligheid en foodopleidingen doen niets met logistiek. Op dit moment zijn er meerdere opleidingen nodig om goed voorbereid in te stromen. Een gespecialiseerde studierichting kan ook meehelpen om de branche in bredere kring onder de aandacht te brengen.” Tot slot heeft hij een advies voor familiebedrijven die binnen de eigen gelederen naar opvolging zoeken. “Ik zou vooral willen zeggen: leg er niet teveel nadruk op. Mijn ouders hebben mij altijd vrij gelaten in mijn keuzes. Ik heb weliswaar aangegeven dat ik het bedrijf op termijn wil gaan overnemen, maar we hebben ook duidelijk met elkaar afgesproken dat het van beide kanten moet bevallen. Ik werk hier nu een jaar met veel plezier, maar ik moet nog heel veel leren. Of ik echt geschikt ben, moet de komende tijd blijken. Als het niet werkt, moet je daar tegenover elkaar altijd eerlijk over kunnen zijn.”
09-06-16 13:46
Thijs Roemaat, management trainee
p28-29-30-31.indd 31
09-06-16 13:46
MILIEUBEWUST
SOLCAR-CONCEPT IS STIL EN SCHOON
KOELEN IN DE ZON
Koelen met zonnepanelen is niet alleen weggelegd voor gebouwen, bewijst het Solcar-concept van Carrosseriefabriek Harderwijk. Een flinke dosis inventiviteit was er wel voor nodig. TEKST: RENÉ GRÜNFELD
B 32
ij bestelwagens en andere bedrijfsauto’s tot 3.500 kilo wordt de koelinstallatie meestal aangedreven door de voertuigmotor. Zet de bestuurder die af, dan stopt de koeling. Als een bestelwagen vaak stopt om waren af te leveren of op te halen en de deuren vaak open gaan, kan dit tot opwarming leiden. Bij het vervoer van temperatuur-kritische waren zoals levensmiddelen, is dat een probleem. Vishandel Van As uit Amsterdam zat met dit probleem en wendde zich in 2010 tot Carrosseriefabriek Harderwijk. Het bedrijf levert al jaren conventionele koelcarrosserieën voor lichte en zware voertuigen. Maar dit was iets nieuws, zegt verkoopleider Alex Hup (48). Het idee om een compressor te voeden met zonnestroom lag weliswaar voor de hand, maar aan de uitvoerbaarheid zaten volop haken en ogen. Zo zou de capaciteit van een dergelijk systeem tekort kunnen schieten bij temperaturen zoals we die afgelopen november, december en januari hebben gemeten, omdat de dagen dan kort zijn en de zon laag staat. “We hebben een aantal opties bekeken”, zegt Hup, “waaronder een combinatie van aandrijving door de voertuigmotor en door zonnepanelen.” Deze mogelijkheid viel echter al snel af door het meergewicht van het vereiste accupakket en de kosten voor de installatie.
neemt en toch voldoende capaciteit levert. Uiteindelijk kwam men uit op een Amerikaanse 24 Volt gelijkstroomcompressor. “Doordat de compressor doorlopend draait, is de koeling zeer constant en ook daardoor kan hij relatief klein zijn.” Het bepalen van de juiste capaciteit was een probleem van geheel andere orde: “Er bestonden geen referentiekaders”, legt Hup uit. “Er zijn wel gegevens over het aantal zonne-uren in Nederland, maar daarmee kom je uitsluitend op theoretische waarden. Een auto die veel in de stad komt, zal vaak in de schaduw staan. Dan ligt de opbrengst van de zonnepanelen lager. Aan de andere kant was er over de koelvraag ook niet veel bekend. Wat is het verloop van de buitentemperatuur? Hoe vaak gaan de deuren open? Wat is de temperatuur van de lading?” In samenwerking met Leen Menken en Hanos zijn de eerste twee koelwagens met alleen zonnepanelen opgebouwd. Die ervaring heeft veel opgeleverd, zegt Hup. “We gebruiken alleen zonnepanelen van gerenommeerde Oostenrijkse of Britse fabrikanten en adviseren montage van een verzwaarde voertuigdynamo, zodat de accu’s onderweg zonodig via de motor bijgeladen kunnen worden. Vanwege hun gunstige capaciteit/gewichtsverhouding is montage van lithium-ion accu’s nu ook standaard.”
