H2O september 2023

Page 1

h2owaternetwerk.nl

Bart van den Hurk (IPCC) over klimaat:

We móeten minderen’

Verwijderen microverontreinigingen: na de innovatie, nu (snel) de implementatie

Het geheim van Nereda? 6 lessen

Rioolwater als bron voor drinkwater: kan het, willen we het en mag het?

Vakblad van Koninklijk

Nederlands

Waternetwerk 7/8|’23

15 september 2023

56ste jaargang

LEt’s

Focust u op energie-efficiëntie? Of op betrouwbaarheid? Of op beide en nog veel meer?

Met onze Performance³-productportfolio, bestaande uit Blower, Hybrid en Turbo, vinden we altijd het meest efficiënte en geschikte antwoord voor u. Want iedere installatie is anders en elk efficiency-plan verdient een oplossing op maat. Profiteer van maximaal 30% energiebesparing!

LET’S TALK! We zullen u graag adviseren!

www.aerzen.nl

Ben van Maanen, sales Engineer +31 683 077866 ben.van.maanen@aerzen.nl
„... over de energiezuinige, efficiënte beluchting van uw beluchtingsbassins met PERFORMaNCE3.“

Een indrukwekkende set probleemoplossende technieken

U leest in deze H2O over de supersnelkookpan van Torwash die slibverwerking op een andere leest schoeit, over de Ultieme Waterfabriek waarmee gezuiverd rioolwater omgezet kan gaan worden in drinkwater, over het succes van Nereda, de geprezen aerobe korrelslibtechnologie die wereldwijd als zuiveringstechniek wordt omarmd, en over een goed gevulde gereedschapskist met nieuwe zuiveringstechnieken om organische microverontreinigingen in het rioolwater te verwijderen.

Allemaal technische hoogstandjes om problemen op te lossen, zoals peperdure slibverbranding, toenemend watertekort en aanhoudende vervuiling van oppervlakte- en grondwater. En bij de ontwikkeling van de toepassingen worden en passant circulaire opgaven meegenomen, zoals slib dat niet meer als afval maar als grondstof wordt gezien - we gaan er biobrandstof, biogas, kunstmest en herbruikbaar water van maken.

Dus ja, nog altijd brengen nieuwe technieken uitkomst, maar ze zullen niet meer toereikend zijn.

Lees het interview met wetenschapper Bart van den Hurk - Deltares, VU en nu ook IPCC - in deze H2O over de klimaatverandering. Nadat hij de loftrompet heeft gestoken over ons waterbeheer, hoogstaande technologische kennis, het Deltaprogramma, het doordachte beleid over waterberging en -besparing en schadeherstel, komt hij tot de kern: “Ons besluitvormingsproces hapert, ik zie scheurtjes in het oplossend vermogen van de samenleving als geheel. Kijk naar het stikstofprobleem en de woningnood, we krijgen het niet opgelost. De bottleneck is dat de overheid mensen moet meekrijgen die haar niet vertrouwen, die het verhaal niet geloven.” We zitten in de ontkenningsfase van een collectief rouwproces, moeilijk als het is om te accepteren dat het klimaatbeleid ingrijpt in ons persoonlijk leven. Toch is dat het geval en willen we op lange termijn overleven, dan moeten we zorgen dat we toekunnen met minder water, zegt de klimaatwetenschapper. En ja, dat betekent korter douchen, de auto minder vaak wassen en de tuin spaarzaam bewateren, maar het gaat nog meer om een beperking van watergebruik op macro-economisch niveau: we moeten onze economie herijken en ons beraden op ons verdienmodel, zegt Van den Hurk. “En minder watergeoriënteerde economieën zijn heus wel denkbaar.” Het is een vergaande transitie die van een andere orde is dan technieken die rioolwater geschikt maken voor drinkwatergebruik of zuiveringsslib opwaarderen tot grondstof. Maar geen misverstanden: gum de context weg en er blijft een indrukwekkende set aan nieuwe innovatieve probleemoplossende technieken over die de komende jaren wordt geïmplementeerd. Met dank aan onze hoogstaande technologische kennis.

REDACTIONEEL I 3
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023

Normec AWS

Uw partner voor waterbemonstering en wateronderzoek

Wat kan Normec QS voor u betekenen?

Normec AWS is het erkende en onafhankelijke bureau op het gebied van bemonsteren en analyseren van afvalwater, oppervlaktewater en open zwemwater.

Als vooraanstaand specialist op het gebied van inspectie en testen van milieugerelateerde activiteiten ontzorgen wij u met vakmanschap, expertise en de kwaliteit van onze dienstverlening. Hieronder valt het integrale proces van bemonstering, analyse en rapportage.

Waarom kiezen voor Normec AWS?

• Marktleider door hoogwaardige dienstverlening.

• Onze waterexperts hebben ruime ervaring en diepgaande branchekennis.

• Wij verzorgen het gehele proces van bemonstering, analyse tot rapportage.

• Uw eigen digitale dossier met alle bemonsterings- en meetgegevens.

Improve Quality. Reduce Risk.

normecaws.nl
Een watercompliance vraagstuk? Bel direct: +31 73 644 33 32 of scan de QR-code.

Vakblad van Koninklijk

Nederlands

Waternetwerk

Nr 7/8

September 2023

8

Bart van den Hurk: Klimaatbeleid pas geloofwaardig als het ook het woord

‘minder’ bevat’

14

Podium over vergunningplicht kleine grondwateronttrekkingen

18

Een goed gevulde gereedschapskist met zuiveringstechnieken

Wereldwijd meer dan 100 Nereda-installaties verkocht: 6 lessen

I 5 INHOUD
Inhoud 22
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023

• Zwitserse precisie: Nauwkeurigheid vanaf 0,05%FS TEB*

• Interne datalogger voor backup (ARC-1)

• NB-IoT, LoRa, 2G / 3G / 4G

• Optioneel: geleidbaarheidmeting, andere materialen (Hastelloy of Titanium), ATEX

• KELLER Kolibri Cloud : geen maandelijkse kosten

Grond waterstanden keller-holland.nl kolibricloud.com In de Cloud
Serie 36XiW niveausensor ARC-1 3G / NB-IoT module
2G 3G 4G
ADT-1 LoRa module
* TEB = Total Error Band, dus de maximale fout van de niveausensor

Inhoud

Effluent als drinkwaterbron; ultieme waterfabriek van start

En verder

17 IN THE PICTURE

Xian Riedijk: ‘Samen werken en problemen oplossen’

24 HOOGSTANDJE

Torwash plaatst supersnelkookpan voor nieuwe test

32 H 2 O ONLINE

• Waardenburg ontwikkelt nieuwe vangmethode rivierkreeften

• Veiligheidsbeoordeling Oosterscheldekering

• België in top 25 landen met zeer hoge waterstress

• Aanpak bodemdaling in veenweiden is vliegwiel andere opgaven

• Pilot Regelbare Drainage en Infiltratie Deurnsche Peel: systeem werkt snel

• Praktijkcodes drinkwater: Hydraulic model export

• Op mosselen geïnspireerde zuiveringstechniek ‘is doorbraak’

• PHA2USE verlengt proef productie polymeer uit afvalwater

• Vlaamse lessen over sociale acceptatie drinkwaterhergebruik

• Wagener (HWBP): ‘We moeten anders gaan programmeren’

• Oppositie Brabantse Delta: burger betaalt

40 Supersnelle overstromingssimulatie na doorbraak Kachovka-dam

de hoofdprijs

• ‘Herstel biodiversiteit in Europese rivieren vraagt om extra maatregelen’

• Vewin in verkiezingsoproep: borg drinkwaterbelang in ‘Water en bodem sturend’

• Rekenkamer neemt implementatie Kaderrichtlijn Water onder de loep

• ACM tikt Waternet op de vingers voor berekeningen drinkwatertarieven

• Dijkgraaf Hein Pieper partijvoorzitter Nieuw Sociaal Contract

• Utrechtse onderzoekers: veel minder plastic in oceanen dan gedacht

• Ecohydroloog Flip Witte gelooft niet meer in polderen over droogte

39 COLUMN Marjolijn Haasnoot: Drogredeneringen in het klimaatdebat

44 WATERONDERZOEK

Inrichten KRW­waterlopen met bescheiden ecologische kansen

47 WATERNETWERK

• AIWW: Water in transition ­ accelerate the action

• Regenwater. Geen druppel de straat uit!

• IWA ­congres over Benchmarking

Vakblad H2O, H2O Online en kennismagazine Water Matters zijn uitgaven van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW).

UITGEVER/BLADMANAGEMENT

Monique Bekkenutte (KNW).

HOOFDREDACTEUR

Bert Westenbrink. Redactieadres: Koningskade 40, 2596 AA Den Haag, mail: redactie@h2o-media.nl.

Aan dit nummer werkten mee: Wim Eikelboom, Marjolijn Haasnoot, Mirjam Jochemsen, Pauline van Kempen, Dorine van Kesteren, Hans Klip, Rens Nijholt, Philip Reedijk, Barbara Schilperoort, Nico van der Wel Bijdragen aan H2O Online: Hans Klip, Pauline van Kempen, Kees Jan van Kesteren, Jaap Hoeve. REDACTIEADVIESRAAD

Jan Appelman, Arjan Budding, Erwin de Bruin, Diederik van Duuren, Alice Fermont, Roberta Hofman-Caris, Warry Meuleman, Tico Michels, Leon Korving, Ton Peters, Jan Roelsma, Martijn Tas VORMGEVING

Ronald Koopmans. WEBBEHEER

Tim Koorn.

ADVERTENTIEVERKOOP

Daan Mooijman, h2o@mooijmanmarketing.nl, 070-3234070. DRUK Veldhuis Media, Raalte. ABONNEMENTEN secretariaat@h2o-media.nl, 070-3222765.

I 7 INHOUD
26
een abonnement aanvragen? Scan de QR code H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
COLOFON
Direct

KLIMAATWETENSCHAPPER BART VAN DEN HURK:

Klimaatbeleid is pas geloofwaardig als we gaan minderen’

Bart van den Hurk, wetenschappelijk directeur bij Deltares en hoogleraar aan de VU, wordt co-voorzitter van de IPCC-werkgroep over adaptatie. Een kroon op het werk van de internationaal gerenommeerde klimaatwetenschapper, die stevige uitspraken niet uit de weg gaat. ‘Klimaatbeleid is pas geloofwaardig als het ook het woord ‘minder’ bevat.’

rettig’, noemt hij het, met enig gevoel voor understatement, dat hij is gekozen tot co-voorzitter van de IPCC-werkgroep die een rapport gaat uitbrengen over klimaatadaptatie. “Dit is natuurlijk een fijne bevestiging van mijn geloofwaardigheid. Het is sowieso goed dat Nederland weer een keer zo’n positie bekleedt bij het IPCC, want dat is al zeker 15 jaar geleden. Op deze plek kun je werkelijk invloed uitoefenen. Aan het begin van de zevende cyclus wordt de reikwijdte van het rapport bepaald. Je zult zien dat het wereldwijde klimaatonderzoek vervolgens daarop wordt afgestemd.”

Het klimaatpanel van de Verenigde Naties is niet onbekend voor Van den Hurk. Eerder schreef hij al mee aan het IPCC-rapport in de zesde cyclus. “Een heel leerzame ervaring. Ik wil zorgen dat mensen uit niet-westerse landen beter vertegenwoordigd worden bij het IPCC. Op onze planeet is een tweedeling zichtbaar tussen regio’s die het zich kunnen permitteren om zich bezig te houden met langetermijnklimaatverandering en regio’s die wel wat anders aan hun hoofd hebben. Die 20 centimeter zeespiegelstijging al niet aankunnen – laat staan 1,5 meter.”

Of ontwikkelingslanden compensatie moeten krijgen voor de klimaatschade die rijkere landen hebben veroorzaakt, is al jaren een heet hangijzer.

“De klimaattop in Egypte werd afgesloten met een akkoord over een klimaatschadefonds, maar de uitwerking daarvan zit nog hopeloos vast. Dit is een voorbeeld van feiten en >

8 I
‘P
TEKST DORINE VAN KESTEREN | FOTOGRAFIE MARCEL MOLLE

De bottleneck is dat de overheid mensen moet meekrijgen die haar niet vertrouwen, die het verhaal niet geloven’

I 9 BART VAN DEN HURK B H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023

moraal die door elkaar lopen. Sommige westerse diplomaten zeggen: die Afrikaanse landen moeten zichzelf eerst eens een beetje organiseren, voordat ze de klimaatschuld bij het westen leggen. Dit pareren de Afrikanen met: jullie hebben ons gekoloniseerd en alle rijkdom weggekaapt. Daar kom je niet uit – en daarom is het noodzakelijk om meer kennis te vergaren over de verschillende mogelijkheden voor loss and damagecompensatie. Op welke bases kun je die toekennen, welke scenario’s zijn er, welke varianten zijn het effectiefst? Voor Europa is dit ook welbegrepen eigenbelang. Wij betrekken grote hoeveelheden grondstoffen en arbeidscapaciteit uit gebieden die worden blootgesteld aan extreem weer. Dus je kunt het ook zien als een langetermijninvestering in je eigen productieketens.”

Even terug naar onze eigen speldenknop op aarde. Wat moeten wij doen om ons aan te passen aan het nieuwe klimaat?

“Dan geef ik twee tegenstrijdige antwoorden. Ten eerste: Nederland heeft het goed voor elkaar. Ons waterbeheer is gezegend met stabiele instituties, voldoende financiering en hoogstaande technologische kennis. Al met al zijn we een van de best voorbereide naties ter wereld. Het komt neer op een tandje bijzetten bij het Deltaprogramma, grote investeringen in woonwijken en industrie van tevoren beoordelen op waterveiligheid, goed nadenken over waterberging en -besparing en ons niet alleen focussen op overstromingen voorkómen, maar ook op schadeherstel en verzekeren.

Maar, en nu komt het: ons besluitvormingsproces hapert, ik zie scheurtjes in het oplossend vermogen van de samenleving als geheel. Kijk naar het stikstofprobleem en de woningnood, we krijgen het niet opgelost. De bottleneck is dat de overheid mensen moet meekrijgen die haar niet vertrouwen, die het verhaal niet geloven. Daarbij komt dat klimaatbeleid ingrijpt in ons persoonlijke leven – beperktere mogelijkheden voor consumptie, vliegen en woningbouw, om maar wat te noemen – en dat is toch een

10 I
Zelfs als de CO2-uitstoot morgen naar nul zou gaan, dan komt die stijging van 2,5 tot 3 meter er’

soort collectief rouwproces. Met alle fasen die daarbij horen: eerst zijn er de ontkenning en de boosheid, pas daarna komt de acceptatie.”

Wat nu?

“Dit soort processen kost tijd. Ik vertrouw erop dat we in actie komen op het moment dat de werkelijkheid zich aan ons opdringt. Soms ben ik bang dat het dan te laat is, zeg ik eerlijk, maar het is niet aan mij om te vinden dat mensen hun opvattingen moeten bijstellen. Als wetenschapper heb ik een onderzoekende houding en stel ik mijn oordeel zo lang mogelijk uit. Eerst theoretiseren, analyseren en verklaren, dan pas oordelen. Natuurlijk kan ik best temperamentvol zijn en erger ik me aan de onzin die het publieke debat in wordt geslingerd en het selectief winkelen uit alle beschikbare data. Toch heeft het geen zin om de weerstand simpelweg af te doen als kortzichtig of onterecht.”

Deltares heeft vorig jaar vier mogelijke scenario’s op een rij gezet om de zeespiegelstijging het hoofd te bieden.

“We wéten dat de zeespiegel gaat stijgen. Zelfs als de CO2-uitstoot morgen naar nul zou gaan, dan komt die stijging van 2,5 tot 3 meter er. Dit kan ook nog een paar eeuwen duren, maar dat betekent niet dat we onze kop in het zand moeten steken. We moeten ons nu al voorbereiden, nu al nadenken over hoe het land er over vijftig of honderd jaar uit moet zien. Het duurt immers een hele tijd voordat onze samenleving in beweging komt. Nieuwe waterwerken bouwen, rivieren verruimen, dijken versterken – het kost decénnia om dit politiek en technisch mogelijk maken, de financiering rond te krijgen, alle belanghebbenden en omwonenden te raadplegen en de werkzaamheden te plannen. Bovendien werpen de ruimtelijke ordeningsbeslissingen van vandaag hun schaduw ver vooruit. Met alle hui-

zen die je nu bouwt, alle infrastructuur die je nu aanlegt, leggen we iets vast voor minimaal honderd jaar. Denk dus goed na over waar je dat doet.”

