5 minute read
WATERTECHNIEK
from H2O december 2021
by H2O magazine
Waterbedrijven gebruiken praktijkcodes als handvatten voor een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering. Het Platform Bedrijfsvoering zorgt ervoor dat deze documenten structureel worden geactualiseerd. Medewerkers van waterbedrijven en ook andere geïnteresseerden hebben via een vrij toegankelijke website toegang tot de documenten, die worden aangeduid als ‘Praktijkcode Drinkwater’. Zo kunnen de bedrijven deze ‘PCD’s’ in hun eigen werk gebruiken en ook bijdragen aan het actueel houden ervan.
Advertisement
Medio oktober 2021 is een nieuwe praktijkcode vastgesteld: de ‘OLM in de benchmark; Definities OLM en beschrijving spreadsheet ‘OLM formulier.xlsm’’ (PCD 20:2021) In de Vewin benchmark van 2006 is voor het eerst een indicator gepresenteerd voor leveringscontinuïteit. Daarbij werd aangesloten bij het onderdeel ‘leveringsonderbrekingen’ van de prestatie-indicator ‘Ondermaatse LeveringsMinuten’ (OLM), die was ontwikkeld binnen het ‘bedrijfstakonderzoek’ (BTO). Dit onderdeel meet het aantal minuten in een jaar dat bij een administratieve aansluiting de drinkwaterlevering is onderbroken. Andere onderdelen van de OLM (minuten geleverd met te lage druk en met een te lage waterkwaliteit) worden in de benchmark niet meegenomen. De uitkomsten van 2006 waren nog niet volledig onderling vergelijkbaar. Om de vergelijkbaarheid te verbeteren, is de methodiek in jaren 2007 – 2014 steeds verder aangescherpt. Sinds de wettelijke prestatievergelijking van 2015 maakt de methodiek voor het meten van de leveringsonderbrekingsduur formeel onderdeel uit van het ‘Protocol prestatievergelijking drinkwater’. In 2021 zijn in overleg met de ‘Contactgroep OLM’ en Vewin opnieuw enkele wijzigingen doorgevoerd en is de methodiek omgezet naar de praktijkcode PCD 20 die medio oktober is vastgesteld en door de Nederlandse drinkwaterbedrijven zal worden gevolgd in het kader van de wettelijke prestatievergelijking 2022. Voor de dataverwerking wordt aan de bedrijven een Excel spreadsheet beschikbaar gesteld.
‘Praktijkcodes drinkwater’ met de onderliggende documenten zijn in te zien op de website www.PraktijkcodesDrinkwater.nl Voor meer informatie: Martin Meerkerk van KWR Water Research Institute, (030) 60 69 591
Catchy vangt 462 kilo afval
In elf maanden tijd hebben de vangarmen van Catchy 462 kilo zwerfafval uit
de Nieuwe Maas gevist. Dat blijkt uit de evaluatie van een pilot van Rijkswaterstaat en het bedrijf Allseas, dat het innovatieve opvangsysteem ontwikkelde. Een klein deel van de vangst bestond uit plastic. Catchy bestaat uit een drijvend frame met daarin een opvangbak voor afval die meebeweegt met het getij. Twee drijvende armen, van 12 en 200 meter lang, leiden het zwerfafval naar het opvangsysteem. Met doeken aan de onderkant wordt ook afval tot 1 meter onder water meegenomen. Zowel macroplastics (groter dan 5 mm) en grotere microplastics (groter dan 3 mm) worden opgevangen. Het opvangsysteem werd vorig jaar zomer in de Vijfsluizerhaven in Schiedam geïnstalleerd. Gedurende de pilot, van augustus 2020 tot juli 2021, is het systeem elke maand geleegd, in totaal elf keer. Gemiddeld werd per keer 42 kilo afval (droog gewicht) verzameld. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat weten niet verder te gaan met het vangsysteem ‘omdat deze nog niet voldoende kosteneffectief zijn gebleken en niet overal kunnen worden geplaatst’. De pilot is uitgevoerd in het kader van de beleidsopdracht ‘Intensivering aanpak (plastic) zwerfafval in rivieren’.
