HKU 24/7 magazine

Page 1

“ Je bent er de hele tijd mee bezig. Alles wat je ziet kun je gebruiken.”

studenten vertellen je hoe het echt is om aan HKU te studeren

“ Bij wijze van spreken moet je accepteren dat het je leven overneemt.”



voorwoord Dit magazine hebben we gemaakt om jou een zo goed en eerlijk mogelijk beeld te geven van waar HKU voor staat en wat je kunt verwachten als je bij ons komt studeren. Per studierichting staat er een interview in met een eerstejaarsstudent en een afgestudeerde. We hopen dat je zo een idee krijgt van wat voor soort studenten wij zoeken en van hoe het leven ná je opleiding eruit kan zien. Verder vind je in 24/7 informatie over onder a ­ ndere kamers zoeken en toelating doen, mét tips van de eerste­jaars studenten. Artikelen over een aantal s­ peciale HKU-projecten geven de sfeer van de s­ tudie weer, en overzichten per studierichting laten zien waar je allemaal uit kunt kiezen. Wil je meer weten? Heb je na het lezen nog vragen? De eerstejaars studenten zitten allemaal op Facebook. Hieronder zie je waar je ze kunt vinden. Op hku.nl vind je alle algemene informatie en ook uitgebreide ­beschrijvingen van alle opleidingen. Veel plezier met lezen en succes met kiezen! KU Urechts Conservatorium H hku.nl/jorinde

HKU Beeldende Kunst hku.nl/marleen

HKU Muziek en Technologie hku.nl/marijnmt

HKU Media hku.nl/sjoerd

HKU Games en Interactie hku.nl/kris

HKU Design hku.nl/wout

HKU Kunst en Economie hku.nl/marijnke

HKU Theater hku.nl/brit


inhoud

U K H st

H

K

U

m

ku n

ed

st

ia

en

ec

on

om

ie

Waarom hebben onze studenten voor hun studie bij HKU gekozen en hoe gaat het in het eerste jaar met hen? Voorafgaand aan elke studenten足 reportage lees je welke andere aanverwante afstudeerrichtingen gegeven worden aan HKU.

14

in te ra c

ti

e

H

K

U

be

el

de

nd

e

ku n

06

U K H

H

K

U

de

ga

si

m

gn

es

en

22

30

38


H

U

U

K

K

H

s

en

70

t

62

nt ac

co

ht s

ig

ot l

ti p

sp

u

k

h

ht s

re c

ut

er

ns

co

46 54

74

m

iu

va to r

U

K

H

U

K

H

th e

at er

k

ie

m uz en og ie

ol

hn

te c


De kracht van veelzeggend beeld We gebruiken de hele dag media en krijgen veel beelden onder ogen. Maar welke beelden zijn waardevol, en hoe kun je in zo’n jungle van informatie mensen echt raken? Jij als student Media bent hier een expert in. Je kent en beheerst veel visuele disciplines, waarbij je steeds de regie pakt en voor elke boodschap de vorm kiest met de meeste kracht. Die kracht ontwikkel je doordat je artistiek en zelfstandig nadenkt over je vakgebied, vanuit heldere concepten werkt en goed kijkt naar de wereld en hoe je die verder kunt helpen. Zo maak jij in een stortvloed van informatie dat ene beeld of project dat echt iets toevoegt. Zonder omhaal van woorden vertel je het verhaal dat het verschil maakt. Uitgebreide informatie over de mediaopleidingen vind je op hku.nl/media

Animation

Illustration

Bachelor of Design, croho 39111

Bachelor of Design, croho 39111

Audiovisual Media

Image and Media Technology

Bachelor of Design, croho 39111

6

Bachelor of Design, croho 39111

Graphic Design

Photography

Bachelor of Design, croho 39111

Bachelor of Design, croho 39111


HKU media

7


sjoerd


HKU media

Sjoerd Martens (21) studeert Image and Media Technology aan HKU Media. Hij is al zijn hele leven geboeid door het fenomeen beeld en scoorde als freelancer goede klussen. Toch wilde hij terug naar school, om zijn eigen verhaal te leren vertellen. Een gesprek over einzelgängers die moeten leren samenwerken, onbegrijpelijke filmpjes, en hoe je de overkant bereikt. hku.nl/sjoerd

ver je eigen o verhaal vertellen Mijn fascinatie voor beeld begon al als jongetje, met websites bouwen. Daarna ging ik meer de grafische kant op, posters ontwerpen enzo, en daarna raakte ik weer helemaal in de ban van montage. Op een gegeven moment werkte ik als freelan­ cer en werd ik gevraagd om een filmpje te monteren – bleek dat dat manshoog op Times Square is vertoond. Dus ik weet wat het is om commercieel succes te hebben of belachelijk veel geld te krijgen voor één dag werk ... maar zelf heb je daar niet zoveel aan. Natuurlijk heb je soms inhoudelijk wel veel vrijheid hoor; je kunt opdrachten naar je hand zetten, en ik kan het ook zeg maar afstrepen, dat ik dat technisch kan. Maar de meerwaarde van het kunstenaar zijn is

denk ik dat je meer je gevoel erin kwijt kunt. Gewoon wat jij te vertellen hebt. In plaats van het verhaal van een ander, vertel je je eigen verhaal. Tot nu toe zijn mijn eigen filmpjes best abstract. Ik probeer er naartoe te werken dat het publiek het ook snapt, [lacht] want nu krijg ik vaak terug dat mensen het niet snappen. Nou ja, dat zie ik zelf ook wel. Maar het ideaal is dat mijn publiek na gaat denken over het idee dat ik wil overbrengen. Het hoeft niet altijd een concreet verhaal te zijn, maar hoe het eruitziet moet ervoor zorgen dat je even wordt meegetrokken in een we­ reldje. Dat als het afgelopen is, je echt zo zit van ‘wow’. Dat het een soort hypnose is.

9


over het vak In dit vakgebied leer je wereldjes op­ bouwen met beeld. Je hebt een concept of een verhaal, en hier leer je dat op heel veel ­manieren over te brengen. Je denkt in verschillende media, die hebben vooral te maken met bewegend beeld. Dat kan een video-installatie zijn, of een filmpje, of een videoclip. Vaak op kleine schaal: je bent zelf verantwoordelijk voor het hele proces. Dus niet zoals bij een speelfilm, waar je maar een klein onderdeeltje bent van een proces. In principe kun je alles zelf doen. Daar word je in ieder geval op getraind.

Het zit wel een beetje in de opleiding dat mensen graag hun eigen ding doen. Je werkt later vaak wel in een groter team­ verband, maar jouw specifieke taken kun je alleen uitvoeren. Je kunt dan dus toch veel van je eigen artistieke ideeën in het eind­ product kwijt.

ver einzelgängers o en samenwerken

10

Waar je precies terechtkomt, ligt er denk ik maar net aan welke richting je kiest. Als je bijvoorbeeld richting special effects gaat word je opgeleid voor een heel specifieke functie – terwijl je ook zelfstandig video­artist kunt worden, en dan zul je veel meer zelf je plek in het werkveld moeten zoeken. In het tweede jaar ga je sowieso meer toegepast werken, bijvoorbeeld een videoclip maken voor een artiest. Maar in het eerste jaar ­vragen ze je vooral om alles uit te proberen, het is nu eigenlijk nog één grote speeltuin.

Samenwerken wordt ook supergoed getraind. Dat samenwerken is echt ... intens. We wer­ ken nu met tien man samen om een maga­ zine te maken ... Dan zit je echt van ‘hoe dan?’ Er zijn twee redacteuren aangewezen en twee vormgevers; de rest maakt items. En nu moeten we de hele tijd heel veel met elkaar bespreken en kijken van ‘oké, klopt dit nog met dat?’ Je mag je eigen ding doen, maar het moet wel allemaal kloppen met elkaar en een verhaal vormen. Wij zitten qua toegepastheid denk ik tussen iets als fine art en game design in; je kunt wel je eigen ding doen, maar het moet niet alleen maar voor jezelf zijn. Het moet ook anderen aanspreken, en om dat te bereiken moet het verhaal dat je vertelt kloppen. We hadden bijvoorbeeld het vak ontwerpproces­ sen. Daar werkten we allemaal met één eigen concept; het hele blok lang moesten we dat concept steeds opnieuw gaan benaderen en finetunen. Dat je het dan helemaal kapot­ presenteert. En dat je merkt dat het steeds beter wordt.


HKU media

over harde lessen Laatst moesten we elkaar in de klas ‘bestempelen’, en ik werd bestempeld tot schreeuwlelijk. Ja, eh. Dat vond ik wel negatief. Het komt denk ik omdat ik in de klas eigenlijk vanaf dag één, iedere keer als andere mensen moesten presenteren, heel veel dingen ben gaan roepen die ik daarbij dacht. Alleen maar om hen te helpen met hun concepten ... gewoon eerlijk zeggen wat je denkt, dan wordt het beter. Maar dat komt bij anderen dus soms over als schreeuwlelijk. Ook daarbij moet je mis­ schien naar het grote geheel kijken, naar of het in de situatie past en of iemand er echt wat aan heeft op dat moment. En dat niet iedereen de dingen opvat zoals jij denkt. Dat loopt misschien wel parallel met mijn creatieve ontwikkeling. Net zoals ik eerst filmpjes maakte die niet te begrijpen waren en ik er nu voor probeer te zorgen dat het wel aankomt; dat geldt eigenlijk ook hier­ voor. Mijn opmerking is alleen behulpzaam voor die ander als die ook aankomt. Daar valt dus heel veel in te leren. Over je vak en over jezelf. Ja, dat is ook wel positief, hoor. Aanscherpen en bewust maken, dat is wat deze opleiding doet.

over de ander bereiken Dat je continu bezig bent met ‘welk ver­ haal vertel ik’, voor een opdrachtgever of voor jezelf, is echt iets van deze studie. En ook dat je bereid bent om dat concept elke keer opnieuw vorm te geven en weer los te laten. Al is het alleen maar ... Stel, je maakt een ­videoclip voor een artiest, dan moet die ­artiest het wel tof vinden. En jij mag eigenwijs zijn en zeggen ‘jongens, ik ga een stop-motion video maken met kleipoppen, want dat vind ik bij jullie passen’, maar als die artiest dat niks vindt, moet je er wel voor openstaan om dat los te laten. Al mijn films zijn eigenlijk allemaal heel viezig. Bijvoorbeeld met een iPhone gefilmd, of wel met een normale camera maar dan is het in de montage helemaal aan gort getrokken. Daardoor zijn het niet heel mooie, technisch goed uitziende beelden, maar dat werkt blijkbaar. Ik krijg vaak terug dat het heel prettig is om te kijken. Als een opdracht­ gever dan zou zeggen ‘ik vind het allemaal een beetje viezig, ik huur jou niet in’ ... dat is lastig. Op dit moment zou ik niet zomaar zeggen ‘oké’. Het is misschien niet zozeer dat je je klakkeloos leert aanpassen, maar dat je leert om zo te communiceren dat je de meerwaarde van jouw stijl kunt overbrengen aan de ander. Je zoekt een mix. Het heeft een hele prak­ tische kant, maar er is ook veel ruimte voor je eigen ideeën. Ik denk dat die mix typisch is voor deze opleiding. Je leert veel verschil­ lende dingen en je wordt op heel veel vlakken getraind. En al die middelen leer je inzetten om de ander te bereiken.