Niet in de lagergelegen gebieden? “De diepste plekken van Nederland zijn niet de onveiligste plekken. Op dit moment ligt de Betuwe het verste achter bij de normen van het hoogwaterbeschermingsprogramma. In de Deltares-scenario’s van een tweede kustlijn en het afsluiten van de Nieuwe Waterweg bij Rotterdam zullen de waterstanden in het rivierengebied alleen maar verder stijgen. Ook als je bijvoorbeeld twee keer zoveel water gaat afvoeren via de IJssel naar het IJsselmeer. De rivierafvoeren zullen dan grotendeels naar zee gepompt moeten worden – met enorm stijgende operationele kosten voor de waterschappen als gevolg.”

Het scenario ‘wegtrekken naar het oosten’ wekt woede en verbazing bij sommige deskundigen. Hierdoor worden mensen onnodig bang gemaakt, menen zij. “Ik snap dat mensen die hun hele leven hebben gewerkt aan het veilig houden van Nederland, wijzen op het risico van een tanend vertrouwen in onze waterstaatkundige vermogens. Het wegtrekscenario lijkt immers te miskennen dat wij hartstikke goed zijn in het water buiten de deur houden. Aan de andere kant: dit is een van de oplossingsmogelijkheden en het zou niet verstandig zijn geweest om die buiten de kennisinventarisatie te laten. Dan weet ik al wat kredietbeoordelaar Moody’s zou zeggen over de potentiële kredietrisico’s voor Nederland. Daar komt bij dat jongere generaties niet zo snel bang zijn. De Hogeschool Zeeland en de Hogeschool Amsterdam hebben laatst onderzoek gedaan onder de middelbare schoolleerlingen, om te peilen hoe zij aankijken tegen dit soort beelden. De meestgehoorde reactie was dat zij juist >

I 11 BART VAN DEN HURK H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
De uitwerking van het klimaatschadefonds zit nog hopeloos vast’
De diepste plekken van Nederland zijn niet de onveiligste plekken’

blij zijn dat er partijen zijn die zich hiermee bezighouden.”

In het klimaatbeleid ligt de nadruk te eenzijdig op CO2-reductie, zegt u. “Neem de Tesla, dat is gewoon een alibi om maar door te gaan met heel veel consumeren. Zelf heb ik nooit een auto gehad en dat wil ik graag zo houden. Elektrisch rijden wordt veel te gemakkelijk geframed als win-winoplossing. Want zo zitten we nog minstens een eeuw vast aan wegen en het bijbehorende ruimtebeslag. En ook nog minstens 30 jaar aan de autoindustrie, die rustig kan doorgaan met het uitputten van schaarse grondstoffen zoals ijzer, lithium, kobalt en nikkel. Plus dat in Nederland het aandeel duurzame energie nog een schamele 25 procent is en er in die accu’s een heleboel fossiele

BART VAN DEN HURK (1963) studeerde en promoveerde aan Wageningen University. Hij werkte 23 jaar lang bij het KNMI. Daar gaf hij uiteindelijk leiding aan een onderzoeksteam dat zich bezighoudt met weer- en klimaatmodellen. In 2019 trad hij in dienst van Deltares. Van den Hurk is ook hoogleraar op het gebied van de interactie tussen klimaat en het sociaal-ecologische systeem aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

lasten niet kunnen dragen. Dan ga je klimaat- en inkomenspolitiek vermengen, en daar schiet het klimaatbeleid niets mee op.

Meer nog dan terughoudend douchen, auto’s wassen en de tuin sproeien door individuele burgers gaat het om een beperking van watergebruik op macro-economisch niveau. We moeten onze economie herijken en ons beraden op ons verdienmodel. Er zijn echt wel minder watergeoriënteerde economieën denkbaar. En het is niet gek dat waterintensieve sectoren zoals de papier-, staal- en textielindustrie te maken krijgen met hogere waterprijzen. Die zullen ze laten doorwerken in de prijs van hun producten en vervolgens moet de markt haar werk maar doen. Overigens moet ook onze opvatting over natuur veranderen. Zilte natuur is ook natuur; het is niet toekomstbestendig om overal in Nederland kunstmatig waterintensieve planten, bomen en struiken in leven te houden.”

Elektrisch rijden is geen win-win, maar eigenlijk kan het hele concept ‘win-win’ volgens u de prullenbak in, hè.

energie verdwijnt. Nee, ik vind klimaatbeleid pas geloofwaardig als het ook het woordje ‘minder’ bevat. Minder consumeren maakt minder kwetsbaar.”

Dus ook: minder water. “Zeker. Willen we op lange termijn overleven, dan moeten we zorgen dat we toekunnen met minder water. Voor het vijfde jaar van de afgelopen zes jaar zetten we nu de verdringingsreeks in. Maar inmiddels is watertekort geen tijdelijke crisis meer, maar een terugkerend fenomeen. Op dit moment betalen we met z’n allen te weinig voor drink- en grondwater. Natuurlijk, de toegang tot schoon drinkwater is een grondrecht voor iedereen, arm en rijk. Maar je moet het beprijzen van een schaarse grondstof zoals water niet achterwege laten omdat armere bevolkingsgroepen die

“Er zijn zoveel dilemma’s en niet alles kan tegelijk. Stikstofreductie of woningbouw? Windmolens of een vrij uitzicht? De CO2-uitstoot terugdringen of de elektrificering een halt toeroepen? Jij hebt het volste recht om er een ander waardenpatroon op na te houden dan ik, maar als er keuzes moeten worden gemaakt, moet een van ons inleveren. Als samenleving wentelen wij te veel kosten af op het milieu en op toekomstige generaties. Dat deugt niet. Maar als ik naar de jongeren in mijn omgeving kijk, die écht andere vragen stellen en andere wensen hebben, dan zie ik dat het gaat kantelen. Dat is hoopvol. Het beeld van een wijze overheid die de koers uitzet, klopt niet. Uiteindelijk volgt de overheid de samenleving – niet andersom.”•

12 I BART VAN DEN HURK
Zelf heb ik nooit een auto gehad en dat wil ik graag zo houden’
Bart van den Hurk zal een van de sprekers zijn op het Integrated Leaders Forum tijdens de AIWW op 6 november van dit jaar.

(Advertenties)

Dutch Spiral ook uw partner voor technische deuren, toegangsluiken en toebehoren!

• Waterdicht tot 30m WK.

• Gecertificeerde producten volgens drinkwatervoorschriften en EN standaarden.

• Inbraakwerend volgens weerstandsklasse RC3 / RC4.

• Voor instorten in beton of montage achteraf.

• Veelal uit voorraad leverbaar.

• Vele extra opties!

Wij leveren standaard en maatwerk en denken graag met u mee!

Dutch Spiral is al 20 jaar lang actief in de afvalwater- en drinkwatersector. Naast onze eigen producten leveren, installeren en onderhouden wij de producten van onze partner HUBER.

Oplossingen

Door het brede en complete assortiment zijn wij in staat om voor elke situatie passende producten te leveren. Onze producten lenen zich bij uitstek goed voor situaties waarbij veiligheid en hygiëne een belangrijke rol spelen of waarbij een specialistische oplossing gevraagd wordt. Oplossingen voor o.a.; Pompstations, Winputten, Drinkwaterreservoirs en Ozoninstallaties. Voor elke toegang een passende oplossing!

Kwaliteit

De hoge kwaliteitsnormen van de volledig RVS producten, samen met moderne productiemethoden én het in huis volbad beitsen en passiveren zorgen voor een gegarandeerde lange levensduur.

dutchspiral.com ~ info@dutchspiral.com

PODIUM

Vergunningplicht kleine grondwateronttrekkingen: eerste stap naar grotere maatregelen

De frequentie en duur van droge zomerperiodes groeit en dat geeft problemen: tekorten aan (schoon) oppervlaktewater en grondwater voor natuur, landbouw, drinkwatervoorziening en industrie, en in laag Nederland verzilting. Deltares verkende samen met de WUR de problemen in een ‘Integrale grondwaterstudie Nederland’. De Adviescommissie Droogte adviseerde de Brabantse grondwaterpartners met ‘Zonder water, geen later’ over de broodnodige structurele aanpassingen in inrichting, beheer en gebruik van het (grond)water. En deze zomer voerden twee Brabantse waterschappen een meld- en vergunningplicht in voor kleine grondwaterputten. Hoe kijkt Dimmie Hendriks, expert grondwater en droogte bij Deltares, naar de laatste ontwikkelingen?

Een meldingsplicht voor kleine grondwateronttrekkingen: is dat niet een héél klein stapje om een groot probleem te lijf te gaan?

“Met ‘Zonder water, geen later’ heeft Brabant zichzelf flinke doelen gesteld. Onder andere een forse vermindering van het waterverbruik door de landbouw. Daarvoor is het nodig zicht te hebben op hoeveel grondwater er wordt onttrokken. De algemene indruk is dat er sinds de droge zomer van 2018 heel veel kleine onttrekkingen bij zijn gekomen, ook doordat steeds vaker beregeningsverboden voor oppervlaktewater worden afgekondigd. Maar niemand weet precies hoeveel onttrekkingen er zijn, waar precies en met welk doel. Om grotere stappen te kunnen zetten moet je dit eerst in beeld hebben. De nieuwe meldplicht in de waterschappen Brabantse Delta en De Dommel geldt voor bestaande kleine putten, dat wil zeggen, putten die minder dan 10 kuub per uur kunnen oppompen. Nieuwe kleine putten kunnen er alleen

nog komen met een vergunning, en daarmee zijn de waterschappen zeer terughoudend. Dat is dus wel wat meer dan alleen een meldplicht.”

Zou je niet ook willen weten hoeveel er daadwerkelijk wordt opgepompt?

“Daar nu bij de meldingen direct naar vragen, maakt het administratief veel ingewikkelder. Het zou wel een volgende stap kunnen zijn, bij de vergunningverlening voor nieuwe putten, maar dit is een goede eerste stap om het probleem in beeld brengen. Je ziet dat er in droge perioden steeds vaker beregeningsverboden nodig zijn. Dat kan gerichter als je weet waar dat het meest effectief is en wie je moet aanspreken.

Ik verwacht, zeker tegen de achtergrond van de plannen van de Provincie Noord-Brabant en alle waterpartners, dat niet alleen beregening uit oppervlaktewater maar ook die uit grondwater steeds vaker verboden zal worden. De meldings- en vergunningplicht voor

(kleine) grondwaterputten is een eerste stap om dat mogelijk te maken. Dit verhaal speelt trouwens niet alleen in Brabant, het gaat op voor heel Nederland.”

Zo’n vergunningplicht zou voor heel hoger gelegen Nederland zinvol zijn? “Ja, om overal de hoeveelheid onttrokken grondwater beter in beeld te krijgen. Een volgende nuttige stap zou zijn om die informatie samen te brengen met informatie over de grotere onttrekkingen, die worden vergund door de provincies. Die zijn meestal voor drinkwater of industrie, en dus jaarrond in bedrijf. In totaal gaat dat natuurlijk om veel meer water dan bij de kleintjes, die vooral actief zijn in het groeiseizoen. Maar in droge periodes kunnen die kleinere flink bijdragen, ook al trekken de effecten ’s winters vaak wel weer bij.”

Maar dan kan er toch al veel schade aangericht zijn…

14 I
TEKST MIRJAM JOCHEMSEN
Dimmie Hendriks

Dimmie Hendriks:

“Ja, inderdaad. Maar gelukkig groeit het gevoel van urgentie om er iets aan te doen snel. Er gebeurt steeds meer, in praktijk en onderzoek. Landelijk hadden we al het Droogteportaal, dat de actuele droogtesituatie in Nederland laat zien, met nadruk op de hoge zandgronden. Maar er is behoefte aan meer voorspellende modellen, en die zijn in de maak: wat is de grondwaterstand nu, hoe is dat ten opzichte van 2018 of van het langjarig gemiddelde, en hoe kan het zich de komende tijd ontwikkelen?

Voor het operationele beleid in de waterschappen is het nuttig om die informatie te kunnen combineren met actuele meetgegevens, zodat tijdig de goede maatregelen in gang kunnen worden gezet. Nu komt een beregeningsverbod vaak pas op het moment dat het grondwater al best laag staat, eigenlijk bijna te laat.

Vooral ook in agrarisch gebied speelt ook de inrichting van ons watersysteem mee. Met al onze sloten, greppels, buisdrainage en verdiepte beken voeren we jaarrond heel veel water af. Daardoor zijn de grondwaterstanden structureel lager dan vroeger en neemt de verdroging toe. De Integrale Grondwaterstudie geeft dat gedetailleerd weer. De effecten van deze structurele grondwaterstands-

verlaging en van de (meteorologische) droogte komen boven op elkaar. Het is hoog tijd dat we daarvoor oplossingen bedenken. “

Wat voor oplossingen?

“We moeten dringend het watersysteem anders gaan inrichten, alleen hogere winterpeilen van het oppervlaktewater is echt onvoldoende. Het telen van minder droogtegevoelige gewassen is ook een optie. En ten slotte: we moeten met zijn allen zuiniger met water omspringen. Alle water zo mogelijk hergebruiken. Drinkwater alleen gebruiken als die hoge kwaliteit echt nodig is, en ook dan zo weinig mogelijk. Want welk water je

ook gebruikt, uiteindelijk onttrek je het aan het totaal.

Daarnaast weten we nog steeds heel weinig. Er loopt nu een groot onderzoek – KLIMAP: Klimaatadaptatie in de praktijk, mede gefinancierd door de Topsectoren Agri & Food en Water & Maritiem – naar het klimaatbestendig inrichten van de Nederlandse zandgebieden. Wat betekent het precies, bijvoorbeeld voor de landbouw, als je meer water gaat vasthouden? Het leidt tot vernatting, dus mogelijk ook tot natschade en wateroverlast. Hoeveel en waar?

Het frustreert soms dat het allemaal langzamer gaat dan we zouden willen, maar er komt gelukkig nu vaart in.”•

MEER INFORMATIE:

• Integrale Grondwaterstudie Nederland (te downloaden van de website van Deltares)

• Adviescommissie Droogte: ‘Zonder water, geen later’, www.brabant.nl

• Onderzoeksprogramma Klimaatadaptatie in de praktijk: www.klimap.nl

• Advies Studiegroep Grondwater: ‘Grondwater: onzichtbaar en onmisbaar’, www.rijksoverheid.nl

REAGEREN? IDEEËN?

Ga naar h2owaternetwerk.nl/h2o-podium/opinie

Of heeft u iets te zeggen over een onderwerp waarover we het in de waterwereld met elkaar zouden moeten hebben? Neem contact op met de redactie van H2O, redactie@h2o-media.nl

I 15 iStock PODIUM
Er komt gelukkig nu vaart in’
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023

Slimmer, sterker, voordelige trommelfilters

Waterfiltratie was nog nooit zo eenvoudig

Om marktleider te worden in een branche is het essentieel om een product aan te bieden dat precies aan de klanteisen voldoet en scherp geprijsd is. Daarom ontwikkelden wij de Hydrotech Value serie trommelfilters. De Value serie richt zich op minder onderhoud, een hogere componentenkwaliteit en een vereenvoudigde bediening. Hydrotech Value biedt maximale filtratieprestaties tegen minimale operationele kosten. In vergelijking met de vorige serie bevat de Value serie meer dan 50 technologische verbeteringen. En ja, de Value serie kent ook een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

Neem contact met ons op voor meer informatie!

Veolia Water Technologies Netherlands B.V.

www. veoliawatertechnologies.nl

Tel.: 0318 - 691500

© Veolia Photo Library.

IN THE PICTURE

WIE

Economie en maatschappij, mét management en organisatie. Dat leek Xian Riedijk wel wat toen ze als vijftienjarige in de derde klas vwo haar profiel moest kiezen. Want ze is een mensenmens, wil samenwerken met anderen.

