H2O Februari 2017

Page 1

Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk

2

16 februari 2017 50ste jaargang

h2owaternetwerk.nl

DE BEVER IS BACK MAAR IS DAT ECHT ZO FIJN? DOLFINARIUM EN BURGERS’ ZOO UITDAGING VOOR DE WATERTECHNOLOGEN H2O laat watersector meeschrijven Wat moet er in een nieuw regeerakkoord?

MICHIEL VAN WILLIGEN

WAT HIJ LEERDE IN ZUID-AFRIKA


ACHTER DE

COVER

2

WIE? Michiel van Willigen (40), beleidsadviseur bij waterschap Drents Overijsselse Delta. Hij groeide op in de Krimpenerwaard, wilde bouwen aan zijn omgeving – maar níet alleen met ­huizen of bruggen – en ging daarom in Wageningen landinrichting studeren. “Vaak was ik buiten op de boerderij van een vriend te vinden. Surfte op de plassen. Droomde er zelfs van om m’n eigen plas te creëren…” Tijdens het hoogwater in ’95 zouden de studenten in hun flat van 12-hoog eventuele evacués moeten opnemen. “Toen besloot ik met water mijn brood te verdienen.”

Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel

WAAR? Bij het kleine sluiswachtershuisje Vechterweerd, ooit het domein van de sluiswachter met zijn zeven kinderen. “Als coördinator van het project Ruimte voor de Vecht ben ik betrokken bij de werkzaamheden die hier plaatsvinden. We verbreden de brug over de stuw omdat fietsers en voetgangers elkaar nu lastig kunnen passeren. Verder versterken we de dijk, leggen een nevengeul aan om een teveel aan water af te voeren. Met daarlangs, op verzoek van recreatieondernemers uit de omgeving, extra aanlegsteigers. Het sluiswachtershuisje wordt een plek waar fietsers en wandelaars kunnen neerstrijken en waar schoolkinderen meer kunnen leren over de rivier. En over het waterschap. Hoe we werken aan schoon water, hoe we met z’n allen droge voeten houden. Waterschappen bestaan al 800 jaar. Maar met al onze kennis en ervaring staan we – nog of weer – ver af van de beleving van de mensen voor wie we bezig zijn.” WAT? “Wij willen die afstand verkleinen, weten wat leeft bij iedereen die langs de rivier woont en werkt of er op een andere manier bij betrokken is. Onder hen houden we elke twee jaar een uitgebreide enquête. Alle resultaten zijn straks voor iedereen op een website inzichtelijk. Intern doen we dat nu al via een soort ‘dashboard’ met metertjes. Zo’n meetsysteem hebben we samen met onze counterpartners in Zuid-Afrika ontwikkeld. Na het afschaffen van de apartheid was ‘participatie’ het adagium van de nieuwe maatschappij. Met andere woorden: de behoeften van de samenleving waren leidend. Waar men daar leerde van onze ­technische kennis, leerden wij ‘hoe’ je participatie kunt inzetten. In het kader van die gezamenlijke ­activiteiten onderzoeken we samen met wetenschappers van de Universiteit van Utrecht welke sociale, technische, ecologische, economisch en politieke indicatoren bij waterbeheer een rol spelen. En hoe je het managementproces aan de hand daarvan kunt bijsturen. Onze ­wereld is breder dan de techniek. We mogen de mensen erachter niet vergeten.”


3

INHOUD NR2 FEBRUARI 2017

Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)

4 14 22

VASTE RUBRIEKEN 4 WAT WIL DE WATERSECTOR NA 15 MAART? 14 HOE BEVERS DE WATERSCHAPPEN TELKENS FOPPEN 22 DE UITDAGING VOOR WATERTECHNOLOGEN IN ZEEWATERAQUARIA 30 WAT KOST WATER ONS EIGENLIJK?

8 HOOGSTANDJE Overstroombare brug van 200 meter bij Zwolle 10 WATERTECHNIEK • Programma Aqua Nederland Vakbeurs en RioleringsVakdagen • Nieuwe pomp in gemaal laat vuilbalen ­passeren • Oasen meet waterkwaliteit met mobiele monitor 18 NEW BUSINESS • Gezamenlijke AWZI van vier bedrijven van start in Tilburg • Zelf drinkwater maken uit regenwater 27 WATERNETWERK • Mijn impressie: Rioned-dag 2017 • Personalia/Agenda 34 WATERWETENSCHAP • Het nieuwe zuiveren: DNA-analyse van ­rioolwater • Besmet drinkwater: met simulaties de bron bepalen 38 KIJK OP H2O-ONLINE Overzicht van de nieuwste vakartikelen op h2owaternetwerk.nl

30

NR2-FEBRUARI 2017

COLOFON Maandblad H2O, H2O-Online, Water Matters en H2O Video zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER Monique­­ Bekkenutte (KNW) HOOFD­REDACTEUR Roel Smit ­ REDACTIE Peter Boorsma, Loes Elshof, Jaap Hoeve, Marloes ­Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte L ­ eenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters, ­Barbara S ­ chilperoort, Dorien ter Veld, M ­ artien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel R ­ EDACTIEADRES Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, e-mail: redactie@vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Berber Bijma, Jaap Hoeve, Kees Jan van Kesteren, Hans Klip ­ REDACTIERAAD René Arninkhof, ­ ­ Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin,Henk Dekker, H ­ enriëtte van Ekert, A ­lice Fermont, Roberta Hofman-­ ­ Caris, Joost Icke, ­ Warry Meuleman, Johan van ­ Mourik, Jos ­ Peters, Jan Post, Jan ­Roelsma, ­Joris Schaap, ­Peter Schipper, Marlies ­Verhoeven, Marie-José van de ­Vondervoort, Jason ­Zondag VORMGEVER ­Ronald K ­ oopmans ­BLADMANAGEMENT M ­ onique Bekkenutte ­PRODUCTIE Hoeksjan ­Redactie en ­Communicatie ­ADVERTENTIE/MEDIAVERKOOP: Cross Media Nederland, Bart de Wilde en Nick Konings, ­Nieuwe Haven 133, 3116 AC Schiedam, 010-7421020, e-mail: bart@crossmedianederland.com en ­nick@cross medianederland.com DRUK ­Senefelder Misset, Doetinchem A ­ BONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl


4

WAT WIL DE WATERSECTOR VAN EEN NIEUW KABINET? EN GAAT DAT NA DE VERKIEZINGEN OOK GEBEUREN? Tekst Hans Oerlemans Beeld Robin Utrecht / Hollandse Hoogte, iStockphoto

A


A

ACHTERGROND

Op 15 maart zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Als de watersector mocht meeschrijven aan het nieuwe regeerakkoord, wat komt er dan in te staan? Er ligt een zware en hoogst urgente opgave, vinden de koepels in de watersector. Het goede nieuws is dat de politiek dit – in grote lijnen – erkent, van rechts tot links.

H

ans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen verwacht veel van het nieuwe kabinet: “Als je ziet hoe snel de negatieve gevolgen van klimaatverandering nu merkbaar worden, dan moet het kabinet wel met extra maatregelen en middelen komen. Anders halen we de doelen van het Klimaatakkoord nooit. Dit is een nationale opgave waar de waterschappen regionaal aan werken samen met gemeenten en provincies. Binnenkort komen we met een gezamenlijke investerings­ agenda voor het nieuwe kabinet. Het Rijk moet zorgen voor het nationale kader en ons armslag geven.” NAAR DE BRON De waterschappen willen in 2025 volledig klimaatneutraal opereren. Dat kan onder meer door bij de rioolwaterzuivering biogas, warmte, fosfaat en andere grondstoffen terug te winnen. “Maar dan moet het wel mogelijk zijn die producten af te zetten. Nu zijn er nog te vaak juridische en fiscale belemmeringen. De BTW-plicht en vennootschapsbelasting zetten een rem op samenwerking met externe partijen aan maatschappelijke opgaven. Fiscale regels zouden dit juist moeten stimuleren”, vindt Oosters. Waterkwaliteit is een ander urgent thema. In 2027 moet Nederland aan de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water voldoen. “Dat lijkt misschien nog ver weg, maar je moet nu maatregelen nemen om op termijn de positieve effecten te kunnen meten. Het is niet een kwestie van simpelweg de knop omzetten. We ervaren regionaal veel hindernissen om echt een slag te kunnen maken.” > NR2-FEBRUARI 2017

5


6

“Stop vervuiling bij de bron, daar begint het mee. Wat niet in het water komt, hoeven wij er niet uit te halen. Het ­nieuwe kabinet moet hierover harde en te handhaven afspraken maken met de agrarische sector en de industrie. Kijk bijvoorbeeld naar de kwestie van medicijnresten in het oppervlaktewater. Wij vinden dat de farmaceutische industrie hier een verantwoordelijkheid heeft en actief moet werken aan preventie.” Hans Oosters is optimistisch over de kans op een sterke watercomponent in het nieuwe regeerakkoord. “De ­meeste partijen benadrukken de urgentie van ­klimaatadaptatie, energie­ transitie en circulaire economie. Ook lees je in partij­programma’s aansporingen om meer tempo te maken met de verbetering van de waterkwaliteit. Verder ligt er in de Tweede Kamer een initiatief-Klimaatwet waarin de d ­ oelen voor het klimaatbeleid worden vastgelegd. Dat zijn allemaal positieve signalen. Als partijen het ergens over eens kunnen worden, dan moet het wel dit dossier zijn, dat bepalend is voor de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen. Laten de informateurs hiermee beginnen.” ILLEGALE LOZINGEN Ook Vewin, de brancheorganisatie van drinkwaterbedrijven, kijkt met spanning uit naar de kabinetsformatie. Volgens

plaatsvervangend directeur Arjen Frentz loopt Nederland achter de feiten aan en is een ‘stevige impuls’ nodig voor schoon grond- en oppervlaktewater. “De doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water zijn nog lang niet in zicht. Bovendien doen zich ook nu nog regelmatig ernstige incidenten voor. De illegale lozing van pyrazool in de Maas in Zuid-Limburg zorgde ervoor dat drinkwaterbedrijven in 2015 maandenlang geen water uit de rivier konden gebruiken. Helaas is dit geen uitzondering.” Als het nieuwe kabinet waterkwaliteit serieus neemt, dan moet zwaar worden ingezet op de aanpak van de vier grootste bedreigingen: overbemesting, gewasbeschermingsmiddelen, industriële stoffen en medicijnresten. Frentz: “Op ­ initiatief van minister Schultz is eind vorig jaar de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater gesloten. Een ­ stap in de goede richting. Verder heeft Schultz beloofd het drinkwaterbelang te borgen in de uitvoeringsregeling van de Omgevingswet. We zullen haar opvolger op dit punt scherp blijven volgen.” Vindt Vewin dat politieke partijen in hun programma’s voldoende aandacht aan de waterkwali­ teit besteden? “We zien dat enkele partijen daarover concrete voorstellen doen zoals D66, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie en de Partij

KIES(WATER)KOMPAS 2017

WAT STAAT IN DE VERKIEZINGSPROGRAMMA’S?

maken aan de bestuurlijke zelfstandigheid van de waterschappen en deze onderbrengen bij de provincie. Andere partijen prijzen

Bij één partij (PVV) komt ‘water’ in het

Sommige voegen daar concrete maatrege-

de waterschappen juist de hemel in: ‘een

geheel niet voor in het verkiezingspro-

len aan toe. Zo noemen PvdA, PvdD,

belangrijke troef in onze permanente strijd

gramma 2017-2021. Geen verrassing bij

ChristenUnie, SP en SGP de aanpak van

tegen het water’ (VVD) en ‘van enorme

een tekst van amper één A4. Op de 65

medicijnresten in het oppervlaktewater.

waarde en betekenis’ (CDA). Wel heeft

pagina’s toekomstvisie van Groen Links

De PvdA pleit voor verplichte waterfil-

50PLUS een puntje van kritiek: “Het is

(12.000 woorden) komt water slechts drie

ters bij ziekenhuizen, terwijl de SGP de

oneerlijk om de afvalzuiveringsheffing voor

keer voor. Dat is dan weer wel verrassend.

farmaceutische industrie wil laten mee-

tweepersoonshuishoudens in rekening te

Koploper is de SGP met 45 vermeldingen

betalen aan de zuivering. Verder pleit de

brengen op basis van drie vervuilingseen-

op 81 pagina’s. Hoog scoren ook Christen-

PvdA voor het weren van microplastics uit

heden.” Verder wil D66 de geborgde zetels

Unie (38), PvdD (33), D66 (32) en PvdA (27).

cosmetica en wasmiddelen, maar ook voor

in het waterschapsbestuur afschaffen

meer groene daken en openbaar groen

en de dijk- of watergraaf voortaan recht-

Belangrijker dan de kwantiteit is de inhoud. om de wateroverlast van ‘plensbuien’ te Veel partijen spreken in algemene zin over

­verkleinen.

streeks laten kiezen door de ingezetenen. Een ander opmerkelijk punt van D66 is de suggestie om in grensgebieden maatrege-

het grote belang van klimaatdoelen, energietransitie, veilige dijken, schoon opper-

Dijkgraaf kiezen

len in het waterbeheer ook over de grens te

vlaktewater en voldoende zoet water.

De SP wil nog als enige partij een einde

nemen als dat goedkoper en efficiënter is.


