NederlandSchoon Jaaroverzicht 2014

Page 1

NederlandSchoon JAARBERICHT OVER 2014

Het effect van schoon

ZWERFAFVALVERGOEDING BEDRIJVEN ACTIVITEITEN SUPPORTER VAN SCHOON GEMEENTEN ONDERWIJS WINIKELGEBIEDEN



RESULTATEN

HET EFFECT VAN 1O JAAR NEDERLANDSCHOON SUPPORTERS VAN SCHOON

PROBLEEMGEBIEDEN

KENNISDELING

150.000 Supporters

50.000 afvalbakken

VOORBEELD:

+15% inzamelcapaciteit

MAAKT SCHOON WAAR SCHOONMAAK HET HARDST NODIG IS NederlandSchoon speelt een cruciale rol in het stimuleren van beeldgerichte monitoring en reiniging op beeld. Dit heeft geleid tot de beeldmethodiek van CROW die naar schatting in 75% van de gemeenten gebruikt wordt

Supporters van Schoon

2x schonere stranden binnen 10 jaar n.a.v. Schoonste strand verkiezing Bron: ANWB

verspreid over Nederland

Bij supermarkten, snackbars, tankstations en sportclubs

650 afvalboeien op parkeerplaatsen De ideale verzorgingsplaats omarmd door Rijkswaterstaat

75%

WETENSCHAP IS DE BASIS

Kennis opgedaan uit onderzoek ligt ten grondslag aan communicatie en gedragsbeïnvloeding campagnes

Meer inzet partners 75% minder peuken op straat

Op proeflocaties in Rotterdam, Groningen en Utrecht. In samenwerking met BAT

12.000 klassen

hebben lesmateriaal “Zwerfafval Mooi Niet” gebruikt

Fastfood

Afvalbakbeleid ontwikkeld met als resultaat 2x zoveel inzameling

KENNIS KOMT NAAR JE TOE

Kennisdeling met gemeenteambtenaren vindt onder andere plaats op het Zwerfafvalcongres, lokale bijeenkomsten en de Kenniswijzer Zwerfafval

Schoonste winkelgebieden

Door NederlandSchoon georganiseerde verkiezing waarin 435 locaties gerangschikt worden 3


NEDERLANDSCHOON JAARBERICHT 2014

Inhoud 6

NEDERLAND, WAT EEN SCHOON LAND

inancieel ov

EEN SCHOON STATION IS EEN VEILIG STATION

14

2014 8,1 52

STAAT VAN BA TEN EN EUR x LASTEN 1.000 2014

BATEN Subsid ie Afva lfonds Verpak kingen Verkoo p mate riaal Totale baten LASTEN Appara atskos ten Projec tkoste n Totaal operat ionele lasten Totaal operatio neel re sultaat Financ iële ba ten en Result lasten aat

PER 31 DECEMB ER 2014 .000

ogen e schu lden iva

24

erzicht 20

TALLEN l FTE projec ten aanmeldi ngen

e vast e acti va gen en overlo pende iddele n tiva

18

18 344 3.657 4.019 2014 1.450 2.569 4.019

BEDRIJVEN EN SUPPORTER VAN SCHOON: ANWB

10

19

WETENSCHAP ALS BASIS

21

LANDELIJKE OPSCHOONDAG

DE ACTIVITEITEN VAN 2014

12

ONDERZOEK NAAR EFFECTIEVERE PROGRAMMA’S

4

22

INTERVIEW MET MARNIX EYSINK SMEETS

HET PEUKENPROBLEEM TE LIJF

FOTOGRAFIE GERRITJAN HUININK

9

28

EEN SCHONE PARKEERPLAATS

48


30

42

JONG GELEERD, OUD GEDAAN

WINKELGEBIEDEN

FOTOGRAFIE MARCEL BAKKER

36

SCHOON, SCHONER, SCHOONST

Verder

14 SUPPORTERS VAN SCHOON 16 AANDACHTSGEBIEDEN

38

PLASTIC SOEP

17 MCDONALD’S: praktijkcase. 27 B EDRIJVEN EN SUPPORTER

VAN SCHOON: ALBERT HEIJN

44 B EDRIJVEN EN SUPPORTER

VAN SCHOON: CENTER PARCS

46 KENNISDELING ACTIVATIE WERKT OP LOWLANDS

40

48 GEMEENTE EN SUPPORTER

VAN SCHOON Interview met de voortrekkers uit Almere, Houten en Roosendaal.

52 ZWERFAFVALVERGOEDING 54 FEITEN & CIJFERS ZWERFAFVAL 58 WIJ VAN NEDERLANDSCHOON

KLEINE MOEITE, GROOT PLEZIER Elk weekend wandel ik in het park vlak bij ons huis. Het is een lekker park, en het is er schoon. Ligt er dan nooit iets op de grond? Natuurlijk wel. Als ik het zie, raap ik het op en dat geeft soms leuke gesprekken. Zoals met die mevrouw die wilde weten waarom ik dat eigenlijk doe. Nu brengt mijn functie met zich mee dat ik deze vraag op enorm veel manieren kan beantwoorden, maar ik volstond simpelweg met: “Kleine moeite, groot plezier.” De mevrouw knikte instemmend, zei vriendelijk goedemiddag en wandelde weer door. Dit is in essentie waar we met NederlandSchoon mee bezig zijn: een complexe problematiek op verschillende fronten en met diverse middelen op een zodani­ ge manier aanpakken, dat het zich in dat ene zinnetje laat samenvatten. Kleine moeite, groot plezier. Want hoe eenvoudiger wij het maken, hoe makkelijker mensen het begrijpen. Maar er zijn ook veel mensen die - al dan niet beroepshalve - zijn geïnteresseerd in de achtergronden van het voorkomen en bestrijden van zwerfafval. Voor hen hebben wij dit Jaarbericht 2014 samengesteld. Het geeft overzicht van en inzicht in onze uitgangspunten, activiteiten, samenwerkingsverbanden en resultaten, en biedt veel handige aanwijzingen en tips om zelf actief aan de gang te gaan. De rode draad in het Jaarbericht is samenwerking. Met elkaar is er veel mogelijk en kunnen we ervoor zorgen dat Nederland ook in 2015 weer een stukje schoner wordt. Helene van Zutphen directeur Stichting Nederland Schoon

5


NEDERLAND NEDERLANDSCHOON SCHOON

Wat een mooi land! BEZOEKERS VAN BUITEN EUROPA KIJKEN IN NEDERLAND HUN OGEN UIT. WAT IS HET HIER SCHOON! KEURIG AANGEHARKTE TUINTJES, SCHONE STOEPEN EN WEINIG ROMMEL OP STRAAT. JA, WIJ NEDERLANDERS ZIJN EEN PROPER VOLKJE.

6


NEDERLAND NEDERLANDSCHOON SCHOON

M

aar dat wil niet zeggen dat er hier nooit eens iets op de grond ligt. Rondslingerende plastic zakjes, peuken, patatbakjes en blikjes ko­ men we helaas nog steeds tegen en zijn veel mensen een doorn in het oog. Daarom hebben in 1991 het bedrijfsleven, de ANWB en de NVRD de handen ineen geslagen en Stichting Nederland Schoon opgericht, met als doel het voorkomen en bestrijden van zwerfafval in de openbare ruimte. In een schone omgeving voelen mensen zich prettiger en veiliger en gedragen zich socialer. Als het schoon is, doet iedereen ook beter zijn best om het schoon te houden. Dit is een waardevol gegeven en NederlandSchoon wil men­ sen hiervan graag bewust maken. Om dit te reali­ seren worden mensen op een positieve manier ge­ stimuleerd om zelf op hun omgeving te passen. En ze langzaam maar zeker te laten beseffen dat als we allemaal ons steentje bijdragen, er geen zwerfafval hoeft te zijn. Want wat je niet laat slingeren, hoef je ook niet op te rapen.

Actief op meerdere terreinen

Om onze missie om te zetten naar resultaat heeft NederlandSchoon een strategie ontwikkeld die op vier fronten wordt ingezet: 1. Supporter van Schoon-beweging Wij willen mensen die het goede gedrag vertonen (de ‘schoonhouders’) graag enthousiasmeren en de erkenning geven die ze verdienen door ze een eigen beweging te geven. Van deze beweging gaat weer een stimulerende en preventieve werking uit die wordt gecommuniceerd door middel van lan­ delijke campagnes en lokale projecten gericht op gedragsverandering. 2. Aanpak aandachtsgebieden Wij zetten samen met betrokken (non-)commer­ ciële partijen pilots en acties op voor de deel­ gebieden die nog niet zo schoon zijn. Dat zijn plaatsen rondom het openbaar vervoer, plaatsen op en langs de snelweg en winkelgebieden. >

Schoon op de lange termijn

Onze activiteiten zijn er direct en indirect op gericht ingesleten gedrag te veranderen en mensen de goede kant op te sturen. Er wordt in het algemeen enthousiast op gereageerd en we hebben dan ook op diverse terreinen veel vooruitgang geboekt. Maar we sluiten onze ogen niet voor de uitdagingen die er liggen bij weerbarstiger groepen mensen en locaties waar resultaten langer uitblijven. Alles wat NederlandSchoon doet, draagt hopelijk op lange termijn bij aan een structurele vermindering van de hoeveelheid zwerfafval. Wij nemen hier graag een initiërende en leidende rol in, maar realiseren ons tegelijkertijd dat samenwerken de sleutel is tot duurzaam succes. Wij koesteren dan ook onze partners en zullen nieuwe allianties blijven aangaan daar waar het synergie oplevert.

Schoonscore

De afgelopen jaren is er al veel bereikt: Neder­ landers zijn zich bewuster geworden van hun omgeving en de invloed die zij er zelf op hebben. Geholpen door een brede maatschappe­lijke ont­wikkeling met meer focus op het milieu behalen wij inmiddels een objectieve schoon­score van 7,4. Dit getal drukt uit hoe schoon Nederland gemid­ deld is op een schaal van 1 tot 10. De subjectieve score blijft hier echter bij achter. In 2014 wordt de schoonheid van Nederland gemiddeld met een 6,7 beoordeeld. Deze resultaten motiveren om ons met dezelfde vereende krachten te blijven inzetten voor de gebieden die nog wat extra aan­ dacht nodig hebben.