Toch werd het natuur en gezondheid. ‘Kies exact’ luidde destijds de oproep aan meisjes en hielden ook mensen uit haar omgeving haar voor. Uit allerlei tests kwam bovendien haar aanleg voor onder meer scheikunde naar voren. Het bewijs was haar master moleculaire scheikunde aan de Universiteit Nijmegen. In science management en innovatie haalde ze een tweede master.

Na een stage bij Royal HaskoningDHV kwam ze er in

dienst als procestechnoloog in het research en development team. Maar na een tijdje ging het kriebelen.

“Deze organisatie heeft als uitgangspunt dat medewerkers hun kwaliteiten moeten kunnen ontwikkelen. Tijdens een coaching traject ontdekte ik dat procestechnologie, het tot in detail onderzoek doen, toch niet zo bij mij past. Liever werk ik samen met mensen.” Zo maakte ze kortgeleden de overstap naar de functie van project manager afvalwater/drinkwater.

WAAR

De natuurplas De Berendonck, tussen Nijmegen en Wijchen, waar talloze

recreatieactiviteiten plaatsvinden. “De komende jaren draait alles om de KRW, de kaderrichtlijn waaraan oppervlaktewater moet voldoen. Terecht. Water moet veilig zijn voor mens, dier en plant! Met de hele businessunit werken we in allerlei projecten aan een goede kwaliteit van het oppervlaktewater. Globaal heeft mijn werk vooral te maken met plannen, organiseren, faciliteren, het bewaken van tijdsplanningen en budgetten. Als projectmanager ben ik verantwoordelijk voor hoe het loopt. Mijn klanten tevreden houden. Ervoor zorgen dat mijn team optimaal functioneert. Samen problemen oplossen wanneer het anders loopt dan gepland. Want dat gebeurt in een project altijd. Natuurlijk wachten mij nog diverse trainingen in management skills.

Tegelijkertijd ben ik ook al aan het werk in deze functie: learning on the job, zoals dat heet.”

(TOEKOMST)DROOM

“De komende jaren ga ik nog veel leren. Dan zal ik er ook achter komen of mijn kwaliteiten in deze functie beter naar voren komen. Daarna zie ik wel weer. Als vijftienjarige kun je onmogelijk bepalen welke kant je later op wilt, welke opleiding het beste bij je past, waar je talenten liggen en hoe je die kunt ontwikkelen. Destijds stond ik helemaal achter de keuzes die ik toen maakte. Mijn schoolopleiding, mijn studie hebben mij gevormd tot wie ik nu ben. Gelukkig zijn de keuzes die ik ooit maakte niet voor het leven. De hele wereld ligt nog voor me open!”•

I 17 IN THE PICTURE
‘ YOUNG WATERPROFESSIONALS
Water moet veilig zijn voor mens, dier en plant!’
Samen werken en problemen oplossen’
Xian Riedijk (28), projectmanager afvalwater/ drinkwater bij Royal HaskoningDHV Locatie: natuurplas De Berendonck (bij Nijmegen)
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
TEKST BARBARA SCHILPEROORT

Verwijderen microverontreinigingen

Na innovatie de versnelling, maar levert het ook iets op?

Het verwijderen van organische microverontreinigingen op rioolwaterzuiveringen een stevige stimulans geven. Dat is de bedoeling van een innovatieprogramma dat ten einde loopt en een versnellingsprogramma dat op stoom raakt. Programmamanagers Cora Uijterlinde en Maarten Nederlof lichten de voortgang en al behaalde resultaten toe. “Wij streven naar een goed gevulde gereedschapskist met geschikte zuiveringstechnieken.”

18 I
TEKST HANS KLIP | BEELD ISTOCK, BLUEICE

Allereerst, om welke stoffen gaat het? Voor een groot deel om medicijnresten, zegt Cora Uijterlinde. “We kiezen echter bewust voor de term microverontreinigingen omdat wij met de zuiveringstechnieken ook allerlei andere stoffen uit afvalwater willen verwijderen, zoals bestrijdingsmiddelen. Het doel is dat de biologische kwaliteit van het effluent en het oppervlaktewater verbetert.”

Maarten Nederlof voegt het woordje ‘organisch’ toe. “We bouwen de zuiveringen voor organische microverontreinigingen en niet voor anorganische als microplastics en zware metalen. Want daarvoor zijn heel andere technieken nodig.”

Uijterlinde is programmamanager afvalwatersystemen bij kenniscentrum STOWA. Zij heeft het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit afvalwater (IPMV) onder haar hoede. Nederlof is beleidsadviseur schoon en gezond water bij waterschap Rijn en IJssel en namens alle waterschappen manager van het versnellingsprogramma.

Scherpere normen

Bij beide programma’s speelt de herziening van de Europese richtlijn voor de behandeling van stedelijk afvalwater een grote rol op de achtergrond. Hierin zijn scherpere normen voor microverontreinigingen opgenomen. In de eerste helft van 2024 buigt het Europees Parlement zich over het concept dat er nu ligt.

Nederlof licht toe: “Wij vinden het als waterschappen best een prima richtlijn. Je kunt eigenlijk geen tegenstander zijn van de ambitie van de EU om de waterkwaliteit te verbeteren. We willen wel voldoende tijd krijgen om de benodigde aanvullende zuiveringen te realiseren.”

De richtlijn zorgt voor een generieke kwaliteitsverbetering van het effluent van de rioolwaterzuiveringen, vindt Uijterlinde. “De impact is aanzienlijk als je doorrekent wat er allemaal moet gebeuren. Wij willen niet alleen microverontreinigingen en nutriënten aanpakken, maar ook bijvoorbeeld klimaatneutraal en circulair werken.” Alles stapelt zich op, zegt Nederlof. “Het leggen van de integrale puzzel wordt nog een uitdaging voor de waterschappen. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt.”

Verwijderingsrendement

Het innovatieprogramma ging begin 2019 van start en is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de waterschappen en STOWA. De looptijd is vijf jaar. Uijterlinde: “De aanleiding voor het programma was dat al beschikbare technieken als actieve kool en ozon zorgen voor respectievelijk een grote klimaatvoetafdruk en het risico op vorming van bromaat. Vandaar de nadrukkelijke wens om technieken te ontwikkelen die deze >

V VERWIJDEREN MICROVERONTREINIGINGEN I 19
‘ H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
De impact is aanzienlijk als je doorrekent wat er allemaal moet gebeuren’

nadelen niet of veel minder hebben.” Binnen het IMPV zijn er 21 haalbaarheidsstudies verricht en 17 pilots gehouden met voor de waterschappen nieuwe technieken of combinatietechnologieën: natuurlijke systemen, granulair actief kool, filtratie, oxidatie, poederkool en overige adsorptie (zie kader). Bij deze technieken wordt een verwijderingsrendement van minimaal 70 procent geëist voor 7 van de 11 geselecteerde gidsstoffen. Het draait om onderzoek naar innovatieve technologieën die nog niet op praktijkschaal worden toegepast en wel een toegevoegde waarde hebben voor kwaliteit, duurzaamheid of kosten, vertelt Uijterlinde. “Bedrijven kregen samen met de betrokken waterschappen meer mogelijkheden om de technologie verder te ontwikkelen op de barometer van ‘technology readiness level’. De voorwaarde was dat ze binnen afzienbare tijd, zeg rond 2027, op volledige schaal toegepast kunnen worden. Het leverde een mooi palet van allemaal unieke technologieën op.”

Aanschurken

De uitkomsten van het innovatieprogramma worden medio 2024 gepubliceerd. Tijdens de vakbeurs Aquatech Amsterdam in november 2023 is hierover een symposium. Uijterlinde: “Daar hopen wij al de eindresultaten van een aantal technologieën te kunnen presenteren. We willen duidelijk maken in welke situatie je het best een bepaalde technologie kunt toepassen. En vooral het vooruitzicht bieden dat er ruimte is

om innovaties toe te passen.”

Uijterlinde licht alvast een tipje van de sluier op. “De technologieën die aanschurken tegen conventionele technologieën, zijn beter geworden of gecombineerd. Ook hebben enkele innovatieve concepten die voortvloeien uit de wetenschap, echt een boost gekregen. Daarvan vind ik het geïntegreerde adsorptie-oxidatieproces AdOx een mooi voorbeeld.”

Verder zijn technieken uitgetest die Uijterlinde als intrigerend bestempelt. Zoals BODAC – O2 (biologische actief koolfiltratie met zuurstofdosering) op de ultrapuur waterfabriek van de rioolwaterzuivering Emmen. “Hierbij is een installatie gebruikt die al meer dan tien jaar draait. De microverontreinigingen zijn met actief kool verwijderd zonder dat er ooit een regeneratie nodig is geweest. Dat is echt bijzonder. Wetsus zoekt uit welke mechanismen hierachter zitten.”

Zij noemt verder de natuurlijke systemen. “Een uitdagend concept. Het is een van de weinige trajecten waarbij de doorontwikkeling nog niet is gelukt. Dat komt mede door de vaak langere doorlooptijden om zulke natuurlijke systemen goed te kunnen laten functioneren. Ik hoop dat zij zich, ook in combinatie met andere technologieën, verder doorontwikkelen.”

Winstpunt

Uijterlinde stipt nog een algemeen winstpunt van het innovatieprogramma aan. “Wij hebben met zijn allen een goed kennisnetwerk opgebouwd van

mensen die actief met de voor waterschappen nieuwe materie aan de slag zijn gegaan.”

Nederlof komt met een aanvulling op haar verhaal. “Vanuit de praktijk hebben waterschappen natuurlijk niet alleen de ambitie om medicijnresten en organische micro’s te verwijderen. Er is vaak een combinatie met wat we moeten doen om de waterkwaliteit te verbeteren in verband met de Kaderrichtlijn Water. Het gaat met name om de verwijdering van nutriënten.”

Zo heeft zijn eigen waterschap Rijn en IJssel bij rioolwaterzuivering Winterswijk een opgave voor fosfor en ammonium. Alles wordt in één keer opgelost, zegt Nederlof. “Wij hebben gekozen voor een relatief dure installatie met drie barrières achter elkaar: eerst een biologische zuivering, dan adsorptie met actieve kool en daarna een oxidatieve stap. Een knappe jongen die daar nog doorheen komt. Hiermee anticiperen we meteen op de aangescherpte normen in de nieuwe Europese richtlijn.”

Het versnellingsprogramma is afgetrapt in 2021 en duurt tot en met eind 2027. Hiervoor heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 60 miljoen euro beschikbaar gesteld. Momenteel brengen negen waterschappen de zuiveringstechnieken van ozon en actief kool verder in demonstratie- en full-scale installaties op twaalf rwzi’s. Nederlof: “Eigenlijk een beetje vanwege de wens van het ministerie de resul-

20 I
Lef De testinstallatie van Vallei en Veluwe voor de waterfabriek in Wilp

VERWIJDEREN MICROVERONTREINIGINGEN

taten van het innovatieprogramma niet af te wachten en gewoon installaties met de twee bestaande technieken te bouwen, om de waterkwaliteit nu al te verbeteren. Soms moet je voor zoiets het lef hebben. Je kunt niet alles van tevoren uitzoeken.”

Lerend implementeren is daarom het devies van het versnellingsprogramma. “Binnen het innovatieprogramma hebben wij geconcludeerd dat we de perfecte technologieën nog niet hebben gevonden. Zij zijn bijvoorbeeld erg duur of het energieverbruik dan wel de CO2-voetafdruk is heel hoog.” Inmiddels zijn er vier installaties op volledige schaal gerealiseerd: installaties met ozon op rwzi Wervershoof van Hollands Noorderkwartier en rwzi Houten van De Stichtse Rijnlanden en installaties met actief kool op rwzi Leiden Noord van Rijnland en rwzi Ooijen van Aa en Maas.

Beperkingen

Het gevoel bestaat dat de prestaties van de zuiveringen beter moeten kunnen met nieuwe technologieën, merkt Nederlof op. “Daarom zijn wij zeer geinteresseerd in de uitkomsten van het innovatieprogramma. Welke technieken zijn echt zover dat we deze op grote schaal kunnen of willen toepassen?

De programma’s versterken elkaar. De beperkingen die we binnen het versnellingsprogramma tegenkomen, voeden weer het innovatieprogramma.”

Nu doen negen van de 21 waterschappen mee maar Nederlof verwacht dat het er straks vijftien zullen zijn. En de waterschappen die nog een afwachtende houding hebben, worden een beetje onder druk gezet om te gaan meedraaien. “Dat is ook slim gezien het nog beschikbare bedrag in de bijdrageregeling. Het geld is niet zaligmakend maar wel een stimulans.”

Nederlof streeft aan het eind van het versnellingsprogramma naar een goed gevulde gereedschapskist van geschikte zuiveringstechnieken voor de verwijdering van microverontreinigin-

gen. “Het is niet ‘one size fits all’. De keuze voor een techniek is afhankelijk van de ambitie van het waterschap en de lokale omstandigheden.” Daarvoor moeten de waterschappen wel een beentje bijtrekken, merkt Uijterlinde plagerig op. Want de lat wordt Europees hoger gelegd dan in het versnellingsprogramma. Zo wordt in de conceptrichtlijn gesproken over een verwijderingsrendement van 80 in plaats van 70 procent. “We doen ons best en hebben nog even”, is de reactie van Nederlof.

Herziening

Hoe belangrijk zijn het innovatie- en versnellingsprogramma voor het bereiken van de KRW-doelen voor oppervlaktewater in 2027? Organische microverontreinigingen zoals medicijnresten vallen nog niet onder de kaderichtlijn, zegt Nederlof. “Als je strak in de leer bent, helpt de aanpak niet voor het halen van de huidige KRW-doelen.”

Maar er komt een herziening van de richtlijn voor prioritaire stoffen aan.

“Het ziet ernaar uit dat daarin concrete normen voor geneesmiddelen en andere organische microverontreinigingen zullen staan. Zij worden op deze manier alsnog onderdeel van de doelen voor chemische waterkwaliteit in de Kaderrichtlijn Water.”

Bovendien helpt de verwijdering van organische microverontreinigingen om de toxische druk op het oppervlaktewater te verminderen, zegt Nederlof. “Dat is goed voor de biologische waterkwaliteit, ook een doelstelling van de KRW.” Uijterlinde op haar beurt: “Beide programma’s kunnen bijdragen aan het nemen van maatregelen waarbij micro’s en nutriënten tegelijkertijd worden aangepakt.”

Het IMPV en het versnellingsprogramma zijn onderdelen van de landelijke ketenaanpak Medicijnen uit Water. Dat blijft zo, benadrukt Nederlof. “Het gaat niet alleen om goede ‘end-of-pipe’ oplossingen, maar ook om een bronaan-

pak waar dat kan. Het tegengaan van de verspilling van medicijnen door die bijvoorbeeld alleen voor te schrijven als ze nodig zijn, hoort ook bij het verbeteren van de waterkwaliteit.”•

INNOVATIEPROGRAMMA: GETESTE TECHNIEKEN

In de pilots zijn deze technieken of combinaties uitgeprobeerd:

• Hapert: continu Upflow µGAC en lucht

• Horstermeer: O3-STEP

• Horstermeer: B-O3 (biologische voorbehandeling en O3)

• Emmen: continu Bio-GAC en lucht

• Emmen: BODAC - O2

• Leiden: AdOx, zeoliet met filtratie

• Lelystad: Dexsorb, cyclodextrines

• Waterfabriek Wilp: voorbehandeling Nano filtratie

• Asten: Nano filtratie effluent

• Wervershoof: ozon met keramische microfiltratie

• Winterswijk: ultrasound en ozon

• Leiden-Noord: PACO3

• Aarle-Rixtel: UV

• Aarle-Rixtel: ozon

• Walcheren: Microforce (O3 biofilm reactor)

• Simpelveld: PACAS Nereda

• Vinkel: PAC en doekfiltratie

I 21
Het leggen van de integrale puzzel wordt nog een uitdaging voor de waterschappen. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt’
Cora Uijterlinde
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
Maarten Nederlof

Wat

Royal HaskoningDHV verkocht dit jaar de 100ste Nereda-installatie. Een mijlpaal. Nereda, een duurzame afvalwaterzuiveringsoplossing voor stedelijk en industrieel water, legde een lange weg af om wereldwijd gemeengoed te worden. Welke lessen zijn te trekken uit dit succesnummer?

eel gaaf”, zegt Andreas Giesen, directeur Watertechnologie en leading professional bij Royal HaskoningDHV, over de verkoop van de 100ste installatie.

