H2O januari 2017

Page 1

Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk

1

19 januari 2017 50ste jaargang

h2owaternetwerk.nl

ALS DE DIJKEN BREKEN… WAT WORDEN WE BETER VAN TV-DRAMA? IEDEREEN DOET MEE MAAR HOE SCHOON IS ONS WATER IN 2027? Onze moraal over de grens Hoe voorkom je een nat pak overzee?

MARGRIET DE VRIES

THUIS TUSSEN MANNEN EN TECHNIEK


ACHTER DE

COVER

2

WIE? Margriet de Vries, (43), teamleider onderhoud distributie bij Waterbedrijf Groningen. Oftewel de ‘Watergriet’, zoals haar Twitter-account heet. 23 jaar geleden verruilde ze haar ­toekomstplannen voor een loopbaan als schooljuf omdat ze werd aangetrokken door een advertentie voor een leer-werkplek in een organisatie waar je met een eerste ­levensbehoefte bezig bent. “Want dat is water”. Ze vervulde talrijke functies en collega’s noemen haar een ­‘duizendpoot’, die gemakkelijk schakelt tussen beleid en uitvoering.

Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel

WAAR? In Groningen. “Bij projecten, lekkages, calamiteiten, overal waar onze monteurs aan het werk zijn, ga ik zelf kijken. Dan is het vaak hakken uit en laarzen aan. Daarom heb ik a ­ chterin mijn auto alle nodige persoonlijke beschermingsmiddelen liggen: een werkbroek, helm, laarzen, enzovoort. Tevoren bel ik altijd of ik nog wat extra’s kan meenemen. Al is het maar een vergeten broodtrommel. Persoonlijke belangstelling tonen, meedenken in het proces van het oplossen van storingen. Dat waarderen de mannen.” Net zoals ze al twee keer Ne­ derlands kampioen werd tijdens nationale fitterijwedstrijden, georganiseerd door Koninklijk Nederlands Waternetwerk. Omdat ze wilde laten zien dat ze dat óók kan. Misschien gaat ze eind dit jaar tijdens de Aquatech Amsterdam 2017 op voor een derde keer. Sowieso voelt ze zich thuis in de wereld van water, mannen en techniek. Als dochter van een automonteur en brandweerman was ze vroeger vaak in de werkplaats te vinden… WAT? “Sturen in een operationeel team bij een calamiteit, dan ben ik helemaal in mijn element. ­Zoals toen op Eerste Paasdag 18.000 huishoudens bijna zonder water kwamen te zitten om­ dat de druk wegviel. Oorzaak was een lekkage aan een zinker bij het Winschoterdiep. Maar dat was even zoeken, want die zinker lag onder het wateroppervlak. Prachtig mooi vind ik het om samen zo’n klus te klaren.” Een recent project is het werven van nieuw monteurstalent. Via sociale media en een sticker­ campagne op bussen kwamen in een paar weken tijd 173 kandidaten binnen. “Tijdens speed­ dates met onze eigen medewerkers kregen belangstellenden meer informatie. In zulke ­situaties neem ik mezelf als voorbeeld: hoe je bij toeval in de watersector kunt belanden en het daar heel erg naar je zin kunt hebben. Dankzij die actie nemen we nu 10 extra monteurs in dienst.” Verder is Margriet zijdelings betrokken bij WarmteStad, het bedrijf dat de gemeente ­Groningen en het Waterbedrijf samen oprichtten. Groningen wil in 2035 een CO2-neutrale gemeente zijn. WarmteStad gaat stadjers en bedrijven van duurzame warmte voorzien. “Wij hebben verstand van leidingen, vandaar…”


3

INHOUD NR1 JANUARI 2017

Maandblad van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW)

4

4 1,5 MILJOEN KIJKERS: WAT DOET DAT MET ONS WATERBEWUSTZIJN?

14

14 HOE KANSRIJK IS DE DELTA-AANPAK VOOR WATERKWALITEIT? 22 ROELOF KRUIZE OVER DE TOEKOMST VAN WATERNET

22 28

NR1-JANUARI 2017

28 WAT BLIJFT ER OVER VAN ONZE MORAAL IN EEN VER BUITENLAND?

VASTE RUBRIEKEN 9 WATERNETWERK • Opleiding nieuwe normering van start • Hoe zien drie jonge professionals de water­ sector? • Watersector helpt met expositie duurzaam­ heid 12 HOOGSTANDJE Nieuwe Twentse beek voorkomt wateroverlast en verdroging 18 NEW BUSINESS • Aquacolor Sensor: verontreinigingen direct aan het licht • Delfland wint Waterinnovatieprijs met ­Zoetwaterfabriek 25 WATERTECHNIEK • 125 kribben verlaagd langs Pannerdensch Kanaal • Zeldzame rivierprik plant zich weer voort in de Waal • Limburg neemt modulaire rioolwater­ zuivering in gebruik 32 WATERWETENSCHAP ‘Verbeterd gescheiden riool’ betekent geen milieuwinst 34 KIJK OP H2O-ONLINE Overzicht van de nieuwste vakartikelen op h2owaternetwerk.nl

COLOFON Maandblad H2O, H2O-Online, Water Matters en H2O Video zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) UITGEVER Monique­­ Bekkenutte (KNW) HOOFD­REDACTEUR Roel Smit ­ REDACTIE Peter Boorsma, Loes Elshof, Jaap Hoeve, Marloes ­Hooimeijer, Dorine van Kesteren, Charlotte L ­ eenaers, Hans Oerlemans, Sander Peters, ­Barbara S ­ chilperoort, Dorien ter Veld, M ­ artien Versteegh van Wijk, Nico van der Wel R ­ EDACTIEADRES Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, e-mail: redactie@vakbladh2o.nl WEBREDACTIE Berber Bijma, Jaap Hoeve, Kees Jan van Kesteren, Hans Klip ­ REDACTIERAAD René Arninkhof, ­ ­ Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin,Henk Dekker, H ­ enriëtte van Ekert, A ­lice Fermont, Roberta Hofman-­ ­ Caris, Joost Icke, ­ Warry Meuleman, Johan van ­ Mourik, Jos ­ Peters, Jan Post, Jan ­Roelsma, ­Joris Schaap, ­Peter Schipper, Marlies ­Verhoeven, Marie-José van de ­Vondervoort, Jason ­Zondag VORMGEVER ­ Ronald ­ Koopmans ­ BLADMANAGEMENT G ­ errit ­ Holtman ­ PRODUCTIE Hoeksjan R ­ edactie en ­Communicatie ­ADVERTENTIE/MEDIAVERKOOP: Cross Media Nederland, Bart de Wilde en Nick Konings, ­Nieuwe Haven 133, 3116 AC Schiedam, 010-7421020, e-mail: bart@crossmedianederland.com en ­nick@cross medianederland.com DRUK ­Senefelder Misset, Doetinchem A ­ BONNEMENTEN Secretariaat@vakbladh2o.nl


A

4

IS ONS WATERBEWUSTZIJN GEBAAT BIJ EEN TV-DRAMA?

ALS KIJKCIJFERS RECORDS BREKEN… Wekelijks anderhalf miljoen kijkers. De EO-serie ‘Als de dijken breken’ was een kijkcijferkanon. Prachtig, zeggen de rekkelijken, want: waterbewustzijn staat weer op de kaart. Onzin, zeggen de preciezen, want: bij sprookjes haken mensen af. “Wat in elk geval klopt, is dat we bij een dergelijke ramp op onszelf zijn aangewezen.”

Tekst Sander Peters | Beeldmateriaal ©EO/JocoMedia


A

ACHTERGROND

M

et de watersnoodramp van 1953 is het net als met de Tweede Wereldoorlog. Het aantal ooggetuigen en overlevenden neemt de komende decennia in rap tempo af. Wie op die fatale februari-dag de vernietigende kracht van het water aan den lijve heeft ondervonden, is nu minstens 58 jaar oud. Over pak ‘m beet 30 jaar zijn we aangewezen op verhalen uit de overlevering of op de beelden uit het Polygoonjournaal van destijds. Het idee dat het hier in Nederland goed mis kan gaan, verdwijnt langzaam maar zeker uit ons geheugen. Dat geldt zeker ook voor de schrijver van dit artikel: geboren na de start van de bouw van de Deltawerken in 1972 en afkomstig van de hoger zandgronden, zijn de vreselijke beelden uit Azië na de verwoestende tsunami in december 2004 de enige herinneringen aan een overstroming. En dat speelde zich af ver weg van hier, in straatarme landen zonder veel be­ scherming tegen hoogwater. Hier in Nederland, land van waterkennis bij uitstek, zijn we toch te allen tijde goed beschermd? SUPERSTORMPROOF En toen was daar begin november plots de EO-serie ‘Als de dijken breken’. Nederland en Vlaanderen getroffen door een superstorm met stormvloed vanuit zee. Gevolg: enorme over­ stromingen, die ons land in hoog tempo onder water zetten. De evacuatie van de Randstad verloopt moeizaam, met alle gevolgen – drama, ellende, slachtoffers – van dien. > NR1-JANUARI 2017

5


6

Wekelijks bekeken anderhalf miljoen mensen de serie

Wekelijks bekeken anderhalf miljoen mensen de serie. Alle reden om de zesdelige kijkcijfer­ hit aan een nader onderzoek te onderwerpen. Hoe realistisch is ‘Als de dijken breken…’? Is het pure fictie of is een ramp van een dergelijke omvang wel voorstelbaar? En ook: draagt deze serie bij aan het bewustzijn van de gemiddelde Nederlander dat een groot deel van het land nu eenmaal onder de zeespiegel ligt en dat dit risico’s met zich meebrengt? Hoe belangrijk is dat besef überhaupt? “Laat ik voorop stellen dat Nederland zijn zaakjes goed op orde heeft langs de kust”, stelt Frans Klijn, hoogleraar Adaptive Delta Management aan de TU Delft en als senior-specialist verbonden aan Deltares. “Begin november is de laatste zogenoemde zwakke schakel wegge­ werkt, in de duinen bij Katwijk en Noordwijk. Niet voor niets heeft minister Schultz van Infra­ structuur en Milieu toen gezegd dat ons land nu ‘superstormproof’ is. Bij de kustversterking is de voorbije jaren met de meest extreme en negatieve scenario’s gerekend. In principe is de kust op orde tot ongeveer 2050.” INGRIJPEND “Maar ik kan daar wel een paar kanttekeningen bij plaatsen”, vervolgt Klijn. “Want de kans op overstromingen vanuit de rivieren is groter dan vanuit zee. En in tegenstelling tot wat mensen denken is zo’n rivieroverstroming niet minder ingrijpend. De kracht waarmee het water door een dijk knalt, als die het begeeft, is ontzettend heftig. Dat komt ook door het hoogteverschil tussen water en land. Het gebied waarin het water terechtkomt is daarnaast groter dan bij een overstroming uit zee. Dus is er ook meer schade. Bij een stormvloed op zee zakt het waterpeil bovendien redelijk vlot, terwijl een hoogwater op de grote rivieren wekenlang kan aanhouden.” En dan is er – hoe kan het ook anders – het klimaat. De global warming en alle gevolgen daarvan voor de waterwereld. Klijn waarschuwt, zij het op de lange termijn. “De kans is erg klein dat we de komende 40 jaar met grote rampen te maken krijgen. Maar we weten dat het weer niet alleen extremer maar ook onvoorspelbaarder wordt. En ja, natuurlijk is er een kans dat het dus toch misgaat, op een manier die wij ons nauwelijks kunnen voorstellen. Maar die kans is net zo klein of zelfs kleiner dan dat bijvoorbeeld de vulkanen in de Eiffel na een miljoen jaar weer uitbarsten.” Dat het versneld smelten van het ijs op de Zuidpool en Groenland en de daarmee gepaard gaande stijging van de zeespiegel extra gevaar oplevert, relativeert Klijn. “We kunnen in t­ otaal waarschijnlijk zo’n zeven meter stijging aan. Omdat de zeespiegel naar huidige i­nzichten op


ACHTERGROND

z’n snelst met 1,5 meter per eeuw kan stijgen, duurt het nog een eeuw of vijf voor we echt een groot probleem hebben.” TOUWTJE ‘Heer, geef ons heden ons dagelijks brood en af en toe een watersnood!’ Het is een veelgehoord gezegde in de water­ wereld. De gedachte erachter is simpel: wie zo nu en dan met de neus op de feiten gedrukt wordt, is zich bewuster van het risico en dus alerter. Ook kunnen bepaalde vormen van gedrag en beleidsmaatregelen – vluchtgedrag, evacuatie – geoefend en geëvalueerd worden. Bewustzijn, het klinkt bijna als een mantra in de wereld van waterveiligheid, overstromingsgevaar en klimaatverande­ ring. Nog geen jaar geleden constateerde de OESO nog dat het ‘waterbewustzijn van de Nederlanders opvallend laag is’. Mooi dus dat er nu een rampenserie op televisie is die goed bekeken wordt. “Ik heb daar mijn twijfel over”, zegt Joop de Boer, gastonder­ zoeker aan het Instituut voor Milieuvraagstukken aan de VU. ‘Het lastige met fictie, en zeker met gedramatiseerde ver­ halen, is dat de boodschap weggedrongen wordt. Neem Jan Terlouw bij DWDD: hij wilde het hebben over klimaatveran­ dering, maar nu heeft iedereen het over dat touwtje uit de brievenbus. Dan sla je de plank mis. Ik ben een beetje bang dat dit met deze serie ook gebeurt.” MILDE ANGST De Boer wijst ook op studies die zijn gedaan naar het effect van ‘angstcommunicatie’. Zo is de communis opinio dat een milde mate van angst functioneel kan zijn, mits de boodschap herkenbaar en overtuigend neergezet is. En – heel belangrijk – mits er een realistisch en uitvoerbaar handelingsperspec­ tief geschetst wordt. Anders treden defensie­mechanismen NR1-JANUARI 2017

in werking zoals ontkenning (‘Het is niet waar’), ridiculise­ ring (‘Het is bizar’), n ­ eutralisering (‘Het overkomt mij niet’) of minimalisering (‘Allemaal o ­ verdreven’). “Ik ben niet zo’n voorstander van focussen op een gebeur­ tenis met een héél kleine kans. Water hoeft niet hoog te stijgen om een ontwrichtende werking te hebben op de ­ samenleving. Richt daar de communicatie op. De vraag is ook”, zegt De Boer, “of mensen echt willen weten wat er aan de hand is. Mensen willen niet graag hun visie bijstellen. Wat ze altijd gedacht hebben, is een zekerheid. Dat zou je, kort door de bocht, kunnen omschrijven als de kop in het zand steken, ja.” Dan is er nog de vraag waarom dat bewustzijn zo belangrijk is. De Boer: “Ten eerste is er een ethisch aspect: mensen hebben het recht om te weten welke risico’s er spelen in hun directe omgeving. Daarnaast zijn er allerlei praktische re­ denen waarom waterbewustzijn gestimuleerd wordt. Neem preventiemotivatie: mensen kunnen zelf veel maatregelen nemen om te voorkomen dat wateroverlast optreedt. Dan heb ik het niet over een stormvloed, maar wel over water­ overlast door ernstige regenval. Als iedereen een regenton zou plaatsen en de tegels uit zijn tuin zou weghalen, scheelt dat al flink.” OEFENEN Bewustzijn is ook voorbereid zijn op een echt grote ramp. Dat is een heel ander verhaal, want mensen handelen dan veel­ al niet rationeel. “In de serie zie je dat mensen ­massaal in de auto springen en de snelweg richting Utrecht op willen”, zegt Frans Klijn. “Dat gaat faliekant mis, want er ontstaan enorme opstoppingen. Het is een logische reflex natuurlijk, maar als je goed nadenkt kies je niet de laaggelegen snel­ weg, maar vlucht je over de dijken. En pak je niet de auto >

