Toelatingsnummer P 209004 Afgiftekantoor Gent X
J a a r g a n g 1 2 ~ j u n i 2 0 1 3 ~ o p e n d o e k v z w ~ z i r k s t r a at 3 6 ~ 2 0 0 0 a n t w e r p e n
3
#
‘De winter onder de tafel’ – Toneel Heverlee © Christophe Ketels/Cie Gagarine
Theatercursussen. Ook voor jou?
3
# 4-7
’t Is tijd!
Kriebelt de theatermicrobe en wil je nóg meer uit je hobby halen? Vanaf nu staat het cursusaanbod voor het najaar 2013 online. Neem een kijkje op www.theatercursussen.be!
Coaching op maat Weet je geen raad met de belichting? Vraag dan een coaching licht aan! Begrijp je de auteur niet? Een coach tekstanalyse maakt je wegwijs! Of lijken je drie acteurs eerder op drie bankovervallers dan op De Drie Musketiers? Informeer dan naar een coaching kostumering of grime! Wil je kortom samen met je toneelgroep je theaterskills bijschaven? Vraag dan coaching op maat aan! Maar pas op: de tijd gaat snel, gebruik hem wel. Elke toneelgroep kan per theaterseizoen tot 30 uur coaching aanvragen; een jongerengroep tot 45 uur.
Interesse?
Download het aanvraagformulier op www.opendoek-vzw.be en stuur je gemotiveerde aanvraag door naar hannelore.smits@opendoek-vzw.be
jaargang 12 juni 2013
“
We willen ons publiek verwennen.”
Ze heeft een nieuw kleedje gekocht, mijn dochter. Niet dat het oude versleten is, ik vond haar zelfs heel flatteus in dat effen licht blauw, maar “’t Is tijd!” zei ze, wellicht omdat eindelijk de zon wat sterker scheen, en dus een nieuw kleedje. Fris, met fleurige tinten, en iets korter, zodat haar lange benen nog langer lijken. Ik zie dat wel graag. Ik moet haar dat nog eens zeggen, mijn dochter, en dat de schoonheid vooral van binnen zit, en dat het belangrijkste voor mij is dat zij mijn knappe dochter blijft die weer wat rijper en hopelijk ook wat wijzer is geworden. Zo steekt ook je magazine in een nieuw kleedje. “’t Is tijd!”, hoorde ik hier en daar zeggen, hoewel het oude nog niet echt versleten was. Dus een nieuwe vorm, een opgefriste en verfrissende verpakking voor je toneeltijdschrift. Want wij willen je, geliefde lezer, charmeren, doen lezen en overtuigen dat de zon schijnt voor wie zich met theater bezig houdt. Daarom zal ook de inhoud enigszins andere wegen verkennen. We openen telkens met een wat langer artikel dat de mechanismen van het theatergebeuren onder de loep neemt. De vertrouwde en nieuwe rubrieken krijgen een vaste plaats zodat iedereen snel vindt wat hij eerst wil lezen. We proberen zo helder mogelijk te zijn en geven daarbij aan het beeld, de foto, een nog prominenter plaats. We trachten ook zo dicht mogelijk bij de werking van onze groepen te blijven en zo geven we meer ruimte aan jullie reacties en bedenkingen. De nieuwsrubriek krijgt nu een volledig losse pagina die onmiddellijk haar plaats kan krijgen aan het prikbord in de keuken, in de gang of op het toilet van elke toneelliefhebber. En om je nog beter te dienen, verhuist de repertoirerubriek naar de laatste pagina’s, zodat we die netjes kunnen uitscheuren en klasseren in onze map met de te lezen stukken. Zo! De zomer kan beginnen! We plannen niet alleen onze vakantie, maar kijken vooruit naar een nieuw theaterseizoen. We spoelen alle muizenissen van een te lange winter weg om er opnieuw fris tegenaan te gaan. Met weer een nieuw kleedje, want ”’t Is tijd!” en we willen ons publiek verwennen. Zoals we een magazine niet maken voor onszelf – al doen we dat met veel plezier – maar met veel aandacht voor ons lezerspubliek, zo spelen we ook geen toneel voor onszelf. Misschien moeten we toch nog maar eens een lans breken voor onze bekommernis om ons publiek. Zij willen wel komen zien hoe wij paraderen in weer eens een nieuw kleedje, ze willen zelfs komen kijken naar onze lange benen, maar zij hopen ook dat we rijper en wijzer zijn geworden, dat we iets te vertellen hebben dat ze erg zouden missen als ze er niet bij waren geweest. Onze toeschouwers zijn onze partners in het genieten. Jef Mellemans hoofdredacteur
7
Waar is mijn tekst? OP&doek poll
8-9
Recycleren helpt echt!
10-11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 22 23
Meerdere hobby’s in tijden van crisis Vrij veel vrije tijd Maakt de regisseur het verschil? Historish interview: Henrik Ibsen Wat is vertellen? Boeken op de planken: Josse De Pauw Mijn kop is eersteklas. Kies voor avontuur! Red de prinses! Eerst werken, dan feesten Cursiefje In de kijker
24-25
Kunst inspireert scenografie
26-27 28
U was weer geweldig Hij & zij
29-30 31
Repertoire Illustratie Koen Aelterman Colofon
Redactie p/a OPENDOEK Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen T 03 222 40 90 ~ F 03 233 81 33 redactie@opendoek-vzw.be • www.opendoek-vzw.be Directeur OPENDOEK ~ Bernard Soenens Hoofdredacteur ~ Jef Mellemans Coördinatie ~ Nina Van Cauwenberge Verantwoordelijke Uitgever ~ Rob Van Genechten p/a OPENDOEK, Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen Vormgeving ~ yellowsubmarine.be Druk ~ Geers Offset • www.geers-offset.be Periodiciteit ~ Verschijnt 5x per jaar Oplage 17.400 ex • ISSN NR 1377/9478 Volgend nummer ~ 1 oktober 2013 cover ~ ‘Gezichtsverlies’ - De Reynaertghesellen (2012) © Christophe Ketels/Cie Gagarine
‘Gezichtsverlies’ - De Reynaertghesellen (2012) © Christophe Ketels/Cie Gagarine
Waar is mijn tekst? Zoeken naar nieuwe theatervormen
Bernard Soenens
Een toneeltekst heeft een hoge status. Het is de voornaamste zoektocht van een theatergroep bij de aanvang van een nieuw seizoen. Acteurs hechten nog al eens veel belang aan het aantal replieken van hun personage. Alsof dat recht evenredig staat met de status van hun rol en dus van hun persoon. In een felle kleur strepen ze de eigen replieken aan in hun brochure. De queue in een andere kleur. Gedurende de lezingen hangt een sacrale sfeer rond de tafel. Tekst is immers heilig.
Veel theaterbeoefenaars weten na een eerste lezing of het een succesproductie wordt. Anderen durven afhaken na de eerste lezing. Dit wordt niks. De tekst bekt niet. Eenmaal de tekstbrochures verdwijnen, stevent de cast af op een succesvolle première. Foutloze zegging is een belangrijke waardemeter. Acteurs staan er op hun tekst helemaal te debiteren. Wee de tegenspeler die te vroeg het woord overneemt. Ook de voorzegger waakt over de volledigheid en correcte volgorde van de replieken. Respect voor de schrijver ook. De theaterbib – met 16000 tekstbrochures - is niet zomaar het paradepaardje van OPENDOEK. Niet iedere theaterbeoefenaar herkent zich in deze heiligverklaring. Het statuut van de theatertekst heeft de voorbije decennia een grondige evolutie ondergaan. Dat is zeer duidelijk zo in het professioneel theater. Diverse amateurgroepen zijn mee geëvolueerd. Theater is zoveel meer dan tekst. Veelstemmigheid
Wie vertrouwd is met het werk van professionele makers of auteurs als Jan Fabre, Jan Decorte, Lotte Vandenberg, Guy Casiers of Filip Vanluchene weet dat hij geen gestroomlijnd verhaal moet verwachten. Er is vaak geen plot, geen personages, conflict of motieven. Als toeschouwer vul je zelf in wat de voorstelling voor je betekent. De tekst is niet langer het epicentrum van de voorstelling. Er is vooral veelstemmigheid. Maar de tekst blijft een functie hebben. Beeld en tekst zijn communicerende vaten. Er is een spanning tussen woord en beeld. Ze zijn complementair en onverenigbaar tegelijk. Het resultaat is niet langer een samenhangend verhaal maar een meerstemmige evocatie. Het heeft eerder iets documentaire-achtig met verschillende standpunten. juni 2013
4
5
De voorstelling is een collage, een pakhuis van associaties. Het is geen teloorgang van het woord, maar een herintroductie. Je krijgt een reeks gefragmenteerde scenische gedichten, zoals een koor een veelheid van stemmen heeft. Acteurs spreken niet, maar murmelen of zoeken naar de muzikaliteit van het tekstmateriaal. Jan Fabre, Maatschappij Discordia en Jan Lauwers bijvoorbeeld zoeken geen dialoog tussen de acteurs, maar tussen acteurs en publiek. Iedere voorstelling is anders en de tekst, geproduceerd in een koor, een monoloog, een collage, of een montage is een variabel element. Dit is ook te merken bij regisseurs als Jan Decorte, Ivo van Hove en Luk Perceval en bij auteurs als Arne Sierens, Peter De Graef of Filip Vanluchene. Ze creëren een andere relatie tussen vorm en tekst, tussen het getoonde en gezegde; er is een meerduidige interpretatie van het gebeuren op scène mogelijk. Belangrijker dan het personage, het verhaal en de plot is de fysieke aanwezigheid van de acteurs. De tekst heeft geen dramatische structuur en de schrijver wordt min of meer buiten spel gezet. De tekst is fragmentair, komt tot stand via repetities, via delen van een roman of via een collage van fragmenten. Personages hebben geen psychologisch profiel, tijd en ruimte zijn onherkenbaar, er is geen transparante taal, wel een absurde logica en verwarrende dialogen zonder greep op de werkelijkheid. Het vertrekpunt is niet zozeer de tekst, maar wel de enscenering. Antonin Artaud met zijn theater van de wreedheid is hierin een belangrijk voorbeeld. Zijn taal is poëtisch, ritueel en muzikaal, maar staat niet in functie van de psychologie van het individu. Niet de tekst is belangrijk, maar wel de acteur. Inhoud en
‘Gezichtsverlies’ - De Reynaertghesellen (2012) © Christophe Ketels/Cie Gagarine
“
Beeld en tekst zijn communicerende vaten.