11


12


Suze Swarte, 25 jaar Afgestudeerd in 2014 in de richting Graphic Design. Eigenaar van Suze Swarte grafisch ontwerp. Suze organiseerde na haar afstu­ deren zelf een extra werkstage bij grafisch bureau Thonik. Sinds vijf maanden is ze daarmee klaar en werkt ze als zelfstandige. “Ik kreeg laatst een e-mail over een fluorescerend stickertje dat ik had ontworpen. Was het van ‘in CMYK is het toch goedkoper’. Nou, dat kan dus niet, denk ik dan. Want in het concept moest die sticker net even zo’n knalkleurtje hebben, en in CMYK kan dat niet gedrukt worden. Wat ik dan doe is eerst het concept opnieuw voor die opdrachtgever omschrijven, zodat die het belang er weer van gaat inzien. En vervolgens ga ik zelf allemaal drukkerijen bellen, net zolang tot ik er een vind die toch die sticker wil maken voor dezelfde prijs. Dus dan kan ik terug naar de klant: ‘Kijk, het is toch gelukt!’” Het overleggen met klanten, samen iets moois maken, vindt ze het leukst. “Waar ik van hou is het werken met een uitdagende opdracht, een bijzondere inhoud ... maar zeker ook met mensen. Als je bij een groot bedrijf werkt heb­ ben je leidinggevenden vaak direct contact met de klant en jij meer per mail. Ik vind het een verademing om nu zelf bij mensen op bezoek te gaan. Het is denk ik belangrijk dat je niet boven je klant gaat staan, maar een gelijk­ waardige samenwerking aangaat. Ik probeer te onderzoeken of de vraag van de klant ook echt de juiste vraag is. Ook stellen we samen een opdrachtomschrijving op en geven daar allebei ons akkoord op. Dat werkt eigenlijk heel erg goed.”

HKU media

at is nu W eigenlijk de boodschap? Amper vijf maanden na de start van haar be­ drijf heeft ze meer dan een fulltime baan aan opdrachten. Hoe kan dat? “Het is zo’n zinnetje dat ik veel tegen mensen zeg, ‘kom maar langs, ik help je graag’. Dat is ook echt wat ik het lief­ ste doe, mensen helpen. Mijn eerste opdrachten heb ik voor heel lage bedragen gedaan, bijvoor­ beeld een dummy voor een kookboek. Nou, dat kookboek wordt nu uitgegeven, dus daardoor ga ik alsnog goed betaald een boek maken. Als je in het begin een aantal leuke opdrachten goed doet, vertellen mensen dat door en kun je beetje bij beetje iets meer gaan vragen.” De belangrijkste eigenschappen voor een goede grafisch ontwerper volgens Suze: “Je moet je eigen zwakke punten kunnen analyseren en praktische manieren zoeken om die te verbete­ ren. Ik had bijvoorbeeld nog niet veel praktijk­ ervaring, de trucjes om snel te kunnen werken had ik niet. Eigenlijk werkte ik technisch gezien op een laag niveau. Gewoon omdat je in de praktijk niet rustig een uur over een klein detail kunt doen. Dat was ook een van de redenen dat ik die stage bij Thonik wilde lopen. En ik denk dat je gewoon enthousiasme nodig hebt en dat ook uit moet stralen. Dat mensen denken ‘wauw, wij gaan samen echt iets vets neerzetten’. Waar we op school ontzettend goed les in ­hebben gehad: dat je vanuit concepten werkt. Wat is nu eigenlijk de boodschap en hoe vertaal je die in een beeld? Vorm, dat ontwikkel je door de jaren heen, maar een goed concept opstellen voor een inhoud die ergens over gaat - daar staat of valt je werk mee als grafisch ­ontwerper.”

13


Helpt creativiteit vĂŠrder Ondernemersgeest in kunst, cultuur en creatieve industrie. Nadenken over maatschappelijke toepassingen van beeldende kunst, design, muziek, theater, events, games en media. Dit wordt steeds belangrijker. Hiervoor zijn mensen nodig die een brug kunnen slaan tussen artisticiteit en zakelijk denken. En dit is wat jij als student Kunst en Economie gaat leren. Wil jij een aanjager zijn van artisticiteit en maatschappelijke vernieuwing? Je wordt opgeleid tot (project)manager, producer, zakelijk leider, trendwatcher, marketeer of ondernemer in de internationale wereld van de kunst, cultuur en creatieve industrie. Je leert alles over organiseren, marketing, financiering en ontwikkelen van vernieuwende organisatieen bedrijfsmodellen. Uitgebreide informatie over de opleiding Kunst en Economie vind je op hku.nl/kunsteneconomie

Art and Economics Bachelor of Art and Economics, croho 34951

14


HKU kunst en economie

15


marijn


HKU kunst en economie

Marijn van Rossum (21) studeert Kunst en Economie met de specialisatie Theatre and Performing Arts. Hij loopt stage bij het Nieuw Utrechts Toneel (NUT) en is de ‘vliegende keep’ voor hun locatievoorstelling in Castellum Hoge Woerd. Een gesprek over bluf, creatief ondernemerschap, en de toekomst van kunst. hku.nl/marijnke

ver het karakter o van de opleiding De mensen die hier rondlopen zijn over het algemeen niet degenen die op een podium willen staan. Ik denk dat je als je op het podium staat meer een entertainer bent, die daar wil staan vanuit zichzelf. En dat een organisator meer bezig is met de beleve­ nis van de mensen die daar rondlopen. Je wilt erbij betrokken zijn, omdat je het zo vet vindt en je andere mensen dat ook wilt laten meemaken.

‘Zonder bluf is het leven suf’, een uitspraak van een docent waar ik wel achter kan staan. Je wilt de beste zijn. Waarom? Ja, ik zou een heel mooi antwoord willen geven, dat ik op mijn vijfde iets tegenkwam ... maar dat is niet zo. Ik hou gewoon heel erg van kunst. Die passie voor kunst heb je absoluut nodig, die moet je uit jezelf al hebben. En in deze studie leer je daar concrete dingen mee doen, en dan krijgt die passie echt een boost.

17


over gedrevenheid en kunstenaar zijn

ver het veranderende o werkveld en de rol van kunstmanagers Binnen de kunstwereld is het subsidieverhaal een discussie waarin je snel mensen tegen je krijgt - maar daarom is het juist een heel leuke discussie. Laatst had ik dat gesprek nog met een groepje vrienden. Waarbij de theatermaakster zegt: ‘Zonder subsidie geen grotezaalvoorstellingen, en zonder grotezaal­ voorstellingen verarm je het hele kunstkli­ maat.’ En dan zit er een muziekmanager naast die zegt: ‘ja luister, als er geen draag­ vlak voor is, is er geen draagvlak voor’. Zelf zit ik heel erg op die kunstkant, maar ik ben wel commercieel. Er moet draagvlak voor zijn. Als jij als kunstenaar alleen maar bezig bent met ‘ik wil dit maken, want ik vind dat mooi’ – dat is goed, dat moet je zeker blijven doen, maar zoek dan een kantoorbaan voor twintig uur ernaast. Als je artisticiteit en het financiële niet wilt scheiden, zul je mis­ schien een beetje water bij de wijn moeten doen. Dat betekent niet per se dat je moet maken wat mensen op dat moment willen. Je kunt ook de insteek hebben: oké, er is nu geen draagvlak voor wat ik maak, hoe ga ik dat draagvlak creëren? Dus zowel vanuit je creativiteit werken als vanuit je commerciële denken. Nou - dat leer je hier bij uitstek. Je komt straks in een werkveld terecht waar zo­ veel aan het veranderen is, en waar mensen van deze opleiding zoveel nieuwe ideeën aan kunnen bijdragen ... dat kan echt baanbre­ kend zijn.

18

Ik zie het organisatiestuk van deze opleiding als een expressie van mezelf. Ik denk ook dat de mensen op deze opleiding uiteindelijk allemaal kunstenaar zijn. Alleen je bent geen máker. Zo van: ik maak een schilderij, ik speel een voorstelling. Maar een kunstenaar vind ik een veel breder begrip dan dat. Kunstenaar is een soort mentaliteit die je opbouwt. Dat creatieve denken en die creatieve taal spreken, wordt ons heel concreet geleerd. Bijvoorbeeld in een vak als design thinking, waarbij je een week lang met een groepje in een kamertje zit om een concept te beden­ ken voor een opdrachtgever. Daar krijg je een fasering voor aangereikt, een stappenplan. Iemand die creatief van zichzelf is, denkt misschien ‘ja eh ... dat kan ik al.’ Maar ook dan brengt zo’n vak twee super goede dingen met zich mee: 1) je kunt super professioneel werken; en 2) voor de mensen die niet zo crea­tief zijn van aanleg, is zo’n stappenplan een perfecte manier om daar toch mee te leren omgaan. Hoe kun je vanuit het crea­ tieve oplossingen bedenken? Hoe kunnen we nieuwe concepten bedenken? Bijvoorbeeld: een probleem waar ik tegenaan liep bij het NUT was dat we iedere bezoeker een chocoladebonbon zouden geven. Dat heeft te maken met het verhaal. Eerst kijk ik dan zakelijk, van ‘goh, wat mag dat kosten’. Maar vervolgens maak ik een stap naar de inhoud, ga ik een balletje opgooien naar de regisseur. Dat ik zeg: het gaat te veel kosten, misschien moeten we over een alternatief binnen de voorstelling nadenken. Kunnen we in plaats van aan iedereen, aan vier men­ sen een bonbon uitdelen, en wat gaat dat creatief gezien zeggen? Dat beïnvloedt ook de inhoud van de kunst. Zoiets kan natuurlijk niet altijd, maar uiteindelijk is het wel mijn ambitie om bijna op zo’n regisseursniveau te werken – alleen, met een zakelijke insteek.