“Zo’n aantal is natuurlijk een enorme mijlpaal. Zeker als je bedenkt dat de adoptie van nieuwe watertechnologieën uitermate traag verloopt. Ondertussen loopt de teller rustig door. Momenteel zitten we op 108 projecten in 25 landen in 6 continenten.”

Een Nereda waterzuivering zuivert op een natuurlijke manier door middel van een aerobe korrelslibtechnologie. De installatie heeft slechts een kwart van de oppervlakte van een conventionele actief slib installatie nodig en bespaart tot 50 procent op energiekosten. De door TU Delft bedachte technologie is ontwikkeld in samenwerking met STOWA, diverse Nederlandse waterschappen en Royal HaskoningDHV. Wat kunnen andere innovaties leren van het succes van Nereda? Giesen somt de belangrijkste lessen op.

LES 1: SAMENWERKING

“Voor een innovatie is er een fundamentele doorbraak nodig. Tegelijkertijd is het een heel lange weg om van een academisch inzicht tot een praktijkinstallatie te komen. In Nederland zijn we gezegend met heel goede kennisinstituten, zoals TU Delft en STOWA. Deze kennisinfrastructuur en samenwerking is enorm belangrijk voor innovatieontwikkeling.

Het is misschien een open deur, maar door samen te werken bundel je de krachten en kom je sneller bij een eindproduct. Zeker Mark van Loosdrechts’ team van de TU Delft, uitvinders van Nereda en andere watertechnologische innovaties, erkent dat en legt vroeg de link met de engineering, uitvoering en de praktijk. Dit zagen we eerder bij internationaal geroemde uitvindingen, zoals Anammox, Sharon en BCFS, waarbij in een vroeg stadium de samenwerking is opgezocht met het bedrijfsleven. Dat zijn stuk voor stuk technologieën die de wereld zijn overgegaan. Voor een groot deel is dat te danken aan die samenwerking.”

LES 2: OPEN COMMUNICATIE

“De open communicatiestructuur in Nederland sluit aan op de vorige lesdie is belangrijk geweest voor Nereda. Het eerste onderzoek op pilotschaal in Ede is onder de vlag van STOWA uitgevoerd, in samenwerking met een aantal Nederlandse waterschappen, TU Delft en Royal HaskoningDHV. We vormden een begeleidingsgroep, waarin we informatie met elkaar deelden, gezamenlijk de bevindingen analyseerden en feedback en tips aan elkaar gaven. Zoiets katalyseert het leerproces. In Nederland zijn we gezegend met een open communicatiestructuur en zijn waterschappen een belangrijke katalysator. Hier trekken we samen op. We staan bijvoorbeeld open voor buitenlands bezoek en beantwoorden kritische vragen. Deze rol is zeker voor de ontwikkeling van watertechnologie en het vermarkten daarvan essentieel. In het buitenland zie je dat veel minder. Vaak zijn buitenlandse waterzuiveraars in private handen - zij zijn terughoudend in het delen van kennis.”

22 I “H
TEKST RENS NIJHOLT | BEELD ROYAL HASKONINGDHV
leert ons het succesverhaal van Nereda? (6 lessen)
De eerste afvalwaterzuiveringsinstallatie van Nereda in Zuid-Amerika is operationeel in Deodoro in Rio de Janeiro

LES 3: GEDULD

“Watertech klinkt sexy. Toch kent de markt heel lage marges, is erg conservatief en werkt langzaam. Installaties zijn niet voor de eeuwigheid, maar voor de komende 20 à 30 jaar. Niemand wil het risico lopen dat iets niet goed functioneert. Daarom verloopt de adoptie van nieuwe watertechnologie langzaam. Dat betekent dat je als ontwikkelaar een hele lange adem moet hebben. In elk land moesten we bijvoorbeeld opnieuw de voordelen van de technologie onder de aandacht brengen en bewijzen dat de technologie ook lokaal werkt met behulp van pilot- en demonstratie-installaties. Dat zijn hele lange trajecten voordat de technologie wordt toegepast. Bovendien is er een lange periode van voorinvesteringen nodig. Ik denk dat we als Royal HaskoningDHV het geluk hebben dat we niet beursgenoteerd zijn en doelbewust investeren in relevante duurzame oplossingen. Dat maakt een groot strategisch verschil.”

LES 4: REFERENTIELIJST

“Vanaf het begin wilden we bouwen aan een hele indrukwekkende referentielijst, met de grootste, de mooiste en de beste projecten. Toen al verwachtten we dat de technologie gemeengoed zou worden. Nu is dat moment aangebroken. Er zijn steeds meer partijen die iets soortgelijks naar de markt proberen of willen brengen. Destijds focusten we ons heel bewust op een indrukwekkende referentielijst om markt- en kennisleider te worden.

Dit deden we door strategische projectkeuzes te maken. Elk project legden we langs een meetlat zodat het perfect paste in onze ‘sweet spot’. Alleen als dat het

geval was, omarmden we het project. We legden de nadruk op grotere, stedelijk afvalwatertoepassingen. Zo bouwden we heel zorgvuldig de referentielijst op. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat elke installatie exact doet wat het belooft. Als de technologie niet goed functioneert, heeft dat negatieve gevolgen voor toekomstige verkopen. Daarom ontwikkelden we een operationeel supportpakket, zodat we tenminste het eerste jaar dicht op de klant zaten en de klant konden coachen om de installaties optimaal te laten functioneren.”

LES 5: SOFTWARE

“In eerste instantie werkten we met besturingssoftware van een andere partij. Die bleek niet stabiel. Zo werden we een beetje gedwongen om eigen software te ontwikkelen. Voor maximale flexibiliteit deden we dat door een separate Nereda Controller te laten communiceren met de PLC en SCADA. Tegenwoordig is dat vrij gebruikelijk. Toen zat daar veel weerstand op. Bij Royal HaskoningDHV beschikken we over een grote afdeling die goed is in digitalisering en softwareontwikkeling. Waar we het eerst als nadeel zagen, bleek het een heel groot pluspunt. Zo konden we in de loop der jaren vrij eenvoudig elke zuivering snel up-to-date en toekomstbestendig maken. En we gebruiken de controller ook om operationele data te verkrijgen, zodat we konden zien hoe de installaties werkten.”

LES 6: INTERNATIONAAL NETWERK

“Met alleen referenties in Nederland kom je niet ver. Voor ons was het van belang om de technologie in het buitenland te introduceren. We hadden natuurlijk

het geluk dat we al veel internationale markten met Royal HaskoningDHV afdekten met lokale collega’s. Daarnaast positioneerden we onszelf vroegtijdig met licentienemers en partners, zodat de kritische massa niet alleen bij ons eigen team lag. Bouw aan je lokale marktkennis als het product een nieuwe internationale markt opgaat - dat is de laatste, zeer belangrijke les.”•

TIJDLIJN

1993 - Start onderzoek TU Delft

1999 - Samenwerking Royal HaskoningDHV en TU Delft

2005 - Eerste industriële full scale installatie in Ede

2011 - Eerste gemeentelijke full scale installatie in Epe

2013 - Scale up meets world’s largest SBR volume

2020 - GWI benoemt Nereda tot beste doorbraaktechnologie van laatste decennium

2023 - 100ste installatie verkocht

WAT LEERT ONS HET SUCCESVERHAAL VAN NEREDA? I 23 N H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
Met alleen referenties in Nederland kom je niet ver’

TORWASH PLAATST ZIJN

SUPERSNELKOOKPAN IN HAPS VOOR NIEUWE TEST

24 I
TEKST BERT WESTENBRINK | FOTOGRAFIE MARCEL MOLLE
O H

Op rioolwaterzuivering Land van Cuijk van waterschap Aa en Maas wordt de slibverwerkingsinstallatie van Torwash geplaatst. Het is een nieuwe stap in de ontwikkeling van de innovatieve techniek die de slibverwerking op een andere leest schoeit: slib is geen afval meer, maar een grondstof. De gepatenteerde bewerkingsmethode zet slib om in biobrandstof, biogas, kunstmest en water en dat is een wenkend perspectief voor de waterschappen. Nu moeten ze jaarlijks zo’n 1,4 miljoen ton zuiveringsslib laten verwerken. Er wordt in beperkte mate biogas van gemaakt, maar de rest gaat de verbrandingsoven in en dat is niet alleen een grote kostenpost (120 tot 150 miljoen euro), het verdraagt zich ook steeds slechter met de circulaire doelstellingen van de waterschappen. In feite is de technologie van Torwash een supersnelkookpan. Onder hoge druk en temperatuur wordt de structuur van slib veranderd en het water eruit geperst. Dat levert, zo is de claim, een veel droger eindproduct op dan bij andere methoden van slibverwerking. Van de goeddeels droge perskoek kan energie worden gemaakt. Het verwijderde water wordt vergist tot biogas en ook kan het fosfaat uit het slib teruggewonnen worden.

De methode is ontworpen bij TNO en wordt verder ontwikkeld door spin-off Torwash bv. De techniek is op de waterzuivering Almere van Waterschap Zuiderzeeland op pilotschaal getest. Deze proef toonde aan dat slib wordt omgezet in een bruikbare biobrandstof, dat het fosfaat wordt teruggewonnen en is er sprake van 50 procent minder CO2 uitstoot.

Op rioolwaterzuivering Land van Cuijk in Haps wordt de techniek in een vervolgtest opgeschaald tot een capaciteit van 1 ton slib per uur, 20 keer meer dan in Almere. Eliquo Water & Energy plaatste de installatie.

Algemeen directeur Levien de Legé van Torwash zegt: “Technisch gezien zijn de ontwerp- en bouwwerkzaamheden goed verlopen, maar de kosten van de installatie zijn hoger geworden dan oorspronkelijk begroot door de enorme prijsstijgingen na de inval van Oekraïne door Rusland. Vooral materiaalprijzen vlogen de afgelopen twee jaar omhoog. Dit gaf wat financiële uitdagingen, die wij hebben kunnen tackelen.”

De proef in Haps duurt tot eind 2024, zegt De Legé. “In die tijd zullen wij de procesomstandigheden optimaliseren en duurtesten uitvoeren met drie soorten slib. Verdere toepassing van het ontwaterde slib (zoals energieopwekking) wordt door projectpartner

Eneco getest in hun BEC in Delfzijl. De behandeling van het filtraatwater gebeurt bij projectpartner CEW in Leeuwarden, waar biogasproductie, terugwinning van fosfaat en verwijdering van stikstof worden onderzocht.”

Ook zegt de directeur dat vrij snel wordt begonnen met de volgende stap: het ontwerp van de full-scale installatie. “Deze willen wij in 2025 gaan bouwen en testen. Deze machine zal de basis worden voor de marktintroductie in 2026.”

I 25 HOOGSTANDJE H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023

Ultieme Waterfabriek van start

EFFLUENT ALS BRON VOOR

DRINKWATER: KAN HET, WILLEN WE HET EN MAG HET?

Eind vorige maand werden de handtekeningen gezet onder het project ‘De Ultieme Waterfabriek’. Waterschappen en drinkwaterbedrijven onderzoeken gezamenlijk óf en onder welke voorwaarden gezuiverd rioolwater kan worden gebruikt als basiswater voor de productie van drinkwater. “Dit is een echt systeeminnovatieproject.”

26 I

Waterschappen gaan vanwege klimaatveranderingen én strengere Europese wetgeving de komende jaren het watersysteem en de waterzuivering anders inrichten. Zo komt er een vierde zuiveringsstap bij rwzi’s, voor de verwijdering van chemische verontreinigingen. Drinkwaterbedrijven werken aan extra zuivering (met behulp van Reverse Osmosis) en diversificatie van de drinkwaterbronnen, om circulariteit en een toekomst- en klimaatbestendige drinkwatervoorziening te kunnen waarborgen. Naast zilt grondwater of zeewater zijn regenwater en gezuiverd afvalwater mogelijke nieuwe bronnen voor de productie van drinkwater.

Robuust en betrouwbaar

In het project ‘De Ultieme Waterfabriek’ laten waterschappen en drinkwaterbedrijven gezamenlijk zien óf en onder welke voorwaarden gezuiverd rioolwater (rwzi-effluent) kan worden gebruikt als

basiswater voor de productie van drinkwater. Er wordt vooral gekeken naar de toepassing in huishoudens voor menselijke consumptie en daarnaast naar gebruik in de tuinbouw, als hoogwaardig industriewater en als koelwater voor datacentra. Eind augustus 2023 hebben de betrokken partijen een samenwerkingsovereenkomst ondertekend, zodat het project officieel van start kan gaan. Adviseur Watertransitie Jelle Roorda (voorheen o.a. directeur van Waterschap Limburg) was vanaf het begin betrokken bij de Ultieme Waterfabriek: “Een jaar of drie geleden ontstond bij drinkwaterbedrijf Oasen het idee om te onderzoeken of drinkwater produceren uit gezuiverd afvalwater zinvol en kansrijk is. Tegelijkertijd waren de waterschappen al langer actief met hun ‘Waterfabriek’, gericht op gezuiverd afvalwater voor de landbouw en de industrie. In onze ogen zou een zuiveringsproces dat afvalwater zó schoon maakt dat je er drinkwater van kunt maken, de ultieme waterfabriek zijn: als dát lukt, zijn alle andere toepassingen zeker mogelijk. We hebben samen met andere drinkwaterbedrijven, waterschappen, STOWA, KWR, RIVM, IPO, het ministerie van IenW en toezichthouder ILT de koppen bij elkaar gestoken en zijn aan de slag gegaan met een projectplan.”

Drie schaalniveaus

In 2021 zijn met een consortium van circa twintig organisaties eerst de belangrijkste vraagstukken in beeld gebracht. Roorda: “Dit is een echt systeeminnovatieproject. Vanaf eind 2023 gaan de partners samen de vragen >

TEKST PHILIP REEDIJK ILLUSTRATIE RONALD VAN DER HEIDE I 27 ULTIEME WATERFABRIEK VAN START
W
Jelle Roorda
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
Peter Wessels

inkleuren en beantwoorden, via concrete stappen op drie schaalniveaus: lokaal, regionaal en nationaal. Uitgangspunt is om een onderbouwde afweging te kunnen maken over de vraag of gezuiverd effluent een bruikbare bron is voor de productie van drinkwater. De oproep aan iedereen die een mening heeft over dit onderwerp, is om mee te doen, ook als ze kritisch zijn. Want het is natuurlijk best een gevoelig onderwerp. De partners staan er open in en willen alle vragen rondom dit onderwerp in kaart brengen en beantwoorden. Daarna is het aan de waterschappen, de drinkwaterbedrijven en de politiek om hun keuzen te maken.”

Ook adviseur Peter Wessels (voorheen

o.a. sectormanager Assetmanagement en Technologie bij Oasen) is vanaf het begin nauw betrokken bij het project: “De partners focussen op de meerwaarde en de acceptatie van dit concept, niet op de techniek. Op lokale schaal wordt aangetoond en ervaren of het mogelijk is om veilig en continu drinkwater van hoge kwaliteit te produceren uit gezuiverd rioolwater. In overleg met de bevoegde gezagen wordt twee jaar lang een monitoring op bacteriologische en chemische parameters uitgevoerd, die nodig is voor toelating van gezuiverd rioolwater als aanvullende bron voor drinkwater. Op regionaal niveau worden de transitievraagstukken uitgewerkt in vier regio’s in Nederland, elk met verschillende kenmerken. Dat gebeurt op basis van een concrete casus en echte data.

Het projectteam spreekt met alle regionaal betrokken organisaties over de effecten op het watersysteem, afvalstromen, de verhouding van deze bron ten opzichte van andere bronnen, acceptatie en perceptie, kosten, baten en waarde, governance, enzovoort. Het gaat daarbij dus om de vraag of gezuiverd effluent in een specifieke regio een zinvol alternatief kan vormen. Op nationaal niveau komen alle resultaten bij elkaar. Na drie jaar bundelen de deelnemers de uitkomsten en lessen van de lokale demo en de regionale labs, en trekken daaruit generieke conclusies. Vraagstukken die

een nationale aanpak nodig hebben, zullen worden geagendeerd op relevante tafels bij bijvoorbeeld het Rijk en de koepels.”