thematiek worden vervangen door ritme en klank. Vaak is er rechtstreeks contact met het publiek. Er zijn geen acteurs die samenspelen, maar één performer die vertelt over het ik, en het ik in de wereld. Dat gebeurt vanuit biografie, herinnering, projectie, dromen, driften, trauma. Een lappendeken van stemmen. Josse De Pauw, Guy Cassiers en Jan Decorte hebben veel aandacht voor de plasticiteit van taal door middel van voorstellingen die vanuit de stilte vertrekken. De tekst is autonoom
Tekst wordt meer dan het mededelen van een verhaal maar krijgt een autonome functie. Zo kunnen ratelende gedichten de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog weergeven. De rechtlijnigheid van het dramatisch verhaal wordt vervangen door de meanderende blik van de kijker die zelf moet decoderen. De tekst van ‘Onder het melkwoud’ heeft een belangrijke koorfunctie van muziekjes en geluiden. De twee acteurs zijn een meerstemmig koor. Ook de teksten van Filip Vanluchene hebben veel muzikaliteit via lange reeksen opsommingen. De tekst wordt op die manier een autonome partituur, en geen doorgeefluik van externe betekenissen. In 1987 werkte Rudy Meulemans aan een gedocumenteerde werkelijkheid van persoonlijke verhalen en verhalen uit de grote geschiedenis. Zo werden teksten van Pier Paolo Pasolini, Virginia Woolf en Sigmund Freud gecombineerd met fragmenten uit dagboeken, brieven, getuigenissen en dit zowel op tekst, in beeld als op klank. Elke voorstelling is een configuratie van beelden, anekdotes en historische kantelmomenten. De spelers van Tg Stan leven zich niet in in een personage. De acteur is een soort bemiddelaar van wat de personages zeggen. De handeling wordt bericht, niet uitgevoerd. De speler wordt verteller van zijn personage door het inlassen van vertellende passages met zelfs persoonlijke herinneringen en door de acteur als individu en het hier en nu van de voorstelling te zien. Of de voorstelling gaat een dialoog aan met de tekst via bijvoorbeeld de projectie van boventitels, al dan niet binnen het speelkader. Via deze boventitels leidt de tekst een autonoom leven ten opzichte van de acteur die die tekst uitspreekt. juni 2013
6
In ‘Lex’ (2008) van Peter Verhelst is de boventiteling geen vertaling maar dubbelt de gesproken tekst, die versneld geprojecteerd wordt op het hoofd van de acteurs. De projectie is ook de enige manier om de acteurs te zien. De tekst wordt medespeler. Het veronderstelt ook een andere manier van waarnemen die niet in functie van begrijpen staat. Jan Decorte vertaalt dit in King Lear door heel stil ofwel heel luid te praten. Bij Jan Lauwers & Needcompany (‘King Lear’) is de op hol geslagen boventiteling een metafoor voor de onrust van King Lear. Het leidt tot een intense beleving van woord en klank, maar zonder het vermogen om er een betekenis aan te hechten. Moet er ook nog iets worden verteld? Heinrich Müller schrijft eveneens fragmentaire teksten, zonder interpuncties en met een dynamische bladspiegel. ‘Mauzer’ gaat over de Russische revolutie. Het resulteert in een montagestuk, met de ruimte die een slagveld van indrukken of beelden geeft. Er zijn flarden tekst die geen boodschap bevatten. De tekst is autonoom als een gedicht. In ‘Hamletmachine’ van Muller in een regie van Jan Decorte is de spanning tussen Hamlet en Ophelia meer een spel van maskers en spelers dan van echte personages. Kijken als een wandelaar
Een andere invalshoek is, vertrekken van de ruimtelijke aspecten van tekst, vanuit een dramaturgie die zijn wortels heeft in de schilderkunst. De toeschouwer verkent het landschap vanuit een grote vrijheid (onder andere bij Lotte Vandenberg). Taal wordt een landschap. Je kijkt naar de voorstelling met de blik van de wandelaar, gericht op grensgebieden, veelkleurigheid en momentaan. Dramaturgie van het landschap resulteert bij Lotte Vandenbergh in tableaux vivants. Tekst wordt vervangen door geluiden en muziek. De inhoud van woorden is onbelangrijk, des te meer de klankkleur, en de meanderende blik van de toeschouwer die zich niet focust op een verhaallijn. Of de tekst wordt op de vloer geschreven en op de muur geprojecteerd maar niet uitgesproken. Of zoals Toneelhuis haar ‘Romeo en Julia’ aankondigt: “Een fysieke en beeldende voorstelling. De tekst is noch het beginpunt noch het eindpunt van de voorstelling.”
En het amateurtheater?
Hoe ver staat dit alles van het amateurtheater? De zoektocht is op gang getrokken. Een groeiend aantal groepen zoekt een eigen theatertaal en vertrekt van een idee, een beeld, beweging of geluid. Dat gebeurt niet meer via de traditionele input van de regisseur maar via een samenspel van maker en spelers. Het komt terug in het werk van makers en docenten van de Kaaimannen in Turnhout of de zomerworkshops op het theaterfestival Spots op West. OPENDOEK ging in het kader van het project Vámonos! een samenwerking aan met Danspunt, Muziekmozaïek, en Kunstwerkt. Acteurs, dansers, muzikanten en beeldende kunstenaars staan straks samen op de speel- en werkvloer en laten zich inspireren en beïnvloeden door elkaars disciplines. Een cursussenreeks ‘Theater… zoveel meer dan tekst’ gaf de eerste impulsen. Jorre Vandenbussche, één van de docenten, vroeg de deelnemers hun eigen lichaam te onderzoeken naar typische kenmerken. “Word je bewust van je eigen uitstraling. Laat je bekijken door de andere deelnemers en kijk toe als zij je nadoen. Word je bewust van je eigen manier van doen en hoe je dat in het theater kunt uitvergroten.” Een volgende stap was het innemen van een positie in de ruimte en ervaren hoe toeschouwers ontdekken welk verhaal je vertelt. Of je neemt een positie in tegenover een ander en ook hieruit kan de toeschouwer meteen een verhaal afleiden. Je kan als acteur ook reageren op de impulsen van een andere acteur en via het uitvergroten van de reacties komen tot fysiek spel. Inge Liefsoens en Johnny Weustenraed vertrokken dan weer vanuit beweging. Een zoektocht naar de mogelijkheden van theater, vooraleer er één woord is gezegd. Het interdisciplinair project Vámonos! heeft ook een internationaal luik. In april was er een werkweek in Cuba waar Cubaanse acteurs, muzikanten, dansers en beeldende kunstenaars samen aan de slag gingen en werkten aan een gemeenschappelijke act. Een inspiratiebox van foto’s, film en tekst was voldoende om in enkele werksessies tot een toonmoment te
komen. Kruisbestuiving tussen disciplines is hen niet vreemd. Dansen zit hen in de genen. Muzikanten en beeldende kunstenaars schakelen zich vlot in in een theateract. Opmerkelijk was de creatieve keuze van een ruimte, het gebruik van licht - van daglicht, tot kaarsen, tot een enkele spot - het inschakelen van ritmische geluiden al dan niet via een muziekinstrument… Even opmerkelijk was dat de korte tekst die beschikbaar was in de lade bleef. Het werden woordloze maar zeer creatieve acts. Uitkijken nu hoe de Vlamingen het aanpakken. Het project zorgt ongetwijfeld voor een andere aanpak van amateurkunsten met linken die we hierboven in de professionele kunsten ontdekten: acteurs die acteren vanuit de ritmiek van een tekst, acteurs die hun fysieke grenzen opzoeken, acteurs die emoties omzetten in beweging, acteurs die spelen met maskers en poppen, muzikanten die het geluid van acteurs gebruiken als startpunt van hun compositie, acteurs die deel uitmaken van een installatie van een beeldende kunstenaar, dansers vergroten of verkleinen de bewegingen van acteurs en beeldende kunstenaars projecteren een beeld op een acteur. Een zoektocht naar vernieuwing en een andere kijk op kunstbeoefening. Het kan ook als je er in je vrije tijd mee bezig bent. Niet iedereen hoeft die weg in te slaan. Maar wie op pad gaat, legt een boeiend parcours af. Vámonos! Het Vàmonos!-project brengt Vlaamse en Cubaanse acteurs, muzikanten, dansers en beeldend kunstenaars samen op de speelvloer. Ze laten zich door elkaars discipline inspireren en beïnvloeden. De resultaten kan je zien op drie festivaldagen op 1 nov. (Antwerpen), 2 nov. (Gent) en 3 nov. (Brussel) 2013.
Toneel. Wat boeit je het meest? De literaire waarde van de toneeltekst De perfectie van de zegging van de acteurs De beelden die bij je opkomen Die ene rol die je graag zou spelen De humor die je bij de eerste minuten reeds ontdekt Wat je in de stiltes of tussen de tekstregels ontdekt 34.2% 27.7% 21.2%
8.7% 3.6%
4.6%
Aantal respondenten: 195
Meer info: www.opendoek-vzw.be!
Intussen staat de volgende poll op de website van OPENDOEK! Surf er als de bliksem naartoe en geef je mening! Het resultaat lees je in het volgende nummer.
Bronnen: Claire Swyzen & Kurt Vanhoutte, ‘Het statuut van de tekst in het postdramatische theater’, Research Center for Visual Poetics, 2011.
Meer info: www.opendoek-vzw.be.
7
‘Chez Cocotte’ - Compagnie Carabosse © Christophe Ketels/Cie Gagarine
dan uit “we hadden gehoord dat jij heel veel met heel weinig kunt bereiken.” “OK, maar wat hebben jullie dan?” “Onze voorzitter kan je logistieke steun geven.” “En die heeft een bedrijf? Een bank? Een rijke tante?” Al vlug besef ik dat ik in een verhaal van Kafka verzeild ben. Ze nippen nog even aan hun pint en zeggen dan: “Hij is directeur van een toiletpapierfabriek.” “Ah, zo, dat komt goed uit want ik voel een kramp opkomen. Wat je wil zeggen is dat we een hele hoop rollen wc-papier hebben?” “Wel, lege natuurlijk. Die kartonnen buisjes.” “Ja, met volle zou het natuurlijk helemaal geen uitdaging zijn.”