HKU kunst en economie

ver je mentaliteit o als student Een vriendin van me die dezelfde studie doet, zei laatst dat ze zich hier niet uitgedaagd voelde. Ik zei: ‘Dat komt omdat je hier een gereedschapskist krijgt en geen kant-enklaar bouwpakket’. Eigenlijk wordt me niet echt geleerd ‘hoe ben ik een manager’. Ik krijg vakken communicatie, marketing ... het feit dat je zo’n brede toolkit opbouwt, zorgt ervoor dat je straks op het juiste moment het juiste ding in kunt zetten. Maar het is geen totaalplaatje. Dus als je zit af te wachten tot dat totaalplaatje een keer helder wordt, dan wordt het dat ook niet. Jij moet dat zelf maken. Dat je zelf gaat zoeken: wat verbindt al die flarden bij elkaar, wat vind ík daarin belangrijk? Waar ga ik mijn toolkit voor gebruiken? Je moet in elk geval geen negen-tot-vijfmen­ taliteit hebben. Als je die mentaliteit hebt zit je hier zo verkeerd, dat je denk ik binnen een week weg bent. Ik ben bijvoorbeeld op Koningsnacht om twee uur ‘s nachts nog ge­ beld door mijn productieleider Kim: ‘Ik zit met een probleem, kun jij er alvast over nadenken, ik bel je morgen om zeven uur opnieuw op’. Op een gegeven moment was er vanaf de artistieke kant bedacht dat we een pianola in de voorstelling zouden zetten, dat is een antiek ding van 2500 kilo, supergevoelig. En dan blijkt op de locatie dat de pianola naar de eerste verdieping moet – en dat de lift nog niet af is. Dus dan moet je met een

uitvoerend bouwer in overleg: kun jij niet in plaats van over een halfjaar, nu eerst die lift afbouwen? Het zit ‘m dan heel erg in je eigen overtuiging, dat je echt zelf voelt ‘dit moet gewoon’. En ook dat je interesse toont voor de ander. Als ik in overleg ga en zeg ‘goh, vertel eens wat over hoe dit bouwproject loopt, in welke fase zou je die lift eigenlijk opleveren?’, dan bijt je je zo ergens in vast dat iemand a) denkt ‘hé, hij is geïnteresseerd in mij’ en b) je inzicht krijgt in zijn wereld en met hem mee kunt denken. Eigenlijk weer een menge­ ling van zakelijk en creatief. Je moet steeds vertragen, bij elke stap nadenken over de praktische én de creatieve gevolgen. Dat is een kunst op zich.

19


20


Wouter Kevelam, 28 jaar Afgestudeerd in 2012 in de richting Arts and Media Management. Werkt als project-/event manager bij HU en als docent bij HKU. Na zijn afstuderen startte Wouter een bedrijfje, Mangopit. “Game de­ signers leren goede games maken, maar wat ze in mindere mate leren is alles eromheen: de financiën, het zakelijke. Mangopit deed precies dat: manager zijn voor kleine star­ tende gamebedrijfjes die het nodig hebben.” Door de Master Nieuwe Media en Cultuur die Wouter volgde, raakte Mangopit wat op de achtergrond. “Ik ben pas een maand of vier klaar met die master. Nu heb ik tijdelijk voor drie dagen een baan bij de HU. Na al dat studeren wilde ik gewoon even lekker werken.” Daarnaast geeft hij een dag les op HKU. “Toen ik studeerde lag de focus binnen mijn richting, Media, meer op film en tv. Daarom vond ik Games en Interactie juist leuk: die wereld is nog zodanig nieuw en upcoming dat je daar veel meer je eigen plek in kunt zoeken. Dus ik heb alle projecten gedaan die ik maar kon, en al mijn vrijekeuzepunten besteed aan het onder­ zoeken van die kant. Zo ben ik ook doorgerold als docent.” Hij wil doorgaan met lesgeven, maar daarnaast beginnen er nieuwe plannen te borrelen. In sep­ tember 2015 gaat hij weer als zelfstandige aan de slag. “Ik vind het heel leuk om als producer bezig te zijn met het maken van games, en dan het liefst spellen met een toepassing. Dus dat het meer is dan alleen maar entertainment. Ik zie mezelf daarbij als een probleemoplosser. Er liggen grote problemen in de maatschappij, bijvoorbeeld in het onderwijs. Spel kan kinderen uitdagen en het veel leuker maken om dingen te leren. Dus het fenomeen spel is wat mij betreft een manier om problemen op te lossen. En ik wil daartussen zitten, ik wil die oplossing bieden.”

HKU kunst en economie

Ik zie mezelf als een probleemoplosser Toch wil hij niet verder met Mangopit. Dat kop­ pelt hij aan een van de belangrijkste eigen­ schappen van afstuderende creatieven: “Kijken naar welke mogelijkheden er zijn en nieuwe kansen creëren is superbelangrijk. Maar weten wat je níet wilt en dat durven afkappen, is denk ik net zo belangrijk. Je moet ook dingen afkap­ pen die je misschien wél wilt, maar die gewoon niet werken. Mangopit zou heel goed gewerkt kúnnen hebben, alleen, het kostte te veel investering vooraf. Ik had het businessmodel erop gebaseerd dat studenten die net afstu­ deren en een game aan het maken zijn, niet iemand kunnen betalen. En dat klopte ook. Dus het leverde heel veel op aan kennis en ervaring, maar, simpel, ik moet ook gewoon eten.” Hij denkt even na. “Nee. Er zou denk ik nooit iets zijn waarvan ik denk dat het zo noodzake­ lijk is dat ik daar maandenlang instant noedels voor zou eten. Dat kan wel gebeuren, maar dan in omgekeerde volgorde: dat ik iets doe en dat dan blijkt dat het noedels oplevert. En dan kan ik wel kritisch kijken, denk ik. Want als ik een bedrijf start wil ik een bedrijf starten. Noedels spelen daarin geen rol. [lacht] Dat is geen wisselvalligheid, maar juist de kunst van de kunstmanager: zorgen dat je wel goed kunt blijven eten.” En wat is verder nodig om te slagen? “Vertrouwen. Dat is het belangrijkste denk ik, bij het opzetten van mijn nieuwe bedrijf straks. In mezelf, maar ook in de jongens en meiden die ik heb ontmoet en waar ik graag mee wil samenwerken. Ik weet dat zij oplossingen kunnen maken die de markt zoekt; en dat er mensen zijn die problemen hebben en oplos­ singen zoeken. En ik ben de schakel daartussen. Dat is het idee.”

21


Geeft ideeën vleugels Als HKU-student werk je in onbegrensde vrijheid: vrij vliegen, noemen wij dat. Al doende leer je zo je eigen kracht te ontdekken en ontwikkel je een unieke eigen blik. Daarbij sta je ook met beide benen op de grond: je blijft reflecteren op je visie, staat midden in de maatschappij en kijkt goed om je heen. Daardoor inspireer je mensen in andere sectoren, zoals de creatieve industrie, scholen en het bedrijfsleven, om oog te krijgen voor vernieuwing. Je beelden en ideeën communiceren en zetten aan tot innovatie. Met je unieke, onbeperkte artistieke blik, én je vermogen om anderen daarin mee te nemen, vorm jij een brug naar nieuwe mogelijkheden. Wil jij je vleugels uitspreiden en anderen leren vliegen? Uitgebreide informatie over de beeldende kunstopleidingen vind je op hku.nl/beeldendekunst

Fine Art Bachelor of Fine Art, croho 39110

Fine Art and Design in Education voltijd Bachelor of Fine Art and Design in Education (vt), croho 39100

Fine Art and Design in Education deeltijd Bachelor of Fine Art and Design in Education (dt), croho 39100

22


HKU beeldende kunst

23


marleen


HKU beeldende kunst

Marleen van Wijk (22) studeert Fine Art aan HKU Beeldende Kunst. Ze vindt dat ze, in haar werk en daarbuiten, iets door moet geven van haar ideeën en de manier waarop haar hoofd werkt. Dat doet ze door uitdagend werk te maken en veel met mensen te praten over kunst. Een gesprek over het goede van onzekerheid, didactisch verantwoord door de school rollen, en waarom je altijd jezelf moet zijn. hku.nl/marleen

ver de waarde o van kunst Ik denk niet dat je kunstenaar kunt worden, maar dat je het bent. Voor mezelf denk ik dat ik er altijd al mee bezig was om dingen te maken. Dat je inspiratie hebt en dat je daar echt iets mee moet doen, het ergens kwijt moet. En dat je mensen daarmee kunt helpen of inspireren. Ik denk dat ik dat wel heel graag wil: anderen inspireren om te doen wat ze zelf willen, om zichzelf te kunnen zijn. Dat ze meer individueel worden,

of zoiets. Je kunt er ook veel aan hebben als je je laat beïnvloeden door kunstwerken. Door kunst word je je bewust van ‘hé, dat is ook nog een heel ding waar ik over na kan denken’. Een soort nieuwe werelden. Nieuwe inzichten. Je kunt het zien als de mening van een kunstenaar, maar het kan ook een soort waarheid zijn die door een kunstwerk aan je geopenbaard wordt. Van ‘hé, dit herken ik’.

25


over ondernemen als kunstenaar

over kritiek krijgen Sommige mensen zeggen ‘ja, nou, dat is jouw mening’ als ze kritisch commentaar van een leraar krijgen. Ik heb een docent ... het is misschien niet eens zozeer wat hij zegt, als wel hoe. We hadden allemaal werk gemaakt en neergezet in het lokaal. En toen kwam ‘ie bijna rennend aan, en liep even snel door het lokaal, zo van: ‘Nee. Nee. Nee. Ja. Nee’. Bij mij zei hij ook ‘nee’. En in het begin neem je dat allemaal heel persoonlijk. In je hoofd is het misschien wel mooi, maar je moet het ook in het echt kunnen ­maken. Eigenlijk moet je bereid zijn om net zo kritisch naar je eigen werk te kijken als zo’n leraar. Als je blijft hangen in beledigd zijn, of dat je alles heel persoonlijk neemt, dan leer je niks. In het begin was iedereen een beetje bang voor die leraar. Dan vroeg iedereen aan ­elkaar ‘wat zou hij ervan denken?’ Als iemand dat nu vraagt, zeg ik: ‘Hij gaat zeggen dat ‘ie dit of dat niet goed vindt, want zus en zo’. En dat blijkt dan te kloppen. Dus dan zie je toch dat je er enorm veel van leert. Hoe eigenwijs je ook bent, je hebt een soort basis nodig van techniek, dat je weet wat je doet. Daar ben ik heel blij mee, dat je op deze opleiding die basisprincipes goed leert beheersen.

26

Aan de andere kant: er zijn zoveel verschil­ lende technieken, als je dat allemaal aan iedereen moet uitleggen ben je veel te lang bezig. Dus als je zelf iets maakt en de leraar zegt ‘oh, als je dit interessant vindt moet je die kunstenaar eens bekijken’, dan moet je dat vervolgens zelf uitzoeken; bijvoorbeeld met dezelfde techniek gaan experimen­ teren. Daarin moet je heel zelfstandig zijn.