KLEINE COMPRESSOR
ALTERNATIEF KOUDEMIDDEL
Zonnepanelen die geschikt zijn voor montage op een autodak waren wel te vinden, ook al moeten ze bestand zijn tegen de torsiekrachten en het risico op steenslag. Lastiger was de zoektocht naar een koelcompressor die met weinig stroom genoegen
De vraag naar een koelsysteem zoals dit was in die tijd nog beperkt. “De meerprijs bedraagt al gauw 7.500 euro. Zeker voor een kleinere bestelwagen is dat veel geld.” De fabrikant nam daarom contact op met het toenmalige Agentschap NL.
Alex Hup, verkoopleider
p32-33.indd 32
09-06-16 13:47
33 Daar begreep men dat de stille en schone installatie een bijdrage kan leveren aan de bescherming van het leefmilieu en op 1 januari 2014 verscheen het systeem, inmiddels Solcar genaamd, op de lijst MIA (Milieu Investerings Aftrek). Hup: “Maar wel met de voorwaarde dat ook het koudemiddel natuurlijk zou zijn. Daarmee werden we opnieuw voor een probleem gesteld.” De technici wisten er in drie maanden een mouw aan te passen door R290 als koudemiddel te gebruiken. R290 is het brandbare en relatief zware gas propaan. “We hebben de complete installatie aan moeten passen: hermetische afdichtingen, andere slangen, aangepaste compressor enzovoort.” Hoewel er hooguit 700 gram R290 in de koelinstallatie zit, wilde men geen enkel risico lopen. Zo zit er altijd een signaleringssysteem in de laadruimte, is er een afvoermogelijkheid aan de onderzijde van de laadruimte en is er een geurmiddel aan de R290 toegevoegd. “Het gaat hier om de theoretische kans op brand, maar die is vrijwel nihil”, beklemtoont Hup, “omdat het een split-unit is en het koudemiddel grotendeels buiten de laadruimte blijft.” Hiermee is het Solcarsysteem nu geschikt voor lichte en zware bestelwagens. ’s Nachts koelen via het netwerk kan ook, net als het bijladen van de accu’s als de weersomstandigheden erg ongunstig zijn.
SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN Eén beperking is er wel: R290 is ongeschikt om te vriezen. CO2 zou een alternatief kunnen zijn, alleen gaat de druk in het systeem dan een factor vijf omhoog. Dat vergt een zwaardere compressor
die meer stroom verbruikt. Elektriciteit terugwinnen bij het afremmen via een voorziening op de voertuigassen is een optie, maar is kostbaar en knabbelt aan het laadvermogen. Hup: “Ons systeem is ook heel geschikt voor elektrische en hybride voertuigen. Die hebben toch al een groot accupakket.” Sinds de start zijn er 340 Solcar-systemen afgeleverd en geen enkele afnemer is op zijn schreden teruggekeerd, zegt Hup.
“DOORDAT DE COMPRESSOR DOORLOPEND DRAAIT, IS DE KOELING ZEER CONSTANT.” Belangrijke argumenten voor de aanschaf zijn, naast brandstofbesparing en een gewaarborgde temperatuurketen, het groene imago voor bedrijven zelf of als ze meedoen aan tenders waarbij MVO een voorwaarde is. Een ander voordeel is de mogelijkheid voor afnemers om in eigen werkplaats onderhoud uit te voeren zonder dat er speciale certificaten nodig zijn, zoals STEK. Los daarvan zijn er ook financieringsvoordelen te behalen via de fiscale regeling Vamil/MIA (B3191).