7


8

ACHTERGROND maar de fiets. Als de storm niet te heftig is natuurlijk. En ik zelf zou van­ uit Den Haag, Zoetermeer of Leiden juist tegen de grote files in, richting de duinen gaan. Dat is een relatief veilige beschutte plek, met veel hoogte. Maar waarschijnlijk zou ik teruggestuurd worden door hulpdiensten.” Waarom doen we geen rampenoefe­ ning eens in de twee jaar, voor bur­ gers, bestuurders en hulpdiensten? “De afweging is of we geregeld zeer ingrijpende, grootschalige ­oefeningen

moeten doen, met alle kosten van dien, voor een ramp waarvan de kans zeer, zeer klein is dat die ooit zal voor­ komen. Uiteindelijk is iedereen in dat geval op zichzelf aangewezen. Dat is geen leuke boodschap, maar wat de overheid in extreme omstandigheden kan doen is nu eenmaal beperkt. Ik zou zeggen: check overstroomik.nl, sla voldoende lang houdbaar eten op, en zoek een hooggelegen plek op. En zorg voor drinkwater. Dan is de kans het grootst dat je het overleeft.” |

ALS DE FEITEN SPREKEN…?

De zesdelige serie ‘Als de dijken breken’ is met 1,5 miljoen

• Het beeld van een kerktoren boven het verder lege water in

kijkers een onverwacht kijkcijferkanon. Een prachtige kans om

de regio Rotterdam is ongeloofwaardig. Dat betekent dat alle

water en waterbewustzijn op de kaart te zeten, dus. Maar hoe

huizen tot boven de nok onder water staan? Er zijn zoveel

realistisch is het beeld dat in de serie wordt geschetst?

schepen in de haven, die moeten ook rondvaren of rond­

De rekkelijken en de preciezen in de waterwereld vliegen

drijven als er met een vlot door Rotterdam wordt gepeddeld.

elkaar in de haren. Maandblad H2O deed zijn eigen onderzoek:

• Fietsen of scooteren bij windkracht 12 is vrij onwaar­schijnlijk.

wat klopt er wel en niet in ‘Als de dijken breken…’?

• Na twee dagen is het weer goeddeels windstil; bij een superstorm is dat te snel.

Op hoofdlijnen, stellen onze experts, is de serie waarheids­

• Bestuurders kijken live mee bij de doorbraak van de zwakke

getrouw. Heel goed is bijvoorbeeld dat de evacuatie in de soep

plekken in de kustlijn. Dat kan nog niet. Ook is het onwaar-

loopt. Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu heeft

schijnlijk dat je bij windkracht 12 een helikopter in de lucht

onlangs bij RTL Late Night toegegeven dat mensen bij een

krijgt/houdt. Bovendien is het maar zeer de vraag of er nog

dergelijke ramp op zichzelf zijn aangewezen. Op detailniveau

verbindingen zijn (elektriciteit, internet, mobiele telefoon)

echter slaat de serie de plank nogal eens mis:

• Het feit dat de bestuurders, de politiek en de hulpdiensten verrast worden, is ook onwaarschijnlijk. De geautomatiseer-

• De Randstad loopt niet grotendeels onder water.

de systemen – weerscenario’s, overstromingskaarten, ­

• Ons land ligt (nog) nergens 10 of 11 meter onder NAP. ­

et cetera – zijn zeer verfijnd en hoogstaand. Bovendien

Diepste punt is -6,67m NAP. • De vloedgolf in de eerste aflevering is meer een tsunami. Zo zal het in ons land niet gaan. Hier breken dijken door. • Een doorbraak bij Haarlem is niet waarschijnlijk, want daar zijn de duinen zeer breed en hoog. • Antwerpen blijft droog, terwijl Rotterdam onder water loopt. Dat zou eerder andersom zijn.

­hebben alle diensten en bestuurders toegang. Een storm van een dergelijke omvang zien we vrijwel zeker al langer van ­tevoren aankomen. Deze analyse is gemaakt op basis van interviews met Frans Klijn en Laurens Bouwer (Deltares), Joop de Boer (VU Amsterdam) en de ­‘recensies’ van experts van Rijkswaterstaat op www.rijkwaterstaat.nl.


WATERNETWERK

9

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

KNW-THEMAGROEPEN MAKEN SAMEN DE NL WATERNETWERKDAG Tijdens de jaarlijkse meeting van het KNW-bestuur en de vertegenwoordigers van de KNW-themagroepen was het onderwerp: de succesfactoren van een community. De community waternetwerk kan nog een paar stappen maken op weg naar nog meer succes. Een begin is gemaakt met de gezamenlijke voorbereiding door de 25 aanwezigen van het Voorjaarscongres op vrijdag 7 april in Arnhem. Binnenkort volgt er meer informatie, maar zet de datum vast in je agenda want er is wat wils voor elke waternetwerker. In elk geval zijn de ambities om in 2017 het opvallendste KNW-congres ooit neer te zetten.

Foto Hanne Nijhuis

Joost Buntsma (STOWA) en Agnes Maenhout (Wateropleidingen) tekenen de overeenkomst voor het opleidingsprogramma

Wateropleidingen, PAO Techniek en Management en HKV Lijn in Water verzorgen de komende twee jaar het opleidingstraject voor de Nieuwe Normering Waterveiligheid. De overeenkomst voor de uitvoering van het opleidingsplan is vorige maand onder­ tekend door Joost Buntsma (STOWA) en Agnes Maenhout (Wateropleidingen). Op 1 januari 2017 is de nieuwe veiligheidsnormering voor primaire waterkeringen inge­ voerd. Deze normering is gebaseerd op een overstromingsrisicobenadering. Er wordt hierbij rekening gehouden met kansen op een overstroming en de gevolgen daarvan voor een dijktraject. Daarnaast is er nieuwe kennis beschikbaar voor de beoordeling en er is sprake van een zorgplicht. Dit heeft grote gevolgen voor de manier waarop water­ keringbeheerders hun keringen beoordelen, ontwerpen, verbeteren en onderhouden. Het opleidingsplan is onderdeel van de implementatie van de nieuwe veiligheidsnorme­ ring. Het opleidingsplan telt op dit moment veertien verschillende cursussen van een tot drie dagen. Een deel van de cursussen is als pilot georganiseerd in najaar 2016. Veel cursussen behandelen aspecten van het door Deltares en Rijkswaterstaat ontwikkelde instrumentarium WBI. De eerste drie cursussen zijn gepland en starten deze maand in Utrecht. Neem voor meer informatie contact op met Hanna Langerak (Wateropleidingen) via 030 - 60 69 424 of stuur een mail naar opleidingen@innw.nl.

NR1-JANUARI 2017

Drie partijen in de watersector hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de nieuwe permanente tentoonstelling ‘One Planet’ in het Haagse Museon. Het gaat om het hoogheemraadschap van Delfland, drinkwaterbedrijf Dunea en RIWA (de vereniging van drinkwaterbedrijven die water onttrekken aan de grote rivieren). Uitgangspunt voor de tentoonstelling zijn de grootste mondiale uitdagingen (17 duurzame ontwikkelings­ doelen), die de Vereniging Naties heeft geformuleerd. De VN wil deze doelen voor 2030 bereiken. Het Museon gebruikt de 17 doelen als uit­ gangspunt in One Planet. Voorbeelden van thema’s die aan bod komen zijn: overbevis­ sing, watervervuiling, energie, vluchtelin­ gen, klimaatverandering en discriminatie. Op de 17 tentoonstellingsmeubels komt elk onderwerp met behulp van tekst, beeld, interactiviteit en collectie aan de orde. Elk thema is een mondiale uitdaging, maar er is altijd een link met Nederland. De expositie is sinds eind oktober open voor het publiek; het Museon is gevestigd Stadhouderslaan 37 in Den Haag. www.museon.nl iStockphoto

OPLEIDING NIEUWE NORMERING WATERVEILIGHEID VAN START

WATERSECTOR HELPT MET EXPOSITIE DUURZAAMHEID


10

iStockphoto

AGENDA

Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aangekondigd zien in deze agenda van maandblad H2O? Meld het dan aan onze redactie: redactie@h2owaternetwerk.nl

26 JANUARI, LEEUWARDEN

24 MAART, AMSTERDAM

(Internationale) bijeenkomst over watertechnologie van Neder­ landse bodem. Organisatie: Water Alliance. www.wateralliance.nl

Seminar over de rol van waterkringloop en waterhuishouding. Wat is oorzaak? Wat is gevolg? Organisatie: Stichting WATER ­Drager van leven en Waternet. www.stichtingwater.nl

Waterlink Symposium

26 JANUARI, TILBURG

Dag 5 Praktijkcases behandeling industrieel afvalwater

Vijfde en wellicht laatste seminar in de serie praktijkcases, met een bezoek aan de grootste private industriële afvalwaterzuive­ ringsinstallatie van Europa. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) in samenwerking met Stichting Kennisuit­ wisseling Industriële Watertechnologie (SKIW). www.h2owaternetwerk.nl

2 FEBRUARI, UTRECHT

RIONEDdag 2017

Inspiratie-, kennisdelings- en ontmoetingsdag met 800 vakge­ noten. Organisatie: RIONED. www.riool.net/rioneddag

21-23 MAART, GORINCHEM

Aqua Nederland Vakbeurs en RioleringsVakdagen 2017

Elfde editie van deze beurs voor de Nederlandse watersector. In combinatie met RioleringsVakdagen. Aandacht voor innovaties en nieuwe producten op het gebied van waterbehandeling, -mana­ gement en –technologie. Met uitgebreid kennisprogramma. ­Organisatie: Evenementenhal. www.evenementenhal.nl

23 MAART, UTRECHT

Mini- en maxicursussen

Praktijkgerichte halfdaagse en dagcursussen voor en door rioleringsbeheerders, beleidsmedewerkers riolering en water en projectleiders civiele techniek. Organisatie: RIONED. www.riool.net

Water en klimaat

30 MAART, ‘S-HERTOGENBOSCH

Waterinfodag

Jaarlijks congres met beurs over informatievoorziening in de watersector. www.waterinfodag.nl

6 EN 7 APRIL, DE BILT

WSSP Extreme Weather

Internationaal symposium over de gevolgen van extreem weer. Organisatie: KNW, International Water Conferences (IWC), minis­ terie van Infrastructuur en Milieu, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. www.iwcconferencens.com

7 APRIL, ARNHEM

KNW Voorjaarscongres

De Waternetwerkdag die je nooit meer zal vergeten en die je zeker niet mag missen! Voor alle (nieuwe) leden een must. www.h2owaternetwerk.nl

PERSONALIA Met ingang van 1 februari zal Marianne Vermijs het directieteam van Sweco Nederland versterken in de functie van divisiedirecteur Water & Energie. Vermijs is bouwkundig ingenieur en heeft brede (management)ervaring in de consulting en engineeringindustrie en bij de (semi)overheid. Op dit moment vervult ze een manage­ mentfunctie bij de gemeente Eindhoven.