Onze activi­ teiten zijn erop gericht ingesleten gedrag te veranderen en mensen de goede kant op te sturen. 7


NEDERLAND NEDERLANDSCHOON SCHOON

Financieel overzicht 2014 KENGETALLEN Aantal FTE Aantal projecten Aantal aanmeldingen

2014 8,1 52

BALANS PER 31 DECEMBER 2014 EUR x 1.000 ACTIVA Materiële vaste activa Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totale activa PASSIVA Eigen vermogen Kortlopende schulden Totale passiva

2014 18 344 3.657 4.019 2014 1.450 2.569 4.019

STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2014 EUR x 1.000

2014

BATEN Subsidie Afvalfonds Verpakkingen Verkoop materiaal

5.496 135

Totale baten

5.631

LASTEN Apparaatskosten Projectkosten Totaal operationele lasten

439 5.192 5.631

Totaal operationeel resultaat

-

Financiële baten en lasten Resultaat

28 28

BRON: jaarrekening 2014

3. Kennis uitdragen Wij willen (wetenschappelijke) kennis over zwerf­afval breed beschikbaar stellen, uitdragen en ontwikkelen. Hiertoe hebben wij in 2014 de Kenniswijzer Zwerfafval ontwikkeld, waar bijna alles wat bekend is over zwerfafval snel en een­ voudig online kan worden geraadpleegd door iedereen die daar professioneel of uit interesse belangstelling voor heeft. 4. Schoon op de agenda Wij willen samenwerken met alle partijen die met zwerfafval te maken hebben. Dit zijn onder andere gemeenten, beheerders en het bedrijfs­ leven. Wij inspireren deze partijen om zwerfafval te voorkomen, koppelen partijen aan elkaar en helpen daadwerkelijk met oplossingen.

Zwerfafval de wereld uit

Immers, wanneer we voorkomen dat we iets op straat gooien, wordt afval nooit zwerfafval. Dus als we meer nadenken bij wat, hoe en waar we iets weggooien, komen we al een heel eind. En als we 8

dan ook nog eens iets van een ander opruimen, zien we helemaal resultaat. Sterker: wanneer 10% van de Nederlanders actief de rommel (van ande­ ren) opruimt, zou de zwerf­afvalproblematiek uit de wereld zijn geholpen. Veel mensen, initiatieven, bedrijven en gemeenten dragen op allerlei manie­ ren al hun steentje bij aan een schonere omgeving. Door bijvoorbeeld tijdens een wandelingetje wel eens wat op te pakken, of door het organiseren en meedoen aan allerlei acties.

Supporter van Schoon

Naar schatting zijn er zeker 3 miljoen potentiële Supporters van Schoon, mensen die een schone leefomgeving echt belangrijk vinden en daarvoor ook best iets willen doen. Zij gooien hun eigen afval in de afvalbak en ook af en toe iets van een ander. Wij helpen hen graag met tips en tools om het ze nog gemakkelijker te maken. Door alle Supporters op één platform te verenigen en te helpen met tips en tools maken we een grote vuist tegen zwerfafval en geven we een krachtig signaal af: wij houden Nederland graag zwerfafvalvrij. <


BEDRIJVEN EN SUPPORTER VAN SCHOON

Supporter van Schoon:

' ANWB gaat voor schoon en veilig'

A

ls grootste vereniging van Nederland is de ANWB zich bewust van zijn maatschappelijke rol. “Onze mede­ werkers en vrijwilligers zetten zich het hele jaar in om Nederland een beetje mooier, schoner en veiliger te maken. In een schone leef­omgeving geniet je meer van je vrije tijd, daar is het ons om te doen”, zegt Jan van der Toorn, coördinator ANWB-vrijwilligers. Al in 1926 riep de ANWB toeristen met de campagne “Laat niet als dank voor het aangenaam verpoozen, den eigenaar van ’t bosch de schillen en de doozen!” op om parken en landschappen niet te vervuilen. Daarom voelt de ANWB zich verbonden met Neder­

landSchoon en is de vereniging al vanaf het begin een trotse Supporter van Schoon. “Ook vandaag de dag zijn wij nog actief op dit gebied”, vervolgt Van der Toorn. “Onder andere door jaarlijks mee te doen aan de Landelijke Opschoondag met onze actie Schoon Schip in de Biesbosch. Met een groep van zo’n 100 ANWB-vrijwilligers varen we dit prachtige natuurgebied in en gaan we aan de slag met prikstokken. Op zo’n dag halen we met gemak 100 vuilnis­zakken vol afval op. Het is natuurlijk verschrikkelijk dat er in zo’n gebied toch zoveel afval ligt. De vrijwilligers hebben een goed gevoel na deze actie en komen vaak het jaar erna weer terug.” <

ANWB

Ook bedrijven houden zich actief bezig met de aanpak van zwerfafval

SUPPORTER VAN SCHOON EN BEDRIJVEN Supporter van Schoon is voor bedrijven een mooie manier om hun betrokkenheid met de openbare ruimte te laten zien. Een actieve aanpak van zwerfafval heeft namelijk een positief effect op het imago en op de beleving van klanten en bezoekers. Bezoekers voelen zich prettiger en veiliger in een schone om­geving en komen eerder terug om te winkelen. Een greep uit de bedrijven die zich in 2014 aan de slag zijn gegaan.

9


ACTIVITEITEN

Goed bezig in 2014 01-01 2014 Digitale Duizendklapper 1.792 Supporters verspreiden de nieuwjaarsboodschap van Supporter van Schoon. Daarmee werden in totaal 565.826 mensen bereikt. Een mooi begin van een schoon 2014!

10-05 2014 Let’s clean up Europe

Ook internationaal aandacht voor zwerfafval, meer dan 15 landen deden mee.

okt. 2014 Start onderzoek “Efficiënter schoon, hoe te bezuinigen?” Start onderzoek “Toepassing primes, nudges en boodschappen in verschillende gebieden”.

10

05-03 2014 Plastic Whale

Supporter van Schoon is hoofdsponsor van de eerste boot uit gerecycled kanaalplastic. Onthulling tijdens de HISWA.

05-06 2014 Verkiezing Schoonste Hockeyclub

Hockeyclub Peel en Maas uitgeroepen tot Schoonste Hockeyclub.

nov. 2014 Rondetafelgesprek met Fastfoodketens. Start Peukenaanpak bushaltes Zuid Holland.

06-03 2014 Reinigen op beleving Een workshop voor gemeenten.

Aanpak snoeproutes

Een bijeenkomst voor gemeenten.

jun. 2014 Parkentour Holle Bolle Gijs Holle Bolle Gijs bezocht de tien Lekkerste Parken in Nederland. Pr-waarde Parken­ campagne: 265.759,- euro.

06-11 2014 Verkiezing Schoonste Winkelgebied

Haagse Kijkduinpromenade met een 7,9 uitgeroepen tot Schoonste Winkelgebied.

12-03 2014 Lancering Kenniswijzer Zwerfafval

Het digitale platform voor professionals op het gebied van zwerfafval.

19-06 2014 ‘Laat je Peuk niet Alleen’

Peukencampagne Den Helder. Gemiddeld aantal gevonden peuken op strandopgangen met 33% gedaald.

12-11 2014 Verkiezing Schoonste NS-station Station Helmond met een 7,9 uitgeroepen tot Schoonste NS-station.

Landelijk Zwerfafvalcongres Ruim 300

betrokkenen uit gemeenten, ministeries en bedrijfsleven kwamen bij elkaar.


ACTIVITEITEN

mrt. 2014

29-03 2014 Landelijke Opschoondag Meer dan 1.100 acties waar ruim 75.000 mensen aan meedoen. Pr-waarde: 2.910.226,- euro.

Clean Europe Network Start van het eerste zwerfafvalnetwerk waar­bij op Europees niveau informatie wordt uitgewisseld.

apr. 2014 Start Peukenaanpak centrum Utrecht ism British American Tobacco. Start HTM pilot Peukenaanpak OV haltes. Start onderzoek Hogeschool Utrecht naar

26-04 2014 NS-actie Koningsdag

Resultaat: een vermindering van 80% van de hoeveelheid zwerfafval na afloop van deze feestelijke dag in Amsterdam.

weggooigedrag winkelend publiek.

jul. 2014

aug. 2014

Start Pilot Peukenaanpak

Inventarisatie t.b.v. Spelregel­blad

25-meter-regel winkel­ gebieden

In samenwerking met NS.

dec. 2014

09-12 2014

Start onderzoek co-financiering winkelgebieden.

Supporter van Schoon

Stop Litter Now! Summit

Eerste Europese conferentie op het gebied van zwerfafval. Kennis

Business to Business

16-08 2014 Trash Lottery op LowLands ’s Werelds eerste vuilnisloterij.

15-12 2014 150.000 Supporters van Schoon Binnen twee jaar tijd hebben

meer dan 150.000 Supporters van Schoon zich aangemeld.

21-08 2014 Verkiezing Schoonste Stranden top 10

Noord-Beveland voor de derde keer uitgeroepen tot Schoonste Strand. Pr-waarde Strand­ campagne: 1.4 23.566,- euro.

01-01 2015 Nieuwjaarsvegen

Duizenden Supporters startten het nieuwe jaar schoon, door het vuurwerkafval in hun straat op te ruimen. Pr-waarde Eindejaars­ campagne: 643.884,-euro.

11


ONDERZOEK

Onderzoek als fundament voor effectieve programma’s DE GEMIDDELDE NEDER­ LANDER ZAL ZICH NIET DIRECT REALISEREN DAT ACHTER ONZE TV-COMMER­ CIALS OF AFVALBAKKEN JAREN VAN ONDERZOEK SCHUILGAAT. DE WETEN­ SCHAPPELIJKE INZICHTEN VORMEN DE BASIS VAN ONZE PROGRAMMA’S.

N

ederlandSchoon richt zich op de pre­ ventie en bestrijding van zwerfafval. Wanneer we kijken naar de oorzaak en oplossing van zwerfafval, komen we bij beiden hetzelfde uit: de mens. Zwerfafval is het product van menselijk gedrag. En wat wij van zwerfafval vinden, bepaalt onze hou­ ding. Dus als wij iets aan zwerfafval willen doen, moeten wij ons verdiepen in hoe wij het gedrag en de houding van mensen kunnen beïnvloeden. Nu is niet elk type gedrag vergelijkbaar; iemand die handelt uit gewoonte, vraagt om een andere benadering dan iemand die handelt uit baldadig­ heid. Daarom hebben wij onze activiteiten onder­­gebracht in drie programma’s, die elk vanuit een 12

andere hoek een bijdrage leveren aan het stimule­ ren van gewenst gedrag: Supporter van Schoon, Aandachtsgebieden en Kennis. Het programma Kennis dient met name als brandstof om op een effectieve manier resultaat te boeken in de programma’s Supporter van Schoon en Aandachts­ gebieden.

PROGRAMMA 1: SUPPORTER VAN SCHOON

Supporter van Schoon is een beweging van men­ sen die niet alleen hun eigen afval opruimen, maar ook weleens dat van een ander. Het doel is door goed gedrag te vertonen en dit zichtbaar te maken, andere mensen te bewegen hetzelfde te doen.