Ik heb niet het gevoel dat we daar al heel erg mee bezig zijn. Ik denk dat dat later komt en dat je er misschien ook zelf wel bui­ ten school mee bezig moet zijn. Mijn vorige opleiding, Indoor Design op mbo-niveau, ging daar wel heel erg over. We hadden daar ook managementvakken en zo. Ik vind het wel een veilig idee dat ik dat kan, maar ik weet niet of dat wel goed is. Als je naar de kunstacademie gaat doe je dat ook heel erg voor jezelf. En dan wil je juist niet de zekerheid hebben van een vaste baan. Fine Art-studenten in ieder geval niet. [lacht] Jawel, dat vage is ook eng, soms. Deze op­ leiding zit echt wel heel erg aan de artistieke kant. Over dat zakelijke denk ik nog niet zo na. Geld is sowieso niet waar het om gaat; het gaat om jezelf. Ik zie wel voorbeelden van wat werkt, vooral bij de docenten. Die hebben allemaal een eigen atelier. Dat is heel fijn om te zien, dat het bij hen ook gewoon goed gaat. Dat zie ik ook wel zitten, dat ik mijn eigen ruimte heb en zelf alles regel met exposities en zo. Het hele stuk van zorgen dat je genoeg exposities hebt, en dat mensen weten dat je er bent, hoort er denk ik wel bij. Je moet je kunst natuurlijk wel zichtbaar maken voor mensen. Anders is mijn missie ook niet geslaagd om mensen met mijn kunst te helpen, of iets nieuws te laten zien.


HKU beeldende kunst

ver door de o school rollen De opleiding is echt intens. Regelmatig moeten mensen huilen in de les. Omdat het werk ook heel persoonlijk is, het gaat over persoonlijke problemen of ideeën. Deze week moesten we in een bepaalde les allemaal een performance van een ­minuut uitvoeren, en een jongen stuurde ons een voor een de gang op, met een minuut ertussen. En dan moesten we door de school gaan rollen. Je hoorde ook sommige mensen aan de telefoon van, ‘oh wacht, er rollen hier een paar mensen over de gang.’ Wat ik daar goed aan vind is dat het een ervaring is die je anders misschien nooit hebt. Als je bijvoorbeeld op kantoor werkt, dan zit je de hele tijd in dezelfde houding, je bent de hele tijd met hetzelfde bezig in je hoofd. En als je door een gang gaat rollen kom je daar helemaal los van. Waarschijnlijk zouden men­ sen die op een kantoor werden uitgedaagd om even door de gang te gaan rollen dat heel raar vinden. Het valt buiten het kader van wat ze naar hun idee zitten te doen. Maar als je dat dus wel doet, kóm je ook buiten dat kader. Dat levert volgens mij veel op.

over ambitie Sommige vakken kosten heel veel tijd zonder dat je echt iets doet, maar je bent dan wel de hele tijd aan het nadenken. Ook buiten school ben je er de hele tijd mee bezig. Alles wat je ziet kun je gebruiken. Soms droom je ergens over, word je wakker en schrijf je het op; je maakt een foto en daar maak je weer een schilderij van, je maakt een video van een gevoel dat je hebt. Dat vond ik in het begin wel heftig. Met lessen en zelf werken kom je sowieso wel uit op veertig uur, maar je kunt het zo druk maken als je zelf wilt. Sommige dagen zit ik van negen uur ‘s och­ tends tot tien uur ‘s avonds op school. Ik pas op deze studie omdat ik bezig ben met dingen waar andere mensen misschien niet mee bezig zijn. Of wel, maar op een andere manier. Je moet risico durven nemen in je hoofd. Ik denk dat heel veel studenten hier goed kunnen filosoferen, of in ieder geval openstaan voor andere ideeën. Je moet alle emoties kunnen toelaten. Dus dat je soms buiten je comfortzone moet gaan om verder te komen. Je moet je ook heel erg willen ontwikkelen. En dat wil ik. Dat is een van mijn allerbelangrijkste drijfveren.

27


28


Karlien Hamilton, 31 jaar Afgestudeerd in 2012 in de richting Fine Art and Design in Education. Geeft les op scholengemeenschap De Werkplaats in Bilthoven en gaf afgelopen jaar les in fotografie op HKU. Na haar afstuderen ging Karlien hard op zoek naar een baan in het onderwijs. Afgelopen jaar gaf ze les aan HKU en op een middelbare school; die mix vond ze erg leuk. Nu is ze nog op zoek naar een ­manier om ook zelf dingen te blijven maken. “De eerste jaren in het onderwijs spring je echt in het diepe. Het is zo hectisch, je hebt nauwelijks energie over voor je eigen werk. Voor mijn gevoel begin ik nu pas weer een beetje op aarde te komen en er op te vertrou­ wen dat ik het kan.Eerst moet je voor jezelf uit­ vinden: bén ik eigenlijk wel docent? Kan ik het, haal ik er voldoening uit? Als je daar uit bent moet je nog routine opbouwen in het lesgeven. Pas als dat er allemaal is, heb je de rust om je weer te richten op je eigen makerschap.” Ze kwam naar HKU om meer ‘kunstbagage’ te verzamelen na haar opleiding Sociaal Cultureel Werk in Antwerpen. Eenmaal op school ont­ dekte ze hoe het was om ook echt als kunste­ naar aan de slag te gaan. “Daarom ben ik zó blij met HKU: ik heb geleerd het interessante te zien in heel gewone dingen, verschillende manieren om te kijken. Vijftig procent van de tijd maakten we ook zelf beeldend werk. We hebben zoveel moois gekregen. Ja, het is geen reclame dit, maar ik vond het gewoon een heel toffe opleiding.” [lacht]

HKU beeldende kunst

Mijn eigen fascinatie kan ik nu bij anderen aanwakkeren Die creatieve blik kan ze nu gebruiken in haar lessen. “Ik vraag bijvoorbeeld: wat je wilt berei­ ken met dit werk ... komt dat ook over? Is het alleen wat jij denkt, of kun je dat ook terugzien in het beeld? Dat zijn dingen die ik heb geleerd door zelf een artistiek proces te doorlopen. Die fascinatie die bij mezelf is aangewakkerd, kan ik nu aanwakkeren bij anderen. Binnen het docentschap moet je je natuurlijk aan kaders houden, je hebt een klas met dertig kinderen. Maar ook binnen het vaste stramien is altijd ruimte om eruit te breken, om die kun­ stenaarsblik te gebruiken. Op HKU is het leuk dat mijn leerlingen zo gemotiveerd zijn, maar zijn ze inhoudelijk veel kritischer. Middelbare scholieren zijn heftiger in hun reacties, maar geloven ook sneller wat je zegt. [lacht] Beide zijn uitdagingen, dat vind ik zo’n mooie mix.” Als ze er even over nadenkt, is het ook niet zo dat ze zelf als kunstenaar naam zou willen maken. “Het is gewoon dat ene ding, van zelf maken, wat ik nu nog mis. Niet eens zozeer de ambitie om kunstenaar te zijn en daarvan te leven – ik wil gewoon de ruimte hebben om te denken over mooie dingen en mijn eigen ideeën uit te werken.” “Ik geloof wel dat mensen in mijn omgeving mij steeds meer als een docent zien, maar voor mezelf laat ik dat niet zomaar gebeuren. Dat kunstenaarschap ... ik heb dat gevoeld op HKU. De manier waarop ik daar heb leren denken, wil ik bewaken. Ik denk dat het voor mij persoonlijk én voor mijn vak essentieel is dat ik die artis­ tieke blik vasthoud. Om een fascinatie over te dragen, moet je die eerst zelf hebben.”

29


Elk moment een eigen blik We leven in een snelle wereld; vaste waarden en inzichten verschuiven elke dag. Als designer hobbel jij daar niet achteraan, maar houd je het overzicht, waardoor je steeds een nieuwe, frisse positie kunt kiezen. Je ontwerpt in contact met de wereld ĂŠn met jezelf. Daardoor kun jij in elke situatie met een passend, maar ook authentiek en vernieuwend ontwerp komen. Je leert boven de verschillende vakgebieden staan, zodat je kunt zien welk medium je wanneer nodig hebt. Je flexibiliteit en scherpe blik maken van jou een ontwerper van de toekomst. Want alleen wie steeds vanuit een eigen oogpunt creĂŤert, kan nieuwe mogelijkheden zien. Uitgebreide informatie over de Designopleidingen vind je op hku.nl/design Product Design Bachelor of Design, croho 39111

Fashion Design Bachelor of Design, croho 39111

Spatial Design Bachelor of Design, croho 39111

30


HKU design

31


wout


HKU design

Wout van Velzen (20) studeert Spatial Design aan HKU Design. Hij ontwerpt het liefst gebouwen die nergens goed voor zijn, maar mensen wel een nieuwe impuls geven. Dit jaar heeft hij geleerd zijn eigenwijsheid een beetje los te laten – niet helemaal, natuurlijk. Een gesprek over ontwerpen met oog voor de context, de kunst van feedback incasseren, en nooit meer normaal hoeven doen. hku.nl/wout

ver het onmogelijke o ­mogelijk maken De vorm van een gebouw staat voor mij op nummer één. Ik wil mensen even stil laten staan. Gewoon een moment van ‘huh?’ Ken je het Bilbao Museum? Met van die ­metalen golven. Ik weet niet hoe ik het ­gevoel moet omschrijven als ik dat zie, maar ... je wordt overweldigd. Eigenlijk kan dat gebouw helemaal niet, dat zeiden veel men­

sen ook bij het oorspronkelijke ontwerp. Aan het uiteindelijke gebouw zie je nog steeds dat het eigenlijk niet kan. Toch staat het er. Het tart de grenzen van wat mogelijk is ... ja, dát wil ik. Zulk soort gebouwen maken. Waarbij het effect is, als je er naar kijkt, dat jijzelf ook een nieuwe impuls krijgt. Dat er iets kan waarvan je dacht dat het niet kon.

33


over Spatial Design Spatial Design is Product Design met oog voor de context. Product Designers maken individuele objecten, over het algemeen dingen die je kunt verplaatsen. Bij Spatial Design maak je grotere objecten, meestal gebouwen. Die staan op één locatie, en moeten dus reageren met de omgeving. Waar de baan van een architect volgens mij voor tachtig procent bestaat uit berekenen of iets wel of niet kan, en twintig procent uit het daadwerkelijke verzinnen, staat dat creatieve deel hier centraal. We worden opgeleid tot kunstenaars die baanbrekende gebouwen zoals het Guggenheim ontwer­ pen. Ik denk dat architectuur in de praktijk vaak veel praktischer is. Kijk bijvoorbeeld naar dat gebouw hier aan de overkant: dat is toch niet leuk om naar te kijken? Nou, ik denk dat als je architectuur of bouwkunde hebt gestudeerd, je sneller dat gebouw aan de overkant zult ontwerpen. En dat je hier, in ieder geval in potentie, wordt opgeleid voor het Guggenheim.

over leerprocessen en afstraffingen Dit eerste jaar draait helemaal om je ont­ werpproces. Als je alleen je eerste ingeving uitwerkt, wordt dat ... ja, keihard afgestraft. [lacht] Ik heb een docent die zei ‘ik heb een hekel aan ideeën’. Daar kan ik me nu eigen­ lijk wel in vinden. Je eerste idee, daar klamp je je vaak aan vast. Maar ja; hoe groot is de kans dat het eerste idee dat je hebt, gelijk het beste is? Ik heb dit jaar geleerd dat ik heel eigenwijs ben. Als ik feedback krijg ga ik er altijd eerst even vol tegenin. Vaak bespreek je tijdens projecten één keer in de week je ideeën met de docent en krijg je feedback. Nou, dan hoorde ik ‘hartstikke tof’ ... en dan volgde een aantal verbeterpuntjes. Dus ik er tegenin. En een uur later ga ik er dan alsnog mee aan de slag. Eigenlijk heb ik de waarde van het loslaten geleerd. Als kunststudent vind je je eigen ideeën natuurlijk geweldig, ben je eigenwijs. Maar ik heb nu geleerd dat je juist door te luisteren en los te laten, bij de echt inte­ ressante dingen komt. Als je een ideetje hebt en dat uitwerkt, tja, dan heb je een leuk dingetje gemaakt. Maar je hebt niks ontworpen. Een vereiste is dus dat je je als student laat beïnvloeden, dat je daarin meegaat. Zelfs het beste idee in je hoofd kan nog verbeterd worden.

