GroenLinks Magazine april

Page 1

GROENLINKS magazine UITGAVE VAN GROENLINKS - nummer 2 - april 2013

Bezuinigen Megastal het middel is erger dan de kwaal

Groningen brug te ver

Voor Palestijnen dreigt

Groene stroom van eigen bodem

Klein

beginnen met grootse idealen

sloop


W

Wie: Linda Abee van GroenLinks Haarlemmermeer Wat: Op de vrijwilligersdag NLdoet ontving ze de bewoners van Ons tweede thuis – een woonvorm voor verstandelijk gehandicapten – in een ‘beautysalon’. Mensen konden er terecht voor een handmassage, een gezichtsmasker of een voetenbad. Waarom: ‘Wij zijn een club die voor een deel uit vrijwilligers bestaat, we kunnen niet zonder. De hele maatschappij kan niet zonder. Daar mag je best eens extra aandacht voor vragen. Een aantal van ons wilde het liefst een ‘groene’ klus doen, de beautysalon was onze ‘rode’ klus. Erg leuk, de mensen zijn zo blij en voelen zich echt verwend. Voor de mannen was er darten en tafelvoetbal, maar sommigen schoven liever aan voor een maskertje.’ foto Michiel Wijnbergh


in actie


Groene stroom

kopen is niet genoeg

12

burgerinitiatieven een klein begin van een groots ideaal

6

palestijnse Windmolens en zonnepanelen bedreigd met sloop 22

GROENLINKS MAGAZINE UITGAVE VAN GROENLINKS - NUMMER 2 - APRIL 2013

Bezuinigen Megastal het middel is erger dan de kwaal

Groningen brug te ver

Voor Palestijnen dreigt

Groene stroom van eigen bodem

Klein

beginnen met grootse idealen

sloop

Foto omslag: Courtesy of Comet-ME, Tomer Appelbaum

Opinie: Overlast van ­jongeren is geen veiligheids­ probleem. Op pagina 24

Paul Rosenmöller wil dromen ‘met kracht en kennis’ 21

Groen moet je doen: met zo min mogelijk geld zo veel mogelijk isoleren 21


Bezuinigingskoorts

G

redactie

maakt de economie niet beter. Hoe komen we uit de crisis?

16

Vorm en inhoud Grappig wat er kan gebeuren tijdens de opmaak van het Magazine, als nog niet alles op zijn plek staat. Op de nog-niet-af cover stond de aanhef ‘Groene stroom van eigen bodem’, een verhaal over de enorme populariteit van groene stroom in Nederland en het tegenvallende effect ervan. Groene stroom is te goedkoop om nieuwe windmolens – of zonnepanelen – van te kunnen bouwen. Pal onder die aanhef stond een foto van de Westelijke Jordaanoever, met middenin het woestijnachtige gebied wederom: windmolens en zonnepanelen. Eigen bodem? Jawel, maar in dit geval de Palestijnse. Probleem is dat Israël die bodem liever ziet als háár eigen bodem. De Israëlisch-Palestijnse organisatie Comet-ME vraagt voor de installaties die ze aanlegt netjes de benodigde vergunningen aan, maar die worden niet verleend. Dus zijn het illegale bouwsels, die nu door sloopverordeningen worden bedreigd. Dwars over die woestijnfoto stond de kop van weer een ander artikel afgedrukt: ‘Koester de pionier’. Daarmee werd niet gedoeld op de activisten van Comet-ME, maar op de burgerinitiatieven die in Nederland aan de weg timmeren. Ook hier zijn clubjes bezig een eigen energievoorziening op poten te zetten, en ook hier lopen ze op tegen gedoe met vergunningen. Bureaucratisch gesteggel dat in het niet valt, als je het op één pagina naast de Westelijke Jordaanoever ziet staan. Nederlandse pioniers: mijn oma had het beslist ook heel raar gevonden om een Hollander die een windmolen neerzet, ‘pionier’ te noemen. Maar de pioniers waar Liesbeth van Tongeren het over heeft, zijn op allerlei fronten bezig nieuwe manieren van werken uit te vinden. Ze zijn het kleine begin van een groots ideaal: goed (samen)leven zonder de planeet uit te putten. Tot zover de inhoud. Nu de vorm.

Mooi Nederland van heroïne tot multinationale bestuurstafels

20

Een beetje groen voor Doesburgse buurt: het burger­ bosje 32

En verder 2 In actie 14 Korte berichten 20 Media & meer 24 Opinie 26 Brieven 26 Strip 27 Column 28 Partijkatern

Het Magazine kan, net als de rest van GroenLinks, niet ontkomen aan een bezuinigingsoperatie. Met het sterk gekrompen budget hebben we geprobeerd ons ledenblad zo goed mogelijk overeind te houden. Het moet goedkoper, en dus minder: het Magazine komt vanaf nu niet zes maar vijf keer per jaar uit, het zal 24 in plaats van 32 pagina’s tellen, het wordt gedrukt op goedkoper papier. Daartegenover staat dat we vanaf het volgende nummer naast het papieren blad ook een digitaal Magazine uitgeven. Met daarin alles wat je ook op papier kunt lezen, en meer: aanvullende interviews, actuele updates, meer ingezonden brieven en opinies van lezers. En, zoals al veel lezers ons hebben gevraagd, de mogelijkheid voor u om het Magazine digitaal te lezen, en af te zien van de papieren versie. Dat spaart papier, en geld. En dat geld hebben we hard nodig om een goed blad te maken. Tot slot heeft ook de redactie een aderlating moeten ondergaan. Marc van Dijck, sinds zes jaar redacteur en trouble shooter van het Magazine, gaat ons gedwongen verlaten. Ook vanaf deze plek wil ik hem bedanken voor de jarenlange inzet en collegialiteit, in de hoop dat we het laatste nog lang niet van hem hebben gezien. Carolien Ceton


Foto: hollandse hoogte/Mikkel Ă˜stergaard

Koester de 6

p

april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


Lokale initiatieven laten zien dat het anders kan – en het moet ook anders. Radicaal anders. Maar die boodschap kun je niet in één keer brengen, zegt Liesbeth van Tongeren. ‘Daar gaat niemand harder van lopen.’ Ook collega-Tweede Kamerlid Linda Voortman schuift aan bij een gesprek over groene economie, het verschil tussen welvaart en welzijn en de grenzen van het eigen initiatief. door Carolien Ceton

pionier GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

7


E

Toename welvaart Nederland Consumptieve ­bestedingen per hoofd van de bevolking 1975=100 1920 41 1930 44 1939 42 1950 44 1955 49 1960 55 1965 70 1970 84 1975 100 1979 114 Bron: J. Messing, ‘Het economisch leven in Nederland 1945-1980’, in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, Haarlem, 1982

en eigen windmolen levert schone energie, die ook nog eens goedkoper is. Maar het belang van lokale initiatieven reikt verder. De vorige eeuw is het bruto nationaal product (bnp) van Nederland spectaculair gestegen en de welvaart navenant gegroeid (zie kader). Maar zijn we daar met z’n allen ook gelukkiger van geworden? Het bnp meet alleen de economische activiteit van een land; zaken als kwaliteit van leven en gelijkheid komen in deze optelsom niet terug. Ook duurzaamheid komt niet in de vergelijking voor, en dat alles geeft een vertekend beeld. Het kappen van bomen bijvoorbeeld tast onze watervoorziening aan. Maar de gevolgen – het oppompen en filteren van grondwater – tellen als economische activiteit mee bij het bnp, terwijl het eigenlijk kosten in plaats van opbrengsten zijn. De Amerikaanse politicus Robert Kennedy zei het al in een beroemd geworden speech in 1966: het bnp meet alles, behalve die dingen die voor een mensenleven van waarde zijn. Stijgende salarissen en alsmaar toenemende consumptie geven ons niet wat het leven uiteindelijk de moeite waard maakt. En juist daar komt het burgerinitiatief om de hoek kijken. De groei van lokale burgerinitiatieven is een reactie op de uit hun krachten gegroeide, anonieme instellingen, waar je als individu nauwelijks meer iets in de melk te brokkelen hebt. Ook de kwaliteit van grote instellingen – in de zorg, het onderwijs: de voorbeelden zijn legio – laat vaak te wensen over. Dat moet anders, en lokale initiatieven laten zien hoe dat kan. Mensen willen kwaliteit, willen terug naar de menselijke maat, en willen vooral zelf weer iets te zeggen hebben over hoe zij hun leven inrichten. Zelf bepalen wat je eet, waar je energie vandaan komt of hoe je zorg eruitziet; met een eigen initiatief is dat mogelijk. Voor GroenLinks-Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren zijn burgerinitiatieven iets om ‘te koesteren en te omarmen’. ‘Mensen willen weer de controle terugkrijgen, kleinschaliger werken, onafhankelijker worden. Kijk bijvoorbeeld naar het onderwijs: ouders kiezen als het even kan consequent voor kleine scholen. Zelfstandige mavo’s en gymnasia zijn ongelofelijk populair. Die doorgeslagen opschaling en marktwerking, daar hebben we zo langzamerhand genoeg van.’

In de bres In het voorgaande GroenLinks Magazine (Van onderen!, februari 2013) vroegen de vijf geïnterviewde initiatieven vooral om facilitering vanuit de overheid. Van Tongeren sluit zich daarbij aan: ‘Wat voor vragen hebben de initiatieven die ik spreek, en wat kun je voor hen regelen in de Kamer? Een voor de hand liggend voorbeeld is onze mallotige energiebelasting. Hoe meer energie je 8

gebruikt, hoe minder energiebelasting je betaalt. Mensen met een moestuin mogen hun zelf gekweekte bloemkolen in de buurt uitdelen, maar mensen die zelf energie opwekken mogen dat met stroom niet. We zijn al jaren bezig om dat veranderd te krijgen in Den Haag. Dat is wat ik als politicus moet doen: randvoorwaarden faciliteren en mensen de ruimte geven voor hun eigen invulling.’ Collega Linda Voortman spreekt vooral veel initiatieven in de zorg – een van haar belangrijkste portefeuilles. Op dat terrein kan de politica zichzelf nuttig maken door het wegnemen van belemmeringen. ‘Kinderdagverblijven die worden gerund door ouders bijvoorbeeld, moeten voldoen aan allerlei opleidingseisen. Dat is een belemmering die van overheidswege wordt opgelegd. Op dat soort momenten moet GroenLinks in de bres springen. Moeten oudercrèches aan al die opleidingseisen voldoen? Ik hoor vaak de reactie: maar dat kun je toch niet verwachten. Dat is interessant: initiatieven schudden de boel op, mensen gaan vraagtekens zetten bij de regels die gesteld zijn.’ Energie-initiatieven willen dat het makkelijker wordt gemaakt om zelf energie op te wekken door bijvoorbeeld de regelgeving te vereenvoudigen – en liefst een beetje snel. Van Tongeren: ‘We wonen op een gasbel, olie stroomt door onze aderen. In Denemarken wordt je huis meer waard als er een windmolenpark in de buurt is, dat is een verdienmodel. Als er een nieuw windmolenpark wordt aangelegd, moeten de bewoners van die gemeente daar een deel van kunnen kopen. In Nederland doen we dat allemaal niet. Hier moet elke millimeter ruimte voor lokale energieopwekking in Den Haag worden bevochten.’

Verbinden aan GroenLinks GroenLinks maakt zich hard voor dit soort burgerinitiatieven en initiatiefnemers zijn enthousiast als GroenLinks lokaal of in de Kamer een succesje boekt, maar toch zullen ze zich niet snel publiekelijk aan de partij verbinden. Logisch, vindt Van Tongeren. ‘Zij willen ook bij VVD en CDA aan kunnen kloppen. Het is strategisch niet handig om je aan één politieke club te verbinden, zeker niet als die club toch al aan je kant staat. Daarnaast willen zij juist geen onderdeel zijn van het ouderwetse besturingsmodel, maar bezig zijn met iets van henzelf. Het gevoel van onafhankelijkheid is heel belangrijk.’ Is het een probleem dat GroenLinks daardoor er niet publicitair of electoraal de vruchten van kan plukken? ‘Welnee’, zegt Van Tongeren nadrukkelijk. ‘Als mensen een windmolen neerzetten of zonnepanelen op hun dak leggen, realiseren zij daarmee ons duurzaamheidsideaal. Om meer voor ze te kunnen doen in de toekomst hebben we als partij april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


Geen toverformule Initiatieven ontstaan vaak in reactie op publieke voorzieningen die worden wegbezuinigd, en daarin schuilt een gevaar. Burgers die steeds meer zelf op de schouders nemen, creëren daarmee onbedoeld een nieuwe norm, waar niet iedereen aan kan of wil voldoen. Van Tongeren: ‘We hebben onze zorg compleet uitbesteed aan grote bedrijven en mensen in witte jassen die er verstand van hebben. Nu moeten we oppassen dat we niet te ver de andere kant op doorslaan en mensen het voortaan zelf maar moeten uitzoeken.’ Voortman: ‘Dat is een lastige balans. Hoe kunnen we het best een voedingsbodem voor die initiatieven creëren, zonder dat het de nieuwe norm wordt?’ Voortman spreekt liever over eigen regie of zeggenschap dan over eigen verantwoordelijkheid, omdat die term zo vaak als dekmantel voor bezuinigingen wordt gebruikt. Dat levert haar de nodige mailtjes op van

foto bob bronshoff

natuurlijk ook meer steun nodig. Maar dat komt er voor mij achteraan. Ik word blijer van een kleine motie met het CDA om windmolens op de Afsluitdijk te zetten dan van drie keer zelf in Nieuwsuur zitten.’ Ook ziet Van Tongeren er geen heil in om een verbinding tussen GroenLinks en initiatieven te institutionaliseren. ‘Je hoeft geen GroenLinks-ondernemersnetwerk op te zetten waar iedereen zich dan op aan moet sluiten.’