/ JUNI 2016
p32-33.indd 33
09-06-16 13:47
ARBO-CATALOGUS
ARBO-CATALOGUS BIEDT HOUVAST
VEILIG EN GEZOND IN DE KOU Met de juiste kleding en enkele voorzorgsmaatregelen is veilig en gezond werken in een koel- of vrieshuis geen probleem. Toch zijn er wel degelijk aspecten die extra aandacht vergen. TEKST: RENÉ GRÜNFELD
34
p34-35.indd 34
D
e Arbowet kent geen specifieke eisen met betrekking tot veiligheid en gezondheid voor het werk in koel- en vrieshuizen. Wat er wel in staat, is dat blootstelling aan warmte of koude geen aanleiding mag zijn voor het ontstaan van gezondheidsklachten bij werknemers. Wetgeving is er dus niet. Punt is namelijk dat de ontwikkelingen niet stilstaan, zegt Clasien Kromhout als adviseur preventie bij het Sectorinstituut Transport en Logistiek. “En het blijft zoeken naar de balans tussen gezondheid en veiligheid enerzijds en efficiëntie en werkbaarheid anderzijds”. Toen Kromhout zich enige tijd geleden in deze materie verdiepte, rees de vraag of er een optimaal ritme bestaat voor de afwisseling van verblijfperiodes in en pauzes buiten de koel- of vriescel. Dat blijkt niet zo te zijn; een weten-
schappelijke onderbouwing ontbreekt. In de kou moet het menselijk lichaam een grotere inspanning leveren om op temperatuur te blijven. Deze inspanning werkt door op de stofwisseling. Werkkleding speelt hierin een heel grote rol, maar er is meer. Zo is de mate van lichamelijke inspanning tijdens het verblijf in de kou rechtstreeks van invloed op het afkoelingsproces. Ook belangrijk is de eventuele blootstelling aan sterke luchtstromen, de zogeheten chill-factor: “Hoe hoger de windsnelheid, hoe sneller iemand afkoelt”, aldus Kromhout.
GOED OPLETTEN In de praktijk krijgen werknemers na een bepaalde verblijfsduur in de koude een pauze waarin ze kunnen opwarmen. Er is geen wetenschappelijke onderbouwing over de duur daarvan, maar de ervaring leert of dit ritme geschikt is voor de specifieke werksituatie of niet. Evengoed kunnen persoonlijke omstandigheden vaker opwarmen noodzakelijk maken. Iemand die herstellende is van ziekte of erg vermoeid is, kan het eerder koud krijgen dan zijn of haar collega’s. “Je moet daarom goed letten op symptomen zoals gevoelloze ledematen of duizelingen. Werknemers moeten weten wat deze signalen betekenen en er adequaat op reageren.” Een ander punt is transpiratie. Bij lichamelijk inspanning kunnen mensen gaan zweten, waardoor hun onderkleding vochtig wordt. Tijdens de pauze buiten de cel moeten zij die goed laten drogen of andere kleding aantrekken, want vochtige kleding versnelt het afkoelingsproces. Kromhout constateert overigens dat de werkkleding de afgelopen tien jaar enorm verbeterd is. Zo worden er steeds meer ademende materialen ontwikkeld
09-06-16 13:47
35 Clasien Kromhout: ‘Het blijft zoeken naar de balans tussen veiligheid en efficiëntie’ waardoor transpiratievocht ontsnappen kan, en is de isolatiefactor bekend. Aan de hand hiervan is het mogelijk om de kleding optimaal af te stemmen op de temperatuur in de cellen. “Wel moet knoppen, hendels en andere instrumenten groot genoeg zijn om ze zonder problemen met handschoenen aan te kunnen bedienen.” Als iemand regelmatig even iets uit een koel- of vriescel moet pakken, is de situatie anders dan voor werknemers die daar de hele dag verblijven. “Hang een warme jas aan een haak naast de deur en trek hem aan als je naar binnen gaat, ook als het maar voor even is”, adviseert Kromhout, “en gebruik handschoenen als je koude producten of rolcontainers en pallettrucks moet beetpakken.” Dit geldt in het bijzonder voor chauffeurs die regelmatig de ijskoude laadruimte van hun vrachtwagen binnen moeten gaan.
WEINIG ZUURSTOF Een andere risicofactor bij het werken in koel- en vrieshuizen zijn cellen, waarin het zuurstofgehalte is verlaagd om het risico op brand te verminderen of de houdbaarheidstermijn van de opgeslagen waren te verlengen. “Hier is wel een duidelijke grens aan wat nog veilig en gezond is.
