Van cradle to cradle als nieuw vooruitgangsgloof

Page 1

slow management kapitalisme zomer 2008

consumeren of consuminderen, that’s the question

86

Het grasdak van het River Rouge

door rob weijs

fabriekscomplex van Ford Motor Company in Detroit

Na de onheilstijding van Al Gore brengt het concept van cradle to cradle een positieve boodschap. Consumeren mag, als we van ons afval maar voedsel voor een volgende stap in de keten weten te maken. De goeroes van dit nieuwe geloof, de Amerikaanse architect William McDonough en de Duitse chemicus Michael Braungart nemen zelf de woorden ‘nieuwe industriële revolutie’ in de mond. Maar ze spelen het spel wel volgens de regels van het kapitalisme. ‘Cradle to cradle is een geregistreerd merk dat ook actief wordt beschermd, en enige schade daaraan zullen wij ook verhalen.’

‘IN

87

wat voor wereld leven wij als er speelgoedeendjes voor onze kinderen in de winkel liggen met de waarschuwing erop dat ze kankerverwekkend kunnen zijn?’ Met dit soort retorische vragen brengt de Amerikaanse architect William McDonough zijn publiek gemakkelijk in de juiste mood. Hij heeft goed nieuws: onbeperkt consumeren kan, als de producten maar zó ontworpen zijn dat er geen schadelijk afval ontstaat. Want afval verbranden of, nog erger, storten is basically stupid. Maar dan moet het roer wel om, want half bakken oplossingen werken niet. Minder slecht produceren blijft slecht, een beetje stoppen met roken werkt immers ook niet. Zoals de kompaan van McDonough, de Duitse chemicus en voormalig Greenpeace-activist Michael Braungart enigszins cynisch stelt: ‘Ik heb tot mijn veertigste het milieu niet kunnen beschermen omdat ik geen auto had.’ Als we het slim aanpakken, wordt afval echter juist weer voedsel voor een volgende stap in de keten. Van wieg tot wieg, als alternatief voor van wieg tot graf. Let wel: gewoon recyclen is niet goed genoeg, want daarbij neemt de kwaliteit van te hergebruiken grondstoffen af. Cradle to cradle – c2c in newspeak – streeft naar upcycling, dat wil zeggen verbetering van die kwaliteit. Het concept gaat bovendien niet alleen over duurzaam produceren, maar ook over respect voor al wat leeft, het stimuleren van biodiversiteit en het scheppen van prettige woon- en werkomgevingen, om maar een paar van de vele doelstellingen te noemen. En weet u wat er zo mooi aan is: er valt niet alleen milieuwinst mee te behalen, maar ook winst in harde euro’s. Als je producten zo ontwerpt en maakt dat je ze aan het eind van hun ‘werkzame’ leven weer terugneemt om er wat anders

M


slow management kapitalisme zomer 2008

floriade

van te maken, scheelt dat stevig in de kosten voor grondstoffen. Om nog maar niet te spreken van verminderde kosten voor de verwerking van afval en de besparingen op milieurechten, toeslagen en boetes.