Van Tongeren: ‘Het heeft weinig zin om tegen mensen te zeggen: ongeveer alles wat je nu doet moet anders’

mensen die haar op het hart drukken dat haar ideaal van ‘eigen regie’ heus niet voor iedereen is weggelegd. ‘En dat beaam ik ook altijd’, benadrukt Voortman. Ook Van Tongeren is bezorgd dat het al te makkelijk aanwijzen van een initiatief als ideale oplossing er in de praktijk op neerkomt dat sommige mensen buiten de boot vallen. ‘Wat moeten we nu bijvoorbeeld van die eigenkrachtcentrales vinden?’, denkt ze hardop. Bij een eigenkrachtcentrale wordt er eerst gekeken naar het eigen netwerk van een cliënt, en wat dat netwerk aan zorg zou kunnen leveren. Waar een probleemgezin bijvoorbeeld eerst werd bijgestaan door soms wel veertien verschillende hulpverleners, komt de hulp nu zo veel mogelijk vanuit het eigen netwerk. Eén professionele hulpverlener coördineert de taken. Van Tongeren: ‘Een oom gaat helpen bij het schoolwerk, de stage gaat via een tante – zo gebruik je de kracht van je netwerk en dat is goed. Maar de grote probleemgevallen zitten vooral in de sociaal zwakkere gezinnen, en die hebben vaak juist niet zo’n sterk netwerk. Als jij of ik onze baan kwijt zijn, hebben we zo ons netwerk ingeschakeld, en daarbinnen vinden we heus nieuwe mogelijkheden. Maar als je al jaren werkloos bent, je misschien fysieke problemen hebt, een strafblad of grote schulden... moet je dat dan met je eigen netwerk oplossen?’ Voortman reageert: ‘Natuurlijk is zo’n oplossing niet

Bruto nationaal geluk Het bruto nationaal product (bnp) is de maatstaf voor economische activiteit. Groeit het bnp, dan vinden er meer economische transacties plaats in de samenleving. Groei van de economie is een grabbelton waar voor ieder wat wils in zit: burgers krijgen meer koopkracht, bedrijven kunnen meer verkopen en de overheid krijgt meer inkomsten zonder belastingen te hoeven verhogen. Het voordeel: één overzichtelijk cijfer. Het nadeel? De onzichtbaarheid van alles wat niet in geld is uit te drukken. Het bnp is een beetje als je bankrekening: handig om te zien of je vermogen groeit, maar nutteloos als het aankomt op hoe je je voelt en hoe je financiële situatie over een jaar is. Om dat te meten zijn nieuwe indicatoren van vooruitgang nodig, en daar is nog nooit zo veel aandacht voor geweest als nu. Het ‘bruto nationaal geluk’ van Bhutan staat inmiddels niet meer alleen; er is momenteel in Europa een hausse aan commissies die zich buigen over de vraag hoe een nieuwe maatstaf voor groei eruit moet zien. In academische en bestuurlijke kringen groeit de consensus dat het bnp niet zozeer vervangen moet worden, maar wel ‘onttroond’ als hoofdindicator voor vooruitgang. Hoe de

GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

nieuwe indicatoren eruit komen te zien is nog niet duidelijk. De Europese Commissie lanceerde in 2007 het Beyond GDP-project. Opdracht: twee heldere aanvullende indicatoren ontwikkelen voor sociale en ecologische vooruitgang. In 2008 verbaasde de Franse president Sarkozy vriend en vijand door een prestigieuze commissie op te tuigen onder leiding van economen Amartya Sen en Joseph Stiglitz. Het resulterende rapport Mismeasuring our lives geldt sindsdien als de standaardkritiek op de gebreken van het bnp. Zelfs de klassiek-economische OESO heeft inmiddels de Your Better Life Index ontwikkeld waarin je als burger landen kan beoordelen op kwaliteiten als werk-levenbalans en werkgelegenheid. De initiatieven zijn nauwelijks bij te houden: de Britse New Economics Foundation ontwikkelde de Happy Planet Index, maar ook Canada en Australië werken aan dergelijke initiatieven. In Nederland werken de instituten CBS, SCP, CPB en PBL sinds 2011 samen aan de Monitor Duurzaam Nederland. En in Duitsland werden afgelopen januari de resultaten bekend van een van de projectgroepen van de groots opgezette enquêtecommissie Wachstum, Wohlstand, Lebensqualität.

Tekenend voor de huidige verwarring: de veelvoud aan nieuwe indicatoren kwam op kritiek te staan van nota bene Die Grünen en Die Linke. Door het woud aan indicatoren verliezen gewone burgers het overzicht en worden de cijfers onbruikbaar voor de politiek. Toch zijn de resultaten van de onderzoeken op abstractere punten wél in overeenstemming. Het bnp moet niet meer dé, maar één van de indicatoren van vooruitgang worden. De focus moet specifiek verlegd worden naar drie terreinen: individueel welzijn en geluk, sociale verhoudingen en duurzaamheid. Groei is pas nuttig als het mensen én een beter leven geeft én het verschil tussen arm en rijk niet toeneemt én ze niet ten koste gaat van biodiversiteit en klimaat. Dat dit moeilijk is, ontkent niemand. Wanneer de focus verlegd wordt van de ‘neutrale’ bnp-optelsom naar ‘zachtere’ zaken als welbevinden en milieu, moet een nieuw meetinstrumentarium ontwikkeld worden. Typisch een missie waar GroenLinks zich in de Tweede Kamer hard voor kan maken. Pepijn Vloemans

9


VÄąntageposter.nl

Kamperen met gratis terreinwacht

Reprints van politieke propaganda posters GROENLINKS-LEDEN KRIJGEN TOT 1 MEI 20% KORTING MET CODE GLAPR12

Adverteren in GroenLinks Magazine?

Adviesburo

Cadex

Kamperen op een van de 136 Natuurkampeerterreinen is genieten van wat de natuur te bieden heeft vanuit uw tent, caravan of camper. Ook leuk met kinderen! Met de Natuurkampeerkaart in Het Groene Boekje heeft u toegang tot alle terreinen in deze gids. Het Groene Boekje 2013 is voor ď‚€ 14,95 verkrijgbaar op alle Natuurkampeerterreinen, bij de ANWB, Bever en reisboekhandels en via www.natuurkampeerterreinen.nl. Download ook de gratis Kamperen app voor iPhone en Android in de app store!

0111 643307 | info@cadex.nl | www.cadex.nl

uw mediagids op milieugebied

10

april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


Eigen keuze Een eigenkrachtcentrale is niet geschikt voor mensen in psychische nood die niet over een goed vangnet beschikken. En de meeste mensen die een duurzame zelfbouwwoning neerzetten, doen dat op een particulier aangekochte kavel. Zit er niet een elitair bijsmaakje aan veel initiatieven? Van Tongeren: ‘Ik heb het liever over pioniers. Die initiatiefnemers komen uit een bepaalde groep in de samenleving die vaak veranderingen op gang krijgt, en die nemen ook een risico. Soms hebben ze profijt van hun idee, maar het kan ook vreselijk misgaan.’ Voortman nuanceert: ‘Het zijn natuurlijk wel allemaal mondige mensen die heel goed weten wat ze willen, en vaak hoog opgeleid.’ Dat laatste betwijfelt Van Tongeren: ‘Dat weet ik niet hoor. Een heleboel hoogopgeleide mensen kunnen helemaal geen zonnepaneel op hun dak leggen. Daarom is het zo belangrijk dat mensen kunnen kiezen. In deze fase van mijn leven, waarin ik erg druk heb met mijn werk, kan ik niet verplicht één dag per week mantelzorg verrichten. Of actief zijn in een lokaal energie-initiatief. Je moet de keuze blijven behouden tussen zelf doen of inkopen; stroom moet niet verplicht van de coöperatie komen, er moet altijd nog een andere mogelijkheid zijn om je stroom te krijgen. Maar dat is sowieso een centraal punt van GroenLinks: altijd zelf kunnen kiezen.’ Dat maar een beperkt deel van Nederland dat allemaal graag zelf wil kunnen kiezen en regelen, vindt Voortman geen probleem. ‘Die initiatieven zullen nooit mainstream worden. Als dat gebeurt, dan zijn de pioniers allang weer andere dingen aan het doen.’ Van Tongeren: ‘In Duitsland is dat al veel verder opgeschoven. Daar kijken ze vreemd op van een wijk waar geen zonnepanelen liggen. Behalve de pioniers houden heel veel mensen niet van radicale veranderingen. Als in een dorp tegen de wil van de mensen in een windmolen wordt neergezet, dan gaan de hakken in het zand. Maar als ééntje er tegen de stroom in mee begint en de rest merkt dat het ze wat oplevert, dan slaat de stemming om. Het is zaak dat mensen er een connectie mee krijgen, omdat hun zoon GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

installateur van zonnepanelen is, of omdat de buurvrouw in de windcoöperatie zit. Dan gaan mensen het leuk vinden.’ foto bob bronshoff

voor iedereen weggelegd – voor gespecialiseerde zorg moet je professionele mensen inhuren. Het is geen toverformule. Maar dat geldt voor alle initiatieven van onderop.’ Juist omdat een burgerinitiatief niet voor iedereen de oplossing biedt, is het zo belangrijk dat er wat te kiezen blijft. ‘Toch’, vult Voortman aan, ‘zie ik dat mensen hun eigen netwerk beter kunnen inzetten als ze hun zorg zelf organiseren, ook als ze hele zware zorg nodig hebben. Die mensen hebben liever iemand die luistert naar hoe ze opgetild willen worden dan iemand die een protocol afwerkt.’

Voortman: ‘Door de initiatieven gaan mensen vraagtekens zetten bij de regels die gesteld zijn’

Draagvlak Dat laatste is voor Van Tongeren heel belangrijk. ‘De financiële crisis, de energiecrisis, voedselcrisis en klimaatcrisis vallen niet voor niets nu samen; je kunt de een niet oplossen zonder de ander aan te pakken. De door het bnp zo mooi gemeten economische groei is niet houdbaar. Als we in balans met de planeet willen leven, moeten er nog zo ongelofelijk veel dingen veranderen. Maar het heeft weinig zin om tegen mensen te zeggen: ongeveer alles wat je nu doet moet anders. Daar wordt niemand enthousiast van. Mensen moeten begrijpen wat het voor henzelf betekent. Zo creëer je draagvlak voor een groene economie, en dat is hard nodig.’ Veel Nederlanders kijken voor het aanpakken van de klimaatverandering naar de overheid, zo bleek uit het recent onderzoek van NCDO, de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. De Nederlander heeft er weinig vertrouwen in dat een verandering van het eigen gedrag problemen als klimaatverandering kan oplossen; dat is een taak van de overheid: 46 procent vindt dat overheden meer ruimte moeten krijgen om strengere regels en wetten door te voeren om dergelijke problemen op te lossen. De bereidheid om leuke dingen die slecht zijn voor de wereld te laten, is met zo’n 40 procent relatief laag. Kleine succesjes boeken die je kunt laten zien en daarop verder bouwen, dat is het devies, zegt Van Tongeren: ‘Je kunt mensen het best enthousiast maken door bij henzelf te beginnen. Als ik een praatje houd, zeg ik vaak: verzin iets waar je echt lol in hebt – misschien is dat eten, of geld, of make-up – en maak dat als eerste groen. Als mensen dan geregeld hebben dat hun geld niet langer in tabak, kinderarbeid of wapens wordt belegd, willen ze eigenlijk ook hun kleding niet meer kopen bij bedrijven die verkeerd bezig zijn. Op die manier bouw je langzaam voort op een voedingsbodem.’ Dat zijn allemaal maar kleine stapjes, beaamt Van Tongeren. Als je daar allemaal een klein beetje van doet, heb je nog lang geen kringloopeconomie. En dat kan reuze frustrerend zijn voor mensen die het probleem goed op het netvlies hebben en vaart willen maken. ‘Ik heb ook zo mijn wanhoopsmomenten. Dan denk ik: laten we allemaal maar veel drugs nemen, naar Ibiza op en neer vliegen en flink feesten. Maar met die kleine succesjes prikkel je wel de fantasie, mensen worden er blij van. Dat moeten we laten zien: als je hier meer van wilt, kom dan bij GroenLinks. Want onze visie bestaat in het groot uit wat je hier ziet in het klein.’ < 11


Hoe groen

stroo Groene stroom is erg in trek. Toch leidt de toenemende vraag niet tot vergroening van de elektriciteitsvoorziening. Ra ra hoe kan dat? door Han van de Wiel

Meer groene stroom: het kan! Je wilt groene stroom afnemen, maar bij voorkeur geen ‘sjoemelstroom’. Kan dat? Ja, dat kan. Maar veel keus is er niet. WISE heeft de zogeheten stroometiketten van alle Nederlandse leveranciers op een rijtje gezet en geeft advies. Zie groenestroomjagraag.nl/ stroometiket. Over de groene stroom van Essent bestaat een fors meningsverschil met klimaatbureau HIER. HIER – met Es-

12

sent als sponsor – beveelt die stroom aan, bij WISE komt Essent er met zijn kolenstroom niet zo best vanaf. ‘Dat komt doordat we niet alleen naar de groene stroomproducten kijken die Essent graag in de etalage zet, maar naar de totale energiemix’, zegt Schmid. ‘En als je nóg beter kijkt, zie je dat het moederbedrijf van Essent, RWE, de allergrootste CO2-producent van Europa is.’

H

et blijkt keer op keer niet zo gemakkelijk om als milieubewuste burger en consument door het leven te gaan. Kies je bijvoorbeeld voor groene stroom, zit daar toch een luchtje aan. ‘Sjoemelstroom’ noemt de organisatie World Information Service on Energy (WISE) een groot deel van de stroom die Nederlandse stroomleveranciers als groen verkopen. ‘Nederlanders kopen massaal groene stroom, in de veronderstelling dat ze daar iets goeds mee doen voor het milieu. Maar ze komen bedrogen uit’, zegt Markus Schmid van WISE. ‘Ze kopen certificaten van oude Noorse waterkrachtcentrales en er wordt geen windmolen extra gebouwd.’ Centraal in het debat over ‘sjoemelstroom’ staan de Garanties van Oorsprong (GvO): certificaten die bewijzen dat duurzame energie echt van hernieuwbare bronnen afkomstig is. Het gaat om een Europees elektronisch boekhoudsysteem waarin netbeheerders als Tennet bijhouden hoeveel duurzame stroom er op het elektriciteitsnet komt. Als iemand groene stroom koopt, wordt een overeenkomstig deel van het totaal aan duurzaam geproduceerde stroom afgeboekt. Elke GvO staat voor 1000 kilowattuur. Een gemiddeld Nederlands huishouden verbruikt jaarlijks 3500 kilowattuur. Dit op het oog omslachtige systeem is nodig, omdat stroom uit windmolens precies gelijk is aan stroom uit kolencentrales. Het gaat erom hoe de stroom is opgewekt. Vriend en vijand zijn het erover eens dat het GvO-systeem goed in elkaar zit, buitengewoon nauwkeurig werkt en nodig is om te kunnen controleren of de als groen verkochte stroom ook echt duurzaam is opgewekt.

Wantrouwen De problemen beginnen volgens WISE met de verhandelbaarheid van GvO’s. Dat is mogelijk doordat de fysiek opgewekte stroom en de GvO’s zijn losgekoppeld. Als energiebedrijf kun je dus april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


is onze

om?

certificaten kopen van een ander energiebedrijf dat zijn stroom duurzaam opwekt. Schmid: ‘Dat wringt en zorgt voor wantrouwen.’ De Nederlandse import van GvO’s steeg van 25,5 miljoen in 2011 naar 32,8 miljoen in 2012, een toename van bijna 30 procent. De meeste geïmporteerde GvO’s komen uit Noorwegen, 67 procent. Conclusie: Nederlandse energiebedrijven kopen vooral GvO’s van Noorse waterkrachtproducenten. De stroom op grond waarvan de GvO’s zijn uitgegeven, is allang geconsumeerd in Noorwegen, zegt WISE. Niet als groene stroom, want de Noren weten niet beter dan dat praktisch al hun stroom – circa 95 procent – met behulp van waterkrachtcentrales en dus duurzaam is opgewekt. Vandaar dat de Noorse GvO’s voor de thuismarkt ‘waardeloos’ zijn en massaal verkocht worden. Hier maken de Nederlandse energiebedrijven gebruik van. Van alle in Nederland geproduceerde stroom is ongeveer tien procent ‘groen’. Toch wordt dertig procent van alle stroom in Nederland als groen verkocht. Het verschil kopen de energiebedrijven bij met voornamelijk Noorse GvO’s van waterkrachtcentrales. Het is volstrekt legaal, maar het wringt wel dat Nederlandse energiebedrijven hun fossiele en nucleaire stroom op deze wijze kunnen ‘vergroenen’ zonder een windmolen extra te bouwen. De Noorse GvO’s zijn zo goedkoop – twintig cent per stuk – dat er geen enkele prikkel vanuit gaat voor de energiebedrijven om zelf elektriciteit uit hernieuwbare bronnen op te gaan wekken. Schmid: ‘Een gemiddeld Nederlands huishouden heeft aan 3,5 GvO’s genoeg om zijn hele stroomverbruik te vergroenen. Voor 70 cent per jaar ben je klaar! De stroombedrijven maken er goede sier mee. Daarom zijn we er zo tegen.’ Consumenten moeten massaal echt in Nederland geproduceerde groene stroom gaan vragen van hun leveranciers, zegt Schmid. ‘Dan ontstaat er een tekort aan groene stroom, die dan vanzelf duurder zal worden. En daarmee aantrekkelijker GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

voor energiebedrijven om te produceren. Alleen hogere, reële prijzen zijn een prikkel om extra groene stroom te gaan produceren.’