Het zal niet zo vaak voorkomen dat er onder deze omstandigheden iemand naar binnen moet, maar incidenteel gebeurt het toch. Het is dan goed opletten geblazen. Zo moet het zuurstofgehalte in de lucht altijd vóór het betreden gemeten worden. Tegenwoordig zijn er apparaatjes voor die je aan je jas kunt bevestigen. Is er ook maar enig risico, doe het dan niet.” Verder is het altijd verstandig – ook onder normale omstandigheden – om het anderen te laten weten als iemand alleen een koel- of vriescel binnengaat. “Je kunt altijd ten val komen of onwel worden en het bewustzijn verliezen. Er is dan groot gevaar voor onderkoeling.” Een tweede voorzorgsmaatregel is het dragen van communicatieapparatuur, waarmee collega’s gewaarschuwd kunnen worden als er iets mis is. BHV-ers moeten op de hoogte zijn van de werkomstandigheden en de nodige maatregelen kunnen treffen. Die maatregelen kunnen betrekking hebben op ‘normale’ lichamelijke omstandigheden, maar ook op verstikking of vergiftiging door lekkage van koelvloeistoffen of brand in de koelof vriescel. Natuurlijk moeten de deuren van de cellen onder alle omstandigheden van binnenen van buitenaf geopend kunnen worden.
Meer informatie
Via de website arbozone.nl zijn diverse informatiebladen verkrijgbaar. Voor de koel- en vriessector is vooral AI-20 (Omgevingsfactoren en werkmilieu – Werken onder koude omstandigheden) van belang. Daarnaast heeft het Sectorinstituut Transport en Logistiek een arbo-catalogus opgesteld voor de branche met speciale aandacht voor het werk in de koel- en vriessector.
/ JUNI 2016
p34-35.indd 35
10-06-16 12:19
kopert*
*kopert (koel-expert) Heel cool in de behandeling van levensmiddelen: Wij zorgen ervoor dat uw diepvriesproducten in alle mogelijke varianten op de bestemming komen. Logistieke professionaliteit betekent voor ons: oplossingen in alle temperatuurbereiken, kwaliteitsborging door onze eigen vloot en high-performance IT - op 100 locaties in 16 landen. Met gepassioneerde werknemers en enthousiasme voor de producten verbinden we de wereld van levensmiddelen voor u. Neem vandaag nog contact met ons op: www.nagel-group.com • Tel. +31 572 346 116
De Hemmen 85 Representatief en gebruiksklaar koel-/vrieshuis van in totaal circa 5.500 m2 in Drachten op een van de belangrijkste logistieke knooppunten in Noord-Nederland. • • • • •
Te huur | te koop www.dtz.nl/050 3 141 232
p2 adv.indd 36
Drachten
Centrale ligging Noord-Nederland; Uitstekend bereikbaar; Circa 5.000 m2 koel-/vriesruimte; Tien loadingdocks; Ammoniakinstallatie vrieshal.
Huurprijs: EUR 295.000,-, per jaar, te vermeerderen met BTW Koopprijs op aanvraag
www.dijkstrabedrijfsmakelaars.nl/051 2 541 400
09-06-16 13:51
NICHEMARKT
MEDICIJNVERVOER ONDER DE LOEP GDP. Good Distribution Practices. Volgens Huub Grubben, consultant kwaliteitsmanagement bij TLN, een algemene kreet die te vaak wordt gekaapt door instanties en overheden: “Die hangen er een specifieke scope aan en dan gaat het een eigen leven leiden”. TEKST: MARK LITJENS
O
p dit moment monitort Grubben de ontwikkelingen rondom medicijnvervoer. “Dit is een heet hangijzer, naar aanleiding van het EU Richtsnoer (2013/C 343/1, red.): ‘goede distributiepraktijken voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik’. Het toezicht op die geneesmiddelen valt onder de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Groothandelaren die zich hiermee bezig houden, moeten hiervoor een speciale groothandelsvergunning hebben van de inspectie. Maar dat geldt alleen voor die groothandelaren. Transporteurs kunnen zo’n IGZ-vergunning niet eens krijgen, daar is niet in voorzien”, zegt Grubben. Toch hebben transporteurs er mee te maken. De geneesmiddelengroothandel is verplicht om zich in alle facetten van hun werk aan de vergunningsvoorwaarden te houden, dus ook als hun geneesmiddelen op transport gaan. Vandaar dat zij van hun transporteurs verwachten dat deze zich laten certificeren volgens het richtsnoer.