WATERNETWERK

11

NIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

Koen Leurs (20)

DE PRACHT VAN ONS WATERLAND

Terwijl ik in de trein richting Utrecht zit, kijk ik, met een onder­ gaande zon, uit over de polders tussen Den Haag en Utrecht. Ik, als watermanager, zie alles om mij heen wat met water te maken heeft. Ik zie de prachtige polders met his­ torische watergangen, die ons land hebben gevormd zoals het nu is. Ik zie de grote rivieren die bedwongen moeten worden voor de grote hoeveelheden water. Ik zie de prachtige dorpen die daar al honderden jaren staan. Dan denk ik bij mijzelf: hoe hebben we dit toch allemaal voor elkaar gekregen, dit mooie, diverse landschap? Daar is een makkelijk antwoord op: ons waterbeheer is subliem geregeld, op een manier die geen ander land kent. Wij, als Nederlanders, kijken met een volledig andere visie naar ons water. We zien niet alleen maar industrie, drinkwater en water om de plantjes water te geven. We zien de pracht van het water, dat het ons land een eigen karakter en een eigen vorm geeft. Wanneer de zon bijna onder is en de avond aanbreekt, voel ik mij opeens heel klein. Ik realiseer mij dat het water onderdeel is van ons land en dat we zonder het water nooit zo’n groot kikkerland hadden kunnen worden. Lodewijk Schulte (19)

WATERMANAGEMENT ALS VLAGGENSCHIP

De Nederlandse be­ volking zou zich meer bewust moeten worden van de inhoud van

NR1-JANUARI 2017

watermanagement. Als ik vertel dat ik nu voor mijn tweede jaar watermanagement studeer, krijg ik twee reacties. De eerste is ‘Ah ja, Willem Alexander ­achterna’ De tweede, meer serieuzere reactie, is: ‘Maar wat kun je daar eigenlijk mee en wat doe je dan precies?’ Mijn antwoord houd ik altijd simpel en makkelijk te begrijpen: ‘Dijken bouwen’, maar wat ik eigenlijk zou willen zeggen is ‘Beste meneer, de reden dat u en ik hier in dit kikkerlandje kunnen wonen is water­ management’. Eerst kwamen de waterschappen. In 1255 werd het eerste waterschap, het hoog­ heemraadschap van Rijnland, ingesteld. Sindsdien zijn de zeedijken versterkt, polders gecreëerd, ringdijken aangelegd, plassen en meren ontwaterd ten behoeve van de woningbouw, en er is zelfs een hele nieuwe provincie uit het IJsselmeer getoverd. In de rivieren zijn de dijken versterkt, krib­ ben aangelegd, uiterwaarden verlaagd en er zijn hoogwatergeulen gegraven. Ook in de steden speelt watermanagement een steeds grotere rol door overstromin­ gen van regenwater te voorkomen. Dat alles is watermanagement!. Als afvoerputje van Europa is het niet van­ zelfsprekend dat je in dit land kunt wonen. Het Nederlandse watermanagement staat aan de top van de wereld en Amerikanen roepen om onze watermanagers na een watersnoodramp. Dus ons watermanagement is iets om trots op te zijn en het is een onmisbaar aspect van onze historie en voor onze toekomst. Ik vind dat watermanagement voortaan vooraan in moet staan in het rijtje van de tulpen, de molens, Arjen Robben en van de crack in Amsterdam.

Nathalie van Tricht (19)

KLIMAATVERANDERING, WAT?

Noem eens iets waar iedereen zich dagelijks mee bezig houdt: de Amerikaanse verkie­ zingen, de bloopers van de ‘beroemde’ sterren, welke kleur Zwarte Piet moet hebben, en o ja natuurlijk, klimaatveran­ dering… Kort geleden is de nieuwe documentaire van Leonardo DiCaprio uitgekomen. Hij vertelde ons iets dat we eigenlijk allemaal al weten; als we zo doorgaan als nu, zal klimaatverandering in de toekomst voor grote problemen zorgen. Neerslagpatro­ nen worden extremer. Zo komt er meer droogte, waardoor oogsten zullen mis­ lukken, of juist hevige neerslag, waardoor alles onder water loopt. Mensen zullen in de toekomst moeten verhuizen omdat hun land overstroomt enzovoorts. Wanneer je dit hoort, zeggen we allemaal ‘ja, er moet nu echt iets veranderen’. De vraag is echter of iedereen de volgende dag ook nog bereid is daadwerkelijk iets te veranderen. Zijn wij bereid onze levensstijl te veranderen voor klimaatverandering of gaan we terug naar onze oude gewoon­ tes? Onze levensstijl veranderen betekent minder vlees, geen producten meer met palmolie uit ontboste gebieden en eens de fiets pakken in plaats van de auto. Geen producten van palmolie uit ontboste gebieden betekent ‘s avonds geen Lays chips meer. Natuurlijk zijn er positieve veranderingen zoals het klimaatakkoord in Parijs. De vraag is alleen, is dit genoeg?

iStockphoto

HOE ZIEN DE JONGSTE PROFES­SIONALS DE WATERSECTOR?

Hoe kijk je aan tegen de watersector en het onderwerp klimaatverandering? Schrijf daarover een korte, persoonlijke column. Met die opdracht werd een groep tweedejaars studenten Watermanagement aan de Hogeschool Rotterdam begin november uitgedaagd. Zou het niet mooi zijn om de beste columns te publiceren in H2O om zo de visie van de studenten in het werkveld door te laten schemeren, was toen de vraag van Rein Smeets, commissaris publiciteit van de studievereniging StuW. Dat kon! Op deze pagina de drie winnaars.


12

O

HOOGSTANDJE

H2

Een viaduct: één van de vele kunstwerken

Kabbelende Twentse beek trekt landelijke aandacht

‘DE DOORBRAAK’ VOORKOMT WATEROVERLAST EN VERDROGING ‘De Doorbraak’ in het Twentse bekenlandschap zorgt voor droge voeten in de laaggelegen stad Almelo en voorkomt verdroging van het landelijke buitengebied. Bovendien is de rustig kabbelende beek een aanwinst voor de natuur. Tekst Charlotte Leenaers | Fotografie Marcel Molle De Doorbraak kronkelt door het Overijsselse landschap


13

Twaalf jaar lang is in het landelijk gebied ten zuiden van de stad Almelo gegraven en gebouwd aan de nieuwe beek. In fases hebben graafmachines de dertien kilo­ meter lange meanderende geul van de Doorbraak uitgegraven. Het vrijkomende zand is afgevoerd als ophoogzand voor het nabijgelegen XL Businesspark Twente, de zwarte grond was in trek bij de omliggen­ De nieuwe beek ten zuiden van Almelo de boerderijen. Tegelijkertijd is gewerkt voert water uit het landelijk gebied en aan de bouw van vijftien bruggen en vier water van de beek de Loolee af naar de stuwdammen. Om een onderbroken rivier de Regge. De 75 meter brede beek ecologische zone te realiseren zijn bij de heeft een meanderende, 20 meter brede kruisingen met het Twentekanaal, met de watergeul met aan weerszijden overstro­ spoorlijn Almelo-Hengelo en met rijksweg mingsstroken. Het tracé volgt zoveel A35 drie eco-passages aangelegd. “We mogelijk de loop van de Bornerbroekse hebben inderdaad flinke kunstwerken waterleiding en is ingepast in het aanwe­ gebouwd om de watergeul en het naast­ zige reliëf. Vier vaste dammen – verdeeld over de lengte van beek – keren het water gelegen natuurgebied bij deze kruisingen tot het gewenste niveau en reguleren zo de niet te verstoren: een tunnelbak onder de waterstroming. Bij normale waterafvoeren spoorlijn, een geboorde buistunnel onder het Twentekanaal en een viaduct met een stroomt het water rustig door de water­ geul. De brede bedding biedt dan voldoen­ overspanning van 30 meter in de snelweg.” de ruimte aan de beek om op natuurlijke “De aanleg van de Doorbraak heeft veel wijze te meanderen. Bij hogere wateraf­ van ons geduld en improvisatievermogen voeren overstromen de dammen en lopen de overstromingsstroken onder water. Het gevergd”, aldus Lansink. “De verwerving van de grond was een geweldige uitda­ beekdal van de Doorbraak werkt dan als ging. In het begin was er veel weerstand natuurlijke waterberging. en bij grondruil waren vaak meer partijen betrokken. Dat maakte het lastig. Door Tijdens het extreme hoogwater in met veel geduld en inlevingsvermogen de ­oktober 1998 traden veel Twentse beken gesprekken met de grondeigenaren aan buiten hun oevers. Het leger moest zelfs te gaan, zijn we er uiteindelijk goed uit­ te hulp schieten om erger te voorkomen. gekomen.” “Die gebeurtenis maakte duidelijk dat De uitvoering van de eco-passages kostte er iets moest gebeuren”, vertelt project­ ook enige hoofdbrekens. “Bij het boren van leider Henk Lansink van waterschap de buizen onder het Twentekanaal bleken ­Vechtstromen. “De betrokken overheden er veel meer zwerfkeien in de grond te ­besloten het relatief schone water uit het ­zitten dan we dachten. De boorinstallatie landelijk gebied niet langer meer langs liep daar helemaal op vast en we moesten de stad te leiden maar het via een nieuwe een nieuw plan bedenken. Uiteindelijk ­watergang ten zuiden van de stad af te voeren naar de Regge. Deze nieuwe beek – hebben we damwandschachten geplaatst in het kanaal waarbinnen we het zand ont­ de Doorbraak – zou bovendien de verdro­ daan hebben van stenen. Al met al heeft ging van het buitengebied tegengaan. En omdat het nieuwe beekdal een ecologisch ons dat anderhalf jaar vertraging opgele­ lint zou gaan vormen tussen de Sallandse verd. Maar nu is het klaar en heeft Almelo Heuvelrug en Noordoost-Twente, beteken­ een prachtige beek die – om met Marsman te spreken – traag door oneindig laagland de de Doorbraak een stimulans voor de gaat.” natuurontwikkeling in de hele omgeving.” NR1-JANUARI 2017

Ter hoogte van het buurtschap Tusveld gaat de trein over De Doorbraak


14

GAAT HET LUKKEN MET DE DELTA-AANPAK?

HOE SCHOON IS ONS

OPPERVLAKTEWATER IN

Met zo’n super-coalitie moet het met de waterkwaliteit wel goed komen! Toch? Alle overheden, de hele watersector, landbouw, industrie, medische sector en kennisinstituten scharen zich achter de nieuwe Deltaaanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Doel: in 2027 aan de Europese normen voldoen.

Tekst Hans Oerlemans | Beeld iStockphoto.

A


A D

ACHTERGROND

Er ligt nog altijd een grote opgave. Over tien jaar moet het grond- en oppervlaktewater ook in Nederland aan de Europese normen voldoen

ode vissen die bij Lobith ons land binnendrijven, met dat afschrikwekkende beeld begon minister Schultz van Haegen haar toespraak bij de ondertekening van de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater op 16 november in Den Haag. Ze riep de Sandoz-milieuramp bij Bazel in herinnering, die precies dertig jaar geleden (1986) plaatsvond. Tonnen pesticiden kwamen in de Rijn terecht. In die dagen loosden bedrijven vervuild water nog rechtstreeks op de rivieren. Zo bezien is er een enorme vooruitgang gemaakt. Verdwenen vissen hebben hun comeback gemaakt in de rivieren. Toch ligt er nog altijd een grote opgave. Over tien jaar moet het grond- en oppervlaktewater ook in Nederland aan de Europese normen voldoen. Met enkel voortzetting van het huidig beleid lukt dat bij lange na niet. Tijd voor een nationaal aanvals­ plan, aldus de minister. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) uit 2000 schrijft voor dat alle EU-wateren in 2015 ‘chemisch schoon en ecologisch gezond’ moeten zijn en dat drinkwater te produceren moet zijn met slechts een eenvoudige zuivering van grondwater. Nederland heeft uitstel gekregen tot 2027, omdat de opgave bijzonder zwaar is in een laaggelegen en dichtbevolkt land met veel oppervlaktewater en een grote agrarische sector. Ruim 60 procent van de Nederlandse bodem is nog altijd in gebruik voor landbouw. SCHONE FRIESE ERVEN Gaat dit nieuwe akkoord werkelijk het verschil maken? “Eerlijk gezegd, ben ik best optimis­ tisch”, zegt Jan Roelsma, coördinator waterkwaliteit bij Wetterskip Fryslân. “Alle partijen die ertoe doen, hebben de Delta-aanpak ondertekend. Ik zie dat bestuurders echt hiermee aan de slag willen. Van de top tot aan de werkvloer is er eensgezindheid. Dat was in het verleden niet altijd zo.” “Nu komt het aan op de uitwerking. Je hebt een combinatie nodig van sterk aangescherpt landelijk beleid en een regionale aanpak. Met dat laatste zijn we in Friesland al volop bezig. Tot 2021 zet het Wetterskip samen met de provincie ruim 10 miljoen euro in voor agrarische projecten om de waterkwaliteit te verbeteren.”

Belangrijke bronnen van vervuiling in Friesland zijn de intensieve melkveehouderij, de ­akkerbouw (vooral uien- en aardappelteelt) en – van een heel andere orde, maar ­evenzeer ernstig – de pleziervaart. Het project Schoon Erf, Schoon Water moet binnen vijf jaar de ­hoeveelheid meststoffen die van het erf afspoelt bij melkveehouders met 80 procent ver­ minderen. Het waterschap steunt boeren bij het nemen van maatregelen zoals een absor­ berende laag aanbrengen onder gras- en maiskuilen. Zo wordt voorkomen dat voedselrijk ‘pers-sap’ wegstroomt. Na 2021 is de boer verplicht dergelijke maatregelen te nemen. > NR1-JANUARI 2017

15


16

Zes Friese akkerbouwers doen mee aan een project om de afspoeling van gewasbescher­ mingsmiddelen van het veld te verminderen. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Jan Roelsma: “Door de bodem anders te bewerken kun je regenwater langer vasthouden ­zonder dat de gewassen daar schade van ondervinden. Zo blijven bestrijdingsmiddelen op de plek waar ze hun werk moeten doen. Probleem is wel de toename van extreme regenval als g ­ evolg van de klimaatverandering. Op die momenten is er geen houden aan en spoelen middelen toch naar de sloot.” Toch gaat het met alleen dit soort maatregelen niet lukken de KRW-doelen te halen. De landbouw staat nog steeds in de modus van intensivering en schaalvergroting. In de aanloop naar de afschaffing van het melkquotum (2015) zijn in Friesland en elders veel megastallen bijgebouwd. Sinds 2010 lopen de concentraties nutriënten in het oppervlaktewater weer op na jaren van daling. De melkveehouderij staat voor ingrijpende keuzes om te voorkomen dat Europa de uitzonderingspositie van Nederland – de zogeheten derogatie – intrekt. In dat ge­ val moeten 500.000 van de circa 1,7 miljoen melkkoeien gedwongen het veld ruimen.