Recycleren I helpt echt! Rik De Clercq
Een acteur moet er voor zorgen dat er brood op de plank komt. Hij zal dus steevast “geen probleem” antwoorden op elke vraag die hem gesteld wordt. “Kan je paardrijden?” “Natuurlijk, dat doe ik al sinds ik zes was!” “Kan je valschermspringen?” “Bij mooi weer elk weekend!” “Er zullen stunts bij zijn. Al eens uit een raam gevallen?” “Ja, tijdens mijn tweede echtscheiding!” juni 2013
8
n de producties waarbij ik betrokken was, werden soortgelijke vragen me vaak gesteld. Ik doe dan ook ‘een beetje van alles’. Make-up, decor, kostuums, ik vind er wel wat op. De vraag die ikzelf steeds aarzelend aan de toneelgroep stel, en de vuurproef voor onze toekomstige samenwerking, luidt als volgt: “Wat is het budget voor mijn afdeling?” Normaal volgt dan een moeilijke stilte en loopt het gesprek minder vlot. Er wordt gevraagd of er nog koffie moet zijn en of iemand laatst nog naar “Komen Eten” gekeken heeft. Ik breng dan op een kalme maar vastberaden manier het gesprek opnieuw op het juiste spoor: “En hoe zit het met het budget? Wat willen jullie dat ik specifiek doe?” Met blozende kaken zeggen ze dan iets als “We willen graag als decor de Weense Staatsopera anno 1934.” “Fijn, ik hou wel van een uitdaging! Dat zal toch wel iets in de richting van enkele honderden euro gaan kosten, denk ik. Zonder werkuren.” Al snel grabbelen de mensen aan de andere kant van de tafel naar steun (een pint bier, valium, of een lijntje wit poeder) voordat het gesprek verder kan gaan. Aarzelend komt er
Ik overdrijf, maar zo gaan die gesprekken dus heel vaak. Maak met een quasi onbestaand budget een indrukwekkend decor waarover we later de kleinkinderen met trots zullen vertellen. En elk amateurgezelschap weet dat het zo gaat. Misschien ook daarom dat ik niet zo vaak meer aan zulke dingen begin. Als kind was ik nochtans fan van de reeks Het A-Team. In elke aflevering werden ze opgesloten in één of andere oude schuur of gebouw, waar enkel een kapotte ijskast, een zak aardappelen en een hoogbejaarde Volvo stond. Ze knutselden een half uur, en ja, plots reden ze die schuur uit in een volledig functionele tank waarmee ze de slechteriken aan pulp schoten. Met aardappelen natuurlijk, want het was een kindvriendelijk programma. Als kind leek me dit geheel geloofwaardig, en veel gezelschappen verwachten nog steeds dat ze een A-Team in huis hebben. En soms lukt het nog ook. Een creatieve kracht heeft een ‘derde oog’. Hij of zij ziet iets wat een ander niet ziet. Eén persoon ziet een hoop rolletjes wc-papier, een ander ziet ‘Weense Staatsopera’. De truc bestaat er namelijk in om een voorwerp net niet in zijn beoogde standaardfunctie te bekijken. OK, het is een stofzuiger, maar wat zie ik nog in dat object? Het tweede leven van een voorwerp is vaak veel interessanter dan het eerste. Zo brak een collega van mij ooit zijn vinger tijdens een voorstelling, en de volgende avond werd hij opnieuw op het toneel verwacht. We hadden dus een probleem. Gelukkig was het een Sciencefiction verhaal, dus die nacht bokste ik met een grote rol karton (zo zie je maar dat het kan) een mechanische voorarm in elkaar. Ik monteerde er stofzuigerbuizen op
9
vast, installeerde wat LED lichtjes, en spoot het geheel zwart en zilver. Het werkte prima, en mijn collega had een perfecte bescherming voor zijn gespalkte hand. Soms kan een probleem uiteindelijk heel geslaagd werken, en dat geldt ook voor locaties. Veel producties worstelen met de vragen ‘waar?’ en ‘hoe?’ Vaak loopt het reeds in de voorbereidingen fout. In plaats van enkel het eindresultaat voor ogen te hebben (en dan vaak te falen), is het vaak beter om omgekeerd te denken. “Wat heb ik? Wat kan ik er mee doen?” Wat kan ik zo aanpassen, dat het met de gecombineerde verbeelding van het gezelschap en het publiek zijn nieuwe functie vervult en ook slaagt. Ga het dus niet zoeken in het voor de hand liggende vakje. Tijdens een cursus regie werkten we met het volgende gegeven: een koppel komt hun bejaarde moeder dumpen in het bejaardentehuis. Op zich wel een dramatisch idee, maar als je het ‘rechtvoor-de-raap’ uitvoert (ik bouw een tehuis als decor) niet uitdagend om mee te werken. Het loont dus misschien de moeite om abstracter te gaan denken, en daardoor een andere locatie te kiezen. Via het woord dumpen, kom je misschien bij een afvalverwerkingsbedrijf. Een containerpark. De gapende monden van de containers, gevuld met dingen die men niet meer wil. Die gedumpt zijn. Neem een stap verder, en vraag waar je dus de rolstoel van moeder gooit? Haar foto-albums? Haar geliefde poppen? En dan natuurlijk haarzelf? Je set is gemakkelijk op te bouwen, want je hebt hoofdzakelijk afval nodig. De hele groep kan een steentje bijdragen. Achteraf dump je het ‘decor’ gewoon bij het échte containerpark. Het wordt dus een meermaals gerecycleerd object, van dagelijks gebruiksvoorwerp naar afval naar een decor naar opnieuw afval. Via dit verder denken, wat de Engelsen ‘thinking outside the box’ noemen, kan je dus vaak verder raken dan met rechtlijnig te denken “Hoe gaan we een bejaardentehuis bouwen met kamers, bedden en rolstoelen?” Voor het zoeken van locaties geldt dus juist hetzelfde. Soms kan een verlaten gebouw, een kerk of een fabriek een boeiende werkplaats worden voor de het gezelschap, en dat kan enkel een bonus zijn voor het publiek. Een bijna kant-en-klaar decor, en niet het zoveelste parochie- of sportzaaltje. En zo is ook het tweede leven van een bestaande locatie al even interessant als het eerste. Recycleren helpt echt!
‘De Canadese Muur’ - De Dijlezonen © Christophe Ketels/Cie Gagarine
Wat kunnen we nog doen?
Meerdere hobby’s in tijden van crisis
“
Een voetbalploeg waar slechts acht spelers opdagen, zal het niet ver schoppen.
Walter Samoy
“Z
alig de hobbyisten, zij zullen zich niet vervelen.” Of dat in de bijbel staat, moet ik even opzoeken of vragen aan Franciscus I. Er bestaan rare snuiters zoals brandweerman Pieter die als hobby vuur spuwt. Anderen doen aan hinkstap springen, steken constructies met lucifers ineen of doen aan ‘schoonmoeder werpen’. Keuze te over. Ik ken er zelfs die aan toneel doen. Fijn, niet veel zaken overtreffen dat. Sommige stervelingen beoefenen meerdere ‘liefhebberijen’, wat een heerlijk woord. Ook hier geldt wellicht dat zij die nooit iets doen, nergens tijd voor vinden. Ons sociaal leven telt nogal wat bezige bijen die meerdere hobby’s beoefenen. De ontwikkeling van geest en lijf profiteert er van en over de waarde op sociaal vlak valt niet te discussiëren. Maar vallen die hobby’s wel te combineren? Wie aan meerdere vrijetijdsbestedingen doet, stelt best weloverwogen prioriteiten. ‘Bezin eer je begint’, is een oude maar nog steeds gouden raad. De ene hobby is de andere niet. Ze kunnen alleen of in groep ge-
juni 2013
10
schieden en vaak zijn ze seizoensgebonden Vorige sneeuwwinter trokken maar weinig fietsmaniakken de weg op. Lezen, schrijven, joggen, vissen… doe je individueel en als het past. Voetballen, toneel spelen en in een harmonie op de grote trom kloppen, veronderstellen afspraken met anderen. Wie zich engageert in een vereniging moet daar de consequenties van inzien. Bloeiende groepen kunnen rekenen op hun leden, en waar dat niet zo is, draait het vierkant en groeit er wrevel. Een voetbalploeg waar slechts acht spelers opdagen, zal het letterlijk en figuurlijk niet ver schoppen. Toneel spelen eist van de betrokkenen een grotere inzet dan zingen in een koor bijvoorbeeld. De tijdsomstandigheden maken het heel wat moeilijker dan vroeger. In een gezin gaan man en vrouw werken. De gezinstaken, de opvoeding van de kinderen, bijscholingen, en werkdruk wegen zwaarder dan vroeger. Het wordt er niet gemakkelijker op. Naast de repetities – wekelijks meerdere - zijn er de tekststudie en allerlei groepsactiviteiten. Het spreekt vanzelf dat een vlotte werking en een optimale voorbereiding een productie alleen maar beter maakt. Iedereen die tekent
11
om in een productie te stappen, moet zich daar zeer bewust van zijn. De frustratie van de regisseur valt best te begrijpen als Marleen weer eens naar haar yoga-avond gaat en Steven afwezig tekent omdat hij met zijn caféploeg een zaalvoetbalwedstrijd moet spelen. Zo kan niet serieus gewerkt worden. Het getuigt van respect tegenover de gekozen hobby, onszelf en alle andere medewerkers om alle afspraken na te leven. Een anekdote. Een tiental dagen voor de première was Christine weer te laat op de repetitie. Ze miste er al meer dan wenselijk. Regisseur Marcel kookte. Hij liep naar buiten en zag haar met haar maatje staan liefkozen aan de kerkmuur. Hij sommeerde haar meteen de rol in te leveren. Maar wat dan? Via via kwam hij te weten dat jaren voordien hetzelfde stuk gespeeld werd in een naburige gemeente. De actrice kwam depanneren. Ze deed het uitstekend. Het was de moeder van Gella Vandecaveye. Een temperament, geloof me. Gella heeft het van geen vreemden. Conclusie: als je je engageert, doe het dan ten volle. Half werk gelijkt nergens op. Zag je ooit een bokser met slechts één arm kloppen?
‘Maak plaats mevrouw’ - Noordteater © Dirk Vermeylen
Vrij veel vrije tijd OP&doek wilde weten of je naast theater nog een tweede hobby beoefent. Welke hobby‘s dat zoal zijn, hoeveel tijd je hieraan spendeert, of ze makkelijk te combineren zijn, of je niet beter voor één hobby zou kiezen, enzovoort. Onze ‘spionnen’ zochten het voor je uit!
Ik goochel al van kindsbeen af. Dit is makkelijk te combineren, omdat ze totaal verschillend zijn en toch dingen gemeen hebben, zoals: veel oefenen om iets te bereiken. Johnny Hayen
Regisseren, theaterbezoek, schrijven, spelen en opzoekingswerk zijn voor mij alles samen een volledige dagtaak geworden. Ik ben gepensioneerd en kan mij nu verdiepen in mijn hobby/ bijverdienste. Ik heb me altijd al met creatieve activiteiten bezig gehouden. Ik vind het nu leuk mij volledig te kunnen toeleggen op scenografie, kleding, schriftuur en allerlei theatrale experimenten. Wim Loots
Al mijn vrije tijd naast het theater gaat naar mijn vrouw. Dat was de afspraak. Anoniem
Ik tennis en vis in de zomer en speel toneel in de winter. Dat is dus best combineerbaar. Ik zit niet in de organisatie van een tennis- of visclub omdat ik vind dat je maar één ding voor 100% goed kan doen! Guido Vanloo
Ik zetel in de cultuurraad van mijn gemeente, ben informant voor OP&doek, schrijf gedichten, ga graag op reis en wandel graag. Ik vind de combinatie leuk omdat je dan eens je zinnen kan verzetten en afwisseling hebt. Je komt zo ook met veel mensen in contact. Nathalie Vanderwegen
Ik sport, speel muziek en schrijf lyrics... Dat vergt per week een acht à tien uren. In de maanden dat ik meedoe aan een toneelstuk, loopt dat wel eens op tot een veertien à vijftien uur... Het is plannen, dat wel. Maar ontspanning is minstens even belangrijk als inspanning!
Marc Verfaillie
Toneel en Harmonie viel niet langer te combineren. Als ‘Erevoorzitter’ verdedig ik in de Culturele raad de belangen voor onze toneelgroep Thalia. Nu zit ik te broeden op een tweede toneelstuk. Het eerste, een blijspel ‘Familie Ambras’, ligt bij Almo maar is nog niet gespeeld. Edgard Meukens
Roland De Blende
Ik heb momenteel geen andere hobby’s die ik buitenshuis beoefen. Wel doe ik handwerk maar dat is makkelijk te combineren omdat ik dat doe wanneer ik er de tijd voor heb. Marleen Korthoudt
Raf Jansen
Naast theater zit ik ook in onze fanfare ‘Willen is Kunnen’, het koor ‘Hortus Musicals’, het koor ‘Cantemus’, de cultuurraad van de gemeente, de Kerkraad, de … Het combineren is soms een probleem, maar met wat goede wil en strenge afspraken, lukt het wel. Je groeit in deze situatie bijna automatisch. Een gezegde zegt: als je iemand zoekt voor vrijwilligerswerk, dan moet je niet gaan bij mensen die ‘veel’ tijd hebben, maar bij hen die ‘geen’ tijd hebben, zij vinden wel tijd. Edgard Van Gijsel
Naast theater is mijn tweede passie lezen. Ik heb de combinatie van beide passies nodig: lezen maakt het me mogelijk afstand te nemen van een theaterproductie en de bijbehorende beslommeringen. De analysevaardigheid komt me uitstekend van pas bij het regisseren. Beide passies verbinden twee uitersten van mezelf met elkaar. Theater is een sociaal gebeuren. Het is vooral een kwestie van doen: samen aan de slag gaan met een tekst, samen op zoek gaan naar emoties, drijfveren en interpretaties van replieken om samen een bepaalde vorm van visuele kunst te creëren. Lezen is een solitaire bezigheid waarbij je in je eentje met bewuste aandacht probeert door te dringen tot de kern van een andere kunstvorm. In die zin is lezen eerder een kwestie van zijn.
Toon Van Hoyweghen
juni 2013
Alhoewel ik geen tweede hobby heb, wil ik er toch iets over kwijt. Een hobby in ploeg- of teamverband vraagt een specifieke ingesteldheid. Als enkeling vorm je samen met anderen een geheel. Dit betekent dat je jezelf moet wegdenken in functie van het geheel. Jij beslist niet meer waar, wanneer en hoe lang je je liefhebberij beoefent. De ploeg beslist gezamenlijk. Je afwezigheid kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat het team niet meer kan functioneren als een volwaardig geheel. Daarom is het zeer moeilijk om twee hobby’s te beoefenen waar het ploegverband primeert. De kans is te groot dat de hobby’s elkaars pad kruisen en dat je een keuze moet maken ten nadele van de andere.