GEEN VERORDENING Een richtsnoer is op zich geen verordening. “Het is niet verplicht, maar als groothandelaren er om gaan vragen dan wil je laten zien dat je aan de eisen voldoet en – nog beter – gecertificeerd bent. Dat kan dus niet via de IGZ, want die zien het transport niet als hun verantwoordelijkheidsgebied. Daarom stappen allerlei certificeringsinstanties in deze markt, zoals SGS en KIWA. Dit zijn grote partijen die een kwalitatief hoogwaardig certificaat afleveren. Deze certificatie staat niet onder toezicht van bijvoorbeeld de RvA (Raad voor Accreditatie, red.), met als gevolg dat er mogelijk wildgroei ontstaat. Iedereen kan bij wijze van spreken een certificaat uit de printer laten rollen en daar duizenden euro’s voor vragen. Maar of de groothandelaar dat accepteert, is nog maar de vraag. Die hebben een hele verantwoording en willen een betrouwbaar certificaat van een gerenommeerd instituut zien”, weet Grubben.
p37.indd 37
37
Huub Grubben
In het verstrekken van transparante informatie omtrent GDP ligt een taak voor TLN. Zo geeft Grubben voorlichting in de branche, zoals onlangs bij Transfrigoroute, en begeleidt en assisteert hij logistieke bedrijven die met de certificering bezig zijn. “Net zoals wij dat doen voor HACCP, voedselveiligheid. De regels hiervoor lijken heel erg op die voor het medicijnvervoer. Op dit moment zijn wij daarom bezig met de ontwikkeling van een GDP-managementsysteem”, vertelt Grubben. TLN Consultancy is in zo’n project verantwoordelijk voor de correcte vertaling van de richtsnoeren naar een bedrijfsgericht managementsysteem en de begeleiding van de invoering. Een certificerende instelling houdt in de gaten of alle stappen in het proces voldoen aan de in het richtsnoer gestelde voorwaarden en certificeert de deelnemer op vrijwillige basis. “De eisen zijn heel streng en het kost aardig wat geld. Maar voor gespecialiseerde bedrijven is het een interessante markt met een goed toekomstperspectief”, zegt Grubben tot slot.
09-06-16 13:48
IN DE KOELCEL
15 VRAGEN AAN JAN BLOKLAND Jan Blokland is directeur/eigenaar van Blokland Cold Stores in Cuijk. Hij werkt sinds 1974 voor het familiebedrijf en heeft zowel de onderneming als de branche sindsdien ingrijpend zien veranderen. “We zijn een onmisbaar onderdeel van de distributieketen geworden.” Zit het ondernemerschap in uw genen? “Absoluut. Als ik nieuwe kansen zie, kriebelt dat altijd en wil ik er meteen mee aan de slag. Zelfs na 42 jaar heb ik dat gevoel nog elke dag.”
38
Heeft u altijd voor het familiebedrijf gewerkt? “Ik ben na mijn opleiding begonnen bij een accountantskantoor. Vervolgens ben ik in militaire dienst gegaan en daarna ben ik in het familiebedrijf gestapt. Achteraf is de keuze voor accountancy een goede geweest, want financieel inzicht is in de loop van de jaren steeds belangrijker geworden. Het is een belangrijke ruggensteun in lastige tijden.” Wat doet u precies? “Wij zijn marktvolgers, dus wij moeten heel dicht op onze klanten zitten. De vraag en de omzet kunnen snel veranderen. Door de stijgende export van vleesproducten is er nu veel behoefte aan invries- en opslagcapaciteit en zijn we razend druk, maar dat kan over een paar maanden heel anders zijn. De commoditymarkt gaat op en neer en het is de kunst om die fluctuaties op te vangen.” Wat trekt u aan in uw werk? “Ik houd van de afwisseling. Nieuwe klanten binnenhalen, nieuwe diensten ontwikkelen, nadenken over de opslag van nieuwe producten, de opkomst van nieuwe ictsystemen: ik verveel mij geen moment.” Blokland Cold Stores bestaat sinds 1913. Wat is de grootste verandering binnen uw bedrijf in de afgelopen 100 jaar? “De geleidelijke overgang van fruitkwekerij naar koel- en vrieshuis. Die ontwikkeling is ingezet na de oorlog en sinds 1980 richten we ons volledig op de koel- en logistiekbranche.” Welke ontwikkeling heeft een groot stempel op de branche gedrukt? “De opkomst van computergestuurde processen vanaf de jaren negentig. Invriesmethodes worden steeds beter en kwaliteitseisen worden steeds strenger. Klanten zijn veeleisender en dat maakt ons werk uitdagender.”