ONDERZOEK

Diverse studies wijzen uit dat de mens een ge­ woontedier is dat voor 95% handelt uit automatis­ me. Dit is gedeeltelijk evolutionair bepaald, en niet afhankelijk van de eigen situatie of omstandighe­ den. Andere automatismen zijn juist wel veroor­ zaakt, door bijvoorbeeld opvoeding of omgeving. Automatismen zijn hardnekkig en lastig te door­ breken, zo concludeert de Amerikaanse gedrags­ wetenschapper Robert Cialdini in zijn standaard­ werk Influence: The Psychology of Persuasion. Het is effectiever mensen te beïnvloeden, dan ze te proberen te overtuigen met harde argumenten. Hij onderscheidt hierin een aantal principes van beïn­ vloeding, waarvan er drie aan de basis staan van Supporter van Schoon:

1. Consistentie

Mensen handelen in beginsel graag in lijn met wat ze zeggen. Iedereen die uitspreekt een schone buurt belangrijk te vinden, zal eerder geneigd zijn dit in praktijk te brengen. Daarom nodigen wij mensen op een laagdrempelige manier uit zich op te geven als Supporter van Schoon. De mensen die dit doen, en daarmee zeggen dat ze hun eigen rommel opruimen en ook weleens dat van een ander, zullen dat ook sneller écht doen.

2. Consensus

Mensen vertonen het liefst sociaal wenselijk ge­ drag, gedrag waarvan ze denken dat anderen het ook doen en/of goedkeuren. De gemiddelde mens beweegt zich in de richting van wat hij als de norm - als normaal - ziet. Als we het voor elkaar krijgen om gewenst gedrag tot norm te verheffen, zijn we op de goede weg. Hoe meer Supporters van Schoon er zijn, hoe normaler het is om ook eens iets van de grond op te rapen wat niet van jou is. Juist wanneer “gewone” mensen dit doen, en dus geen schoonmakers, kan het aanstekelijk werken.

3. Sympathie

We lachen eerder om de komiek die we aardig vinden, en hebben meer gevoelens bij iemand waarin we onszelf herkennen. Sympathie is een goede geleider voor beïnvloeding. Je kunt op di­ verse manieren mensen voor je innemen, en bij Supporter van Schoon doen we dit door middel van contact en samenwerking. Supporters die her­ kenbaar, dichtbij en coöperatief zijn, hebben een grotere invloed op hun omgeving. Een populaire vereniging kan op deze manier een mooie voor­ beeldfunctie bekleden.

PROGRAMMA 2: AANDACHTSGEBIEDEN

In winkelgebieden, het verkeer en het openbaar vervoer heeft zwerfafval een ander karakter dan elders. Deze locaties vergen een extra inspanning

Een frisse citroengeur heeft een associatie met schoon. En als het schoon voelt, wordt het ook sneller schoon gehouden. en een specifieke benadering. Vandaar dat deze in een apart programma zijn opgenomen. Dat het probleem zich juist op deze locaties voor­ doet, wordt veroorzaakt doordat hier veel mensen tegelijkertijd verblijven en van alles consumeren, veelal op straat. Daarnaast toont onderzoek aan dat sommige Nederlanders er een andere moraal hanteren dan thuis; het is niet hun eigen omgeving en ze voelen zich er minder verantwoordelijk. Er is veel onderzoek gedaan naar het gedrag van mensen met betrekking tot zwerfafval in aan­ dachtsgebieden, en dat heeft geleid tot een aantal waardevolle inzichten. Waar in Programma 1 de nadruk ligt op het geven van het goede voorbeeld, voegen we daar in Programma 2 aanvullende methoden aan toe:

1. Nudging

Dit is het geven van kleine duwtjes in de goede richting. Het mensen vaak onbewust gemakkelijk maken om voor het goede gedrag te kiezen. Een voorbeeld van nudging is het AS-punt: een pilot­ project waar er op strategische plekken goed her­ kenbare asbakken zijn geplaatst om vervuiling door peuken terug te dringen.

2. Priming

Het triggeren van kennis en gedrag door het toe­ dienen van prikkels. Een frisse citroengeur heeft een associatie met schoon. En als het schoon voelt, wordt het ook sneller schoon gehouden. Priming is een goed instrument op plaatsen waar weinig aan­ dacht is voor de omgeving en veel automatisch ge­ drag wordt vertoond.

3. Boodschappen

Dit zijn uitingen zoals posters, muziek, bewegwijze­ ring, kortom: alles wat een tekst, afbeelding of ge­

luid kan dragen. Deze boodschappen kunnen mensen informeren, enthousiasmeren en in beweging zetten. In tegenstelling tot nudging en priming, die werken op het onderbewustzijn, dienen boodschappen bewust de aandacht te trekken. Wat voor boodschap of methode je ook hanteert: cruciaal is te communiceren op het moment van handeling. Daarom zijn onze afvalbakken zo’n belangrijk medium. Een effectieve boodschap be­ vat sociale bewijskracht, het toont wat men daar normaal gedrag vindt. Daaraan willen immers de meeste mensen voldoen. Het moet ook autoriteit hebben, je moet het willen aannemen. Daarnaast moet de boodschap een bepaalde commitment vragen: “wil je hier wandelen, neem dan je afval mee”, en wederkerig zijn: mensen moeten er iets voor terugkrijgen, zoals meer plezier of veiligheid. Tenslotte komt de boodschap beter binnen als deze een positieve lading heeft.

HOE SCHOON IS NEDERLAND?

Nederland is best schoon, en schoner dan wij denken. Er is een verschil tussen hoe schoon het in werkelijkheid is, en hoe schoon de gemiddelde Nederlander denkt dat Nederland is. Uitgedrukt in rapportcijfers: een 7,4 (objectief) tegen een 6,7 (subjectief). Hoe verklaren we dit? We hebben hier te maken met een aantal krachten: waar de hoeveelheid zwerfafval over het hele land geme­ ten een dikke voldoende scoort, wordt de beeld­ vorming voor een groot deel bepaald door een aantal gebieden waar de situatie beneden peil is. Mensen doen hier negatieve ervaringen op die in de regel langer blijven hangen dan positieve. Ook beoordelen mensen hun eigen omgeving vaak positiever dan een andere omgeving. Deels uit zelfbevestiging (“Ik woon in een keurige buurt”) en deels uit het gegeven dat wat men kent als prettiger wordt ervaren. Daarnaast doet het feit zich voor dat de mensen die zich het meest inzetten voor een schone om­ geving – de doeners – het meest kritisch zijn en de laagste cijfers geven. Kort door de bocht: als je zelf erg schoon bent, leg je de lat hoger en vind je het eerder vies. Het blijkt ook dat mensen die het minder nauw nemen met het voorkomen van zwerfafval, er zich ook het minst aan storen. Zo kan een doener een 5 geven voor iets waar een ander een 7 aan toekent. Bovenstaande toont aan dat gedegen onderzoek voor NederlandSchoon een onmisbare schakel is om haar doelstellingen te realiseren. Het zorgt er­ voor dat we informatie op de juiste manier kunnen duiden en als basis kunnen nemen voor toekom­ stig beleid. < 13


SUPPORTER VAN SCHOON BRAM DE BOER, LEEUWARDEN “Ik woon hier aan de rand van Leeuwarden en loop zo de natuur in. Dit is mijn hardlooprondje, heerlijk toch? Ik vind dat iedereen zijn eigen rotzooi moet opruimen. Afval hoort in de bak, niet op straat. En als we dat allemaal nu eens gaan doen, zijn we een stuk verder.”

TAMARA STRIEN, DEN HAAG “Ik ben hier in Den Haag gaan studeren en woon in een studentenflat. Dat is wel iets anders dan in het kleine dorp waar ik van­daan kom. We hebben een ondergronds afvalsysteem, maar meestal ligt daar veel afval omheen. Te vies om op te pakken. Zelf gooi ik nooit afval op straat. Dat vind ik heel normaal!”

JORRIT NOORDHUIZEN, ZWOLLE “Ik ben landschapsarchitect en vanuit mijn werk ben ik bezig met hoe we onze leefomgeving optimaal kunnen maken. Afval speelt daarin ook een rol. Daarvoor oplossingen bedenken, vind ik een mooie uitdaging. Je ziet mij geen afval op straat gooien. Anderen belasten met je eigen rommel, dat vind ik niet kunnen.”

S Louka & vriendinnen, Rotterdam

“IK ZAL NOOIT MIJN KAUWGOM OP DE GROND GOOIEN, DAT VIND IK ZO ASOCIAAL!” SANDRA & ROSEMARIJN, AMELAND “We gaan een paar dagen naar Ameland. Ik heb vijf dochters, maar dit weekendje ga ik alleen met de oudste. Wij zijn dol op de Waddeneilanden. We komen er al tien jaar en genieten van de natuur. Op ons agrarisch bedrijf in Klazienaveen zijn we gewend om bewust met onze aarde om te gaan. En dat voeren we thuis ook door en geven het door aan onze kinderen.”

14


R

SUPPORTER VAN SCHOON

Zahira Getrouw, Utrecht

“IK GOOI NIETS OP DE GROND EN IK SNAP NIET DAT ANDEREN DAT DOEN” LOURDES PRINCESA, ROTTERDAM “Wat mijn bijdrage is aan een schoner Nederland? Ik scheid al mijn afval. Plastic, papier, ga zo maar door. Ik vind dat belangrijk.”

BAS MEELKE, GRONINGEN "Ik geniet heel erg van de natuur. Soms zie ik afval liggen en dat vind ik ontzettend jammer. In de natuurgebieden valt het nog wel mee, zoals hier. Maar wat ik echt heel erg vind, is al het afval dat langs de snelwegen en afritten ligt. Door veel aandacht aan het zwerfafvalprobleem te blijven geven, hoop ik dat het ooit een gewoonte wordt voor iede­ reen om zijn of haar eigen afval zelf op te ruimen.”

MARIANNE HOUTHUIJS, EGMOND AAN ZEE “Van al het afval dat wij op het strand vinden, maken wij kunstwerken, of zoals we het zelf noemen: kustwerken. Vogels, lampen, schilderijen, sieraden. Bakken vol met materiaal hebben we liggen. We geven ook workshops. Je gaat eerst zelf strandjutten en vervolgens helpen wij je om daar iets moois van te maken.” www.gejut.nl

JULIA HUPLER, ARNHEM “Volgens mij zit er een verband tussen hoe verbonden je je voelt met de buurt en de hoeveelheid afval op straat. Ik woon aan de rand van het centrum, langs de loop­ route naar de coffeeshops en dergelijke. Veel passanten komen door onze straat. Die voelen zich niet verbonden en laten veel afval achter. Ik vind het echt jammer, ook voor mijn woongenot. Want in een wijk even verderop is het wel schoon.”

S "ZO, EN NU GA IK EERST NAAR DE AFVALBAK MIJN ZAKJE MET HONDENPOEP WEGGOOIEN.”