Openheid van zaken Hoe krijg je Nederlandse verbruikers zo ver, dat ze groene stroom van eigen bodem eisen? Door meer transparantie, zegt Schmid. De politiek moet de energiebedrijven dwingen om op de factuur niet alleen te vermelden hoeveel groene stroom iemand heeft verbruikt, maar ook waar de GvO’s vandaan komen. Bovendien moeten de energiebedrijven informatie verstrekken over álle stroom die ze produceren of importeren, ook over de fossiele en nucleaire. Nu kan een consument alleen kiezen tussen groen en grijs. ‘Alleen volledige openheid van zaken zet iets in beweging’, zegt Schmid. ‘Dan gaan mensen nadenken over lokale energie. We kunnen het opwekken van duurzame energie niet aan andere landen overlaten.’ <

‘Aanval op de verkeerde partij’ Er is geen sprake van sjoemelstroom. Het systeem van certificaten zit solide in elkaar, zegt Peter Niermeijer van RECS International. Dankzij dat systeem maakt het niet uit waar de groene stroom is opgewekt, omdat elk certificaat garant staat voor stroom uit hernieuwbare bron. Hij vreest dat de campagne van WISE het vertrouwen in groene stroom onderuit haalt. Peter Niermeijer kan zich behoorlijk opwinden over ‘de aanval op groene stroom’. ‘Het moet afgelopen zijn met termen als sjoemelstroom, omkatten, groenwassen. Wie die termen bezigt, heeft niet begrepen hoe solide het systeem in elkaar zit. Mensen worden in de war gebracht doordat ngo’s de aanval op de verkeerde partij richten.’ Niermeijer is algemeen secretaris van RECS International, een organisatie die zich bezighoudt met een Europees volgsysteem voor elektriciteit en de certificaten die daarvoor worden afgegeven. Zo weten afnemers wat ze kopen. RECS wil dat die certificatieplicht voor álle elektriciteit gaat gelden. ‘Full disclosure’, wordt dat genoemd. Het is volgens Niermeijer een ‘absolute leugen’ te suggereren dat ‘kolenstroom wordt vergroend’. ‘Om te beginnen bestaat “kolenstroom” niet, of het zou net als groene stroom voorzien moeten worden van een GvO van een kolencentrale. ‘Vergroende kolenstroom’, met bovenop de kolenstroom-GvO een tweede GvO van een hernieuwbare bron, bestaat ook niet. Er is geen

enkele elektriciteitsleverancier die dat doet, laat staan dat je kunt aantonen dat zoiets gebeurt.’

Vertrouwen Hoe voorkom je dat consumenten hun vertrouwen in groene stroom verliezen? Door betere voorlichting, zegt Niermeijer. ‘De politiek moet de energiebedrijven dwingen om op de factuur niet alleen te vermelden hoeveel groene stroom iemand heeft verbruikt, maar bijvoorbeeld ook waar die stroom vandaan komt. Voor alle manieren van stroom opwekken zouden GvO’s gebruikt moeten worden, nu geldt dat alleen voor groene stroom. Hoe kun je nu zeggen dat je fossiele en nucleaire stroom levert in een bepaalde verhouding zonder de bronnen te certificeren? Laat WISE zich daar eens over uitspreken. Wellicht is daar de term sjoemelstroom wel van toepassing.’ Volgens Niermeijer heeft de Europese consument behoorlijke bescherming op allerlei gebieden, behalve waar het op energie aankomt. ‘De energiemarkt loopt sterk achter. De facturen zijn ingewikkeld, switchen tussen leveranciers is lastig en de informatie over het product is slecht. Het GvO-systeem voor hernieuwbare bronnen werkt goed. Voor de “vuile” bronnen als fossiel en nucleair, en voor import en export, bestaat die certificatieplicht niet. Met uitzondering van Noorwegen, Zweden, Zwitserland en België. Nederland loopt achter.’

13


s Gigastal ‘vele bruggen te ver’ GroenLinks is uit het college van de provincie Groningen gestapt, nadat de provincie instemde met een ‘gigastal’ van tien hectare in de gemeente Vlagtwedde. Afspraken waren er in 2011 bij de vorming van het college niet over gemaakt: megastallen. ‘We kwamen er toen niet uit’, zegt afgetreden GroenLinks-Gedeputeerde Wiebe van der Ploeg nu. ‘Maar we wisten dat PvdA en D66 ook voor strikte regels zijn. Coalitiegenoot VVD was zelfs gewaarschuwd voor de linkse meerderheid.’ Wat volgde was een politiek spel in Provinciale Staten, wat resulteerde in een maximum stallengrootte van vier hectare voor toekomstige stallen. De door onder andere GroenLinks voorgestelde twee hectare kwam er niet door. Ook tien aanvragen voor agrarische nieuwbouw die in 2011 in de

wacht werden gezet, vinden nu doorgang. En onder die overgangsregeling valt een ‘gigastal’ van tien hectare en 1800 koeien in Vlagtwedde, een gemeente tegen de Duitse grens. ‘Voor ons was dat vele bruggen te ver’, zegt Van der Ploeg, nota bene gedeputeerde voor landbouw. ‘Daar neem ik geen verantwoordelijkheid voor. Ons standpunt is helder: GroenLinks gaat niet voor megastallen. We hebben een streep getrokken, zij gaan eroverheen, en wij gaan daar niet in mee.’ In het college neemt ChristenUnie de plek in van GroenLinks. Het coalitieakkoord is op grote lijnen overeind gebleven, maar er wordt bezuinigd op natuur en duurzame energie. Van der Ploeg: ‘We hebben twee jaar geleden heel goed onderhandeld, er zijn veel elementen van ons in het akkoord gekomen. Maar het wegvallen van

GroenLinks heeft het gevaar in zich dat de groene agenda slachtoffer wordt. Zaken als natuurbeheer, ecologische hoofdstructuur en openbaar vervoer zullen zonder ons toch minder geld krijgen.’ Het zijn de terreinen waarop Van der Ploeg in de twee jaar als Gedeputeerde resultaten boekte. ‘Ik ben trots op de intentieverklaring “ecologie en economie in balans” voor de Eems-Dollard (Nederlands-Duits Waddengebied rond de Eemsdelta, MvD).’ Ook gaf Van der Ploeg steun aan natuurgebieden ‘na het debacle van Bleker’ en komt er spoor van Veendam naar Stadskanaal. Van der Ploeg, econoom, was twee jaar gedeputeerde. Daarvoor was hij twaalf jaar Statenlid, wat hij combineerde met zijn eigen adviesbureau. > Zie magazine.groenlinks.nl/ vlagtwedde

‘Leuk dat aan­kaarten van mensen­rechten in Rusland. Maar de enige manier om Poetin te raken is je verwarming niet aanzetten.’ Jelle Brandt Corstius, tweet, 5 april 2013

FOTO LOUIS DE MAST

Giften openbaar

Vluchtelingenprotest Geen vluchteling op straat of in de cel, dat was de eis van de demonstranten op 23 maart in Amsterdam. Ruim tweeduizend mensen liepen voor een menselijk vluchtelingenbeleid van de Vluchtkerk naar het Museumplein. Veel GroenLinksers en DWARSers liepen mee, Kamerlid Linda Voortman sprak op het podium. Eerder overnachtte zij al in de Vluchtkerk waar 120 vluchtelingen verblijven die geen opvang krijgen, maar ook niet terug kunnen naar hun land van herkomst. Het kabinet wil illegaliteit strafbaar stellen.

14

Giften boven 4500 euro moeten politieke partijen openbaar gaan maken. Anonieme giften kunnen nu alleen nog beneden de 1000 euro; hogere moeten worden geregistreerd. De Eerste Kamer stemde 5 maart in met het wetsvoorstel. Doel is transparante partijfinanciering. GroenLinks heeft in het verleden vaker voorgesteld giften aan politieke partijen openbaar te maken, zo diende toenmalig Kamerlid Wijnand Duyvendak in 2008 een initiatiefwet in en in 2010 Tofik Dibi samen met D66 weer. In 2002 stelde GroenLinks al een eigen regeling in dat de partij giften boven de 1000 euro openbaar maakt. april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


kort Actieplan belastingontwijking Uiterlijk in juni moet de regering komen met een plan om belastingontwijking door multinationals aan te pakken. De Tweede Kamer stemde 9 april voor een motie van GroenLinks-Kamerlid Jesse Klaver. Het actieplan moet stap voor stap een einde maken aan Nederland als ‘belastingparadijs’ voor multinationals. Overheden lopen miljarden mis doordat bedrijven belasting ontwijken. Bedrijven spelen handig in op de gaten in de belastingstelsels en de verschillen in de wetgeving tussen landen. Ook Nederland heeft voor bedrijven gunstige regelgeving. Om belastingontwijking in de toekomst te beperken heeft Europarlementariër Bas Eickhout al een zevenstappenplan opgesteld. Zo wil hij onder meer van belastingen een Europese in plaats van een nationale aangelegenheid maken; scherpere vestigingsregels die voorkomen dat bedrijven zonder echte economische activiteit in een land kunnen profiteren van postbusconstructies; en het opheffen van het bankgeheim in landen als Zwitserland, Luxemburg en Oostenrijk. > Zie europa.groenlinks.nl/beperk+belastingontwijk ing+in+zeven+stappen

Online lezen Datagraaien uit de cloud De cloud levert ons voordeel op, maar ook gevaar. GroenLinks organiseerde 28 februari een debatavond over privacy en internet. > Zie magazine.groenlinks.nl/cloud Congres: Rik Grashoff voorzitter Op het GroenLinks-congres van zondag 3 maart in Utrecht is Rik Grashoff gekozen tot voorzitter. Ledeninbreng en aansluiting bij maatschappelijke organisaties waren sleutelbegrippen. Met de voorstellen van het interim-partijbestuur n.a.v. het evaluatierapport van de commissie-Van Dijk werd ingestemd – hier en daar aangepast door amendementen. > Zie magazine.groenlinks.nl/3maa2013 Duurzaamheid voorop Het kabinet zoekt steun voor haar bezuinigingsplannen. Fractieleider Bram van Ojik legde op de partijraadvergadering van 23 maart uit wat er bij GroenLinks te halen valt. > Zie magazine.groenlinks.nl/ partijraad23maart13 Geloven in een goede afloop De strijd tegen klimaatverandering heeft een open debat over waarden en feiten nodig. > Zie magazine.groenlinks.nl/geloven Olievloek De verantwoordelijkheid die multinationals nemen om bij hun operaties in het buitenland de mensenrechten te waarborgen, is nog veel te vrijblijvend. > Zie magazine.groenlinks.nl/olievloek GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

Jeugdwerkloosheid aangepakt Jongeren in een vroeg stadium van hun werkloosheid begeleiden naar een passende baan, opleiding of stage; dat staat het Europese jeugdgarantieplan voor dat de EU-lidstaten eind februari goedkeurden. ‘Dit is een concrete belofte aan jongeren’, aldus GroenLinks-Europarlementariër

Marije Cornelissen. Volgens haar kan het plan een impuls geven aan beleid in Nederland, maar vooral in landen als Griekenland en Spanje waar meer dan de helft van de jongeren werkloos is. Ook de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de VN riep tot de regeling op.

Mooi Nederland GroenLinks heeft samen met PvdA en D66 voorstellen gedaan om de natuurbeschermingswetgeving te vereenvoudigen, de plezierjacht af te schaffen en natuurvandalisme strenger te bestraffen. Maandag 25 maart boden de partijen hun initiatiefnota Mooi Nederland aan staatssecretaris Dijksma (PvdA) van Economische Zaken aan. Zij wil de nota een centrale plek geven bij de verdere uitwerking van haar natuurwetgeving, onder andere door de nota aan de Raad van State voor te leggen. Ook natuur- en dierenbeschermingsorganisaties reageerden positief. Eigenlijk was Mooi Nederland bedoeld als antwoord op het beleid van voormalig staatssecretaris Bleker (CDA), die stevig bezuinigde en het nationale netwerk van natuurgebieden – de ecologische hoofdstructuur – losliet. In het regeerakkoord draaiden VVD en PvdA dat laatste terug; door het Lenteakkoord werd al 200 miljoen euro minder bezuinigd op natuur. GroenLinks, PvdA en D66 willen dat de ecologische hoofdstructuur

in 2025 gerealiseerd is, het liefst onder de minder abstracte naam ‘Natuurnetwerk Nederland’. Daarnaast willen ze een vereenvoudigd en eenduidig stelsel van gebiedsbescherming. In plaats van de huidige ‘lappendeken’ met verschillende soorten natuurgebieden als nationale parken en rijksbufferzones komen er twee categorieën met verschillende beschermingsregels: ‘topnatuur’ en ‘mooi Nederland’. In de ene categorie vallen de klassieke natuurgebieden als de Veluwe en de Wadden. De andere categorie is voor gebieden met buitengewone schoonheid of historie, die typisch Hollands zijn of kenmerkend voor een bepaalde regio zoals bijvoorbeeld de Kinderdijk, het Groene Hart en het Limburgs heuvellandschap. De fracties hebben anderhalf jaar aan de nota gewerkt. GroenLinks-Tweede Kamerlid Jesse Klaver is trots op de samenwerking. ‘Onze voorstellen zorgen voor betere bescherming van onze natuur en ons landschap, met hele concrete gevolgen. Door het afschaffen van de wildlijsten maken we bijvoorbeeld een einde aan het jagen op dieren als sport.’

Nieuwe burgemeester Het Limburgse Nuth krijgt met Désirée Schmalschläger een GroenLinksburgemeester. De gemeenteraad van Nuth heeft de 47-jarige Schmalschläger, momenteel wethouder in het Noord-Hollandse Heiloo voor een alliantie van D66/GroenLinks en een plaatselijke partij, als enige kandidaat voor de post voorgedragen. Schmalschläger gaat per 1 juli aan de slag als burgemeester.

15


Invester

of bezuinigen?

16

april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


ren Het kabinet vergelijkt de rijksbegroting graag met de huishoudportemonnee: meer uitgeven dan binnenkomt is onverstandig. Dus kondigt het sinds 2011 keer op keer nieuwe

Giftige remedie

bezuinigingen aan. En duwt zo de economie steeds verder in het slop. De oplossing is investeren. Het liefst groen. door Lara de Brito

Foto hollandse hoogte/Flip Franssen

?