In mijn situatie is er geen tijd voor een hobby naast het theater. Als bestuurslid ben ik samen met enkele ‘die hards’ verantwoordelijk voor de werking. Met drie producties per seizoen (dit jaar zelfs vijf ) is het een gepuzzel om alle taken gedaan te krijgen. Stukken kiezen, rolverdelingen met de regisseur, regisseurs aanspreken en vastleggen, repeteren, repetities bijwonen, één keer per maand bestuursvergadering, perscontacten, repetitieruimte onderhouden, speelzaal vastleggen, decor ontwerpen en bouwen, reservaties bijhouden, op gemeentelijk niveau contacten onderhouden, feesten plannen en organiseren, tapploeg regelen en ondersteunen op voorstellingen,... Zéér veel taken, voor een klein bestuur. Maar hoe druk het leven van een liefhebber ook kan zijn... het is en blijft de leukste hobby op aarde.
12
‘Maakt de regisseur het verschil?’ Kurt Velghe
Hoe zie je of een stuk goed geregisseerd is? In mooi theater vloeit alles perfect in elkaar. Het regiewerk zie je als modale toeschouwer niet. Toch is de regisseur bepalend voor het welslagen van een productie. Een goede regisseur laat acteurs boven zichzelf uitstijgen, bedenkt een decor, kiest muziek en tekent het lichtplan. Hij is het alziend oog, ‘speelt’ toeschouwer tijdens de repetities en stuurt bij waar nodig.
Ik ga tweemaal per week naar de tekenacademie waar ik het atelier Vrije Grafiek volg. Als je tuinwerk als hobby klasseert, dan komt dat er ook nog bij. Bij beter weer komt er ook een regelmatige fietstocht bij. Anoniem
Als ik niet regisseer, tracht ik een nieuw toneelstuk te schrijven. Vroeger speelde ik ook muziek, maar helaas dat laatste lukt niet meer omdat ook het gezin de nodige aandacht verdient. Ik zie theater als een totaalpakket: regisseren, schrijven, er over lezen, gaan bekijken... Zolang ik het kan combineren met een huishouden en geen repetities mis, lijkt het me allemaal perfect haalbaar. Peter De Pauw
B
edgeheimen van Koninklijk Theater Rostune vertelt het verhaal van twee koppels die op elkaar zijn uitgekeken en via Internet een nieuwe partner zoeken. De regisseur werkt met zetstukken op wieltjes. Die lijken geen echte functie te hebben, maar worden gebruikt om sofa’s te maken, een bar in een park, bomen, enz. Op het einde worden alle elementen zo bij elkaar geplaatst dat ze uiteindelijk een bed voorstellen. Heel verrassend en bijzonder doeltreffend. Niet alle acteurs spelen op hetzelfde niveau maar door het strakke tempo valt dit zelden op. Ze worden hierbij geholpen door de tekst die, ondanks het nogal directe taalgebruik, voldoende spitsvondigheden bevat
om boeiend en grappig te blijven. Een geslaagde theateravond en mooi om te zien hoe dit simpele verhaaltje in deze creatie door de regisseur boven zichzelf wordt uitgetild. We kennen persoonlijk wat mensen van Het Kuurns Theater en gaan dus jaarlijks trouw kijken. Dit seizoen speelden ze in november De gek op de heuvel en in maart De bruiloft van Bertolt Brecht. Geen evidente keuze. Ook hier voel je de regisseur. Hij kiest ervoor zijn scène klein te houden om de bekrompenheid van de mensen te benadrukken en voor een natuurlijke speelstijl (spelen zonder te spelen). Jammer dat hierdoor het tempo uit de voorstelling gehaald wordt. Wat is het verschil tussen opera en operette? Een vraag die vaak gesteld wordt. Opera wordt integraal gezongen (‘doorgecomponeerd’), terwijl operette toneel is, doorweven met klassieke liederen. In se is operette de voorloper van de musical. In het witte paard door Het Kortrijks Lyrisch Toneel was onze eerste operette. Prachtig gezongen, maar te oubollig wat mij betreft. Nadien hoorde ik van een vriend dat het de gewoonte is van operettegezelschappen om
13
de klassieke operettes zo goed en zo kwaad mogelijk te kopiëren. Of dit een goeie kopie was, weet ik niet, maar er lag behoorlijk wat stof op en de inbreng van een creatieve regisseur zou dit genre zeker goed doen. Theater Platteau waagde zich aan een creatie van Phaedra. Hoe vertaal je dit oerklassieke stuk naar vandaag, vroeg de regisseur zich ongetwijfeld af. Zijn creatie mocht gezien worden. De acteurs storten zich vol overgave op de pathos van de teksten en hierdoor verslikken ze zich ook niet. Het decor is eenvoudig, maar efficiënt: een witte muur met vooraan deuropeningen en achteraan muurschilderingen van Venus en de Minotaurus. De muziek van Rammstein onderstreept de tragiek van het geheel wondermooi. Al deze elementen zorgen ervoor dat wij een mooi kijkstuk voorgeschoteld krijgen. Onder de aanwezigen waren nogal wat lokale theatermensen, waarmee het na de voorstelling gezellig keuvelen was over deze productie. Een regisseur kan wel degelijk zijn stempel drukken, hoewel de beste voorstellingen toch diegene zijn waar je de regisseur voelt, maar niet ziet.
Erwin Bohyn en Koen Vandenberghe (Landjuweelfestival 2012) © Katleen Clé
Henrik Ibsen tot leven gewekt
Niet alleen voor kinderen
Wat is ‘vertellen’? Rob Vanderwildt
Eline Van de Voorde
Als ik op de vraag “Wat doe jij tegenwoordig?” antwoord Je kan er alleen maar van dromen. En toch! Tegenover mij zit de grote
dat ik verteller ben en dus vertel, reageert men vaak
Noorse toneelschrijven Herik Ibsen (1828-1906)! Ze zeggen hij niet vies is
met een verbaasde gezichtsuitdrukking. “Je vertelt dus
van enige controverse en daarom vele taboes te lijf gaat. Nieuwsgierig als
verhaaltjes aan kinderen?” Dat zou kunnen, maar ik
we zijn willen we hem op de man af vragen naar zijn drijfveren.
zelf vertel aan volwassenen en ouderen. “O. Dat bestaat dus ook?” Natuurlijk, ga ik enthousiast verder, en dat
Waarom zien we in je stukken zo vaak ontheemde en zwakke mannenfiguren? “Dat een vrouw mij die vraag stelt! Ik ben altijd op zoek gegaan naar sterke vrouwelijke figuren om de patriarchale maatschappij van toen aan de kaak te stellen. De vrouw staat machteloos in een wereld waarin mannen het voor het zeggen hebben en vrouwen als zwakker worden bestempeld. Voor de mannelijke personages zocht ik naar figuren die door een sterke vrouw in vraag werden gesteld.” Is ‘Steunpilaren der maatschappij’ daar een mooie illustratie van? “Ja, zeker. De crisis waar de plot rond draait, begint bij een sterke vrouw, een actrice. Een vrouw die zich niet in het hokje van huisvrouw of oude vrijster laat duwen, maar door de centrale mannelijke figuur wordt tegengewerkt. Daarnaast is het ook een kritiek op macht en rijkdom die te vaak corrumpeert. Ik ben altijd erg bezig geweest met vrouwenemancipatie en als we het daarover hebben dan is het ‘Poppenhuis’ nog een beter voorbeeld.”
Met de fameuze Tarantella dans? “Inderdaad. Ik had het er eerst uitgelaten, maar uiteindelijk zit de dans toch in het juni 2013
stuk. Het is essentieel voor de ontwikkeling van het verhaal. Nora, het hoofdpersonage, ontwikkelt zich tot sterke vrouw en de dans is als een bezwering om zich los te maken van haar man. Op het einde verlaat ze hem en ook haar kinderen.”
eeuwige conflict tussen leven en idealisme. In mijn latere stukken heb ik dat psychologische veel dieper uitgewerkt. ‘Hedda Gabler’ is daar een uitstekend voorbeeld van. In uw tijd wordt dat toch nog vaak gespeeld? Of niet soms?”
Dat einde heeft voor veel opschudding gezorgd. “Ja, mensen zijn niet altijd blij met stukken die hen met de neus op de feiten drukken. Een vrouw die haar gezin in de steek laat, dat kon in mijn tijd niet. Maar een man die zijn vrouw klein houdt, daar hadden ze dan weer geen problemen mee. Sommige actrices wilden het niet spelen. Voor in Duitsland heb ik er zelfs een alternatief einde aan gebreid, maar dat had geen succes. Bovendien het hele stuk draait precies om dat einde.”
Het is echter ook altijd realistisch. “Uiteraard. Mogen de personages soms niet herkenbaar zijn? Mensen moeten zich er kunnen in verplaatsen. Alleen zo kan ik mijn ideeën overbrengen.”
Waarom altijd die maatschappelijke thema’s? “Hebt u het daar lastig mee? Omdat daar de kunst om draait, mevrouw. Zelf heb ik het altijd bestempeld als ideeëntheater. Maar je mag ook niet voorbijgaan aan het psychologische aspect van mijn werk. Mijn stukken gaan ook altijd over zelfrealisatie of beter gezegd over hoe die wordt tegen gewerkt door externe factoren. En het
14
Heeft de controverse iets opgeleverd? “Ik heb mijn ideeën kunnen verspreiden en discussies veroorzaakt, en misschien bij mensen het bewustzijn over bepaalde thema’s aangewakkerd. Aanvankelijk heeft het mij vooral veel armoede opgeleverd, maar dat is dan uiteindelijk ook gekeerd. De controverse waait na een tijd wat over. Taboes zijn dan al minder taboe. Zonder te beweren dat mijn strijd daarmee gestreden was.” Mogen we je de vader van het modernistisch drama noemen? “Dat mag u. Al is dat misschien wat overdreven. Ik heb mijn bijdrage geleverd. Gedaan wat ik wilde doen en er tot vandaag velen mee bereikt.”
gebeurt steeds vaker. Wat niet wil zeggen dat dit zo vanzelfsprekend is. Daarom een poging het vertellen als zodanig wat te verduidelijken. Al besef ik dat ik niet tot een sluitende definitie zal komen.
H
et is een cliché om te zeggen dat de mens altijd heeft verteld en dat álles een verhaal is. Dat is wellicht zo, alleen kom je er niet ver mee als je iemand wilt duidelijk maken wat vandaag de dag ‘vertellen’ is. Politici vertellen ons immers ook van alles en nog wat en je hoort partijvoorzitters geregeld opmerken dat ze iets aan het verhaal van hun partij moeten doen. We hebben een verhaal, zeggen ze, maar we vertellen het kennelijk niet goed. Daarvan krijg ik de kriebels. De woorden ‘vertellen’ en ‘verhaal’ worden naar mijn gevoel dan wat misbruikt. Ik zie ook niet veel heil in het definiëren van het vertellen vanuit het perspectief van communiceren en communicatie. Vertellen is voor mij een groep mensen bijeen laten komen, voor hen gaan staan of gaan zitten op een kruk, en ze een verhaal vertellen. Niet een tekst die ik uit mijn hoofd heb geleerd, niet een boodschap die ik zo nodig wens te verkondigen. Hoewel ik gedurende een zekere tijd vooral zelf aan het woord zal zijn (mooie uitdruk-
king overigens: ‘aan het woord zijn’), zal ik zorgen voor een soort van verbinding met mijn publiek: een tijdelijk verbond tussen hen en mezelf. Er is nadrukkelijk oogcontact mogelijk; er is geen ‘vierde wand’. In feite zeg ik: kom dicht bij me, je hoeft nu even niet zelf iets te lezen, ik vertel je het verhaal, geef je eraan over, geef je over aan mij, aan mijn stem, aan mijn verbale schildering, en vorm er je eigen beelden bij. Ik sta of zit er meestal dus nogal ‘kaal’ bij, met hooguit een enkel attribuut of een streepje muziek. (Mijn inspirator Jac Vroemen zegt hieromtrent: “Als ik spreek, sta ik. Als ik vertel, zit ik.”) Er zijn natuurlijk vertellers die het theatraal, toneelmatig, aanpakken; vertellen wordt dan een ‘performance’, een ‘aangekleed vertellen’. Maar voor mij is vertellen inderdaad van nature heel sober. Daarin herken ik wat de Waalse verteller Joël Smets als sleutelwoorden hanteert: nederigheid, soberheid en vrijheid (dit is: niet strikt gebonden zijn aan een uitgeschreven script), waaraan ik toevoeg: helderheid en sfeer scheppend. Een verteller put uit een enorme hoeveelheid verhalen, gaande van aloude mythen en sagen tot en met zelfverzonnen verhalen; verhalen met een volks karakter, verhalen met een literaire laag, verhalen met, ja toch ook wel, een boodschap.