34


HKU design

over ontwerpen Je wordt hier heel vrijgelaten; wat je be­ denkt hoeft niet te kunnen. Je wordt zelfs aangemoedigd om onmogelijke dingen te ontwerpen. Tegen de tijd dat je afstudeert ben je wel weer overal rekening mee aan het houden, maar dan denk je in ieder geval niet meer binnen de normale kadertjes. Dit jaar leerde ik ontwerpen met abstrac­ ties: dat is een methode om vanuit associ­ aties naar de grote lijnen te komen die jij in een onderwerp belangrijk vindt. We moesten een folly, een gebouw dat puur kunstwerk is, ontwerpen voor mijnwerkers in het Ruhrgebied. Ja ... waar moet je dan beginnen? Heel simpel. Welke woorden passen bij die mijn, die mijnwerkers, die ruimte? Bijvoorbeeld donker, zwaar, sterk. In het begin kom je na­ tuurlijk op dingen die iedereen zou zeggen. Maar naar aanleiding van die woorden ga je beeldmateriaal zoeken, ga je verder op die abstracties, en daar zoek je weer nieuwe be­ grippen bij die persoonlijker zijn. Bij mij was bijvoorbeeld ‘verlossing door verlichting’ een van de hoofdthema’s waar ik op uitkwam. Ik heb toen een gebouw bedacht dat er van de buitenkant heel zwaar en drukkend uitziet, een enorme natuurstenen massa met een klein, laag framework eronder zodat je ge­ bukt naar binnen moet lopen. In het midden kom je ineens bij een open plek, waar je de lucht ziet en verblind wordt door het licht: de verlossing.

over keuzes en normaal doen Na mijn jeugd in een klein dorpje, tussen de saaie grijze mensen, ben ik naar Amsterdam gevlucht. Een studie Communicatie. Dat heb ik nog geen twee maanden volgehou­ den. En toen besefte ik: ik wil eigenlijk graag die ‘normale’, grijze mensen laten zien dat er meer mogelijk is. Je hóeft niet normaal te doen. Het mag natuurlijk wel, maar het is net als met zo’n ontwerpproces. Veel men­ sen kiezen om normaal te zijn omdat het de eerste optie is, omdat iedereen het doet. Als je je bewust wordt van de mogelijkheden, heb je pas écht een keuze. Nou ja ... eigenlijk zitten op deze opleiding heel normale mensen, hoor. [lacht] Het is toch wel toegepaster dan bijvoorbeeld Fine Art. In dit gebouw zijn wij de meest nuchtere mensen, denk ik. Hier heb je aan het eind gewoon een gebouw. Bijvoorbeeld, je maakt een ziekenhuis; daar worden mensen in ­geopereerd. Hoe concreet wil je het hebben? Als ik moest kiezen tussen een gebouw dat heel veel vorm heeft maar geen functie – dus dat je er niet in kunt slapen, wonen, werken – en een gebouw dat heel veel vorm heeft én een functie ... ja, dan zou ik die combinatie heel leuk vinden. Volgens mij heeft hoe iets eruitziet, meer effect op je dan je denkt. Dat is het verschil of jij je als gebruiker rot voelt of fijn. Toch blijft de vorm voor mij het allerallerbelangrijkste. Dat je iets maakt waar je trots op kunt zijn. En als er zo’n gebouw in je stad staat, kun je daar als bewoner natuur­ lijk ook trots op zijn. Kijk bijvoorbeeld naar het Opera House in Sydney. Over tien jaar ben ik hopelijk het nieuwe Opera House aan het ontwerpen. En ik heb een eigen bureau. Dat sowieso, natuurlijk. Want ik ben veel te eigenwijs om voor een baas te werken. [lacht]

35


36


Wenda Harmsen, 35 jaar Afgestudeerd in 2013 in de richting mode. Werkt als kleedster op filmen tv-sets en als zelfstandig ontwerper. Toen Wenda afstudeerde, trok haar afstudeercollectie The P... Collection meteen veel aandacht. Wenda: “In die tijd heb ik mijn col­ lectie veel uitgeleend aan allerlei bladen ... en ondertussen zit je te bedenken wat je nou precies wilt. Ik moest in ieder geval een atelier­ ruimte hebben, dat voelt meteen professione­ ler. Dat atelier kreeg ik in juni 2014. Toen ben ik ook mee geweest naar de Salon Mobile in Milaan, een beurs voor jonge ontwerpers. Dat was echt supertof.” Het was wel een schok om ineens zelfstandig te zijn. “Ik denk dat iedereen die net is afge­ studeerd, daar tegenaan loopt. Je hebt een bepaald talent; ineens moet je dat zelf verder vormgeven, zonder de sturing van school. Wil je je eigen label, of terechtkomen bij een groot merk? Daarnaast moet je niet alleen geld verdienen, maar ook uitvogelen hoe voor jou de balans tussen opdrachten en vrij werk ligt. Kun je het naast elkaar doen of werkt dat niet? En er is natuurlijk ook nog een buitenwereld die je wilt laten weten dat je er bent, maar niet ten koste van je eigen integriteit. Dat is allemaal tegelijk aan de hand.” Ze werkt nu op de set van verschillende televi­ sieseries en -producties. “Constant zat ik van ‘ik weet het niet’, en ondertussen moest ik wel gewoon ergens geld mee verdienen. Dus toen ben ik gaan werken als kleedster op de set van een serie. Van dit werk vind ik het heel leuk dat je samenwerkt met andere mensen; je zit met licht, geluid, camera, make-up ... allemaal verschillende departementen, maar op draai­ dagen ben je gewoon met zijn allen samen aan het zorgen dat het mooi wordt.”

HKU design

Het moet ertoe doen De zoektocht naar welke kant ze op wil, gaat ondertussen door. “In januari, februari en maart van dit jaar wilde ik aan mijn eigen collectie werken. Dus toen heb ik de ene na de andere proef gemaakt, heel veel uitgeprobeerd en mezelf vragen gesteld. Met welke dingen uit mijn afstudeercollectie wil ik verder en welke laat ik los? Wie ben ik als ontwerper? Ik zit middenin dat proces – eigenlijk heb ik on­ wijze behoefte aan gesprekken met een aantal mensen die ik hoog heb zitten. Dat is toch een bepaalde drempel. Omdat ik ook vind dat ik het zelf moet doen.” “Ik hoopte dat ik het in drie maanden wel hel­ der zou krijgen, maar dat proces is gewoon nog niet klaar. Je moet een balans zoeken tussen jezelf aan de ene kant tijd geven om te on­ derzoeken, zonder dat er meteen iets uit moet komen. En aan de andere kant heel straight met jezelf worden: wat heb ík nodig – en zorgen dat dat er komt. Je moet heel concreet durven worden. Nu ik dit zeg ... ik ga die mensen toch maar bellen.” [lacht] Ondanks dat haar nieuwe collectie even op zich laat wachten, is ze niet bang dat mode op de achtergrond zal raken. “Ik weet gewoon zeker dat ik het niet uit mijn handen laat glippen. In het werk op de set zit niet genoeg eigen expressie om mij tevreden te stellen; die eigen collectie móet er dus komen. En als dat nog drie jaar duurt ... nou – is dat erg? Het gaat denk ik over integriteit, over trouw blijven aan wat je belangrijk vindt en dat uitdragen. Dan draag je bij aan de ontwikke­ ling van kunst, in dit geval mode. Waar gaat het over, wat doet ertoe en wat niet? Voor mij is goede kunst echt van belang voor ... ja, voor mijn waardering van het leven. Die waarde hoop ik ook in mijn eigen werk te leggen.”

37


Toegankelijke technologie voor iedereen Games, apps, sociale media. Ze veranderen onze maatschappij: wat we doen in onze vrije tijd, hoe we communiceren, leren en samenwerken. Technologie is een onmisbaar onderdeel geworden van het creatieve en sociale werkveld binnen entertainmentbedrijven, uitgevers, scholen, overheden, musea en jonge startups. Bij Games en Interactie ontdek je de mogelijkheden van deze technologieÍn: je gaat experimenteren, maken en vernieuwen. Je hebt toegang tot de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied en leert die te vertalen in de installaties, games, platforms en apps waar de maatschappij om vraagt. Ga jij de wereld mooier maken met jouw verrassende kijk op technologie? Uitgebreide informatie over de Games en Interactie-opleidingen vind je op hku.nl/gameseninteractie

Game Design Bachelor of Creative Media and Game Technologies, croho 30036

Game Development Bachelor of Creative Media and Game Technologies, croho 30036

Interaction Design Bachelor of Creative Media and Game Technologies, croho 30036

Game Art Bachelor of Creative Media and Game Technologies, croho 30036

38


HKU games en interactie

39


kris


over kunst van nu Ik denk dat interaction design een kunst­ vorm is waar mensen van nu echt een connectie mee kunnen aangaan. Allereerst vanwege de technische kant: onze wereld is gewoon half digitaal. Dus ik denk dat het onder andere aanspreekt omdat het zich bezighoudt met hoe mensen nú met elkaar communiceren. Dan kom je ook meteen bij het gedrags­ aspect van interaction design. Want dat is het eigenlijk: je geeft gedrag vorm. Je leert hoe je mensen kunt prikkelen, een reactie kunt uitlokken, en hoe je dat kunt doen door middel van techniek. Je gaat een actieve relatie aan met je toeschouwer. Dat vind ik echt gaaf. Je leert kleine, manipulatieve trucjes, soms echt basisdingen, maar zelfs die ontdek je opnieuw. Dan test je iets uit met mensen en dan zit je van ‘huh? Ze doen het gewoon!’

