5 minute read
HET IS GOED DAT MENSEN NAAR HET VERHAAL VAN 1942 LUISTEREN
Die ervaring deel ik als lezer met u: bij het begin keek ik wat op tegen een dagboek dat dag na dag feiten vertelt, maar algauw werd ik opgeslorpt door het verhaal en benutte ik elk vrij momentje om verder te lezen. De feitenopsomming werd een doorleefd verhaal.
Mechelen, publiceerde al meermaals over de periode van Wereldoorlog II. Wat zette u aan om over de gebeurtenissen van het jaar 1942 in een Antwerpse wijk te schrijven?
Advertisement
Als ik terugkijk op mijn publicaties merk ik dat ik relatief weinig artikels maar meer boeken heb geschreven. Zoals op andere vlakken van het leven, speelt toeval bij het kiezen van thema’s mee. Ik ben zowat van het ene project in het andere gerold, ook bij dit boek. Oorspronkelijk wilde ik met een collega een boek over de monarchie schrijven, maar toen we aan Leopold III kwamen, ontdekten we dossiers waar we toch wel even van schrokken. Dat resulteerde in 1994 in een boek van 1261 pagina’s enkel over Leopold III en de oorlog. Dat was eigenlijk de eerste deftige studie gebaseerd op degelijke bronnen over de koning in die periode. In dat boek zijn ongeveer 80 pagina’s gewijd aan het antisemitisme van Leopold III. Even later werkte ik mee aan de uitgave van een oorlogsdagboek, waardoor ik nog meer in het thema werd getrokken. Eigenlijk ben ik er nooit meer uitgeraakt. In 2000 verscheen een boek van Lieven Saerens dat de betrokkenheid van de Antwerpse politie tijdens de Jodenrazzia’s duidelijk maakte. Dat was een steen in de kikkerpoel. In 2005 wilde ik daar verder op werken. Ik ben aan het boek begonnen vanuit de vraag ‘Hoe kan het dat Antwerpse agenten actief mee Joden oppakken voor de bezetter?’ Alle velden waarmee ik tijdens mijn loopbaan werkzaam was, kwamen in dit project samen. Vanaf toen zat het manuscript altijd in mijn boekentas en werkte ik er gestaag aan verder, tussen alle andere opdrachten door. Als ik vijf minuten tijd had, schreef ik er verder aan.
"HOE KAN HET DAT ANTWERPSE AGENTEN ACTIEF MEE JODEN OPPAKKEN VOOR DE BEZETTER?”
(Herman Van Goethem)
Als je wil begrijpen wat mensen toen meemaakten, moet je jezelf naar 1942 verplaatsen. Dat doe je door in de tegenwoordige tijd te schrijven zoals in een dagboek. Je weet immers niet wat er morgen komt. Vergelijk het met onze beleving van de oorlog in Oekraïne nu: we weten niet wat er morgen, volgende week, volgend jaar staat te gebeuren. We kunnen enkel afwachten hoe de dingen lopen: kan er onderhandeld worden, zal er onderhandeld worden? De tegenwoordige tijd is een goede stijlfiguur om de onwetendheid over morgen weer te geven. Ik vertel ook ‘futiliteiten’: ik schrijf dat het heel koud was, een feit dat natuurlijk op dat moment hoegenaamd geen futiliteit was in de beleving van de mensen. Ik moest ook zogenaamde flashforwards inbouwen, vooruitblikken om duidelijk te maken wat er met iemand later gebeurt, wat de gevolgen zijn van een daad. Zo beschrijf ik het verhaal van Wilfried Depret die als jong kereltje bij het verzet belandt en tijdens een amateuristische ‘aanslag’ de ruiten ingooit van het kantoor van het VNV aan de Frankrijklei. Even later wordt hij opgepakt en zal hij tot 1945 in verschillende concentratiekampen belanden. Ik heb die man op zijn kamer in de Pothoekstraat geïnterviewd toen hij flink in de 80 was. Door hem te laten vertellen in interviewvorm krijg je een vooruitblik op de gevolgen van een daad en kan je die beter situeren. Door die stilistische middelen toe te passen, wordt het verhaal meeslepend.
Doorheen het boek staan er foto’s van de Joodse mensen waarover het gaat. Wat me opvalt is dat er nauwelijks ultra-orthodoxe chassidim bijstaan, in tegenstelling tot het straatbeeld in de wijk vandaag. Ook schrijft u dat de Joodse kinderen naar de gewone stedelijke scholen gaan, tegenwoordig een heel andere praktijk.