15
Het vertellen wordt inderdaad nog altijd wat gehinderd door de idee dat het alleen iets voor kinderen is. Gelukkig is daar de laatste jaren verandering in gekomen. Steeds vaker vinden volwassenen hun weg naar het luisteren naar verhalen.
Tafelverhalen in de spiegeltent van Spots op West Kom op zaterdag 6 juli tussen 14.00 u en 16.00 u gezellig iets drinken in de spiegeltent en krijg er gratis een leuk, kort verhaaltje bovenop. Diverse vertellers trakteren je op een privé-vertelling aan je tafeltje. www.spotsopwest.be
2013-3 ‘Pizza Miseria’ - Royerheikes (2013)
Josse De Pauw
“Mijn kop is eersteklas.” Marie van toneelgroep de Royerheikes
We vroegen aan acteur en auteur Josse De Pauw om de toneelteksten die zijn leven veranderden voor ons toe te lichten. “Dat toneelstukken mijn leven zouden veranderd hebben, daar heb ik geen weet van, maar ze hebben het zeer zeker mee vormgegeven. Het eerste stuk dat mij oprecht iets deed – al wist ik niet precies wàt - was ‘Kaspar’ van Peter Handke, gebracht door Julien Schoenaerts. Het zal ongetwijfeld ook met de speler te maken hebben gehad. We gingen naar theater met de klas, naar de Beursschouwburg in Brussel. Meestal zochten we naar een manier om daar onderuit te komen. Dat was - mij althans - deze keer niet gelukt, en achteraf bekeken is dat maar goed ook. Schoenaerts speelde de hele voorstelling met weinig meer dan één zin: ik zou willen worden zoals ooit iemand anders geweest is. Het stuk stelde vragen bij het individu en de druk van de groep. Ik werd daar voor de eerste keer zowat gehypnotiseerd door theater, heb daar in mijn latere leven nog vaak aan teruggedacht. Maar een stuk met één zin is misschien niet waar de mensen naar op zoek zijn en dus:
‘Suiker’
‘Onder het Melkwoud’
Hugo Claus
Dylan Thomas
Een rauw stuk over de Vlamingen die na de oorlog als gastarbeiders werkzaam waren in de suikerfabrieken van Noord-Frankrijk. Over de erbarmelijke omstandigheden waarin ze hun geld probeerden te verdienen, over de vriendschappen ondanks die omstandigheden, over de liefde en de onophoudelijke zoektocht naar geluk. Suiker als hel en hemel. Ik leerde het stuk kennen tijdens mijn opleiding en het heeft mij nooit meer verlaten. Ik heb het tot zover nooit zelf gespeeld, maar het is nog niet te laat.
‘Under Milkwood’ van Dylan Thomas is oorspronkelijk geschreven als hoorspel voor de radio. Hugo Claus vertaalde de tekst op onnavolgbare wijze. Het gebeurt zelden dat de vertaling van andermans werk een prominente plaats krijgt in het oeuvre van de vertaler zélf en nochtans is dat hier het geval. Ik speelde het stuk met het Nederlandse gezelschap Orkater in een regie van Aat Ceelen. We worden bij de hand genomen en rondgeleid in een kleine stad waar iedereen slaapt en droomt. We leren er de inwoners kennen, horen hun dromen, hun verzuchtingen, vernemen de verhalen van hun liefde en hun haat. ‘Om te beginnen bij het begin: het is lente, nacht zonder maan in de kleine stad, zonder ster en bijbelzwart, de stille straten en het gekromde vrijers- en konijnenwoud hinken onzichtbaar naar de sleezwarte, trage, zwarte, kraaizwarte, sloepdobberende zee.’
‘Dood van een Handelsreiziger’ Arthur Miller
Een stuk over misplaatste ambitie in een wereld die wordt opgedeeld in winners en losers. Handelsreiziger Willy Loman gaat ten onder en projecteert zijn dromen op zijn zonen, die daar niet kunnen of willen aan voldoen. Ik speelde het stuk in een regie van Luk Perceval en heb daar van genoten. Miller gaf met zijn stuk commentaar op de Amerikaanse competitieve maatschappij van de jaren vijftig, maar het thema is ook hier en vandaag nog zeer actueel en het is maar de vraag of dat ooit veranderen zal. juni 2013
16
Benieuwd geworden naar deze teksten? Ontleen ze op www.theaterbib.be
Bernard Soenens
Samen met zeven acteurs en vijf andere actrices maakte Marie deel uit van de cast van ‘Pizza Miseria’, een klucht van Karel Eens in een regie van Guido Bex. De auteur had de rol van Marie niet voorzien en dus schreef de regisseur er een aantal replieken bij. Een beetje weinig, vindt Marie. Rooierheide is een gehucht van Diepenbeek en ‘de Royerheikes’ hebben er achttien toneelseizoenen op zitten. Acteurs, actrices en medewerkers komen uit de buurt of zijn familie van elkaar: moeder, dochter, broer, nicht…. en dus ook grootmoeder Marie. Of Ma, zoals iedereen haar aanspreekt. Marie is 92. Misschien niet de oudste, maar toch zeker de sympathiekste actrice in Vlaanderen.
De repetities maakt Marie niet allemaal mee. “Voor zo’n klein beetje tekst is dat niet nodig. Maar ik wou er graag nog iets aan toevoegen. Want als je een rol hebt, dan moet het op iets trekken. Het stuk speelde zich af in een pizzeria. Ik kreeg een pizza, maar had er graag een pint bij gehad, en dan een beetje gek doen en een liedje zingen. Maar dat mocht niet. Ik zou vooral meer willen opkomen.” In ‘Pizza miseria’ speelde Marie geen personage, maar zichzelf.
Marie is al haar levenlang aan een toneelcarrière bezig. Het begon op school, daarna bij de kajotters, de KAV, en de voorbije twintig jaar bij ‘De Royerheikes’. Hoe lang gaat ze er nog mee door? “Mijn kop is eersteklas. Nooit heb ik een voorzegger nodig. Ik leer mijn tekst in mijn bed. Dat heeft een pastoor me geleerd. Dan blijft die tekst de hele nacht in je hoofd. Door hem blijf ik ook verder toneelspelen. Laat nooit iets vallen, zei hij, want dan ben je dat kwijt en er komt niets in de plaats.”
Toneelgroep ‘De Royerheikes’ startte haar werking met een benefietavond. Na achttien jaar blijft dat goede doel overeind. Een belangrijk deel van de opbrengst gaat naar het ondersteunen van de lokale school. Die opbrengst is niet gering. Zeven opvoeringen, 1400 toeschouwers. De helft ervan komt van buiten Rooierheide. Ze werken niet met reservaties. Mensen schuiven aan vanaf 18.00 u, terwijl de deuren maar om 19.00 u opengaan. De zaal heeft de opstelling van een theatercafé. Vooraf, gedurende de pauze en achteraf wordt er een stevige pint gedronken. Er is in Diepenbeek ook nog ‘Klimop’. De twee toneelgroepen vullen elkaar goed aan. ‘Toneelgroep ‘De Royerheikes’ speelt altijd een klucht en de andere kring speelt meer het ernstig genre..
Het is allemaal erg herkenbaar. Tom Lanoye is niet veraf waar hij in ‘Sprakeloos’ over zijn moeder Josée schrijft: “Ze mag sterven als Mae West. Een voorrecht, vindt ze. Maar ze vindt ook dat ze te weinig tekst krijgt. Haar rol schrijft voor dat ze juist niet meer kan spreken.” Marie is even koppig. Je wordt er sprakeloos van.
Toekomstplannen zijn er bij de vleet. Twintig jaar ‘De Royerheikes’ staat voor de deur. Gilberte, dochter van Marie en voorzitster, droomt stiekem van een ernstig stuk. “Maar niet bij de De Royerheikes, want daar hebben we het publiek niet voor.” En Marie? Ze gaat er gewoon mee door. Ook haar jubileum komt stilaan in het vizier.
17
© GameHUB
Kies voor avontuur! In de twee vorige nummers van OP&doek liet onze redacteur Frans Vanderschueren ons kennis maken met het werk van Hanneke Paauwe, een nieuwe parel tussen de Nederlandstalige toneelauteurs. Hier volgen nog zes andere toneelstukken van haar. (Red.) Frans Vanderschueren
Groeten van Keith Harris. (1D, 2H) Grotendeels een monoloog in een lift over junkieverdriet en een verloren liefde. Freddy vertelt over zijn misbruik als kind, en zijn mislukt verleden. Hij wilt naar de bovenste verdieping om zelfmoord te plegen. Maar een agent en zijn liefje verhinderen het. Happy end.
Kruisherenklooster (naar keuze) Het publiek krijgt een rondleiding in een klooster. Het verplaatst zich van locatie naar locatie en daar ontmoet het: de duivel, de inquisitie, het visioen van de monnik, twee vrouwen die praten over de middeleeuwse visie op vrouwen, Bernard van Clairvaux, de kwakzalver en een zwarte Christus die een Engelse monoloog weergeeft. Het is het peilen naar het hart van de toeschouwer en peilen naar de biecht van de kijker. Tussenin is er film, slapstick en dans.
Sneeuwwitje en de 77 vergiften (2D,2H,1F) Hoe vergiftigde harten niet kunnen gerecycleerd worden. Fantastische intro over hoe kabouters bij pasgeborenen een hart in planten en hoe ze bij doden de harten trachten te recycleren. Zo willen ze de harten van Sneeuwwitje en haar stiefmoeder recycleren en daartoe bekijken ze de geschiedenis van de twee dames. Geen sprookje meer maar een harde strijd tussen stiefmoeder en stiefdochter. Een tweekamp van wreedheden. Kunnen beiden ooit samen voor de wonderspiegel staan? Het is ook de schreeuw van een meisje wiens vader een andere vrouw kiest, een schreeuw naar haar natuurlijke moeder. Met de baldadigheid van de jeugd strooit ze haar ongerechtvaardigde haat uit. En toch is er voldoende humor en ontroering aanwezig.
Voordelen van Hansaplast (1D)
Heimwee naar Tirgu Mures (1D) Het bitter realistisch verhaal van een prostituee. Lenutzka, een Roemeens meisje komt onder valse voorwendsels in het seksmilieu van Brussel terecht. Haar zogezegde vriend wordt daar haar pooier. Ze doorloopt de verschillende stadia van escorte over raamprostitutie tot SM. Wanneer ze verliefd wordt op een andere man, wordt die door haar pooier kreupel geslagen. Als blijkt dat ze zwanger is en het kind niet mag houden, vermoordt ze haar pooier en gaat terug naar haar geboortedorp. In monoloogvorm vertelt Lenutzka haar verhaal dat soms expliciet is, soms poëtisch, soms droevig, soms geschreven op haar lichaam. Maar het geeft een goede kijk in wie ze is...