Bestaande kennis verzamelen

De Ultieme Waterfabriek ontwikkelt zelf geen nieuwe kennis, maar maakt gebruik van de opgebouwde kennis in onder andere de waterfabriekprojecten van de waterschappen, zoals Waterfabriek Wilp en ultrapuurwaterfabriek Nieuwater in Emmen. Verder wordt de kennis toegepast die de drinkwatersector heeft over geavanceerde zuivering: actief kool, desinfectie en membraanfiltratie. In het project worden ervaringen en inzichten van aangrenzende initiatieven meegenomen. Internationaal is er de nodige ervaring met de (in) directe productie van drinkwater uit rwzi-effluent.

Roorda: “Technisch gezien is het geen enkel probleem om van afvalwater schoon en betrouwbaar drinkwater te maken met actieve kool en RO, gecombineerd met remineralisatie, een extra bodempassage of bijmenging met oppervlaktewater. Dit zijn allemaal bewezen en betrouwbare technieken die de drinkwaterbedrijven nu al gebruiken voor de zuivering van grond- en oppervlaktewater. In de VS, België, Singapore en Namibië wordt op basis van deze methode soms al decennia drinkwater geproduceerd van gezuiverd afvalwater.”

Wessels: “In Nederland hebben we nu een drinkwaterlevering van ongeveer

1.200 miljoen m3 per jaar: daarvan komt zo’n 80 procent via het riool terecht in de rioolwaterzuiveringen. Bijna vier keer zoveel regenwater komt via de hemelwaterafvoer ook bij de rwzi’s. Daarmee is effluent een stabiele bron die vaak op vrijwel dezelfde locatie vrijkomt als waar drinkwater nodig is: in de buurt van woningen en bedrijven.

Als het geproduceerde drinkwater aan de wettelijke normen voldoet, zijn er verder geen ingewikkelde of langdurige vergunningstrajecten nodig om deze bron operationeel te krijgen. Je hebt alleen een stukje grond nodig voor een bovengrondse installatie. Een voordeel van centrale zuivering van afvalwater is verder dat je gebruik kunt maken van bestaande infrastructuur, zowel aan de kant van de gemeenten en de waterschappen, als bij de drinkwaterbedrijven. In het project wordt onderzocht of dat efficiënter en effectiever is dan decentrale opvang en zuivering.”

Demonstratieproject

Inmiddels is de verkennende fase afgerond en is besloten tot een demonstratie bij de ultrapuurwaterfabriek in Emmen. Hier staat al 12 jaar een installatie die demi-water produceert, waardoor veel historische monitoringsgegevens beschikbaar zijn. Er worden op locatie deelprojecten en onderzoeken uitgevoerd, waarbij drinkwater rechtstreeks uit rwzi-effluent wordt geproduceerd. Er moet ook een proefstation komen, waar mensen het drinkwater kunnen proeven en een fles water mee naar huis kunnen nemen.

Wessels: “We zitten met z’n allen midden in een watertransitie, waarin we fundamenteel anders moeten gaan denken over het watersysteem en onze omgang met water. Dit project vloeit voort uit die transitiegedachte. In het project wordt gekeken of je in het pakket van bronnen waaruit drinkwaterbedrijven kunnen kiezen – grondwater, oppervlaktewater, zilt water, regenwater en zeewater – gezuiverd effluent als optie kunt toevoegen. Natuurlijk kies je het liefst voor de meest eenvoudige zuivering en de meest ongerepte bron en natuurlijk moeten we de bestaande bronnen goed beschermen. Maar inmiddels staat de drinkwatervoorziening zo onder druk dat we echt naar alternatieven moeten kijken. Gezuiverd afvalwater kan dan wellicht een alternatieve bron vormen voor de dekking van een deel van de verwachte groei in de drinkwatervraag. Niet omdat het kan, maar omdat het moet!”•

28 I
ULTIEME WATERFABRIEK VAN START
Technisch gezien is het geen enkel probleem om van afvalwater schoon en betrouwbaar drinkwater te maken’

(Advertenties)

BALANCEREN + ANALYSEREN

• Betrouwbaar meten - onafhankelijk van het flowprofiel

• De eerste en enige elektromagnetische flowmeter waar je kan meten zonder in- of uitstroomengte (0 x DN), er is geen leidingbeperking (full bore) en dus geen drukverlies

• Installatie direct na een bocht, perfect daar waar de ruimte beperkt is en op skids.

WE K EEP YO UR A PPL IC AT IONS GOING
U bereikt de juiste waterkwaliteit en reduceert tegelijkertijd uw kosten.
Meer informatie: www.nl.endress.com/5W4C
Wij begrijpen de uitdaging van het vinden van de juiste balans tussen e�ciency en regelgeving. Proline Promag W 0 x DN full bore - ‘s werelds eerste elektromagnetische flowmeter zonder restricties

Veelzijdige draagbare debietmeter (ook ATEX-versie beschikbaar)

Elscolab krijgt regelmatig vraagstukken voor tijdelijke debiet meetcampagnes die zich vanwege de brede uitvraag moeilijk laten invullen. Sinds kort heeft Teledyne ISCO de mogelijkheden voor debietmetingen verrijkt met de DuraTracker, waarmee deze complexe vraagstukken voor open kanaaldebietmetingen weer wat eenvoudig worden.

De DuraTracker is een krachtige, kostenefficiënte oplossing die meerdere debiettechnieken in één enkele module (laser, Doppler en ultrasoon) toelaat via “plug & play” sensoraansluitingen. De flowmeter is verkrijgbaar met (compatibel met standaard batterijen) en zonder batterijmodule. Deze laatste versie werkt met gelijkstroom van een stroombron of zonnepanelen.

De standaard bluetooth mogelijkheden maken de programmering, sensorkalibratie en het opvragen van gegevens eenvoudig via draadloze apparaten. Andere keuzes voor de tweerichtingscommunicatie zijn een rechtstreekse verbinding via USB-connectie of via GSM-modem. Hiermee blijven locatiebezoeken voor programmeren, kalibreren en datacollectie naar laptop of dataportal beperkt. Dit geeft een veilige en effectieve optie voor moeilijker bereikbare plaatsen of locaties waar de veiligheid prioritair is.

ELSCOLAB

Da Vincilaan 11 b

6716 WC EDE

Telefoon +31 (0)342 42 60 80

E-main@elscolab.com

Web www.elscolab.com

Bovendien is er voor de IP68 onderdompelbare behuizing ook een ATEX-versie beschikbaar. Om aan de huidige uitvragen te voldoen is de DuraTracker eveneens modulair voor debiet gestuurd samplen en simultaan pH meten.

Normec AWS kalibreert EMF-meters tot debieten van 650 m 3/uur

Normec All Water Services introduceert een geavanceerde meetwagen, waarmee zij als pionier in Nederland EMF-meters kalibreren tot debieten van 650 m3/uur. Deze prestatie markeert een significant verschil ten opzichte van het vorige maximum van 230 m3/uur. Hoewel debieten die de 230 m3/uur overschrijden zeldzaam zijn binnen het bedrijfsleven, vormen ze een alledaagse realiteit in RWZI’s. Tijdens het kalibratieproces wordt gedurende een enkele dag meerdere debieten nagebootst, waarbij nauwkeurige standen worden afgelezen. Vervolgens worden de aflezingen geanalyseerd om te verifiëren of de EMF-meter binnen de strikte tolerantie van 5% blijft.

De waarde van deze ontwikkeling reikt verder dan louter technische innovatie. In de context van zuiveringsheffing, waar tarieven worden bepaald op basis van de te zuiveren vervuilingseenheden, is het van uiterst belang dat de metingen overeenstemmen met het werkelijke in- en/of effluent. Normec AWS heeft met haar hoog debiet kalibraties diverse waterschappen kunnen verzekeren van de nauwkeurigheid van haar EMF-meters.

Deze kalibraties zijn uitgevoerd volgens de normen vastgelegd in de NEN 17025, wat borg staat voor kwaliteit en precisie.

Telefoon 073 644 33 32

E-info-aws@normecgroup.com

Web www.normecaws.nl

Benieuwd wat Normec AWS nog meer voor u kan betekenen? Naast kalibraties zijn wij gespecialiseerd in de bemonstering en analysering van onder andere afvalwater, oppervlaktewater en open zwemwater.

H 2 O -PLATFORM (ADVERTORIALS)
Normec All Water Services (AWS)
16
Hambakenwetering
5231 DC ‘S-HERTOGENBOSCH
30 I

Groot belang goed waterbeheer na instemming natuurherstelwet

Op 12 juli jl. stemde het Europees Parlement in met de natuurherstelwet. Deze wet beoogt herstel van aangetaste EU-natuur. De Europese Commissie benadrukt urgentie gezien 80% van EU-natuurgebieden in slechte staat verkeert. Ook in Nederland zijn zorgen, waarbij de wet doelen bevat voor waterkwaliteitsverbetering, relevant voor onze sector.

Natuurdoelanalyses in mei 2023 toonden dat het merendeel van de beschermde Nederlandse natuur er slecht aan toe is. Deze bevinding komt voort uit de tot nu toe uitgebrachte natuurrapporten van provincies. Een goede verbetering van waterkwaliteit vereist juiste kennis en machines. Wellink Equipment uit Groenlo beschikt over deze expertise. Als importeur en dealer van machines in amfibie-, grootgroen- en wetlandsectoren, profileert Wellink zich als full-liner specialist. Met de Truxor is er ruime ervaring opgedaan in het amfibie werkgebied.

De Truxor T50, een veelzijdig werktuigdrager met meerdere relevante aanbouwdelen, biedt toegang tot ontoegankelijke gebieden voor mensen en conventionele machines. Deze Low-Impact track machine heeft voldoende drijfcapaciteit, efficiënte rupsaandrijving en geschiktheid voor diverse ondergronden. Hierdoor is de Truxor geschikt voor gebieden waar overgangen zijn van water naar nat terrein. De Truxor is inzetbaar bij waterbeheer, baggerwerkzaamheden, oeverbescherming en natuurbeheer.

Met Wellink Equipment machines zetten we een belangrijke stap in de richting van verantwoord waterbeheer en bouwen we samen aan een nieuw natuur herstel.

UITVOERINGSASPECTEN VAN DIJKVERSTERKINGEN

\ 4 en 5 oktober 2023

 ir. W.R. Halter (Fugro) en ing. T.J. Schepers MPM (Aveco de Bondt)

MATLAB FOR PROFESSIONALS

\ 5, 12 oktober en 2, 9 november 2023

 G. Thomas MSc

OEVERCONSTRUCTIES

\ 11 en 12 oktober2023

 ing. H. Ehlhardt (HeinPM)

SWASH

\ 9 en 10 november 2023

 dr. ir. M. Zijlema (TU Delft)

PYTHON VOOR INGENIEURS

\ 12, 13 oktober en 2, 3 november 2023

\ 4, 5, 11 en 12 juli 2024

\ 10, 11, 17 en 18 oktober 2024

BASISCURSUS AQUATISCHE ECOLOGIE

\ 28 mei 2024

 J.J. Mandemakers MSc (Witteveen+Bos)

7141 JG GROENLO

Telefoon +31 (0)544 769009

E-info@wellink-equipment.comWeb www.wellink-equipment.com

INSCHRIJVEN OF RESERVEREN?

Ga naar www.paotm.nl

of scan de code:

I 31 H 2 O -PLATFORM (ADVERTORIALS) Houd je kennisontwikkeling op peil
VIND JOUW CURSUS OP PAOTM.NL!
advertentie_H2O_7-8_2023.indd 1 23-8-2023 11:53:06
Equiment
Wellink
Den Sliem 85C

Actueel !

Waardenburg ontwikkelt nieuwe

vangmethode rivierkreeften

In de strijd tegen de Amerikaanse rivierkreeft ontwikkelde Waardenburg Ecology de Craybar. De val is een innovatieve methode om de exoot op een natuurvriendelijke manier te vangen. “Niet mensen, maar dieren legen de val”, zegt Rob van de Haterd, projectleider Aquatische Ecologie bij Waardenburg Ecology.

De constructie bestaat kortweg uit een piramide, een verbindende buis en een opvangbak. De kreeften komen op het voer in de piramide af, lopen omhoog op de piramide, kruipen door het gat aan de bovenzijde en vallen naar beneden. Via een buis kruipen ze naar de opvangbak. Deze verbinding is eenrichtingsverkeer - in de buis kunnen de kreeften niet meer terug. Eenmaal in de opvangbak worden ze gegeten door reigers, meeuwen of meerkoeten.

Veiligheidsbeoordeling Oosterscheldekering

In het kader van de Waterwet moet de Oosterscheldekering, inclusief alle aansluitende dammen, werkeilanden en de Roompotsluis, beoordeeld worden op zijn waterkerende functie. Deze beoordeling is in de afgelopen drie jaar uitgevoerd.

Dit artikel geeft een kijkje in wat daar allemaal bij komt kijken. Het beschrijft enkele inhoudelijke uitdagingen, presenteert de voornaamste resultaten en deelt leerervaringen. De hoofdconclusies van de beoordeling zijn dat de faalkans van de Oosterscheldekering voldoet aan de norm (de ondergrenswaarde van 1/10.000 per jaar) en dat constructief falen van alle verschillende componenten relatief weinig effect heeft op de waterstandsstatistiek op de Oosterschelde.

Geschreven door Jan Stijnen en Vincent Vuik (HKV lijn in water), Krijn Saman en Jesse Simonse (Rijkswaterstaat), Henri Steenbergen en Raphaël Steenbergen (TNO)

België in top 25 landen met zeer hoge waterstress

België behoort wereldwijd tot de landen met extreem hoge waterstress, terwijl Nederland aanzienlijk beter scoort. België staat op de 18e plaats, Nederland op plek 89.

Dat blijkt uit nieuwe gegevens van de Aqueduct Water Risk Atlas van het World Resources Institute.

De eerste 25 landen in de ranglijst worden gekenmerkt door extreem hoge water-

stress waarbij regelmatig de volledige watervoorraad wordt gebruikt. Hierin woont een kwart van de wereldbevolking. De vraag naar water is wereldwijd sinds 1960 ruim verdubbeld, terwijl investeringen vaak achterblijven en water op een niet-duurzame manier wordt gebruikt. De verwachting is dat de watervraag in 2050 met gemiddeld 20 tot 25 procent is gegroeid.

NU OP H 2 O ONLINE 32 I
Vakartikel
iStock

Aanpak bodemdaling in veenweiden is vliegwiel andere opgaven

Een verdere ontwikkeling, verdieping en uitrol van bodemdalingmaatregelen is niet alleen relevant voor bodemdaling zelf, maar kan ook goed als vliegwiel functioneren voor andere opgaven in het veenweidegebied zoals de regionale uitwerkingen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), stelt Rienk Schaafsma. “De praktijkgerichte aanpak van bodemdaling en CO2-emissie kan het proces van NPLG in de regio versnellen en verbeteren. De ervaring leert dat een concrete aanpak van bodemdaling tot constructieve samenwerking en daarmee ook tot meer verbinding van belanghebbenden kan leiden.”

Geschreven door Rienk Schaafsma

Praktijkcodes drinkwater: Hydraulic model export

Drinkwaterbedrijven gebruiken praktijkcodes als handvatten voor een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige bedrijfsvoering. Eind mei 2023 is een praktijkcode vastgesteld en beschikbaar gekomen, die hierbij wordt aangekondigd.

PCD 19 ‘Best practice guide for hydraulic model export’

Het gaat om de eerste editie van een praktijkcode op het gebied van wat drinkwaterbedrijven moeten

Pilot Regelbare Drainage en Infiltratie Deurnsche Peel: systeem werkt snel

In de opnieuw extreem droge zomer van afgelopen jaar staken de percelen gras en maïs van de agrariers die deelnamen aan de pilot Regelbare Drainage en Infiltratie (RDI) goed af tegen de percelen in de omgeving, die toch wel te kampen hadden met droogtestress, schrijven Emmy Zwier en Sanne Huisman. Ze gaan in hun bijdrage in op de vraag: wat zijn de eerste monitoringsresultaten van de vijfjarige proef na één jaar en wat zijn de ervaringen van de deelnemende agrariërs? “Geschat wordt dat er ongeveer zes beregeningsbeurten van 25 mm bespaard zijn, wat voor beide partijen in totaal een geschatte besparing is van 25.000 m3.”