ACHTERGROND voor de Dieren. Zo wil de PvdA s­ chadelijke gewasbeschermingsmiddelen verbieden en wil D66 iedere p ­roducent ­verantwoordelijk stellen voor het eigen afval. Wie niets doet aan hergebruik, moet voor de maatschappelijke ­ kosten opdraaien, vindt D66. Waterkwaliteit zou hoog op de politieke ­agenda moeten staan. Het is een thema dat alle ­Nederlanders in gelijke mate aangaat.” Als laatste punt noemt Arjen Frentz de uiterst traag verlopende afschaffing van de precariobelasting. “Vewin vindt het onacceptabel dat gemeenten nog tien jaar lang deze ondoorzichtige belasting op ondergrondse leidingen mogen heffen. Onze klanten worden gebruikt om via een omweg gaten in de begroting van gemeenten te dichten. Bovendien hebben door een aanpassing van het wetsvoorstel nog eens 125 gemeenten op de valreep deze precarioheffing ­kunnen invoeren. Het nieuwe kabinet moet dit zo snel mogelijk ­repareren.” WATER VOOR DE INDUSTRIE Roy Tummers is directeur Water van de VEMW, de vereniging van zakelijke gebruikers van water, gas en elektriciteit. Ook hij heeft een agenda voor het nieuwe kabinet, maar wel vanuit een iets ander perspectief. Hij maakt zich zorgen over de aantrekkelijkheid van Nederland voor waterafhankelijke

bedrijven. “Water is een cruciale vestigingsfactor. Het kabinet moet actief inzetten op versterking van de concurrentie­ positie van waterafhankelijke bedrijfstakken. Bedrijven moeten ruimere mogelijkheden krijgen om duurzaam met water te ondernemen.” Dat kan volgens Tummers als maximaal wordt ingezet op doelmatiger waterbeheer en op meer ruimte voor innovaties. “Wij schatten in dat besparingen mogelijk zijn tot circa 1 miljard euro per jaar. Als dit wordt verzilverd, blijft het ­waterbeheer ook in de toekomst betaalbaar. B ­ esparen kan onder meer door waterzuiveringen voortvarend om te b ­ouwen tot energie- en grondstoffenfabriek en door hemelwater buiten de rioolwaterzuiveringen te houden. ­Verder is er winst te boeken met nieuwe technologieën voor ­waterzuivering en databeheer. Het kabinet moet dit actief ­stimuleren.” Tot slot noemt Tummers het veiligstellen van de zoetwater­ voorziening voor bedrijven. “We zien dit steeds meer gevaar lopen met het toenemen van extreem droge en hete ­periodes. De schade is enorm als bedrijven stil komen te liggen door gebrek aan zoetwater. De politiek heeft daar weinig oog voor.” |

Muskusrat

mag niet ten koste gaan van de water­

paar alarmerende zinnen de gevaren op

De PvdD herhaalt het pleidooi om een ein-

voorraden.

die ons land bedreigen: “De zeespiegel stijgt stukje bij beetje. Rivieren moeten

de te maken aan de jacht op muskusratten. “Jaarlijks sterven zo’n 100.000 muskus-

De VVD vindt dat niet alleen naar de land-

steeds meer water verstouwen. Veengron-

ratten een zinloze en gruwelijke dood in

bouw moet worden gewezen als veroorza-

den klinken in. Dijken verzakken. Hoos­

een klem of verdrinkingsval.” Een ander

ker van nutriënten in het oppervlaktewater.

buien zorgen voor onderstromende kelders

herkenbaar PvdD-standpunt: “Grondwater-

Ook andere bronnen moeten in beeld

en akkers. En zout water rukt op.”

standen worden niet langer aangepast aan

komen. Voldoende zoet water is één van de

Het lijkt wel de synopsis van Als de dijken

de landbouw, maar aan de behoeften van

grootste strategische uitdagingen van deze

breken, seizoen 2. Paradoxaal genoeg zijn

de natuur.”

eeuw, schrijft het CDA. “Wij accepteren

deze tastbare dicht-bij-huis risico’s voor

de verzilting van belangrijke landbouwge-

de meeste kiezers een ver van mijn bed

GroenLinks wil een verbod op bestrijdings-

bieden niet. In waterrijk Nederland moet

show, terwijl andere veel minder grijpbare

middelen als neonicotinoïden en glyfosaat,

het mogelijk zijn om voldoende zoetwater

gevaren de debatten rond de verkiezingen

“zodat we bijen en hommels beschermen

beschikbaar te houden voor de voedselpro-

en het stemgedrag bepalen.

en schadelijke doorwerking in het hele

ductie.”

ecosysteem voorkomen.” Voor de SP zijn de

H2 O heeft de (concept)-programma’s onder

veiligheid en kwaliteit van het drinkwater

Als de dijken breken

de loep genomen van de tien partijen die in

altijd leidend bij het gebruik van de bodem.

De SGP spreekt ouderwets over de strijd

2012 zetels haalden bij de Tweede Kamer­

De winning van zout, gas of aardwarmte

tegen het ‘wassende water’ en somt in een

verkiezingen.

NR2-FEBRUARI 2017

7


8

O

HOOGSTANDJE

H2

OVERSTROOMBARE BRUG IN ZWOLLE Een nieuwe oeververbinding zorgt sinds december voor de bereikbaarheid van een deel van de uiterwaarden bij Zwolle. In dit weidse rivierenlandschap zou een hoge brug misstaan. De oplossing? Een lage, overstroombare brug. Tekst Charlotte Leenaers | Fotografie Marcel Molle De brug, die 200 meter lang is, blijft tijdens een overstroming in principe toegankelijk


9

Opvallend onzichtbaar in een weids rivierenlandschap

De Vier jaar is in Zwolle gewerkt aan twee projecten van het programma Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat. Op 14 december was minister Schultz van Haegen aanwezig bij de feestelijke oplevering op de nieuwe overstroombare brug. ‘Ruimte voor de Rivier’ bestaat uit meer dan 30 projecten waarbij de Nederlandse rivieren meer ruimte krijgen om de alsmaar toenemende hoeveelheden rivierwater af te voeren. Naast een verbeterde veiligheid tegen overstromen, leveren deze projecten ook vaak kansen op voor natuur en recreatie. Zo ook in Zwolle, waar in de uiterwaarden van de Scheller en Oldeneler Buiten­ waarde nieuwe geulen zijn gegraven. Even verderop bij Westenholte is de dijk over een lengte van ruim twee kilometer zo’n 300 meter verlegd en is in natuurgebied de Vreugderijkerwaard een nieuwe nevengeul gegraven. Om drie huizen en het natuurgebied aan de overkant van deze nieuwe geul bereikbaar te houden was ook een nieuwe oeververbinding nodig. “Een hoge brug zou misstaan in het bijzondere landschap en zou ook een flinke kostenpost betekenen”, vertelt Victor Frankena, technisch manager Ruimte voor de Rivier van waterschap Drents NR2-FEBRUARI 2017

Overijsselse Delta. “Daarom is gekozen voor deze lage, overstroombare brug. Maar ook een lage brug vraagt om een zorgvuldige inpassing in het landschap. Daarom hebben we architectenbureau ipv Delft gevraagd om een visie op te stellen op de landschappelijke inpassing. Dat heeft geleid tot een ontwerp waarbij de brug samen met de wegen in het gebied een vloeiende lijn vormt en zo min mogelijk opvalt in het landschap.” De 200 meter lange brug loopt naar de overzijde van de nieuwe nevengeul en gaat laag over het water. De brug sluit met een ruime bocht aan op de nieuwe weg op de oude, verlaagde dijk. Het hoogteverschil van een meter tussen de beide oevers wordt geleidelijk over de hele lengte van de brug overwonnen. “Voor de ontwerpers van de brug heeft de overstroombaarheid geen hoofdbrekens opgeleverd. Lastiger was het om het slank profiel, in de vorm van een vliegtuigvleugel, te laten voldoen aan de constructieve eisen”, vertelt F ­ rankena. “Er is gekozen voor materialen die passen binnen de natuurlijke omgeving van de brug en die minimaal onderhoud vergen. Zo is de brug van beton en is in plaats van asfalt een slijtlaag toegepast. De leuningen zijn gemaakt van het duur-

zame en geïmpregneerd accoya-hout dat honderd jaar mee zou moeten gaan en zelfs de kleur van het beton is aangepast aan de natuurlijke omgeving. Het is niet alleen een waterbouwkundig kunstwerk, het is een echt kunstwerk geworden.” Een paar keer per jaar zal het brugdek overstromen en de verwachting is dat het meestal beperkt blijft tot tien tot twintig centimeter water op het rijdek. Maar tijdens meer extreme omstandigheden kan dat oplopen tot ruim twee meter. “Mocht er een keer een zware boomstam tegen de reling van de brug belanden, dan zorgen breekbouten ervoor dat de reling bij de bevestiging afbreekt zodat de schade aan de brug beperkt blijft.” De weg blijft tijdens een overstroming in principe open en bestuurders moeten zelf inschatten of ze door het water ­willen rijden. “De relingen geven voldoende houvast om koers te houden en niet van de weg te raken. Laatst zag ik een Tesla over de brug rijden. Ik weet niet of die bestuurder er goed aan doet om door het water te gaan rijden, maar het is niet verboden. De bewoners beschikken overigens over een boot voor het geval de waterstand echt te hoog is om over de brug te rijden.”


10

21-23 MAART: AQUA NEDERLAND VAKBEURS EN RIOLERINGSVAKDAGEN IN GORINCHEM

Van dinsdag 21 tot en met donderdag 23 maart worden in de Evenementenhal Gorinchem de jaarlijkse Aqua Nederland ­Vakbeurs en ­RioleringsVakdagen gehouden. De beursvloer is vergeleken met vorig jaar 1.000 vierkante meter groter. Er zijn meer dan 300 exposanten en er worden circa 10.000 bezoekers verwacht. De beurs is dagelijks geopend van 12.00 tot 20.00 uur.

Nieuw is ook een kennis­theater op het beursgedeelte van RioleringsVakdagen, waar de Stichting IKN ­enkele ­inhoude­lijke sessies zal verzorgen. H2O is ook dit jaar weer mediapartner van de Aqua Nederland Vakbeurs en ­RioleringsVakdagen. Samenwerkingsovereenkomst Evenementenhal en branchevereniging ENVAQUA ondertekenden eind vorig jaar een nieuw samenwerkingscontract voor de jaarlijkse Aqua Nederland Vakbeurs. Deze samenwerking wordt aangegaan voor de periode van minimaal drie jaar (tot en met de beurseditie in 2019). Deze meerjarige ­samenwerking heeft als belangrijke doelstelling te profiteren van de kansen voor verbreding van het profiel van de vakbeurs.

Tijdens twee van de drie beursdagen (woensdag 22 en donderdag 23 maart) vindt in de ochtenduren de Nationale Watertechnologieweek plaats. Frank Buijs, directeur De Evenementenhal: één keer per jaar de plek om alles te zien op Ook deze is – net als voorgaande ­ENVAQUA: “Beide partijen het gebied van watertechnologie jaren – in de Evenementenhal. spreken de ambitie uit om het Op woensdag 22 maart staat beursprofiel te verbreden naar het programma in het teken van afvalwater (communaal en milieutechnologie. Deze ambitie ­weerspiegelt de achterban van ­industrieel), op donderdag 23 maart gaat het om drink- en milieu- en watertechnologiebedrijven bij ­ENVAQUA. Zo wordt de proceswater en industriële toepassingen. De organisatie van de jaarlijkse vakbeurs hét contactmoment in de branche.” Nationale Watertechnologieweek is in handen van Netherlands Om de komende jaren hierop in te spelen, geven EvenementenWater Partnership (NWP), Water Alliance en ­brancheorganisatie hal en ENVAQUA de opdracht voor een extern onderzoek naar de ENVAQUA. Aan het programma van beide dagen wordt op dit kansen en uitdagingen voor exposanten en potentiele exposanten moment nog gewerkt. op het gebied van water- én milieutechnologie voor zover relevant in relatie tot Aqua Nederland Vakbeurs. Buitentterrein Om Aqua Nederland Vakbeurs te blijven ontwikkelen, stellen De Aqua Nederland Vakbeurs werd in 2016 voor het eerst uitgeEvenementenhal en ENVAQUA een raad van advies in, die desgebreid met demonstraties op het buitenterrein. Dit gaf beursdeelvraagd advies geeft over de organisatie van de vakbeurs. De raad nemers nieuwe mogelijkheden om ook de grootste producten te van advies heeft leden die de belangen vertegenwoordigen van presenteren. Het demonstratieterrein wordt in maart, anders dan onder andere bezoekers, exposanten en mediapartner(s) binnen in 2016, gesitueerd aan de voorzijde van de Evenementenhal. de branche. Nieuw dit jaar is de zogenoemde ‘Must See Route’. Deze route leidt bezoekers langs innovaties of interessante ontwikkelingen op Meer informatie over de Aqua Nederland Vakbeurs, RioleringsVakhet gebied van watermanagement, watertechnologie of waterdagen en de Nationale Watertechnologieweek op de websites. behandeling, Bezoekers krijgen bij binnenkomst een plattegrond www. evenementenhal.nl waarop deze route staat aangegeven. www.nationalewatertechnologieweek.nl


WATERTECHNIEK

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

NIEUWE POMP IN GEMAAL VAN DELFT LAAT VUILBALEN PASSEREN Vuilbalen veroorzaken veel verstoppingen bij rioolgemalen

Naar het voorbeeld van waterschap Scheldestromen heeft het hoogheemraadschap van Delfland een nieuw type pomp geïnstalleerd op het hoofdgemaal in Delft: de pomp laat forse vuilbalen passeren met minder verstopping als gevolg. “Kijk, een dood schaap”, zeggen operators als ze weer een keiharde, wittige baal aantreffen in het hoofdgemaal. Het sliertige beest is in werkelijkheid een samengeperste, door hoge temperatuur ineengesmolten homp van synthetische toiletdoekjes. Het vormt de grootste boosdoener van verstoppingen bij veel hoofdgemalen van rioolwaterzuiveringen. Om stankoverlast in woonwijken te beëindigen, heeft het hoogheemraadschap van Delfland in het verleden besloten om bij de eindgemalen niet langer ongewenste objecten uit het riool te vissen. Afvalwater ging voortaan direct door naar de AWZI. Maar mensen zijn steeds meer synthetische toiletdoekjes gaan gebruiken en spoelen deze vaak door de wc. Hierdoor namen de verstoppingen bij hoofdgemaal Delft de afgelopen jaren fors toe, gemiddeld drie per week. Met arbeidsintensieve schoonmaak­ acties tot gevolg; zes mensuren zijn nodig om het weerspannige vuil te verwijderen uit een van de drie pompen. “En daarbij bestaat er wel interessanter werk dan aan ­rioolafval te trekken middenin stinkend, rondspetterend water”, zegt Ferry Spaans, operator van Delfluent Services, dat de AWZI’s ­Harnaschpolder en Houtrust voor het hoogheemraadschap van Delfland exploiteert. Tijdens de schoonmaak is de pompcapaciteit verminderd.

“Automatisch wordt dan de reservepomp opgestart, maar als er dan nog een pomp uitvalt, kan het hoofdgemaal de toevoer mogelijk niet meer aan. Dit geeft risico op riooloverstort.” Wokkelvorm “We zijn op bezoek gegaan bij collega’s van water­schap Schelde­ stromen in Vlissingen die hetzelfde probleem hadden. Een ander type pomp heeft daar de verstoppingen sterk teruggebracht.” Dit apparaat heeft een ‘éénkanaalswaaier’ in een wokkelvorm, zoals het bekende zoutje. Deze pompen zijn in staat om vuilbalen tot 23 centimeter doorsnede zonder morren te laten passeren. Na de toepassing van een slijtvaster (harder) materiaal in de holvormige kegel waarin de wokkel draait, heeft Delfluent Services dit type gekozen. “Een pomp werkt alleen optimaal bij de juiste aanstroomsnelheid, tussen de 0,8 en 1,5 meter per seconde genereert voldoende trekkracht,” zegt reliabilty engineer Arne Vermeulen. Om meer stroomsnelheid te creëren, is de toestroomopening naar de pompen vernauwd. Ook is de ruimte rond de zuigmond in de ontvangstkelder geoptimaliseerd. Verder is bepaald hoeveel rioolwater boven de zuigmond mag staan. Vermeulen: “Niet te weinig, dan vermindert de waterdruk. Niet te veel, want dan verliest de kelder zijn bufferfunctie voor het gemeentelijke stelsel (dat rioolwater toevoert met behulp van vrij verval).” Na drie weken proefdraaien is er nog geen verstopping geweest. “Het bewijst weer dat kennisdeling met collega’s ontzettend belangrijk is”, stelt Spaans.

PWN KRIJGT CERTIFICERING VOOR ASSETMANAGEMENT PWN is als eerste drinkwaterbedrijf in ­Nederland gecertificeerd voor de norm NEN-ISO55001 voor assetmanagement. Met deze internationaal erkende certificering wil PWN haar inspanningen en deskundigheid op het gebied van asset­management aan­ tonen, zo meldt het drinkwaterbedrijf. In 2012 is PWN samen met adviesbureau Mainnovation het traject gestart dat heeft geleid tot dit certificaat, uitgegeven door KIWA, de onafhankelijk certificerende organisatie die de audits bij PWN

NR2-FEBRUARI 2017

heeft afgenomen. Dirk Konijnenberg, lead auditor bij KIWA: “PWN beschikt over een robuust assetmanagementsysteem dat voldoet aan de gestelde normeisen en voldoende kader biedt voor analyse en verbeteringen van haar assets en assetsprestatie.” Op basis van de erkende VDMXL-methode van Mainnovation is PWN er als organisatie in geslaagd om het assetmanagement te professionaliseren en door dit extern te laten toetsen aantoonbaar te maken voor klanten en stakeholders.