droomopdracht

88

De samenwerking tussen McDonough en Braungart ontstaat begin jaren negentig. De eerste heeft dan in de vs al naam gemaakt als groene architect, de tweede staat te boek als kritische wetenschapper annex Greenpeace-activist. In 1995 richten ze McDonough Braungart Design Chemistry (mbdc) op, een adviesbureau dat de chemische en designexpertise van hun beider bedrijven samenbrengt. Zoals Pierre de Winter eind vorig jaar schrijft in een portret van Braungart in Nieuwe Revu: ‘De zaken gaan goed; de opdrachtgevers worden steeds groter en de opdrachten steeds spraakmakender.’ De twee ontwikkelen composteerbare stoffen voor het Zwitserse bedrijf Rohner, adviseren meubelfabrikant Herman Miller, en krijgen van Ford een droomopdracht. Ze mogen hun ideeën loslaten op de herontwikkeling van de River Rouge plant in Detroit, een sterk vervuild industrieterrein waar ooit de eerste lopende band voor de T-Ford stond. Met het totale project is een investering van liefst twee miljard dollar gemoeid. Bovenop de nieuwe Ford-gebouwen ligt nu het grootste grasdak ter wereld, dat niet alleen vogels leefruimte biedt maar het bedrijf tevens tientallen miljoenen dollars bespaart. Het gras beschermt de constructie tegen slijtage door zonlicht, draagt bij aan een gelijkmatiger klimaat in de fabriek en filtreert het regenwater, hetgeen een waterzuiveringsinstallatie uitspaart. Ford werkt inmiddels ook aan het ontwerp van een cradle to cradle-auto: de Ford U. McDonough en Braungart weten ook de warme belangstelling te wekken van de Chinese regering, die voor de immense taak N De Ford U in- en exterieur staat om voor honderden miljoenen burgers passende huisvesting te realiseren. Het duo is inmiddels druk doende om zes grote steden te ontwerpen op basis van hun concept. De genoemde voorbeelden staan beschreven in hun boek uit 2002, aanleiding voor de documentaire ‘Afval is Voedsel’, in oktober 2006 uitgezonden in het vpro-programma Tegenlicht. Nederland reageerde prettig geschokt. Sindsdien zijn Braungart en McDonough graag geziene gasten op congressen en symposia, omdat ze volle zalen trekken. Websites over hun filosofie verschijnen in hoog tempo, evenals forums van gelijkgestemden, zowel virtueel als in real life. Exemplaren van hun boek, dat vorig jaar november is verschenen in de Nederlandse vertaling, gaan als warme broodjes over de toonbank.

Het River Rouge fabriekscomplex van Ford Motor Company, ontworpen volgens de C2C filosofie, is een project van William McDonough & Partners

Ronduit enthousiast na de uitzending van Tegenlicht was ook Dick Thesingh, manager bij de Kamer van Koophandel in Venlo. ‘Ik heb niets met milieu. Nooit gehad ook’, zei hij onlangs op een bijeenkomst op de Technische Universiteit Eindhoven over c2c. Voor een beperking van de mobiliteit en de consumptie, zoals de milieubeweging en Al Gore ons als noodzaak voorhouden, lopen hij en zijn Kamer van Koophandel niet erg warm. Maar duurzaamheid als motor voor innovatie en werkgelegenheid en als bijdrage aan een beter imago van de regio, da’s andere koek. Als snel zat McDonough in Limburg aan tafel voor een verkennend gesprek. Daarna is het snel gegaan. De Floriade van 2012 wordt helemaal cradle to cradle, hebben Venlo en de andere betrokken gemeenten bepaald. Zo ook het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein Klavertje 4. En er komt, in samenwerking met diverse universiteiten en hogescholen, een c2c-masteropleiding, die volgens Thesingh in 2012 ruim tweeduizend studenten zou kunnen trekken, in meerderheid uit het buitenland. Dat geeft de Floriade-gebouwen meteen een mooie bestemming. De provincie Limburg sloot zich snel aan bij de ambities van Venlo en vanuit het Gouvernement in Maastricht kwamen aanvullende ideeën. Bijvoorbeeld het duurzaam ondergronds brengen van de snelweg a2 bij Maastricht, nu nog een bekende bottleneck met verkeerslichten. Ook groeistad Almere is op de trein gesprongen en heeft met medewerking van McDonough de Almere Principles uitgebracht als basis voor zestigduizend nieuw te bouwen huizen, met veel ruimte voor bewonersparticipatie. Een ‘duurzaamheidslab’ moet handen en voeten gaan geven aan de nogal abstracte uitgangspunten, en een soort praktijkschool gaat zelf bouwers ondersteunen. Haarlemmermeer is eveneens aangehaakt met c2c-plannen voor een kantorenpark. Dus niet alleen energiebesparende maatregelen en zo duurzaam mogelijke materialen, maar ook duurzame energieopwekking ter plekke, zuivering en hergebruik van afvalwater, aandacht voor biodiversiteit, en integratie van gebouwen in het landschap.

communistisch idee Eind november 2007 vond onder de titel Let’s Cradle een congres plaats in Maastricht, met milieuminister Jacqueline Cramer als een van de sprekers. Enige honderden deelnemers hoorden op die dag veel lovende en juichende woorden. Maar niet iedereen toont zich even enthousiast. Bas Amelung en Pim Martens schreven een kritisch artikel in Trouw en lieten zich nog kritischer uit op de website van Tegenlicht. Beiden zijn werkzaam bij een onderzoekscentrum naar duurzaamheid aan de Universiteit Maastricht. Martens is directeur en hoogleraar duurzame ontwikkeling. ‘Dat c2c leidt tot duurzame uitkomsten