A

nno 2013 is de economie de grootste zorg onder de bevolking. Europa, en daarmee Nederland, zit sinds 2008 in een economische storm. De reddingsboei die de regering uitgooit: bezuinigen. Inmiddels bijna 50 miljard euro. Het resultaat is confronterend: we zitten op het laagste uitgavenniveau sinds de jaren tachtig. Het aantal bedrijfsfaillissementen is het hoogst sinds 1981. De werkloosheid staat op een recordhoogte van 8,1 procent (onder jongeren 15,5 procent). De armoede onder kinderen stijgt. En een kwart van de huiseigenaren – bijna één miljoen mensen! – hebben eind 2013 een hypotheekschuld die hoger is dan de waarde van hun huis. Ook het Centraal Planbureau (CPB) is geschrokken van de gevolgen. ‘De negatieve effecten van bezuinigen zijn onderschat’, zei directeur Coen Teulings onlangs. Jesse Klaver, financieel woordvoerder van GroenLinks: ‘Het CPB laat zien dat de multiplier van overheidsbezuinigingen hoger is dan één. Dat wil zeggen dat voor iedere euro die je bezuinigt, de economie met meer dan een euro krimpt.’ Teulings raadt meer bezuinigen dan ook af . Even spannend is het rond het sluiten van het sociaal akkoord: Gooit Rutte II het roer om? Al gauw blijkt van niet, nieuwe bezuinigingen worden slechts uitgesteld.

GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

Dat de patiënt steeds zieker wordt van de gekozen remedie zeggen economen wereldwijd al langer. Progressieve economen Amartya Sen, Paul Krugman en Joseph Stiglitz – alle drie Nobelprijswinnaars – waarschuwen voor de desastreuze effecten van de Europese bezuinigingsdoctrine. Met de VS die voor een serieuze investeringsroute koos, gaat het stukken beter. Macro-econoom Jos Kok, nu met pensioen, begon zijn carrière in 1970 bij het CPB, waar hij twintig jaar werkte en onder andere programma’s van politieke partijen doorrekende. Hij is onder de indruk van het verhaal van Teulings. Echt opmerkelijk vindt Kok dat ook het IMF Nederland adviseert om niet verder te bezuinigen in 2014. Financieel geograaf Ewald Engelen, welbespraakt professor en crisiscommentator, kwalificeert de bezuinigingsblindheid als ‘pervers’ beleid. ‘We komen niet uit de crisis door meer te bezuinigen en lasten te verzwaren.’ Die verkeerde aanpak is een gevolg van de valse vergelijking met de crisis van de jaren tachtig, zegt Engelen: ‘Maar de aard van deze crisis is eerder vergelijkbaar met die van de jaren dertig. Je mag je niet laten verblinden doordat het er veel minder grimmig uitziet. De crisis in de jaren tachtig was een totaal andere type crisis, toen waren de arbeidskosten te hoog. Nu is het een ontschuldingscrisis.’ Een ontschuldingscrsisis? Engelen, cijferfetisjist, met oog voor de ravage die de bezuinigingsmanie bij burgers aanricht, steekt van wal: ‘De Nederlandse schuldencrisis is een private schuldencrisis. We hebben als overheid een schuld 17


van 74 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De private schulden in Nederland zijn 200 procent van het bbp.’ De private schuld is dus bijna drie maal groter dan die van de overheid. En het rentepercentage die daarover betaald moet worden, is ook drie keer zo hoog. Engelen vindt het ‘bezopen’ dat de staat alles in het werk stelt om haar schuld terug te brengen, ten koste van huishoudens die onder een veel zwaardere schuld zuchten. ‘Als je als overheid bij zinnen bent, dan weet je dat daar het probleem ligt!’

De overheid als huisvader Intussen scoort alleen Griekenland slechter met binnenlandse bestedingen. Er moet koopkrachtherstel komen, zegt Engelen. Ook de Raad van State, adviesorgaan van de overheid, is die mening toegedaan, maar ondertussen staren we ons blind op de overheidsfinanciën. Kok verbaast zich dat we niet naar de totale economie kijken, ‘want we verdienen al dertig jaar meer dan we besteden, nu hebben we een betalingsbalansoverschot van 11 procent van het nationaal inkomen, dat beleggen we niet in Nederland maar in het buitenland.’ Hij gebruikt het gezin als metafoor. ‘Vader, moeder, kinderen. Vader verdient het meeste, moeder geeft het meeste uit en als dat in balans is loopt het gezin prima. Zo is het in een land ook: de overheid geeft meer geld uit, de burgers sparen en het totaal is in balans.’ Kok illustreert de politieke denkfout: ‘Rutte heeft zetels gewonnen met het verhaal van financiën die op orde moeten worden gebracht. Dat past mooi in de filosofie van “je moet een zuinige huisvader zijn”. En in een huishouden geef je ook niet meer geld uit dan er binnenkomt. Maar de overheid is niet hetzelfde als een huishouden, het is maar een deel daarvan, en is wel de enige die kan ingrijpen als de bestedingen uitblijven.’ Toch staat het terugdringen van de staatsschuld bij GroenLinks hoog op het lijstje. Op de lange termijn ziet Klaver een begrotingsoverschot voor zich: ‘We willen af van op de pof leven. Het is goed dat je als overheid op den duur een overschot hebt, want dan kan je ook tegenvallers opvangen als die komen.’ Een begrotingsoverschot zoals in het GroenLinks-programma staat, is volgens Kok echter nergens voor nodig. Naar voorbeeld van Amerikaanse staten en bedrijven stelt hij voor om lopende en investeringsuitgaven te scheiden. ‘Lopende uitgaven moeten in balans zijn: je moet niet meer aan drank en mooie jurkjes uitgeven dan wat je binnenkrijgt. Maar voor investeringen geldt dat niet.’

Groene Keynes Op zoek naar een effectief tegengif om de economie overeind te helpen, duikt één naam steeds op: John Maynard Keynes. De man die met potverteren wordt geassocieerd. Kok: ‘Keynes wordt alleen geciteerd wanneer het gaat om extra uitgeven, maar Keynes corrigeert: als de economie slecht draait moet je investeren en als ze oververhit raakt juist afremmen.’ Waarom is het logisch 18

dat GroenLinks Keynes omarmt? ‘Het gaat erom hoe je de taak van de overheid ziet’, zegt Kok: ‘GroenLinks vindt dat de overheid een corrigerende taak heeft en kijkt daarbij naar de generatie na ons.’ Net als Engelen denkt Kok dat ‘Keynes’ de economie kan reanimeren. 80 procent van de pensioengelden in het eurogebied is Nederlands Zonden van banken geld, vertelt Kok. Dat geld kan je ook prima in NederDe financiële crisis waarin we ons nog altijd bevinden, ontstond doordat banken hun kernland investeren. ‘Investetaak, het inschatten van financiële risico’s, niet ringen moeten wel macronaar behoren vervulden. De overheid moest de economisch rendabel zijn, banken overeind houden en de daarop volhet land moet er beter van gende economische ontwrichting veroorzaakte worden. Daar heeft de toede crisis die de eurolanden nu teistert. Groenkomstige generatie profijt Links-Europarlementariër Bas Eickhout liet de van.’ Het argument dat nu Nederlandse bankensector onderzoeken in het bezuinigd moet worden rapport De zeven hoofdzonden van de banken. voor toekomstige generaOp www.dehoofdzondenvanbanken.eu een ties, noemt Kok een drogreoverzicht van de hoofdzonden van de banken, den. ‘Als we nu kortzichtig en hoe het wel moet. blijven bezuinigen verpesten we de infrastructuur, laten we veel mensen werkloos worden en verliezen we ervaring. Dan ga je door een diep dal waar je trager uitkomt.’ Investeren is dus de oplossing. Maar dan wel groen investeren. Klaver ziet de huidige crisis als een transitie naar een duurzamere samenleving. In dat plaatje plaatst hij Keynes. ‘Keynes vond niet dat de overheid maar geld moest blijven uitgeven maar gerichte investeringen moest doen. Als je met Keynes zegt: je moet investeren in wegen, dan zeg ik nee. Zeg je: investeren in windmolens en zonnepanelen, dan zeg ik ja. Daarom is het belangrijk voor GroenLinks om te kijken naar welke investeringen we doen.’

Duurzame oplossingen Maar het economisch denken van GroenLinks bevat ook elementen van een van de grondleggers van het liberalisme, Adam Smith, benadrukt Klaver. ‘Smith had het niet Derde bezuinigingsjaar alleen over de vrije markt, 2013 is het derde bezuinigingsjaar op rij. Het maar ook over moral sentijaar kent het zwaarste pakket aan bezuinigingen, waaronder het Lenteakkoord. De bezuinigingen ments.’ Smith streefde een van Rutte II gaan volgend jaar in. Extra bezuinirechtvaardige samenleving gingen dreigen. De drijvende motor achter het na, als resultaat van burgers stapelen van het weinig elegante snoeiwerk is die op verstandige wijze de dwingende Europese ‘3/60-norm’ waarvan hun eigenbelang nastreven. Nederland de architect is: maximaal 3 procent ‘Smith erkende dat er grenbegrotingstekort en 60 procent overheidsschuld. zen aan de vrije markt gesteld moeten worden om te garanderen dat die leidt tot Hoe verder Het zijn spannende tijden voor Europa. Hoe rechtvaardige uitkomsten.’ moeten we verder met de 3/60-norm en de euro? De kern van het GroenHet volgende Magazine laat hier haar licht over Links’ economisch denken schijnen. is kwaliteit, en niet kwantiteit, zegt Klaver: ‘Doen wat goed is voor mensen en milieu. Alles wat we waardevol vinden, belasten we in Nederland. Werk wordt zwaar belast.’ GroenLinks wil dat omkeren en juist schade aan april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


Foto hollandse hoogte/Flip Franssen

de leefomgeving belasten. ‘We berekenen de milieukosten die bedrijven en landbouw maken niet door, vervuiling van grondwater door gebruik van gif bijvoorbeeld. Daarmee zouden we als overheid veel geld kunnen ophalen, geld dat we terug kunnen geven aan werkenden.’ De duurzame samenleving die GroenLinks voor zich ziet is duidelijk. Maar hoe komt de partij vanuit de crisis dichter bij de ideale toekomst? Klaver: ‘Wat we niet willen is een sprintje trekken naar een maximaal begrotingstekort van 3 procent – het doel dat het huidige kabinet zich gesteld heeft – om vervolgens te constateren dat er toch weer extra bezuinigingen nodig zijn.’ Klaver kijkt verder dan een jaar; de overheidsfinanciën moeten structureel op orde. ‘Dat wil zeggen: nu slimme investeringen doen en de verzorgingsstaat verstandig veranderen zodat de economie weer gaat werken en ieder een eerlijke kans krijgt.’ Voor een duurzame oplossing is het noodzakelijk om ook de bancaire sector te hervormen. Als dat achterwege blijft, blijven landen in de problemen komen (zie kader).

3 procent achterhaald Engelen begrijpt niet dat GroenLinks de deur naar deelname aan een begrotingsakkoord – waarin weer gekozen zal worden voor bezuinigen, en niet voor investeren – op een kier houdt. ‘Dan ben je medeplichtig aan sociale ellende, dat is verwijtbaar.’ Hij wordt op zijn wenken bediend: kort na het interview met Engelen distantieert GroenLinks zich van de 3-procentnorm. Fractievoorzitter in de Tweede Kamer Bram van Ojik verklaart in het Financieel Dagblad dat de 3-proGROENLINKS MAGAZINE / april 2013

centnorm achterhaald is en roept het kabinet op om deze los te laten. Klaver: ‘Vriend en vijand is het erover eens dat snel verder bezuinigingen in tijden van crisis niet het gewenste effect heeft.’ Een onverstoorbare reactie van minister Dijsselbloem volgt: de 3 procent staat. De politieke implicaties van ‘bezuinigen als religie’ zijn ernstig, zegt Klaver: ‘De eis van de VVD om het begrotingstekort al in 2014 tot 3 procent terug te brengen legt een hypotheek op het overleg met de oppositie.’ Het kabinet zegt dat alles bespreekbaar is behalve de 3 procent. ‘Dat maakt het haast onmogelijk om overeenstemming te vinden over maatregelen die Nederland uit de crisis kunnen krijgen.’ Wel ligt er een sociaal akkoord. GroenLinks reageert in eerste instantie positief. ‘Een goede basis’, volgens fractieleider Van Ojik. Een aantal slechte maatregelen zijn van tafel, zoals het verkorten van de WW. Daar staat tegenover dat de extra bezuinigingen van bijna 4,5 miljard Nederland boven het hoofd blijven hangen, het kabinet houdt vast aan de 3-procentnorm. Door het ontbreken van serieuze investeringen komt een duurzame oplossing voor de crisis niet dichterbij. Koopkracht wordt niet hersteld en de 50 miljard euro aan bezuinigingen blijven staan. Nu GroenLinks afscheid heeft genomen van de 3 procent, staat de deur voor eenduidige oppositie tegen Rutte II weer open. (Potentiële) GroenLinkskiezers, die diepe weerzin voelen tegen de bezuinigingswoede van het kabinet, zullen die nieuwe, ondubbelzinnige lijn waarderen. Engelen: ‘GroenLinks moet van haar kleinheid een deugd maken. Dit is een kans om de gist in het deeg te zijn. <

In Sanlucar la Mayor staat de grootste zonnetoren ter wereld, gebouwd door de Spaanse onderneming Aben­ goa. De toren ontvangt het zonlicht via spiegels en levert elektriciteit voor maximaal 6.000 woningen. Abengoa wil de komende 7 jaar in totaal 9 zonnetorens bouwen.

19


I Koken met GroenLinks

fOTO bowie verschuren

Waar komt een tosti vandaan? Het lijkt zo simpel: een boterham, kaas en ham in het tosti-ijzer en klaar. Een team van vrijwilligers, allemaal kinderen van de stad, bedacht de Tostifabriek om te laten zien dat het toch net wat anders ligt. In een levende installatie produceren zij alle ingrediënten voor een tosti van begin tot eind. Momenteel wordt hard gewerkt aan de bouw van de stallen en de kaasmakerij; de opening is 27 april. Het graan is net gezaaid, de biggen en koeien arriveren begin mei. Gedurende de hele lente worden buurtbewoners, schoolklassen en andere stadsmensen uitgenodigd om te komen kijken en te helpen met het grootbrengen van de varkens, het melken van de koeien en het persen van de kaas. In augustus wordt het graan geoogst, het meel gemalen en het brood gebakken. De zelf geoogste tosti’s kunnen dan in september worden gegeten tijdens een groot oogstfeest. Zie detostifabriek.nl

Dat is schrikken Wereldwijd wordt 1,3 miljard ton voedsel per jaar verspild, meldt de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, FAO. Rijke industrielanden gooien meer voedsel weg dan het Afrikaanse continent in een jaar tijd produceert. De schrik zit er bij ons goed in na het lezen van deze cijfers. Tijd voor actie dus: • Bij de Over Datum Eetclub zet een chef-kok regelmatig een heerlijke maaltijd op tafel van voedsel dat over datum is. Wil je meesmullen, dan kan dat in verschillende plaatsen. Kijk op overdatum.org. • Op groenteruilen.nl vind je een platform voor mensen die groente over hebben van hun moestuin en dat willen ruilen met tuinders die wat anders over hebben. Op een kaartje zie je of er bij je in de buurt wat te ruilen is.