11


12

NIEUWE EDITIE VAN GRONDWATER­ZAKBOEKJE

Opstelling met twee zeefbochten boven de beluchtingstank van rioolwaterzuivering Ommen

Nog net in 2016 is de tweede editie van het Grondwaterzakboekje van Bram Bot verschenen, onder de naam Gwz2016. De omvang van dit compendium voor de grondwaterpraktijk is hiermee verdubbeld ten opzichte van de editie uit 2011. De uitbreiding is voor een belangrijk deel ontstaan aan de hand van interviews met experts op deelgebieden. De informatie is omgezet in een vorm die direct bruikbaar is voor de praktijk. In het Gwz2016 wordt uitgebreid verwezen naar bronnen en aanvullende informatie (anders dan in de eerste editie). www.grondwaterzakboekje.nl

ONDERZOEK NAAR ‘ACTIEVER ACTIEF SLIB’ MET ZEEFBOCHT IN OMMEN Een robuust en eenvoudig systeem om de capaciteit in een rioolwaterzuivering te verhogen, energie te besparen en grondstoffen als cellulose terug te winnen. Dat is het idee achter de zeefbocht die rioolwaterzuivering Ommen van waterschap Vechtstromen sinds december in bedrijf heeft. Deze verwijdert de niet actieve delen uit het actief slib van de beluchtingstank.

DELTARES WERKT SAMEN MET TAIWAN Om hun internationale impact te vergroten gaan Sinotech Taiwan en Deltares nauwer samenwerken. Vorige maand is daarom bij de Netherlands Trade en Investment Office (NTIO) in Taiwan een ­samenwerkingsovereenkomst tussen beide instituten getekend. Sinotech en Deltares willen vooral gaan samenwerken op het gebied van stedelijke overstromingsbescherming, blauw-groene infrastructuur, grondwatermanagement, bodemdaling en landverschuivingen. Eerder al sloot Deltares samenwerkingsovereenkomsten af met twee universiteiten in Taiwan (NCTU en NCKU). De samenwerking heeft betrekking op projecten in Nederland, Taiwan en de regio Zuidoost-Azië.

Een zeefbocht voor het zeven van actiefslib is een innovatief concept dat als alternatief kan dienen voor een fijnzeef voor influent die de laatste jaren op rioolwaterzuivering in opkomst is. Zeven van actiefslib vraagt minder capaciteit en is eenvoudiger in te passen. Met het pompen van actiefslib over een zeefbocht worden deeltjes, zoals cellulosevezels, uit afvalwater verwijderd. In 2015 is dit op de rioolwaterzuivering Sleen van waterschap Vechtstromen kortdurend onderzocht met een kleine testzeefbocht. Uit deze test is gebleken dat een belangrijk gedeelte van de inerte fractie van het slib, zoals cellulosevezels en haren, met een zeefbocht met een spleetwijdte van 0,5 millimeter uit het actief slib kan worden verwijderd. Het slibgehalte in de beluchtingstank zou hierdoor 10 tot 20 procent kunnen dalen, waardoor minder energie nodig is of ruimte ontstaat voor het verwerken van extra afvalwater of de extra ruimte gebruikt kan worden voor verdergaande zuivering. Tijdens de twaalf maanden durende proef op rioolwaterzuivering Ommen wordt een intensief monitoringsprogramma uitgevoerd om het effect van de zeefbocht op het zuiveringsproces, de bedrijfsvoeringaspecten en de mogelijkheden voor grondstofterugwinning vast te stellen. De proefopstelling is na afloop van de test inzetbaar op andere rioolwaterzuiveringen. Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan zuiveringsinstallaties van de mede-initiatiefnemers van het onderzoek, namelijk hoogheemraadschap van Rijnland en Waterschapsbedrijf Limburg. Een zeefbocht­ installatie heeft een modulaire opzet en kan relatief eenvoudig worden vergroot of verkleind. De positieve test op de rioolwaterzuivering Sleen en positieve laboratoriumtesten bij hoogheemraadschap Rijnland en Waterschapsbedrijf Limburg hebben geleid tot een gezamenlijk onderzoekstraject met de start van de praktijkproef in Ommen.


WATERTECHNIEK

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

Stagiair Xuan Li van de TU Delft aan het werk bij de aanhangwagen van Oasen

EERSTE TOTAAL CHLOOR-SENSOR ZONDER MEMBRAAN

OASEN WERKT MEET WATERKWALITEIT MET MOBIELE MONITOR Drinkwaterbedrijf Oasen heeft een mobiele waterkwaliteitsmonitor ontwikkeld. Vanuit een aanhangwagen kan de waterkwaliteit op diverse punten worden ­gemeten. Oasen wil met de mobiele monitor meten hoe de waterkwaliteit zich in de loop van de dag ontwikkelt in het leidingnet. “We weten precies wat de kwaliteit van het water is als het de zuiveringsinstallatie verlaat, maar niet hoe het kilometers verderop uit de leiding komt en wat er onderweg precies gebeurt met de watersamenstelling”, vertelt Gang Liu. Hij is onderzoeker bij Oasen en voerde de afgelopen maanden ­samen met stagiair Xuan Li van de TU Delft tests uit met het mobiele monitoring­ systeem. Een belangrijk voordeel van de mobiele monitor is dat het leidingwater bij speciale meetpunten gemeten kan worden en dat de onderzoekers de Oasen-klanten daarvoor niet hoeven te storen. Gewoonlijk wordt de drinkwaterkwaliteit gemeten door bij willekeurige gebruikers aan te bellen en watermonsters uit de kraan te halen. Gang Liu: “We hoeven dus nu geen huizen meer binnen te gaan. Bovendien meet ons systeem 24 uur per dag online de waterkwaliteit. Waar we normaal water van één tijdstip uit één kraan hadden, kunnen we nu de verschillen monitoren tussen het water om 9 uur en 12 uur op precies dezelfde plek.” Een van de aanleidingen voor het ontwikkelen van de mobiele monitor is de overgang van zuivering via zandfiltratie naar zuivering via membraanfiltratie. Die overgang maakt Oasen de komende tijd. Met het Online Particle Sampling System, zoals de mobiele monitor officieel heet, kunnen onderzoekers bijhouden wat die overgang doet met het de kwaliteit en samenstelling van het water. De aanhangwagen zal de komende tijd continu in gebruik zijn en steeds twee à drie dagen op dezelfde plek blijven. In de loop van dit jaar is onderzoek gepland op diverse plekken in het voorzieningsgebied van zuiveringsstation Schuwacht in Krimpen aan de Lek en De Hoogte Boom in Kamerik. De afgelopen tijd zijn testen uitgevoerd in Lekkerkerk, in het voorzieningengebied van Schuwacht.

NR2-FEBRUARI 2017

Het bedrijf Kuntze uit Düsseldorf claimt erin geslaagd te zijn een totaal chloor-sensor zonder membraan te ontwikkelen: de Zirkon DIS Total. In Nederland wordt het product op de markt gebracht door Pro Water. Anders dan bij de conventionele membraanelektrode voor totaal chloor is deze nieuwe elektrode onderhoudsarm (geen vervanging van membraan en elektrolyt nodig), eenvoudig te reinigen en kan ze onder druk worden ingezet. Naast zwembaden, waar totaal chloor en vrij chloor belangrijke parameters zijn, is de sensor ook geschikt voor metingen in de industrie. Omdat industrieel water niet voor drinken of zwemmen wordt gebruikt, is hier een heel gamma aan biocides toegestaan. Desinfectie heeft voornamelijk tot doel om de vorming van biofilm te voorkomen. Deze biofilm kan onder andere leidingen verstoppen, de werking van warmtewisselaars verminderen en (in open koelsystemen) het gevaar van de verspreiding van ziekte­ kiemen (zoals legionella) vergroten. Vanwege corrosiebescherming ligt de pH-waarde in deze systemen meestal ruim boven de 8, waardoor vrij chloor niet geschikt is voor de desinfectie. Chloor-broom-combinaties werken wel bij deze pH-waarden en zijn bovendien met een vrij chloor-sensor te monitoren. Zijn deze producten echter door toevoegingen gestabiliseerd dan zal het signaal van de vrij chloor-sensor verminderen bij stijgende stabilisatorgehalten. Wordt de stabilisator niet separaat en op volume gedoseerd dan is een regeling middels vrij chloor-meting niet mogelijk. Hier heeft men een totaal chloor-sensor nodig. www.prowater.nl

13


A

14

DE BEVER

IS BACK! MOETEN WE DAAR BLIJ MEE ZIJN? Tekst Dorine van Kesteren Beeld iStockphoto.


A

ACHTERGROND

Het gaat goed met de bever in Nederland sinds de herintroductie in de jaren tachtig. Maar dit ecologische succes heeft ook een keerzijde. Bevers ondergraven dijken en met hun dammen verstoren ze het waterbeheer. Een lastig dilemma voor de waterschappen: wat te doen als een beschermd dier wateroverlast veroorzaakt en de veiligheid in gevaar brengt? ange tijd mochten katholieken alleen vis eten op vrijdag. De enige geoorloofde uitzondering gold voor bevervlees. Bevers leven in water, luidde de creatieve redenering, en dus kon je hen net zo goed als vis beschouwen. Na dit besluit van de achttiende eeuwse paus Benedictus XIV intensiveerde de jacht op het grootste Europese knaagdier, en na 1826 gold de bever officieel als uitgestorven in Nederland. Ruim anderhalve eeuw later kwam echter het inzicht dat bevers een belangrijke rol spelen in het ecosysteem. Door bomen om te knagen, zorgen ze voor lichte, open plekken in het bos, waar bloemen en planten kunnen groeien. Ook de dammen in het water geven de biodiversiteit een boost: libellen, kikkers, vissen, reigers en ooievaars komen erop af. Daarom werd de bever in 1988 opnieuw uitgezet in de Biesbosch, gevolgd door uitzettingen in natuurgebied de Gelderse Poort bij Nijmegen (1994), de Limburgse Maas (2002) en in Drenthe en Groningen (2008). Sindsdien heeft hij zijn plek in de natte, bosrijke natuur definitief heroverd. OVERLAST Maar de geslaagde reïntegratie is niet alleen een succesverhaal. Bevers veroorzaken namelijk ook overlast. Ten eerste beïnvloeden ze het waterpeil met hun dammen. In het opgestuwde water bouwen zij onder water een ingang naar hun burcht. Dan zijn ze veilig voor roofdieren en kunnen ze onder water een voedselvoorraad aanleggen voor tijdens vorstperiodes. “Bevers doen actief aan peilbeheer. Achter de dam stijgt het waterpeil, waardoor de aan de beek grenzende landbouwpercelen te maken krijgen met wateroverlast”, zegt Henk Post, directeur van waterschap Drents Overijsselse Delta. “Als 2 tot 3 hectare landbouwgrond onder water komt te staan, loopt dat aardig in de papieren”, aldus ecoloog, onderzoeker en adviseur Gijs Kurstjens. Bevers richten ook schade aan door hun vraat aan (fruit)bomen en gewassen als maïs en suikerbieten. De ernstigste vorm van overlast ontstaat als zij holen graven in waterkeringen. “Bevers kunnen gangen van maar liefst 20 meter graven, die soms onderling in verbinding staan en kamers hebben tot 80 centimeter hoog. In tegenstelling tot dammen in beken zie je holen in dijken niet zo gemakkelijk – en dat maakt het gevaarlijker. Het risico is het grootste bij waterkeringen die direct aan open water grenzen en waar zacht hout, zoals wilgen, langs de waterkant staat”, vertelt Marcel Cox, ecoloog bij waterschap Aa en Maas. > NR2-FEBRUARI 2017

De ernstigste vorm van overlast ontstaat als zij holen graven in waterkeringen

15


16

Werk van de bever in de buurt van de IJssel bij Zwolle

Complicerende factor bij de aanpak van bevers is de beschermde status van het dier

BEAVER DECEIVER Om de natschade te bestrijden, verlagen de waterschappen de dammen of plaatsen er een beaver deceiver in. Dit is een drainagebuis met gaatjes, die het water mondjesmaat afvoert. De ingang van de burcht blijft onder water staan, maar de boer heeft geen wateroverlast meer op zijn perceel. Een andere optie is om de gronden die grenzen aan beverburchten in te richten als natuurgebiedjes – en dus niet als agrarische grond – en de oevers te verbreden. Vilmar Dijkstra, beverdeskundige bij de Zoogdierenvereniging: “Je kunt ook een kleine zijtak aan de beek aan te leggen en die zo inrichten – voldoende diep en steile oever – dat de bever geen dam nodig heeft om voldoende waterdiepte te verkrijgen. Inmiddels hebben we zoveel kennis dat we een ideale leefomgeving kunnen creëren. Net als dat we een gebied zo kunnen inrichten dat het juist níet geschikt is voor bevers. Door boom- en struiksoorten te gebruiken die ze niet nauwelijks kunnen verteren, zoals zwarte els, in plaats van wilg, waar ze dol op zijn.” Graafschade in waterkeringen wordt tegengegaan door gaas in de dijken te plaatsen, de dijkoever te verharden of de voet van de dijk te verlengen. Cox (Aa en Maas): “In ons waterschap brengen we de risicoplekken – dijken die direct aan het water grenzen, met veel hout eromheen – in beeld om de situatie te monitoren en tijdig maatregelen te kunnen nemen.” Dijkstra (Zoogdierenvereniging) vindt het jammer dat de ­waterschappen lang niet altijd meteen preventieve maatregelen nemen als zij dijken verbeteren, verzwaren of verleggen. “Waterbeheerders zouden bij iedere d ­ ijkaanpassing moeten nadenken over maatregelen die overlast door ­gravende soorten voorkomen. Dat is immers hét moment om de dijken bever-, beverratten- en muskusrattenproof te maken. Dit kan veel kosten schelen op een later moment.” BESCHERMDE STATUS Complicerende factor bij de aanpak van bevers is de be-

schermde status van het dier. De bever wordt zwaarder ­beschermd dan bijvoorbeeld konijnen en vossen. Verjagen of verstoren mag daarom niet, en het waterschap mag ook de burcht niet vernielen of verplaatsen. In provincies met een speciaal beverprotocol (zie kader), zoals Limburg en Noord-Brabant, is dit onder strenge ­voorwaarden soms wel mogelijk. “In Limburg zijn er wel ­zeventig dammen en wordt elke dag wel ergens ingegrepen”, zegt Gijs Kurstjens, die de provincie en het waterschap in Limburg adviseert over de aanpak van bevers. Cox heeft onlangs een dam verwijderd uit de Oeffeltse Raam, een beek in de Brabantse gemeente Boxmeer. “Deze zomer heeft een bever daar drie tot vier dammen in gebouwd. Het water kwam steeds hoger te staan, en in dit agrarische gebied was al eens eerder sprake van wateroverlast.” Vaak komen de waterschappen hierbij terecht in een heus kat- en muisspel. “Meer dan eens herbouwt de bever zijn dam op precies dezelfde plaats. Het waterschap haalt de dam vervolgens weer weg, en de bever plaatst hem weer terug. Enzovoort. Een kostbare en langdurige exercitie, met doorgaans weinig rendement”, zegt Kurstjens. Cox: “Sommige bevers zijn zo slim, dat ze de drainagebuis weer dichtstoppen.” LIMBURG Nergens gedijt de bever zo goed als in Limburg, dat zo’n 600 van de in totaal 1.700 Nederlandse bevers herbergt. ­Logisch dat nergens anders de problemen ook zo groot zijn. Niet voor niets suggereerde voorzitter Jan Schrijen van het ­Limburgse waterschap Roer en Overmaas onlangs – geïnspireerd door Benedictus? – om bevervlees weer op het streekmenu te zetten. Afgelopen zomer probeerde Limburg nog een aantal overtollige bevers te slijten aan andere provincies, maar die gaven allemaal niet thuis. In het nieuwe Faunabeheerplan van de provincie komt dan ook te staan dat bevers mogen worden gedood als alle maatregelen niet toereikend zijn. Kurstjens: “De strenge beschermde status


ACHTERGROND van het dier is geen reden om op sommige plaatsen niet over te gaan tot actief beheer. Ik verwacht dat deze pragmatische aanpak stand zal houden bij de rechter.” Ook Dijkstra (Zoogdierenvereniging) erkent dat deze richting onontkoombaar is. Hij stelt voor om Nederland in zones te verdelen. “In natuurgebieden mogen bevers zoveel mogelijk hun gang gaan. In bebouwde gebieden met vele kilometers waterkering, waar een overstroming grote gevolgen heeft, kijken we eerst of het gebied ongeschikt te maken is door de beplanting aan te passen. Zo niet, is wegvangen en/of doden een optie. In het grote tussengebied mag dit alleen als ook alle andere preventieve maatregelen redelijkerwijs niet haalbaar zijn.” Cox: “Alle andere Europese landen die de bever h ­ ebben geherintroduceerd, doen aan beverbeheer. Op basis van ­ studies van bijvoorbeeld Wageningen Environmental ­ Research en de Zoogdierenvereniging stel je vast hoe­ veel bevers een bepaald gebied maximaal kan huisvesten. ­Worden het er meer, grijp je in.” Post: “Het zou goed zijn als er op landelijk niveau een plan voor bevermanagement komt, naar analogie van het Beierse model. Met als pijlers: ­preventieve maatregelen, een schadefonds en ingrijpen bij onacceptabele natschade en gevaar voor de veiligheid.”