De Deltaaanpak koppelt voor het eerst in één programma de doelen voor water­ kwaliteit en zoetwater­ voorziening

NATIONAAL KENNISPACT Eén week voor de ondertekening van de Delta-aanpak ondertekenden vier kennisinstellin­ gen al een overeenkomst om de krachten te bundelen: Deltares, RIVM, KWR en ­Wageningen ­Environmental Research (voorheen Alterra). De vier gaan een meerjarenprogramma op­ stellen om versneld toepasbare kennis te genereren over de waterkwaliteit. “Alles begint bij kennis, of je het nu hebt over doelen, maatregelen of monitoring,” stelt Hilde Passier, ­afdelingshoofd Bodem- en Grondwaterkwaliteit bij Deltares. “Voor een effectief beleid, is een eenduidige kennisbasis nodig. Dat is nu lang niet altijd zo. Neem de evaluatie van het mestbeleid of een willekeurig ander dossier. De kennissector zou met een helder verhaal naar buiten moeten komen. Hoeveel vooruitgang is er geboekt? Welke opgave ligt er nog? Welke oplossingen zijn mogelijk? Nu wordt een dossier vaak vanuit diverse invalshoeken benaderd op basis van andere aannames en methodieken. Dan krijg je debatten over de analyse in plaats van over de aanpak van de problematiek. We willen eenduidige en praktisch toepasbare kennis verschaffen, waarmee bestuurders gefundeerde beslissingen kunnen nemen.” SMART MONITOREN Tools maken om het waterbewustzijn te vergroten, is een ander doel van het kennispact. Sinds kort is er een Nitraat App om met een smartphone de nitraatconcentratie in een sloot, drain of grondwaterbuis vast te stellen. De boer neemt een watermonster en maakt een foto van de verkleuring van de meetstrip. Op de smartphone is meteen de nitraatwaarde af te lezen. De meetgegevens gaan naar een database die de resultaten over een lange periode bijhoudt. Hilde Passier: “Met dit soort eenvoudige tools zie je meteen de impact van het eigen hande­ len. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met het nitraatgehalte na het uitrijden van mest tijdens een hevige regenbui? Het is meteen vast te stellen. Zo’n simpel hulpmiddel vergroot het water­ bewustzijn en motiveert om veel preciezer te werk te gaan.” VEELKOPPIG MONSTER De Delta-aanpak koppelt voor het eerst in één programma de doelen voor waterkwaliteit en zoetwatervoorziening. Tot grote vreugde van de drinkwatersector, volgens Lieke Coonen, secretaris van de stuurgroep Bronnen en Kwaliteit bij Vewin, de brancheorganisatie van de tien drinkwaterbedrijven. “Wat andere partijen binnen de waterketen doen of nalaten heeft


ACHTERGROND grote invloed op de kwaliteit van onze bronnen. Nieuwe maatregelen in het mestbeleid moeten ervoor zorgen dat in wingebieden de nitraatnorm van 50 milligram per l­iter wordt gehaald. Dit staat nu expliciet in de Delta-aanpak. En ook dat Rijkswaterstaat de vergunningen voor het ­lozen van industrieel afvalwater opnieuw gaat screenen. Het is een mijlpaal dat zoveel partijen zich nu aan deze doelen committeren.” Waterverontreiniging is een veelkoppig monster. Naast de usual suspects zoals de landbouw komen de laatste jaren ook andere boosdoeners in beeld. Het RIVM bracht november 2016 een rapport uit over Waterkwaliteit en Geneesmiddelen. Volgens een ruwe schatting komt er jaarlijks 140 ton aan humane en diergeneesmiddelen in het oppervlaktewater terecht. Dat is veel meer dan de ­zeventien ton aan gewasbeschermingsmiddelen.

OPPERVLAKTEWATER, DAAR ZIT HEEL WAT IN Van helder naar troebel, zo verloopt de kennisschaal over waterverontreinigingen. Je hebt bekende stoffen waarvan ook goeddeels bekend is welke negatieve effecten ze hebben op het milieu (fosfaat). Je hebt bekende stoffen

“Heel zorgelijk,” zegt Lieke Coonen. “Zeker ook omdat door de vergrijzing het medicijngebruik groeit. De urgen­ tie wordt gelukkig steeds meer onderkend. De Tweede Kamer roept op tot actie en huisartsen, apothekers en ziekenhuizen zoeken naar oplossingen. Wij pleiten e ­ rvoor te beginnen met praktische maatregelen bij de bron. Overtollige pillen en vloeibare medicijnen inzamelen in plaats van door de gootsteen spoelen. Maar ook plaszak­ ken meegeven aan patiënten die contrastvloeistof kregen toegediend voor het maken van CT-scan. Om te zorgen dat hun urine niet in het riool terechtkomt, kunnen ze plaszakken gebruiken. De urine wordt daarin omgezet in een vaste stof en de zak kan bij het grijs afval. Ook z­ onder ingewikkelde innovaties kun je al een eind komen. Het vraagt natuurlijk wel om bewustwording en gedragsver­ andering.”

waarvan veelal onbekend is welke effecten ze hebben ­(geneesmiddelen) en dan zijn er ongetwijfeld nog onbekende stoffen waarvan per definitie onbekend is wat de schadelijke effecten zijn. Een tot voor kort weinig bekende bron van vervuiling zijn de microvezels van synthetische kleding. Bij elke wasbeurt verliest een fleecetrui of nylonrok minuscule plastic deeltjes. Hoe meer wasmachines er in de wereld draaien hoe meer microplastics in het milieu komen. Ze vormen een belangrijk ingrediënt van de plasticsoep die zich in de oceanen aan het vormen is. Ook beruchte giftige stoffen kunnen ineens prominent in beeld komen als potentieel risico voor de waterkwaliteit. Zo bracht Deltares in 2015 nieuwe cijfers naar buiten over het lood dat sportvissers achterlaten in viswateren.

NATIONAAL OFFENSIEF Ook in recente rapporten over waterkwaliteit staan ge­ neesmiddelen nog vaak in de rubriek ‘nieuwe of op­ komende stoffen.’ Alsof we in Nederland pas recent ­medicijnen slikken. Na vijftien jaar beleidsvoorbereiding is er nog steeds geen concreet beleid rond geneesmid­ delen, zo schreef de Adviescommissie Water in juni 2015 in een alarmbrief aan minister Schultz. Kennis ontbreekt over de effecten van stoffen op mens en milieu en over de effecten van maatregelen. Partijen zijn bang hun ver­ antwoordelijkheid te nemen en vrezen de kosten. Men kijkt teveel naar elkaar en redeneert te weinig vanuit het geheel. Een gemeenschappelijk nationaal programma is hard nodig, volgens de commissie. Op dat pad lijkt nu een baanbrekende stap gezet met de Delta-aanpak. | NR1-JANUARI 2017

Ze gebruiken loden gewichtjes onder meer om aas uit te werpen en dobbers te stabiliseren. Het loodverlies bedraagt in zoetwater naar schatting 54 ton per jaar en in zout water 470 ton. Nederland telt zo’n 900.000 sport­ vissers. Het lood verdwijnt grotendeels in de waterbodems. Een klein deel corrodeert onder invloed van zuurstof en komt in de waterkolom terecht. Toch hebben waterschappen nog geen overschrijdingen van de loodnorm geconstateerd. Zo bezien is dit dan ook geen acute bedreiging voor de waterkwaliteit. Maar toch, elk jaar weer tonnen lood in het milieu bij.

17


18

NEW

BUSINESS

NIEUWE WATERTECHNOLOGIE VAN NEDERLANDSE BODEM Powered by Water Alliance VOORAF

INNOVATIE: OMDAT EEN PROBLEEM OM EEN OPLOSSING VRAAGT Soms komt een innovatie uit onverwachte hoek. Een praktisch probleem dat om een betaalbare oplossing vraagt en als deze nog niet op de markt is, dan ontwikkel je die toch zelf? Frank Akkerman kampte als pluim­ veehouder met verontreinigingen in drinkwaterleidingen. Onderzoeksin­ stituut Wetsus, bij ons op de WaterCampus in Leeuwarden, koppelde hem aan een technologie-ontwikkelaar en zo ontstond Aquacolor Sensors, één van de nieuwe bedrijven die zich het afgelopen jaar hebben aangesloten bij Water Alliance. Zoeken naar vervuiling met lichtsensoren: in deze aflevering van New Business leest u er meer over. 2016 was een jaar waarin we weer nieuwe Nederlandse watertechnologie nationaal en internationaal op de kaart hebben gezet. Er waren tal van activiteiten in binnen- en buitenland. In 2017 zal dat niet anders zijn. In Nederland hebben we dan twee grote beurzen: de Aqua Nederland Vakbeurs (21 - 23 maart) en Aquatech Amsterdam (31 oktober - 3 november).

Minstens zo belangrijk voor de Nederlandse watertechno­ logie is de export. Terwijl u dit leest is Water Alliance met enkele bedrijven vertegenwoordigd op een grote vakbeurs in Abu Dhabi, de Verenigde Arabische Emiraten. Dit is een uitvloeisel van het bezoek van een handelsdelegatie uit de Golfstaten, enkele maanden geleden, aan Nederland. Ik ben benieuwd wat dit kan opleveren voor onze b ­ edrijven. Het watervraagstuk is meteen duidelijk als je hier het vliegtuig uitstapt, zoals ook meteen helder is dat geldge­ brek niet het eerste probleem is om het op te lossen. Ik ben benieuwd of onze bedrijven in Abu Dhabi de basis kunnen leggen voor New Business. Hoe dan ook, ik wens u zakelijk en privé een uitstekend en gezond 2017 en ik hoop u volgende week donderdag (26 januari) in Leeuwarden te mogen ontmoeten tijdens ons internationale symposium WaterLink. Aanmelden kan nog net via de website: www.wateralliance.nl/waterlink/ Hein Molenkamp Managing director Water Alliance h.molenkamp@wateralliance.nl

26 JANUARI: SYMPOSIUM WATERLINK Op donderdag 26 januari vindt in Leeuwarden de vijfde editie van WaterLink plaats. Thema van het jaarlijkse Water Alliance symposium is ’Imagination’. Op het symposium draait alles om innovatie in watertech­ nologie. Geïnteresseerde partijen vinden elkaar op de bedrijvenmarkt en tijdens de WaterMatch. Tijdens het ple­ naire programma inspireert Pieter van den ­Hoogenband,

drievoudig olympisch zwemkampioen, bezoekers met nieuwe manieren van denken. Zeven ondernemers die deze kunst al beheersen, strijden vervolgens in een ‘battle of honour’ om de Water Alliance Innovatie Stimulation Award. Voordat het tijd is voor borrel en diner, zetten bezoekers hun eigen ‘imagination’ in tijdens een van de acht interac­ tieve themabijeenkomsten.

Water Alliance is een samenwerkingsverband van overheid, kennisinstellin­ gen én bedrijfsleven op het gebied van watertechnologie in Nederland. Water Alliance richt zich vooral op het midden- en kleinbedrijf in de innova­ tieve en duurzame watertechnologie die wereldwijd vermarkt kan worden. Water Alliance ondersteunt de bedrijven op het gebied van (internationale) matchmaking, netwerken en business development.

Agora 4 8934 CJ Leeuwarden 058-2849044 www.wateralliance.nl


NEW BUSINESS Teksten Dorien ter Veld

AQUACOLOR SENSOR: VERONTREINIGINGEN DIRECT AAN HET LICHT Verontreinigingen in waterleidingen vormen in veel sectoren een bedrijfsrisico. Aquacolor Sensors ontwikkelde een lichtsensor, waarmee vervuilingen en de vorming van biofilm in een vroeg stadium opgespoord kunnen worden. “De Aquacolor Sensor is een licht­ sensor die we in eerste instantie hebben ontwikkeld voor de pluim­ vee-industrie”, vertelt ondernemer en pluimveehouder Frank Akkerman. “Veel pluimveebedrijven kampen met verontreinigingen in drinkwa­ terleidingen. Door de lengte van de leidingen en de hoge temperaturen ontstaat er bovendien snel een laagje vervuiling tegen de leidingwand. Deze biofilm kan leiden tot bacteriegroei en ­gezondheidsrisico’s. Omdat ik zocht naar een betaalbare oplossing die continu de kwaliteit van het water meet, koppelde Wetsus me aan tech­ nologie-ontwikkelaar Mateo Mayer. Wat we ontwikkeld hebben, is een zogenoemde spectrofotometrische sensor, die inmiddels ook waardevol blijkt te zijn voor andere sectoren.” NR1-JANUARI 2017

“In de kern bestaat de Aquacolortechnologie uit een heel gevoelige lichtsensor”, legt Mayer uit. “Daar­ bij moet je je een buisje voorstellen dat wordt ingebouwd in de leiding. Aan de ene kant van het buisje zit en LED-lampje dat verschillende golf­ lengtes uitzendt. Aan de andere kant vangt een lichtsensor het licht op. Afhankelijk van de mate van veront­ reiniging in het water, detecteert de sensor meer of minder licht en krijg je vrij nauwkeurige informatie over de waterkwaliteit. Meetresultaten vertellen vooral veel over de mate van vervuiling van het buisje door biofilm­vorming, maar algen en be­ paalde stoffen zoals humuszuren en ­ijzerionen worden ook gedetecteerd.” IN-LINE EN REAL TIME Akkerman: “Monitoringinstrumen­ ten die met licht werken, bestonden al wel, maar wat uniek is aan dit systeem, is dat er in-line, dus in de leiding, wordt gemeten en dat de informatie real-time wordt verwerkt. Verder is elke sensor is te koppe­ len aan een open source hardwa­

re ­systeem. Dit systeem stuurt de gebruiker bij bepaalde meetgegevens ­direct een e-mail of WhatsAppbericht. Door de sensor aan andere systemen te koppelen is het bovendien mogelijk om de leidingen bij bepaalde waarden automatisch te spoelen. Door bij vervuiling of biofilmvorming snel te reageren, kan de gebruiker schade en vervangingskosten voorkomen.” Tot voor kort werkte Aquacolor Sensor kleinschalig samen met launching customers. Vanaf januari brengt het bedrijf de sensors op de markt voor iedereen. Akkerman en Mayer verwachten vooral interesse voor de sensor als biofilmsensor. Mayer: “Bijvoorbeeld voor bedrijven die de vervuiling in membraanfiltratiesys­ temen tijdig willen ontdekken, zodat ze maatregelen kunnen nemen om de membranen te beschermen. Dit soort ­toepassingen als ‘early warning sensor’ maakt de Aquacolor Sensor onder andere interessant voor water­ zuiveringsbedrijven, drinkwaterbe­ drijven, de laboratoriumsector en de chemische procesindustrie.”