M

89


slow management kapitalisme zomer 2008 staat allerminst vast. Hoe afvalstromen zo kunnen worden geleid dat ze precies in de juiste hoeveelheid, op het juiste moment en op de juiste plaats als voedsel voor andere processen kunnen dienen, met een gering beroep op transport en energie, is een open vraag’, aldus de twee Maastrichtse onderzoekers. Amelung: ‘Cradle to cradle lijkt bijna een communistisch idee. Vraag en aanbod moeten aan elkaar gelijk gemaakt worden en om dit te bewerkstelligen moeten we alles van te voren gaan bedenken en plannen. Past dit wel in onze maatschappij?’ De twee zien zelfs een gevaarlijke kant aan het hypekarakter van c2c. ‘Duurzame ontwikkeling wordt geassocieerd met geld verdienen, met een voortzetting van ons consumptiegedrag. Als de rage voorbij is, en duidelijk wordt dat er niet altijd sprake kan zijn van win-win-win situaties, zal iedereen weer zijn normale leven oppakken, zonder de hoognodige veranderingen te bewerkstelligen.’

vergeten, maar de zorg voor een duurzame wereld staat inderdaad al decennia op menige agenda. In 1992 had de wereldtop over milieu en ontwikkeling Unced in Rio de Janeiro een vergelijkbare impact. In de aanloop daarvan kwam de Noorse premier Gro Harlem Brundtland eind jaren tachtig op de proppen met het concept van duurzaamheid en duurzame ontwikkeling in haar rapport Our Common Future. En ook dat was een soort ‘herhaling van zetten’, want al in 1972 waarschuwde de Club van Rome in een somber rapport voor grenzen aan de economische groei. Terwijl twee jaar daarvoor op Earth Day (22 april 1970) naar schatting twintig miljoen Amerikanen de straat opgingen of anderszins opkwamen voor een leef bare toekomst. Waar McDonough en Braungart de Amerikaanse tapijtreus Shaw Industries als voorbeeld stellen met een productieproces om nylon terug te winnen uit oude vloerbedekking – de afgescheiden nylonkorrels dienen weer als voedsel voor nieuwe tapijttegels – wijst Korevaar op dsm, dat deze technologie al vijftien jaar beheerst. De Delftse chemisch technoloog vindt bovendien dat het c2c-concept ten onrechte het hele energievraagstuk buiten beeld houdt, want ook hergebruik kost energie. En fijntjes wijst hij erop dat kunststoffen een vanzelfsprekend en goedkoop nevenproduct vormen van de economie op fossiele brandstof. ‘Als je op biobrandstof overgaat zul je extra moeten betalen voor die kunststoffen, want plotseling moet je de grondstof apart maken. Ik zeg niet dat ik hier direct een oplossing voor heb, maar wel dat er meer speelt dan het vervangen van een stofje.’

geheugenverlies

90

In een artikel in het blad De Ingenieur, afgelopen februari, stelt Gijsbert Korevaar, afgestudeerd en gepromoveerd als chemisch technoloog en coördinator van de Delfts-Leids-Rotterdamse opleiding Industrial Ecology onomwonden: ‘Er bestaan al jaren tenminste vijf concepten voor duurzaam ontwerp, cradle to cradle is daarvan het slechtste uitgewerkt.’ Korevaar was ook een van de sprekers op het congres in Maastricht. ‘Het was erg leuk om weer zoveel enthousiasme voor ecodesign te zien en voor integraal ketenbeheer, want daar praat je eigenlijk over’, zegt hij. ‘Maar ik kreeg sterk het gevoel dat deelnemers last hadden van geheugenverlies. We zijn met dit idee al jaren aan het werk, maar blijkbaar hebben mensen niet opgelet.’ We zouden het in de mediadrukte rond de film van Al Gore bijna