HKU games en interactie

Kris van Geel (19) studeert Interaction Design aan HKU Games en Interactie. Ze ziet haar vakgebied als een ideale mix van verschillende kunstvormen. Een gesprek over tools om mensen te beïnvloeden, schoppen tegen heilige huisjes, en de kracht van kartonnen dozen. hku.nl/kris

over verleiden en confronteren Ik merk dat veel mensen, als ze mijn werk zien, ervan opkijken dat ik het heb gemaakt. Ik ben een redelijk positief persoon, terwijl mijn werk over het algemeen best confron­ terend is, en tegen heilige huisjes wil schop­ pen. Er zit iets in mij dat vindt dat die dingen gezegd moeten worden, en creativiteit is mijn manier om dat te uiten. Bij interaction design is het interessante dat het allemaal begint bij de gebruikerservaring. Die gebruiker moet je eerst verleiden om mee te doen. Dat lijkt een tegenstelling met dat confronterende, maar dat vind ik dus juist interessant. Ik geloof dat er een vorm moet zijn om die twee te combineren.

41


over de kracht van kartonnen dozen In het eerste jaar krijg je het vak Rituelen. Bij dat vak moet je een ritueel ontwerpen om mensen in een creatieve mood te krijgen. Wij maakten een gigantische kartonnen doos van twee meter hoog en twee meter breed. Het zag er niet uit van de buitenkant, het was gewoon een enorme, lelijke doos met duct tape. Maar er zat een deurtje in. En je kon erin. En...mensen deden dat! Binnen kon je met fluorescerende verf op de muren schilderen, waardoor het een werk was dat zichzelf maakte.

o ver belevingen met betekenis Interaction design is een beleving die een cross-over is tussen virtueel en realiteit. Dat kan elke vorm aannemen die je maar wilt. Je kunt iets maken wat puur entertain­ ment is, maar je kunt ook een hele andere kant op gaan. Voor ons vorige project ontwierpen we met ons groepje een escape room1 die portable moest zijn. Met video-mapping maakten we een bootsimulator. In het begin werd je op die boot geleid, heel theatraal. Daarna moest je puzzels oplossen om bij de kust te komen. Je werd opgepikt door een pick-up schip. Maar op dat moment werd het beeld donker, en wist je eigenlijk nog niks. Gaat dat schip je wel echt afzetten? Heb je het gehaald of niet? Onze onderliggende gedachte was de reis van een vluchteling, compleet met alle onzekerheid. Maar wij probeerden het naar een menselijk niveau te tillen. We noem­ den ook expres zo min mogelijk het woord ‘vluchteling’. In plaats van zo’n Westers beeld van ‘oh, zij zijn zo zielig, en wij hebben het zo goed’, gaven wij gewoon de letterlijke bele­ ving. Doe ermee wat je wilt. Dat is misschien ook wel het vernieuwende van interaction design. In plaats van dat je bezig bent met de wereld veranderen, ben je bezig met vraagstukken voorleggen. Mensen kunnen er fysiek mee aan de gang, ze kun­ nen er mentaal mee aan de gang. Maar het hoeft niet. Je laat het open.

42

1 Een escape room is een kamer waarin je met een groepje mensen opgesloten wordt. Door samen te werken en puzzels op te lossen moet je proberen binnen de tijd te ontsnappen uit de kamer.

Het zag er niet aantrekkelijk uit – maar juist daardoor durfden mensen er met hun han­ den aan te zitten. De status was niet ‘oeh, een kunstwerk’. Zo leer je dus hoe je het voor elkaar krijgt dat mensen ook daadwerkelijk met iets aan de gang willen gaan. Dingen laagdrempelig maken door ze niet zo’n hoge status te geven, is één manier. Waar bij Fine Art bijvoorbeeld houtskool een van je tools is, is voor een interaction designer zo’n principe een tool. Je gebruikt die principes als onder­ deel van je kunstvorm.


HKU games en interactie

over de praktijk Het afgelopen project heette Sell it: je moest in drie weken een concept uitdenken en zien te verkopen aan een opdrachtgever. Dat ging echt van ‘jullie hebben in dit eerste jaar allemaal dingen geleerd, ga maar kijken of jullie al marktwaardig zijn’. Dat element van toegepastheid zit er al van­ af het begin in. Ik schrok daar eerst wel een beetje van, maar de opleiding geeft je ook enorm veel vrijheid. Je hóeft niet toegepast te werken. Maar je krijgt wel les in hoe je je vaardigheden straks commercieel kunt in­ zetten, hoe je hier geld mee kunt verdienen. Het gave van HKU vind ik dat alle docenten zelf ook gewoon in het vak zitten. Ze zijn bezig met nieuwe dingen, ze organiseren lezingen, ze hebben zelf bedrijven. Dat vind ik echt heel belangrijk, dat je bezig bent met het nu. En dat wat je maakt zich ­verbindt aan de maatschappij, aan wat de maatschappij nu is.

over de toekomst Ik zie mezelf niet voor een groot bedrijf wer­ ken; de freelance kant past denk ik beter bij mij. Dingen maken voor festivals of muzi­ kanten, dat lijkt me gaaf. Kijken hoe andere disciplines bij elkaar kunnen komen. Dat is trouwens heel tof, HKU staat daar ook voor. Dat wist ik helemaal niet, maar dat blijkt nu. [lacht] Commercieel werk doen voor het geld en eigen werk maken, zie ik niet als een tegen­ stelling. Natuurlijk zul je stomme opdrach­ ten krijgen – je gaat echt niet alles leuk vinden wat je doet. Maar je leert er wel veel van, al was het maar die financiële kant. Je hebt jezelf er alleen maar mee als je per se geld wil verdienen met wat je het liefste doet, en weigert om commercieel werk te doen. Als je slim bent, leer je die twee juist zo inzetten dat ze elkaar versterken. Een deel van je creativiteit in je commerciële werk stoppen, en een deel van je commerciële insteek voor je creatieve werk gebruiken. Eigenlijk weer hetzelfde verhaal: in plaats van in één hokje te denken, laat je het open en werk je oplossingsgericht. Dan wordt het één kloppend geheel.

43


44


Mirte Becker, 26 jaar Afgestudeerd in 2012 in de richting Interaction Design. Werkt fulltime bij Method, een experience design-bedrijf. Na haar afstuderen volgde Mirte een Master Design & Technology aan de Parsons School for Design in New York. Daar woont en werkt ze nu nog steeds. “Meteen na mijn af­ studeren ben ik fulltime begonnen bij Method, een bedrijf dat verschil­ lende opdrachten doet voor klanten op het gebied van experience de­ sign. Ik werk nu met twee anderen, een visual designer en een programmeur, aan een app die pas over een paar jaar uitkomt. Daar mogen we helemaal los op gaan, wat visie betreft.” “Een groot deel van dit vak is systematisch en analytisch denken. Dat kan ook een uitwerking hebben op een artistieke manier – op HKU was dat zeker zo – maar binnen mijn werk hier is de toepassing veel commerciëler. Het gevoel dat ik in de voorhoede van de technologie loop en bedenk wat voor invloed die op onze levens zal hebben, daar doe ik het voor. Ik zie daar ook absoluut de mogelijkheid in om iets bij te dra­ gen. Ook al maak ik toegepast werk en noem ik mezelf nou niet direct een kunstenaar – ik denk dat dat wel belangrijk is om over na te denken. Je maakt toch dingen die iets met mensen doen.” Wat zijn de voor- en nadelen van werken in New York? “We draaien lange dagen, dat is deel van de cultuur hier. Negen tot negen is normaler dan negen tot vijf. Nederlanders heb­ ben een andere cultuur wat betreft werk- en levensbalans; Amerikanen zijn heel erg van het harde werken. Dat is ook echt een valkuil, dat je leven alleen nog maar uit werk bestaat. Hoe ik zorg dat ik daar niet in val ... tja. Dat vind ik moeilijk. Hardlopen? [lacht]

HKU games en interactie

Ik heb het gevoel dat ik in de voorhoede van de technologie loop New York is verslavend, want er zijn niet veel plekken op de wereld waar je werkt op dit ni­ veau, en met concurrentie die ervoor zorgt dat je tot dit niveau komt. Misschien is het op de lange termijn ongezond. Maar op dit moment, op deze leeftijd, is het vooral geweldig.” Bij Method heeft ze ook ontdekt dat het zo­ genaamde ‘strategische’ werk haar het meest ligt. “Interaction design kan zoveel meer zijn dan alleen maar gebruiksvriendelijkheid. Ik vind de vraag bijvoorbeeld interessant wat zo’n gebruikerservaring dan doet voor de uitstraling van een bedrijf.” “In die context ben ik denk ik het meest trots op een opdracht voor omroep Al Jazeera. Toen zij een Amerikaanse nieuwszender begonnen heb­ ben wij een aantal digitale producten ontwikkeld om ze te ondersteunen. Al Jazeera staat bekend om hun goede journalistieke werk, maar in Amerika is er natuurlijk ook een andere associa­ tie: oei, een Arabisch klinkende naam. De missie van Al Jazeera is samen te vatten als: ‘Wij rich­ ten ons alleen op het écht belangrijke nieuws, en we kunnen je ook heel snel vertellen waarom het belangrijk is.’ We hebben dat vertaald naar een app die makkelijk te gebruiken is en je in één oogopslag laat zien wat er speelt. In strategisch opzicht zorgt de directheid en het gemak van die app ervoor dat de blik van de gebruiker kantelt: van ‘Al Jazeera is ver van mijn bed’ naar ‘Al Jazeera is dichtbij en te vertrouwen’.” “De verantwoordelijkheid om die vertaling te maken, om dat soort koppelingen te maken tussen gebruikerservaring en betekenis – dat is denk ik het kunstenaarschap van de Interaction Designer. En als daar technologisch dan ook nog iets interessants aan zit ... dat is helemáál geweldig.” [lacht]

45


Experimenteren en vernieuwen in muziek Je houdt ervan de mogelijkheden van muziek, geluid en technologie te verkennen. Je combineert je artistieke kwaliteiten met je technisch inzicht. Je hebt een open blik en een goed inzicht in wat muziek en geluid oproepen; je weet hoe en waar je ze kunt gebruiken om mensen een intensere beleving te geven. Op allerlei plekken in de maatschappij heeft geluid een belangrijke, verrijkende functie. Het laat mensen dansen, maakt games spannend, ruimtes sfeervol en de interactie tussen mens en machine begrijpelijk. Kiezen voor Muziek en Technologie betekent nieuwe toepassingen van muziek en geluid produceren waarmee je je kunt profileren in de creatieve en culturele industrie of waarmee je mensen verder kunt helpen. Ga je die uitdaging aan? Uitgebreide informatie over de Muziek en Technologie-­opleidingen vind je op hku.nl/muziekentechnologie

Audio Design Bachelor of Creative Media and Game Technologies, croho 30036

Sound Design Bachelor of Creative Media and Game Technologies, croho 30036

Composition Electronic Music Bachelor of Music, croho 34739

Composition for the Media Bachelor of Music, croho 34739

Composition and Music Production Bachelor of Music, croho 34739

Music Design for Games and Interaction Bachelor of Music, croho 34739

46


HKU muziek en technologie

47


marijn


HKU muziek en technologie

Marijn Zwart (19) studeert Composition for the Media aan HKU Muziek en Technologie. Dit jaar speelde ze ventilator op een podium en maakt ze zelf een ­muziekinstrument van een computertoetsenbord. Ze zoekt nog naar een precieze richting, maar wil in elk geval muziek maken waar mensen iets aan hebben. Een gesprek over comfortzones, muziekstukken voor stofzuigers, en de universele taal van muziek. hku.nl/marijnmt

ver vernieuwing o en clichés Ik denk dat je als componist op een op­ leiding snel de kant van vernieuwing op wordt gestuurd. Dat je nieuwe dingen moet maken, zodat je echt een rol hebt in de muziekgeschiedenis. Mijn opleiding is ook vernieuwend, maar op een andere manier. Hier is het meer ‘kijk wat je uit de geschie­ denis en uit andere dingen kunt meenemen, en doe daar je eigen ding mee. Of je wilt dat het werkt voor de luisteraar of niet, dat is aan jou, maar wij geven je in ieder geval de gereedschappen om dat te bereiken’. Ik denk dat er veel wordt gedacht vanuit de luisteraar en wat die ermee kan.