19


20

NEW

BUSINESS

Het hoogheemraadschap van Delfland heeft de Waterinnovatieprijs 2016 gewonnen met het project S.C.H.O.ON.. Via dit project gaat Delfland de strijd aan met microverontreinigingen en nutriën­ten. Hoe? Met de aanleg van een Zoetwaterfabriek en een waterharmonica. “S.C.H.O.O.N. staat voor Schoonmaken effluent en Hergebruik voor Oppervlaktewater Op Natuurlijke wijze”, verklaart Jouke Boorsma, technisch pro­ jectleider bij het hoog­ heemraadschap. “Een be­ langrijk onderdeel van het project S.C.H.O.O.N. is een aanvullende zuiverings­ trap die wordt toegevoegd aan de bestaande AWZI De Groote Lucht in Vlaar­ dingen. Zo realiseren we een ‘Zoetwaterfabriek’, waarin we medicijnresten, bestrijdingsmiddelen, hor­ moonverstorende stoffen en andere microverontrei­ nigingen zoveel mogelijk verwijderen. Doel is om ge­ zuiverd afvalwater geschikt te maken voor hergebruik binnen ons poldersysteem.” Boorsma: “Het idee voor de Zoetwaterfabriek sluit aan bij de uitdagingen binnen ons beheergebied. Door

Powered by Water Alliance

DELFLAND WINT WATERINNOVATIEPRIJS MET ZOETWATERFABRIEK de verzilting hebben we soms te weinig zoetwater. We voeren dan water van elders aan, terwijl we ondertussen wel 5,5 mil­ joen kubieke meter afvalwater afvoeren naar de Noordzee. Zonde natuurlijk. We willen dus zelfvoorzienend worden door onze zoetwatervoorraad op peil te houden met effluentwater. Daarmee zorgen we ­meteen voor een betere doorstroom in ons watersysteem en voorkomen we blauwalg in zwemwateren zoals de Krabbe­ plas.” ZOETWATER­ FABRIEK Boorsma: ­“Momenteel functioneert de Zoetwater­ fabriek op de Groote Lucht nog op pilot­ niveau. Bijzonder aan de vierde trap die we hier testen, is dat we gebruik maken van ozonisatie. Voor het ozonisatieproces voegen we ozon, gemaakt van vloeibaar zuurstof, toe aan het water. Hierdoor worden de meeste organische microver­ ontreinigingen binnen tien minuten om­ gezet in kleinere deeltjes die gemakkelijk biologisch afbreekbaar zijn. Zo bereiken we een goed resultaat, waarbij we ook ‘lastige’ medicijnresten zoals Diclofenac weten te verwijderen.” “We zijn in augustus 2016 gestart met de pilot en uit resultaten tot nu toe blijkt

dat we met ozonisatie goede resultaten behalen. Het enige nadeel is dat ozon geen nutriënten zoals stikstof en fosfaat verwij­ dert. Hier gebruiken we het al aanwezige zandfilter voor. In de pilot testen we verder of we kleinere deeltjes het beste via een continu zandfilter of via continu koolfilter kunnen verwijderen.” INNOVATIEVE COMBINATIE “Wat het project S.C.H.O.O.N. overigens echt innovatief maakt”, aldus Boorsma, is de combinatie van de Zoetwaterfabriek met de waterharmonica. Het water dat uit de Waterfabriek komt, kan straks nog niet meteen het poldersysteem in. We leiden het water via een nog te bouwen water­ harmonica naar ons poldersysteem. Een waterharmonica is een natuurlijk systeem van rietfilters en ondergedoken waterplan­ ten dat het water nog eens extra zuivert. Zo wordt het water ‘natuurlijker’ en van nog betere kwaliteit.” In het project Zoetwaterfabriek werkt ­Delfland samen met de Stichting Toege­ past Onderzoek Waterbeheer (­ STOWA), Deltafonds, Evides en waterschap Vallei en Veluwe. Daarnaast is het project onderdeel van de gebiedsontwikkeling Nieuw Wa­ terland (voorheen Kwaliteitsprogramma ­Blankenburgverbinding van Rijkswater­ staat). De ozoninstallatie wordt gehuurd van Xylem Wedeco. De nageschakelde worden gehuurd van Nordic Water.


NEW BUSINESS FILAIR VERHELPT ­ZUURSTOFLOOSHEID IN OPPERVLAKTEWATER Koelsystemenproducent Nijssen heeft een systeem ontwikkeld dat zuurstofloosheid in oppervlaktewater op een duurzame manier verhelpt. De FILAIR kan bijvoorbeeld blauw­ algen en geuroverlast voorkomen. De FILAIR is ontstaan als spin-off van de koelinstallaties van Nijssen BV. Cees Nijssen, directeur: “Voor koelmachines gebruiken we adiabatische koeling. Daarbij wordt water heel fijn verneveld. Door de uitwisseling tussen lucht en water ontstaat zuurstofrijk water.” Het hoogheemraadschap van Rijnland voert momenteel testen uit met het systeem. Johan Oosterbaan, adviseur waterkwaliteit bij het hoogheemraadschap: “De resultaten zijn veel­ belovend. Het systeem vraagt weinig energie en is daarmee naar verwachting een duurzaam alternatief voor de plaatsing van beluchtings­ systemen en noodpompen.”

VIER KANDIDATEN VOOR TITEL WATERINNOVATOR Voor de onderscheiding van Waterinnovator of the Year 2017 zijn vier partijen in de running. Iedereen kan meestemmen. In februari is de uitslag bekend. De prijs is bedoeld voor een initiatief dat de industrie helpt om ecologisch en economisch verantwoord water te winnen, gebruiken en lozen. De genomineerden zijn Willy Verstraete, ­Royal HaskoningDHV, Pathema en Water & Energy Solutions. De verkiezing wordt georganiseerd door het Watervisie Plat­ form, een samenwerkingsverband van de vakbladen Petro­ chem en Utilities en het bedrijf Evides Industriewater.

iStockphoto

Verstraete, emeritus professor aan de Universiteit Gent, onderzoekt hoe hoogwaardige eiwitten uit restwaterstromen kunnen worden geproduceerd. Royal HaskoningDHV is b ­ ezig met het winnen van NEO-alginaat uit Nereda slibkorrels. ­Alginaat is een hydrofiel polymeer dat normaal gesproken wordt gemaakt uit zeewier. Pathema heeft het IVG-IL systeem ontwikkeld. Met behulp van vortex-technologie worden kalk- en ijzeraanslag, biologie en opvoerdruk gecontroleerd aan het begin van reinigings- of ­productieprocessen. Water & Energy Solutions combineert vier technieken voor biogasproductie en slibverwerking. H ­ ierbij werkt het bedrijf samen met de waterschappen Noorderzijl­ vest en Hunze en Aa’s. De winnaar wordt bekendgemaakt tijdens het Watervisie ­Congres op 16 februari 2017.

ENGELDOT WATER LEVERT ZUIVERINGSINSTALLATIE OP JAKARTA Speciaal voor dichtbevolkte stedelijke gebieden met beperkte sanitatie ontwierp Engeldot Water uit Hoogeveen het Smart Green City concept. Een compleet zuiveringssysteem dat op een minimaal oppervlak drinkwater ­produceert uit rioolwater en vervuild rivierwater. In maart plaatst Engeldot Water een dergelijke installatie in de Indonesische stad Jakarta. De deal werd gesloten ­tijdens een handelsmissie met onder anderen premier Rutte en minister Schultz van Haegen naar Indonesië. Jochem van Engelenhoven, directeur van Engeldot Water: “Op veel plekken in Indonesië lozen huishoudens en bedrij­ ven hun afval(water) nog gewoon op het oppervlaktewater. Zo ook in de Krukut-rivier. Langs deze rivier komt, in het stadsdeel Kota Tua, een moderne recreatieruimte. Hier NR1-JANUARI 2017

komt ook de zuiveringsinstallatie te staan.” De in Nederland gebouwde zuiveringsinstallatie van Engeldot Water is een compleet plug and play-systeem voor ketenzuivering. Van Engelenhoven: “Middels filtratie­ technieken verwijdert de machine vaste delen zoals zwerfvuil. Daarna wordt het water biologisch behandeld en verwijderen we met samengestelde membraantechnieken medicijnresten uit het water. Bacteriologische vervuilingen verwijderen we via gecombineerde desinfectie en de laatste verontreinigingen verwijderen we met actief kool verbin­ dingen. De installatie is grotendeels automatisch gestuurd en zuivert duizend liter vervuild water per seconde. Daarbij is het mogelijk om nutriënten en energie terug te winnen voor hergebruik. Het totale vloeroppervlak van de installa­ tie is iets minder dan 500 vierkante meter.”

21


22

ROELOF KRUIZE BIJ 10 JAAR WATERNET

‘ENERGIE: DE VOLGENDE STAP VOOR HET WATERCYCLUSBEDRIJF’

Tien jaar geleden was Waternet het eerste en enige watercyclusbedrijf van Nederland. Dat is nog steeds zo. “Maar ik denk dat op veel plekken in Nederland wordt nagedacht over dit model”, zegt Roelof Kruize, algemeen directeur van Waternet. Zelf denkt hij intussen na over de volgende stap: hoe organiseer je de productie en levering van duurzame energie? Tekst Roel Smit Fotografie Gabby Louwhoff

A


A

ACHTERGROND

H

et is een jaar of tien geleden dat Roelof Kruize een lezing hield op de TU Delft. Hij liet een plaatje zien van Nederland, verdeeld in vijf regio’s: vijf watercyclus­ bedrijven. Vijf bedrijven die verantwoordelijk zouden moeten zijn voor drinkwa­ terproductie, riolering, afvalwaterzuivering én watersysteembeheer, zeg maar de droge voeten van de burgers. Vijf bedrijven zoals Waternet in Amsterdam. “Men vond dat idee nogal gewaagd en het was misschien ook iets te groot gedacht”, zegt de directeur van Waternet, dat net als enige Nederlandse watercyclusbedrijf vorige maand zijn tienjarig bestaan heeft gevierd. Kruize is echter nog steeds overtuigd van de grote voordelen van integratie van alle watertaken in één bedrijf. En eigenlijk moet je nog een stap verder­ gaan, zoals Waternet zelf ook doet, en nadenken over de vraag hoe je de productie van duur­ zame energie het beste organiseert in het bedrijf. Kruize: “We hebben het inmiddels door Berenschot laten onderzoeken: juridisch gezien zijn er geen belemmeringen voor Waternet om energie te produceren en te leveren aan consu­ menten. De vraag is alleen hoe je dat het beste vorm geeft. Zoals we er nu tegenaan kijken, ligt het voor de hand om dit te doen met een partner die ervaring heeft op dit gebied, denk aan Eneco, NUON of Liander.”

Watercyclusbedrijven hebben de toekomst?

Kruize: “Daar ben ik nog steeds van overtuigd. Ik denk dat er in Nederland nog veel winst geboekt kan worden. In Limburg ligt het vormen van een watercyclusbedrijf als een optie op tafel. De intenties is er: de waterschappen en de drinkwaterbedrijven willen het, je hebt alleen wel te maken met 34 gemeenten. Toch denk ik dat er op meer plekken in Nederland over nagedacht wordt. Maar kijk ook wat er over de grens gebeurt. Kopenhagen heeft een watercyclusbedrijf mét energievoorziening. In Berlijn zijn ze op weg: daar is de productie van drinkwater weer terug in handen van de overheid, Veolia is buitenspel gezet, en nu willen ze de energieproductie terugkopen van Vattenfall. Zo ontstaat een sterk, publiek water-ener­ giebedrijf. Hamburg en Parijs, zelfde verhaal. Water, energie, afvalverwerking, ik zie het steeds dichter bij elkaar komen.”

Waarom gaat het niet sneller? Wat zijn belemmerende factoren?

“De economische prikkel is niet groot. Water is goedkoop. In onze regio betaalt men 600 euro per gezin per jaar voor drinkwater, riolering, afvalwaterzuivering en droge voeten; dat is 2 procent van een modaal inkomen. Daarnaast zijn er de gevestigde instituties en histo­ risch gegroeide situaties. Drinkwaterbedrijven en waterschappen staan vaak wel open voor samenwerking, maar gemeenten meestal toch minder. Die hebben ook veel op hun bordje gekregen de laatste jaren.” > NR1-JANUARI 2017

23

‘Nederland verdeeld in vijf watercyclus­ bedrijven? Dat was misschien iets te groot gedacht’


24

ACHTERGROND “ We zijn nog niet aan het eind, de digitalisering is eigenlijk nog maar net begonnen. Dat is een van de uitdagingen de komende jaren” Wat heeft Waternet ons opgeleverd?

“In elk geval een enorme efficiencywinst, gecombineerd met een betere dienstverlening. We zijn begonnen met 2.000 man personeel en hebben er nu nog ongeveer 1.700. Dat was mogelijk door zaken te combineren: één technische dienst, één storingsdienst, één aanbesteding voor het vervangen van rioleringen en drinkwaterleidingen en ga zo maar door. De manier van omgaan met onze klanten is ook heel anders dan tien jaar geleden. Destijds kregen we 500.000 telefoon­ tjes per jaar, waarvan slechts 65 procent direct kon worden beantwoord door degene die de telefoon opnam. Dus onge­ veer een derde moest naar de backoffice, met alle tijdverlies van dien. Mede door de inzet van online krijgen we nu nog maar 300.000 telefoontjes per jaar en met een intelligent call center kan 95 procent van de vragen beantwoord worden zónder de backoffice daarmee te belasten.”