Conclusie. Ik kan niet kiezen tussen al die stukken. Eén voor één zijn ze het spelen waard. Het enige dat je naast toneelmetier nodig hebt, is durf. juni 2013
18
De brutale confrontatie met het publiek van een meisje dat haar geluk heeft verloren. “Wie alleen is, bestaat niet!” Masja is alleen en eenzaam en ze is op zoek naar contact. Haar enig aanspreekpunt zou haar debiel zusje kunnen zijn. In hoeverre die allen in haar verbeelding bestaat of echts is, blijft in het midden. Masja uit haar frustratie en woede door het publiek te beschimpen. Tussendoor ontdekken we haar verhaal en haar ‘tristesse’. Alhoewel de tekst vrij hard is , zit er telkens een zachte vilt laag achter.
Over poppen die gamehelden worden Veerle Wallebroek
Red de prinses! P
oppen en figuren spreken al eeuwen tot de verbeelding van jong en oud. Heel wat mensen denken in de eerste plaats aan de traditionele poppenkast, terwijl poppen- en figurentheater nog talloze andere gezichten heeft. Daar heeft de centrale rol van theaterpoppen, figuren en objecten en de diverse speltechnieken ongetwijfeld veel mee te maken. Maar dé
Venusvingers (1D) De wraak van een dochter op haar vrijgevochten moeder. De moeder is seksuologe en wil haar dochter op allerlei manieren- aanporren om haar eigen seksualiteit te beleven. De dochter gruwt van zoveel bemoeizucht. Wanneer haar moeder haar eigen vrijheid benadrukt door met een nieuwe vriend naar huis te komen, besluit ze om zich te wreken. Ze verleidt de vriend van de moeder en geeft aan het nieuwe koppel het spel ‘venusvingers’. Daardoor komt de waarheid aan het licht en blijft de moeder verslagen achter. Het stuk is een mengeling van het verhaal van de dochter en de vragen van ‘venusvingers’.
© Rudy Gadeyne
De game Wireless Puppetry kwam tot stand in het kader van het project GameHUB (www.gamehub.be) van de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL), de Universiteit Hasselt, de Katholieke Hogeschool Limburg en GROEP T Internationale Hogeschool Leuven, een multidisciplinaire omgeving van onderzoekers die focussen op de ontwikkeling van (serious) games.
troef van het medium is beweging. Beweging kan de illusie scheppen dat levenloze voorwerpen of figuren tot leven komen. En laten dat nu allemaal ingrediënten zijn voor fascinerende kruisbestuivingen met andere kunsten, media, en. . . met videogames! Vele commerciële videogames mogen dan historisch niet altijd correct zijn, ze boeien alle leeftijden en bevatten interessante probleemoplossende en culturele elementen. Games worden tegenwoordig ingezet voor meer dan enkel entertainment. Bij ‘serious games’ ligt de focus op spelenderwijs leren in een aantrekkelijke en uitdagende spelcontext. Een ideale ‘tool’ om kinderen te laten kennismaken met zaken waarmee ze niet vertrouwd zijn, zoals spelen met een marionet en de rijke geschiedenis van poppen- en figurentheater. Het Firmament was er in 2010 als de kippen bij om een gamevoorstel in te dienen bij GameHUB*, een project van enkele hogescholen die hun kennis van computergames wilden inzetten in de cultureelerfgoedsector. De combinatie tussen figurentheater en games was een unieke kans want poppen komen pas tot leven als ze bewegen. Een pop in een kast of vitrine is dode materie. Sommige oude theaterpoppen zijn bovendien te gevoelig om als ‘testcase’ gebruikt te worden. Als kinderen met een echte marionet leren spelen, steken ze meer tijd in het ontwarren van draadjes dan in het bewegen van de pop. Virtuele marionet-
19
ten zijn de perfecte oplossing om op een interactieve manier kennis te maken met figurentheater. De game Wireless Puppetry richt zich op kinderen van acht tot twaalf jaar die het spel in klasverband spelen. De besturing van het spel is gebaseerd op een echt houten speelkruis voor marionetten. Daarmee kunnen ze de pop volledig besturen: wandelen, bukken, springen, dingen vastnemen. Door het gebruik van een houten speelkruis als ‘controller’ krijgen kinderen de kans om op korte tijd met een marionet te leren spelen. Binnen elke level van het spel reis je doorheen de geschiedenis van een bepaalde poppensoort, van de traditionele vormen tot hedendaagse creaties. Om de obstakels te overwinnen moeten de kinderen wisselen van pop omwille van de eigenschappen van het materiaal. Zo zal enkel de houten pop naar de overkant van het water kunnen zwemmen en drijven, de ijzeren pop elektriciteit geleiden en de stoffen pop omhoog waaien, en dat allemaal om die mooie prinses te redden. Omdat er nog geen opleiding tot poppenspeler bestaat in Vlaanderen, biedt de game inspiratie om deze lacune gedeeltelijk te dichten. Speel zelf de demoversie van de game online (zonder het speelkruis, wel met het toetsenbord): http://www.gamehub.be/games Meer info: www.hetfirmament.be
Eerst werken, dan feesten
Maandenlange voorbereiding... Uw theaterproductie is bijna klaar... De première-koorts stijgt…
Na een voorstellingenreeks of na een theaterseizoen een feestje voor de medewerkers? En hoe gaat dat in zijn werk? Onze ‘spionnen’ zochten het voor je uit!
De theatergroepen in mijn omgeving gaan op ledenweekend, ook de partners zijn welkom. Het zijn culturele uitstappen en er worden ook wel sketches gespeeld. Nathalie Vanderwegen
Wij gaan een avondje op café of bij iemand thuis. Wat babbelen, een natje en een droogje. Veel lachen vooral! Alle medewerkers zijn welkom. Zonder partners evenwel. Na twee weekends spelen, spreken we de week erna elke avond af. De tweede avond spelen we het hele stuk nog eens, maar alles uitvergroot. Toon Van Hoyweghen
Na de afbraak op zondag is er koffietafel. De regisseur houdt een nabespreking. Iedereen kan dan zijn mening kwijt. In januari is er een winterbarbecue. Alle leden zijn welkom. Partners betalen. In juni organiseren we een Algemene Vergadering met etentje. Marleen Korthoudt
Sedert dertig jaar is er een gratis feest na iedere productie voor medewerkers en partner. Sinds 2000, na ‘Oscar’ van Claude Magnier, hebben we een ‘Oscar’ ingevoerd voor de verdienstelijkste acteur. De Oscar houder bepaalt zelf aan wie hij het beeld doorgeeft. Vroeger aten we bij mij thuis. De meubels naar de garage, een lange tafel geïnstalleerd en een nepparket om de andere niet te beschadigen. Later groeide de groep en gingen we uit eten bij een van onze sponsors. We trekken soms met onze theaterkleren, als graaf, butler, kardinaal, door Leuven. Nu feesten we in ons parochiecentrum aan het eind van de opruimdag. Edgard Van Gijsel
Ons feest varieert van een etentje tot een uitstap met alle leden en partner.
Vroeger werd er telkens iemand in de bloemetjes gezet als verdienstelijke speler of medewerker. Zo onderhoud je het groepsgevoel. Meestal was dit een kaasavond. Dan worden er meestal foto’s of de filmopname bekeken. Vroeger werden zelfs weekendjes georganiseerd in de Ardennen. Een soort teambuilding met enkele minioptredens. Guido Vanloo
Ik was tien jaar voorzitter van de Belgacom Toneelkring te Oostende en daar werden alle medewerkers en hun partners gratis uitgenodigd op het ‘slotfeest’. Verdienstelijke leden en erevoorzitter werden in de bloemetjes gezet. Maar eigenlijk verdient elke medewerker een bloemetje. Gwen Deprez
Na elke productie bouwen we een feestje. Op het jaarlijks feest met partner, licht de voorzitter de activiteiten van volgend seizoen toe. We luisteren naar reacties van het publiek, en toetsen wie volgend seizoen beschikbaar is. Edgard Meukens
Roland De Blende
Bij Toneel Heverlee is er telkens na de productie een gezellig samenzijn met acteurs, medewerkers en partner. De regisseur wordt in de bloemetjes gezet.
www.toneelfotografie.be
Dirk Vermeylen • 0495/25.18.69 www.release66.com voor uw theater websites
Anoniem
Bert Leysenkring uit Balen voorziet na elke productie een feestje voor de acteurs, technici, regie en hun partners, op kosten van de theaterkring. Meestal met een ludieke powerpoint over de voorstelling, iets te eten en vooral véél te drinken. Alle medewerkers krijgen een aandenken. Eind augustus is er een groot ledenfeest voor tien euro. Iedereen is welkom. Als afsluiter komt er altijd een ‘crèmekar’ langs. Bestuursleden en partners worden uitgenodigd op een nieuwjaarsdiner in een restaurant in de buurt. Raf Jansen
Cie Tabloo sluit het toneelseizoen af met een souper, met daarvoor een verrassingstrip of themadag. De organisatoren (de slavendrijvers) hebben ons vorig jaar een rondrit onder de schoenen geschoven met bierfietsen of partyfietsen en gocarts. Altijd super plezant! Alle leden en hun directe familie worden uitgenodigd tegen een kleine bijdrage. Voor de gratis nieuwjaarsreceptie huurt de vereniging een zaaltje voor 100 personen. Er zijn koude en warme gerechtjes en liters wijn. Maandag na de laatste voorstelling eet iedereen op eigen kosten spaghetti in stamcafé ‘De Coulisse’, uitgebaat door huisregisseur Patrick Deleu. Daar worden de anekdotes en de blunders nog eens dik in de verf gezet.
Johnny Hayen juni 2013
Theater Alternatief uit Buggenhout, organiseert een medewerkersfeest. Gastacteurs horen daar niet bij. Soms is dat een zondags ontbijt, een nieuwjaarsreceptie of een etentje
Wij maken sprekende foto’s in uw generale week. Met vakkennis, zonder flitslicht, in de belichting zoals uw regisseur het voorzien heeft.
Marc Verfaillie
20
Na de laatste voorstelling wordt de zaal opgeruimd en eten we de overschot van de brunch op. Iedereen mag mee aan tafel. Wie meewerkte, wordt persoonlijk bedankt.
MAGAZINES I JAARVERSLAGEN I KUNSTBOEKEN I BROCHURES
Peter De Pauw
De regisseur organiseert het productiefeest voor alle medewerkers, wat niet altijd een goeie mix geeft. Er wordt dan ook dikwijls een reünie georganiseerd door de cast zelf. Ik heb geen leuke anekdotes, want ik vind die feestjes een vrij overbodige activiteit en over het algemeen oersaai. Ze zijn ook meestal opgedoekt tegen middernacht.