Ik heb een docent, die zegt altijd: ‘clichés zijn clichés omdat ze werken’. Dat is heel erg waar, denk ik. Vanaf het begin neem je mee: het mag experimenteel zijn, maar het moet wel werken. Ik vind ook dat als ik hele ­artistieke dingen zit te doen maar niemand begrijpt het, dat het ‘t dan eigenlijk niet waard is. Geluid is, wat mij betreft meer dan andere dingen, iets wat bestaat bij de gratie van de luisteraar. Bij een schilderij kun je je ogen dichtdoen, maar het schilderij hangt er nog. Terwijl geluid pas in de oren van de luiste­ raar tastbaar wordt. Het is heel vluchtig, op het moment dat het stopt is het er niet meer. Dus op het moment dat het er is ... you got to make it count.

49


over studiebelasting Het is op deze opleiding heel makkelijk om ergens een zes voor te krijgen; dan haal je het vak, prima. Maar ik denk dat als je op de hele opleiding zessen haalt, je uiteindelijk niks kan. Je moet zelf beslissen ‘dit vak vind ik niet leuk, daar haal ik een zes voor, dan kan ik voor dat vak harder werken en een negen halen’.

over de praktische kant Als jij dingen wilt doen die heel gek zijn, prima, maar je moet ook ergens geld mee verdienen. Dus je wordt ook getraind om praktisch te denken. Als iemand tegen mij zegt ‘maak een bebop-liedje’, dan moet ik dat kunnen. En dat leer je door te kijken wat de principes zijn die iets bebop maken, en die principes dan vervolgens zelf toe te pas­ sen. Dat soort opdrachten krijgen we veel; deze elementen zitten er in die muziekstijl, en zo pas je dat toe. Op die manier kun je aan de ene kant heel makkelijk in opdracht werken, want als iemand iets specifieks wil weet je hoe je dat moet maken. Maar aan de andere kant heb je zo ook verschillend materiaal om te combineren tot iets dat jij zelf wilt maken.

50

Composition for the Media is muziek maken voor film, theater, maar bijvoorbeeld ook interactieve installaties en games. Ik heb in het eerste semester een project gedaan waarbij ik met een groepje mensen een muziekstuk heb gemaakt voor een venti­ lator, een stofzuiger, een hoorn en twee computers. Een poosje geleden hebben we daar een optreden mee gedaan. Ik speelde ventilator. Mijn moeder is helemaal niet van dat soort muziek, maar die vond dat dus superleuk. Ja, natuurlijk omdat ik erin zat, maar vooral ook omdat die context er was dat je daar met huishoudelijke apparaten op een podium staat. Weer hetzelfde: dat werkt gewoon. Er gebeurt echt iets.

Er is een soort driehoek in deze studie. Compositie en muziek; programmeren en het interactieve; en productie en studiowerk. En wat ze altijd zeggen: je moet ergens bin­ nen die driehoek zitten, liefst in het midden. Daar heb ik mijn twijfels bij, want dat zou betekenen dat je nergens echt goed in bent, maar ik denk dat het klopt dat je een brede blik moet hebben. Uiteindelijk ontwikkel je een specialisatie, maar wat je in die andere contexten hebt geleerd neem je daarin ook mee. Je moet de wil hebben om ook andere dingen te ontdekken dan gitaarliedjes maken op je kamer. Wat dat betreft word je sowieso heel erg uit je comfortzone getrokken. Je moet bijvoor­ beeld een stuk schrijven voor gebruiksvoor­ werpen zoals stofzuigers, waarbij je geen ritme en geen melodie mag gebruiken. Nou, dan moet je dus al iets anders gaan maken dan je normaal doet. In het eerste jaar heb je ook een hele dag in de week les in pro­ grammeren en informatica. Dat is dus wel echt een integraal onderdeel van de studie en daar moet je voor openstaan, voor die digitale kant.


Stiekem wil ik nog steeds popster worden. [lacht] Maar ik heb er ook wel vrede mee dat als dat niet lukt, ik installaties ga maken of elektronische muziek. Ik weet nog niet precies waar ik naartoe wil, maar ik vind in ieder geval dat het voor degene die ernaar luistert een doel moet hebben. Natuurlijk is een vrolijk liedje in C-majeur voor veel mensen het makkelijkst te luisteren, maar het hoeft ook niet altijd makkelijk te zijn. Het gaat erom dat het fascineert. Je moet altijd op zoek gaan naar wat het menselijk maakt, denk ik. Ook bij hele rare of elektronische muziek. Omdat het menselijke is wat mensen herkennen.

ver weten waar o je heen gaat Onlangs heb ik bij een informaticavak een eigen muziekinstrument ontworpen. En binnenkort doe ik mee aan een soort singersongwriterwedstrijd. Eigenlijk zou ik daar­ heen gaan met mijn gitaar en mijn liedjes, maar nu is het plan ontstaan om in plaats daarvan met dat zelfgemaakte instrument te gaan. Aan de ene kant is dat super cool, aan de andere kant kan ik dat instrument totaal nog niet bespelen. [lacht] Je speelt op het toetsenbord van je computer. Je kunt de toon dan dus ook niet harder of zachter maken. Wel kun je vaak op één toets ram­ men, dan wordt de klankkleur rijker. Het is superleuk om te spelen, maar de leercurve is best wel stijl.

HKU muziek en technologie

over de toekomst

Als je een stuk schrijft, bijvoorbeeld voor een strijkkwartet, en je geeft die bladmuziek aan mensen en ze spelen dat ... dat is echt ... nou, ik zou niet willen zeggen het mooi­ ste gevoel dat er is, maar wel supermooi. Gewoon dat je iets maakt, en het abstract blijft tot het moment dat andere mensen er iets mee doen. En het dan ineens iets wordt.

Ik denk dat de meerwaarde van ‘mijn’ instrument enerzijds een beetje valsspelen is; dat die jury denkt ‘oh wat cool, ze heeft dat zelf bedacht’. Maar als je het hebt over je eigen stijl en je eigen richting vinden ... mensen met gitaren en stemmen zijn er natuurlijk genoeg. Ik geloof er dus ook wel in dat het echt iets gaat doen, dat instrument. Het is denk ik een manier om te laten zien: kijk, songwriter kun je ook op deze manier zijn. Dat het de blik van mensen verbreedt.

51


52


Eline Vera de Reus, 27 jaar Afgestudeerd in 2011 in de richting Music Production and Performance. Heeft een eigen reclamemuziek­ bureau, House of Halo. Eline Vera deed haar eindstage in Shanghai bij Massive Music, een van de grootste reclamemuziekbu­ reaus ter wereld; daar ontdekte ze ook hoe leuk ze componeren voor reclames vindt. Na haar afstuderen richtte ze samen met haar vriend Erik House of Halo op. “Als je een opdracht krijgt voor een reclame, krijg je vaak een referentie van een bestaand nummer. En je krijgt het beeld, zodat je weet wat de spanningsboog is. Dan maak je binnen een paar dagen een track en pitch je die tegelijk met andere bureaus, in de hoop dat jouw idee wordt uitgekozen. Ik kan heel snel in­ schatten wat goed bij een commercial past en snel knopen doorhakken. Die eigenschap moet je echt hebben als reclamecomponist.” Het werken in opdracht ligt haar goed. “Ik be­ sef nu dat ik die commerciële mindset, het idee dat er ook iemand naar moet willen luisteren, altijd heb gehad.” Maar er zit ook een andere kant aan commercieel werken: “Wat ik nu doe is natuurlijk wel héél ingekaderd. Ik vind het ook moeilijk te zeggen in hoeverre ik kunste­ naar ben. Bij reclame gaat het erom de bood­ schap van de klant in een zo kort mogelijke tijd zo goed mogelijk over te brengen. Je hebt vaak maar dertig seconden of minder! Mijn eigen boodschap is dan ondergeschikt. ‘Leave your ego at the door’ is een mindset die er tijdens mijn stage bij Massive Music ingeprent is. Maar we zijn pas geleden een YouTubekanaal begonnen waarin ik meer van mezelf kwijt kan. Ik merk wel dat dat ook superveel voldoening geeft.”

HKU muziek en technologie

k wil het grote I publiek bereiken, maar wel met iets van mezelf Op YouTube kan ze twee van haar liefdes com­ bineren: zingen en mensen entertainen. “Vóór deze opleiding deed ik het Conservatorium, richting Zang, maar ik was daar niet echt op mijn plek. Er was veel aandacht voor het vak en je eigen expressie, maar het commerciële ont­ brak te veel. In de reclamewereld is het precies ­andersom. Iedereen denkt ‘hé, leuk muziekje’, maar niemand weet dat het van mij is. Voor mij moet het een mix zijn. Ik wil dat grote publiek bereiken, maar wel met iets waar ik mezelf in herken.” Erik en Eline besteden minstens twee dagen per week aan het maken van een wekelijkse YouTubevideo. “Dat is een groot risico, want het betekent dat er nog maar drie dagen zijn waarin we al ons commerciële werk moeten stoppen. Dat geeft wel aan hoe leuk we het vinden. Als ik op een dag volledig mijn geld zou kunnen verdienen met YouTube zou dat echt een droom zijn die uitkomt.” En er zit stiekem toch een boodschap achter het kanaal, al ligt die er niet te dik bovenop. “Ik hoop dat als mensen op ons kanaal komen en onze video’s zien, ze in de eerste plaats gewoon plezier hebben. Daaronder ligt het besef hoe enorm sturend geluid en muziek kunnen zijn. Door daarmee te spelen kan een filmpje ineens een heel andere lading krijgen. Dat is iets waar wij elke dag mee bezig mogen zijn. En als we dat op de juiste manier doen, blijkt dat er ook nog heel veel mensen graag naar kijken!” Lacht: “Ik wil gewoon iets maken wat mensen entertaint – waarom zou dat geen motivatie mogen zijn?”