Is er wat dat betreft nog winst te boeken?

“We zijn nog niet aan het eind, de digitalisering is eigenlijk nog maar net begonnen. Dat is een van de uitdagingen de komende jaren. We willen bijvoorbeeld in 2018 zo’n 80 pro­ cent van onze klantcontacten via de mobiel laten verlopen. In 2020 moeten verder alle medewerkers – onafhankelijk van hun locatie – kunnen beschikken over alle ­bedrijfsgegevens die voor hun werk relevant zijn. Tegelijkertijd zullen steeds productielocaties automatisch – dus onbemand – bestuurd worden.”

Dus Waternet heeft straks nog maar 1.500 man personeel?

“Dat denk ik niet. Ik voorzie wel een verschuiving: minder administratief werk en meer nieuwe taken. Veel zaken zitten nu nog in een pilotfase, zoals het leveren van grondstoffen en het leveren van warmte (of koude), maar vragen straks als onderdeel van de gewone bedrijfsvoering extra c­ apaciteit. Hoe zorg je dat de stad grote regenbuien kan verwerken, hoe ontwikkel en beheer je nieuwe sanitatie in woonwijken, allemaal zaken in ontwikkeling. Ik voorzie overigens geen verdere schaalvergroting. Voor riolering, afvalwaterzuive­ ring en drinkwaterproductie heeft Waternet een optimale schaalgrootte. Met groei bereik je niet veel efficiencywinst meer. Dat geldt zeker voor de watersysteemtaken, die een afweging van belangen vragen, bijvoorbeeld tussen de ­boeren en de natuur. Dan moet je niet te ver van de mensen en het gebied verwijderd raken.”

Wat is de grote uitdaging?

“Dat zijn er verschillende. Bijvoorbeeld een betere bescher­ ming van vitale infrastructuur binnen de dijken. Wat dat be­ treft zijn we te kwetsbaar. Daarnaast moet de sponswerking van de stad verbeterd worden. We hebben als doel gesteld dat de stad in 2020 een regenbui van 6 centimeter per uur moet kunnen verwerken zonder dat er overlast ontstaat. ­Reken maar uit: het riool kan 2 centimeter per uur verwer­ ken; de rest moet dus in de openbare ruimte worden opge­ vangen.” “Misschien is de grootste opgave nog wel de slag die we moeten maken op het gebied van duurzaamheid. Ook wat dat betreft biedt een geïntegreerd watercyclusbedrijf meer mogelijkheden. Door schaalgrootte kun je meer inves­ teren in onderzoek en ontwikkeling. Bovendien is duur­ zaamheidswinst is vaak het eerst te boeken op raakvlakken ­tussen bedrijfsactiviteiten. Simpel voorbeeld: we maken op de rioolwaterzuivering van biogas groen gas door er CO2 uit te halen, dat we vervolgens weer gebruiken voor de drink­ waterbereiding.” “Meer in het algemeen: Nederland heeft een prachtig sys­ teem voor drinkwater, riolering en waterbeheer, maar het is niet duurzaam. We maken bijvoorbeeld met veel energie schoon drinkwater en laten 40 procent wegvloeien via het toilet. Dat afvalwater gaan we dan weer verpompen en we blazen er veel energie in om het weer schoon te krijgen. Zo is een groot deel van het systeem nog gebaseerd op princi­ pes van het begin van de twintigste eeuw, toen we de tyfus en de cholera nog moesten bestrijden.” “Van de doelstellingen die de stad Amsterdam zich stelt op het gebied van minder CO2-uitstoot, kunnen wij in de water­ sector 10 procent realiseren. Zo willen we de productie van biogas op onze rioolwaterzuiveringen – door het proces ­anders in te richten – de komende jaren verdubbelen. We denken ook aan slim gebruik van de koude die we kunnen halen uit het water van de Rijn dat we gebruiken voor drink­ waterproductie. Met de twee grote drinkwaterleidingen die langs Schiphol lopen, kunnen we alle terminals koelen. Denk ook aan warmteterugwinning uit douchewater, dat kan het gebruik van aardgas met de helft reduceren.” “Amsterdam verkeert in de gelukkige omstandigheid dat het de komende jaren 50.000 nieuwe woningen gaat bouwen. Dat biedt een kans om die ook echt een duurzaam concept te geven.” |


WATERTECHNIEK

25

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

125 KRIBBEN WORDEN VERLAAGD LANGS PANNERDENSCH KANAAL Rijkswaterstaat gaat in samenwerking met Royal HaskoningDHV circa 125 kribben in het Pannerdensch Kanaal verlagen. Doel hiervan is het vergroten van de verwerkingscapaciteit van het kanaal. Hoe de kribverlaging er uit gaat zien en om welke kribben het ­precies zal gaan, wordt het komende jaar onderzocht. Daarbij spelen volgens beide partijen zowel technische als omgevings­ aspecten een rol. Naast het vergroten van de waterveiligheid wordt in het project ook gestreefd naar het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit.

APP HELPT NITRAAT METEN Een nieuwe app van Deltares maakt het mogelijk eenvoudig zelf nitraatmetingen te doen en te delen. Met de Nitraat App kunnen boeren en waterkwaliteitbeheerders meten wat het nitraatgehalte in water is. Hoge nitraatgehaltes ­komen met name in landbouwgebieden voor, door het gebruik van mest. Drinkwater met een te hoog nitraatgehalte is schadelijk voor de volksgezondheid.

CORRECTIE In maandblad H2O van december stond op pagina 22 een artikel onder de kop ‘RWZI gaat dagelijks 400 kilo schone cellulose produceren’. De naam van de leverancier van de fijnzeven voor de zuiveringsinstallaties stond hierin verkeerd geschreven. De juiste schrijfwijze is BWA bv.

NR1-JANUARI 2017

IJsselkop, splitsing van het Pannerdensch Kanaal (uitloper van de Rijn) in Neder-Rijn en IJssel Foto Siebe Swart luchtfotografie

De app kan gebruikt worden in combinatie met teststrips – via internet te koop – die in het water worden gehouden. De app scant en interpreteert de strips en laat meteen het meetresultaat zien. Boer Johan Koskamp uit de Achterhoek is een van de eersten die met de app werkt. “Op zeven plek­ ken, verdeeld over verschillende percelen, is een peilbuis geplaatst, zodat ik het grondwater eenvoudig kan bemonste­ ren.” De resultaten daarvan zijn hem echter tegengevallen: “Ik had verwacht dat de concentraties lager zouden zijn. Daar heb ik nog geen verklaring voor.” Deltares werkt samen met het RIVM aan uitbreiding van de app voor andere stoffen als ammonium, fosfaat en sulfaat, waarvoor al teststrips verkrijgbaar zijn.

Het Pannerdensch Kanaal is een cruciaal punt in de Rijntakken. Het ligt vlakbij de twee splitsingspunten (Pannerdensche Kop en IJsselkop) waar het water van de Rijn over de verschillende rivier­ takken in Nederland wordt verdeeld. Omdat het daarmee tevens een belangrijk regelpunt voor het hele Nederlands watermanagement is, luisteren aanpassingen aan het systeem hier zeer nauw. Onverwachte veranderingen in de aanzanding of waterstanden hebben namelijk direct gevolgen voor de veiligheid van bewoners en bedrijven aan de rivier en achter de dijken in een groot deel van het Nederlandse rivierengebied en voor de scheepvaart. De invloed van de ingreep beperkt zich niet alleen tot het projectgebied. Royal HaskoningDHV zet daarom een geavanceerd modelinstrumentarium in om de effecten te bepalen op de waterstanden, bodemligging en de afvoerverdeling. Buitendijks langs het Pannerdensch kanaal staan diverse huizen en bedrijven die mogelijk effect gaan ondervinden van de krib­ verlaging. Beide partijen zullen deze stakeholders opzoeken en ­beloven veel aandacht te geven aan de impact van de verschillen­ de maatregelen op de omgeving; voor bewoners en belangheb­ benden en ook voor geohydrologie en natuur.


26

Foto Jelger Herder/digitalnature.org

ZELDZAME RIVIERPRIK PLANT ZICH WEER VOORT IN DE WAAL Bij onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat zijn bij de langsdammen in de Waal een groot aantal larven ontdekt van de rivierprik. Het aantal duidt er volgens Rijkswater­ staat op dat de rivierprik hier heeft gepaaid. Het is voor het eerst dat er zulke sterke aanwijzingen zijn voor voorplanting van deze bedreigde en zeldzame vissoort in het ­Nederlandse deel van de Rijn. De ontdekking kan er op duiden dat de langsdammen, die in 2014 zijn aangelegd in het kader van hoogwaterveiligheid, ook een gunstige invloed hebben op de rivierfauna. De larven zijn ontdekt bij onderzoek in de oevergeul bij de langsdammen. Ze zijn twee centimeter groot, wat aangeeft dat ze in 2016 uit hun ei zijn gekropen. In de Nederlandse rivieren die worden gevoed door de Rijn is wel eens eerder een enkele priklarve gevonden, maar die zijn dan vaak aan­ gespoeld. Rivierprik is een zeldzame en beschermde trekvis, die de rivier opzwemt om te paaien. De soort zet zijn eieren af in zoet water, waarna de larven drie tot vijf jaar ­ingegraven zitten in de bodem om vervolgens naar de monding van de rivier te trekken. Daar verblijft rivierprik gedurende een tot twee jaar om vervolgens de rivieren op te zwemmen om te paaien. In Nederland zijn slechts enkele paailocaties van de soort bekend. Het gaat dan meestal om beken, zoals de Drentsche Aa. Rijkswaterstaat heeft in 2014 langsdammen in de Waal tussen Wamel en Ophemert aangelegd. Een langsdam is een parallel aan de stroomrichting lopende dam, die de rivier scheidt in een brede hoofdgeul voor de scheepvaart en een forse oevergeul. Langsdammen zijn aangelegd voor de hoog­ waterveiligheid. Bij hoog water kan het water ­makkelijker zijn weg vinden dan bij de bestaande kribben. Daarnaast verwacht Rijkswaterstaat ook andere positieve effecten van de langsdam onder andere vanwege zijn unieke mechanisme om het rivierwater te verdelen tussen de beide geulen. Het gaat dan om gunstige effecten op de laagwaterstanden, de vaardiepte voor de scheepvaart, de ontwikkeling van flora en fauna, de waterhuishouding (tegengaan van verdroging), het rivierbeheer en onderhoud (stoppen van de daling van de rivierbodem en verminderen van baggerinspanning).

LIMBURG NEEMT EERSTE MODULAIRE RIOOLWATER­ ZUIVERING IN GEBRUIK Waterschapsbedrijf Limburg heeft vorige maand in Simpelveld de eerste modulaire, bovengrondse rioolwaterzuiveringsinstallatie van Nederland in gebruik genomen. De bouw van de installatie begon afgelopen voorjaar op twee locaties. In Simpelveld is een bovengrondse rioolwaterzuiveringsinstallatie gebouwd die de bestaande installatie inmiddels vervangt. In Roermond is de bestaande rioolwaterzuivering voorzien van een nieuwe aanvoerinstallatie volgens het nieuwe, bovengrondse systeem. Rioolwater wordt volgens de traditionele methode gezuiverd door het een vast aantal processen te laten doorlopen in diverse vaste, ingegraven bassins. Bij een Verdygo zuiveringsinstallatie worden bovengronds standaard modules gebouwd. Deze zijn vrij eenvou­ dig te demonteren en te verplaatsen. Innovaties kunnen in een modulair opgebouwd systeem sneller worden toegepast. Verdygo heeft volgens het Waterschapsbedrijf ook een groot kos­ tenvoordeel. De bovengrondse, modulaire en gestandaardiseerde bouwwijze zou 20 procent goedkoper uitvallen in vergelijking met traditionele bouwmethoden. Bovendien wordt de bouwtijd met een derde verkort. Ook in het onderhoud kan jaarlijks 20 procent kostenbesparing worden gerealiseerd. De projecten in Simpelveld en Roermond kosten samen 10,7 mil­ joen euro. Verdygo BV is als dochterbedrijf van Waterschapsbedrijf L ­ imburg opgericht om partners te ondersteunen met ontwerp en bouw van modulaire afvalwaterzuiveringsinstallaties. Eerder dit jaar ­tekenden Verdygo BV en Strukton een intentieverklaring voor ­samenwerking in het Midden-Oosten.


WATERTECHNIEK

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

DOTTER-PROJECT MOET BEHEER WATERGANGEN VERSIMPELEN Deltares en KnowH2O verwachten dat binnen een jaar op brede schaal een nieuwe techniek kan worden toegepast bij het maken van plannen voor het maaien van watergangen. Deze techniek maakt gebruik van een full spectrum camera, die is bevestigd aan een drone of boot. De camera ziet de reflectie van zichtbaar en onzichtbaar licht, maakt op deze manier vlakdekkende opnames van een watergang en onderscheidt vegetatie van andere elementen, zoals open water en de beschoeiing. Momenteel besteden waterschappen het maaien van hun watergangen veelal uit en maken een maaibestek op basis van visuele en lokale inspecties. Het verwijderen van alle vegetatie schaadt echter natuurwaarden, is tegen de geest van de Flora- en Faunawet en brengt de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water niet dichterbij. Bovendien is vaak met een meer gerichte aanpak eenzelfde of beter rendement te behalen. Het zogeheten ‘Dotterproject’, dat een jaar geleden startte, heeft als doel beheer­ ders van watergangen te helpen bij het uitvoeren van het maaibeheer. Beelden van de full spectrum camera worden automatisch geïnterpreteerd, mede om de soort en hoeveelheid vegetatie te bepalen. Daarna wordt de aanwezige vegetatie ‘vertaald’ naar weerstand tegen stroming en ecologische waarden. Op termijn komt hier ook informatie over bodemslib en slootbagger bij. Deze gegevens worden gekoppeld aan rekenmodellen voor wateraanvoer en -afvoer. In relatief korte tijd worden zo de watergangen in een groot gebied in kaart gebracht. In Nederland vonden de eerste veldproeven plaats met de camera op testlocaties van het waterschap Rivierenland en het waterschap Aa en Maas in de Linge en Lage Raam. Afgelopen september is de camera in combinatie met een drone getest in het Rivier Experiment Centre (REC) in het Zuid-Koreaanse Institute of Civil Engineering en Building Technology (KICT). Deze grootschalige buitenfaciliteit biedt de mogelijkheid om specifieke scenario’s op schaal 1:1 gecontroleerd te testen.