HET BEVERPROTOCOL

De provincies Limburg, Noord-Brabant en Flevoland hebben er een, en in Drenthe, Friesland en Groningen wordt er hard aan gewerkt: een beverprotocol. Dit protocol, gezamenlijk opgesteld door de provincie en een of meerdere waterschappen, is een bijlage bij de landelijke Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen. Het document geeft een afwegingskader bij de problemen die bevers kunnen veroorzaken. Hierbij is immers vaak sprake van tegenstrijdige belangen: enerzijds is de bever een beschermde diersoort, anderzijds hebben de waterschappen een wettelijke zorgtaak voor het waterbeheer en de veiligheid. Per ­probleemsituatie

GEWAARSCHUWD De waterschappen hebben al geruime tijd geleden gewaarschuwd voor de overlast, stelt Post (Drents Overijsselse Delta). “Wij hebben van meet af aan gezegd: als de herintroductie van de bever een succes wordt, ontstaan er óók ­problemen, en wat gaan we daaraan doen? In die zin is hierover onvoldoende nagedacht, vooral omdat de problemen met de toename van de beverpopulatie alleen maar groter zullen worden. Nu komen landbouwpercelen die onder ­water te staan, maar ik voorspel dat dit over niet al te lange tijd ook voor parketvloeren geldt.” Cox (Aa en Maas): “Omdat de bever in het water leeft, worden de waterschappen al snel als probleemeigenaar gezien. Maar zo werkt het natuurlijk niet.”

– bijvoorbeeld vraatschade aan bomen en gewassen, wateroverlast op landbouwgrond of ongewenste graaf­ activiteiten in waterkeringen – wordt een stappenplan voor ingrijpen gegeven. Het uitgangspunt is om waar mogelijk te kiezen voor de minst vergaande maatregel. Schade en overlast voor­ kómen, is het eerste doel. Als preventieve maatregelen niet toereikend zijn, is een ontheffing van de Flora- en Faunawet nodig (sinds 1 januari 2017: Wet natuurbescherming) om in te grijpen. Het beverprotocol fungeert als ontheffing als de openbare veiligheid in het gedrang komt of het maximumpeil in het oppervlaktewater wordt overschreden. Het waterschap hoeft dan niet formeel een ontheffing aan te vragen bij het provinciebestuur.

Het besef dát er ook problemen zijn, is een deel van de oplossing. Post pleit voor een tweesporenbeleid. “Als waterschap betwisten wij absoluut niet het bestaansrecht van de bever. Bevers horen in Nederland. Maar om draagvlak ­onder de bevolking voor het ecologische succes te behouden, moeten we ook oog hebben voor de schadelijke effecten.” Kurstjens (adviseur Limburgse waterschap) vult aan: “De uitdaging is om maximaal de ruimte te geven aan de bever en zijn ecologische sleutelrol en tegelijkertijd de problemen en de schade tot het minimum te beperken.” | NR2-FEBRUARI 2017

Dat scheelt een hoop tijd, want tegen een besluit tot ontheffing staan bezwaar en beroep open. In noodgevallen kan het waterschap een beverdam of burcht verwijderen en/of de bevers wegvangen en elders in de provincie weer uitzetten (en in Limburg mag de bever ook worden gedood als herplaatsing geen optie meer is, zie artikel). Voorwaarde is wel dat de ‘gunstige staat van instandhouding van de lokale of regionale beverpopulatie’ niet in gevaar komt.

17


18

NEW

BUSINESS

NIEUWE WATERTECHNOLOGIE VAN NEDERLANDSE BODEM Powered by Water Alliance

ALTIJD BLIJVEN VRAGEN: KAN HET ANDERS, KAN HET BETER? Geloven in je verbeelding, stippen zetten op de horizon en daar planmatig naar toe werken. En altijd open blijven staan voor die ene vraag: kan het nog anders, beter en slimmer? Dat is de essentie van innovatie en daar ging het ook om tijdens het internatio­ nale symposium WaterLink, eind januari in Leeuwarden. Een internationale ontmoetingsplaats ter promotie van watertechnologie van Nederlandse bodem. Om te informeren en te inspireren. Er waren sprekers en bezoekers uit zestien landen en het ziet er naar uit dat die internationalisering voorlopig nog wel even doorgaat. In 2018 is Leeuwarden namelijk niet alleen de culturele hoofdstad van Europa, maar laat de stad ook zien een ‘hot spot’ te zijn voor watertechnologie. Om

VOORAF

dat te accenturen is volgend jaar de eerste European Water Tech Week Leeuwarden. Om alvast te noteren: 24 tot en met 27 september 2018. Wie geïnteresseerd is in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van watertechnologie, kan deze rubriek New Business het beste nauwlettend volgen, maar is volgende maand (van 21 tot en met 23 maart) ook van harte welkom op de Aqua Nederland Vakbeurs en de Nationale Watertechnologieweek in Gorinchem (meer hierover op pagina 10 van deze editie). Samen met branchevereniging ENVAQUA en Netherlands Water Partnerschip (NWP) vindt u ons dan onder andere op het netwerkplein. Ik hoop van harte u in maart in ­Gorinchem te ontmoeten. Hein Molenkamp Managing director Water Alliance h.molenkamp@wateralliance.nl

VERNIEUWEND CONCEPT BIOLOGISCHE ZUIVERING Aan de Stegge Bouw & Werktuigbouw uit Goor intro­ duceert een vernieuwend concept voor biologische zuivering. Hiervoor is het bedrijf een exclusieve samenwerking aangegaan met Organica Water uit Boedapest. Het concept is gebaseerd op de groei van biologisch slib op wortelstructuren in een botanische tuin. Deze tuin is volledig afgesloten en architectonisch ontworpen. Een voordeel ten opzichte van conventionele systemen is de beduidend kleinere footprint. Tevens zijn de operationele kosten

aanzienlijk lager. De faciliteit kan behalve als een systeem voor afvalwaterzuivering ook dienen als een systeem voor waterhergebruik of een educatieve inrichting. Het concept is ontwikkeld door Organica Water uit Boedapest en wordt door de nieuwe divisie ADS Water Solutions van Aan de Stegge op de Nederlandse markt gebracht. Dit kan interessant zijn voor onder andere waterschappen, bedrijven en projectontwikkelaars. www.adswatersolutions.com

Water Alliance is een samenwerkingsverband van overheid, kennisinstellingen én bedrijfsleven op het gebied van watertechnologie in Nederland. Water Alliance richt zich vooral op het midden- en kleinbedrijf in de innovatieve en duurzame watertechnologie die wereldwijd vermarkt kan worden. Water Alliance ondersteunt de bedrijven op het gebied van (internationale) matchmaking, netwerken en business development.

Agora 4 8934 CJ Leeuwarden 058-2849044 www.wateralliance.nl


NEW BUSINESS Teksten Hans Klip en Roel Smit

GEZAMENLIJKE AWZI VAN VIER BEDRIJVEN IN TILBURG VAN START In Tilburg is de eerste grootschalige gezamenlijke waterzuivering van bedrijven in ons land van start gegaan. Hier wordt het afvalwater van vier ondernemingen op een energieefficiënte en financieel voordelige manier gezuiverd. “Het is een prachtige en eigenlijk unieke samenwerking”, zegt Bart Kuijpers, manager exploitatie van New Waterbusiness Tilburg (NWB). ‘’De deelnemende partijen vormen een heel goede combinatie.” De afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) is gebouwd door en eigendom van NWB, waarin ENGIE Services en AWT samenwerken. Het bedrijf staat gedurende vijftien jaar garant voor de zuivering van al het afvalwater. De gezamenlijke waterzuivering bevindt zich op het terrein van Fujifilm. De andere bedrijven zijn Agristo, CocaCola en International Flavor and Fragrances. Het afvalwater wordt na zuivering als schoon water geloosd op NR2-FEBRUARI 2017

het Wilhelminakanaal. Door de AWZI komt capaciteit vrij op de communale rioolwaterzuivering Tilburg van waterschap De Dommel. SCHAALGROOTTE INNOVATIEF De gezamenlijke waterzuivering is sinds eind 2016 in bedrijf en bevindt zich momenteel in de opstartfase. De installatie verwerkt bij volledige belasting dagelijks gemiddeld zo’n 10.000 kubieke meter aan afvalwater. Hiervoor wordt een membraan­ bio­reactor gebruikt, vertelt Dick ­Versteeg, die bij NWB verantwoordelijk voor het proces is. “Het afvalwater wordt door triljarden bacteriën gezuiverd. Het schone water wordt daarna door membraanfiltratie gescheiden van de bacteriën. Deze bewezen techniek wordt al op een paar duizend plekken in de wereld toegepast, maar bijna nergens op zo’n schaalgrootte bij een industriële afvalwaterzuivering. Dat is innovatief.”

Versteeg wijst nog op een ander punt. “Het afvalwater van de vier b ­ edrijven is een mooie mix. Zo bevat het water van Fujifilm zeer veel nitraat. Dat wordt gebruikt om onder meer het chemisch zuurstofverbruik in het water van de andere bedrijven af te breken. De zuivering is daarmee zeer efficiënt bij het verbruik van energie.” Er wordt ook gekeken naar mogelijkheden van hergebruik, zegt Versteeg. “Bij twee bedrijven liggen leidingen om het gezuiverde water opnieuw te gebruiken. We zijn tevens bezig met plannen om warmte uit water te winnen.” PARTNERS Het project is financieel aantrekkelijk voor de deelnemende bedrijven, zegt Kuijpers. “Zij besparen kosten, vergeleken met de meer gebruikelijke manieren van zuivering. De bedrijven betalen een vaste waterprijs voor het afnemen en behandelen van hun afvalwater. Hierbij vindt een eerlijke verrekening tussen hen plaats.” Alle partijen zijn enthousiast over de samenwerking, vertelt Kuijpers. “Zij zijn overtuigd van de voordelen en stellen zich als partners op.” Kuijpers noemt ook de positieve bijdrage van waterschap De Dommel. “Het waterschap heeft als belanghebbend adviseur vanaf het begin geparticipeerd. Hoewel er minder heffingsinkomsten zijn, geeft het waterschap aan dat de maatschappelijke voordelen enorm zijn. Behalve duurzaamheid is de verbetering van waterkwaliteit een belangrijke factor.” www.awtwatertreatment.com www.engie-services.nl

19


20

ZELF DRINKWATER UIT REGENWATER MAKEN

Is het mogelijk om regenwater in je eigen woning zo goed te zuiveren dat het eersterangs drinkwater oplevert? Ja, blijkt uit een praktijktest van Mijn Waterfabriek. “Ik wist dat regenwater veilig voor gebruik is, maar had dit resultaat eigenlijk niet verwacht”, zegt Johan Bel, eigenaar van Mijn ­Waterfabriek. “Bij de duurzame watersystemen die we verkopen, hebben wij als uitgangspunt dat het regenwater voor van alles moet kunnen worden gebruikt behalve consumptie.” Dat drinkwater uit regenwater kan worden gemaakt, is natuurlijk niets nieuws. Het bijzondere is volgens Bel de kleine schaal. “Tot nu toe werd aangenomen dat alleen drinkwaterbedrijven drinkwater kunnen maken. We hebben voor het eerst in de praktijk aangetoond dat dit ook kan bij een gebouw dat zelf regenwater zuivert.” TOPKWALITEIT De test is uitgevoerd bij een zelfvoorzienende recreatie­ woning van Sustainer Homes. Het regenwater

wordt in deze woning gezuiverd door een combinatie van membraan- en UV-technologie. Aqualab Zuid, eigendom van de drie zuidelijke drinkwaterbedrijven in ­Nederland, heeft een half jaar monsters genomen en geanalyseerd. “Het gezuiverde regenwater blijkt te voldoen aan de normwaarden voor drinkwater conform het drinkwaterbesluit”, vertelt Bel. “Het water is van topkwaliteit en dus veilig voor mensen en dieren.” Slechts bij één aspect wordt niet helemaal aan de eisen voldaan: het gehalte waterstofcarbonaat zit net onder de grenswaarde. Bel licht toe: “We hebben dit punt voor de zuiverheid genoemd, maar het is alleen maar een voordeel. Omdat regenwater veel zachter is dan normaal drinkwater, heb je geen last van kalkaanslag.”

PUZZELSTUKJE Het bedrijf Mijn Waterfabriek in Hardenberg levert in Duitsland geproduceerde systemen voor het gebruik van regenwater en het hergebruik van afvalwater. Bel ziet voor dergelijke duurzame systemen een grote toekomst weggelegd. “De Nederlandse waterinfrastructuur is fantastisch, maar verspillend. Gelukkig begint de verduur­ zaming langzaam op gang te komen. Dat is voor ons land interessant, maar internationaal gezien nog vele malen interessanter.” Zullen binnenkort veel mensen water drinken uit zelf gezuiverd regenwater? Zover is het voorlopig niet, stelt Bel. “Het drink­waterbesluit vereist dat drinkwater ­minstens een keer per maand wordt gecontroleerd. Met de huidige monitoringtechnieken is dat niet te doen op het niveau van een gebouw. Ik zal daarom niet beweren dat onze systemen drinkwater leveren.” De situatie verandert volgens Bel, wanneer online monitoring bij gebouwen mogelijk wordt. “Dit laatste ontbrekende puzzelstukje komt er zeker. Dan is de kringloop helemaal gesloten.” www.mijnwaterfabriek.nl

Foto’s Peter de Koning - PDKfoto

NEW

BUSINESS

Powered by Water Alliance


NEW BUSINESS

Te midden van de deelnemers aan WaterLink, in het midden: Hein Molenkamp (managing director Water Alliance) en links van hem Jos van Dalfsen, een van de initiatiefnemers van Wafilin

WAFILIN SYSTEMS WINT WIS-AWARD 2017 Wafilin Systems heeft eind vorige maand de WIS Award 2017 gewonnen met een innovatie die ervoor zorgt dat boeren op de boerderij goedkoop melk kunnen indikken. Het bedrijf krijgt een pakket voor marketing en innovatie (ter ­waarde van 10.000 euro), waarmee de ­innovatie internationaal gepromoot kan worden. De WIS Award (Water Alliance Innovation Stimulation Award)

werd uitgereikt tijdens het internationale symposium WaterLink in ­Leeuwarden. Zowel het publiek als de jury, bestaande uit Cees Buisman (Wetsus), Cora Uijterlinde (STOWA) en Willem Buijs (­Hatenboer Water), mochten hun stem uitbrengen. De jury en het p ­ ubliek waren het niet helemaal eens over de winnaar, maar uiteindelijk won Wafilin dankzij een meerderheid van het publiek.