Autonome inspectierobot wint Innovation Award: gamechanger in assetmanagement
Een detail van de inspectierobot
De Autonomous Inspection Robot (AIR) voor drinkwaterleidingen van Submerge heeft de Aquatech Innovation Award gewonnen. De robot geldt als baanbrekend. “Het unieke aan deze innovatie is dat de robot door hoeken heen kan manoeuvreren, wat bijzonder is omdat robots normaal gesproken in rechte lijnen vooruitrijden”, stelde de jury.
De inspectierobot beweegt zich 24 uur per dag, 7 dagen in de week in een aaneengesloten gebied door het waterleidingennet en verplaatst zich van basisstation naar basisstation, waar de accu wordt opgeladen en verzamelde data gedownload. De inspectierobot bestaat uit geschakelde elementen waardoor ook lastige bochten in het leidingennet genomen kunnen worden. Uitgerust met sensoren, camera, hydrofoon en positioneringsalgoritme maakt hij foto’s, meet de wanddikte, stelt lekkages vast en berekent coördinaten. Deze autonome inspectie betekent dat er flink kan worden bespaard op de inspectiekosten, die liggen per kilometer wel een factor 20 lager vergeleken met bestaande robots, claimen de ontwikkelaars. “Dit is een gamechanger in assetmanagement”, zei Kevin Kanters van Submerge tijdens zijn presentatie in het InnovationLab op de Aquatech vakbeurs in de RAI. De data die de robot verzamelt over de staat van de leidingen helpt de assetmanager bij zijn vervangingsbeslissingen. De AIR stelt de drinkwatersector zo in staat om het onderhoud te veranderen van ’risk-based’ in ‘condition-based’. De ontwikkelaars streven ernaar dat de robot een actieradius krijgt van 6 kilometer met een topsnelheid van 360 meter per uur. Uiteindelijk moet er een platform ontstaan met een set autonoom werkende robots die permanent het leidingennetwerk monitoren. Het winnen van de Innovation Award geeft het project een enorme boost, zegt Kevin Kanters van Submerge, de onderneming die de robot ontwikkelt. “We worden overspoeld door vragen van bedrijven.” Die interesse is welkom, want voor de verdere ontwikkeling en marktintroductie zoeken de ontwikkelaars een internationale onderneming die wil investeren in het project. De geschiedenis van het project begint in 2017 als het prototype wordt ontwikkeld door de onderzoeksinstituten KWR en Wetsus. Daarna neemt een consortium bestaande uit zeven drinkwaterbedrijven (Brabant Water, Dunea, Evides, PWN, Vitens, WMD, WML), KWR en Demcon Robotic Systems het stokje over voor verdere ontwikkeling. Van die 7 drinkwaterbedrijven zetten Vitens, Evides en Brabant Water het project voort; zij worden aandeelhouder van Submerge, het bedrijf dat het robotproject verder moet brengen met Demcon Robotic Systems nog altijd als partner. Om de volgende stap te zetten is ‘funding’ nodig, zegt Kanters. Met nieuwe prototypes moet de gepatenteerde robot verder in de praktijk worden getest. Zo moet worden onderzocht hoe de robot zich onder oplopende waterdruk houdt. Dit proces vergt een flinke investering. “We zijn op zoek naar een internationale partner die wil investeren in de verdere ontwikkeling en ook de inspectierobot in de markt wil zetten”, vertelt Kanters. Dat de initiatiefnemers daarvoor ook naar het buitenland kijken is niet zo vreemd, daar verkeren drinkwaterleidingen vaak in slechte staat. Elk jaar moet 1,2 procent van het Europese drinkwaternet worden vervangen. Wereldwijd lekt dagelijks 45 miljoen kubieke meter drinkwater weg, dat is 20 tot 30 procent van de productie, schetst Kanter in zijn presentatie. Een situatie die alleen nog maar verslechtert omdat de wereldwijde drinkwaterinfrastructuur veroudert. Met autonome robots kan de inspectie efficiënt worden aangestuurd, met een drastische verlaging van de kosten.