Eekhoutdriesstraat 67 - 9041 Gent / België T +32 9 251 05 75 - F +32 9 251 62 40 info@geersoffset.com - www.geersoffset.com
Wim Loots adv_Geers_125x190.indd 1
22/04/13 08:58
‘Spotgeesten’ - De Reynaertghesellen (2013) © Christophe Ketels/Cie Gagarine
De Guldenkolenslag Joris Denoo
I
k moet jullie melding maken van een binnenlands drama. Heel lang geleden, toen de dieren nog spraken, wellicht West-Vlaams, had ik een huis met een zeer grote tuin. Waaiende bomen, diepe putten, hoge bergen, bedden groentes, gaarden fruit. Een waar paradijs, kortom. Niets liet vermoeden dat zich daar een vreselijk doch kleurrijk drama zou afspelen. Mijn tuin bracht elk jaar honderdvoudig op. Ik sproeide en harkte en hakte dat het een lieve lust was. Ik plantte en zaaide en luisterde naar de raadgevingen van mannen met brugpensioen. Alles gedijde naar behoren. Hoe welig tierden mijn vruchten! Maar op een dag trok ik ogen als postorderschoteltjes. Ik had per ongeluk tachtig rodekolen in mijn zeer grote tuin geplant. Rodekolen! Tachtig! Die groente haatte ik als de ziekte. Ik vond het eerder een blauwte, een schaamte. Dat ik dat niet gezien had! Ik had me weer eens in de kleur vergist. Het resultaat was een glanzende blauwachtig roodpurperen slagorde rodekolen, strak in het gelid, klaar om tachtig middag- of avondmalen grondig te verpesten. Tachtig galgenmalen … dat kon ik onder geen beding laten gebeuren. Toen greep ik resoluut in. Geschiedenis wordt vaak geschreven door kerels die een plotse beslissing nemen. Er hielp geen lievemoederen meer aan. Om mijn geweten wat te sussen knielde ik eerst neer. Ik at een kluit van die vruchtbare moeder aarde, zoals de Vlaamse aalmoezenier deed vlak voor de grote schok in 1302 hier ter stede Kortrijk. Dan pakte ik mijn spade. Ik zette die op haar scherpst en onthoofdde daarna een na een die roodpurperen ondingen met een stevige hauw. Toen het bloederige slagveld vol afgehakte blauwte lag, katapulteerde ik met een waar genoegen tachtig onthoofde rodekolen tegen de tuinmuur achter in het kiekencompartiment. Met een doffe knal spatten die daar uiteen en gleden zieltogend naar beneden. Mijn handen zagen purper van het kolenbloed. Nog altijd hoor ik de geluiden van de ontploffingen. Dit drama speelde zich in de vroege valavond af. Het was een weertje om naar te fluiten. De zon kleurde de kim bloedrood. Zij was getuige van de Guldenkolenslag in mijn tuin. Na mijn overwinning op die tachtig vijanden boog ik me liefdevol over mijn andere groentes, die ten minste nog groen waren. Ook aaide ik liefdevol mijn drie perzikbomen. En ik tekende twee doelpalen op de tuinmuur en gooide kleine patatjes naar Pinard de poes, die kon keepen als de beste. U ziet: ik ben geen onmens. Ik barst van liefde en begrip. Alleen legden mijn kiekens uit schrik die avond ieder nog een extra ei.
juni 2013
22
23
O In de reeks hoe kunst kan helpen bij onze scenografie, zoeken we deze keer inspiratie bij vier Vlaamse schilders. Jef Mellemans
W
e starten bij De nacht (1908) van Léon Spilliaert (1881-1946), de specialist van de sterke licht-donker-effecten en de hallucinerende sfeer. Als je een enscenering wil die niet ‘vlot’ aanvoelt, die wat tegenwringt, die een lastige dynamiek uitstraalt, dan doet Spilliaert ons hier enkele suggesties. Het perspectief vertrekt van centraal midden achter. Door het sterke tegenlicht weet je niet of de man komt of gaat. De loodrechte lijnen houden de actie gevangen. Let op de twee dominante lichtbundels van de straatlantaarns (je moet maar durven), de drie prominente zuilen en de zwarte stang voor het raam rechts. Personages kunnen alleen van links voor komen en worden naar midden achter gezogen. Als zo iemand zich plots naar voor (naar het publiek) zou keren, geeft hij een opvallende commentaar, is hij tegendraads. Wie van tussen de pilaren uit de donkere gaanderij komt, kan alleen maar geladen zijn met een zware ‘tristesse’. Zelfs het raam rechts kan de somberheid niet keren. Zo’n scenografie loopt het risico alles dubbelop te tonen; trage bewegingen, donkere muziek, zwarte kledij, doorwrochte teksten, enzovoort. Tenzij je resoluut kiest voor contrast. Maar dan moet je van goeden huize zijn en er een goeie reden voor hebben. Voor wie twijfelt aan de dynamische lijn van links naar rechts, moet het beeld eens gewoon spiegelen. Plots gaat het licht aan!
p huisbezoek met De slechte dokters (1892) van James Ensor (1860-1949). Als je ‘groot’ wil spelen met maskers, pruiken, overacteren, enzovoort, is Ensor de ideale bron. Het oogt vaak druk, maar is meestal heel sober en ook eenvoudig realiseerbaar. Deze figuren dragen slechts zwart en wit. Veel stukken en auteurs (bv. Dürrenmatt) verdragen best zo’n groteske aanpak. De grootste aandacht gaat naar de lange dokter (derde figuur vanaf links) dankzij de ‘lijnen’. Zijn hoofd is de punt van de driehoek gevormd door de darmketting en de spuitinhoud van de man in het raam. Alle ogen zijn op hem gericht. Ook de zeis en de hand van ‘pietje’ wijzen in zijn richting, net als de lijnen van de planken vloer. Let op de soberheid van de kleuren. Het geheel leert ons dat hoe grotesker wij iets willen tonen, hoe soberder we moeten ensceneren. Overdaad schaadt. De opening links en het raam rechts boven zijn voldoende om een dynamiek te creëren. Deze enscenering kan op een piepkleine scène. Omdat er enkel een klok aan de wand hangt, zien we dat de man in het venster de slinger stil houdt. Zelfs het kleine spinrag in de hoek links boven ontsnapt niet aan onze aandacht. Door die soberheid komen alle rekwisieten en handelingen tot hun recht. Let op de symmetrie van kleur en vorm tussen de zeis en de schouderband van de dood. De enscenering vertelt een verhaal.
A
ls uitsmijter: L’homme aux semelles de vent (2005) van Hans Vandekerckhove (1957-). Deze betrekkelijk jonge kunstschilder is geëvolueerd van neo-expressionist over quasi abstract naar opnieuw figuratief schilder. Dit voorbeeld zondigt tegen een paar regels van onze klassieke opvatting over esthetica. Het onderwerp, boom en personage, staat pal te midden van het beeld. We zijn door die positionering verplicht te kijken naar de persoon en de boomstam. Dus geen dynamiek? Toch creëert het een zekere onrust en beweging. Als we dat herkennen, hebben we weer een paar scenografische middeltjes. Er is vooreerst de onduidelijke tuinman, te bekomen door een overbelichting op het witte gezicht (grime?). Door de verwante kleuren, die voor een goeie decorontwerper een kluifje zijn, gecombineerd met wat rook of de waterdruppeltjes van een haser bekomen we dat wazig effect. Maar dan is er die bodem met daarboven die bloemen of vlinders. We nemen een niet egaal tapijt, strijken er de juiste kleuren over, priemen er via de onderzijde buigzame stalen staafjes van verschillende lengte doorheen en bevestigen daarop metalen ronde ringetjes overspannen met doorschijnende wit gemaakte stof, nylon of plastiek. Zo krijg je bij de minste zucht een bewegend decor. Wat geduld en vaardigheid volstaan. Let ook op de kijkhoek van de toeschouwer. Hij zit hoger dan de speelvloer. Zo’n standpunt geeft extra mogelijkheden.
G
aan we van de nacht naar De dageraad - El amanecer (1943) van Paul Delvaux (1897-1994). Hij noemde zichzelf geen surrealist, maar wilde “een poëtisch realisme” creëren. In tegenstelling met het vorige beeld, verschuift hier het perspectief naar links achter. Het geheel wordt plots veel opener. Door de situering van de zuilen, verwachten we nu wel activiteit in de ruimte. Ook hier is er sterk tegenlicht, maar het frontlicht van links voor op de witte figuur schept spelverwachting. Eenzelfde dode hoek rechts achter, ondanks het raam en de lichtere wanden. Stel je voor dat het avond wordt, dat op het tafeltje een lamp wordt geplaatst waardoor warm licht de hoek opfleurt, dan mag een zwak blauw maanlicht de grote centrale opening wat wegmoffelen, en krijgen we andere spelmogelijkheden. Maar rechts achter blijft een moeilijke hoek. Scenografie is ook kledij. Let op de lange verticale plooien van het kleed die corresponderen met de lijnen van de zuilen en de wand, waardoor een bijna vierkant beeld toch hoogte krijgt. Deze enscenering kan zelfs op een kleine scène. Bij Delvaux tref je veel van dergelijke wat etherische personages aan. Ook voor sober naakt (zoals het figuurtje in de grote opening) kan je bij hem terecht. Een mooie suggestie tref je aan in de stenen vloer. Een aantal grote plaveien zijn vaak voldoende om de gewenste sfeer te bekomen.
juni 2013
24
25
He b j ij ook e e n the ate rfoto die om e e n be paalde re de n he t tone n w aard is? En w il j e he t ge publice e rd zie n?
Op initiatief van regisseur n we Michèle Ameryckx repeteerde voor ‘het Oneindige Verhaal’ se Ron in in het Muziekbos . om ons er ten volle in te leven
© Robin Peeters - www.musical-info.be
De musical ‘De gelaarsde kat’ van Event-Team lokte meer dan vijfduizend bezoekers; het was puur genieten!
Stuur ze dan in naar re dactie @ope ndoe k-vzw .be ! Wij waren weer geweldig toen de discussie startte over hoe we de vleugels moesten dragen in ‘De zevende zonde ’ van Toneelgroep Kladerum uit Baal. Naar boven of naar beneden?
Theater Kunst en Eendracht uit Waregem viert zijn 175-jarig bestaan.
© Bart Van der Moeren
© Jeroen Broeckx
© Miranda Schildermans
f in het Elsie Rottiers. Al 40 jaar actie beetje pijn’ amateurtoneel! Hier in ‘Een . door Theater Vonk
De Koninklijke Rederijkerska mer De Goubloem uit Vilvoord e viert zijn 520-jarig bestaan.
Roland Kenis. 25 jaar acteur bij De Kluchtige Vrienden uit Wellen.
Voor Levet Scones kinderproductie ‘Feest der magiërs’ stonden er maar liefst vier generaties paraat! © warevreugd.03.2013 © KT Rostune vzw
© Tine Van den Bogerd
De jongerenafdeling ‘Hermelien +16’ van de Reynaert kring Daknam schreefsamen met de regisseur ‘De kans’. Er werd gedebatteerd,geëxperimenteerd en geïmprov iseerd.
eater De actrices in ‘Lilith@online’ van Loftth es uit Wilrijk knoopten de honderd knoopj van elkaars jurken toe om zich zo snel mogelijk te kunnen omkleden.
De cast van ‘Zomerdagdroom’ van Toneelvereniging ’t Olsenaarke.
De vrijwilligers van het Dienstencentrum De Klitsberg voeren eenmaal per jaar sketches op voor het wat oudere publiek van de stad Bering en.
Pol Anrys was zelf ook aanw ezig op een voorstelling van ‘Martha en Mathilda’ van Toneelkring Ware Vreugd uit Waardamme.
© Bart Van der Moeren
ap Weredi Lot,
‘Aladdin’ van Het Koninklijk toneelgezelsch een productie om nooit te vergeten!
Het decor van ‘Bedgeheimen’ van KT Rostun e vzw uit Sijsele bestond uit losse elementen die op diverse manieren werden gebruikt om uiteindelijk samen een bed te vormen.
De decormannen van ‘Comme chez Swa’ van Wilt van Gheeste uit Koekelare in de spotlichten!
De medewerkers Gerda Lenaers, Marie- José Swinnen, Romain Neys en André Droogmans en actrice Griet Raymakers van ‘’t Brugske’ uit Stokrooie werden gehuldigd voor hun 25 jaar inzet bij de groep.
© Kelly De Haes
Actrice Ann Goormans hier in ‘Wolf’ van theater Foesiemauw heeft het aangedurfd om een nieuwe formule uit te proberen: theater mét kinderen.
De foto van ‘Een sneeuw’ Toneelgroep ‘t Rad uit Elene bevat alle aspecten van het stuk maar roept evenveel vragen op.
Theater VTV Ronse bestaat 100 jaar!