De c2c stoelontwerpen van

geen fijnstof, geuren en ozon

Herman Miller

Niets nieuws onder de zon met c2c, stelt ook milieuhoogleraar Lucas Reijnders. ‘Kopieermachines van Xerox en Océ werden voorheen en masse bij het grof vuil gezet. Deze bedrijven hebben hun manier van werken de afgelopen decennia al behoorlijk veranderd. Nu wordt 99 procent van de machines opnieuw gebruikt. Dat is alleen al verstandig vanuit bedrijfsmatig oogpunt. Daar hebben ze veel geld mee kunnen verdienen.’ Woordvoerster Nancy Aschman van Océ onderschrijft de woorden van Reijnders. Ze vertelt dat Braungart in mei op bezoek is geweest in het kader van een serie lezingen over duurzaam ontwerpen. ‘Er is enthousiast gereageerd op zijn ideeën. Maar Océ heeft al veel langer een duurzaamheidsstrategie. Al sinds 1990 is hergebruik daar een belangrijk onderdeel van. Tal van onderdelen kunnen gemakkelijk meerdere malen worden gebruikt, eventueel na een opknapbeurt. Dat is inderdaad nog goedkoper ook. Ontwerp voor hergebruik opent tevens de mogelijkheid om meteen duurzamere materialen voor die onderdelen in te zetten.’ In een speciaal platform bepalen medewerkers vanuit verschillende afdelingen van Océ met elkaar telkens opnieuw de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid. Zo was er al langer het streven om copiers te maken die geen fijnstof, geuren en ozon meer uitstoten. Een onlangs op de markt gebracht apparaat maakt dat waar. De nieuwe toner droogt sneller op elk papier, dus ook op kringlooppapier. Het resultaat is watervast, en – mooi meegenomen – de printsnelheid ligt ook nog hoger.

‘Dit is nog maar een beginnetje’ Herman Miller, een Amerikaanse fabrikant van kwaliteitskantoormeubels, schakelde McDonough in als architect voor een nieuwe fabriek,w met de plastische naam Greenhouse. Toepassing van milieuvriendelijke materialen, planten, natuurlijke ventilatie en toetreding van daglicht maakt het werkklimaat aangenaam. Zo aangenaam dat het ziekteverzuim is afgenomen en het commitment van de medewerkers toegenomen. Na dit succes werd mbdc om advies gevraagd bij de ontwikkeling van een nieuw product, Mirra gedoopt. Deze bureaustoel kan gemakkelijk worden gedemonteerd en de onderdelen kunnen worden hergebruikt. Inmiddels is ook een tweede model op de markt, Celle genaamd. Han Scholtens van Scholtens Werkplekinrichting in Amsterdam, dealer van Herman Miller, is erg tevreden over de c2c-modellen. Klanten zijn vaak goed op de hoogte en tonen belangstelling voor de betreffende stoelen. Maar in dit hogere segment vormen milieu-aspecten en prijs maar een deel van de aankoopbeslissing. Scholtens ergert zich over artikelen met kritiek op c2c, bijvoorbeeld in de Volkskrant. ‘Ze snappen het niet. Dit is nog maar een beginnetje. Geef het tien of twintig jaar. Op veel vragen zijn er nog geen antwoorden. Waar ligt de waarheid? Textiel waar allemaal troep in zit, dat hoeft toch niet?’

M

91


slow management kapitalisme zomer 2008 Océ is met de Floriade in onderhandeling om printingpartner te worden. De contracten zijn nog niet getekend. Aschman wil overigens niet de indruk wekken dat Océ nu volledig bekeerd is tot cradle to cradle. ‘Het betekent nogal wat voor een bedrijf als het onze om dit in te bedden in ons hele proces. Het gaat ook om alle toeleveranciers voor een paar duizend onderdelen.’ Evenmin ligt het in de bedoeling om voor de Floriade een speciale c2c-printer te ontwikkelen.