p38-39.indd 38
Hoe ziet u de branche veranderen? “Er wordt steeds meer gespecialiseerd, we moeten efficiënter werken en er worden hogere eisen aan ons gesteld. Daardoor wordt onze plaats in de distributieketen belangrijker. We zijn een onmisbaar onderdeel van de keten geworden. Een andere trend is de toenemende snelheid waarmee alles verandert. Een product of dienst waar vandaag veel vraag naar is, kan morgen weer verdwijnen. Dat maakt het lastiger om bepaalde investeringen te doen of terug te verdienen.” Wat vindt u positieve en negatieve ontwikkelingen in de sector? “Negatief vind ik de prijsdruk en de toenemende concurrentiestrijd. Positief de toenemende automatisering, waardoor het rendement weer wat toeneemt, en de intrede van een nieuwe generatie hoogopgeleiden binnen de branche. We hebben die jonge enthousiaste mensen hard nodig, want zij kunnen de sector naar een hoger plan brengen.” Ligt de toekomst bij schaalvergroting of bij specialisatie? “Zonder enige twijfel bij specialisatie. Als de concurrentiedruk toeneemt, moet je je concentreren op de dingen waar je goed in bent, en binnen je specialisme nieuwe kansen ontplooien.” Wat is voor u het meest uitdagende product? “Vlees is een complex product. Om de kwaliteit te garanderen, is procesbewaking erg belangrijk, van het aanleveren en verpakken tot het tempereren. Maar dat kunstje hebben we goed in de vingers. De grootste uitdaging zit voor ons meer in planning en logistiek. Klanten willen het liefst gisteren producten brengen of halen, en het is aan ons om dat mogelijk te maken.” Ligt de toekomst van de branche bij mensen of bij computers? “De toekomst ligt bij computers en robots en dat omslagpunt komt steeds dichterbij. Er zijn al volledig geautomatiseerde vrieshuizen waar vrachtauto’s volautomatisch worden geladen en
gelost. Vooral in de handling verwacht ik een toename van automatisering. Maar mensen blijven altijd nodig. Computers kunnen veel maar zeker niet alles.” Kiest u voor HelloFresh of voor de groenteman op de hoek? “Voor mijzelf kies ik de groenteman om de hoek, want ik vind het leuk om te zien wat ik koop voordat ik het koop. Maar ik denk dat de opkomst van HelloFresh niet te stuiten is, en voor de branche kan het een positieve ontwikkeling zijn.” Wat is de grootste uitdaging voor de komende tien jaar? “De toenemende snelheid van alle veranderingen en de toenemende vraag naar specialisatie. Over tien jaar ziet de wereld er compleet anders uit dan nu, en wie mee wil blijven doen, moet daar snel op inspelen.” Als u u de keuze had, zou u dan opnieuw kiezen voor een loopbaan binnen de koel- en vriesbranche? “Jazeker! Ik heb het geluk gehad dat we van twee medewerkers en 3.000 m3 zijn gegroeid naar 45 medewerkers en 100.000 m3. Dat hebben we samen bereikt en daar ben ik heel trots op. Natuurlijk zijn er altijd dingen die ik achteraf anders had gedaan, maar ik ben gelukkig met mijn keuze voor de branche en voor het familiebedrijf.” Welk versproduct mag van u morgen nog uit het schap? “Wat mij betreft mogen er meer versproducten bij komen! Wij zijn breed georiënteerd en hebben voor alle soorten geconditioneerde goederen een passende koelruimte en koelmethode. Meer diversiteit is goed voor ons, dus liever meer verschillende versproducten dan minder.”
09-06-16 13:49
‘KLANTEN WILLEN HET LIEFST GISTEREN PRODUCTEN BRENGEN OF HALEN; WIJ MOETEN DAT MOGELIJK MAKEN’ Jan Blokland, directeur Blokland Coldstores
p38-39.indd 39
09-06-16 13:49
for great companies
Houd uw relaties warm met een Great Magazine. Een professioneel gemaakt magazine, zonder kosten voor u? Het kan.
AVIA is anders
Geert Kuipers, Managing Director AVIA Nederland “We hebben de afgelopen jaren hard gewerkt aan onze toekomstplannen en die gaan nu in werking. Dit blad geeft daar een mooi tijdsbeeld van. Great Magazines heeft samen met ons een topproduct gemaakt dat super is ontvangen door iedereen die het heeft gezien.”