Geschreven door Emmy Zwier en Sanne Huisman

doen om leidingnetmodellen, zoals zij deze nu in bijvoorbeeld InfoWorks hebben, om te zetten naar EPANET ten behoeve van onderzoek en implementatie van bijvoorbeeld optimale streefstructuren door KWR Water Research Institute. Om die reden wordt deze praktijkcode onderhouden in opdracht van het ‘Platform Leidingnetmodellen’. Deze eerste editie van de praktijkcode is in het Engels opgesteld, onder meer omdat veel begrippen en begripsomschrijvingen bij leidingnetmodellen in het Engels zijn weergegeven. Het is de bedoeling

het document bij de herziening in 2024 – 2025 in het Nederlands op te stellen en tegelijk in het officiële format voor een praktijkcode over te zetten.

‘Praktijkcodes drinkwater’ met de onderliggende documenten zijn in te zien via de website www.PraktijkcodesDrinkwater.nl

Voor meer informatie: Martin Meerkerk van KWR Water Research Institute, (030) 60 69 591

Uitgelicht Uitgelicht h2owaternetwerk.nl I 33
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023

Op mosselen geïnspireerde zuiveringstechniek ‘is doorbraak’

Onderzoekers hebben een nieuw membraan met speciale coating ontwikkeld dat chemicaliën in afvalwater zeer effectief scheidt. De onderzoekers spreken in een artikel in Narture Water over een doorbraak in de behandeling van industrieel afvalwater.

De wetenschappers brachten een coating aan op het membraanoppervlak die bestaat uit het polymeer polyethyleenimine en polydopamine. Ze lieten zich daarbij inspireren door mosselen die polydopamine uitscheiden en gebruiken om zich te hechten aan rotsen of hout in natte omstandigheden. De kleverigheid van de coating maakt het membraan zeer selectief, aldus de onderzoekers: het laat water door maar houdt andere verbindingen en organische materialen tegen. Dat biedt industrieën de kans om waardevolle bijproducten en chemicaliën uit afvalwater te halen voor hergebruik.

PHA2USE verlengt proef productie polymeer uit afvalwater

Het project in Dordrecht waar het natuurlijke polymeer PHBV op demonstratieschaal wordt geproduceerd, wordt met een jaar verlengd. Het marktperspectief voor de plasticvervanger is opvallend positief en de kwaliteit van het geproduceerde materiaal is uitstekend, schrijft Brabantse Delta, een van de partners in het samenwerkingsverband PHA2USE dat de proef initieert.

Op het terrein van energie- en afvalbedrijf HVC in Dordrecht is in het najaar 2021 een demonstratieinstallatie geplaatst voor de productie van het polymeer PHBV.

In de demo-installatie worden vetzuurrijke afvalstromen gebruikt voor de voeding van bacteriën. Deze vreten zich vol met vetzuren en slaan die op als energiereserve, waardoor een PHA-rijke biomassa ontstaat. In een gepatenteerd proces wordt het polymeer in poedervorm uit deze massa gehaald.

In juli zijn de eerste kilo’s ‘Calyeda’ overhandigd aan Sjoerd Jansen van Maan Group, een van de marktpartijen waarmee PHA2USE producttoepassingen verkent. Maan gaat onderzoeken of het met Caleyda zijn kweekpotjes Growcoon kan maken.

Regenwater kan een substantiële bijdrage leveren aan watervraag, stellen onderzoekers van kennisinstituut Deltares. Een derde van het drinkwatergebruik kan worden bespaard door regenwater te gebruiken om de tuin te sproeien, kleding te wassen of wc door te spoelen.

Daan Rooze voerde samen met zijn collega’s Laura Nouguès en Frans van de Ven de verkennende studie uit. “We hebben gekozen voor een open vraag en een brede benadering en

hebben rekening gehouden met variaties in het weer, de omvang van verschillende gebouwen en natuurlijk de watervraag door particulieren. Daarbij is het leveringsgebied van Vitens als pilot gebruikt.”

Het aldus geconstrueerde model kan volgens Rooze worden ingezet voor alle typen gebouwen. “We hebben zelf drie scenario’s verder uitgewerkt: appartementen, rijtjeshuizen en vrijstaande woningen.”

NU OP H 2 O ONLINE 34 I
iStock
Actueel !
iStock
‘Gebruik regenwater kan substantiële bijdrage leveren aan reductie drinkwatervraag’

Uitgelicht

Actueel !

Wagener (HWBP):

‘We moeten anders gaan programmeren’

Vlaamse lessen over sociale acceptatie drinkwaterhergebruik

Publieke acceptatie en angst voor sociale weerstand vormen een belangrijke uitdaging bij de implementatie van waterhergebruik. De Universiteit van Antwerpen heeft in samenwerking met KWR Water Research Institute onderzoek gedaan naar een succesverhaal van drinkwaterhergebruik door het waterbedrijf Aquaduin aan de Vlaamse kust.

Geschreven door Emma Van den Kieboom, Robbe Geerts, Frédéric Vandermoere, Lien Dieleman (Universiteit Antwerpen), Stijn Brouwer (KWR)

Actueel !

Oppositie Brabantse Delta: burger betaalt de hoofdprijs

Een flink deel van de oppositie in waterschap Brabantse Delta verzet zich tegen de nieuwe verdeling van kosten die het dagelijks bestuur wil doorvoeren. Volgens vijf partijen stijgen de lasten voor burgers meer dan nodig is, terwijl het kostenaandeel voor bedrijven en agrariërs vermindert.

De huidige coalitie van Brabantse Delta die bestaat uit BBB, VVD, West-Brabant Waterbreed, Water Natuurlijk en Ongebouwd, publiceerde eind juli een voorstel voor de wijziging van de kostentoedeling.

Hierdoor gaan ingezetenen (lees: burgers) 33 procent van de kosten voor het watersysteembeheer betalen. Nu is dit nog 29,7 procent. De rest van de kosten is verdeeld over drie categorieën zakelijk gerechtigden. PvdA, Partij voor de Dieren, 50PLUS, AWP en de fractie Natuurterreinen (geborgde zetels) zijn tegen de voorgestelde verhoging voor ingezetenen. Ze richten hun pijlen vooral op BBB. De nieuwkomer trekt volgens hen aan de touwtjes. “Zoals we vreesden wordt de landbouw ontzien ten koste van de eigen burgers.”

De komende 30 jaar moet in Nederland nog minstens 1500 kilometer aan primaire waterkeringen versterkt worden. De kans dat we dat op deze wijze gaan halen, wordt echter steeds kleiner, zegt directeur Erik Wagener van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). “We moeten anders gaan programmeren.” Evenals veel andere bouwprojecten kampt het HWBP met prijsstijgingen, een tekort aan materialen, krapte op de arbeidsmarkt, nieuwe eisen vanwege de energietransitie en maatregelen rond stikstof en PFAS. Daarnaast zijn alle keringen de afgelopen jaren beoordeeld op grond van nieuwe normen (Waterwet 2017), met als gevolg dat de versterkingsopgave nog groter kan worden.

“We begonnen 10 jaar geleden met 1100 kilometer, nu gaan we richting de 1800 kilometer”, vertelt Wagener. Een en ander betekent dat de hele operatie niet alleen vertraging oploopt, maar ook veel duurder wordt.

h2owaternetwerk.nl I 35
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023

Vewin in verkiezingsoproep: borg drinkwaterbelang in ‘Water en bodem sturend’

Tot 2010 nam de biodiversiteit in Europese riviersystemen significant toe, maar sindsdien is het herstel gestagneerd. Dat blijkt uit een onderzoek naar de biodiversiteit van ongewervelden in zoetwaterecosystemen in rivieren. Extra maatregelen zijn nodig om de zoetwaterbiodiversiteit te stimuleren, schrijven Europese wetenschappers in een artikel dat is verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

De studie is gebaseerd op de analyse van een uitgebreide dataset, verzameld tussen 1968 en 2020 in riviersystemen in 22 Europese landen. De invoering van de Kaderrichtlijn Water in 2000 gaf een impuls aan het herstel van de waterkwaliteit, te zien in toename van soortenrijkdom en -omvang van ongewervelden in riviersystemen.

“We zagen een algemene toename in taxonrijkdom (0,73% per jaar), functionele rijkdom (2,4% per jaar) en abundantie (1,17% per jaar). Deze toenames deden zich echter vooral voor vóór 2010 en zijn sindsdien gestabiliseerd”, schrijven de bijna honderd onderzoekers die zijn verbonden aan diverse onderzoekstinstellingen in Europa. Onder hen ook Piet en Ralf Verdonschot van Wageningen University and Research.

Testdijk opbarstproef bezwijkt na zeven dagen

De dijk bij het Reevediep in Kamperveen is na zeven dagen na het begin van de opbarstproef gaan schuiven. Hoewel op voorhand niet was aan te geven wanneer het moment zich zou voordoen dat de verhoogde en verzwaarde dijk zou bezwijken, heeft het hele proces wel langer geduurd dan gedacht. Maar het is nog te vroeg voor conclusies, zegt projectleider Ulrich Förster van Deltares.

Met de opbarstproef willen het Waterschap Drents Overijsselse Delta, kennisinstituut Deltares en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

De afspraak om binnen het beleidsbeginsel ‘Water en bodem sturend’ prioriteit te geven aan het drinkwaterbelang als de leveringsplicht in het geding is, moet nu handen en voeten krijgen. Dat geldt ook voor de afgesproken doelen voor drinkwaterbesparing. Voorts: pas de WACC-regelgeving aan, verruim de mogelijkheden voor waterbesparend bouwen en neem extra maatregelen om de KRW-doelen voor drinkwaterbonnen te halen.

Dat stellen de drinkwaterbedrijven in de aanloop naar de komende Tweede Kamerverkiezingen. Evenals de Unie van Waterschappen maakt koepelorganisatie Vewin in een actielijst de politieke partijen duidelijk welke knelpunten aandacht moeten krijgen in hun verkiezingsprogramma’s.

onderzoeken in hoeverre de stabiliteit van de dijk in een hoogwatersimulatie wordt beïnvloed als de ondergrond aan de teen van de kering wordt opgedreven. Daartoe werd de grondwaterdruk in de 4 meter dikke kleiige ondergrond langzaam verhoogd.

In de ‘meetkeet’ naast het proefvak werd het proces 24 uur per dag gemonitord. Na het afschuiven van de dijk gingen de onderzoekers in het proefvak aan de slag om de scheuren en glijvlaktes minutieus in kaart te brengen.

NU OP H 2 O ONLINE 36 I
‘Herstel biodiversiteit in Europese rivieren vraagt om extra maatregelen’
iStock iStock

Uitgelicht

Implementatie Kaderrichtlijn Water in Nederland onder de loep

De Europese Commissie heeft Nederland verschillende malen aangesproken op (mogelijke) niet-naleving van de Kaderrichtlijn Water (KRW). In dit artikel worden de procedures besproken die de Europese Commissie tussen 2000 en 2020 tegen Nederland heeft gestart, en wordt gekeken wat daarvan kan worden geleerd. “Bij het publieke debat over de inzet van Nederland op het doelbereik van de KRW in 2027 doet de minister er goed aan de onderliggende afwegingen en keuzes transparant te maken.”

Geschreven door Emmy Bergsma en Peter van Roozendaal (Algemene Rekenkamer)

Actueel !

ACM tikt Waternet op de vingers voor berekeningen drinkwatertarieven

Het Amsterdamse watercyclusbedrijf Waternet maakte veel fouten bij de berekening van de drinkwatertarieven voor 2023. Het is daarmee niet vast te stellen of de tarieven op een juiste manier tot stand zijn gekomen. Dat stelt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) die de analyse uitvoerde in opdracht van Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

De autoriteit constateert ook dat de kwaliteit van de gegevens die Waternet aanlevert onvoldoende is,

Dijkgraaf Hein Pieper partijvoorzitter Nieuw Sociaal Contract

Dijkgraaf Hein Pieper van waterschap Rijn en IJssel is partijvoorzitter geworden van Nieuw Sociaal Contract, de nieuwe partij van Pieter Omtzigt.

Pieper die geldt alsvertrouweling van Omtzigt, blijft dijkgraaf. “Dat was ook mijn voorwaarde”, zegt hij tegen het Algemeen Dagblad. “Maar het is prima te combineren.” Oud-CDA’er

Pieper, voormalig Kamerlid en oud-voorzitter van CDA-Overijssel, is al langere tijd betrokken bij de beweging rondom Omtzigt. Zo is hij voorzitter van de Stichting Steunfonds Groep Omtzigt die zo’n 300.000 euro ophaalde voor de nieuwe partij.

waardoor het toezicht wordt bemoeilijkt. Voorts is er onvoldoende sprake van verbetering over de jaren. De ACM adviseert de ILT om scherp toe te zien op de wijze waarop de tarieven voor 2024 tot stand komen. Waternet zou in die tarieven hoe dan ook een correctie moeten opnemen in het tarief voor de megaverbruikers, ten compensatie van het verkeerd berekende tarief voor dit jaar.

Actueel !

Utrechtse onderzoekers: veel minder plastic in oceanen dan gedacht

In de oceanen drijft zo’n 3,2 miljoen ton plastic en dat is veel minder dan tot nu toe werd aangenomen (tot 250 miljoen ton). En jaarlijks komt er via rivieren, kusten en de visserij ongeveer 500 miljoen kg plastic bij. Ook dat is veel minder dan tot dusverre werd gedacht. Dat blijkt uit een artikel van onderzoekers van de Universiteit Utrecht dat is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Geoscience. De onderzoekers gebruikten een wiskundig model voor hun berekeningen. Dat model werd gevoed met zo’n 20.000 metingen, gedaan in het oppervlaktewater (14.977), op stranden (7.114) en in de diepe oceaan (120). In een wereldwijde 3D-kaart werd de vervuiling in het jaar 2020 (3,2 miljoen ton) in kaart gebracht. Het grootste deel van het plastic (59 tot 62 procent) bevindt zich aan de oppervlakte, meer dan een derde (36-39 procent) zit in dieper water en de rest (1,5 tot 1,9 procent) ligt op het strand.

h2owaternetwerk.nl I 37 H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
Hein Pieper
iStock

“In het verleden is er veel gedaan aan samenspraak in de bestrijding van verdroging, maar dat lukt gewoon niet. Dingen samen oppakken en dat alle partijen er dan beter dan worden, dat werkt niet.” Het geloof in polderen is Witte kwijtgeraakt als het gaat om de aanpak van de verdroging in ons land, vertelt hij in de H2O-podcast.

“Van de rijksoverheid verwacht ik veel meer regie. In plaats van indicatieve doelen die ze dan over de schutting gooien bij de provincies, die er maar moeten zien uit te komen in onderhandelingen. Dat leidt bovendien tot hele rare situaties dat je in de ene provincie iets heel anders mag dan in de andere provincie. Bijvoorbeeld in gebied van waterschap Vallei en Veluwe mag je zonder vergunning 100 kuub per uur grondwater onttrekken. Bij Rijn en IJssel ligt de grens bij 10 kuub. Dat is heel willekeurig.”

Papierfabriek Parenco

De verdroging op de Veluwe wordt volgens Witte veroorzaakt door een optelsom van te veel waterslurpende dennenbossen, groeiende drinkwaterwinning en grote onttrekkingen door het bedrijfsleven. Het gaat in totaal om 120 miljoen kubieke meter water dat jaarlijks uit de bodem van de Veluwe wordt opgepompt.

Rondom zijn eigen woonplaats Oosterbeek richt Witte zijn pijlen op Parenco,

Podcast

Ecohydroloog Flip Witte gelooft niet meer in polderen over droogte

In samenspraak met elkaar aan de slag om de verdroging te bestrijden, daar gelooft ecohydroloog Flip Witte niet meer in. Het polderen leidt volgens hem tot veel geklets en weinig daadkracht, vertelt hij in gesprek met Wim Eikelboom in de H2O-podcast ‘De Toekomst van ons Water’.

een grote papierfabriek in de uiterwaarden van Renkum. Parenco haalt per jaar 5,7 miljoen kuub water uit de bodem voor de productie van karton en papier (vergelijkbaar met het jaarlijks drinkwatergebruik van 130.000 mensen).