Koken met Bas Eickhout ‘Bas, heb je nog energie over als het handelssysteem in CO2 emissierechten (om uitstoot van CO2 te beperken) in het Europees Parlement wordt weggestemd, of als de aanpak van pesticiden om bijensterfte tegen te gaan maar niet van de grond komt? Trap je je schoenen uit als je thuiskomt en gaat dan het schortje voor? Of wordt het een telefoontje richting de pizza­ koerier?’ Bij Bas Eickhout lopen eten en werk in elkaar over: ‘In Brussel is het als vegetariër behelpen. Maar in het weekend gaat inderdaad het schortje voor, dat is echt genieten: geen afspraken, samen koken, slow cooking Indiase curry, wijntje erbij. Dan kom ik helemaal bij van een week restaurantvoedsel. En kan ik er weer stevig tegenaan.’

20

fOTO hans van der meer

Stadskinderen

Dutch doc Uit voorraad leverbaar heet de serie ‘portretten’ die
fotograaf Hans van der Meer maakte van winkelstraten in middelgrote steden. De foto’s laten de herkenbaarheid en uitwisselbaarheid van Nederlandse stadscentra zien. In de catalogus van de groothandel vind je de stoepborden terug waarmee de bakker of slager zijn ambachtelijkheid wil uitstralen. Een andere kanshebber voor de Dutch Doc Award 2013 is Ben Krewinkel, hij maakte een fotodocument van een illegale migrant zonder verblijfsdocumenten. De migrant, de Nigeri-

aanse Gaulbert die sinds 2011 illegaal in Nederland verblijft, is co-auteur. De mooiste foto’s van de zes genomineerden voor deze jaarlijkse fotoprijs voor documentaireprojecten zijn van 26 april tot en met 9 juni te zien in het Tropenmuseum in Amsterdam. Andere onderwerpen: de bestuurstafels van de veertig grootste multinationals in Europa, een Amerikaanse roadtrip, heroïne en de leefwereld van een blinde jongen. De winnaar van de Dutch Doc Award wordt 5 juni bekendgemaakt. Zie www.dutch-doc.nl

Klimaatthriller Climategate, handel in emissie­ rechten en de natuur als nieuwe asset class. Thrillerschrijver Gauke Andriesse – in 2011 winnaar van de Gouden Strop voor beste Nederlandse thriller – nam voor zijn nieuwe boek Nu ik er niet meer ben klimaatverandering als onderwerp. ‘Ik vind dit onderwerp zo belangrijk dat ik graag een breed publiek wil bereiken.’ Uitgeverij Atlas 288 p., 19,95 euro

april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


fOTO fotografie jacqueline van den boom

media&meer

fOTO lennart monaster

Groen moet je doen

Van droom naar daad

Rebelse vrouwen

Het mooie van historische speeches is dat ze de waan van de dag overstijgen en een perspectief voor de langere termijn schetsen. ‘Is die uitdaging om mensen te laten dromen en ideaalbeelden te schetsen niet meer voor ons weggelegd?’, vraagt Paul Rosenmöller zich af. Met onze welvaart en levensstandaard? Jawel, zegt de programmamaker en oud-GroenLinks-leider, er valt nog genoeg te verbeteren. Daarover in dit boek twaalf interviews met prominente ‘denkers en doeners’ als hoogleraar zorg Anne-Mei The en architect Thomas Rau, gebaseerd op gesprekken in het radioprogramma OBA Live. ‘Laten we blijven dromen met alle kracht en kennis die we in ons hebben.’ Van droom naar daad Paul Rosenmöller en Mieke Spaans Lemniscaat, 200 p., 19,95 euro

Het is 2013. De Afrikaanse Onise werkt gedwongen in de Nederlandse prostitutie. Ze wordt uitgebuit en onderdrukt. Wanneer Onise in haar wanhoop teruggaat naar haar roots, staan er drie vrouwen voor haar. Het zijn geesten van vrouwen die eeuwen geleden als slaaf op de plantages in Suriname, Curaçao en Aruba leefden. De muzikale theatervoorstelling Rebelse Vrouwen gaat over moedige vrouwen die zich hebben verzet tegen hun leven als slaaf, vroeger én nu. De voorstelling is gebaseerd op onderzoek van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). Nog te zien tot 1 juli 2013 – precies honderdvijftig jaar nadat de slavernij officieel werd afgeschaft – in verschillende theaters. Zie facebook.com/ rebelsevrouwen

Isoleren kun je leren Zelf actie ondernemen voor een betere wereld. De Nijmeegse bewonersvereniging Hart van de Weezenhof inspireerde twintig buurtgenoten hun woning collectief energiezuiniger te maken. Hans-Cees Speel (44), ICT-er en bioloog, is een van de initiatiefnemers en sloeg zich met succes door subsidieregelingen en technische details.

‘Maar in het weekend gaat

‘Ons deel van de wijk heeft 250 identieke huizen, midden jaren zeventig gebouwd. Van oudsher zijn het huurhuizen, nu zijn er veel verkocht. Ze zijn slecht geïsoleerd: ze hebben platte houten daken en de isolatie in de spouw is uitgezakt. Toen we begonnen was ons doel: met zo min mogelijk geld zo veel mogelijk isoleren. Je helpt er je portemonnee en het milieu mee. Maar wat ga je doen? De ene klusjesman zegt dit, de ander dat. GroenLinks-raadslid Pepijn Boekhorst zette ons op het spoor van Het Groene Hert, de organisatie die in opdracht van de gemeente burgers van Nijmegen adviseert over duurzaamheid en subsidiemogelijkheden. Die had bouwkundigen en “ontzorgde” door bijvoorbeeld onderzoek te doen naar de beste oplossingen. We werden een officiële pilot. Dat was mei 2011. Eind vorig jaar waren we klaar. We hebben nu maandelijks tussen de 30 en 50 euro minder stookkosten. Niet iedereen heeft dezelfde maatregelen genomen. We hadden pakketten samengesteld van de meest gevraagde ingrepen zoals dak-, vloer- en spouwmuurisolatie en een nieuwe cv-ketel. Ik had in het verleden al een nieuwe cv-ketel genomen en het dak geïsoleerd, nu heb ik de spouwen, de dakrand en de vloer gedaan. Ik heb berekend dat het vier jaar duurt voor ik mijn investering eruit heb. Maar in de tussentijd heb ik het geld wel in mijn huis gestoken en gaat het niet naar de NUON. Makkelijk was het niet. Het is je nek uitsteken, er waren geen garanties. Mogelijk gaan binnenkort meer buurtbewoners hun huis beter isoleren. Zij hebben bij ons kunnen zien dat de renovatie ook echt werkt. In het begin lazen we ergens dat er subsidies waren om huizen te verduurzamen; dat gaf de doorslag om het project aan te gaan. Daardoor werd het voor ons financieel mogelijk. Ik denk wel dat de manier van subsidie verstrekken aangepast moet worden. Je mag één keer een aanvraag doen en ook al biedt de gemeente een gunstige lening, het blijft een hele investering. Mensen denken niet zo bedrijfsmatig; ze willen nu iets doen, dan twee jaar niet en daarna misschien weer wel. Geef mensen een budget waarmee ze af en toe iets kunnen doen, dat is laagdrempeliger.’

het schortje voor’

Marc van Dijck Je groene idealen in de praktijk: doen! Tips voor deze rubriek ontvangen we graag op magazine@groenlinks.nl

GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

21


Windmolens herders en boeren vooruit. Maar afbraak van de installaties dreigt, want Israël vaardigt slooporders uit. door Marc van Dijck

D Steun krijgt CometME onder andere van: Duitsland, de Zweedse postcodeloterij, NieuwZeeland, Irish Aid, Rockefeller Brothers Fund, de Zwitserse olijfoliecampagne.

e Israëlische Aya Shoshan bezocht eind februari Nederland. Op zoek naar steun. Shoshan werkt voor de Israëlisch-Palestijnse hulporganisatie Community, energy and technology in the Middle-East, kortweg Comet-ME. Vier jaar geleden begon de organisatie met de aanleg van kleine installaties van zonnepanelen en windmolens in Palestijnse gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever. Deze gemeenschappen van herders en boeren zijn niet aangesloten op het stroomnet – noch op de waterleiding of het wegennet. Hun levensomstandigheden vormen een schril contrast met de Israëlische nederzettingen in het gebied, die wel op de voorzieningen aangesloten zijn. Elektriciteit geeft de kwaliteit van leven in de soms dertig, soms driehonderd mensen grote gemeenschappen een enorme sprong voorwaarts. Wasmachines draaien, koelkasten conserveren het eten, in de avond is er licht en de voor werk en handel onmisbare mobiele telefoons kunnen worden opgeladen. De combinatie van zonnepanelen en wind-

Bezoek aan GroenLinks Shoshan was in Nederland op uitnodiging van Stichting Stop de Bezetting en bezocht onder andere de GroenLinks-werkgroep Midden-Oosten. Wat Shoshan van GroenLinks vraagt is simpel: houd zone C op de agenda, en organiseer politieke druk op Israël om die slooporders in te trekken. Dat Nederland Comet-ME daarin moet steunen, staat buiten kijf voor Karel van Broekhoven, voorzitter van de werkgroep. ‘Dapper werk, want Israëliërs die Palestijnen helpen worden al snel als verrader gezien.’ Hoewel de organisatie nog op kleine schaal werkt, kan ze alle Palestijnse gemeenschappen in zone C van stroom voorzien, denkt Van Broekhoven. ‘Geld is niet het probleem; dat is de tegenwerking van de Israëlische autoriteiten. Ik schrok ervan om te horen dat er nauwelijks meer een Palestijn in zone C in een stenen huis woont, maar allemaal in tenten.’ Ook van Nederlands ontwikkelingsgeld gebouwde werken lopen gevaar, zoals de haven in Gaza tien jaar geleden: al tijdens de bouw werd ze door Israël vernield. Nederland protesteerde niet, zegt Van Broekhoven; wel veroordeelt zij herhaaldelijk het nederzettingenbeleid, maar dat haalt weinig uit. ‘Minister Timmermans doet wel iets meer dan zijn voorganger Rosenthal, zoals het verplicht stellen van duidelijke herkomstlabels op producten uit de nederzettingen in bezette gebieden. Daar mag straks geen “Israël” meer op staan.’

22

energie betekent dat de energie-opslag niet groot hoeft te zijn: op zonnige zomerdagen werken de panelen, op bewolkte winterdagen de windturbines. De kosten, inclusief materiaal en arbeid: zo’n 3500 euro per familie.

Sloop De afgelopen vier jaar heeft Comet-ME 22 gemeenschappen, zo’n 1500 mensen, voorzien van duurzame energie. Het is een klein begin en gaat niet zonder horten of stoten. Vorig jaar kwamen eerst stop working orders, daarna demolition orders voor de installaties. De reden: de zonnepanelen en windmolens zijn zonder vergunning neergezet. Shoshan: ‘We doorlopen alle stappen om vergunningen te krijgen zodat we legaal kunnen bouwen. Maar het is in dit gebied praktisch onmogelijk om een vergunning te krijgen van de Israëlische autoriteiten voor ook maar iets van Palestijnse infrastructuur.’ Comet-ME werkt in ‘zone C’ van de bezette gebieden. De Westelijke Jordaanoever is volgens het internationaal recht Palestijns grondgebied, maar 62 procent ervan – het landelijke gebied – staat onder controle van Israël. Er wonen ruim 300.000 Israëlische kolonisten; meer dan het dubbele van het aantal Palestijnen dat er leeft. Een deel van zone C is door de Israëlische autoriteiten tot militair oefengebied verklaard; daar mogen geen Palestijnen meer wonen. Negen van de tien Palestijnen woont in de zones ‘A’ en ‘B’ die onder de Palestijnse autoriteit vallen, ongeveer 38 procent van het grondgebied. Een deel van de Palestijnen is naar deze stedelijke gebieden getrokken.

Vredesproces Het is ontzettend belangrijk dat Palestijnen in het C-gebied blijven wonen, zegt Shoshan. ‘Voor een tweestatenoplossing of welk vredesproces dan ook, is dit gebied cruciaal. Dit is land dat de Palestijnen nog kunnen ontwikkelen. Israël heeft in de jaren negentig het paradigma ontwikkeld dat de uiteindelijke grenzen zullen worden bepaald door de zogenaamde facts on the ground: als in een gebied geen Palestijnen wonen maar wel Israëlische nederzettingen zijn, zal het bij toekomstige vredesonderhandelingen voor de Palestijnen heel moeilijk worden om dat gebied te claimen. Israël probeert die feiten in haar voordeel te veranderen – zodat in zone C meer Israëliërs wonen en minder Palestijnen. Terwijl er van oudsher Palestijnen leven.’ Dáár zit de politieke lading van Comet-ME’s werk: het verbeteren van de levensomstandigheden geeft Palestijnen de mogelijkheid om er te blijven. april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE

Courtesy of Comet-ME, foto: Aya Shoshan

Zonne- en windenergie helpen Palestijnse


in bedreigd land Tot op heden zijn geen door Comet-ME neergezette zonnepanelen en windmolens afgebroken, zegt Shoshan, maar elf installaties worden bedreigd. ‘Sinds anderhalf jaar krijgen we orders. Daarvoor werkten we vanaf 2009 zonder enige hinder van de Israëlische autoriteiten te ondervinden. Ik denk dat we als het ware “onder de radar” bezig waren en de autoriteiten niet begrepen wat we eigenlijk doen. Dat we aan de toekomst van deze gemeenschappen werken.’ Het gevaar van sloop is reëel. Jaarlijks worden honderden Palestijnse bouwsels zoals woningen, waterputten en schaapskooien afgebroken, rapporteert het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties. Met steun van groepen als Rabbis for Human Rights vechten de Palestijnen sloop­ orders voor de rechtbank aan.

Voortdurende crisis Tsafrir Cohen, Midden-Oostencoördinator van de Duitse hulporganisatie Medico International dat met Comet-ME samenwerkt, omschrijft de situatie als een voortdurende crisis. Medico International werkt sinds de jaren tachtig in het gebied. ‘Het Israëlisch beleid in zone C is er duidelijk op gericht om de levensomstandigheden voor de Palestijnen terug te brengen tot derdewereldniveau en ze zo uit het gebied te verdrijven.’ Het werk van Comet-ME is zo succesvol, zegt hij, omdat het op een creatieve manier die levensomstandigheden verbetert. ‘Aansluiten op het stroomnet zou veel goedkoper zijn, maar dat mag niet. Je ziet menGROENLINKS MAGAZINE / april 2013

sen nu terugkomen naar de dorpen waar stroom is. Stroom betekent zo veel. Gezondheid bijvoorbeeld, zonder stroom kun je niet eens een arts bellen. En economisch. Voorheen moesten ze de geitenmelk met de hand tot boter slaan en meteen verkopen. Nu kunnen ze de boter machinaal maken en ook in de koelkast bewaren om later te verkopen, bijvoorbeeld omdat de prijs dan hoger is.’