De innovatie van Wafilin stelt boeren in de gelegenheid veel transport­ kosten te besparen doordat veel water al vroeg via membraantechnologie uit de melk wordt gehaald. Daarnaast kan de boer het overgebleven water hergebruiken. Wafilin werkt samen met leveranciers van melk­robots en een zuiverconcern verder aan de ontwikkeling van de techniek en mikt op een internationale afzetmarkt.

NEDERLANDSE TECHNOLOGIE VOOR ONTZOUTING WINT PRIJS IN ADU DHABI

NR2-FEBRUARI 2017

iStockphoto

Salttech won vorige maand de innovatieprijs Innovate@IWS. De prijs werd ­uitgereikt tijdens de International Water Summit, onderdeel van de Abu Dhabi Sustainability Week. Salltech, gevestigd in Sneek, kreeg de prijs voor de zogenoemde Salttech DyVaR-technologie, een methode om water te ontzouten zonder membranen te gebruiken. In een DyVaR-installatie wordt water snel rond­ gedraaid. Het zoete water verdampt en wordt daarna via de bovenzijde afgevoerd. De zoute deeltjes worden naar de zijkant gedrukt en via de onderkant afgevoerd. Hein Molenkamp bezocht de International Water Summit namens netwerk­ organisatie Water Alliance, waar Salttech deel vanuit maakt, en de N ­ ederlandse watertechnologiesector. “Deze overwinning is ten eerste natuurlijk een ­welverdiende pluim voor Salttech, maar zeker ook heel positief voor de uitstraling van alle Nederlandse watertechnologiebedrijven. Het opent deuren en omdat in Abu Dhabi veel in innovatieve wateroplossingen wordt geïnvesteerd, is het een bijzonder interessante markt voor Nederlandse waterbedrijven.”

21


A

22

HET ZEEWATERAQUARIUM UITDAGING VOOR WATERTECHNOLOGEN

Waterzuivering in een groot zeewateraquarium: een vak apart. Hoe zorg je voor een gezonde leefomgeving voor de dieren en een interessante ervaring voor de bezoekers? Maandblad H2O sprak met de waterzuiveraars van Burgers’ Zoo in Arnhem en van het Dolfinarium in Harderwijk over hun voortdurende strijd tegen nutriënten en algen. Tekst Loes Elshof Fotografie Gabby Louwhoff


A

ACHTERGROND

MAX JANSE, BURGERS’ ZOO (ARNHEM)

‘ Een lichte waas is niet erg, anders lijkt het onecht’ Het mysterie van de zee is even verdwenen in de werkhal boven het koraalrif, met lampen, trapjes, buizen en steigers. Maar als de grote hamerhaai beneden rustig voorbij zwemt, waan je je direct weer in de Pacific. “De beleving van de bezoeker staat voorop. Daarom verbergen we installaties zoveel mogelijk achter een bootje of een plankier”, vertelt Max Janse, hoofd Ocean van Burgers’ Zoo in Arnhem. Het haaienbassin heeft een horizontale diepte van wel 17 meter waardoor dieren in het blauw verdwijnen en plotseling uit het niets opdoemen. “Leuk voor de bezoeker en ook natuurlijker voor de dieren.” Het op een na grootste levende koraalrif in kunstmatige omgeving ter wereld is een paradepaardje van ­Burgers’ Zoo. De hele Ocean lijkt één grote waterbak, maar bestaat feitelijk uit tien aparte bassins: negen vissenbakken en een bak met levend koraal en vis. Voor het koraalrif gelden de hoogste waterkwaliteitseisen, voor de aquaria met haaien of adelaarsroggen mag het ietsje minder. Dat scheelt tijd en geld. Het water hoeft ook niet 100 procent doorschijnend te zijn. “Een lichte waas is niet erg, anders lijkt het onecht.” Het koraalrifbassin is opgebouwd met kunstrotsen en bedekt met poreuze tuincentrum-steen en ‘levende steen’ met onder andere bacteriën, wormen en krabben. Hierop zijn de afgelopen vijftien jaar flinke koraalformaties gegroeid. In het rif zwemmen vissen, die er af en toe een stukje van af knabbelen. Dat is niet erg, 1 tot 2 procent per jaar is geen probleem. Max Janse moest wel met lede ogen aanzien hoe een keizersvis zich tegoed deed aan een tien jaar oude beeldschone koraal. Soms wordt daarom een vis verplaatst. Het blijft opletten. Voor de koraalgroei zijn zuiver water, de juiste temperatuur, maar vooral ook licht belangrijk. Overwoekering met alg is uit den boze, deze wordt door grazende doktersvissen en zee-egels verorberd. Zelf leeft het tropische koraal in symbiose met een algje, dat zijn voeding maakt met licht. Hiervan p ­ rofiteert het koraaldiertje volop mee. De alg is verantwoordelijk voor de kleur in het koraal. Grote delen van het ­Australische Great Barrier Reef zijn op dit moment in korte tijd ‘gebleekt’, omdat de alg als gevolg van te hoge temperaturen afsterft en de kleur verdwijnt. Het koraal mist zo zijn belangrijkste voedselbronnen sterft binnen enkele weken. “Zeer zorgwekkend”, vindt Janse. WATERBEHANDELING Burgers’ Zoo maakt zelf ‘zeewater’. Dit gebeurt door een keukenzout met toevoegingen te mengen met zoet water. “Daarnaast krijgen de dieren extra jodium in hun voeding, want dit verdwijnt in het aquariumwater. We weten niet hoe dit komt.” > NR2-FEBRUARI 2017

23


24

Diverse zuiveringstechnieken worden ingezet om het water in alle bassins zuiver te houden. Het aantal nutriënten in het water moet laag blijven. Poep en plas van zeedieren worden daarom verwijderd. Behulpzaam hierbij is een eiwitafschuimer buiten de bassins. Een verticale kolom klopt eiwitten uit het zoute water, ook het grootste deel van bacteriën en fijne stof plakt aan de luchtbelletjes. Het water van de vissenbassins passeert eveneens een nitraatfilter op methanolbasis, geïnspireerd op de rioolwaterzuivering. Speciale biolo-

‘Het lukt niet helemaal zonder chemie’

gische druppelfilters vol bacteriën zetten ­ giftig ammonium en nitriet om in minder giftig nitraat. Daarna stroomt een deel van het water door een speciaal filter. Hierin bevinden zich b ­acteriën die, gevoed door een koolstofbron ­(methanol) in een zuurstofloze omgeving nitraat omzetten in stikstofgas. Het stikstofgas verdwijnt in de lucht.

“Dit proces werkt geweldig goed.” De bacteriën produceren wel veel ­organisch restmateriaal. “Echte viespeuken”, zegt Janse. Een deel van deze biomassa dient als voeding voor sponzen. Ook is er een zwavelfilter, waarin zwavel-etende bacteriën nitraat omzetten in stikstofgas en zwavelzuur. “De bacteriën produceren nauwelijks biomassa, maar het proces verloopt langzaam; deze bacteriesoort is lui.” Om zwavelzuur te neutraliseren is na-­ filtratie nodig, waarbij het water over kalk wordt geleid. De techniek voor fosfaatverwijdering is afgekeken van de waterzuivering: fosfaat reageert met ijzerchloride dat neerslaat als niet giftig ijzerfosfaat. Daarnaast wordt een specifieke techniek ingezet om het kalkgehalte te beïnvloeden van het koraalbassin. Het skelet van koraal bestaat hoofd­ zakelijk uit kalk dat uit het water wordt gehaald. Dit moet weer worden toegevoegd via een filter, gevuld met gruis van dood koraal op tropische stranden. Een beetje CO2 wordt toegevoegd voor de oplosbaarheid. “Het lukt niet helemaal zonder chemie.” Door deze zuiveringstechnieken hoeft in de vissenbassins jaarlijks maar 5 tot 10 procent aquariumwater te worden vervangen. Het koraalrif krijgt ieder jaar wel eenmaal volledig nieuw water, want de diertjes zijn super-gevoelig voor kleine afwijkingen van het water. De bioloog streeft naar voorspelbaarheid in deze bijzondere onderwaterwereld. Janse: “We hebben alle ‘knoppen’ voor de waterkwaliteit gekwantificeerd. Ik zou er graag een model van willen maken, zodat we precies kunnen voorspellen wat in het water gebeurt als een variabele verandert. Maar de filterstappen die we tot nu toe hebben ondernomen, hebben hun vruchten al afgeworpen. In ons koraalrifbassin groeien de koralen prima.”

Een grote uitdaging was de verwijdering van nutriënten. Een dolfijn poept elke dag 7 kilo uitwerpselen, die direct in het water uiteenvallen


ACHTERGROND

GERARD HOOGENDOORN, DOLFINARIUM (HARDERWIJK)

‘ Handmatig en chemisch de algen de baas blijven’ De Odiezee is met 12 miljoen liter water het grootste bassin van het ­Dolfinarium in Harderwijk. In de vijf meter diepe lagune zwemmen 25 dolfijnen in de open lucht in helder, maar allesbehalve kraakhelder water. Dwarrelende wieren versieren het panorama van buitelende zoogdieren bij de raampartij onder water. “Het is een flink bassin, waar de dieren de ruimte hebben. Gelukkig zwemmen de dolfijnen zelf naar de bezoekers toe, anders zou je ze nauwelijks zien”, zegt Gerard Hoogendoorn, hoofd technische dienst van het ­Dolfinarium. In de jaren negentig werd deze lagune ontwikkeld, vanuit de wens een echt ecosysteem te creëren. Een uitdaging, aangezien zonlicht, temperatuur, neerslag, zoutgehalte en zuurgraad telkens variëren. “Je holt voortdurend achter de feiten aan. Toch is onze waterbehandeling minder g ­ econditioneerd en precies dan bij overdekte ­vissenaquaria. Wij hebben grote zoogdieren, die boven water ademhalen.” Een grote uitdaging was de verwijdering van nutriënten. Een dolfijn poept elke dag 7 kilo uitwerpselen, die direct in het water uiteenvallen; een fantastische voedingsbron voor algen. Een waterzuiveringsinstallatie was en is daarom onontbeerlijk. In de openluchtplas werden aanvankelijk naast zoogdieren ook roggen, forellen, zeebaarzen en harders geplaatst. De laatstgenoemde vissoort eet graag algen. Roggen werden kort na de introductie verwijderd, want deze bleken > NR2-FEBRUARI 2017

25


26

ACHTERGROND HOOG ENERGIEVERBRUIK Het energieverbruik is hoog in een

bij de dolfijnen populair als frisbee. Al gauw bleken de harders hun werk niet te kunnen bijbenen, want de algen tierden welig, zeker in de zomer. Een alg kan zich binnen acht uur verdubbelen. Twee keer per dag moesten duikers met een vacuümpomp algen en wieren verwijderen. Het bassin heeft grillige vormen die hydraulisch moeilijk bereikbaar zijn. In deze ‘dode zones’ vermeerderen algen zich razendsnel. In de plas werden vier extra pompen geplaatst die het water naar externe UV-units transporteren, die de planten doden. Duikers gaan nu nog ‘slechts’ twee keer per week naar beneden om planten te ‘oogsten’. Een echt ecosysteem is het dus niet. “Dat was alleen mogelijk met een of twee dolfijnen”, constateert Hoogendoorn. HELDER WATER VOOR WALRUSSEN In het naastgelegen openluchtbassin huizen zes forse walrussen. De besnorde dieren glijden statig door het water, van hun aandoenlijke onhandigheid op het droge is niets te ­merken. Deze kolossen produceren dagelijks tot 50 kilo poep. Toch oogt het water helderder dan bij de dolfijnen. Dat heeft een reden. “Natuurlijk gedrag van walrussen is het zoeken naar ­schelpdieren op de zeebodem. Maar in het bassin begonnen ze ­algen en wieren van de bodem te eten. De dierenarts sloeg alarm, aangezien walrussen – net als dolfijnen – alleen dierlijk voedsel mogen eten.” Dagelijks handmatig plantengroei verwijderen was bewerkelijk en vervelend voor de dieren die verplicht op stal moesten. Een gladde b ­odemcoating bracht geen uitkomst, want algen hechten zich overal. Uiteindelijk is voor wekelijks chloreren gekozen. ­ Tijdens deze operatie moeten de dieren eveneens op stal. Na het doseren van chloor, worden sulfiet en waterstof-

kunstmatige leefomgeving met (exotische) zeedieren. Energie is nodig voor onder andere verwarming, beluchting, stroming en zuivering van het water. In de aquaria van ­Burgers’ Zoo zijn aanvankelijk externe pompen geplaatst, deze zijn vervangen door energiezuiniger mixers. De mixers werden uitgerust met een stalen, gecoat oppervlak met een ­magnesiumanode die roestvorming voorkomt en niet-giftig magnesium afgeeft aan het water. Ook in het Dolfinarium is energie een flinke kostenpost. De juiste water­ temperatuur is belangrijk, ook buiten. In de winter heeft de Odiezee een zone die op circa 14 graden wordt gehouden, de rest van de lagune wordt verwarmd tot 11 graden. Bij de walrussen moet het water in de zomer gekoeld worden. De dierentuin maakt gebruik van warmtekrachtkoppeling, waarmee circa 50 procent aardgas wordt bespaard. Binnenkort hoopt het Dolfinarium over te schakelen op biogas.

peroxide toegevoegd om het chloor te neutraliseren. Vervolgens kunnen de walrussen terugkeren. “We gaan zorgvuldig om met het chloorbleekloog en zorgen ervoor dat de dieren er nooit mee in aanraking komen”, zegt Hoogendoorn. “Toch zou ik graag van het chloor af willen, maar er is geen betaalbaar alternatief.” WATERZUIVERING Het Dolfinarium heeft negen bassins voor onder meer zeeleeuwen, roggen en zeehonden. Omdat onder andere de temperatuur, de vervuilingsgraad en de zuurgraad van het water per diersoort verschillen, heeft elk bassin een eigen zuivering, waarmee vaak al ­jarenlang wordt gewerkt. De zuivering van de koepel, domicilie van een tweede dolfijnengroep, is al sinds de jaren zestig in bedrijf.