Witte noemt de fabriek ‘een grote boosdoener’ als het gaat om verdroging van de beken aan de zuidrand van de Veluwe. “Het Renkums beekdal is ontwikkeld tot een prachtige ecologische corridor tussen de Veluwe en de uiterwaarden van de Neder-Rijn. Er is voor tientallen miljoenen geïnvesteerd, onder meer door de fabriek van Vredestein uit te kopen. Maar helaas stroomt er weinig tot geen water meer in het beekdal, mede door Parenco.”

Witte zou graag zien dat Parenco overschakelt op gebruik van rivierwater. “Ze kunnen het water ook uit de Neder-Rijn halen, maar dat vinden ze te duur.” Volgens de Veluwse ecohydroloog probeert provincie Gelderland al jarenlang om de grondwaterwinning door Parenco af te bouwen, maar tevergeefs. “Blijkbaar lukt het Parenco het om er telkens mee weg te komen. Net als Tata Steel met verontreinigingen wegkomt.”

Zandverstuivingen

Als oplossing voor de verdroging van de Veluwe bepleit Witte drie sporen: minder naaldbos, meer zandvlaktes, stopzetten van onttrekkingen door bedrijfsleven,

terughoudend met beregening door boeren en meer graanakkers in plaats van maïs.

Als voorbeeld wijst hij naar Nationaal Park De Hoge Veluwe. “Daar is op grote schaal naaldbos weggehaald en vervangen door stuifzandvlaktes. Dat vinden alle bezoekers mooi, want die stappen daar van hun fiets. Stel dat we een kwart van de naaldbossen op de Veluwe vervangen voor zandverstuivingen, dan heb je al een waterwinst evenveel als de huidige onttrekkingen. Als je de bovenlaag weer laat stuiven, is dat een middel tegen de verzuring. Op stuifzandvlaktes zijn goed voor je watervoorziening en voor de soortenrijkdom. En ook de beken profiteren daarvan.”

PODCAST ‘DE TOEKOMST VAN ONS WATER’

Beluister het gesprek met Flip Witte in de H2O-podcast ‘De Toekomst van ons Water’

NU OP H 2 O ONLINE 38 I
TEKST WIM EIKELBOOM Flip Witte
h2owaternetwerk.nl

COLUMN

Drogredeneringen in het klimaatdebat

Herken jij een drogredenering? Ze komen nogal eens voorbij, vooral in het klimaatdebat. Een drogredenering is een redenering die wel aannemelijk lijkt, maar waarvan de argumenten niet logisch op elkaar volgen. De conclusie kan zowel juist als onjuist zijn. Soms gebeurt het bewust, maar vaak ook niet.

Een veel gebruikte drogredenering is de ‘stropop’. Daarbij interpreteert men het verhaal verkeerd en maakt hier een variant van die eenvoudig te weerleggen is. Dat kan door een deel of een sterk versimpelde versie van het verhaal te vertellen. Een voorbeeld: recent gaf de nieuwe IPCC co-chair, Bart van den Hurk, aan dat er meer aandacht nodig is voor oplossingen. Door sommigen werd dit samengevat als dat er niet meer over de klimaatrisico’s gepraat hoeft te worden.

Er ontstond een discussie over alarmbellen versus hoop. De hoofdboodschap was echter dat een verschuiving nodig is van urgentie op het probleem naar urgentie op maatregelen. Willen we immers de klimaatgevolgen beperken, dan is dit wel de decade van klimaatactie. Daarvoor is meer inzicht nodig in mogelijke maatregelen, hun (lange termijn) effectiviteit, en de mogelijke baten en afwegingen ten opzichte van andere opgaven.

Daarmee zal de communicatie dus dichter bij het handelen en keuzes van overheden, bedrijven en burgers komen. Uiteraard moet het probleem wel helder zijn, om te bepalen wat de juiste maatregelen zijn. Hoewel er al veel bekend is over klimaatextremen, zijn er ook veranderingen die we beter moeten begrijpen, zoals het extreme zeeijsverlies bij Antarctica, de hitte in de oceanen en de verandering van de golfstroom.

Bij ‘cherry-picking’ wordt een deel van een tijdreeks, een enkel meetstation, of

zelfs een enkele gebeurtenis gebruikt om aan te geven dat het klimaat niet verandert. En soms wordt een enkel event juist gezien als bewijs van klimaatverandering. “Het was heel koud deze maand, dus het klimaat verandert niet.” Of: “De zeespiegelstijging versnelt niet op locatie x, dus er is geen versnelling van de zeespiegel”. Door natuurlijke variabiliteit en lokale situaties kan het lastig zijn een trend tussen de ‘ruis’ te ontdekken. Soms speelt ander menselijk handelen een rol (denk aan verstedelijking en overstroming na extreme regenval). Maar als je meerdere meetstations en lange tijdseries neemt, wordt de klimaatverandering steeds duidelijker zichtbaar.

De ‘traditie drogreden’ stelt dat als iets in het verleden zo is gedaan, dit ook een geldig argument is om het ook in de toekomst zo te doen. “We hebben in het verleden ook dijken gebouwd om ons te beschermen tegen het water, dus we kunnen dat in de toekomst ook doen.” Je hebt hem vast wel eens zien langskomen. De omstandigheden worden echter wezenlijk anders dan ze ooit geweest zijn en vragen dus aanvullende analyses onder verschillende mogelijke toekomsten.

“We kunnen ons beter aanpassen, dan iets doen aan broeikasgasemissies.” Ik hoor deze steeds vaker. Dit is een ‘vals dilemma’. Er wordt gedaan alsof er slechts een keuze mogelijk is. Aanpassen aan klimaatverandering heeft echter grenzen en het beperken van emissies kan voorkomen dat die grenzen bereikt worden. Denk aan fysiologische grenzen van de mens bij hitte, of aan beperkte tijd voor aanpassen bij een snelle klimaatverandering. Emissiereductie wordt overigens ook gezien als een morele verplichting voor rijke landen die ook de grootste uitstoters zijn. In Europa zijn er daarom afspraken gemaakt om eerder klimaatneutraal te zijn, zodat landen met

minder middelen die vaak ook kwetsbaarder zijn voor klimaatgevolgen, meer tijd hebben om uitstoot te beperken. Adaptatie en mitigatie zijn dus beide nodig.

Drogredenen worden nogal eens gebruikt door komedianten. Dan zijn ze gemakkelijk te herkennen en ook erg vermakelijk, maar in de discussies rondom klimaat kan het een rookgordijn optrekken en ons blind maken voor opties en flexibiliteit om aan te passen aan de lange termijn of aan onverwachte tegenvallers. Ik ben benieuwd of we drogredenen met bovenstaande voorbeelden beter gaan herkennen.

Tip: De website van Klimaatveranda (https://klimaatveranda.nl/) geeft verschillende voorbeelden van drogredeneringen en behandelt regelmatig nieuwe klimaatonderwerpen.

Marjolijn Haasnoot is onderzoeker klimaatadaptatie bij Deltares en Universiteit Utrecht

I 39 COLUMN H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023 Foto
Marcel Molle
MARJOLIJN HAASNOOT
Als je meerdere meetstations en lange tijdseries neemt, wordt de klimaatverandering steeds duidelijker zichtbaar

NA

KACHOVKA-DAM VISUALISEREN NEDERLANDSE HYDROLOGEN RAZENDSNEL DE OVERSTROMING

40 I
DOORBRAAK
Hydrodynamisch model doorbraak Kakovka-dam Afbeelding Tygron

Direct na de doorbraak

IIn Reeuwijk was het raak. Twee jaar geleden, vlak na de waterramp in Limburg, trok een boer op maandagmorgen 26 juli in alle vroegte aan de bel. Een polderdijk bleek verschoven, waardoor er water naar de laaggelegen Tempelpolder stroomde. “Dat zagen we niet aankomen”, vertelt Jan Jelle Reitsma van het Hoogheemraadschap van Rijnland. “De vraag was: wat kunnen we verwachten?”

Terwijl anderen zich naar de plek van het onheil haastten om de sloten af te dammen, sloegen Reitsma en zijn collega’s aan het rekenen met de Tygron-software. Binnen een uur hadden ze een model van de situatie gemaakt en doorgerekend dat liet zien dat paniek niet nodig was. “Alleen de grootte van het gat was lastig te bepalen”, aldus Reitsma. “Maar op basis van foto’s konden we een goede inschatting maken.”

Van een andere orde was de doorbraak van de Kachovka-dam in Oekraïne, in de vroege ochtend van dinsdag 6 juni van dit jaar. Het achtergelegen stuwmeer liep in rap tempo leeg en veranderde het gebied eromheen in een gigantische moddervlakte. Duizenden mensen moesten huis en haard verlaten, zeker dertig dorpen werden verwoest en een ecologische ramp tekende zich af.

in

Voor Florian Witsenburg van Tygron en Bas Agerbeek van Arcadis was het direct duidelijk: hier moeten wij iets mee. Beide hydrologen werkten al intensief samen in een team van experts voor de waterschappen. “Wij wilden iets betekenen op het gebied van watermanagement”, verklaart Agerbeek.

“Door de overstroming te visualiseren, kunnen hulptroepen routes voor evacuaties plannen en andere hulp coördineren.”

Daarnaast was het uiteraard ook een kans om de wereld te laten zien wat de Tygron-software waard is. Al zo’n 15 jaar sleutelen Witsenburg en zijn collega’s van het Haagse technologiebedrijf aan het Tygron Platform, waarmee overstromingen ‘real time’ gesimuleerd worden. Dat gebeurt met een cloud-based ‘supercomputer’, die actuele gegevens in hoog tempo kan doorrekenen.

LinkedIn

Ze werken daarbij samen met bedrijven als Arcadis, Tauw en Aveco de Bondt, die de software ook gebruiken voor stresstesten bij gemeenten en analyses op het gebied van ruimtelijke ordening. Het Hoogheemraadschap van Rijnland was betrokken bij de ontwikkeling van de overstromingsmodule, andere waterschappen zoals Rijn en IJssel en Vechtstromen namen die ook op in

hun draaiboeken. Die dinsdag hadden Agerbeek, Witsenburg en hun collega’s een halve dag nodig om de breuk in de Kachovka-dam te modelleren. Op basis van tv-beelden en berichten van sociale media (‘crowdsourcing’) checkten ze of hun voorspellingen klopten, een dag later postten ze die – met een link naar de webviewer – op LinkedIn.

Daarop kwamen de nodige reacties, ook vanuit het rampgebied. Zo meldde een ingenieur uit Cherson dat de Nederlanders de overstroming onderschatten.

“De breuk in de dam was veel groter dan op de eerste tv-beelden te zien was”, vertelt Agerbeek. “Wij gingen uit van 200 meter, maar door de kracht van het water werd dat al snel 550 meter. Met die informatie konden we ons model verbeteren.”

Zes updates deelde de Arcadis-ingenieur in de dagen na de doorbraak, waaronder een voorspelling voor twintig dagen. Tot op straatniveau was te zien hoe lang het water waar zou blijven staan. Satellietbeelden van de regio, gemaakt door een Fins bedrijf, toonden aan dat de voorspellingen grotendeels klopten met de werkelijkheid.

“Technologisch gezien is deze aanpak een doorbraak op het gebied van het verkrijgen van inzicht in rampgebieden”, stelt Agerbeek. “We combineren een supercomputer, big data, crowdsourcing >

OVERSTROMINGSMODEL I 41 O
van de Kachovka-dam
Oekraïne, afgelopen juni, maakten Nederlandse hydrologen een computermodel dat voorspelde hoe snel het water waar naartoe zou stromen. Dat deden ze met software van Tygron, die ook gebruikt wordt om dijkdoorbraken in ons land te simuleren.
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
TEKST PAULINE VAN KEMPEN | BEELD ISTOCK, TYGRON Jan Jelle Reitsma Bas Agerbeek Florian Witsenburg
We combineren een supercomputer, big data, crowdsourcing en satellietinformatie’

OVERSTROMINGSMODEL

en satellietinformatie. Dat levert voorspellingen op die voorheen niet mogelijk waren. Voor hulptroepen is dat van onschatbare waarde.”

Zuid-Limburg

Organisaties als de Verenigde Naties en het Rode Kruis, maar ook de waterschappen zouden bij elke toekomstige ramp over deze informatie moeten kunnen beschikken, meent Agerbeek dan ook. In Oekraïne hebben enkele ngo’s al dankbaar gebruikgemaakt van de voorspellingen om de hulp te coördineren. Met het Global WASH Cluster (Water, Sanitation and Hygiene) van de VN en met het Dutch Risk Reduction Team van de Nederlandse overheid is Arcadis inmiddels in gesprek over de mogelijkheden in de toekomst.

Dat in eigen land nog niet alle waterschappen met de overstromingsmodule van Tygron werken, snapt Tygron-baas Witsenburg wel. Overstromingen zijn hier nu eenmaal geen dagelijkse praktijk, zegt hij. En als het dan misgaat, zoals 2 jaar geleden in Limburg, is er geen tijd voor nieuwigheden. “Bij een crisis val je terug op gewoonten. Men is getraind en men draait z’n draaiboek.”

Wel heeft het Tygron-team de waterstromen in Zuid-Limburg, net als in Oekraïne, op eigen initiatief gemodelleerd en achteraf gevalideerd. “Dat kwam gruwelijk overeen”, aldus Witsenburg. Ook de dijkdoorbraak bij Reeuwijk is naderhand samen met het hoogheemraadschap gevalideerd. Op basis van deze resultaten durfden de experts het aan om nu ook over de grens te gaan.

En dat was voor henzelf, maar ook voor Nederland, een leerzame les, concluderen ze. “We hebben een doorkijkje gekregen in het omgaan met waterrampen”, zegt Witsenburg. “Crowdsourcing speelt daarbij een grote rol. Dankzij alle informatie die we kregen, konden we het model snel aanpassen. Maar die informatie moet natuurlijk wel betrouwbaar zijn, daar moet je kritisch naar kijken. Eigenlijk zouden we daarvoor een crisiscentrum moeten hebben, waar de waterschappen elkaar kunnen helpen.”•

CHATGPT VOOR OVERSTROMINGEN

Het overstromingsmodel van Tygron en Arcadis is gebaseerd op de technologie die ook gebruikt wordt voor AI (artificial intelligence) en toepassingen als de tekstrobot ChatGPT. Een ‘supercomputer’ – het equivalent van duizenden laptops –verwerkt een enorme hoeveelheid data in zeer korte tijd. Dat levert een soort Google Earth-kaart op (webviewer), waarop tot 20 dagen vooruit te zien is hoe en wanneer een gebied overstroomt.

Het model gaat uit van geografische data uit openbare bronnen (GIS), aangevuld met gegevens van de waterschappen over bijvoorbeeld stuwen en actuele informatie. Binnen een uur kan de situatie (hoogte van het water, stroomsnelheid) in hoge resolutie in beeld gebracht worden, veel sneller, zo is de claim, dan met het veelgebruikte SOBEK of zijn opvolger D-Hydro van Deltares. Voor de waterschappen die nu met Tygron werken, was die snelheid een belangrijke reden om voor deze software te kiezen. “Je selecteert een stukje van de wereld, bouwt een model, gooit er water overheen en in een paar minuten zie je wat er gebeurt”, zegt Gert van den Houten van Rijn en IJssel. Hij en zijn collega’s oefenen jaarlijks met een virtuele overstroming. Voor de meeste hydrologen is Tygron even wennen, want de software

werkt anders dan SOBEK. Die is overigens niet gelijk overboord gezet, vertelt Sjon Monincx van Vechtstromen. “We gebruiken SOBEK ook nog steeds, bijvoorbeeld voor de watersysteemtoetsing.”

Dat model biedt echter geen antwoord op de vraag die vanuit de crisisorganisatie wordt gesteld, verklaart de hydroloog. “Van ons wordt verwacht dat wij snel aangeven wat er gebeurt als een kering faalt. Dus zijn we op zoek gegaan naar een middel om aan die verplichting te kunnen voldoen.”

Vechtstromen gebruikt de Tygronsoftware ook voor het normeren van keringen en ziet met belangstelling uit naar de koppeling van grondwater en oppervlaktewater waaraan gewerkt wordt. Monincx: “Het is indrukwekkend wat Tygron laat zien. Maar er is niet één pakket dat geschikt is voor alle vragen. Je moet altijd een afweging maken: wanneer gebruik je welke software?”