merkwaardige kanten’, vult hij onmiddellijk aan. ‘Het is buitengewoon moeilijk om cradle to cradle toe te passen op kunststoffen en rubbers. Hun kwaliteit neemt namelijk altijd af. Daarom moet je het zoeken in een cascade van toepassingen waardoor je de kwaliteitsafname per stap zo veel mogelijk beperkt. Het is bovendien volstrekte onzin dat je kwistig rond kunt strooien met biologisch af breekbare stoffen.’ Als voorbeeld wijst hij op de situatie in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, toen het oppervlaktewater vaak bedekt was met een dikke laag welig tierende groene algen. Oorzaak: de ruimschoots aanwezige fosfaten en nitraten, gewone meststoffen die toen nog volop in onze wasmiddelen zaten. De groene kleur oogde best mooi, het proces was heel natuurlijk, maar het andere leven in het water kreeg bijna geen zuurstof meer. Reijnders: ‘Onschuldig bestaat niet. Het is altijd een kwestie van gradaties.’

overdrijven

92

Bij Akzo Nobel heeft Braungart indruk gemaakt op oud-minister en huidig topman van het chemieconcern, Hans Weijers: ‘Als je opeens met iemand geconfronteerd wordt die zegt: “Hoezo twintig procent minder, je moet gewoon nul afval hebben”, dan dwingt je dat om anders te gaan denken. Dat is vernieuwing.’ Weijers blijft echter nuchter. ‘Iedere paar jaar verschijnt de vernieuwing onder een andere naam. Daar horen ook nieuwe goeroes bij. In het algemeen overdrijven die een beetje. Dat mag, dat is ook goed. Cradle to cradle dwingt je om radicaal te denken. Out of the box. Ik voorspel echter dat er over drie jaar weer een ander woord zal zijn. Als daar dan iemand voor staat die dat met aansprekende voorbeelden en deskundig kan uitleggen, zullen we die weer uitnodigen.’ Net als Océ en Akzo zijn grote bedrijven zoals Shell, Philips en dsm, al lang bezig met milieu, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Philips en ook Akzo hebben daarvoor jarenlang gebruikt gemaakt van de diensten van Jacqueline Cramer, destijds senior adviseur bij tno en vervolgens hoogleraar milieukunde in Amsterdam, met de nodige kennis over zaken als levenscyclusanalyse en het opzetten van een milieubeleid. Maar de zoektocht naar duurzaamheid blijkt telkens een proces, waarbij het altijd beter kan. Of moeten we zeggen: minder slecht? Hoewel het Eindhovense bedrijf vooropliep met milieumanagement volgens iso 14001, moest Philips onlangs forse kritiek incasseren van Greenpeace omdat het niet voldoende zou doen aan het vervangen van gevaarlijke stoffen en het recyclen van producten.

gidsland

onschuldig bestaat niet Jan Juffermans is sinds 1978 werkzaam bij De Kleine Aarde, het Centrum voor een Duurzame Leefstijl in Boxtel. Hij uit zich genuanceerd over McDonough en Braungart. ‘Dat zij grote bedrijven kunnen overtuigen van hun visie, is bemoedigend. Ze moeten vooral doorgaan met hun werk, maar ze moeten wel reëel blijven.’ Juffermans heeft immers zo zijn bedenkingen als de man achter de Mondiale Voetafdruk, de methode waarmee iedereen vrij gemakkelijk kan bepalen hoeveel hectare de eigen levenswijze vergt. De gemiddelde Nederlander heeft 4,4 ha nodig, maar per wereldburger is slechts 1,8 ha beschikbaar. Voor Juffermans is consuminderen dan ook een bittere noodzaak en daarom onderdeel van zijn eigen levensstijl. Lucas Reijnders denkt na als hem wordt gevraagd naar positieve kanten aan het c2c-concept. ‘Het wijst ons op onze blinde vlekken. Maar het heeft ook heel

Lucas Reijnders (Tessa Posthuma de Boer, hh)