Druk van buitenaf Voor verandering is druk van buitenaf nodig, daarvan is Shoshan overtuigd. Ze is daarom erg blij met de ‘zowel financiële als diplomatieke steun’ van Duitsland. Behalve dat het land met bijna een miljoen euro de grootste financier is van de duurzame energieprojecten van CometME, heeft de Duitse regering ook zijn zorgen geuit over de sloopopdrachten, vertelt Shoshan. ‘Europese landen moeten niet wegkijken’. Vooralsnog kent de toekomst een hoop onzekerheid voor Comet-ME. De organisatie is ambitieus, ze wil alle Palestijnse gemeenschappen die niet zijn aangesloten op het elektriciteitsnet voorzien van duurzame energie. Daarnaast is Comet-ME ook een tweede project gestart, voor schoon drinkwater. ‘Maar of alles lukt, hangt sterk af van politieke doorbraken’, zegt Shoshan. Tot die tijd blijft Comet-ME proberen vergunningen te krijgen voor de bouw van haar zonnepanelen. ‘Als dat lukt, zijn we natuurlijk heel blij. Maar als ik realistisch ben, denk ik dat we naar de rechter in Israël zullen moeten. Als het nodig is, gaan we door tot de hoge raad.’ <

Minstens zo belangrijk als de zonnepanelen is de samenwerking bij CometME tussen Palestijnen en Israëliërs. Shoshan: ‘17 november hielden we een vrijwilligersdag, zo’n zeventig Palestijnen en Israëliërs hielpen ons center for appropriate technologies in de buurt van Yatta, Hebron te renoveren. Terwijl er een achtdaagse Gaza-operatie aan de gang was. Geweldig.’

23


Opinie

Veiligheid is een keuze Er zijn goede argumenten om tegen cameratoezicht te zijn, zegt Bob Paulussen. Maar met alleen nee zeggen mist GroenLinks de boot, vindt Renée Frissen.

E Voor- en nadelen Handelen uit naam van de veiligheid maakt een onderwerp urgent, waardoor middelen vaak makkelijker beschikbaar komen, of wet- en regelgeving kan worden aangescherpt. Maar het maakt andersdenkenden monddood: je kunt moeilijk tegen veiligheid zijn. Ook is er een risico dat waarden als vrijheid (dwangzorg, preventief fouilleren, vettaks) en privacy (delen van persoonsgegevens, overheid achter de voordeur) worden opgeofferd of dat (minderheids-)groepen worden gestigmatiseerd.

24

r wordt in toenemende mate met een veiligheidsbril naar prangende maatschappelijke vraagstukken gekeken. GroenLinks kan zich niet langer afzijdig houden en moet zich afvragen of de oplossingen die uit die blik voortkomen, gewenst zijn. Als het op veiligheid aankomt staat GroenLinks te boek als de partij die altijd nee zegt. Maar welke oplossingen GroenLinks dan wel voor staat, blijft onduidelijk. Door veiligheid af te doen als ‘rechts’ thema geeft GroenLinks andere partijen de mogelijkheid om het veiligheidsperspectief breed in te zetten. Nee zeggen tegen voorstellen over cameratoezicht en preventief fouilleren ligt in lijn met de partijideologie, en daar is niets mis mee. Maar veiligheid strekt zich veel verder uit dan alleen deze thema’s. Naar de meest uiteenlopende maatschappelijke vraagstukken – van jeugdzorg tot roken – wordt met een veiligheidsbril gekeken. Die bril opzetten – of afzetten – is een keuze. GroenLinks lijkt zich dit nog te weinig te realiseren.

Veiligheidsagenda Hoewel er elke dag in Nederland driedoden vallen in het verkeer, spreken we niet van een ‘tsunami aan auto’s’ die onze veiligheid bedreigt. Blijkbaar accepteren we dat vervoer slachtoffers eist. Hoe verdrietig dat ook is voor de individuele gevallen, het is wel zo prettig dat we niet bij elk verkeersslachtoffer in nationale paniek schieten. Door onuitgesproken afspraken over wat we wel en niet accepteren in onze maatschappij weten we ongeveer wat we van samenleven mogen

verwachten. Wanneer we een individu, groep of gebeurtenis als zo bedreigend ervaren dat we dat niet met onze gebruikelijke politieke middelen kunnen of willen aanpakken, belandt het op de veiligheidsagenda. Het wordt daarmee een veiligheidskwestie dat we koste wat kost willen bestrijden. Want als de veiligheid in het geding komt, is er geen ruimte meer voor politiek gesteggel over de mogelijke oplossingen. Dan moet er nú iets gebeuren. Dat dingen op de veiligheidsagenda belanden is niet nieuw. Wel is veiligheid steeds prominenter aanwezig in het publieke en politieke debat. Het religieus terrorisme aan het begin van deze eeuw heeft overheden op scherp gezet en de weg vrijgemaakt voor ingrijpende maatregelen in het belang van onze veiligheid. Maar de verveiliging van het Nederlandse publieke en politieke domein kent een langere aanloop. In de tweede helft van de vorige eeuw ontstaat de gedachte dat veiligheid meer is dan alleen de meetbare cijfers van bijvoorbeeld het aantal geweldsdelicten. Hoe mensen veiligheid ervaren wordt steeds belangrijker. Sinds de jaren negentig wordt er in Nederland dan ook een integraal veiligheidsbeleid ontwikkeld met meer focus op de sociale kant van veiligheid.

Jongerenoverlast Die integrale aanpak van veiligheid brengt met zich mee dat meer en meer (overheids)instanties veiligheid opnemen in hun kerntaken. Die toenemende focus op veiligheid zien we bijvoorbeeld duidelijk terug in het domein van de jeugdzorg. Jongeren worden niet alleen steeds vroeger beschermd tegen onveiligheid (rubberen stoeptegels, vragenlijsten over veiligheid van het consultatiebureau, het opstellen van risicoprofielen voor ‘probleemgezinnen’), maar ze worden tegelijkertijd ook in toenemende mate als bedreiging gezien. Dat zien we bijvoorbeeld terug in de discussie over pesten. Of als het gaat om hangjongeren. In de integrale veiligheidsnota schrijft de gemeente Gouda in 2002: ‘Overlast, vernieling en vervuiling, met name door jongeren is van alle tijden, het heeft ook altijd iedereen geërgerd.’ En even verderop: ‘Misschien zijn burgers ook wel kritischer geworden, verwachten zij meer en vooral van anderen als de overheid en de politie dan voorheen.’ En in 2005 lezen we: ‘Jongeren kunnen anderen alleen al met hun aanwezigheid een gevoel van onveiligheid bezorgen. Ze hangen als groep op één plek, maar ook een enkele jongere kan door negatief gedrag een sfeer van onveiligheid scheppen.’ april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


Cameratoezicht ‘Big Brother is watching you’, dat is het gevoel Dit laatste voorbeeld laat zien dat het een politieke keuze is om iets als veiligheidsprobleem te zien. Jongerenoverlast is van alle tijden, maar dat we het als een veiligheidsprobleem zien niet. Jongeren die overlast veroorzaken, kunnen we bijvoorbeeld beschouwen als een pedagogisch probleem (de ouders zijn niet in staat de jongeren onder controle te houden: we moeten iets met de ouders); een infrastructureel probleem (door kleine en slechte behuizing zijn de jongeren gedwongen op straat te hangen: we moeten iets met de woningen); of een veiligheidsprobleem (de jongeren zijn een bedreiging voor onze veiligheid: we moeten de oplossing in de strafrechtelijke hoek zoeken).

Wat te doen Onze opvatting over wat onze veiligheid bedreigt, heeft ingrijpende gevolgen voor de manier waarop we samenleven. Een dominant veiligheidsperspectief in een domein als de jeugdzorg – maar denk ook aan gezondheidszorg (een verbod op roken, nationale inentingen tegen ziektes) of migratiepolitiek – heeft hele directe gevolgen voor de burgers op lokaal niveau. Door zich op selectieve veiligheidsthema’s steeds reactief op te stellen, bevestigt GroenLinks nu enkel het veiligheidsperspectief. Nee zeggen tegen cameratoezicht is nee zeggen tegen de gekozen oplossing. Maar het zegt niks over de benadering van het probleem. GroenLinks moet zich realiseren dat er in toenemende mate met een veiligheidsbril naar verschillende maatschappelijke vraagstukken wordt gekeken. En zich afvragen of die blik wel de meest wenselijke oplossingen voor de problematiek oplevert. GroenLinks kan zich veel actiever verhouden tot het veiligheidsperspectief op precies de plekken waar dit leidt tot concrete gevolgen voor burgers. Juist in gemeenten waar GroenLinks in de coalitie zit, heeft ze invloed op de manier waarop er wordt nagedacht over problemen in de gemeenten, en hoe daarmee om te gaan. Willen we jongeren met een zorgperspectief of een pedagogisch perspectief benaderen, of met een veiligheidsperspectief? Juist nu er door decentralisatie veel meer bevoegdheid in handen van de gemeente komt te liggen, is dit een vraag die nu moet worden beantwoord. < Renée Frissen, MA promoveert aan het Centrum voor Terrorisme en Contraterrorisme (Universiteit Leiden) op het onderzoek De enscenering van de dreiging. Securitisering in Nederland in de 21e eeuw.

GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

dat cameratoezicht oproept. Veel gemeenten maken gebruik van cameratoezicht, voornamelijk in uitgaansgebieden. Werkt het? De effectiviteit is discutabel, symboliek is de drijfveer en het is niet de heilige graal in het veiligheidsdebat.

O

ver de effectiviteit van cameratoezicht wordt veel gespeculeerd. Levert het een bijdrage aan het veiligheidsgevoel? Het toezicht vindt op twee manieren plaats. Bij actief cameratoezicht wordt tijdens uitgaanstijden ‘live’ meegekeken met de camerabeelden. Dit kan ervoor zorgen dat waar escalatie dreigt, er direct kan worden ingegrepen. De kosten voor extra personeel dat live meekijkt zijn zeer hoog, een investering die ook kan worden gebruikt om meer agenten in te zetten. Daarnaast is er ook reactief cameratoezicht; waar beelden gebruikt worden voor opsporing en vervolging van daders. De focus ligt volledig op opsporing; er wordt niets gedaan aan preventie. De overlast is al gepleegd, slachtoffers zijn al gemaakt. De kosten voor cameratoezicht zijn hoog. Naast de technische kosten voor de camera’s en besturingsprogramma’s, moet er ook geïnvesteerd worden in technisch bekwaam personeel. In Amsterdam-West is er in 2010 130.000 euro geïnvesteerd in een drietal camera’s; een jaar later bleek dat de extra opbrengsten op gebied van aangiftes en vervolging nihil waren.

Symbolisch Cameratoezicht heeft vooral een symbolische waarde, in de politiek wordt graag gescoord met symboliek. Veel van de gebieden waar camera’s hangen zijn uitgaansgebieden. Alcohol, drugs en de uitgaanssfeer zorgen ervoor dat de afschrikkende werking van camera’s vervaagt, het weerhoudt bijvoorbeeld een groep jongeren

in Eindhoven er niet van om een jongen in elkaar te slaan. Opsporing en vermoedelijk vervolging volgt, maar ook in deze casus heeft cameratoezicht geen preventieve werking. De camera is niet in staat om op te treden, een agent op straat bijvoorbeeld wel. Om nog maar te zwijgen over de inbraak op de privacy van de Nederlandse burger dat cameratoezicht met zich meebrengt.

Elkaar aanspreken In het veiligheidsdebat speelt cameratoezicht een rol, en die rol is te veel opgebouwd rond de symboliek, zonder dat de daadwerkelijke toegevoegde waarde en effectiviteit van het toezicht is aangetoond. Cameratoezicht is niet de heilige graal. Het is niet het paard waar je op in wilt zitten als je de race wilt winnen. Hoe ziet die heilige graal er dan uit? De uitdaging zit in het vinden van een juiste combinatie van middelen en maatregelen. In de zoektocht naar deze juiste combinatie is het van belang dat er aandacht is voor zowel preventief als repressief optreden. Het is de taak van GroenLinks om te zorgen dat de balans niet omslaat naar louter repressieve maatregelen. Extra inzet van politieagenten, het inzetten van buurtpreventieteams waar burgers zelf ook een rol in spelen, rolmodellen aanwijzen in de wijk, elkaar weer durven aanspreken: op het gebied van preventief optreden is een wereld te winnen. < Renée Frissen en Bob Paulussen waren beiden actief in de Am­ sterdamse GroenLinks-denktank Veiligheid.

25


h Mooi Nederland Onlangs presenteerden GroenLinks, PvdA en D66 de initiatiefnota Mooi Nederland, bedoeld als aanzet voor een beleid dat natuur en landschap beter beschermt. Mooi dat er na het beleid van Bleker en Rutte I in ieder geval weer een andere sfeer en toon wordt gezet in het debat over natuurbeleid. Over twee zaken ben ik echter teleurgesteld. Willen natuur (biodiversiteit) en landschap er op vooruitgaan (of eigenlijk: niet nog verder achteruitgaan), dan kan dat alleen als de landbouw flink extensiveert. Overbemesting is nu eenmaal een van de hoofdoorzaken van de deplorabele toestand van de Nederlandse natuur. Het is merkwaardig dat daarover in het plan niks staat. Het verliest daarmee een groot deel van zijn relevantie. Zelf lanceerde ik het (door Stichting Natuur en Milieu beloonde) idee voor een transitiefonds

26

brieven voor de intensieve veehouderij. Daarmee wordt die omgebouwd van een bedrijfstak die laagwaardige natuuronvriendelijke bulk produceert, naar één die dier- en natuurvriendelijke, grondgebonden en smakelijke kwaliteitsproducten levert. Pakken we de intensieve veehouderij niet aan, dan blijven alle plannen voor bescherming van natuur en landschap een vorm van dweilen met de kraan open. In de tweede plaats heb ik moeite met het voorgestelde ‘verbod’ op de jacht. Vlees van de jacht is immers het meest diervriendelijke en eerlijke vlees dat bestaat: een geschoten fazant heeft een beter leven gehad dan een zelfs volgens de strengste biologisch-dynamische normen gehouden kip. Niet de intensieve veehouderij aanpakken en wél de jacht is een uiting van een verknipte en schizofrene verhouding met natuur en milieu. Ongeloofwaardige symboolpolitiek, helaas. Hopelijk

Brieven van maximaal 250 woorden zijn welkom, voor in het Magazine of op de site. De redactie behoudt zich het recht voor brieven ingekort of niet te plaatsen.

doet GroenLinks in de toekomst relevantere voorstellen voor bescherming van natuur en landschap. Michiel Bussink, Lettele

Monarchie Wij zijn een democratische partij en de boodschap van Jos van der Lans (GroenLinks Magazine, febr. 2013) aan de Tweede Kamerfractie om bij de inhuldiging van WillemAlexander een onmiskenbare boodschap te zenden, verdient steun. Je eigen staatshoofd kiezen is een principe waar wij niet over gaan loven en bieden. Met die vrijheid kun je bij algemene verkiezingen een staatshoofd vervangen: of omdat de ambtstermijn is verstreken, of vroegtijdig wanneer er sprake is van misdragingen. Het erfrecht van de Oranjes is storend en irritant, en verstaat zich niet met het leidende beginsel dat het de kiezer is die beslist. Om nog een reden

op te voeren voor afschaffing van dit versteende overblijfsel uit vervlogen tijden: de Oranjes kosten (volgens voorzichtige ramingen) meer dan 300 miljoen euro per jaar, een president met minimale politieke bevoegdheden met een klein bureau, een fractie van dat kapitaal. Hoe dan ook: er lijkt geen twijfel of verontwaardiging te bestaan bij een groot deel van het volk over de koninklijke familie. Er lijkt zelfs enthousiasme te bestaan en in deze kortzichtigheid geen interesse om de staatsrechtelijke vergissing die monarchie heet, te ontdekken. Een collectieve dwaling. Met Jos van der Lans denk ik dat de Kamerfractie zich niet moet scharen achter deze politieke blindheid en de vrijheid van keuze, een basisrecht, als norm moet aanvaarden. Onze Kamerleden dienen de democratie een dienst te bewijzen. Manuel Sewgobind, Nieuwegein

april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


jos

Kopen ja/nee Moeten winkels wel of niet op zondag open mogen? Na de opiniestukken in het Magazine van februari heeft de discussie over de winkeltijdenwet in de mailbox van het Magazine een tijdje stevig door gewoed.