Ook Rijnland benut meerdere simulatiepakketten naast elkaar, zegt Jan Jelle Reitsma van het hoogheemraadschap. “Tygron is voor calamiteiten. Die komen gelukkig in ons gebied niet heel vaak voor, maar als er iets gebeurt wil je wel snel de beste informatie hebben.”

Van den Houten tot slot wijst op de voortschrijdende techniek. Hij is enthousiast over Tygron, maar de ‘heilige graal’ wil hij de software niet noemen. “De ontwikkelingen gaan zo snel, wie weet wat er over een paar jaar nog meer mogelijk is.”

42 I
Sjon Monincx Gert van den Houten
Je moet altijd afwegen: wanneer gebruik je welke software?’

Gevoel voor water

Mous Waterbeheer werkt dagelijks aan nieuwbouw, renovatie en onderhoud van gemalen, sluizen en bruggen. Onze jarenlange ervaring en expertise in telemetrie, elektrotechniek, werktuigbouwkunde en civiele techniek zetten we in voor toonaangevende projecten door heel Nederland.

R W Z I

Kent u de prestaties van uw grootste energieverbruikers?

In de wereld van blowerfabrik anten maakt het overgrote deel gebruik van commerciële specificaties. U wilt de werk elijk e prestaties weten die herleidbaar zijn naar internationaal geaccepteerde meetstandaarden. Factory Acceptance Tests zijn indrukwekk end, maar onder andere debietmetingen zijn onderhevig aan data acquisitie en ja, dan weet u wel hoe laat het is. Ook blijkt nauwk eurig luchtdebiet meten in het veld nogal een kostbare aangelegenheid te zijn waarbij de aanbestedingsgrens ruim over schreden wordt. Daarmee worden de commerciële specificaties in stand gehouden. Dutair® doet het ander s: Werk elijk e wire-to-air specificaties. Bij Sjerp & Jongeneel in Zoetermeer meten wij de specificaties van blower s tot 750 kW met een uiter st transparant meetsysteem. Met andere woorden, nauwk eurige meetinstrumenten zijn herleidbaar naar internationaal geaccepteerde meetstandaarden en metingen zijn te verifiëren voordat het door data-acquisitie verwerkt wordt. Debiet meten we compromisloos met een DN40 0 turbine gasmeter. Nog steeds nieuwsgierig naar de werk elijk e prestaties van uw blower s? In 2023 testen we deze kosteloos* voor u.

Wij kijk en uit naar uw aanmelding.

MOUSWATERBEHEER.NL
203074-2 Mous promotie.qxp_rioleringsvakdagen [181 x 125 mm] 18-08-20 13:08 Pagina 1 17130_advertentie_07-04-23_181x125_Dutair_H2O_2023_april_rev1 Sjerp & Jongeneel B.V. • Aluminiumstraat 59 • NL-2718 RB Zoetermeer • T +31 (0)79 3611 466 • www.dutair.com
Meer informatie en video via de QR www.sjerp.nl/ondersteuning/blower-energieprestaties-meetsysteem
* neem contact op voor condities (Advertenties)

INRICHTEN

KRW-WATERLOPEN MET BESCHEIDEN ECOLOGISCHE KANSEN

De Kaderrichtlijn Water (KRW) vereist ecologische verbetering van waterlopen in ons land in 2027. In veel landbouwgebieden zijn hoogwaardige natuurwaarden echter niet reëel, alleen een basisambitie is haalbaar. Waterschap Aa en Maas ontwikkelde hiervoor zes eenvoudige inrichtingsvarianten.

Deze zes varianten onder de naam ‘opgave NVO’ (Natuur Vriendelijke Oever) gelden voor beken (KRW-type R4), sloten (M1a) en moerasbeken (R20) in landbouwgebied. Moerasbeken zijn waterlopen met een natte oeverzone (beekmoeras) plus plaatselijk stroming en beschaduwing.

Elke variant bestaat uit een raamwerk voor het ontwerp, de precieze uitwerking vindt op projectniveau plaats. De eindbeelden liggen min of meer vast, maar de manier om die te bereiken niet. Dat sluit aan bij de ervaring dat ieder project uniek is vanwege de steeds weer andere combinatie van omgevingsfactoren, lokale omstandigheden en betrokken partijen.

Beken en riviertjes

Voor beken en riviertjes (R-typen) zijn drie varianten uitgewerkt: van ‘open zone’ via ‘oever met houtwal’ tot ‘oever met boszone’

(toenemende ecologische potentie). De ecologische kwaliteit in beken en rivieren wordt namelijk vooral bepaald door stroming, beschaduwing (licht) en voedselrijkdom. Variatie aan stromend water zorgt voor het ontstaan van een gevarieerd bodemsubstraat (zand, grind, takken, blad en hout); beschaduwing voorkomt dat het - vaak ondiepe en voedselrijke - water snel dichtgroeit met planten.

In landbouwgebieden is het vaak lastig om de stroming te beïnvloeden. De drie inrichtingsvarianten verschillen daarom vooral qua beschaduwing. Voor voldoende beschaduwing moet eigenlijk één oever - bij voorkeur de zuid- of westoever - volledig begroeid zijn met een houtwal of een boszone. Dit is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld vanwege beheer en onderhoud, landschapsbeleid of wensen van omwonenden. Dan geldt de variant ‘open zone’ (zie de figuur).

44 I
AUTEURS: BART REEZE (BART REEZE WATER & ECOLOGIE), BART BRUGMANS EN ROB FRAAIJE (WATERSCHAP AA EN MAAS) Goed ontwikkelde houtwal met voldoende beschaduwing voor de beek Foto Bart Reeze

De inrichtingsvarianten ‘open zone’ (links), ‘houtwal’ (midden) en ‘boszone’ (rechts)

Sloten, kanalen en moerasbeken

De ecologische kwaliteit in sloten en kanalen (M-typen) en moerasbeken (R20) hangt vooral af van de voedselrijkdom (ook van de waterbodem) en het lichtklimaat. Echter, gezien de agrarische omgeving is voor opgave NVO een optimale taludhelling de voornaamste inrichtingsmaatregel. De drie inrichtingsvarianten zijn ‘verlanding binnen profiel’, ‘flauw talud’ en ‘zeer flauw talud’. Optimaal is een brede overgangszone van ondiep water via vochtige oeverzones naar een liefst flauw droog talud. De zones ‘ondiep water’ en ‘vochtige oever’ kunnen normaliter ook binnen het bestaande profiel worden gerealiseerd (variant ‘verlanding binnen profiel’).

Plussen en minnen bij inrichting Naast eisen aan de inrichting zijn bij alle varianten ook ecologische plus- en minpunten benoemd. Een pluspunt bij beken en riviertjes is bijvoorbeeld de ontwikkeling van bomen en struiken op beide oevers en het toepassen van dood hout. Een pluspunt voor vochtige oeverzones is een natuurlijk peilbeheer, dus met hoge waterstanden in de winter en lage in de zomer. De plus- en minpunten zijn bedoeld als hulp bij het ontwerpproces (ideeën en checklist) en bij het duiden van de kansen en risico’s bij het ontwerp.

Binnen de KRW geldt dat alle mogelijke maatregelen genomen moeten worden die bijdragen aan ecologische verbetering, voor zover het gebruik dat toelaat. Bij de opgave NVO betekent dit: streven naar de meest optimale inrichting, dus zoveel mogelijk pluspunten en zo weinig mogelijk minpunten. In alle varianten is ook de bereikbaarheid meegenomen. Voor bijvoorbeeld maaien of baggeren moet een waterloop goed bereikbaar zijn. Dat staat soms op gespannen voet met de ecologie. Zo is een houtwal goed voor de ecologie maar slecht voor de bereikbaarheid. Het belangrijkste punt is dat bij brede waterlopen (>6-8 meter) beheer en onderhoud vanaf beide oevers mogelijk moet zijn. In deze situaties komt de variant ‘open zone’ in beeld. Dit is echter de variant met de laagste ecologische effectiviteit. Alternatieven zijn de inzet van een maaiboot of materieel met een langere onderhoudsarm.

Bouwen met natuur Waterschap Aa en Maas heeft bij de (her)inrichting van waterlopen nog een extra hulpmiddel beschikbaar: kansenkaarten voor ‘Bouwen met natuur’. Voor het hele werkgebied zijn ecologisch kansrijke trajecten geselecteerd op basis van het voorkomen van zeldzame en kenmerkende waterdiertjes. Deze trajecten worden als eerste aangepakt. Ze krijgen een grondiger herinrichting met vaak een grotere ruimteclaim dan de overige trajecten met een opgave NVO. Ook de geschiktheid van locaties voor het toepassen van beschaduwing, dood hout en grindpakketten weegt mee.

Tot slot is ook vastgesteld waar overcapaciteit in de waterloop voorkomt. Bij zulke trajecten is volledig schonen niet nodig. Hier kan enige verlanding worden toegestaan, bomen en struiken kunnen blijven staan en/of er kan dood hout worden neergelegd.

Een uitgebreide versie van dit artikel is te vinden op H2O-Online. Maak daarvoor gebruik van de QR-code of ga naar www.h2owaternetwerk.nl (onder H2O-vakartikelen).

SAMENVATTING

De Kaderrichtlijn Water verplicht waterschappen tot ecologische verbetering van waterlopen. In landbouwgebieden is hoogwaardige waternatuur echter niet haalbaar, alleen een ‘basisambitie’ is reëel. Hiervoor ontwikkelde waterschap Aa en Maas de ‘opgave NVO’ (NatuurVriendelijke Oever): zes inrichtingsvarianten, elk bestaande uit een ontwerp op hoofdlijnen. Per project wordt het ontwerp verder ingevuld, afhankelijk van de lokale situatie. Voor beken en riviertjes gaat het vooral om oevers met houtwallen of een boszone, voor sloten en moerasbeken om oevers met flauwe taluds.

I 45 WATERONDERZOEK
H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023 Illustratie Dirk Oomen

sulteq

distributie pompen

- SCHROEFSPINDEL POMPEN

- CENTRIFUGAAL POMPEN

- PROPELLOR POMPEN

- EXCENTRISCHE WORM POMPEN

- SLANGEN POMPEN

- TANDWIEL POMPEN

- MACERATOREN

Waterbeheer met Wellink Equipment

Nu de EU de natuurherstelwet heeft ingevoerd en het waterkwaliteit wil verbeteren staat waterbeheer weer midden in de belangstelling. De Truxor T50 is hier uitermate geschikt voor. Wellink is importeur van amfibie, Groot Groenen wetland machines. De Truxor T50 is een multifunctionele werktuigdrager, met een laag transportgewicht en is ontworpen om te werken in water en op ondergrond met zeer lage draagkracht. Naast varen kan de machine rijden op deze laagdraagkrachtige grond.

Waterbeheer: De Truxor werktuiggdrager kan het hele jaar door worden ingezet voor onderhoud van waterwegen, kanalen, meren en vijvers. Het kan waterplanten visvriendelijk maaien, waardoor de waterdoorstroming wordt verbeterd en de ecologische balans wordt hersteld.

Baggerwerkzaamheden: De Truxor kan worden gebruikt voor het baggeren van modder, slib en vegetatie uit watergangen en vijvers. Hierdoor wordt de waterdiepte hersteld en wordt de waterkwaliteit verbeterd.

Natuurbeheer: De Truxor wordt ook ingezet in natuurgebieden voor het beheer van flora en fauna. Het kan helpen bij het verwijderen van invasieve plantensoorten en het creëren van geschikte habitats voor dieren.

Oeverbescherming: De Truxor kan met zeer lage bodemdruk rijdend langs de waterkant worden ingezet voor het maaien en snoeien van vegetatie. Hiermee kunnen overwoekerende planten worden beheerst en kan de stabiliteit van de oever worden verbeterd.

7141 JG Groenlo

0544 769009

AUTHORIZED SERVICE CENTRE
-
-
Sulteq bv - Opaalstraat 60 - Hengelo (o) - Nederland - Tel +31 88 25 88 900
info@sulteq.nl
www.sulteq.nl
www.wellink-equipment.com
info@wellink-equipment.com
Wellink Equipment Den Sliem 85C
(Advertenties)
Truxor in actie met vandentweelnatuurbeheer Truxor in actie met vandentweelnatuurbeheer

KNW-ACTIVITEITEN – AGENDA

Agenda@Waternetwerk

Voor meer info en aanmelden mail naar info@waternetwerk.nl, tenzij anders vermeld.

27 SEPTEMBER, WAGENINGEN

Het lot van de C, Themagroep Circulaire Watertechnologie I.s.m. EFGF

28 SEPTEMBER, TIEL

Middag van KNW ism VWG over het belang van historische waterkennis voor toekomstig waterbeheer

28 SEPTEMBER, NIEUWEGEIN

Leidinggevenden dag Operationeel beheer afvalwater en drinkwater

3 OKTOBER, DELFT

Een weerbare watersector - divers en inclusief

7-9 NOVEMBER, AMSTERDAM

Aquatech en de Amsterdam International Water Week, zie voor meer info aiww2023.com

24 NOVEMBER, ZWOLLE

Hoe geven we water en bodem een stem in de ruimtelijke ontwikkeling? Handvatten voor een effectieve aanpak! KNW Najaarscongres

1 DECEMBER, AMERSFOORT

Waterkwaliteit op de kaart: WOK#VII - Symposium over waterkwaliteit in praktijk.

Wilt u een activiteit voor waterprofessionals aanmelden voor de H2O-agenda? Mail dan naar: info@waternetwerk.nl

Water in transition - accelerate the action!”

KNW/IWC organiseert samen met de NL-watersector voor de 7e keer de Amsterdam International Water Week. Het thema is “Water in transition - accelerate the action!”

Op maandag 6 november is het Integrated Leaders Forum in het Koninklijk Instituut voor de Tropen met medewerking van vele internationale gasten en met Meike van Ginneken, de nieuwe watergezant. Op 7 en 8 november wordt het AIWW­congres gehouden. Op donderdag 9 november zijn er diverse excursies. Speciale aandacht is er voor onze Future Water Leaders. Op 8 november vindt tijdens de closing ceremony de prijsuitreiking plaats van de Wetskills Challenge. Meer info en aanmelden via aiww2023.com

Regenwater. Geen druppel de straat uit!

Aerfit, het Life+ project in Apeldoorn gaat het project publicitair op 7 november 2023 afsluiten met een symposium tijdens de Amsterdam International Water Week in het Elicium RAI Amsterdam. Het symposium brengt niet alleen in beeld welke oplossing in Apeldoorn is gekozen, maar stelt hier ook andere mogelijkheden tegenover. Het idee hierachter is dat de omstandigheden ter plekke bepalen welke technologie het beste kan worden gebruikt. Vanuit die visie komen ook de ervaringen van bijvoorbeeld wadi’s, ondergrondse opslag en langzame infiltratie langs.

PI2023 – IWA-congres over Benchmarking

De IWA Benchmarking and Performance Assessment Specialist Group (SG BPA) organiseert in principe om de twee jaar een conferentie om benchmarking- en performance assessment-ervaringen en -projecten over de hele wereld te presenteren en te bespreken Sinds 2007 is deze reeks PI­conferenties een traditioneel forum om ideeën en methodieken uit te wisselen. De volgende editie, PI2023, wordt gehouden tijdens de Amsterdam International Water Week op 7 & 8 november 2023. Nieuw in PI2023 zijn prestatiebeoordeling in regelgevingskaders en nieuwe onderwerpen zoals het meten van duurzaamheid in de watersector en andere aspecten die verband houden met een watersector in transitie.

WATERNETWERK I 47 H2O | NR 7/8 SEPTEMBER 2023
iStock “

Efficiënt, eenvoudig waterbeheer met oplossingen voor:

grondwaterstand

oppervlaktewater

riooloverstorten

EC-metingen

Leiderdorp Instruments BV ontwerpt, produceert en verkoopt innovatieve meetsystemen voor toepassing in de hydro- en geologie. Denk hierbij aan loggers voor grond- en oppervlaktewater niveau, geleidbaarheiden debietmetingen e.d.

De loggers kunnen zowel stand-alone als telemetrisch worden uitgevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van de nieuwste communicatietechnieken. De producten worden in Nederland ontwikkelt en gebouwd.

www.leiderdorpinstruments.nl info@leiderdorpinstruments.nl 071 54 15 514

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.