Wat energie betreft ziet Reijnders technisch nog volop mogelijkheden. Per slot van rekening geeft de zon tienduizend keer meer energie aan de aarde dan we nodig hebben. Maar de hoogleraar schat dat het nog wel vijftig jaar kost voordat zonne-energie voor een wezenlijk deel in die behoefte kan voorzien. ‘Dan ben ik nog tamelijk optimistisch. De milieubeweging wordt verweten dat ze altijd zo zuinig is. Opnieuw wordt ons nu voorgespiegeld dat we enorm kunnen groeien. Dat we alles wat organisch is, onbeperkt kunnen gebruiken en afdanken. Dat klinkt heel aantrekkelijk, maar het is onzinnig.’ Al Gore had het wetenschappelijk gezien meer bij het rechte eind, oordeelt Reijnders. ‘Er is veel greenwash. Het wordt als groen verkocht, maar men weet niet waar men het over heeft.’ De heilzame boodschap van het Amerikaans-Duitse duo valt in ieder geval in Nederland in goede aarde. Het idee dat ons land zich wel eens zou kunnen ontwikkelen tot hèt gidsland op dit gebied, spreekt uitermate tot de verbeelding. Voor milieuminister Jacqueline Cramer is dit al geen vraag meer. ‘Dat zijn we al’, verklaart ze enthousiast. ‘Er worden op dit moment al heel wat c2cinitiatieven opgepakt, zowel door het bedrijfsleven als door gemeenten. Nederlanders zijn van oudsher goed in recycling. Zie de percentages glas en papier die worden hergebruikt. Ook als het gaat om het biologisch af breekbaar maken van plastics, zijn we heel goed bezig. Met duurzaam bouwen, energie-efficiëntie of energieleverende gebouwen zijn we ook al ver in ons denken. Wat nog een stuk ambitieuzer zou kunnen, is de mest- en de stikstof kringloop. Als we gidsland willen worden, moeten we hier wel iets aan doen.’

rekkelijken en preciezen Reijnders deelt het optimisme van Cramer niet. Nederland is volgens hem in de Europese achterhoede terechtgekomen, en dat vindt hij buitengewoon zorgelijk. ‘De energie-efficiency bijvoorbeeld kan best een factor vier verbeteren. Maar investeren in kolencentrales is dan wel het meest verschrikkelijke wat je kunt doen.’ Ook ziet hij de Nederlandse regering vooralsnog niet grootschalig inzetten op wind- en zonne-energie.

M

93


slow management kapitalisme zomer 2008

94

De weg naar duurzaamheid is dus technologisch, politiek en sociaal bepaald niet eenvoudig noch eenduidig. Zeg maar gerust ingewikkeld. En luidt het gezegde niet dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden? Evenmin lijkt er sprake van een industriële revolutie, eerder van een evolutie. Een evolutie die echter al flink op gang was ruim voordat McDonough en Braungart hun ideeën lanceerden. En zo krijgt ook een concept als cradle to cradle iets van een geloof. Op het genoemde seminar op de Technische Universiteit Eindhoven doet een groep Preciezen zich gelden. Zij vinden dat ook zoiets als de ontwikkeling van zonnecellen meteen maar zonder potentieel schadelijke stoffen en afval moet gebeuren. De Rekkelijken vinden dat we eerst maar moeten zorgen voor zonne-elektriciteit voor een concurrerende prijs. Kan het hele proces daarna nog altijd minder slecht worden gemaakt. Milieuminister Cramer voelt zich thuis bij de Rekkelijken. ‘De vraag wanneer een project, product of proces nu helemaal precies c2c is, vind ik eerlijk gezegd niet zo belangrijk. Het gaat mij vooral om de bijdrage aan een duurzamere wereld, waarbij alle relevante duurzaamheidsaspecten van de levenscyclus van dat project, product of proces een plaats hebben gekregen.’ Cramer is blij met de positieve impuls die McDonough en Braungart teweegbrengen, in het besef dat milieucampagnes die inspelen op schuldgevoel tot nu toe weinig effect sorteren. Wat haar betreft mag milieu best wat vrolijker. ‘Consuminderen heb ik nooit zo’n gelukkig begrip gevonden. Ik ben ervan overtuigd dat welvaart en consumeren heel goed kunnen samengaan met verantwoordelijkheid en zorg voor het milieu.’