15


AANDACHTS GEBIEDEN


BEDRIJVEN EN SUPPORTER VAN SCHOON

MCDONALD'S PAKT MCDRIVE LOCATIES AAN McDonald’s slaagde erin de McDrive locaties nog schoner te maken. Drie jaar onderzoek en uitgebreid testen leidden tot een succesvolle aanpak.

David Cleynhens: “Wij zien het beperken van zwerfafval als een verantwoordelijkheid die wij delen met onze gasten. Bij McDonald’s restaurants worden het terrein en de om­ geving dagelijks schoongehouden door onze medewerkers. Daarnaast zijn in samenwerking met NederlandSchoon mooie stappen gezet om de hoeveelheid zwerfafval nog verder te verminderen. Hierbij richtten wij ons vooral op de McDrive-restaurants, omdat wij daar relatief het meeste afval zien liggen. Wij hebben gemeten dat 70 procent van onze gasten wegrijdt en de overige 30 procent van de gas­ ten op het restaurantterrein blijft om te eten of drinken. Met deze groep zijn wij actief aan de slag gegaan. De loca­ ties waarop vuilnisbakken op het parkeerterrein geplaatst waren, bleken cruciaal. Ze moeten zodanig geplaatst wor­ den dat ze als het ware uitnodigen om gebruikt te wor­den. Een tweede aandachtspunt was de capaciteit van de vuilnisbakken. Wij zagen dat deze tijdens piekmomenten tekortschoot. Een derde aandachtspunt was dat gasten die op het parkeerterrein aten en van het parkeerterrein wegreden, de mogelijkheid moesten krijgen om hun afval op het laatste moment nog weg te gooien.”

VUILNISBAKKEN

Onderzoeksbureau Tauw speelde een belangrijke rol bij het analyseren van consumentengedrag. Cleynhens: “Het bleek dat niet alle vuilnisbakken strategisch geplaatst waren: ze waren niet allemaal even goed bereikbaar of stonden niet in looproutes of passeerroutes van auto’s, waardoor ze niet gebruikt werden. Verder hebben wij gekeken naar het gedrag van onze gasten. Bij McDonald’s restaurant Amsterdam Muntbergweg waar wij duurzame

oplossingen testen, is de inrichting van ons terrein zoda­ nig aangepast dat er bij de uitgang een laatste gelegen­ heid was om het afval te kunnen weggooien. Dit biedt waardevolle inzichten bij de bouw van nieuwe restau­ rants. Ten slotte bleek er op sommige plekken teveel aan­ bod van afval. Wij hebben een proef met een prototype van een zelfpersende afvalbak gefaciliteerd waarbij de capaciteit van de vuilnisbakken werd verhoogd. Dit proto­ type wordt op dit moment verder getest.

David Cleynhens, Manager Supply Chain McDonald’s Nederland.

Een belangrijk resultaat is dat wij nu met hetzelfde aantal vuilnisbakken op een betere plek maar liefst 50 procent meer afval weten op te vangen! Bij alle nieuwe McDriverestaurants staat de meest ideale plaatsing van vuilnis­ bakken nu voorop, zodat er altijd een vuilnisbak in de buurt is om afval weg te gooien. We stemmen de plaat­ sing van de vuilnisbakken met NederlandSchoon en Tauw af, zodat ze op de beste plekken staan.

PILOTS

Een doorslaggevende succesfactor voor de aanpak van zwerfafval is dat je blijft openstaan voor verbetering. Wij vinden het belangrijk om het milieu schoon te houden. Het kan altijd nog beter en met deze ambitie hebben wij mooie resultaten behaald. Wij zullen ons hiervoor blijven inzetten en kijken er dan ook naar uit om de huidige pilots verder te onderzoeken. Daarnaast houden wij nog meer lokale opruimacties. In 2015 doen wij voor de eerste keer mee met de Landelijke Opschoondag waarbij wij samen met gasten en omwonenden de omgevingvan onze McDrive locaties vrij van zwerfafval houden.” < 17


STATIONSGEBIEDEN NEDERLAND VERKEER SCHOON

18


VERKEER

Altijd een schone parkeerplaats NEDERLAND IS BEST SCHOON. MAAR BINNEN HET WEGENNET EN OP PARKEERPLAATSEN ZIET NEDERLANDSCHOON NOG RUIMTE VOOR VERBETERING. EEN OVERZICHT VAN DE INITIATIEVEN.

SITUATIE 1:

Je rijdt naar huis, maar hebt nog een eind te gaan en neemt een pau­ ze. Het is een uur of negen ’s avonds, donker en guur. Op de par­ keerplaats waaien een paar verpak­ kingen je tegemoet, het was een drukke spits. Bovengekomen zoek je een plekje in de luwte naast een uitpuilende afvalbak. Er komt een jongeman aangelopen die achteloos zijn lege frisdrankblikje op het gras gooit. Je kunt een gevoel van afkeu­ ring nauwelijks onderdrukken.

SITUATIE 2:

Je bent op weg naar huis, maar hebt nog een eind te gaan en neemt een pauze. Het is een uur of negen ’s avonds, donker en guur. Op de ver­ keerplaats veegt een schoonmaker een paar verpakkingen op, het was een drukke spits. Er komt een jonge­ man aangelopen die achteloos een achtergelaten frisdrankblikje opraapt en in de afvalbak naast je gooit. Je kunt een glimlach nauwelijks onder­ drukken.

EFFECT VAN SCHOON

Een winkelstraat die of perron dat er netjes uitziet geeft een andere erva­ ring dan wanneer het er een rommel­ tje is. Men voelt zich niet alleen pret­ tiger, maar ook veiliger; als het schoon is weet men dat er een vorm van toezicht is. Wij noemen dit het effect van schoon. En het is dit effect dat aan de basis ligt van de aanpak van probleemgebieden. Hoe schoon Nederland daadwerkelijk is, wordt gemeten en komt tot uiting in de zo­ genoemde objectieve schoon­score. Deze bedroeg in 2014 7,7 op een schaal van 1 tot 10. In zijn algemeen­ heid is Nederland dus best schoon. Toch blijft de objectieve score ten aanzien van verkeer, winkelgebieden en openbaar vervoer achter met ge­ middeld een 6,5. Hier ligt ruimte voor verbetering en NederlandSchoon besteedt hier dan ook specifiek aan­ dacht aan. We kunnen twee oorza­ ken aanwijzen waardoor de aan­ dachtgebieden lager scoren. Ten eerste zijn deze plekken vaak ano­ niem. Ze zijn van ons allen, maar van

niemand in het bijzonder. Mensen voelen zich hierdoor minder verant­ woordelijk om het schoon te houden. Daarnaast zijn er vaak meerdere partijen bij betrokken, zoals onder­ nemers en gemeenten, maar is niet altijd voor iedereen duidelijk wie wat voor zijn rekening neemt. Positief is het feit dat in deze gebieden vaak al met relatief eenvoudige maatregelen een snel en zichtbaar resultaat kan worden geboekt. In dit artikel geven wij een overzicht van de actuele stand van zaken per aandachtsgebied. Er is onderzoek gedaan, er zijn pilotprojecten gestart en er is actie ondernomen om diverse partijen meer bij de problematiek te betrekken en met elkaar oplossingen te vinden.

‘ Een schone omge­ ving heeft grote in­ vloed op hoe men­ sen zich voelen.’

VERKEER

Jaarlijks produceren automobilisten zo’n 100.000 ton zwerfafval langs de (snel)wegen in Nederland. Alleen al het opruimen van dit afval kost Rijks­ waterstaat miljoenen euro’s. Door > 19


VERKEER

middel van onderzoek, beleidsmaat­ regelen en verschillende campagnes heeft NederlandSchoon de afgelopen vijftien jaar dit probleem opgepakt, met bemoedigende resultaten. Toen we begonnen, werd de vervuiler, de automobilist, via campagnes direct aangesproken op zijn (ongewenste) gedrag. Later kwam het inzicht dat mensen eerder geneigd zijn positief gedrag te gaan vertonen wanneer ze dit uit vrije wil doen. De aanpak om de automobilist te faciliteren en het gemakkelijk te maken zich op een goede manier van zijn afval te ontdoen, bleek effectief. Hierop voortbordurend wordt de laatste jaren vooral het prettige en veilige gevoel benadrukt dat mensen erva­ ren wanneer het lekker schoon en opgeruimd is.

UIT DE ANONIMITEIT

In samenwerking met Rijkswater­ staat is een aanpak ontwikkeld om de anonimiteit door samenwerking, gerichte maatregelen en eenvoudige ingrepen te doorbreken. Hierbij is 20

Mensen zijn eerder geneigd positief gedrag te gaan vertonen wanneer ze dit uit vrije wil doen een centrale rol weggelegd voor on­ dernemers, wegbeheerders en weg­ gebruikers. In Delft is een voorbeeldparkeer­ plaats ingericht die voldoet aan de moderne eisen van tegenwoordig. Parkeerplaats Ruyven langs de A13, voorheen een van de meest vervuil­ de parkeerplaatsen van Nederland, is tijdens de renovatie overzichtelij­ ker ingericht en er zijn verbeterde af­ valbakken geplaatst. De verkeersvei­ ligheid is verhoogd door het invoeren van een 30 km-zone, betere signalering en plaatsing van speelat­ tributen. Op picknickplekken kunnen bezoekers zich aangenamer ontspan­ nen. Voor de rokers zijn er eenvoudig te reinigen tegelasbakken op het ter­ rein aangebracht. Werknemers van lokale ondernemers Hajé en Burger King lopen elke dag een aantal ron­ des om zwerfafval direct op te rui­ men. Door deze maatregelen moe­ ten bezoekers van de parkeerplaats

zich veiliger voelen en de locatie ook zelf schoner gaan houden. Wat in Delft is gelukt, is op meerdere plaat­ sen mogelijk. Inmiddels zijn alle par­ keerplaatsen in Zuid-Holland voor­ zien van afvalboeien.

ADOPT A HIGHWAY

In de Verenigde Staten en Canada is het principe ‘Adopt a Highway’ een bekend fenomeen. Hierbij kunnen bedrijven en organisaties een snelwegtraject adopteren. Zij stellen zich verantwoordelijk voor het schoonhouden van de locatie, in ruil voor reclameruimte. Ook in Nederland zou dit goed kunnen werken: het is betaalbaar, levert goodwill op en past binnen het maatschap­pelijk verantwoord onder­ nemen. Er zijn inmiddels plannen uitgewerkt waarmee Rijkswaterstaat verder aan de slag gaat.

BOCHTEN EN AFRITTEN

Bochten en afritten hebben een enorme aantrekkingskracht op zwerfafval. De snelheid ligt er vaak

een stuk lager dus een raampje is snel opengedraaid. En als er een­ maal afval ligt, trekt het steeds meer vuil aan. Dat ene blikje meer valt immers ook niet op. Het speci­ fieke probleem hier is dat deze ge­ bieden alleen toegankelijk zijn voor de bermbeheerder. Er mag niets worden geplaatst en alleen hij mag er opruimen. Dit beperkt de moge­ lijkheden van preventie en bestrij­ ding tot het maken van goede af­ spraken met deze partij. Zoals de mogelijkheid dat het vuil vaker dan alleen tijdens de jaarlijkse maaibeurt wordt meegenomen.