Zoals een brievenschrijver terecht opmerkte, lopen bij deze discussie een aantal zaken door elkaar. Is de koopzondag slecht voor de kleine buurtwinkelier? Dat GroenLinks meer heeft met kleine winkels dan met grote supermarktketens staat – als een van de weinige punten – buiten kijf. Zijn ruimere openingstijden minder duurzaam? Is het tegenhouden van de koopzondag überhaupt een goed instrument om duurzaamheid te bevorderen? Hoe belangrijk is het hebben van een rustpunt in de week? En dan de heilige graal: keuzevrijheid. Mag je die belemmeren? Niet alleen zijn we het op alle deelvragen inhoudelijk oneens; ook over de feiten bestaat geen overeenstemming. Jochem Lesparre vraagt zich af of de koopzondag wel zo slecht voor kleine winkels. ‘Blijkbaar trekt die winkel alleen klanten door de locatie, maar biedt deze verder onvoldoende meerwaarde.’ Gerda Koert is overtuigd van het tegendeel: ‘Als ervaringsdeskundige, meer dan tien jaar winkelier geweest, ben ik het er volledig mee eens dat de zondagsopening funest is voor de kleine zelfstandige winkelier.’ En is een dag niet kunnen winkelen eigenlijk wel duurzamer? ‘Betere spreiding voelt intuïtief duurzamer’, zegt John Burger. ‘Of en hoe vaak er koopzondagen zijn doet niet ter zake’, vindt H. Anderson. Het gaat om het maken van verantwoorde keuzes: ‘Hoe duurzaam zijn de producten die je koopt, geproduceerd?’ Veel mensen benadrukken het belang van een rustpunt in de week. Wees blij met een dagje minder verkeer en minder jachtigheid, vindt Annemiek Lelijveld. Waar vele brievenschrijvers vooral op hameren is: niet verbieden! Tanja Majchrzak vindt ‘het idee dat je mensen moet opvoeden’ niet meer van deze tijd. ‘Het kernpunt is keuzevrijheid! Van de consument én van de winkelier.’ Wat nou vrijheid, vindt Madelon Govaars. ‘Vrijheid is geen gedwongen openstelling van kleine winkels, die anders helemaal de boot gaan missen.’ Ook een veelgehoord argument in deze discussie is dat je de 24/7-economie toch niet meer kunt tegenhouden. Een fysieke winkel, open op zeer beperkte tijden, is al steeds minder concurrerend met internetbedrijven. > Lees een selectie van de brieven die we ontvingen op

magazine.groenlinks.nl/kopenjanee3

Online lezen Brieven op magazine.groenlinks.nl/brieven Rechts woonakkoord Ook starters moeten terecht kunnen op de woning-koop-markt, vindt het kabinet. Maar wat is er tegen corporatief wonen? De sterke huizenlobby wint het helaas nog steeds van gezamenlijke woonprojecten, Transition Townbewegingen en plaatselijke energiecorporaties, schrijft GroenLinks-lid Gerard Floor. magazine.groenlinks.nl/woonakkoord Herman Verbeek De in memoriam over Herman Verbeek in het

laatste Magazine was te klein, vindt GroenLinks-lid Maria Glissenaar-Bierlaagh. ‘Hij verdient meer.’ magazine.groenlinks.nl/verbeek Nieuwe strengheid Mensen met bijstands-, WW- of AOW-uitkering

die op één adres wonen, hebben sinds dit jaar te maken met onredelijk strenge sancties. ‘Onredelijk, duur en bedreigend voor de privacy van eerzame Nederlanders’, aldus GroenLinks-lid Henk de Weerd. magazine.groenlinks.nl/samen

GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

Gekozen burgemeester In de nacht van Van Thijn op 22 maart 2005 stemde ik in de Eerste Kamer tegen het voorstel van D66-minister Thom de Graaf om een rechtstreeks gekozen burgemeester mogelijk te maken. Omdat naast GroenLinks ook PvdA en SP tegen waren, haalde het voorstel het niet. Het betekende het einde van De Graaf als minister van bestuurlijke vernieuwing. Acht jaar later moet ik bekennen dat onze tegenstem niet bepaald getuigde van visionair denken. Zeker, op zichzelf hadden we goede argumenten. GroenLinks pleitte er al sinds mensenheugenis voor om burgemeestersbenoemingen geheel over te laten aan de gemeenteraad. Laat die beslissen of een burgemeestersreferendum nodig is of niet, maar schrijf dat niet bij wet voor. Onze oppositie werd echter ook ingefluisterd door koudwatervrees. We zaten niet te wachten op populistische en personalistische taferelen (‘politiek is geen idols-achtige beautycontest’). We wilden een door de bestaande politieke orde gecontroleerde democratisering. We durfden niet radicaal te denken; we waren conservatief! Elke grond daarvoor is nu verdwenen. De nationale staat is in een permanente crisis verzeild geraakt, de geloofwaardigheid krimpt met de dag, de Haagse politiek zal nog decennia in het teken staan van het wegwerken van de staatsschuld, aspiraties ontbreken of worden krachteloos in papieren beleid. De nationale overheid, zo schreef ik onlangs in De Groene Amsterdammer, is van een pitcher een catcher geworden; de ambities zijn verdampt; wat resteert is de rol van afvanger van risico’s. De nationale overheid treedt vooral nog in het geweer als er iets fout gaat. De positieve energie om de problemen van de wereld de baas te worden, ontspruit dus niet meer op het nationale niveau. Daar heersen de boekhouders van het tekort, de managers van de controle. De echte vernieuwingskracht vindt zichzelf terug op het lokale niveau. Wereldwijd spelen burgemeesters daarin een steeds belangrijkere rol, zoals Benjamin Barber in zijn boek If mayors ruled the world op een overtuigende manier laat zien. De nieuwe lokale leiders komen los van klassieke politieke formaties, weten lokale krachten te mobiliseren en slagen erin in een netwerk van metropolen oplossingen voor grote problemen op gang te brengen. De politieke toekomst is dus aan de stedelijke arena’s, aan de klassieke polis, het domein waar de democratie ooit begon. Daar hoort een passende politieke agenda bij om het lokale bestuur radicaal te democratiseren. Te beginnen bij het rechtstreeks kiezen van de burgemeester. Het zou GroenLinks sieren als zij daar een punt van ging maken, al was het maar om in het reine te komen met onze beperkte blik van 2005 (die overigens alleen de Eerste Kamerfractie is aan te wrijven, de toenmalige Tweede Kamerfractie was voor). Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist. Voor GroenLinks was hij tussen 1999 en 2007 lid van de Eerste Kamer. Zie: www.josvdlans.nl en @josvanderlans. 27


Foto Fototeam Alpe d’HuZes

In actie met GroenLinks

Alpe d’HuZes

“Fietsen voor kanker­ bestrijding” Joris den Ouden, Den Haag “Een vriend van me heeft tien jaar geleden kanker gehad. Hij heeft het uiteindelijk overwonnen. Dat geldt voor veel mensen niet, we kennen allemaal mensen die aan de ziekte overleden zijn. Alpe d’HuZes is een actie om geld op te halen voor kankeronderzoek. Doel is één tot zes keer de Alpe d’Huez, op te fietsen, een bekende col uit de Tour de France. Zelf wil ik vijf keer die puist omhoog. Daarvoor moet ik flink trainen, maar ik ga ervoor. We gaan naar Alpe d’HuZes met een GroenLinksers-team: Joa Maouche, Paul Smeulders, Rogier Elshout, Theo Bouwman en ik. We zijn alle vijf echte wielerliefhebbers, dat maakt het voor ons een heel leuke actie. Maar alle vijf zijn we ook actieve GroenLinksers, we gaan dus in GroenLinks-wielerkleding om de partij te laten zien. Vorig jaar is 32 miljoen euro opgehaald, een enorm bedrag. Als team willen we nu 12.500 euro ophalen. Om dat te bereiken zoeken we publiciteit, mailen we veel mensen en in mei organiseren we een klein evenement. We hebben de lat hoog gelegd ja. Het geld ophalen kan wel eens moeilijker worden dan die berg zelf opkomen.”

In de nacht van 9 op 10 mei lopen tientallen GroenLinksers mee in de Nacht van de Vluchteling. In de eerste week van juni beklimmen vijf GroenLinksers per fiets de Franse berg Alpe d’Huez. Met de opbrengst van de ene sponsor­actie worden mijnen in Zuid-Soedan opgeruimd; de opbrengst van de ander is voor kankerbestrijding. Sponsor je Cathelijne of Joris?

“Lopen past bij thema vluchten” Cathelijne Bouwkamp, Arnhem “Ik woon in Arnhem, bij uitstek een stad waar in de Tweede Wereldoorlog veel mensen zijn geëvacueerd. Ook mijn grootouders. De verhalen van hoe dat dan gaat, hebben vroeger als kind veel indruk op me gemaakt. Ze zijn met een kar de stad uit gevlucht. Ook ken ik nu mensen die hun land hebben moeten ontvluchten. De impact daarvan op hen is groot. Dat er vluchtelingen zijn in Nederland die het moeilijk hebben, is de realiteit; ook al willen veel mensen ze niet zien. Ik wil me voor hen inzetten. De Nacht van de Vluchteling vind ik een mooie actie, omdat we gaan lopen. Lopen past bij het thema vluchten. We hebben een groot GroenLinks-team. Vertrek is middernacht in Rotterdam en de aankomst in Den Haag. Het zal best pittig worden, want ik ben geen fervente sporter. De opbrengst gaat dit jaar naar het opruimen van mijnen in ZuidSoedan. Vluchtelingen die terugkeren naar een land waar het net oorlog is geweest, moeten hun leven opnieuw kunnen opbouwen. Nu is het daar eigenlijk te gevaarlijk

Cathelijne Bouwkamp

voor. Veel vrienden, familie en collega’s sponsoren me. Zij zeiden: als Cathelijne veertig kilometer gaat lopen om zo veel mogelijk vierkante meters landmijnenvrij te krijgen, dan sponsoren we dat.” Sponsoren? Zie www.nachtvandevluchteling.nl/ groenlinks

Sponsoren? Zie deelnemers.opgevenisgeenoptie.nl/ teams/groenlinks

28

april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


Raadslid worden? Volg de onlinecursus op de Academie­site! Heb jij de ambitie om namens GroenLinks lid te worden van de gemeenteraad of van de steunfractie? Of heb je je al kandidaat gesteld en wil je je goed voorbereiden op het raadslidmaatschap? Doe dan mee met de cursus ‘Ben jij het nieuwe GroenLinksgemeenteraadslid?’, de eerste online-cursus van de GroenLinks-Academie. Online leren biedt je de gelegenheid om te studeren wanneer en waar het jou zelf uitkomt. Deelname is helemaal gratis. De cursus op de Academiesite bestaat uit theorie over het raadslidmaatschap, de GroenLinks-idealen en de praktijk. Je leert wat de wettelijke taken van de gemeenteraad zijn: de kaderstellende, de controlerende en de volksvertegenwoordigende taak, en vooral hoe je deze taken op een GroenLinks-manier kunt uitvoeren. De ervaren raadsleden Axel Boomgaars, Astrid Kuiper, Paul Vermast en Laura Bromet vertellen in films over hun ervaringen hiermee. Ook de praktische zaken komen aan bod: hoe veel tijd kost het, welke vergoeding staat ertegenover? Er is ook een module over integriteit, een belangrijk en actueel onderwerp in het openbaar bestuur. Met welke

Inhoud van de cursus 1. Wat doet een raadslid? 2. Wat moet je in huis hebben? 1. Profiel van een raadslid 2. Helder communiceren 3. Debatteren 4. Onderhandelen 5. Omgaan met de media 6. Oppositie of coalitie? 3. Instrumenten van de raad 4. GroenLinkse idealen in de praktijk 5. Integriteit, zwart, wit, grijs? 6. Jongeren in de raad 7. Toets je kennis Je vindt de cursus op academie.groenlinks.nl/raadslid

GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

BEN JIJ ONS NIEUWE

RAADSLID NA DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN IN 2014? DIT IS HÉT MOMENT OM DAAROVER NA TE DENKEN!

dilemma’s kun je als raadslid te maken krijgen en hoe ga je ermee om? Je gaat ook zelf aan de slag: er zijn opdrachten en er is een toets. Het is niet verplicht om deze te doen, maar je zult merken dat kennis beter beklijft als je er gebruik van maakt. Aan de cursus is een LinkedIn-groep gekoppeld waar je je vragen kunt stellen en je ervaringen kunt delen.

De praktijk Je kunt de online-cursus los volgen, maar ook als onderdeel of ondersteuning van bijvoorbeeld een cursus die lokale afdeling zelf aanbiedt. Soms bieden gemeenten ook cursussen aan voor mensen die raadslid willen worden, de online-cursus geeft dan een goede verdieping over wat het betekent om voor GroenLinks in de raad te zitten. De cursus gaat ook over vaardigheden als debatteren en onderhandelen. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor raadsleden, die helaas lastig alleen uit de theorie te leren zijn. Daarom gaat de GroenLinks-Academie ook trainingen aanbieden, zodat je ervaring opdoet en persoonlijke tips krijgt. Hou voor meer informatie hierover de GroenLinks Nieuwsbrief en de academie.groenlinks.nl in de gaten.

Op de Europese lijst? In 2014 zijn ook de verkiezingen voor het Europees parlement. De Partijraad heeft het verkiezingsplan hiervoor vastgesteld, met de kaders voor het opstellen van het programma, de verkiezing van de lijsttrekker en het samenstellen van de rest van de kandidatenlijst. Meer informatie over hoe de lijst wordt samengesteld, de kandidatencommissie, de profielen e.d. volgt zo snel mogelijk in de nieuwsbrief en op de website. Dit voorjaar wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd voor mensen die de ambitie hebben of willen onderzoeken om op de Europese lijst te komen. Wil je op de mailinglijst om op de hoogte gehouden te worden, meld je dan via talent@groenlinks.nl.