opportunisme McDonough en Braungart stralen echter uit dat er maar één keuze is: wel of geen cradle to cradle. Voor het eerder genoemde artikel in Nieuwe Revu sprak Pierre de Winter de Brabantse eco-consultant Hans Havers, die nauw samenwerkt met Braungarts centrum voor wetenschappelijke consultancy epea (Environmental Protection and Encouragement Agency) in Hamburg. Al bij de eerste ontmoeting vond Havers de Duitse chemicus geniaal, maar hij hoorde ook veel teleurstelling in zijn verhalen omdat maar weinig opdrachtgevers bereid zouden zijn zich wérkelijk te committeren aan oplossingen die aan de strenge cradle to cradle eisen voldoen. Havers: ‘Hij liep tegen erg veel opportunisme en windowdressing aan bij bedrijven en daar had hij moeite mee.’ Het duo ziet zichzelf graag als aanstichter van een nieuwe industriële revolutie. Dat vermeldt de eigen website en er is ook een film over hen gemaakt met die titel. Zoals Braungart stelt: ‘Natuurlijk gaan hypes voorbij, maar ik hoop wel dat deze mensen de ogen opent. Toen in de zestiende eeuw bekend werd dat de aarde niet plat was, maar rond, kon de mensheid daarna niet meer terug. Hiermee is het ook zo. Als we er de komende twintig, dertig jaar niet in

slagen om deze – of een vergelijkbare – revolutie te bewerkstelligen, dan hoeft het sowieso niet meer.’ Intussen bouwen de twee gestaag aan hun cradle-imperium. Met hun gezamenlijke adviesbureau mbdc, met Braungarts epea in Hamburg, met een opleiding tot cradle-consultant en via een door bedrijven aan te vragen c2c-certificering in goud, zilver en brons. Ook werken ze nauw samen met Material ConneXion, een toonaangevende internationale kennis- en database voor materialen.

reclame maken

De Jordan uit de Consideredlijn: Nike Air Jordan xx3 Minister Jacqueline Cramer (Hilz en Verhoeff, hh)

Een geloof kan soms trekjes krijgen van een sekte. Als Slow Management een foto opvraagt van Jacqueline Cramer op het congres in Maastricht, luidt het antwoord: ‘In het artikel dient vermeld te zijn dat het Minister Cramer is tijdens het door Stichting Planet Prosperity georganiseerde Let’s Cradle congres in Maastricht. De foto’s van ons congres stellen wij overigens niet ter beschikking aan artikelen die over eco-efficiëntie gaan en die bijvoorbeeld gericht zijn op het reclame maken voor organisaties die niets of weinig met cradle to cradle te maken hebben en in feite de lezer op het verkeerde been zetten. (...) Wij zijn zo voorzichtig omdat wij het belangrijk vinden dat de kwaliteit van cradle to cradle gewaarborgd wordt. Bovendien is cradle to cradle een geregistreerd merk dat ook actief wordt beschermd, en enige schade daaraan zullen wij ook verhalen.’ De gevraagde voorinzage leidde niet tot toestemming voor gebruik van de betreffende foto. U bent dus gewaarschuwd: u heeft een niet cradle to cradle goedgekeurd artikel gelezen. r

Van basketbalschoen tot sportveld Ook Nike experimenteert met de ideeën van McDonough en Braungart. De eerste Nike Considered is gemaakt van pvc-vrij leer, katoen en jute. Het leer is met plantaardige middelen gelooid. De schoen is met een enkele click uit elkaar te halen, zodat de afzonderlijke onderdelen weer hoogwaardige grondstoffen vormen. Bij de energiezuinige productie van de Considered komt nog maar eenderde van de gebruikelijke hoeveelheid afval vrij. Schadelijke lijmsoorten zijn bijna overbodig doordat de losse onderdelen zijn vastgezet met een beperkt aantal stiknaden. Inmiddels zijn er ook andere schoenen in deze lijn ontwikkeld, bijvoorbeeld een basketbalschoen die vooralsnog alleen in de vs te krijgen is. Volgens een woordvoerder van Nike Nederland is de Nike Considered in ons land in enkele tientallen winkels te krijgen. Het gaat volgens hem nog niet om grote aantallen, Nike wil het milieuvriendelijk produceren eerst in de vingers krijgen. De doelstelling is om in 2020 helemaal geen afval meer te produceren. In de tussentijd loopt er wel al een recyclingprogramma waaraan in Nederland door Perry Sport wordt deelgenomen. Consumenten kunnen er hun oude schoenen inleveren, ook van andere merken. Daarvan worden onder andere sportvloeren en sportvelden gemaakt. Met de Consideredlijn heeft Nike hoogwaardiger hergebruik voor ogen. De Nederlandse schoenen uit het hergebruikprogramma van Nike worden in België verwerkt. Het eerste daaruit geproduceerde sportveld ligt in Urk.

95


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.