NR1-JANUARI 2017

SINGAPORE KRIJGT POLDER NAAR NEDERLANDS ONTWERP Singapore gaat een polder van 810 hectare aanleggen op basis van een ontwerp van Royal HaskoningDHV. Het ingenieursen projectmanagementbureau verwacht dat andere landen in de regio Singapore’s voorbeeld zullen volgen en het Nederlandse polderconcept overnemen. Om land te winnen werd in Singapore, en elders in Zuid-Oost Azië, tot nu toe zand opgespoten tot boven zeeniveau. Door een schaarste aan zand wordt die methode steeds duurder. “Inpolderen is een goedkopere methode omdat er veel minder zand nodig is,” zegt Matthijs Bos, hydraulic & flood risk engineer bij Royal ­HaskoningDHV. “Eerst wordt een ringdijk aangelegd en vervolgens wordt het water uit het binnendijkse gebied gepompt. Het drooggelegde land kan dan op een lager niveau worden bebouwd.” Op zoek naar manieren om land te winnen voor Pulau Tekong, een van de grootste eilanden van het land, kwam Singapore in Nederland terecht. “We praten over puur Hollandse waterbouwkennis en daarom werden wij uitgenodigd een aanbieding te doen voor de onderzoeken en het techni­ sche ontwerp. Bij de uitvoering daarvan hebben we samengewerkt met onze lokale partner Surbana Jurong.”

27


A

28

DRIE WATERBEDRIJVEN OVER MVO-RISICO’S IN HET BUITENLAND?

LIEVER GEEN NAT PAK OVERZEE Tekst Peter Boorsma | Beeld iStockphoto, e.a.

Ze halen een fors deel van hun omzet in het buitenland. Nederlandse kennisinstellingen, ingenieurs- en adviesbureaus werken daar aan projecten met grote impact op de omgeving. Dat kan leiden tot lokaal protest en mogelijk: reputatieschade. Wat doen de waterbedrijven om dit te voorkomen en hoe wegen zij de belangen af? Drie bedrijven vertellen hun verhaal. Plus: de praktijk in Indonesië.


A

ACHTERGROND

Maarten Smits (Deltares)

‘Er is geen stroomschema dat leidt tot een go/no go-beslissing’

I

edere projectleider van Deltares die op intranet een project opstart krijgt een aantal vragen voorgeschoteld. Of het project in de onderzoeksagenda past. Of het concurrentie is voor ingenieursbureaus. Maar ook over de partijen waarmee wordt samengewerkt en of er risico is op corruptie. Er zijn ook vragen over de veiligheid van de medewerkers en of er imago-risico’s zijn door de maatschappelijke of ecologische impact van het project. “We willen weten of het project past bij onze waarden van onafhankelijkheid en integriteit”, zegt Bianca Peters, die het afgelopen jaar het mvo-beleid van Deltares heeft helpen aan­ scherpen. De projectleider is verplicht het project te bespreken met zijn afdelingshoofd. Is er twijfel over aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo), dan tillen ze het project een stapje hoger. Het kan dan uiteindelijk bij de directie terechtkomen, of zelfs bij de raad van toezicht. “Als wij niet meedoen aan het project, doet een ander het, is voor Deltares geen argument. Dat past niet in onze missie om het leven in de delta duurzaam leefbaar te maken”, zegt alge­ meen directeur Maarten Smits. ”We proberen ons altijd goed te informeren. Over de eco­ logische impact hebben we zelf veel expertise in huis; de maatschappelijke impact is vaak moeilijker in te schatten. Daar kan de ambassade bij helpen. Verder raadplegen we altijd de anti-corruptie-index.” Het ligt overigens zelden zwart-wit, benadrukt Smits. “Het is een illusie dat je een stroom­ schema zou kunnen maken dat leidt tot een go/no go-beslissing.” Neem de Grote Renaissance Dam in Ethiopië, die feitelijk de Nijl afsluit en daardoor enor­ me impact heeft. Egypte dreigde zelfs de dam te bombarderen. Later bleken de betrokken landen (Ethiopië, Egypte en Soedan) toch bereid te praten en is besloten een gezamenlijk onderzoek te starten naar de impact van de dam. Deltares won de tender, samen met een Franse partij. “Maar het Franse bedrijf wilde ons als onderaannemer niet garanderen dat we onze eigen modellen mochten inzetten en dat onze rapporten openbaar zouden zijn. Na een half jaar intensief overleg hebben we toen toch besloten ons terug te trekken. Onze onafhankelijkheid was in het geding.” Deltares maakt een verslag van de bespreking van alle omstreden cases met het idee hier­ van te leren, vertelt Smits: “Wetende dat iedere volgende case toch weer net anders is.” > NR1-JANUARI 2017

29


30

Esther Bosman (Royal HaskoningDHV)

‘Integriteit staat bovenaan iedere directie-agenda’

“W

ij komen over de hele wereld. We pro­ beren echter wel te focussen op landen waar we al actief zijn, waardoor we de lokale context beter leren kennen”, ver­ telt Esther Bosman, directeur Business Unit Water bij Royal HaskoningDHV. “Voor ieder individueel project kijken we naar de content, maar ook naar de context. Is er twijfel, dan beslissen we aan de hand van het pro­ tocol Controversiële Projecten of we het project doen en onder welke voorwaarden.

EN DAN DE PRAKTIJK: WAT TE DOEN MET DE VISSERS IN JAKARTA? Nederland is nauw betrokken bij het Jakarta Bay-project van de Indonesische overheid. Door onder meer grondwateronttrekking daalt de bodem in Jakarta met maar liefst 15 centimeter per jaar, waardoor een aantal enorme sloppenwijken door de zee verzwolgen dreigt te worden. Om dat te voorkomen wordt nu

Royal HaskoningDHV probeert mvo-risico’s van tevoren goed in te schatten. “Dat is wel eens lastig. Zo zijn wij een adviesbureau en hebben we geen invloed op wat een klant uiteindelijk met onze adviezen doet. Daarom werken we bij voorkeur met klanten die we al goed kennen of met betrouwbare partners die die klanten goed kennen.” Nieuwe klanten en business partners worden bij HaskoningDHV aan een integrity risk assessment onderworpen, met uitzondering van publieke klanten in Neder­ land, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika. Ze kijken daarbij niet alleen de financiële parameters maar bijvoorbeeld ook naar de maatschappelijke reputatie.

gezocht naar een ­structurele oplossing. Hiervoor wordt bijvoorbeeld gekeken naar de aanleg van een ‘zeemuur’ die de baai van Jakarta afsluit. Lokale vissers protesteren hier heftig tegen omdat zij door de dam in de toekomst buitengaats moeten gaan vissen. “Ngo’s wijzen terecht op dit probleem. Maar uiteindelijk moet

“Uiteraard respecteren we de lokale wet- en regelgeving. Maar we kijken ook naar de aanleiding van de vraag, naar milieu- en duurzaamheidsaspecten en wat de consequenties zijn voor bepaalde bevolkingsgroepen. Informatie halen we vooral bij ambassades of partners: dat kunnen kleine lokale partijen zijn, maar ook grote internationale spelers. In sommige landen hebben we eigen mensen of mensen die daar bekend zijn vanuit eerdere projecten. Maar zo nodig bellen we ook ngo’s, zoals het Rode kruis. Zeker bij nieuwe projecten zijn we heel grondig bij die informatie-inwinning. Gaat het om heel grote projecten of risicolanden, dan moeten we eerst naar onze Risk Assessment Board. Daar wordt de projectinformatie aangevuld met adviezen van onder meer onze Legal Department en de Group Compliance Officer.” De Risk Assessment Board legt alle bevindingen voor aan de directie. “Voorop staat dat we onafhankelijk bureau zijn. Wij brengen ons advies uit zoals wij vinden dat het moet, ook als het de klant niet bevalt. Die vrijheid moeten wij hebben.” Integriteit staat letterlijk nummer één op de directie-agenda en andere interne vergaderingen, aldus Bosman. HaskoningDHV zet zwaar in op integriteit en is daarvoor zelfs gecertificeerd. Alle medewerkers moeten verplicht een onlineintegriteitscursus volgen en ieder land heeft een local compliance officer die de lokale wet- en regelgeving goed kent en daarnaast zorgt voor bewustwording over corruptierisico’s en ander ongewenst gedrag.” “Belangrijk is dat er naast de protocollen en formulieren een open cultuur is waarin medewerkers zaken kunnen en durven te bespreken”, benadrukt ­Bosman. “En heeft een medewerker het gevoel dat er iets niet klopt, dan kan hij dat desnoods ook anoniem melden.” |

de politiek een afweging maken tussen de belangen van de vissers en die van de miljoenen bewoners in de sloppenwijken”, zegt Maarten Smits van Deltares, dat ook bij het project is betrokken. “Wij begeven ons dan toch in zo’n project en leveren de kennis, maar mengen ons niet in de politieke besluitvorming.”


ACHTERGROND Naast Witteveen+Bos en Royal HaskoningDHV is ook Sweco betrokken bij het kustbeschermingsplan in ­Jakarta. Een enorm project met veel sociale en milieu­ aspecten, aldus Alex Hekman. Het gaat om de bescherming van 4 miljoen mensen, de sanitatie voor 6 miljoen mensen en drinkwatervoorziening voor 10 miljoen mensen. “Ngo Both ENDS vraagt terecht aandacht voor de vissers die hun visgronden kwijtraken. Maar moet het belang van die miljoenen inwoners wijken voor dat van de vissers? Hoe ga je daarmee om, wetende dat Indonesië zich door de oud-kolonisator niet laat vertellen hoe ze dat moeten oplossen?” Wiert Wiertsema van Both ENDS verwacht echter meer pro-activiteit van de Nederlandse waterbedrijven. Hij vindt het belangrijk dat er niet alleen een dam gebouwd wordt, maar ook de wateronttrekking als oorzaak van de bodemdaling wordt aangepakt. Wiertsema erkent dat je de belangen moet afwegen: het voordeel van de ene groep weegt misschien zwaarder dan het nadeel van een andere groep. “Maar voor de benadeelde groep moet het bedrijf wel een oplossing zoeken, al was het maar in de vorm van een schadeloosstelling. Te vaak wordt dat aan lokale overheden

Alex Hekman (Sweco)

‘Het gaat ook om de simpele vraag: voelt het goed?’

“B

ij Grontmij hadden we natuurlijk een ge­ dragscode, maar na de overname door het Zweedse Sweco zijn er nog een paar tandjes bijgeschakeld”, zegt commercial manager Water, Alex Hekman. “Sweco is sterk gedecentrali­ seerd en medewerkers hebben veel eigen verantwoordelijkheid voor projecten. Daarover maken we wel duidelijke afspraken. Om bewust te blijven van risico’s op het gebied van veiligheid en ethiek, onder­ tekent elke medewerker elk jaar opnieuw het compliancebeleid”, vertelt Hekman. Daarnaast is het de kunst een groep objectieve mensen te organiseren die kritische vragen stelt. “Dan gaat het niet al­ leen om het naleven van de wet- en regelgeving, maar ook om de simpele vraag: ‘voelt het goed?’

overgelaten.” Volgens Hekman kun je het ook omdraaien. “Juist door de Nederlandse betrokkenheid kun je kennis leveren. Zo heeft Sweco uit een mvo-potje gesprekken met de vissersgemeenschappen gefinancierd om de knelpunten helder te krijgen om zo onze plannen aan te scherpen. Ook in Indonesië proberen we een betrokken partner te zijn. Het schuurt nu een beetje met de ngo’s, maar daar komen we wel weer uit. Uiteindelijk staan we voor

Sweco richt zich op Noordwest Europa, maar werkt wereld­ wijd voor zo’n zeventig landen. Landen die veel op andere continenten werken – Zweden, Duitsland, Nederland en ­Denemarken – hebben ieder een export country manager, die kijkt naar de risico’s van de activiteiten buiten Europa. Hij zit niet in de lijn, stelt kritische vragen en kan zijn goed­ keuring aan een project onthouden. De manager staat in contact met zijn collega’s in andere landen en kan met hen sparren.

hetzelfde.” •

Sweco Nederland voert regelmatig projecten uit in Zuid- en Zuidoost-Azie (Vietnam, India, Cambodja en Laos), maar kijkt ook steeds meer naar Afrika en het Midden Oosten. Hekman: “Stelregel daarbij is: of we zijn ter plekke en hebben goede lokale gebiedskennis of we zoeken een betrouwbare lokale partner. Daarbij doorlopen we vaste procedures zoals een risico-inschatting en Business Partner Assessments.” Soms gaat een project niet door vanwege de mvo-risico’s. Zo vroeg een kledingfabriek in Bangladesh Sweco voor een project om regenwater te infiltreren in de ondergrond. “Dat klinkt duurzaam. Maar de kledingindustrie is enorm vervui­ lend. We zagen een reëel risico dat er iets mis zou gaan met het gebruikte, vervuilde water waardoor het grondwater ernstig vervuild zou raken. Voor ons reden om ervan af te zien.” | NR1-JANUARI 2017

31


32

Onderzoek naar het effect van ­verschillende rioolstelsels op de ­biologische kwaliteit van het oppervlaktewater levert een onverwachte conclusie: het nieuwste type, een ‘verbeterd ­gescheiden’ stelsel, ­levert nauwelijks winst op voor de waterkwaliteit.