Dit katern is een uitgave van het ­Landelijk Bureau GroenLinks.

29


Regeren is ­vooruitzien: hoe word je wethouder?

Help mee met de landelijke seniorenwerk­ groep

Na de gemeenteraadsverkiezingen wordt duidelijk of GroenLinks lokale ‘regeringsverantwoordelijkheid’ kan gaan dragen, oftewel: of wij wethouders leveren aan het college van burgemeester en wethouders. Hoe werkt dat eigenlijk, wethouder worden?

Een op de drie kiezers heeft baat bij een goed ouderenbeleid. GroenLinks heeft baat bij hun stemmen. Ouderen staan op dit moment sterk onder druk. Onze landelijke werkgroep GroenLinksPlus! neemt stelling door samen met anderen zich in te zetten voor een goed seniorenbeleid.

Hoe word je wethouder? De meest voor de hand liggende route is via het raadslidmaatschap: je wordt wethouder nadat je ervaring hebt opgedaan in de gemeenteraad. Dat heeft voordelen: je kent de cultuur en de mensen, en je weet hoe de politieke discussies lopen. Maar het heeft ook een nadeel: het wethouderschap is echt een heel andere functie dan het raadslidmaatschap. Een goed raadslid is niet zonder meer een goede wethouder. Een wethouder heeft goede bestuurlijke vaardigheden nodig om bijvoorbeeld in een coalitie te opereren en om goed om te kunnen gaan met de ambtenaren van de gemeentelijke organisatie. Hoe wethouderskandidaten geworven worden, verschilt per afdeling. Soms is het een taak van de kandidatencommissie die ook kandidaten voor de raad voordraagt, soms is er een aparte commissie die potentiële wethouders zoekt. Afdelingen zoeken vaak kandidaten met verschillende profielen, welke kandidaat wordt voorgedragen hangt dan af van de portefeuilles die GroenLinks in het college krijgt. Dit is afhankelijk van de collegeonderhandelingen. Het voordragen van een wethouder is formeel alleen de bevoegdheid van de fractie; de hele gemeenteraad stemt over de benoeming van wethouders.

30

Wij houden onder meer bijeenkomsten, die hun weerklank vinden in onze schriftelijke bijdragen. Wij plannen een bijeenkomst over vrijwilligerswerk. Daar wordt steeds meer een beroep op gedaan, onder meer in de zorg. Wij houden ons bezig met werkgelegenheid voor ouderen. Wij adviseren onze Kamerfractie, Partijbestuur en raadsleden. Wij dragen inhoudelijk ons steentje bij aan de totstandkoming van verkiezingsprogramma’s. We dienen moties in op congressen. Onze ambities zijn groot. We willen ook onze GroenLinkse ideeën buiten de partij uitdragen. Er is veel werk te doen. We kunnen dat echter niet waarmaken zonder jouw hulp. Wij hebben meer menskracht, graag ook meer vrouwen, hard nodig! Heb je belangstelling voor ouderenbeleid, neem dan contact op met ons op via Kees Tilanus (0348 415995 of plus@groenlinks. nl). Website: groenlinksplus.groenlinks.nl.

1 juni: vrouwen in de politiek Een inspirerende dag voor vrouwen met politieke ambitie, met specifieke aandacht voor de vragen en dilemma’s van vrouwen. Op het programma staan onder andere speeddates met succesvolle GroenLinks-vrouwen, inspirerende workshops en een netwerkborrel. Meer informatie over de dag volgt zo snel mogelijk. Wil je graag al op de mailinglijst? Laat het weten via talent@groenlinks.nl.

Omdat wethouders geen lid zijn van de gemeenteraad (sinds de invoering van het duaal bestel in 2002), hoeven wethouderskandidaten niet op de lijst te staan. Sterker nog: ze hoeven niet eens uit de gemeente te komen! Een ‘wethouder-van-buiten’ moet in principe wel in de gemeente komen wonen, tenzij de gemeenteraad daar dispensatie voor geeft. Het landelijke bureau van GroenLinks houdt een overzicht bij van mensen die beschikbaar zijn als wethouder buiten hun eigen woonplaats. Afdelingen kunnen daar een beroep op doen als er tussentijds een vacature ontstaat of natuurlijk na de verkiezingen van volgend jaar.

Experts werving en selectie gezocht

Wil je meer weten over wat je moet kunnen en kennen om wethouder te worden? Ervaren wethouders vertellen je graag meer en kunnen je advies geven over je ambitie. Of ben je, nu of in 2014, beschikbaar als wethouder in een andere gemeente dan je woonplaats? Neem dan contact op met talent@groenlinks.nl.

Voor landelijke kandidatencommissies (Eerste en Tweede Kamer, Europafractie, partijbestuur, toezichtraad, EGP-delegatie) zoeken wij regelmatig leden. Heb jij ervaring met werving en selectie, als lid van een kandidatencommissie of andere relevante ervaring? Meld je dan aan voor de kandidatencommissie-pool via talent@groenlinks.nl.

Colofon GroenLinks Magazine Nr. 2, april 2013 GroenLinks Magazine is een uitgave van het partijbestuur van GroenLinks en verschijnt 6 maal per jaar in druk. Het wordt samengesteld door een ­onafhankelijke redactie, die werkt op basis van een redactiestatuut. Abonnement Leden van GroenLinks ontvangen het blad gratis. Anderen kunnen zich abonneren voor € 17,50 per jaar. Er is een gesproken editie beschikbaar voor mensen met een leeshandicap. Opgave via het Landelijk Bureau van GroenLinks Postbus 8008 3503 RA Utrecht Bezoekadres: Oudegracht 312 Utrecht tel. 030 2399900 info@groenlinks.nl www.groenlinks.nl Redactie Carolien Ceton (hoofdredacteur), Marc van Dijck (redacteur), Harmen Binnema, Lara de Brito en Katinka Eikelenboom. Redactieadres: Postbus 8008 3503 RA Utrecht tel. 030 2399909 magazine@groenlinks.nl magazine.groenlinks.nl Aan dit nummer werkten verder mee: Rinske Bijl, Renée Frissen, Pieter Geenen, Lene Grooten, Jos van der Lans, Bob Paulussen, Antoinette Tanja, Pepijn Vloemans, Han van de Wiel, Michiel Wijnbergh. Vormgeving Ruparo (Ivo ­Sikkema en Ingeborg Seelemann), Amsterdam www.ruparo.nl Druk Meijer Rotatie op 100% kringlooppapier. ISSN 1380 3700 Advertenties Adviesbureau Cadex tel. 0111 643307 www.cadex.nl Tweede Kamerfractie GroenLinks Postbus 20018 2500 EA Den Haag tel. 070 3183030 fax 070 3182685 groenlinks@tweedekamer.nl Sluitingsdatum 17 juni 2013 (verschijnt 6 juli)

Contact •

Adreswijziging doorgeven: mijn.groenlinks.nl

Contact met partijbestuur en landelijk bureau: www.groenlinks.nl/contact/ service

Contact met Tweede Kamerleden: www.groenlinks.nl/contact/ tweedekamer

Webwinkel: www. groenlinks.nl/ webwinkel

Landelijk Bureau GroenLinks, Postbus 8008 3503 RA Utrecht (030) 2 39 99 00 Bezoekadres: Oudegracht 312 (3511 PK) Utrecht.

april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


TONZON stopt vocht uit de kruipruimte met 100% “En dan te bedenken dat we al die jaren boven een vies, vochtig gat in de grond hebben gewoond terwijl de oplossing zo simpel was.”

“En op die koude vloer met die hoge energierekening.”

Vochtproblemen ondanks ventilatie, TONZON blijkt wel de oplossing Zie klantreactie: “Op 17 november is bij mij TONZON vloerisolatie geplaatst, hoewel mijn huis al piepschuim vloerisolatie had. Ik heb bij Vereniging Eigen Huis navraag gedaan, en hun antwoord was best wel positief over TONZON. Met het aanbrengen zijn twee man een dag bezig geweest. Omdat er stadsverwarming is, hebben we geen aansluiting op aardgas, we moeten dus elektrisch koken. Al die jaren dat we hier wonen hadden we altijd last van condens op de ramen als het buiten ongeveer 5 graden of kouder was. Toen we TONZON kregen, was dat meteen al afgelopen, en zelfs nu met strenge vorst hebben we geen condens meer op de ramen! Toevallig ging halverwege december het centrale ventilatiesysteem kapot. En tot mijn verbazing heb ik nog steeds geen condens op de ramen! Ik schrijf dit toe aan de dampdichte folie, die op de bodem van de kruipruimte is aangebracht, en dat hoort gewoon bij het TONZON pakket. Het wooncomfort is duidelijk beter geworden, en het bespaart aardig op de verwarmingskosten, in ons geval helemaal, omdat we vloerverwarming hebben en er ondanks het piepschuim toch warmteverlies naar de kruipruimte was.”

Informatie

Meer weten? Kijk op www.tonzon.nl. Bellen of mailen kan ook via 0900 - 28 66 966 (€ 0,10 p/min) of info@tonzon.nl. Scan voor meer informatie de QR-code.

Stop die koude vloer en vochtige kruipruimte met TONZON Vloerisolatie Natuurlijke en mechanische ventilatiesystemen zuigen voortdurend vochtige lucht aan uit de kruipruimte. Bij woningen die voldoen aan het Bouwbesluit is dit nog 1,3 liter per dag, bij andere woningen vaak veel meer. Daarnaast lekt bij de meeste vloerisolaties warmte aan de onderzijde weg door uitstraling naar de koude funderingsmuren en aardbodem. Bij de koude vloer heerst een hogere luchtvochtigheid waarin huiststofmijten goed kunnen gedijen. De beste basis voor een comfortabele, gezonde en energiezuinige woning is een droge kruipruimte en een warme vloer. De stevige TONZON Bodemfolie zorgt voor een kurkdroge kruipruimte zodat alleen nog droge lucht wordt aangezogen. TONZON Thermoskussens beperken als enige de voortdurende uitstraling naar de koude aarde en funderingen. Deze eigenschap in combinatie met de zeer hoge interne warmteweerstand maakt dat de vloer sneller warm wordt, een hogere temperatuur bereikt en langzamer afkoelt.

Foto van een TONZON kruipruimte Vroeger vochtig, nu kurkdroog. De kamerbrede Bodemfolie blokkeert de verdamping van vocht en biedt een stevige werkvloer. Tussen de houten balken zijn de flexibele Thermoskussens aangebracht, die (gevuld met gratis lucht) perfect passen van balk naar balk en van muur naar muur. De geïsoleerde CV-leidingen zijn omwikkeld met TONZON bandagefolie om de uitstraling van warmte aan het oppervlak te voorkomen.

Het resultaat is een warmer en droger klimaat bij de vloer waarin huisstofmijten nauwelijks nog kans krijgen. Deze combinatie zorgt ook voor een extra hoge energiebesparing omdat het stookseizoen veel korter wordt. De afgekoelde bodem onder het huis blijft warmte zuigen uit de woning, ook wanneer de buitenlucht al aangenaam is. Vervroeg het voorjaar en haal nú TONZON in huis.

Snelle levering

In veel regio’s binnen 14 dagen compleet geïnstalleerd. ONDERNEEM NU ACTIE! Dan geniet u nog dit voorjaar van een warme vloer en een comfortabel en gezond binnenklimaat. De bodem onder uw huis is aan het einde van de winter het koudst. Isoleer daarom juist nu!

TONZON BV • Postbus 1375 • 7500 BJ Enschede • T: 053 - 433 23 91 • E: info@tonzon.nl • www.tonzon.nl GROENLINKS MAGAZINE / april 2013

31


lb

The place to be GroenLinks in de buurt

Stukje groen Meest duurzame voor de buurt Bert Stulp Bert Stulp is nog van de generatie geluksvogels die vroeg met pensioen kon. Nu is hij 65 jaar, maar negen jaar geleden stopte hij al met zijn werk als docent aardrijkskunde in het voortgezet onderwijs. Vervelen doet hij zich niet. Als fractie-assistent en interim-voorzitter van GroenLinks Doesburg doet hij ‘aardig wat’ voor GroenLinks. Daarnaast zette hij samen met zijn vrouw een Wereldwinkel op, is vrijwilliger bij de buurtbemiddeling en runt een bed & breakfast aan huis.

Doesburg Doesburg ligt in een prachtige groene omgeving, vlak naast de Veluwe en aan de IJssel. ‘Maar de stad zelf is helemaal niet groen’, vertelt Stulp. ‘En als je ziet wie er in het college zitten, verbaast dat ook niet. Doesburg is een echt SP-bolwerk, hier ligt de bakermat van Agnes Kant. En de SP doet nou eenmaal weinig aan groen, dat vinden ze te duur.’ Werk aan de winkel dus, voor de lokale GroenLinks-afdeling. Die bestaat nog maar kort: de afdeling werd opgericht in 2009. Een jaar later deed ze voor het eerst mee aan de

32

verkiezingen, en haalde één zetel. ‘De raad heeft hier maar vijftien leden, dus voor een eerste keer is dat zeker geen slechte score’, vindt Stulp. Bij de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar staat hij waarschijnlijk weer tweede op de lijst. Dus wie weet, wordt hij dan ook raadslid.

Burgerbosje Omdat je als oppositiepartij maar weinig kan doen, wilde de lokale afdeling graag iets praktisch voor elkaar krijgen. Het werd een burgerbosje. ‘Het is een idee uit Friesland, om buurtbewoners zelf een stukje groen te laten maken en onderhouden. We zijn met een gemeenteambtenaar gaan rondkijken welk terrein daarvoor geschikt zou zijn, en aan de Panovenweg uitgekomen. Dat mochten we naar eigen inzicht gaan inrichten.’ Niet lang daarna krabbelde de gemeente echter terug en bleken er allerlei mitsen en maren te bestaan. ‘Ze hadden daar net nieuwe riolering aangelegd. Door al die buizen die er onder de grond lopen, mochten we ineens geen bomen meer planten. Ook staat er nu een groot hek om een deel van het terrein om de riole-

ring te beschermen.’ Stulp en zijn collega’s lieten zich echter niet afschrikken en gingen door met het plan. Nu staan er twee bankjes, gedoneerd door de Rabobank, en een prullenbak van de gemeente. Zelf plantten ze twee kweepeerbomen, zestig bessenstruiken en een meidoornhaag. Eind maart ziet het er allemaal nog wat kaal uit. Maar dat duurt niet lang meer, verzekert Stulp. ‘We hebben net een groot pak bloemenzaad binnengekregen en zodra het wat warmer is, strooien we dat uit. Straks kunnen wandelaars en fietsers hier lekker even zitten en een boterhammetje opeten.’ Het initiatief won begin dit jaar de Kern met Pit-prijs voor lokale burgerinitiatieven. Het is de bedoeling dat buurtbewoners straks meehelpen om het te onderhouden. ‘We hopen dat ze enthousiast worden als ze eenmaal zien hoe mooi het wordt.’ En er moeten nog wat fondsen worden binnengehaald. ‘De meeste kosten zijn betaald, maar we weten bijvoorbeeld nog niet hoe we die bessenstruiken gaan betalen. Dat moet dan eerst maar even uit onze eigen zak’, zegt Stulp monter. Rinske Bijl

april 2013 / GROENLINKS MAGAZINE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.