HOE NU VERDER?

De ideeën die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld en de maatregelen die zijn getroffen, hebben aangetoond dat er effectieve manieren zijn om zwerfafval langs de Nederlandse we­ gen aan te pakken. Rijkswaterstaat gaat hier verder mee aan de slag. Uiteraard blijft NederlandSchoon als kennispartner en klankbord nauw betrokken bij dit onderwerp. <


LANDELIJKE OPSCHOONDAG

LANDELIJKE OPSCHOON DAG

2014

MEER DAN

1.100 ACTIES

PR-WAARDE:

2.910.226,EURO

RUIM

75.000 MENSEN DOEN MEE

21


INTERVIEW

VEILIGHEIDSDESKUNDIGE MARNIX EYSINK SMEETS

is IN EEN SCHONE OMGEVING VOELEN MENSEN ZICH VEILIGER, ZO LUIDT EEN VEEL GEBEZIGDE UITSPRAAK VAN NEDERLANDSCHOON. VEILIGHEIDSDESKUNDIGE MARNIX EYSINK SMEETS LEGT HET VERBAND UIT TUSSEN EEN SCHONE OMGEVING EN EEN VEILIG GEVOEL. “VERVUILING ZORGT VOOR EEN ‘NIET PLUIS’-FACTOR.”

22


INTERVIEW

Marnix Eysink Smeets (1956) is al ruim dertig jaar actief als onderzoeker en adviseur op het gebied van veiligheidszorg. De laatste jaren heeft hij zich gespecialiseerd in de zogenoemde ‘subjectieve veiligheid’, ofwel hoe veilig mensen het vinden. Je bent zo veilig als je je voelt.

Hoe veilig voelen wij ons in Nederland?

“Vanaf de laatste eeuwwisseling zijn we ons veel veiliger gaan voelen, ook doordat de criminaliteit in die periode fors is teruggelopen. Tegelijkertijd denken we dat het Nederlandse publiek als geheel zich steeds onveiliger voelt. Het zijn dus vooral de ánderen in Nederland die zich kennelijk onveilig zijn gaan voelen. Oftewel: met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht. Het is onze waarneming die ons hier parten speelt. Van de veiligheid in onze eigen omgeving hebben we een realistisch beeld, die kunnen we immers zelf zien en ervaren. Het beeld van de veiligheid elders pikken we op uit de media, en dat levert per definitie een vertekend beeld op. Waar het gaat om hun eigen veiligheid zijn mensen vrij realistisch. Ik doe op dit moment onderzoek naar de impact van de terreurdreiging op burgers, in Amsterdam kijk ik ook naar de im­ pact van de huidige liquidatiegolf. We merken dat mensen vrij nuchter kijken naar de kans om er zelf slachtoffer van te worden. De angst zit bij de meeste mensen veel meer bij de spanning die het kan zetten op de verhoudingen tussen bevolkingsgroepen.”

Waardoor wordt ons gevoel van veiligheid bepaald?

“Wat zijn de risico’s die we denken te lopen en kunnen we die dan, bijvoorbeeld met hulp uit onze omgeving, adequaat het hoofd bieden? De optel­ som daarvan bepaalt onze veiligheidsbeleving. Ons beeld van de risico’s, van de kans om die het hoofd te bieden, hoeft helemaal niet reëel te zijn. Op dit moment is dat goed te zien rond het thema inbra­ ken bijvoorbeeld. De aantallen daarvan zijn de af­ gelopen tijd aantoonbaar teruggelopen, en niet zo’n beetje ook. Maar doordat de overheid heel inten­ sief tegen inbraken waarschuwt, neemt onze angst er steeds verder voor toe en denken we dat ze heel vaak voorkomen. En lijken we de vermindering die de minister claimt nauwelijks te geloven. Dat is wat ik de preventie- of participatie-paradox noem: als je burgers mobiliseert om zelf aan de aanpak van een veiligheids- (of vervuilings)probleem bij te dragen, bestaat het risico dat zij het betreffende pro­ bleem veel vaker waarnemen en dus denken dat het in omvang toeneemt, terwijl het tegenovergestelde het geval is.

Zijn er ook heel andere manieren om de veiligheidsbeleving te beïnvloeden?

“Jazeker. Via de inrichting van de omgeving bijvoor­ beeld. Zo vinden we een bekende omgeving veili­ ger dan een onbekende omgeving. In een lichte omgeving voelen we ons meer op ons gemak dan op een donkere plek. Hebben we controle over de situatie of zijn we overgeleverd aan anderen? Hoe is de omgeving ingericht en welke rol spelen de verantwoordelijke organisaties daarin?”

Is er een relatie tussen vuil en veiligheidsgevoel?

“Ja. Voor een veilig gevoel is het belangrijk dat de omgeving overzichtelijk, beheersbaar, voorspel­ baar en aantrekkelijk is. In dit licht is vervuiling een ‘niet pluis’-factor. Vervuiling kan het onbe­ wuste signaal geven dat de omgeving niet goed beheerd wordt en dat mensen hier niet geneigd zijn zich aan de sociale regels te houden. Dat geeft sommigen dan een onprettig gevoel. Je wilt weg uit de omgeving omdat je je er niet veilig voelt. In een schone omgeving zullen mensen zich ook sneller veilig voelen dan in een vervuilde omge­ ving. Daarbij geldt dat wanneer het schoon is, mensen het eerder schoon houden. Schoon is dan de norm. Omgekeerd trekt een vieze omgeving extra vuil aan.”

Wat is uw advies voor ontwerp en inrichting van de openbare ruimte?

“Maak de openbare ruimte overzichtelijk, beheers­ baar, voorspelbaar en aantrekkelijk. Past het bij de identiteit van de mensen en de buurt? Stimu­ leert het gewenste sociale interactie, is er een prettig verblijfsklimaat? Wanneer je dit goed doet, voelen mensen zich veiliger dan wanneer je het niet goed doet.”

“ Een positieve actie geeft sneller een positief effect.”

En aandachtspunten voor beheer?

“Het is belangrijk dat de omgeving uitstraalt dat er sprake is van sociale orde en aandacht. Belang­ rijk zijn de klassiekers ‘schoon’ en ‘heel’. Voorkom verloedering, vervuiling en het daarmee groeiende gevoel van onbehagen. Wees voorzichtig met communicatie en met het betrekken van burgers bij het schoonhouden van de buurt: als mensen vervuiling daar echt als een probleem zien, dan werkt het positief, maar als dit niet het geval is, heb je kans dat je juist een belevingsprobleem maakt. En kies zoveel mogelijk een positieve toonzetting: een positieve actie geeft sneller een positief effect.” <

23


OPENBAAR VERVOER

Daarom is een schoon station veiliger

24


OPENBAAR VERVOER

OP STATIONS WORDT VEEL GEGETEN, GEDRONKEN EN GEROOKT. WAT DAARVAN OVERBLIJFT EINDIGT VEELAL OP DE GROND. EN OOK HIER ZIEN WE: VUIL TREKT MEER VUIL AAN.

HALTE LEIDSCHENVEEN

Het motto van de Haagse Tramweg Maatschappij luidt: van deur tot deur voor iedereen. HTM wil haar reizigers zo prettig en veilig mogelijk vervoe­ ren en ze een zo veilig mogelijke om­ geving bieden. Dit gaat verder dan het lukraak inzetten van mensen en middelen. Afgelopen zomer is daar­ om een pilot gestart bij de halte Leidschenveen om uit te vinden wat het effect is van een schone halte op het gedrag en gevoel van bezoekers. Bernetta Harting, coördinator sociale veiligheid bij HTM: “We hebben eerst in kaart gebracht welke partijen bij de pilot betrokken moesten worden.

Dat was best een klus, maar een goed begin is het halve werk. Een goede samenwerking is niet alleen nodig om een succesvol project te re­ aliseren, maar vooral ook om de toe­ komst daarvan te waarborgen. Je leert elkaar kennen en dat maakt het makkelijker om bij elkaar aan te klop­ pen. Vaak is dan één telefoontje ge­ noeg en kan je elkaar ook op zaken aanspreken als het niet lekker loopt.”

0-METING

De pilot startte met een 0-meting. Vervolgens zijn er twee keer testen uitgevoerd en werd het effect hier­ van gemeten door observaties, tellin­ gen en enquêtes in een eerste en een tweede meting. De tests hadden betrekking op de onderdoorgang van de halte. Alles bij elkaar heeft de pilot bijna zes maanden gelopen. Als een halte fris en vrolijk is, heeft dit effect op de beleving van de reizi­ ger. De uitdaging zit hem in de be­ perkte middelen. Harting: “Wij han­ teren het principe schoon, heel en veilig ten aanzien van de haltes. Daarbij is het vooral belangrijk om het doel van het gebied scherp te krijgen. Zo zijn parken prima om lang in te verblijven, maar dit geldt niet voor haltes. Sterker nog, hangjonge­ ren hebben een negatief effect op de beleving van de reiziger.” De pilot bestond uit drie tests met ie­ der een eigen doel. Er werden extra peukenbakken geplaatst om het aan­

tal rondzwervende peuken te vermin­ deren, de afvalbakken werden voor­ zien van een pakkende tekst om ze beter te laten gebruiken en in de on­ derdoorgang bij de halte werden doeken gehangen met typisch Hol­ landse beelden om de beleving van reizigers te verbeteren.

SAMENWERKEN

Het intensieve voortraject zorgde voor een soepele uitvoering van de pilot. De partijen waren goed aan boord en zetten waar mogelijk een stapje extra om een goed resultaat te behalen. Zo blijkt dat als je het aan de voorkant goed organiseert, dit meer mogelijk maakt en bovendien geld scheelt.

CONCLUSIE

De tests die gericht waren op het verminderen van de hoeveelheid

zwerfafval en peuken hadden een po­ sitief effect op het vervuilgedrag van de reizigers. De voorzieningen wer­ den meer gebruikt. Ook de test die gericht was op de beleving van de reiziger leidde tot minder zwerfafval en peuken, maar een versterkend ef­ fect bleef in eerste instantie uit als gevolg van slechte weersomstandig­ heden. Derhalve is een extra mee­ tronde uitgevoerd, waarbij er steeds minder zwerfafval en minder peuken werden aangetroffen. Ook de bele­ ving van de reiziger op de halte was verbeterd. Men vond de halte scho­ ner en ook de afvalvoorzieningen be­ ter. De effecten van deze actie zijn dus structureel en vragen om een verdere uitrol. Dit vervolg staat al in de planning. Harting: “De volgende stap is om onze concullega ’s bij deze aanpak te betrekken. Er zijn immers veel locaties waar wij ieder ons eigen vervoer aanbieden. Wij weten nu dat samenwerken loont.”