Nog steeds wordt het meeste Nederlandse regenwater met afvalwater afgevoerd in één ­rioolbuis, via een gemengd stelsel. Omdat het naar verhouding duur is om het (schonere) regenwater af te voeren naar een rioolwaterzuivering (RWZI) en omdat de zuivering hierdoor minder efficiënt werkt, zijn gescheiden stelsels ontwikkeld. Gescheiden stelsels hebben aparte buizen voor regenwater en afvalwater: regenwater gaat direct naar vijvers of sloten, afvalwater naar de RWZI. Doordat vuil afvalwater minder wordt verdund met ‘schoon’ regen­ water werkt de zuivering bovendien efficiënter. Maar het regenwaterstelsel kan nog veel vervuiling afvoeren, bijvoorbeeld door afstroming van vuil van wegen (olie, roet, honden- en vogelpoep) en door verkeerde huishoudelijke aan­ sluitingen. Daarom zijn ‘verbeterd gescheiden stelsels’ ontwikkeld. Bij dit nieuwere stel­ seltype lopen regen- en afvalwater allebei naar een gemaal. Vanaf het gemaal gaat met het afvalwater ook een groot deel van het regenwater (75 procent) naar de RWZI; water van kleinere buien en het begin van grotere buien. Daarbij zit ook het afvalwater uit foute ­rioolaansluitingen. Het resterende, vaak schonere deel van het regenwater (25 procent) loopt over naar een vijver of sloot. Hierdoor komt uiteindelijk minder vuil in het oppervlaktewater terecht. VOORKEUR Het verbeterd gescheiden stelsel heeft sinds 25 jaar de voorkeur en waterschappen ­schrijven het aan gemeenten voor. Ook zijn traditioneel gescheiden stelsels omgebouwd, vanuit de overtuiging dat ‘verbeterd gescheiden’ het beste is voor de waterkwaliteit. Afbraak van vervuilende stoffen uit rioolstelsels vraagt veel zuurstof. Als veel vuil in het ­oppervlaktewater komt, kan het zuurstofgehalte voor veel waterdiertjes te laag worden.

iStockphoto

‘VERBETERD GESCHEIDEN RIOOL’ BETEKENT GEEN MILIEUWINST


WATERWETENSCHAP

TOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

­ lgen en kroos kunnen toenemen en kunnen echte water­ A planten verdringen. De soorten­variatie van ‘macrofauna’, bijvoorbeeld kevers, slakken, platwormen en insectenlar­ ven, neemt hierdoor af. In een vuile wateromgeving gedijen weinig soorten, ­uitzonderingen zijn muggenlarven en wa­ terpissebedden. Zuurstofrijkere, schonere sloten hebben een rijkere soortenvariatie met larven van bijvoorbeeld li­ bellen, eendagsvliegen en nachtvlinders. In opdracht van de Stichting Toegepast Onderzoek Water­ beheer (STOWA) en Stichting RIONED onderzochten Arcadis en Wageningen Universiteit of het nieuwere stelsel inder­ daad tot een betere biologische waterkwaliteit leidt dan de traditionele gescheiden stelsels. Hiervoor is de soorten­ variatie ofwel biodiversiteit van de macrofauna bepaald op 48 locaties. In sloten en stadsvijvers zijn met een schepnet monsters genomen, bij verschillende rioolstelseltypen en zowel in zoet als iets brak water. NAUWELIJKS BETER Verrassend genoeg blijkt de biodiversiteit bij verbeterd gescheiden stelsels nauwelijks beter dan bij gescheiden ­stelsels. Dit toont aan dat andere factoren veel bepalender zijn voor de biodiversiteit, bijvoorbeeld de inrichting van het watersysteem. De verscheidenheid is onder typische stede­ lijke omstandigheden zoals ondiep water en steile oevers, vaak veel groter dan in een meer natuurlijke watergang met flauw aflopende oevers en meer waterdiepte. Ondiep water warmt sneller op en wordt sneller zuurstofarm. Daarnaast groeien op flauwe oevers boven en onder het wateropper­ vlak meer water- en oeverplanten, wat zorgt voor een ge­ varieerdere leefomgeving voor waterdiertjes. Een dichte krooslaag blijkt ook van invloed. Veel kroos duidt op een voedselrijk, zuurstofarmer watermilieu. Licht verdwijnt uit de sloot, waardoor minder planten groeien die zuurstof leveren. De voedingsstoffen die hier schuldig aan zijn, kunnen afkomstig zijn uit het riool, maar ook van watervogels, honden, landbouwactiviteiten of zelfs uit het grondwater. Bovendien is het functioneren van de stelsels zelf vaak een onzekere factor. Op (verbeterd) gescheiden stelsels komen foute aansluitingen voor (gemiddeld 2 procent), maar hoe­ NR1-JANUARI 2017

veel en waar is meestal onbekend. Ook kan ‘rioolvreemd water’, zoals grondwater dat via lekken in het stelsel komt, van invloed zijn. Kortom, er blijkt geen eenduidige relatie tussen het type rioolstelsel en de biologische waterkwaliteit. Daarom zijn overhaaste maatregelen ongewenst. Of het raadzaam is om een stelsel aan te passen vanwege de waterkwaliteit moet per situatie worden beoordeeld. Een integrale kijk op de waterkwaliteit geeft de beste kan­ sen op verbetering van de biodiversiteit. Ook andere ver­ vuilingsbronnen, inrichting van de watergang en beheer en ­onderhoud zijn van invloed. Bij beslissingen over aanpassing van rioolstelsels kunnen tot slot ook andere ­afwegingen spelen, zoals de gevolgen voor het rendement van de RWZI: het zuiveringsproces bij de RWZI verloopt immers efficiënter bij een gescheiden stelsel dan bij een verbeterd ­gescheiden stelsel. Reijer Hoijtink (Arcadis) Een meer uitgebreide versie van dit ­artikel is te lezen op H2O-Online. Het is te vinden via de QR-code of door te kijken onder H2O-vakartikelen op www.h2owaternetwerk.nl

SAMENVATTING De veronderstelling dat verbeterd gescheiden rioolstelsels beter zijn voor de waterkwaliteit dan gescheiden stelsels, kan na praktijkonderzoek niet worden ­bevestigd. De inrichting van het watersysteem speelt een grotere rol. Ondiepe sloten, veel kroos en steile oevers leveren minder biodiversiteit en daarmee een slechtere waterkwaliteit. Het advies aan waterbeheerders is geen overhaaste maatregelen te treffen. Integraal kijken naar het watersysteem levert de meeste kans op de juiste maatregelen voor meer biodiversiteit.

33


34

h2owaternetwerk.nl Naast maandblad H2O is er een complete website met het meest actuele (water)nieuws, watervacatures en H2O-vak­artikelen, voor wie de verdieping zoekt. Deze H2O- vakartikelen zijn geschreven door waterprofessionals. Op deze pagina een overzicht van de meest recente artikelen die op de site www.h2o-waternetwerk.nl zijn verschenen.

MEER WETEN?

KIJK OP DE WEBSITE VAN H2O! Resource Oriented Sanitation Services in Adama (Ethiopië) Een aantal Nederlandse waterorganisa­ ties werkt sinds 2011 aan ROSSA, een sanitatieproject in Ethiopië. Bij dit project is niet alleen gekeken naar toiletvoorzie­ ningen in arme wijken, maar naar de to­ tale sanitatieketen. Van het plaatsen van toiletten, de inzameling en het transport van pit latrine-slib, tot en met verwer­ king en hergebruik van de restproducten. Welmoet Rienks (waterschap Hollandse ­Delta), Henock Belete (Waste), Darja KragićKok (LeAF), Christophe Meijer (gemeente Urk), Andre Hammenga (waterschap Hunze en Aa’s)

Weers- en seizoensinvloeden op huishoudelijk waterverbruik in DMA’s Voor Evides Waterbedrijf is onderzoek gedaan om het waterverbruik beter te kunnen vaststellen. Op basis van reeds beschikbare gegevens van District Metered Areas zijn verschillende typi­ sche verbruikspatronen geïdentificeerd ­(zomerperiode, werk-, weekend-, feesten vakantiedagen). Ina Vertommen, Mirjam Blokker (KWR Watercycle Research Institute), Jan Urbanus (Evides Waterbedrijf)

Watersysteemanalyse Koningsdiep met ecologische sleutelfactoren Een watersysteemanalyse moet inzicht geven in de actuele situatie en ecolo­ gische potenties van het Koningsdiep. Dynamische processen staan hierbij centraal. Hierbij is een eigen raamwerk van ecologische sleutelfactoren gebruikt. Dit raamwerk bevat de belangrijkste sturende factoren voor de ecologische toestand van stromende wateren. Roy Laseroms (LWRO), Bart Reeze (Bart Reeze Water & Ecologie) en Roelof Veeningen (Wetterskip Fryslân)

Onderwaterdrones in onderwijs en onderzoek Wetterskip Fryslân, Hogeschool Van Hall Larenstein en Indymo voeren onderzoek uit naar de bruikbaarheid en de toepas­ singsmogelijkheden van onderwater­ drones. Er zijn veel toepassingen mo­ gelijk, zoals waterkwaliteitsmonitoring en inspectie van kunstwerken. Ondanks de grote inzetbaarheid van drones zijn er nog veel wensen om ze beter te laten aansluiten bij de eisen in het veld. Paul van Eijk (Hogeschool Van Hall Larenstein/CEW), Rui de Lima (INDYMO), Jan Roelsma (Wetterskip Fryslân), Lisette van der Berg (Hogeschool Van Hall Larenstein)

Internationale samenwerking voor water: het belang van duurzame ­netwerken Op basis van een grootschalige data­ base van door de Europese Commissie gefinancierde onderzoeksprojecten, is het internationale netwerk van wateron­ derzoek in kaart gebracht. Het Europese waternetwerk is de afgelopen 30 jaar enorm gegroeid, zowel in omvang als in diversiteit. Het aandeel van kleine landen en nieuwe EU-lidstaten is relatief groot. Laurens Hessels (KWR Watercycle ­Research Institute), Pieter Heringa (ministerie van ­Economische Zaken), Mariëlle van der Zouwen, Wim van Vierssen (KWR Watercycle Research Institute)

Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter: @vakbladh2o. Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de ­auteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via redactie@vakbladh2o.nl

LEES WATER MATTERS OOK DIGITAAL Vorige maand verscheen Water Matters als bijlage van maandblad H2O (speciaal voor abonnees/leden van KNW). De artike­ len uit dit kennismagazine zijn ook terug te vinden op www.h2owaternetwerk.nl. ­Onderwerpen waren: • De waarde van stuifzand • Robots inspecteren leidingen • De steile leercurve van Nereda • Risico’s van microverontreinigingen • Hoeveel water brengen de grote rivieren? • Remote sensing steeds meer binnen bereik • Benchmarken: hoe worden beter? • Onzekerheden en dijkenbouw • Het rendement van bezinkvoorzieningen Het Engelse kennismagazine (zelfde ­inhoud) is te vinden via www.h2o-watermatters.com. Losse ­artikelen kunnen via speciale buttons gemakkelijk met internationale collega’s gedeeld worden. Water Matters wordt mogelijk gemaakt door ARCADIS, Deltares, KWR Watercycle Research Institute, Royal HaskoningDHV, de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbe­ heer (STOWA) en Wageningen Environmen­ tal Research (Alterra). De Engelse verta­ ling is verzorgd door Netherlands Water Partnership (NWP). Er is voor Water Matters ook een speciaal Twitter-kanaal: @WaterMatters1.


Uitmuntend in nivometing Swiss Quality dataloggers Zeer duurzame nivodataloggers, voor grondwater, afvalwater en riooloverstort met een uitstekende data zekerheid. Dataloggers voor waterstand Nivo en geleidbaarheid datalogger CTD • Nauwkeurigheid / Bereik geleidbaarheid ± 1% max. / 0,2...200 mS/cm • Nauwkeurigheid / Bereik temperatuur ± 0,1 °C / -10…40 °C • Nauwkeurigheid / Bereik waterstand ± 0,02 %FS max. / 5…200 m • Toepassingen Monitoring van waterstand en waterkwaliteit

en temperatuur GSM Modemlogger

Autonoom

• Multi parameter logger

Eenvoudig in gebruik

• Data overdracht via E-Mail, FTP

Batterijlevensduur

of SMS • Multi functioneel

tot 10 jaar •

· Zout water

• Eenvoudige installatie • Gratis installatie- en datasoftware • Geen serverabonnement nodig voor

Toepassingen: · Zoet water

• Batterijlevensduur tot 10jaar

· Afvalwater •

Leverbaar in RVS, hastelloy en titanium

Ook beschikbaar met geïntegreerde

uw eigen data

luchtdrukcompensatie (DCX22AA)

keller-holland.nl

I NN O VaT I O N f O r N aT U rE

T HE INVE NT S y S T E m S OL UT ION Mechanical engineering components which have been carefully dimensioned and are optimally compatible, result in a safe and efficient plant, an INVENT System Solution. In such cases, INVENT takes over total responsibility for the complete plant layout, the basic and detailed engineering, project management, supply and installation, commissioning, training of the plant staff and maintenance of the plant.

I NV E N T Umwelt- und Verfahrenstechnik AG

WATE R ANd WAsTE WATER TR E ATm ENT

Am Pestalozziring 21 91058 Erlangen Germany

Mixers Mixing and Aeration Systems

Tel +49 9131 690 98-0 Fax +49 9131 690 98-99

Membrane Aeration Systems

WWW.INVENT-UV.dE

Software Products System Solutions

INV_Anzeige_System Solutions_181x117mm_fru 2

07.09.16 01:07



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.