Klantvriendelijk, slagvaardig en ondernemerschap
“Behoud van onze lokale identiteit onder de bekende AVIA naam” Paulien Geerlings Teunissen, AVIA Reuver
Wij vormen een groep van zelfstandige ondernemers en we weten wat er leeft in de markt. Onze krachtenbundeling maakt een efficiëntere aankoop van allerlei zaken mogelijk. Wilt u ondernemen met AVIA? Neem dan contact met ons op via 035 - 609 83 11 of info@avia.nl.
www.avia.nl
AVIA Nederland Birkstraat 108 3768 HL Soest T: (035) 609 83 00 M: info@avia.nl
AVIA is anders - Klantvriendelijk, slagvaardig en ondernemerschap
Ervaar zelf het ondernemerschap bij AVIA
AVIA begrijpt als geen ander dat ondernemers vrijheid nodig hebben en die krijgt u bij ons.
MET O.A.:
Wie is AVIA? | Ondernemers aan het woord | Cross card acceptance | Spaarprogramma | AVIA en online | Toekomstvisie
AVIA cover.indd 1
21-05-15 16:00
HANS.
Rian van Koulil, Marketing Manager Hans Anders “Great Magazines heeft het ons mogelijk gemaakt om in ons magazine te laten zien waar we voor staan. Dat we scherpe prijzen hebben, dat weet iedereen in Nederland. Maar er is zoveel meer te vertellen. Over de kwaliteit die we leveren, het enthousiasme van onze medewerkers, onze gelukkige klanten... Daar moet je een geschikt podium voor hebben, of eigenlijk pakken: een Great Magazine”
Remco Boerefijn, directeur Hans Anders:
‘Geen dikdoenerij, maar doen wat je klant vraagt’ Angeli Engels, directeur verkoop Hans Anders:
‘Kwaliteit, inspiratie en informatie. Altijd en overal’
‘Hans Anders
Mona Lisa Ahmadi, product manager merkcollectie:
en de uitdaging
‘Eigenmerk en topmerken. Hans Anders biedt de gouden mix’
van het altijd anders doen’
Hans Anders v2.indd 1
GROWTH From Barcelona to
Oldenzaal
Jordi Gallés, president Europastry
“Very proud of our modern and sustainable production site Oldenzaal” Daan Groenendijk, director Europastry Benelux
“The combination of passion, craftmanship, innovation and high service levels makes us grow”
15-06-15 11:05
Daan Groenendijk, Directeur Europastry Benelux “In dit prachtige magazine maak je kennis met Europastry Benelux. We zijn bijzonder te spreken over de samenwerking met Great Magazines en de vlotte manier waarop ze dit magazine inhoud en vorm hebben gegeven!”
Cor Brookhuis, plantmanager Oldenzaal
“Europastry’s scale of producing donuts is unmatched in the Netherlands”
Europastry-v3.indd 1
08-09-15 14:47
STICHTING VAKGARAGE 3861 SG NIJKERK T. 033 - 245 0133 WWW.VAKGARAGE.NL
1 E EDITIE 2016
MELKRIJDER 15
1E EDITIE 2016
VAKGARAGE - ALTIJD VERTROUWD DICHTBIJ
Vishal Durgaram, Marketing Manager Stichting Vakgarage “Je zoekt altijd naar manieren om je naamsbekendheid te vergroten. Great Magazines brengt ons merk, producten en diensten onder de aandacht, bijna zonder investeringen van onze zijde. Petje af voor de manier waarop Great Magazines de advertentiewerving voor het blad organiseert en voor de soepele samenwerking.”
JUBILEUM
MOBILITEIT
NETWERK
EFFECTIEF
EEN KWART EEUW OP WEG
VOOR DE PARTICULIERE EN ZAKELIJKE MARKT
MET 250 FRANCHISENEMERS LANDELIJKE DEKKING
BEST BEOORDEELD DOOR EIGEN LEDEN
Great Magazines, tevens uitgever van Cold Chain Logistics, is gespecialiseerd in het maken van relatiemagazines voor bedrijven. Wij verzorgen het ontwerp, de redactie, fotografie, opmaak, druk en distributie van het magazine en begeleiden het gehele proces. Ook nemen wij de advertentiewerving voor onze rekening, zodat het u niets kost. Kijk op www.greatmagazines.nl en ontdek wat een kosteloos magazine kan doen voor uw bedrijf. T: 020 – 58 00 977 | E: info@greatmagazines.nl | W: www.greatmagazines.nl
p2 adv.indd 40
09-06-16 13:51