KONINGSDAGACTIE

Jaarlijks trekt Koningsdag meer dan 450.000 reizigers naar Amsterdam CS. Aan het einde van zo’n dag loop je tot je enkels door het zwerfafval. Na afloop moet men met man en macht aan de slag om het voorplein in de originele staat terug te brengen. Dit brengt natuurlijk ook de nodige kosten met zich mee. Afgelopen jaar besloot men dit probleem actief aan te pakken. Door reizigers meer te <

B

ij het schoonhouden van stations zijn veel verschillende partijen betrokken zoals ge­ meenten, Nederlandse Spoorwegen, ProRail, beheerders en andere vervoersbe­ drijven. Dit maakt een goede afstem­ ming van wie er verantwoordelijk is vaak een hele uitdaging. Tegelijkertijd is bekend dat bezoekers en mede­ werkers zich prettiger voelen wan­ neer de omgeving er verzorgd uitziet. Daarom zijn veel partijen structureel met zwerfafval aan de slag gegaan. De effecten van een schone stations­ omgeving zijn bewezen en een schoon station is een veilig station. In dit kader zijn er in 2014 verschil­ lende pilots gestart.

Bezoe­ kers voe­ len zich prettiger wanneer de omge­ ving er verzorgd uitziet.

25


OPENBAAR VERVOER

VERKIEZING SCHOONSTE STATION

betrekken en op hun eigen gedrag te wijzen, zou de hoeveelheid zwerf­ afval na afloop minder moeten zijn. De Nederlandse Spoorwegen, de ge­ meente Amsterdam en Nederland­ Schoon sloegen de handen ineen en organiseerden een ludieke actie.

DE SUCCESFACTOREN

• Samenwerking van NS en gemeen­ te Amsterdam. • Posters in en om het station met een leuke boodschap waarmee reizigers werden opgeroepen hun afval in de afvalbak te gooien. • Een team met jonge mensen was de hele dag actief bezig om zicht­ baar afval in de afvalbak te gooien. Als je iemand ziet schoonmaken, gooi je je afval niet op de grond. • Voldoende afvalbakken waarvan de zakken makkelijk verwisseld kon­ den worden. Zo was er geen bak waaruit het afval puilde. • Een ludieke foto-actie waarmee men mooie prijzen kon winnen.

DE ACTIE HAD RESULTAAT! DE HOEVEELHEID ZWERFAFVAL WAS NA AFLOOP VAN KONINGSDAG RUIM 80% MINDER DAN VOORGAANDE JAREN. 26

Het be­ trekken van reizigers geeft een positief effect op een schoner station. SCHOONSTE STATIONS

Om de objectieve schoonscore voor openbaarvervoersgebieden te laten stijgen, is in 2014 de Verkiezing van het Schoonste Stationsgebied in het leven geroepen. Deze verkiezing is een samenwerking van Nederland­ Schoon met de Nederlandse Spoor­ wegen. In de zomermaanden zijn 44 grote en middelgrote stations­ gebieden bezocht en op schoonheid onderzocht. Reizigers werden be­ vraagd over de schoonheid van het voorplein van het station waar zij zich bevonden. Daarnaast maakten de onderzoeksteams observatie­ rapporten. Tijdens het onderzoek kwam niet alleen aan bod hoe schoon de voorpleinen van stations zijn, maar ook in hoeverre bezoekers de plek als aangenaam beoordelen. Uiteindelijk kwam Helmond met een rapportcijfer van 7,9 als beste uit de bus.

SCHOONSCORE Station Score 1. Helmond 7,9 2. Dronten 7,8 3. Vlissingen 7,5

liggen. Het is bekend dat in de zoge­ naamde overgangsgebieden veel peuken op de grond worden gegooid, bijvoorbeeld waar mensen van bui­ ten – waar wel gerookt mag worden – naar binnen lopen – waar niet ge­ rookt mag worden.

CONCLUSIE

HET GEHEIM? HET STATIONSGEBIED WORDT DOOR REIZIGERS ALS SCHOON EN VEILIG GEZIEN. HET GEBIED WORDT VOLDOENDE SCHOONGEMAAKT, ER ZIJN GENOEG AFVALBAKKEN EN REIZIGERS HEBBEN GEEN LAST VAN FOUT GEPARKEERDE FIETSEN.

Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is een top 5 van maatre­ gelen samengesteld, die ertoe leiden dat er minder peuken op de grond belanden. 1. Faciliteren van ‘goede’ asbakken op looproutes en hotspots. 2. Helderheid en eenduidigheid in waar gerookt mag worden. 3. Reiniging/beheer van het gebied aanpassen op peukenafval. 4. Uniformiteit in inrichting en herkenbaarheid van rookvoor­ zieningen. 5. Voorlichting over het effect en de voorzieningen voor peukenafval.

PEUKENAANPAK NS-STATIONS

De resultaten van dit onderzoek nodigden uit om vooral peukenvoor­ zieningen verder uit te proberen op andere stationslocaties. Hiermee is inmiddels gestart bij station Utrecht Terwijde en Vleuten. Op station Vleuten is roken verboden en daar­ om zijn op het voorplein peukenzui­ len en borden geplaatst. Op station Utrecht Terwijde wordt het roken met name gefaciliteerd, met een peukenzuil met markering en ook communicatie. Vooralsnog ziet het er naar uit dat het faciliteren van rokers meer oplevert dan het verbieden van roken. Daarnaast speelt de manier waarop gecommuniceerd wordt een belangrijke rol. De uitkomsten en het vervolg­traject staan voor 2015 gepland. <

In 2014 heeft de Nederlandse Spoor­ wegen de eerste stappen gezet om meer inzicht te krijgen in de peuken­ problematiek op en rondom stations. Bij de stations Gouda, Haarlem en Houten-Castellum heeft onderzoeks­ bureau Tauw verschillende observa­ ties uitgevoerd. Het onderzoek begon met een inventarisatie van de techni­ sche inrichting van de openbare ruimte. Vervolgens is gekeken naar de schoonheidsgraad op en nabij de stationspleinen en dan gericht op peuken. Ook is het gedrag van de ro­ ker op locatie meegenomen. Verder is er een analyse uitgevoerd naar de peukenvoorzieningen, de belangrijk­ ste looproutes van en naar het stati­ on en de plekken waar veel peuken

HOE NU VERDER?


BEDRIJVEN EN SUPPORTER VAN SCHOON

Supporter van Schoon:

ALBERT HEIJN

'Albert Heijn ging met 16OO medewerkers aan de slag' Ook bedrijven houden zich actief bezig met de aanpak van zwerfafval

A

lbert Heijn zet zich al jaren in om de omgeving rondom de winkels schoon te maken en schoon te houden. De supermarktketen doet dit niet alleen met de eigen medewerkers, maar betrekt met name ook de buurt erbij. De visie dat met veel kleine stapjes grote resultaten behaald kunnen worden, sluit naadloos aan bij het gedach­ tengoed van Supporter van Schoon. Als iedereen

dagelijks een stuk zwerfafval in de afvalbak gooit, verdwijnt dit probleem als sneeuw voor de zon. Tijdens de Landelijke Opschoondag in 2014 deed een recordaantal van 300 winkels mee. Ruim 1.600 medewerkers gingen op 29 maart nog eens extra aan de slag om de directe omgeving van de winkels netjes en opgeruimd te houden. Daarbij werden soms ook scholen en buurtbewoners betrokken. Een schone omgeving is immers in

ieders belang! Ook in 2015 doet Albert Heijn weer aan de Lande­­lijke Opschoondag mee. Cees van Vliet, Directeur Winkels en Distributie: “Met meer dan 850 winkels is Albert Heijn altijd in de buurt. Waar onze winkels staan, werken we aan een schonere, veilige buurt. Want in een schone omgeving is het prettig vertoeven en veel leuker boodschappen doen. Daarom zijn wij Supporter van Schoon!” < 27


PEUKEN

In de hoofdrol

PEUKEN

Peuken zijn koploper op het gebied van zwerfafval. Jaarlijks belanden er in Nederland zo’n 7 miljard peuken op de grond. NederlandSchoon en drie grote sigarettenfabrikanten sloegen de handen ineen voor praktische oplossingen en nader onderzoek.

D

e meest effectieve manier om het peu­ kenprobleem aan te pakken, is voor­komen dat men peuken op straat gooit. Dan hoef je ze ook niet op te ruimen. Neder­ landSchoon maakt mensen erop attent dat ze actief kunnen meehelpen en biedt hen voorzieningen om het ze hierbij makkelijk te maken. In 2014 is een aantal proefprojecten gestart om te testen of het gedrag van rokers effectief en efficiënt kan worden bij­ gestuurd. De eerste resultaten zijn dermate hoopvol, dat de projecten in 2015 op grotere schaal zullen worden toegepast en als blauwdruk kunnen dienen voor toekomstig beleid.

WAAROM GOOIEN WIJ PEUKEN OP DE GROND?

Het weggooien van peuken is een gewoonte, en in de meeste gevallen geen doelbewuste actie. Men denkt dat het geen kwaad kan, of men denkt er eenvoudig niet bij na. Het is bovendien gedrag waar weinig sociale controle op wordt uitgeoe­ fend, men komt er vaak mee weg. Het feit dat hun ene peuk bijdraagt aan die berg van 7 miljard gaat aan de meeste mensen voorbij. Maar wanneer iemand voor het stoplicht een hele asbak uit zijn auto leeggooit, vinden we dat asociaal. Het gedrag moet blijkbaar eerst een bepaalde omvang hebben voordat er een rela­ tie met vervuiling wordt gelegd. Daarbij wordt het rokers ook makke­ lijk gemaakt peuken weg te gooien: er staan immers niet overal asbakken. 28


PEUKEN

Het feit dat juist hun peuk bijdraagt aan die berg van 7 miljard gaat aan de meeste mensen voorbij. Een peuk is vies en stop je nou een­ maal iets minder snel in je jaszak dan een prop papier. En wegens brand­ gevaar gooien we peuken liever niet in een gewone afvalbak.

MEER ASBAKKEN WERKT

Het is met asbakken als met zebra­ paden: als er eentje redelijk in de buurt is, dan wordt-ie ook gebruikt. Wanneer mensen voldoende makke­ lijk bereikbare alternatieven worden geboden, zijn ze eerder geneigd ge­ wenst gedrag te vertonen. In de soci­ ale marketing wordt dit nudging genoemd: mensen met kleine duw­ tjes vrijwillig de goede kant op laten bewegen. Hoewel er verschillen zijn in het gedrag van verschillende groe­ pen op verschillende locaties, is de veronderstelling gerechtvaardigd dat voldoende aanwezigheid van herken­ bare asbakken op plekken waar veel wordt gerookt overal zijn vruchten afwerpt. Naast het plaatsen van asbakken dienen er effectieve com­ municatiemiddelen te worden ingezet om rokers te stimuleren onderdeel van de oplossing te zijn.