De zeedierenbassins leveren enkel ‘dun rioolwater’. Vooraf worden ­buiten het bassin grove vuilresten met een mechanische hark verwijderd. Een vijzel brengt het water omhoog en belucht het. Meestal wordt de zuurgraad van het water omhoog gebracht met natronloog. Trommelzeven met zand verwijderen vuil tot 1 millimeter. Met een beetje chloor wordt een deel van de algen geïnactiveerd. Pompen voeren het water naar acht meerlaagsfilters met zand en actieve kool om de algen en andere verontreinigingen af te vangen. De ­bacteriën die in de koollaag leven, zetten het ammonium om in nitriet en nitraat. ­ ­IJzerchloride wordt als vlokmiddel ingezet om het vuilafvangende vermogen van het filter te vergroten. Daarnaast bindt ijzerchloride het fosfaat, een belangrijke voedingsbron voor algen. Net als Burgers’ Zoo gebruikt het ­Dolfinarium een aparte denitrificatiefilter om nitraat om te zetten in vrij stikstofgas, daarbij wordt methanol als koolstofbron gebruikt. Daarna kan het schone water terug naar het dierenbassin. Het Dolfinarium heeft een efficiënte en beproefde zuivering, toch merken bezoekers weleens op dat het ­water vies oogt. Hoogendoorn: “Je kunt het water in de zuiveringsinstallatie nog zo schoon maken, in de plas blijft algengroei doorgaan. Het blijft een ­ aandachtspunt.” |


WATERNETWERK

27

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

De RIONED-dag (dit jaar gehouden op donderdag 2 februari) is hèt ­jaarlijkse moment waarop de rioleurs van ­Nederland bij elkaar komen. Riolering is bepaald geen dynamisch object. Als je riolering aanlegt, gaat deze zo ruim een halve eeuw mee. In de afgelopen 50 jaar zijn we heel anders naar riolering gaan kijken, van maatregel voor de volksgezondheid, via milieumaatregel naar klimaatverandering en circulaire economie. Jeroen Langeveld (partners4water/ TU Delft) betoogde dan ook dat we niet ­kunnen weten hoe we er over 50 jaar naar kijken. Hij zelf vertrouwde vooral op de technologische mogelijkheden in de afvalwaterzuivering om de ontwikkelingen het hoofd te bieden. Daniel Goedbloed (Waternet) liet zien dat bij het programma Amsterdam Rainproof de verwerking van afvalwater (wat regenwater uiteindelijk ook is) niet langer een zaak van de overheden alleen is. Riolering beheren gaat eigenlijk vaker over ‘op de winkel passen’ dan over nieuwe ontwikkelingen. Maar die winkel moet wel nu én in de toekomst goed

blijven functioneren. Er is veel geld mee gemoeid en dat geld stoppen we ­onzichtbaar onder de grond. Het antwoord op goed omgaan met dit ondergrondse maatschappelijk kapitaal heet ‘assetmanagement’. Vanuit een aantal gemeenten (Tilburg, Den Haag en Amsterdam) werden de ervaringen met een groot publiek gedeeld met hulp van interactieve communicatie via het mobieltje. Eindelijk een congres waar dat mobieltje juist aan moet blijven. Natuurlijk staan kostenbesparingen centraal in de discussie en de oplossing lijkt vooral te zitten in risicobeheersing. Waar we vroeger voor de zekerheid maar een dubbele pomp neerzetten, kijken we nu naar wat er eigenlijk mis gaat als de enkele pomp enige tijd buiten bedrijf is. Verder zijn er natuurlijk de nieuwe snufjes (al ging de RIONED-innovatieprijs deze keer naar een nieuw verhaal, het kinderboek ‘Beer en Staartje’, dat kinderen waterbewust moet helpen maken). Van gegevensbeheer tot beleid, van tuin tot groenblauwe netwerken en van huisaansluiting tot hoofdriool, was er wat te halen op het ‘kennisplein’. Communicatie met de burgers staat daar

steeds prominenter bij. Regenwater en klimaatverandering lijken de trigger om de mensen geïnteresseerd te krijgen. Misschien wel omdat ze er zelf wat aan kunnen doen. Maar hoe zit het nu met het toekomstbestendige rioleringssysteem? Vertrouwen we op het economische efficiëntie van centrale systemen of juist op de betrokken burgers bij de decentrale systemen? Scheiding bij de bron of achteraf? Wat wordt de volgende hype? Misschien wordt het wel een hybride systeem met zowel centrale als decentrale oplossingen. Mogelijk kan wel er veel meer met het rioleringsstelsel dat we nu hebben, dan we denken. Eilard Jacobs

iStockphoto

8 MAART SYMPOSIUM ‘VERBORGEN SCHATTEN IN DE AFVALWATERWERELD’ Op woensdag 8 maart houdt Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) een interactief symposium over succesvolle en minder succesvolle ontwikkelings- of onderzoekstrajecten op het gebied van afvalwaterzuiveringstechnologie. De bijeenkomst, die wordt georganiseerd door de KNW-themagroep Afvalwaterbehandeling en Valoraisatie, vindt plaats bij Royal HaskoningDHV in Amersfoort. Doel van de organisatoren is van elkaar

NR2-FEBRUARI 2017

te leren: wat bepaalt het succes van een ­innovatie? Op dat terrein gebeuren namelijk onverwachte dingen. De MembraanBioReactor-technologie (MBR) werd circa vijftien jaar geleden gezien als belangrijke innovatie voor afvalwaterbehandeling. Er werden zelfs drie full-scale demonstratie-installaties gebouwd, maar verder vervolg bleef uit. Waarom? Dezelfde vraag kan gesteld worden voor bijvoorbeeld USBF, Vertech of de korrelreactor voor

iStockphoto

De riolering van de toekomst ligt er nu

MIJN IMPRESSIE

fosfaatverwijdering. Waarom zijn deze ­innovaties niet tot grootschalige toepassing uitgegroeid? Aan de andere kant zijn er uiteraard ook succesverhalen als biologische defosfatering, lichtslib-bestrijding en Nereda. Waarom zijn deze innovaties uiteindelijk wel succesvol geworden? Nadere informatie is beschikbaar op de website van Koninklijk Nederlands Waternetwerk; daar kunt u zich ook aanmelden. www.h2owaternetwerk.nl


28

Verborgen schatten in de afvalwaterwereld

Interactief symposium over succesvolle, maar ook minder succesvolle ontwikkelings- of onderzoekstrajecten op het gebied van afval­waterzuiveringstechnologie. Organisatie: KNW-themagroep Afvalwaterbehandeling en Valorisatie. www.h2owaternetwerk.nl

9 MAART, NIJMEGEN

Projectbezoek Klimaatbesteding stad Nijmegen

Excursies georganiseerd door de onderzoekslijn Klimaatbesten­ dige Stad van het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK-KBS), de gemeente Nijmegen en waterschap Rivierenland. www.waterenklimaat.nl

13-17 MAART, LEEUWARDEN

European Watercampus Business Challenge 2017 Achtste editie van dit event waarop innovatieve bedrijven op zoek gaan naar investeerders. Voor startups vanuit heel Europa. Organisatie: Wetsus. www.wetsus.nl

14 MAART, AMERSFOORT

Aquatisch Ecologische Systeemanalyse

4-daagse cursus waarbij deelnemers leren zelf een analyse van het watersysteem te maken via het toepassen van ­zogenoemde ecologische sleutelfactoren, een nieuwe methodiek die de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) heeft laten ontwikkelen. Organisatie: STOWA. www.stowa.nl

16-17 MAART, DELFT

1st IWA conference on algal technologies for wastewater treatment and resource recovery

Conferentie die een update geeft van de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen en praktische toepassingen van het gebruik van algen voor afvalwaterbehandeling en het terugwinnen van grondstoffen. Organisatie UNESCO-IHE. www.unesco-ihe.org

iStockphoto

AGENDA 8 MAART, AMERSFOORT

Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aangekondigd zien in deze agenda van maandblad H2O? Meld het dan aan onze redactie: redactie@h2owaternetwerk.nl

21-23 MAART, GORINCHEM

Aqua Nederland Vakbeurs en RioleringsVakdagen 2017

Elfde editie van deze beurs voor de Nederlandse watersector. In combinatie met RioleringsVakdagen. Aandacht voor innovaties en nieuwe producten op het gebied van waterbehandeling, -management en –technologie. Met uitgebreid kennisprogramma. Organisatie: Evenementenhal.

22-23 MAART, GORINCHEM

Nationale Watertechnologie Week www.nationalewatertechnologieweek.nl

22 MAART, DEN HAAG

Wereld Waterdag

Thema is dit jaar ‘Water en afvalwater’. Diverse activiteiten. Organisatie: Netherlands Water Partnership, Aqua for All en het ministerie van Buitenlandse Zaken. www.wereld-water-dag.nl

23 MAART, UTRECHT

Mini- en maxicursussen

Praktijkgerichte halfdaagse en dagcursussen voor en door rioleringsbeheerders, beleidsmedewerkers riolering en water en projectleiders civiele techniek. Organisatie: RIONED. www.riool.net

24 MAART, AMSTERDAM

Water en klimaat

Seminar over de rol van waterkringloop en waterhuishouding. Wat is oorzaak? Wat is gevolg? Organisatie: Stichting WATER Drager van leven en Waternet. www.stichtingwater.nl

30 MAART, ‘S-HERTOGENBOSCH

Waterinfodag

Jaarlijks congres met beurs over informatievoorziening in de watersector. www.waterinfodag.nl


WATERNETWERK

29

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

6 APRIL, AMERSFOORT

Emissiesymposium

Jaarlijks terugkerend symposium. De ochtend zal bestaan uit verschillende plenaire lezingen, waarbij emissies naar water centraal staan. In het middagdeel zullen verschillende workshops worden aangeboden. Organisatie: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). www.stowa.nl

6 EN 7 APRIL, DE BILT

WSSP Extreme Weather

Internationaal symposium over de gevolgen van extreem weer. ­Organisatie: KNW, International Water Conferences (IWC), ­ministerie van Infrastructuur en Milieu, ministerie van Volks­ gezondheid, Welzijn en Sport. www.iwcconferencens.com

11 APRIL, AMSTERDAM

NKWK conference 2017: Water en Klimaat

Conferentie met de eerste resultaten van het Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat. Organisatie: Amsterdam Water Science, Rijkswaterstaat, KNMI en staf Deltacommissaris, in samenwerking met NL-Ingenieurs/Arcadis en de universiteiten van Utrecht, Twente, Wageningen en Delft. www.waterenklimaat.nl

PERSONALIA Op 22 januari is Bert Lijklema overleden. Bert Lijklema was hoogleraar waterkwaliteitsbeheer en aquatische ecologie aan de Wageningen Universiteit. Als wetenschapper heeft hij een grote bijdrage geleverd aan het waterkwaliteits­ beheer zowel in Nederland als internationaal. Zijn onderzoek naar de fosfaathuishouding in oppervlaktewater en naar de effecten van emissies uit het stedelijk afvalwatersysteem hebben sterk bijgedragen aan het waterkwaliteitsbeleid. Als bestuurslid van de NVA was hij ook zeer betrokken bij de praktijk van het waterbeheer. Daarnaast was hij internationaal actief in de IAWPRC (thans IWA) en als editor van Water Research. Bert Lijklema is 81 jaar geworden. Het kabinet heeft Wim Kuijken herbenoemd als Deltacommissaris, op voorstel van minister Schultz van Infrastructuur en Milieu. De herbenoeming is ingegaan op 1 februari. Kuijken stelt als de regeringscommissaris voor het Deltaprogramma jaarlijks het nationale Deltaprogramma op en bewaakt de voortgang namens het kabinet en de andere bestuurlijke partners in het Deltaprogramma. Ruimtelijk econoom Kuijken is op 1 februari 2010 officieel gestart als eerste Deltacommissaris. Eerder hij de functie van secretaris-­generaal bij diverse ministeries.

Het Amsterdamse watercyclusbedrijf Waternet en de stichting WATER Drager van Leven houden op vrijdagmiddag 24 maart het seminar ‘Water en klimaat’ over de samenhang tussen waterhuishouding/bodemgebruik en klimaatverandering. Wat is oorzaak, wat is gevolg; dat is de vraag waar het die middag om draait. Het seminar wordt gehouden in het hoofdkantoor van Waternet, Korte Ouderkerkerdijk 7, ­Amsterdam. Een van de sprekers is de Tsjechische plantenfysioloog Jan Pokorny (werkzaam aan de universiteit van Praag), die stelt dat de regionale watercyclus een grotere invloed heeft op de stijging van de temperatuur dan de wereldwijde watercyclus. Hij baseert die mening op studies in diverse landen. Pokorny bepleit een nieuw ‘waterparadigma’, een nieuwe manier om de klimaatverandering te beperken. Han Dolman, hoogleraar Ecohydrologie aan de VU in Amsterdam, zal het pleidooi van Pokorny toetsen aan zijn kennis van de interactie tussen de terrestrische biosfeer en de cycli van koolstof en water. Pokorny en Dolman houden hun voordrachten in het Engels. In Amsterdam wordt een groot pakket aan maatregelen uitgevoerd om de stad ‘climate change proof’ te maken. Daniel Goedbloed, werkzaam bij Waternet en projectleider van Amsterdam Rainproof, gaat onder andere in op de vraag of deze maatregelen bijdragen aan beperking van de stijging van de temperatuur. De discussie na de voordrachten wordt geleid door Maarten Claassen, strategisch adviseur bij Waternet, en Jan Peter van der Hoek (TU Delft/Waternet) verzorgt de afsluiting. De kosten van deelname bedragen 20 euro. Nadere informatie en aanmelding via de website: www.stichtingwater.nl

NR2-FEBRUARI 2017

iStockphoto

24 MAART SEMINAR OVER WATER EN KLIMAAT; WAT IS OORZAAK, WAT IS GEVOLG


30

WAT KOST

WATER EIGENLIJK?

EN BLIJFT

HET ZO

GOEDKOOP? Een gemiddeld Nederlands gezin betaalt ruim 800 euro per jaar aan water. De lokale verschillen in waterlasten zijn groot, maar overall slagen de waterbeheerders en drinkwaterbedrijven erin om de kostenstijgingen beperkt te houden. De klimaatverandering maakt het waterbeheer echter weer duurder. Tijd om mensen die meer kosten veroorzaken, meer te laten betalen? Tekst Dorine van Kesteren | Beeld iStockphoto

A


A

ACHTERGROND

D

e waterrekening komt voor Nederlandse burgers en bedrijven van meerdere kanten. Ze betalen de gemeente voor de afvoer van afval- en regenwater via de riolering, het drinkwaterbedrijf voor schoon en veilig kraanwater en het waterschap voor de rioolwaterzuivering, voldoende en schoon oppervlaktewater en de bescherming tegen hoog water. Daarnaast betalen ze belasting aan de provincie en het Rijk voor de watertaken van deze overheden. Dit systeem is voor alle Nederlanders hetzelfde, maar de exacte lastendruk hangt af van de plaats waar zij wonen. Zo verschilt de hoogte van de waterschapsheffingen sterk per gebied. “Het kost het ene waterschap meer inspanning om het gebied droog te houden dan het ­andere. In Friesland draaien de gemalen bij wijze van spreken 24/7, in het hoger gelegen oosten en zuiden van ons land stroomt het water bijna vanzelf weg”, zegt Wijnand Dekking van de Unie van Waterschappen (UvW). “Verder is bijvoorbeeld de bouw van zuiveringsinstallaties en de aanleg van leidingen in slappe veengrond kostbaarder dan in zandgrond.” De prijs van het drinkwater varieert eveneens. Dat komt onder meer doordat het kostbaarder is om rivierwater te zuiveren dan grondwater. Overal in Nederland geldt wel het ­uitgangspunt dat de prijs kostendekkend moet zijn, aldus Hendrik Jan IJsinga van Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven. “Omdat schoon drinkwater een eerste levensbehoefte is, zien de drinkwaterbedrijven het als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om tegen kostprijs te werken. Dat is mogelijk dankzij permanente innovatie, bijvoorbeeld van zuiveringstechnieken.” Ook de hoogte van de rioolheffing verschilt per gemeente. Het ene riool is beter van kwaliteit dan het andere, waardoor er minder onderhoud nodig is. In gebieden met een slappe bodem komen verzakkingen, rioolbreuken en lekkages vaker voor. Sommige gemeenten rekenen een deel van de beheerkosten via de rioolheffing door aan hun inwoners; andere betalen dit uit de algemene middelen. “De aanleg van de riolering wordt vaak betaald uit de grondopbrengst”, zegt Rob Hermans van Stichting RIONED. “Daarna moeten renovatie en vervanging op een andere manier worden bekostigd. 70 tot 75 procent van de gemeenten doet dit met geleend geld en betaalt de rente en aflossing uit de rioolheffing. De overige gemeenten financieren dit met een ­voorziening > NR2-FEBRUARI 2017

31


32

van uit de rioolheffing gespaard geld of van de lopende inkomsten uit de heffing”, licht Rob Hermans van Stichting RIONED toe.