Met ‘de Naamlozen’ van het Stalteater Oelegem naar de stuwdam van Gileppe. KO uit Kontich De vrouwelijke animatiegroep SI.LOL biedt elk jaar een ludiek programma aan.
De Moedige Strijders uit Halle-Essenbeek oefenden een dansje op ‘Thriller’ bij het groeten bij ‘Erven is... sterven’, één en al plezier!
juni 2013
26
27
Ieder nummer grasduinen we in de collectie van de theaterbibliotheek van OP&doek. Toch je gading niet gevonden? Neem dan een kijkje in onze catalogus. Al de besproken teksten kan je ontlenen via www.theaterbib.be. Frans Vanderschueren & Alexis Desiron
Een lolita Bernard Dewulf
Het verhaal - hoe een man verliefd wordt op een jong meisje, haar moeder trouwt, met haar wegloopt en haar uiteindelijk verliest omdat zij onafhankelijk wil zijn - behoort tot de wereldliteratuur en heeft vroeger menigeen gechoqueerd.
1H, 1D
Hetzelfde verhaal wordt hier verteld in afwisselende en elkaar overlappende monologen van de man en van het meisje. Het meisje is nu ook een oudere vrouw die terug kijkt, maar soms weer het meisje. In tegenstelling met het boek dat beschrijft, krijgt het verhaal nu leven door de emoties van beide personages die terugblikken en hun huidige gevoelens afwegen tegen die van vroeger. De sterkte van het stuk ligt in de taal die al die emoties toelaat. Een zeer mooi stuk, intrigerend en zeker het spelen waard voor een luisterend publiek. (FVDS)
toneelspel
Breekbaar
“Het herschreven verhaal van ‘Lolita’ van Nabokov voor toneel.”
avondvullend
Jef Mellemans
Zij Hij
Ik denk dat ik alles heb ingepakt. Ok.
Scènes uit een huwelijk
“Psychologisch verhaal over hoe een perfect koppel uit elkaar gaat om elkaar dan terug te vinden.”
2H , 6D
Na een jaar komt Johan terug, maar Marianne begint te herstellen van de toegebrachte slag en ze besluiten te scheiden na een ontlading van haat en agressie. Enkele jaren later zijn beiden hertrouwd maar zijn ze elkaars minnaar geworden. Door de eerlijkheid die deze relatie meebrengt, vinden ze elkaar eindelijk. In zes scènes wordt het psychologische spel en de emotionele evolutie van beiden getekend. Een zeer sterk, prangend en boeiend stuk dat spijtig genoeg niet voor een doorsnee publiek is. (FVDS)
Ingmar Bergman; vertaling Karst Woudstra
Het breekbaar spul zit in die grote doos.
Ik heb het er op geschreven. In koeien van letters: BREEKBAAR. Dank je.
’t Is maar dat je ze niet onderste boven houdt. Waarom zou ik ze onderste boven houden?
Jij durft de wereld wel al eens op zijn kop te zetten. De wereld, ja.
Maar geen kartonnen doos? Nee. Toch niet als er ‘breekbaar’ op staat.
Dat ik dat niet vroeger heb geweten. Wat?
Niets. Hoe weet jij wat de bovenkant is? Dat zie je toch. Wie schrijft er nu ‘breekbaar’ onderste boven?
drama avondvullend
Johan en Marianne zijn het perfecte koppel, in een burgerlijke levensstijl staan ze boven de alledaagsheid. Stilaan ondervindt Marianne echter een vage angst die ze niet in woorden kan vatten. Als een donderslag bij heldere hemel vertelt Johan dat hij een ander heeft en weggaat. Marianne stort in.
Met de bovenkant van de letters naar onder.
Ik misschien? Waarom zou je? Dat heb je toch nog nooit gedaan.
Het moet eens de eerste keer zijn. Ja.
Zoals nu. Zit dat glazen vogeltje erin? Dat handgeblazen vogeltje uit Murano?
Venetië! Dat ik van mijn moeder heb gekregen! Dat uccello’tje!
Dat uccello’tje! Hoe jij dat… Zit het erin?
’t Zal niet weg vliegen. Zit het erin?
David Tristram; vertaling Jacques Van den Bergh
Is het breekbaar? Dan zit het erin. Dat uccello’tje heb ik verpakt met al het papier van de weekendkrant. Ik wil het niet op mijn geweten dat ook dat nog breekt.
Verwacht jij iemand?
1H , 1D
Waarom? Er wordt gebeld.
Niet voor mij. Nee?
komedie
Nee. Ik ga niet weg. Ook niet voor mij. Dat is nog een dik uur te vroeg.
Hoeveel te vroeg? Nog een dik… Goh, laat maar zitten. Maar doe dan toch open. Dat is nu al de derde keer…
De geheime levens van Henry en Alice
Monologen spreken
Dirk, uw partner voor een zorgeloze verhuis! ’t Staat op zijn vrachtwagen. Uw partner. Ok, ik zal hem binnen laten. Morgen, meneer. Morgen.
Let op, alsjeblieft, ’t is erg breekbaar.
Piet Daamstra
1H of 1D
Welke handelingen kunnen we voorafgaand aan deze scène stellen? Zijn zij noodzakelijk? Hebben we rekwisieten nodig? Geluiden, zoals een deurbel? Hoe varieert het ritme in deze tekst? Hoe kunnen we stiltes met emotie laden? Is de verhuizer, als zichtbaar personage, onmisbaar? Hoe ensceneren we deze scène zodat ze het meest kwetsbaar overkomt? juni 2013
28
Henry en Alice, een gehuwd koppel, zijn in een soort midlifecrisis. De verveling slaat toe, de routine wordt pijnlijk, allebei zoeken ze een uitweg in dagdromen waarin hij vrouwen verleidt, op de bank van een psychiater terechtkomt, directeur van een groot bedrijf is,…en waarin zij op vakantie gaat naar Kenia, bij het ziekbed van Henry zit, op een party mannen verleidt,… In een snelle opeenvolging van flashbacks, heerlijke dialogen tussen de twee, monologen naar het publiek toe en soms hilarisch-absurde scènetjes met imaginaire tegenspelers worden de sleur en de stiekeme fantasietjes van de personages getekend. De humor is droog Engels op zijn best. De situaties, hoewel uitvergroot, zijn zonder meer voor iedereen herkenbaar. Uiterst veeleisende rollen en ook voor de regie geen gemakkelijk stuk. Toch zeer toegankelijk voor een breed publiek. (AD)
avondvullend
Veel te vroeg. Ik verzet mij niet. Kijk, Dirk klopt al op het raam. Hoe weet jij dat hij…
“Een hilarische, soms absurde komedie.”
monoloog
eenakter
“Een verzameling van 30 korte vertellingen in monoloogvorm, tijdsduur telkens 10 à 15 minuten.” De stukjes hebben alle een overwegend dramatische inhoud, waarbij de dood en spelingen van het noodlot dikwijls een hoofdrol spelen. De auteur nodigt (op de cover van het boek) uit om zijn soms bizarre verhalen naar wens aan te passen, te verkorten of verder uit te werken. Ze kunnen dus een inspiratiebron zijn om naar believen één of meerdere van de thema’s te bewerken naar eigen inzichten en smaak. Het taalgebruik vraagt alvast aanpassingen: Daamstra hanteert een redelijk literair correcte taal die zich niet altijd leent voor een vlotte vertelling. Iets anders dan anders, voor wie inspiratie zoekt voor emotionele of dramatische vertellingen. (AD)
29
Het begon met een kus John Godber; vertaling Gie Beullens
2H, 4D
“Een amusant stuk voor jongvolwassenen over een vierjarig verblijf aan de theaterafdeling van een universiteit.” Dan en Rijk hebben zich ingeschreven voor een opleiding tot toneelleraar. Samen met drie meisjes en hun lerares Barb ontwikkelen ze zich in die vier jaar durende studietijd, langsheen verschillende fases en avonturen, tot eigen persoonlijkheden. Ze leren niet alleen zichzelf beter kennen maar ook hun verhouding tot de anderen. Dat allemaal in gemoedelijke en humoristische scènes. Vlot geschreven verhaal, ideaal voor volwassen tieners, dat in een razend tempo vier jaar overloopt die zo bepalend zijn voor hun ontwikkeling. Daardoor is het stuk opgebouwd uit veel scènes met een verschillende eigenheid en geeft het zo een caleidoscopisch beeld van het gevoelsleven van die jonge mensen. Ideaal voor deze leeftijdsgroep. (FVDS)
komedie
avondvullend
Daar alleen kan liefde wonen Magda Van der Aa
4H , 8D (dubbelrollen mogelijk)
“Een degelijk en oer-Vlaams volksstuk over het opgroeien van een meisje in een bepaald milieu.” Heidi Vleugels groeit op bij haar ouders, grootouders, tantes en buren. Ze evolueert van een lief meisje naar een moeilijke tiener, een zoekende jong volwassene om uiteindelijk zoals het past in een echt volksstuk een’ happy end’ te vinden. In een afwisseling van kleine vertelmonologen om de situatie te schetsen en een aantal kleinere speelscènes zien we Heidi evolueren. Het is alsof men het stuk op een winteravond vertelt aan een aandachtig publiek dat in enkele uren tijd wil weten wie Heidi is en hoe ze terecht gekomen is. Een eenvoudig verhaal in een sobere, mooie taal die nooit plat is maar ‘goed bekt’. De personages zijn echt en geen typetjes. Een aanrader voor wie nog eens een volksstuk wil spelen. (FVDS)
volksstuk
avondvullend
De Godmother
“Kluchtige en burleske parodie op een maffia-thriller.”
Luuk Hoedemaekers
Dona Vita Carleani vindt het hoog tijd dat haar zoon Sonny trouwt met Isabella Rupo om zo een verbond tussen twee concurrerende maffiaorganisaties te smeden. Sonny is echter in het geheim verliefd op Eef, een politieagente in opleiding, iets wat de clans uiteraard niet mogen weten. Snode plannen worden gesmeed om het huwelijk te saboteren. Een huishoudhulpje, een inspecteur van de RVA en een directrice van een uitzendbureau komen steeds weer de plannen verstoren. Uiteraard volgen de onvermijdelijke persoonsverwisselingen en misverstanden, aangedikt met spraakgebreken, vermommingen en verkleedpartijen.
5H, 5D
klucht
avondvullend
Een goede klucht met beproefde ingrediënten. De lach is nooit ver weg. De situaties, zowel visueel als tekstueel, zijn soms hilarisch terwijl en passant rake tikken worden uitgedeeld naar de hedendaagse politiek en samenleving. Spannend ook, met een snelle opeenvolging van verrassende plotwendingen. Voor een breed publiek, maar een uitdaging voor regie en acteurs. (AD)
Duetten
“Vier korte romantische komedies.”
Peter Quilter
1 tot 4H, 1 tot 4D
komedie
avondvullend
Vier mannen, vier vrouwen. Elk op een keerpunt in hun leven: Een vrouw en een man op leeftijd op een blind date: zullen ze een diner samen riskeren? Een homoseksuele baas en zijn secretaresse. Van hem moet ze eindelijk het leven in, hem vergeten en een man zoeken. Hij trakteert haar op een cruise. Ze wil dat hij meegaat. Een koppel in volle echtscheiding gaat toch maar samen op verlof in Spanje. Uiteindelijk was alles op voorhand al betaald. Scheiden ze uiteindelijk? Een man helpt zijn zus bij haar derde huwelijk. Haar kleed is een verschrikking en alle voortekens wijzen op een ramp. Doet ze het toch? In heerlijke, bitterzoete, soms hilarische dialogen worden herkenbare, waarachtige gevoelens van de personages prachtig weergegeven. Een aanrader voor een breed publiek. (AD)
juni 2013
30
Ontwerp www.mixwerk.be — VU: Frank Verdru, Sulferbergstraat 5, 8954 Westouter EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING: EUROPA INVESTEERT IN ZIJN PLATTELAND
in Westhoek-Zuid