De Joodse gemeenschap vandaag is anders samengesteld dan toen. Vandaag zijn er veel meer Joden afkomstig uit Joodse ‘sjtetl’ (dorpje, stadje) die in 1945 zijn ingeweken. Het zijn veelal arme en zeer vrome Joden. Slechts 10 procent van de Poolse Joden had de oorlog overleefd. Zelfs in 1946 was er nog een progrom geweest. Veel Joden gaan daarom voor het Poolse antisemitisme op de vlucht en komen in Antwerpen terecht. Daar nemen zij de plaats in van Joden die verdwenen zijn in de concentratiekampen. Het kan ook zijn dat ze niet meer willen terugkeren naar de stad wegens het heersende antisemitisme en zich liever bijvoorbeeld in Brussel vestigen.
Uw boek, ‘Wil’ van Jeroen Olyslaegers, ‘De Draaischijf’ van Tom Lanoy, ‘De kinderen van Lanoye en van het verzet’ op televisie, de zeer druk bijgewoonde herdenkingswandeling door de wijk op 28 augustus 2022, de ‘Stolpersteine’ (zie artikel in vorig nummer van Het Kwartiertje) op veel stoepen in de wijk, … Vanwaar de revival van herinneringen aan de oorlogsjaren?
Het woord ‘revival’ (opleving) is misschien niet zo correct. Je kan eerder spreken van een ‘begin van’. Het is eerder straf dat heel die geschiedenis vergeten was.
In 2017 bij de 75ste verjaardag van de Jodenrazzia’s gebeurt er compleet niets rond. Dan komt het initiatief van het Zurenborgse buurtcomité Curieus rond de school Crea 16 waar tijdens de razzia’s mensen verzameld werden. Ze hebben mij toen gecontacteerd en samen hebben we een herdenkingswandeling in gang gezet. Ondertussen is die jaarlijkse wandeling een ritueel geworden: op dezelfde plekken lezen we dezelfde teksten voor. In 2019 volgde mijn boek dat veel wakker maakte. Bart De Wever heeft dit – na aanvankelijke aarzeling - erkend. Er is een commissie opgericht voor de herdenking van de oorlog. Er komt een groot monument aan het Loodswezen om de diverse slachtoffergroepen te herdenken: slachtoffers van de V-bommen, politieke gevangenen, gesneuvelde militairen, Joodse slachtoffers, … De vzw Open Huizen organiseert lezingen en rondleidingen. Gelukkig is er dus ondertussen behoorlijk wat op gang gekomen.
"HET
Is Belangrijk
OM DE VERHALEN UIT
HET BOEK AAN MENSEN
MEE TE GEVEN. LAAT
HET MAAR HOREN, DAN
DENKEN DE MENSEN
WEERAL EENS NA.”
(Herman Van Goethem)
Past de naamsverandering van het ‘Delwaidedok’ naar ‘Bevrijdingsdok’ in die tendens?
Inderdaad. De week na mijn boekvoorstelling waarop de burgemeester aanwezig was, werd aangekondigd dat de naam van het dok zou veranderen in Bevrijdingsdok. Door ’1942’ was het duidelijk geworden dat het stadhuis een actieve rol had gespeeld in de organisatie van de razzia’s en dat de stad dus nog kritischer moest omgaan met de herinnering. Namen geven aan straten en pleinen, aan een dok, een standbeeld oprichten, doe je om iemand te eren. Je maakt ermee duidelijk van welk soort wereld je droomt. Mensen hebben verdiensten, maar mensen maken ook fouten. Als je op een bepaald moment vaststelt dat de weegschaal doorslaat naar de foute kant, moet je concluderen dat die namen of beelden niet langer gepast zijn en moet je stappen ondernemen.
Waarom vindt u het belangrijk om het verhaal bij ons in het buurthuis te komen brengen?
Eerst en vooral: ik doe dat graag. Ik ben nog steeds een lesgever, ik heb er behoefte aan om te vertellen, uit te leggen. Het is ook gewoon belangrijk om de verhalen uit het boek aan mensen mee te geven. Laat het maar horen, dan denken de mensen weeral eens na.
Herman Van Goethem In Gasthuis 28
Op dinsdagavond 16 mei 2023 kan je Herman Van Goethem in Gasthuis28 zelf aan het woord horen over zijn boek “1942”.
Meer info via gasthuis.28@gmail.com
Inschrijven via https://www.gasthuis28.be/agenda/