KOSTEN PER ORGANISATIE De totale kosten van het waterbeheer kwamen in 2015 uit op 7,05 miljard euro. Hiervan komt circa 2,9 miljard euro voor rekening van de waterschappen. De gemeenten b ­ esteedden ruim 1,4 euro aan water, de

De lokale en regionale verschillen zijn volgens Corine Hoeben van onderzoeksinstituut C ­ OELO goed verklaarbaar, omdat ze voortkomen uit omstandigheden waar gemeenten, drinkwater­ bedrijven en waterschappen nagenoeg geen invloed op kunnen uitoefenen. ­Gemeenten worden wel gecompenseerd voor de kwaliteit van de bodem en de extra kosten die daaruit voortkomen, aldus Hoeben. “De rioolheffing is voor gemeenten niet de enige inkomstenbron voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Ze krijgen ook een uitkering uit het Gemeentefonds, en de inkomsten hieruit zijn vaak hoger dan die uit belastingen en heffingen. Bij de verdeling van deze gelden wordt onder meer rekening gehouden met de bodemgesteldheid, vanuit de gedachte dat iedere gemeente hetzelfde voorzieningenniveau moet kunnen leveren.”

­drinkwaterbedrijven bijna 1,4 miljard, het ministerie van Infrastructuur en Milieu bijna 1,2 miljard en de provincies circa 106 miljoen euro. De bedragen over 2016 worden in mei 2017 gepubliceerd. Bron: De staat van ons water, ministerie van Infrastructuur en Milieu.

WAT BETAALT EEN GEZIN MET KOOPWONING?

DOELMATIGHEIDSWINST De totale kosten van het Nederlandse waterbeheer kwamen in 2015 uit op ruim 7 miljard euro (zie kader Kosten per organisatie). In het Bestuursakkoord Water van 2011 is ­afgesproken om de kostenstijgingen de komende jaren te beperken. Waterbeheerders en drinkwaterbedrijven willen tot 2020 een doelmatigheidswinst halen van 750 miljoen euro ten opzichte van 2010. Dekking: “Voor de waterschappen betekent dit dat de opbrengst van hun belastingen tot 2020 niet meer zou moeten stijgen dan gemiddeld 2,5 procent per jaar plus de inflatie. Tot nu toe halen zij dat, onder andere door interne efficiencyslagen en een betere samenwerking in de afvalwaterketen: waterschappen en gemeenten stemmen hun plannen, beheer, onderhoud en investeringen op elkaar af.” De besparingen zijn ook te danken aan een andere investeringsstrategie. Waar voorheen investeringen ‘automatisch’ plaatsvonden als het geld er was, staat nu het maatschappelijke doel centraal. Hermans: “Valt hetzelfde doel misschien te halen met een kleinere ­investering? Dient de voorgeschreven investering misschien niet zo’n belangrijk doel? Geen ­dogmatische toepassing van generieke normen, maar lokaal maatwerk en een pragmatische, integrale benadering. Dat is nieuw voor de waterwereld.”

Een gezin met één kind en een koopwoning betaalde in 2015 gemiddeld 320 euro aan het waterschap (152 euro watersysteem en wegen; 168 euro zuiveringsheffing), 189 euro rioolheffing aan de gemeente, 224 euro aan het drinkwaterbedrijf (waarvan 58 euro rijksbelasting op drinkwater) en 76 euro aan het Rijk en de provincie. Totaal: 809 euro per jaar. In 2014 was dit nog 831 euro. De bedragen over 2016 worden in mei 2017 gepubliceerd. Bron: De staat van ons water, ministerie van Infrastructuur en Milieu.

KLIMAATVERANDERING Besparingen of niet, verwacht wordt dat de kosten van het waterbeheer door de klimaatverandering zullen toenemen. De algemene opvatting is dat de stedelijke én landelijke gebieden op dit moment onvoldoende zijn toegerust om de bijbehorende grote hoeveelheden neerslag af te voeren en op te vangen. Denk bijvoorbeeld aan de overstromingen na de hagel- en regenbuien in mei en juni afgelopen jaar in Noord-Brabant en Limburg – waarna de drie waterschappen in de regio schadeclaims van de getroffen agrariërs ontvingen. Naast heftige regenbuien zijn er steeds langere periodes van droogte. Voor beide weertypen moeten maatregelen worden getroffen – en dat kost geld. “De waterschappen moeten de komende jaren fors investeren in een watersysteem dat de weersextremen van nu aan kan”, zegt Dekking. Hermans: “Ook gemeenten komen voor grote investeringen te staan. Tal van maatregelen zijn denkbaar: ondergrondse opslag van overtollig regenwater in het rioolsysteem, afkoppeling van de hemelwaterafvoer van het riool, herinrichting van de binnenstad – meer groen, pleinen die water kunnen bergen – klimaatbestendige woonwijken, waterdoorlatende bestrating…” IJsinga: “De drinkwaterbedrijven investeren nu al – binnen het huidige kostenniveau – in het omgaan met verzilting en fluctuaties in de wateraanvoer. Bijvoorbeeld in buffers om watervoorraden aan te leggen, voor als de wateraanvoer uit de rivieren in droge tijden afneemt.”


ACHTERGROND KOSTENVEROORZAKER BETAALT Met deze omvangrijke opgave in het achterhoofd denkt de ­sector na over de toekomstbestendigheid van de financiering van het ­Nederlandse waterbeheer. De Organisatie voor Economische S ­ amenwerking en Ontwikkeling (OESO) pleitte al in 2014 voor een striktere toepassing van het principe ‘de kostenveroorzaker/vervuiler betaalt’, zowel voor burgers als bedrijven. Vewin is daar groot voorstander van. “Medicijnresten en gewasbeschermingsmiddelen vervuilen het grond- en oppervlaktewater. Dit veroorzaakt kosten, die de drinkwaterbedrijven en hun afnemers voor hun rekening moeten nemen. Het zou goed zijn om de veroorzakers – de ­landbouw en de producenten van geneesmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen – h ­iervoor medeverantwoordelijk te maken. Of om in ieder geval te investeren in minder schadelijke medicijnen en ­bestrijdingsmiddelen.”

EINDE AAN DE PRECARIOBELASTING? Als je pech hebt, woon je in een gemeente die precariobelasting heft op de waternet-

‘Regionale en lokale verschillen zijn verklaarbaar; ze zijn het gevolg van omstandigheden waarop gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven geen invloed hebben’

werken van de drinkwaterbedrijven. In 2016 inden 59 van de 390 gemeenten op deze manier circa 27,5 miljoen euro van de drinkwaterbedrijven, die deze extra kosten doorberekenen aan hun klanten. De ondergrondse precario is deze bedrijven al jaren een doorn in het oog. Zij zien de heffing als een melkkoe voor de gemeenten en een

Dekking (UvW): “De waterschapsbelastingen bestaan uit twee hoofdbestanddelen: de zuiveringsheffing (voor de zuivering van afvalwater) en de watersysteemheffing (voor veiligheid en het beheer van het watersysteem). De zuiveringsheffing bevat voor bedrijven al een economische prikkel: hoe vervuilder en hoe meer afvalwater, hoe meer belasting ze betalen. Wij onderzoeken momenteel of het mogelijk is om ook in de systeemheffing de rekening meer te laten betalen door de profijthebber. Een extra opslag bijvoorbeeld voor de bewoners van gebieden waar het meer inspanning kost om ze droog te houden. Of voor industrieën die een bepaalde hoeveelheid zoetwater nodig hebben in hun ­bedrijfsproces.”

onzichtbare belasting, waar geen duidelijke tegenprestatie tegenover staat. De nutsbedrijven (stroom- en gasleveranciers zitten in hetzelfde schuitje) zijn niet de enigen daar daar zo over denken: minister Plasterk van Binnenlandse Zaken heeft eind juni een wetsvoorstel ingediend om de ­precariobelasting voor nutsnetwerken in 2017 af te schaffen. Plasterk vindt het een ondemocratische heffing, onduidelijk

FINETUNEN Ook gemeenten experimenteren met het finetunen van de rioolheffing. Sommige gemeenten kennen niet alleen een vast tarief voor pandeigenaren, maar ook een gebruikersdeel dat is gekoppeld aan het waterverbruik. De gemeente Amsterdam bijvoorbeeld heeft dit met ingang van 2017 ingevoerd. Andere gemeenten nemen de WOZ-waarde of het aantal vierkante meters van de woning of het bedrijfspand als vertrekpunt, met het idee: hoe groter het ­object, hoe meer afval- en regenwater er wordt afgevoerd in de riolering. Het blijft echter lastig om het verbruik te vertalen in kosten, stelt Hermans (Rioned). “De hoeveelheid afval- en hemelwater die een ­rioolsysteem moet verwerken, heeft bijna geen invloed op het vereiste onderhoud of het moment van vervanging.” Plus: hoe verfijnder het systeem, hoe hoger de administratieve lasten. Hoeben (COELO): “Het is veel goedkoper om iedereen hetzelfde bedrag in rekening te brengen. Dat is dus een keuze.” | NR2-FEBRUARI 2017

verstopt op de drinkwater- en energienota. Bovendien vindt hij het niet goed dat mensen die in een gemeente wonen die geen precario heft, toch meebetalen, omdat de nutsbedrijven de kosten doorgaans omslaan over ál hun afnemers. Plasterk kiest wel voor een overgangstermijn van tien jaar, wat ertoe leidt dat een flink aantal gemeenten nu op een stel en sprong de precario invoeren – voordat het niet meer mag. De Tweede Kamer vergadert deze maand over het wetsvoorstel (zie ook het artikel ‘Wat wil de watersector van een nieuw kabinet’ op pagina 4 ).

33


34

iStockphoto

HET NIEUWE ZUIVEREN: DNA-ANALYSE VAN RIOOLWATER In rioolwaterzuiveringen spelen bacteriën een belangrijke rol bij de verwijdering van nitraat, fosfaat, geneesmiddelen en ­pesticiden. Toch is nog maar z­ elden ­precies gekeken naar welke bacteriën er allemaal voorkomen in influent (ruw rioolwater) en ­effluent (gezuiverd ­rioolwater) van rioolwaterzuiveringen. Met nieuwe DNA-technieken is dit recent veel eenvoudiger en goedkoper geworden.

Vier waterschappen, TU Delft, Evides en Orvion BV deden een demonstratieproject in Delfland. Twee watermonsters leverden een stortvloed aan gegevens op én stof tot nadenken over de rioolwaterzuivering van de toekomst. Medio vorig jaar zijn monsters van 100 milliliter genomen van het influent en van het effluent van de AWZI Harnaschpolder te Delft. Uit beide monsters is binnen enkele dagen het DNA geanalyseerd. Daarbij werd gebruik gemaakt van een nieuwe technologie om het DNA te ­decoderen, de MinIONTM. Dit is een draagbare DNA-sequencer die overal ter wereld (en zelfs al in de ruimte) is gebruikt (voor meer informatie zie www.nanoporetech.com). Elk monster leidt tot een oplossing met daarin al het onbekende DNA uit het monster in de vorm van lange DNA-fragmenten. De DNA-codes van deze fragmenten worden v­ ergeleken met de online databases om te bepalen uit welke organismen ze afkomstig zijn, en dus w ­ elke organismen in het monster aanwezig zijn. Anno 2016 zijn van duizenden organismen de DNA-codes publiek beschikbaar in online databases. METEN WAT EERDER NIET MEETBAAR WAS Het ruwe rioolwatermonster van Harnaschpolder bevatte bijna 5.000 lange DNA-fragmenten afkomstig van 169 bacteriesoorten of -groepen; het monster van het effluent bevatte bijna 1.000 DNA-fragmenten van 67 bacteriesoorten of -groepen. Van de bacteriesoorten uit het ruwe afvalwater komt 60 procent niet meer voor in het ­effluent. Afgenomen zijn bijvoorbeeld de fecale bacteriën (afname 45 tot 80 procent), drie pathogene bacteriën namen elk af met ongeveer 80 procent. Toegenomen zijn vooral typische zuiveringsbacteriën zoals de nitrificeerders Nitrosomonas en Nitrospira, die in de zuivering zijn gegroeid. Dit algemene beeld van deze twee monsters is nog maar het begin. Regelmatige analyse


WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

van het bacterie-DNA van een waterzuivering (slib, influent en effluent) kan antwoord geven op allerlei vragen. Worden pathogene organismen effectief verwijderd? Waardoor is biologische fosfaatverwijdering soms instabiel en neemt de activiteit vaak af in het najaar? Welk effect heeft een giftige lozing op het slib, en is hieruit af te leiden om welk type stof het gaat? Waarom verwijdert de ene zuivering veel effectiever bepaalde geneesmiddelen dan de andere? ANTIBIOTICARESISTENTIE Vervolgens zijn de twee monsters gescreend op de aanwezigheid van genen die een bacterie resistent kunnen maken tegen antibiotica. Antibioticaresistentie wordt gezien als één van de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid. Nu al overlijden jaarlijks meer dan 25.000 mensen in Europa aan de gevolgen hiervan. Ook rioolwaterzuiveringen spelen een rol in deze problematiek, maar onduidelijk is welke precies. Zijn rioolwaterzuiveringen een effectieve barrière of dragen ze juist bij aan de ontwikkeling en verspreiding van resistente bacteriën? De screening van de DNA-gegevens van het influent en het effluent van Harnaschpolder leverde een gemengd beeld op. Bijna de helft (44 procent) van de a ­ ntibioticaresistentie-genen (ARG) uit het influent zijn teruggevonden in het effluent. Er komen dus behoorlijk wat resistente bacteriën in het oppervlaktewater terecht. Opvallend is dat de genen die resistentie bieden tegen tetracyclines niet in het effluent zijn teruggevonden. ­Daarentegen zijn erm-genen nauwelijks verwijderd. Erm-genen zijn kort na de introductie van het antibioticum erythromycine in ­pathogenen ontdekt, ondertussen worden ze over de hele wereld teruggevonden. Antibioticaresistentie kan in pathogene én niet-pathogene bacteriën voorkomen, en kan bovendien van bacterie op bacterie worden overgedragen. Met DNA-technieken als de MinIONTM is het mogelijk om de rol van een rioolwaterzuivering bij de ontwikkeling en verspreiding van deze genen nauwkeurig te monitoren. Niet alleen om inzicht te krijgen in de risico’s maar ook om te kijken of rioolwaterzuiveringen een effectievere barrière kunnen vormen voor de verspreiding van resistente bacteriën. WAT HEBBEN NEDERLANDSE WATERZUIVERAARS HIERAAN? Deze demonstratie geeft een eerste indruk van de ­informatie NR2-FEBRUARI 2017

die zit opgesloten in het microbiële DNA van waterzuiveringen en wat je daarmee kunt doen. De data bevatten nog veel meer informatie, die niet allemaal binnen dit demonstratieproject kon worden uitgewerkt. Het is dan ook mooi meegenomen dat deze data steeds opnieuw kunnen worden onderzocht en geactualiseerd. Met deze nieuwe DNA-technieken doen big data hun intrede in de wereld van de rioolwaterzuivering. Het is belangrijk voor waterzuiverend Nederland om kennis op te bouwen over de mogelijkheden en onmogelijkheden van deze technieken, en na te denken over manieren om deze nieuwe ontwikkeling tot waarde te brengen. Aleida de Vos van Steenwijk Frithjof Godschalk Marc van Bemmel (Orvion BV) Mark van Loosdrecht (TU Delft) Een uitgebreide versie van dit artikel is te vinden op H2O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.h2owaternetwerk.nl (onder H2O-vakartikelen).