PILOTS

Fabrikanten, (lokale) overheden, ho­ reca en andere instanties delen de zorg van het peukenprobleem en wil­ len hier iets aan doen. Het is verheu­ gend te zien dat alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid willen nemen, goed met elkaar willen samenwerken en elk hun specifieke expertise in­ brengen om het probleem duurzaam aan te pakken. Om in de praktijk te testen wat het effect is van communi­

catiemiddelen, het plaatsen van voor­ zieningen en andere interventies op het gedrag van rokers, is in 2014 een aantal pilots opgestart. De eerste be­ vindingen geven hoopvolle inzichten en aanknopingspunten waarmee we het beleid in 2015 kunnen aanscher­ pen. Elke pilot maakte gebruik van een 0- en een 1-meting om de situatie voor en na helder in kaart te brengen. Om een representatief beeld te krijgen, zijn de onderzoeken onaf­ hankelijk uitgevoerd op verschillende dagen en tijden.

BEWUSTWORDING

Vier jaar geleden is Japan Tobacco International gestart met de campagne: “Laat je peuk niet alleen, verzamel ze in de asbak”, tegen vervuiling door peuken op het strand. Afgelopen jaar was Den Helder aan de beurt. Er zijn extra asbakken geplaatst en het pu­ bliek is bewust gemaakt via diverse communicatiemiddelen. Het heeft ge­ leid tot een zichtbare afname van het aantal peuken op en om het strand, en een hogere waardering van het strand door het publiek. “Door onder meer het rookverbod en het zomer­ seizoen zien wij steeds meer peuken op straat. Wij vinden dat dit milieu­ probleem om een collectief verant­ woordelijkheidsbesef en gezamenlijke aanpak vraagt. JTI draagt zijn steentje bij door con­crete oplossingen aan te dragen om de roker te stimuleren op een verantwoorde wijze tabakgerela­ teerd afval te kunnen depo­neren”, aldus Arnoud Ongerboer de Visser, Director van Corporate Affairs & Communications.

ASPUNTEN

In pilotsteden Rotterdam en Gronin­ gen waren horecaondernemers en gemeenten zeer enthousiast over de inzet van de zogenoemde ASpunten op terrassen. Een combinatie van opvallende asbakken en gerichte communicatie zorgde ervoor dat vrijwel alle zittende terrasbezoekers het ASpunt benutten, terwijl het ge­ bruik van de asbak bij de staande rokers maar liefst werd verdrievou­ digd. Er lagen niet alleen substantieel minder peuken op de grond, maar ook de onderlinge samenwerking kreeg een impuls. De aanpak zal in 2015 dan ook verder worden uitge­ breid. Het ASpunt is een initiatief van NederlandSchoon, British American Tobacco en producent Konink­lijke Bammens. De laatste heeft al zijn kennis en ervaring gestoken in een ontwerp dat de aandacht trekt, direct herkenbaar is als asbak en toch het straatbeeld niet ontsiert.

GEDRAGSVERANDERING

BAT startte in de zomer een peuken­ project op ’t Wed in Utrecht. Woord­ voerder Abe Brandsma licht toe: Peu­ ken horen in een asbak, niet op straat of in de natuur. De strijd tegen siga­ rettenafval op straat staat hoog op onze agenda. Centraal hierbij staan bewustwording en gedragsverande­ ring. Wij leveren hieraan graag onze bijdrage. Om dit te bespoedigen, heb­ ben wij in 2014 samen met Stichting Nederland Schoon een project in een drukke straat in het centrum van Utrecht opgezet. In deze straat is sprake van een hoge concentratie van

LAAT JE PEUK NIET ALLEEN, VERZAMEL ZE IN DE ASBAK

RESULTATEN DEN HELDER

1 Het gemiddelde aantal peuken dat te vinden is op de strandopgangen is met 33% afgenomen. 2 Voor de start van de peukenaanpak gooide gemiddeld 80% van de rokers zijn peuk op de grond. Dit percentage is tijdens de aanpak sterk afgenomen tot 31%. 3 Vooral de tegelasbakken vielen op. 93% van de strandbezoekers bij wie de voorzieningen zijn opgevallen, geeft aan de droppit te kennen. Het kleine peukenasbakje, de Barkadera, kent 17%. Van de rokers geeft 25% aan zelf zo’n peukenasbakje te bezitten. 4 Waar voor de peukenaanpak de bezoekers de stranden becijferden met een 7,7 wat betreft de schoonheidsgraad, is dit cijfer opgelopen tot een 8 na plaatsing van de voorzieningen. 5 De ondernemers zijn positief over de voorzieningen. Het merendeel van de ondernemers wil in komende jaren wederom een actieve rol in het uitdelen (of verkopen) van de Barkadera’s. Daarnaast zijn de ondernemers positief over de plaatsing van de DropPits.

winkels en horecagelegenheden, en zijn er naast bezoekers en bewoners ook veel passanten. Het project be­ stond uit het plaatsen van asbak­ voorzieningen, het verwijderen van aanwezige peuken en het doen van onderzoek naar de effecten van deze interventies. Dit heeft waardevolle onderzoeksresultaten opgeleverd waarmee wij in 2015 verder aan de slag gaan. Ook dit jaar kijken wij er naar uit om onze samenwerking met NederlandSchoon voort te zetten: zo strijden wij gezamenlijk voor een straatbeeld zonder afval. < 29


SCHONE WINKELGEBIEDEN

30


SCHONE WINKELGEBIEDEN

Schone beleving, hoger rendement

IN WINKELGEBIEDEN WORDT OOK GEROOKT, GEKAUWD, GEGE­T EN EN GEDRONKEN. HET VERGROOT DE KANS OP ZWERF­ AFVAL. FEIT: IN SCHONE WINKELGEBIEDEN VOELEN BEZOEKERS ZICH PRETTIGER EN BESTEDEN ZE MEER.

MAATWERK

Kijkend naar winkelgebieden kan een aantal conclusies worden getrokken: • De algemene regel: schoon houdt schoon en vuil maakt vuil, gaat ook hier op; • In schone gebieden spelen winke­ liers veelal een actieve rol in en buiten hun winkel; • In schone gebieden weten betrok­ ken partijen elkaar in het algemeen goed te vinden en wordt er vaak constructief samengewerkt; • Elk winkelgebied heeft z’n eigen dynamiek. Dit vraagt om oplossin­ gen op maat. Effectief schoonbeleid draait om sa­ menwerking en maatwerk. Om dit te faciliteren, heeft NederlandSchoon in 2014 een aantal activiteiten opgezet. In samenwerking met Gemeente Schoon is een onderzoek gestart naar co-financiering. Dit betekent dat de stakeholders van een winkelgebied de afzonderlijke budgetten bij elkaar voe­ gen en komen tot een gezamenlijke aanpak van (zwerf)afval. Het onder­ zoek levert aanbevelingen op die de partners kunnen inzetten.

Aanpak zwerfafval heeft geleid tot meer plezier in winkelen en meer omzet.

AANBEVELINGEN

Omdat ieder winkelgebied een eigen karakter heeft, is alleen maatwerk zinvol. In een stationshal zijn er im­ mers andere beperkingen dan in een overdekt winkelcentrum of een histo­ risch winkelhart. Er moet dus per gebied worden bekeken welke mix van instrumenten de meest effectie­ ve aanpak van (zwerf)afval oplevert.

WIJ HEBBEN EEN AANTAL AANBEVELINGEN GEFORMULEERD OM DE SAMENWERKING TUSSEN DE PARTIJEN TE STIMULEREN: • Als ondernemers door gemeenten worden gestimuleerd om zich te organiseren in bijvoorbeeld een winkeliersvereniging, dan leidt dit tot professionelere en vruchtbaar­ dere relaties. • Denk van klein naar groot: de suc­ cesvolste initiatieven zijn klein be­ gonnen. Omarm ze en laat ze zich als een sneeuwbal ontwikkelen <

W

inkelgebieden zijn er in vele soorten en maten, en we zien dan ook ver­ schillen in de aard en omvang van de hoeveelheid zwerf­ afval. Zo gaat het in de binnensteden de goede kant op, die met een gemid­ delde schoonscore van 6,9 bijna net zo schoon worden gevonden als Ne­ derland als geheel, dat de laatste zes jaar gemiddeld een 7,4 heeft gekre­ gen. Overige winkelgebieden scoren met een 6,3 iets lager. Toch is de pro­ blematiek niet overal gelijk of verge­ lijkbaar. We kunnen dan ook inspire­ rende voorbeelden geven van winkelstraten en -centra waar een ge­ zamenlijke aanpak van zwerfafval heeft geleid tot plezieriger winkelen en meer omzet. NederlandSchoon heeft het onderwerp nadrukkelijk op de agenda staan en wil betrokken partijen zoals ondernemers, beheer­ ders en gemeenten stimuleren tot samenwerking die leidt tot schonere winkelgebieden. Hiervoor wordt on­ derzoek uitgevoerd en worden acties opgezet die leiden tot een grotere bewustwording.

31


SCHONE WINKELGEBIEDEN

tot een haalbare ambitie voor een groter gebied. • Ondernemers willen best tijd en geld steken in aanpak van zwerfaf­ val, maar graag schouder aan schouder. Het instellen van een centraal aanspreekpunt bij de ge­ meente kan een belangrijke bijdra­ ge leveren aan het verbeteren van de relatie. • Ook al komt een initiatief uit de markt niet voor in een meerjaren­ plan, het is vaak een directe reactie op een onvoorzien probleem. Kijk het als gemeente aan en geef het een kans, bijvoorbeeld door het instellen van een proefperiode. • Schoon is subjectief. Laat zien dat je schoonmaakt en laat weten wat het kost. Zo vergaar je objectieve informatie en help je welles/nie­ tes-discussies te voorkomen. • Schoon is een gevoel. Het heeft niet alleen te maken met de hoe­ veelheid zwerfafval, maar ook met bijvoorbeeld grafitti. Bekijk het to­ taalplaatje en focus op beleving. • Het gedrag van consumenten ver­ andert voortdurend. Winkeliers zien dit. Luister naar hen om zwerf­ 32

Schoon is een ge­ voel. Het heeft niet alleen te maken met de hoeveel­ heid zwerfaf­ val, maar ook met bijvoor­ beeld graffiti.

afval effectief en flexibel aan te kunnen pakken. • Laat het weten wanneer een samen­werking succesvol is. Dit werkt in­ spirerend op bezoekers en belang­ hebbenden.