SAMENVATTING Dit demonstratieproject laat zien welke waardevolle gegevens zitten opgesloten in het microbiële DNA van waterzuiveringen en welk type vraagstukken deze gegevens helpen aan te pakken. Hiervoor is gebruik gemaakt van een nieuwe DNA-techniek waarmee de hele microbiële populatie in het influent en het effluent van een afvalwaterzuivering zichtbaar is gemaakt. Specifiek is gekeken naar de bacteriën en de anti­ biotica-resistentiegenen die door de zuivering worden verwijderd of die juist met het effluent in het oppervlaktewater komen. Ook wordt duidelijk dat deze DNA-technieken kansen bieden om de nieuwe uitdagingen van waterzuiverend Nederland structureler en effectiever aan te pakken.

35


36

iStockphoto

BESMET DRINKWATER: MET SIMULATIES DE BRON BEPALEN Het komt maar zelden voor dat drinkwater in het Nederlandse leidingnet wordt besmet. Hoewel er dan ook meestal geen gevolgen voor de volksgezondheid zijn, willen water­ bedrijven toch goed voorbereid zijn op zulke ­incidenten. KWR onder­ zocht voor Brabant Water en PWN wat nodig is om bij een besmetting snel de besmettingsbron te bepalen en de gevolgen beperkt te houden.

Bij een besmetting kan het gaan om een chemische stof of een bacterie, maar ook om een afwijking in de kleur, geur of smaak van het water. Een drinkwaterbedrijf kan dit op verschillende manieren te weten komen: vanouds door meldingen van klanten en monsternames, maar tegenwoordig zijn er ook sensoren beschikbaar die in een leiding de waterkwaliteit kunnen bepalen. Als de bron van de besmetting bekend is, kan een drinkwaterbedrijf delen van het netwerk isoleren (door afsluiters dicht te zetten). Dan blijft de besmetting beperkt en kan het drinkwaterbedrijf in het getroffen gebied maatregelen nemen, bijvoorbeeld leidingen spuien of klanten adviseren om het water te koken voor consumptie. Het vinden van een besmettingsbron ‘in het veld’ is moeilijk. Backtracing en bronbepaling met een hydraulisch computermodel is een relatief goedkope en betrouwbare manier om dit te vergemakkelijken. Omdat deze technieken niet gangbaar zijn, heeft KWR Watercycle Research Institute in eerder onderzoek een methodiek voor bronbepaling ontwikkeld. Nu is samen met PWN en Brabant Water gekeken hoe de methodiek door een drinkwaterbedrijf kan worden toegepast. TERUGZOEKEN MET DE COMPUTER Bij een backtrace bepaalt het hydraulisch model de volledige weg die het water heeft afgelegd tot bij de sensor. De besmettingsbron kan op ieder punt van deze route liggen. Een backtrace bepaalt dus niet de exacte locatie van de besmettingsbron maar een brongebied. Voor de bronbepaling is het nodig dit gebied in te perken. De twee meest gebruikte hydraulische modellen bij de Nederlandse drinkwaterbedrijven zijn Infoworks 15.0.3 (van ontwikkelaar Innovyze) en Synergi 4.8.0 (van DNV GL). Van deze twee


WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

bevat alleen Synergi een backtrace-tool. Het stappenplan voor bronbepaling geldt dan ook alleen voor Synergi 4.8.0. Het kent drie fases: • Fase 1: er is een besmetting van het leidingnet. De locaties van de betreffende sensoren in het net worden gekoppeld aan knooppunten in het hydraulisch model. • Fase 2: een hydraulische simulatie. Als die is afgerond kan de set van knooppunten uit fase 1 worden i­ngelezen. Dan voert het programma een backtrace uit voor elk knooppunt waar een besmetting is geconstateerd. Dat levert voor elk knooppunt een herkomstkaart op. • Fase 3: inperking van het brongebied. De bronlocatie bevindt zich in de overlap van de herkomstkaarten van de relevante knooppunten. Dit stappenplan kan voor een beperkt aantal sensoren handmatig worden uitgevoerd. Als het aantal locaties toeneemt wordt dit onhandelbaar en is automatisering nodig. MODEL EN WERKELIJKHEID De nauwkeurigheid en de kwaliteit van het hydraulisch ­model bepalen de betrouwbaarheid van de resultaten. Hoe goed een model ook werkt, toch kent elke bepaling van ­waterstromen in een distributienet onzekerheden. Dat komt door: • variaties in de watervraag: door de dag heen, van dag tot dag, door het jaar heen; • variaties in diameter van de leidingen door onder andere veroudering en corrosie, nagroei van micro-organismen en sedimentatie; • bedrijfsvoering, bijvoorbeeld sturing van de waterdruk vanuit pompstations of werkzaamheden; • onbekende afsluiterstanden; • onbekende lekken. De variatie is het grootst in de periferie van het net en waar knooppunten door verschillende mazen zijn verbonden (hier komen stilstand van het water en omkering van de stroomrichting vaak voor). Dit is te ondervangen door actuele gegevens over het waterverbruik en over de toestand van het leidingnet te gebruiken. Een drinkwaterbedrijf kan variaties in het waterverbruik meenemen door meerdere scenario’s te genereren en die door te rekenen. Veranderingen in het net (bijvoorbeeld vervanging van leidingen, aansluiting van een nieuwbouwwijk) moeten zo snel mogelijk in het model worden verwerkt. In de praktijk blijkt het moeilijk om alle benodigde ­informatie op orde te brengen. Toch is deze inspanning nodig om zinvolle bronbepalingen te krijgen. NR2-FEBRUARI 2017

Een goede bronbepaling is ook afhankelijk van de sensoren. Hierbij valt te denken aan foute signalen of de minimale concentratie die gemeten kan worden. Klantmeldingen zijn niet altijd precies: waarnemingen zijn vaak subjectief en de tijd tussen de waarneming en het informeren van het drinkwaterbedrijf kan de bronbepaling bemoeilijken. ZELDZAAM Ernstige besmettingen van drinkwater komen in ­Nederland gelukkig nauwelijks voor en het lokaliseren van besmettingsbronnen is daarom niet vaak nodig. Toch willen drinkwaterbedrijven goed voorbereid zijn op incidenten. Als ­drinkwaterbedrijven in de toekomst meer waterkwaliteitssensoren gaan installeren, moeten ook ­backtracetechnieken beschikbaar zijn om de informatie uit deze sensoren maximaal te benutten. Ook klantmeldingen en gegevens uit ­bemonstering kunnen dan beter maximaal benut worden. Ina Vertommen Peter van Thienen (KWR Watercycle Research Institute) Peter Schaap, Johannes Keizer (PWN) Veerle Sperber (Rijkswaterstaat, voorheen Brabant Water)

Een uitgebreide versie van dit artikel is te vinden op H2O-Online. Het is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.h2owaternetwerk.nl

SAMENVATTING Als drinkwater besmet raakt, is het lokaliseren van de besmettingsbron cruciaal om negatieve gevolgen voor de volksgezondheid te beperken en klanten goed te kunnen informeren. Hydraulische softwarepakketten kunnen in combinatie met technieken voor backtracing en bronbepaling belangrijke informatie leveren bij zulke incidenten. KWR heeft voor PWN en Brabant Water uitgezocht welke stappen moeten worden doorlopen en wat er moet worden toegevoegd aan de hydraulische software van drinkwaterbedrijven om besmettingsbronnen modelmatig te kunnen lokaliseren.

37


38

h2owaternetwerk.nl Naast maandblad H2O is er een complete website met het meest actuele (water)nieuws, watervacatures en H2O-vak­artikelen, voor wie de verdieping zoekt. Deze H2O- vakartikelen zijn geschreven door waterprofessionals. Op deze pagina een overzicht van de meest recente artikelen die op de site www.h2o-waternetwerk.nl zijn verschenen.

MEER WETEN?

KIJK OP DE WEBSITE VAN H2O! Verbetering van de infiltratiewater­ kwaliteit en herstel van natuurwaarden in het duin In 1998 hebben Dunea en de provincie Zuid-Holland een bestuursovereenkomst afgesloten over de kwaliteit van het rivierwater uit de Afgedamde Maas dat Dunea in de duinen infiltreert. Dit heeft een belangrijke zwengel gegeven aan herstel van natuurwaarden in het duin. Rob Speets (Rob Speets Wateradvies), Ed van der Mark, Harrie van der Hagen , Gertjan Zwolsman (Dunea)

Samenwerking in het AWT Woudenberg; lessons learned Sinds 2010 werken in het Afvalwaterteam (AWT), de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel en waterschap Vallei en Veluwe intensief samen. De samenwerking heeft geleid tot kostenbesparingen, kwaliteitsverbeteringen en vermindering van de personele kwetsbaarheid; de drie uitgangspunten van het Bestuursakkoord Water. Ruud van der Velden (gemeente Woudenberg), Trilok Pradhan (gemeente Scherpenzeel), Jan Wisse (waterschap Vallei en Veluwe)

Systeemanalyse biedt concrete handvatten voor beheer na herinrichting beeksysteem Deze studie laat zien dat een systeemanalyse kan zorgen voor een goed onderbouwd en communiceerbaar verhaal rondom ­doelen, maatregelen, beheer en monitoring. Verder leidt een systeemanalyse tot gedegen inzichten, ook als er weinig informatie over een gebied voorhanden is. Sebastiaan Schep (Witteveen+Bos), Bert Hidding (hoogheemraadschap van Delfland, voorheen Witteveen+Bos), Steven Verbeek ­(STOWA, voorheen waterschap Noorderzijlvest)

De bron van verontreinigingen bepalen met hydraulische softwarepakketten Bij een drinkwaterbesmettingsincident is het lokaliseren van de besmettings­

bron(nen) cruciaal om negatieve gevolgen te beperken. Hydraulische softwarepakketten kunnen in combinatie met technieken voor backtracing en bronbepaling ­belangrijke informatie leveren bij ­dergelijke incidenten. Ina Vertommen, Peter van Thienen (KWR Watercycle Research Institute), Peter Schaap, Johannes Keizer (PWN), Veerle Sperber (Rijkswaterstaat, voorheen Brabant Water)

De doelen voor ‘overig water’ in Flevoland Waterschap Zuiderzeeland en de provincie Flevoland willen, samen met andere betrokken partijen, in een meerjarig programma doelen afleiden voor hun overig water. Het afgelopen half jaar hebben ze, ondersteund door Tauw, een traject doorlopen om doelen te stellen voor acht wateren. Susan Sollie (Tauw), Martijn Hokken (waterschap Zuiderzeeland), Christoffel Klepper (provincie Flevoland)

Next-generation DNA-technieken voor het nieuwe zuiveren Dit demonstratieproject laat zien welke waardevolle gegevens zitten opgesloten in het microbiële DNA van waterzuiveringen en welk type vraagstukken deze gegevens helpen aan te pakken. Met derde generatie DNA-technieken is de hele microbiële populatie in het influent en het effluent van een AWZI zichtbaar gemaakt Aleida de Vos van Steenwijk, Frithjof Godschalk, Marc van Bemmel (Orvion BV), Mark van ­Loosdrecht (TU Delft)

Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o. Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de a ­ uteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl

LEES WATER MATTERS OOK DIGITAAL Eind december verscheen Water Matters als bijlage van maandblad H2O (speciaal voor abonnees/leden van KNW). De artikelen uit dit kennismagazine zijn ook terug te vinden op www.h2owaternetwerk.nl. ­Onderwerpen waren: • De waarde van stuifzand • Robots inspecteren leidingen • De steile leercurve van Nereda • Risico’s van microverontreinigingen • Hoeveel water brengen de grote rivieren? • Remote sensing steeds meer binnen bereik • Benchmarken: hoe worden beter? • Onzekerheden en dijkenbouw • Het rendement van bezinkvoorzieningen Het Engelse kennismagazine (zelfde ­inhoud) is te vinden via www.h2o-watermatters.com. Losse ­artikelen kunnen via speciale buttons gemakkelijk met internationale collega’s gedeeld worden. Water Matters wordt mogelijk gemaakt door ARCADIS, Deltares, KWR Watercycle Research Institute, Royal HaskoningDHV, de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en Wageningen Environmental Research (Alterra). De Engelse vertaling is verzorgd door Netherlands Water Partnership (NWP). Er is voor Water Matters ook een speciaal Twitter-kanaal: @WaterMatters1.


Inn o vATI o n f o R n ATu Re

®

T he h YP eRCL A S S IC MIx Ing And A eRAT Ion S Y S TeM ... works even then reliably, most efficiently, and safely without wear and tear, increasing pressure loss or clogging where other conventional aeration systems fail already. The HYPerCLAssIC ® - Mixing and Aeration System is particularly suitable for heavy-duty applications for highly polluted wastewater in the industrial and municipal sector.

I nV e n T Umwelt- und Verfahrenstechnik AG

WATe r And WAs TeWATe r Tr eATm enT

Am Pestalozziring 21 91058 Erlangen Germany

Mixers Mixing and Aeration Systems

Tel +49 9131 690 98-0 Fax +49 9131 690 98-99

Membrane Aeration Systems

WWW.InVenT-UV.de

Software Products System Solutions

INV_Anzeige_HCMA_181x117mm_fru 2

KENNIS OPDOEN, KENNIS DELEN Word ook lid van Koninklijk Nederlands Waternetwerk!

Wil je weten wat er speelt op het gebied van water? Wil je weten wie je moet kennen? Wil je ook elke maand H2O ontvangen? Lid worden kan via www.h2owaternetwerk.nl

07.09.16 00:05

KNW maakt jou sterker in de watersector!


BEURSTHEMA:

“VAN VUIL NAAR SCHOON”

DÉ MEEST SUCCESVOLLE WATERBEURS VAN NEDERLAND

21, 22 & 23 MAART 2017 EVENEMENTENHAL GORINCHEM

MEER INFORMATIE EN A GR ATIS E-TICKETS VI W W W.EVENEMENTENH AQUA

Op 21, 22 en 23 maart 2017 vindt de elfde editie van Aqua Nederland Vakbeurs plaats in Evenementenhal Gorinchem. Aqua Nederland Vakbeurs ontvangt, in combinatie met de gelijktijdige RioleringsVakdagen, ruim 320 exposanten en bijna 10.000 bezoekers. De beursvloer wordt tijdens komende editie nog groter dan tijdens voorgaande edities. Tijdens Aqua Nederland Vakbeurs komen de nieuwste innovatiesen producten op het gebied van waterbehandeling, -management, -transport en -technologie aan bod. Daarnaast staat kennis centraal middels het uitgebreide kennisprogramma tijdens de beurs.

AL .NL/


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.