SCHOONSTE WINKELGEBIED

De Verkiezing Schoonste Winkelge­ bied is in het leven geroepen om zichtbaar te maken wat er bereikt kan worden door het nemen van structu­ rele maatregelen. In 2014 is de ver­ kiezing uitgebreid tot de 25 grootste gemeenten. Hierbij waren 437 winkel­ gebieden betrokken, waarbij er meer dan 18.000 bezoekers zijn geïnter­ viewd. Zij werden gevraagd naar hun mening over voorzieningen, veiligheid en schoonbeleving. De winnaar is het winkelgebied met het hoogste rapportcijfer, dat wordt bepaald door het gemiddelde te nemen van de vragen: “Hoe schoon vindt u het in het algemeen”, en “Hoe schoon vindt het op dit moment”. Met een keurige 7,8 mocht de Kijkduin Promenade in 2014 met de eer strijken. In het win­ kelgebied ligt nauwelijks zwerfafval. Er zijn voldoende zichtbare afvalbak­

ken geplaatst die goed worden bij­ gehouden. Daarnaast zijn er weinig sporen van vandalisme, zoals graffiti en vernielingen.

SUPERMARKT VAN HET JAAR

Afgelopen jaar is voor de twintigste keer de beste supermarkt van het jaar gekozen. De winnaar is de supermarkt die het beste scoort op diverse onder­ delen zoals netheid, vriendelijkheid van het personeel en versheid van de producten. Ook de schone buiten­ ruimte wordt hierin meegenomen. In de weken voor de bekendmaking is het promotieteam van Supporter van Schoon ingezet op diverse loca­ ties om nieuwe Supporters te werven

en het belang van een schone omge­ ving te onderstrepen. Wij hebben 500 nieuwe Supporters kunnen ver­ welkomen.

DE 25-METER-REGEL

Weinig winkeliers houden zich aan de zogenoemde ‘25-meter-regel’, die hen verplicht een straal van 25 meter rondom de ingang van hun winkel vrij te houden van zwerfafval. Veel winkeliers kennen de regel niet, en er wordt zelden op gehandhaafd waardoor ondernemers het vaak niet nodig vinden om zich beter te gedragen. Doel van NederlandSchoon is de bekendheid van de maatregel te vergroten en de mogelijkheden te onder­zoeken om de regel effectie­ ver in te zetten. Uit de resultaten van de enquêtes gehouden voor de verkiezing van het schoonste winkel­ gebied blijkt dat er een directe relatie bestaat tussen schoon, beleving en omzet. Deze en andere voordelen van schoon zijn verwerkt in een duidelijke infographic (zie hiernaast). Dit overzicht zal in 2015 worden uitgedeeld aan ondernemers en gemeenten. <


33


RECREATIE


RECREATIE

SCHOON

SCHONER

SCHOONST

Betrokkenheid loont. Zo is in recreatiegebieden het effect van schoon al goed zichtbaar. De stranden zijn tweemaal zo schoon en er zijn tal van initiatieven om de parken netjes te houden.

I

n de zomer trekken miljoenen Nederlanders eropuit om te genieten van de natuur. Ze gaan een dagje naar het strand, of picknicken in het park. Recreatiegebieden scoren relatief hoog op schoon. De reden hiervoor is tweeledig. Allereerst hebben de bezoekers zelf een hoge betrokkenheid bij de locatie. Ze komen er immers om te genieten en het is dan niet prettig om in een vieze omgeving te zitten. Daarnaast zijn er flinke stappen gezet op het gebied van samenwerking tussen de betrokken partijen in deze gebieden. Zeker op stranden zijn de partijen zich bewust van het positieve effect om de handen ineen te slaan.

Op een schoon strand lig je lekkerder

Een schoon strand heeft een positief effect op ons. Onderzoek wijst uit dat we ons er prettiger (62%), mooier (59%) en gezonder (44%) voelen. Schone stranden trekken meer bezoekers aan, zijn aantrekkelijk voor buitenlandse bezoekers en leveren dus meer geld op. De afgelopen zes jaar zijn de Neder­ landse stranden ruim tweemaal zo schoon geworden. Een mooi resultaat dat voor een groot deel te danken is aan de samenwerking van alle partijen die bij het strand betrokken zijn. Van paviljoenhouder tot gemeenteambtenaar, het belang van een schoon strand is voor iedereen duidelijk. > 35


RECREATIE

Noord-Beveland is in 2014 voor de derde keer uitgeroepen tot Schoonste Strand van Nederland. Dit strand is eigenlijk een vreemde eend in de bijt doordat het beheer en onderhoud van het strand in eigen handen zijn. Er zijn geen andere partijen bij betrokken. Strandexploitant Jos van Halst,

36

VERKIEZING SCHOONSTE STRAND Cijfers gemeten door ANWB-inspecteurs in opdracht van NederlandSchoon

2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

Schoonste strand

2006

Afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan het belang van schone stranden. Dit werkt aanstekelijk, want steeds meer gemeenten volgen het goede voorbeeld op het gebied van samenwerking. Opvallende stijgers in 2014 waren de stranden van ’s Gravenzande en Den Helder. Door inten­ siever met elkaar samen te werken, scoorden zij een flink stuk hoger. Daar­ naast deed Den Helder nog een stapje extra door de peukenoverlast op en rondom stranden aan te pakken. De resultaten van de campagne ‘Laat je peuk niet alleen, verzamel ze in de asbak’ logen er niet om. Het aantal peuken dat rondom de strand­opgangen werd gevonden, was met 33% afgenomen.

10 09 08 07 06 05 04 03 02 01

2005

Goed voorbeeld doet goed volgen

eigenaar van De Banjaard: “Een schoon strand hoort bij ons in het complete plaatje. Het is een integraal onderdeel van de complete strandbeleving van onze gasten. Schoon is een middel voor een hogere belevingswaarde. Wij zijn hierbij dan ook zeer betrokken en doen het met veel inzet en plezier. De vaste gasten zijn onze ambassadeurs en doen ook een duit in het zakje. Hiervoor krijgen ze ieder jaar een cadeautje zoals een bidon of iets anders dat bijdraagt aan een schoon strand. Eigenlijk is een schoon strand voor ons de normaalste zaak van de wereld. Dit zal ook in de toekomst zo blijven.”

2004

Jaarlijks wordt de schoonheid van de stranden door ANWB-inspecteurs gemeten. Hierbij worden de stranden onaangekondigd bezocht en op basis van observaties beoordeeld. Het rapportcijfer voor de Nederlandse stranden is in 2014 met een 9,56 weer zeer hoog. De Zeeuwse kust is erg in trek bij Nederlandse en buitenlandse toeristen. En het is ieder jaar op­ vallend hoe schoon het er is. De Zeeuwse stranden eindigen steevast in de Top 3 van de Verkiezing van de Schoonste Stranden Top 10. Beheerders van deze gebieden zijn zich sterk bewust van de meerwaarde van een schoon strand. Er is een cultuur waarin steeds beter en vaker wordt samen­ gewerkt tussen exploitanten, beheerders en gemeenten. Iedereen wil een schone omgeving en realiseert zich dat dit niet vanzelf gebeurt. Gezien het economische belang van schone stranden is hen er veel aan gelegen om optimaal samen te werken.

2003

Meten is weten


RECREATIE

In een schoon park blijf je langer hangen

Het park is het groene hart van de buurt en dat moet schoon, heel en veilig blijven, ook na een mooie dag vol gezelligheid. Bijna negen op de tien Neder­ landers geeft aan netheid een belangrijke voorwaarde voor het park te vinden om zich er lekker te voelen. Ook vindt meer dan de helft het belangrijk dat het park rustig is en dat er voldoende bankjes aanwezig zijn.

Betrokkenheid loont

Het effect van schoon is goed merkbaar in recreatiegebieden. Door effecten duidelijk te benoemen en de partijen bij de aanpak te betrekken, worden goede resultaten behaald. Uiteindelijk zal dit ertoe leiden dat de schoonscore in deze gebieden verder omhoog gaat. Betrokkenen zetten zich in om deze omgeving schoon te houden en ontstaat er een sneeuwbaleffect van schoon. <

Papier hier!

Bij het schoonmaken en schoonhouden van het park zijn over het algemeen veel buurtbewoners betrokken. Zo zijn er veel ’Vrienden van het Park’verenigingen die zich inzetten voor het beheer en onderhoud van het park in de buurt. De Parkencampagne haakt hier jaarlijks ook op in. In 2014 maak­ ten zogenoemde ‘lekkere parken’ kans op een bezoek van Nederlands oudste en bekendste Supporter van Schoon: Holle Bolle Gijs. Hiervoor moesten ze genoeg supporters werven om het park schoon te houden. Het ‘genoeg’ was afhankelijk van de omvang van het park en het aantal omwonenden. Holle Bolle Gijs heeft uiteindelijk meer dan tien parken bezocht en werd overal met open armen ontvangen. Papier hier!

87% 55% 53%

WAT VINDT DE PARKBEZOEKER BELANGRIJK: Dat het park schoon is

Dat het park rustig is

De aanwezigheid van voldoende bankjes

CLEANPICNIC-PARKEN

SCHOONHOUDEN MET EEN KLEEDJE Als het weer het even toeliet, zaten Thijs Verheugen en Twan van Dommelen direct in het park. Net als de rest van Nederland. Geweldig! Maar het zorgde ook voor veel rotzooi en dat konden ze niet meer aanzien. Daarom hebben ze het CleanPicnic-kleedje bedacht. Het is gemaakt van 100% gerecycled plastic, en maakt het voor parkbezoekers een fluitje van een cent om hun afval na afloop van hun verblijf op te ruimen: gewoon de vier hoeken pakken en hup, het kan zo de afvalbak in. Het idee is om de CleanPicnic-kleedjes – in samenwerking met de parken en het bedrijfsleven – gratis weg te geven aan parkbezoekers. Zo draagt iedereen een steentje bij aan het schoonhouden van onze achtertuinen en kunnen we nog heel lang genieten van een gezel­ lige picknick in stralend schone parken.

DEURMATTEN IN HET VONDELPARK

“Hoe zorgen wij ervoor dat bezoekers het Vondelpark netjes achterlaten?” Deze vraag stelden Stadsdeel Zuid en de Stichting Vrienden van het Vondelpark eind 2013 aan alle Amsterdammers. Het winnende idee was een deurmat die bij de ingangen van het park geplaatst werd. De deurmat staat symbool voor een gast die (met respect) een privaat domein zoals een huis binnenkomt. Dit sluit goed aan bij de huidige aanpak van de gemeente waarbij gastheerschap in het park voorop staat. Afgelopen zomer is deze deurmat feestelijk onthuld en met enthousiasme ontvangen.

37


NederlandSchoon JAARBERICHT OVER 2014

Het effect van schoon ZWERFAFVALVERGOEDING BEDRIJVEN ACTIVITEITEN SUPPORTER VAN SCHOON GEMEENTEN ONDERWIJS WINIKELGEBIEDEN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.