53


Theater met een groter bereik Wij bieden de meest vernieuwende t­ heateropleidingen van Nederland! De basis blijft dat je een vak leert, maar je leert de theaterprincipes ook op nieuwe, onverwachte manieren gebruiken. Acteurs zetten hun spel flexibel in. Schrijvers creëren nieuw repertoire. Interactive performance designers maken experiences door de theaterprincipes met digitale techniek en interactie te mixen. En welk vak je ook kiest, je werkt sowieso samen binnen verschillende disciplines – dit is onderdeel van je studie en zorgt ervoor dat je je blik verbreedt. Veel organisaties van nu zitten op die blik te wachten om hun publiek of klant een unieke beleving te geven. Niet alleen gezelschappen, musea en festivals, maar ook het onderwijs en instellingen. Heb jij een theatrale gedrevenheid, maar ook een open blik en onder­nemers­geest? Kortom: ben jij een theatermaker van de toekomst? Uitgebreide informatie over de theater­opleidingen vind je op hku.nl/theater

Acting Bachelor of Theatre, croho 34860

Theatre Design Bachelor of Theatre, croho 34860

Writing for Performance Bachelor of Theatre, croho 34860

Interactive Performance Design Bachelor of Theatre, croho 34860

Theatre in Education/ Docent Theater Bachelor of Theatre in Education, croho 34745

54


HKU theater

55


brit


HKU theater

Brit Gennissen (20) studeert Theatre Design aan HKU Theater. In haar werk zoekt ze de grenzen op van wat een decor is, wat een kostuum is. Hoe kun je mensen verrassen, meenemen, ze een beleving geven die echt binnenkomt? Een gesprek over verwarrende installaties, de noodzaak om jezelf te laten zien, en niet meer normaal naar de bioscoop kunnen. hku.nl/brit

over theatervormgeving Er zijn nog steeds klassieke stukken, dat is gewoon zo; er staat een barkruk en een barretje met een paar stoelen en dat is het decor. Ja, dat kan theatervormgeving zijn – maar dat hóeft het absoluut niet te zijn. We maken nu een installatie naar aanlei­ ding van een tekst van Alex d’Electrique. Voor mij is die installatie een vertaling van de oorspronkelijke tekst en het gevoel dat die mij geeft. De tekst is nogal associatief, chaotisch. Ik wil dat vertalen naar een soort spinnenweb, een doolhof waar je als toeschouwer in moet met allerlei verwar­ rende lichts- en geluidseffecten. Dat zijn elementen van mijn stijl die ik dit jaar heb ontdekt: ik maak graag fysieke, beeldende vertaalslagen van teksten. Dat vind ik echt tof om mee bezig te zijn. Voordat ik op deze

opleiding kwam had ik nooit gedacht dat ik zoiets zou willen of kunnen. Vaak zitten mijn installaties op de grens van wat theater is. Zo’n doolhof bijvoorbeeld, daar heb je geen acteurs meer voor nodig. Maar het is juist leuk om die grenzen op te zoeken. Het is bijvoorbeeld ook interessant om te proberen wat er gebeurt als je er juist wél acteurs in zet.

57


over jezelf laten zien We krijgen in het eerste jaar al te maken met netwerken, connecties leggen. Je moet jezelf laten zien. We hebben nu bijvoorbeeld ook al een vak Ondernemen.

ver kunst en o mensen meenemen

Ik vind het een beetje dubbel dat ik me nu zowel bezig moet houden met wat ik de we­ reld te vertellen heb, als met hoe ik mezelf neer kan zetten. Op zich hou ik er niet van om mezelf zo op de voorgrond te zetten van ‘goh, kijk mij met mijn werk’. Maar het is wel heel belangrijk, want anders zien mensen ook niet wat je kan. En die zullen in het be­ gin ook echt niet naar jou toe komen. Dus je moet jezelf presenteren, op een manier die bij je past. Dat is iets waar je eigenlijk gelijk al mee bezig moet zijn.

Het theatrale is wel absoluut het uitgangs­ punt voor mij: iemand komt ergens en maakt op dát moment iets mee, een belevenis die drama als uitgangspunt heeft. De dingen die ik maak kunnen heel vernieuwend of experi­ menteel zijn, maar toch is mijn focus, de taal die ik leer, nog steeds die van het theater. Wat dat betreft moet je als HKU-student denk ik niet zozeer in klassieke ‘vakken’ denken maar vooral in manieren om je uit te drukken: wat is nou precies de manier om met een publiek een uitwisseling te hebben, die het meeste bij mij past? En waarom ik dat wil? Om mensen een erva­ ring mee te geven waar ze een herinnering of een gevoel bij hebben, denk ik. Voor mij is het een manier om mensen te bereiken. Niet alleen dat ze er naar kijken, maar dat ze ook echt meegenomen worden. Een kunstenaar zie ik als iemand die mensen meeneemt. Het is niet zo dat je je werk neerzet en daar houdt het op; mensen gaan daar zelf ook weer op verder. Eigenlijk is het een manier om met de wereld in contact te gaan. Ik denk dat het voor mij dé manier is.

over wat de opleiding met je doet

58

Sowieso moet je een enorme doorzetter zijn. Want het vraagt wel veel van je. Je hebt het heel druk, en het is iets ... als je er eenmaal mee bezig bent wil je er maar op doorgaan, en door, en door. Bij wijze van spreken moet je accepteren dat het je leven overneemt. [lacht] Zelfs als je denkt ‘we gaan even gezellig naar de bioscoop’ zit je toch weer heel anders naar die film te kijken. Je kunt er niet gewoon instaan van ‘ik haal mijn punten en de rest zien we wel’. Ja, misschien kan het wel, maar ik weet niet hoelang je dat volhoudt.


Niet in alle dingen die we nu al maken zit misschien een boodschap, maar dat is denk ik uiteindelijk wel je bedoeling. Het beeld moet spreken. De reactie die iemand weer daarop geeft, daar zit de waarde in. Een soort van doorgeven aan elkaar. En als er geen kunst zou bestaan, en je geen prikke­ lingen of ervaringen zou krijgen om over na te denken ... dan zou er veel minder zijn om door te geven.

HKU theater

over een bijdrage leveren aan de wereld

o ver uitdagingen en je eigen opleiding maken Bij het vak Kostuum moest het werk dat we daar maakten uit allemaal proefjes bestaan, dat vond ik zo verschrikkelijk. Het moest een eindresultaat worden! Ik moest iets moois maken! Nou, vergeet het maar, het gaat om je proces, dat je dingen uitprobeert. Dat is ook een realiteit van deze studie: als je technieken echt verder wil bestuderen moet je bereid zijn zelf op YouTube te gaan zoeken, bij wijze van spreken. Het is ook wel een stuk ondernemerschap denk ik. Dat je zelf denkt ‘oh, voor mijn ideale baan straks heb ik dat nodig, dus ik ga nog een extra cursus volgen’. Voor een deel kan dat zelfs ook voor studie­ punten. Al die dingen helpen mee om je eigen perfecte opleiding te creëren. De Winteracademie is een goed voorbeeld van hoe het er hier aan toegaat. Dan staat een maand lang de school op zijn en kop en hebben we vier weken losse workshops met alle opleidingen door elkaar. In de workshop ‘Lauf der Dinge’ moesten we bijvoorbeeld in de grote zaal van het Akademietheater een enorme kettingreactie maken. Schrijvers, ­acteurs, theatervormgevers, alles door elkaar. De eerste dagen was iedereen vooral in de werkplaats aan het zoeken: oh, een platen­ speler – wat zou ik daarmee kunnen? En er kwam een vuurwerkexpert, het was echt een chaos. Overal zie je mensen rondrennen, of je ziet ineens iemand over het plein lopen met een Ikeatas vol laarzen, waarvan je denkt ‘hmmm ... wat gaat dat worden?’ [lacht]

59


60


Carmen Lamptey, 21 jaar Afgestudeerd in 2014 in de ­ richting Theatre in Education. Docent CKV op Bindelmeer College, freelance docent en maker bij Jeugdtheaterschool Zuidoost in het Bijlmerparktheater. Carmen is docent en mentor op een middelbare school; ze geeft theaterlessen aan jongeren en maakt voorstellingen met hen. “Of theater deuren kan ­openen voor kinderen ... ja, zeker. Leerlingen kunnen echt uit hun schulp kruipen, dat zie ik nu in de praktijk. Waar ik veel aan heb is dat ik op HKU zo goed ben opgeleid als docent. Ik heb geleerd hoe ik een groep los krijg, hoe ik een groep veilig krijg. Vooral bij mijn middelbareschoolleerlingen probeer ik eerst met ze te lachen en te zorgen dat we op een level zitten. Ik begin mijn lessen altijd met een lekkere binnenkomer: hints, of muziek. Ze hebben dan nog helemaal niet door dat ze met theater bezig zijn. Ik geloof heel erg in plezier als motor.” De doelgroep die ze lesgeeft is niet altijd even makkelijk. “In mijn klas was ik al ‘de pittige docent die in de Bijlmer staat les te geven’. Dat wordt heel erg overdreven, hoor. Maar ik sta inderdaad voor klassen waar je wel u tegen zegt, eigenlijk. Als mentor in het VMBO heb ik veel contact met de kinderbescherming, met jeugdzorg. Deze kinderen hebben bagage. Het gaat dan ook meer om dingen als zelfvertrou­ wen opbouwen, samenwerken, dan om echt theater maken. De nadruk ligt op de ontwikke­ ling van het kind – als je een goede presentatie maakt is dat meegenomen. Het scheelt dat ik niet dat cliché ben van een meisje dat eigenlijk zelf actrice wilde worden. Ik geloofde altijd al in mezelf als docent, daarvoor ben ik ook naar HKU gekomen.”

HKU theater

Plezier als motor: daar geloof ik in Carmen zegt dat het wel per groep verschilt of ze meer de docent is of ook haar ei kwijt kan als theatermaker. “Ik heb bij Jeugdtheaterschool Zuidoost een productiegroep met kinderen die later echt iets willen met theater. Met de voorstelling die we met die groep maken treden we op in Jeugdtheater de Krakeling, en we gaan ermee naar een festival. Dat is dus echt een goede voorstelling. Het grappige is dat ik op school veel minder zeker was van mijn kwaliteiten als maker dan van mijn kwaliteiten als docent. Nu ik zelf in de praktijk voorstellingen maak, merk ik dat ik er beter in word. Ik beschouw mezelf ook echt als kunstenaar. Ik werk altijd vanuit mijn spelers en wat zij vinden van een bepaald thema of een onderwerp; maar wat ik daarmee doe, zodat het eindproduct ook interessant is voor een publiek – daarin zit volgens mij mijn kunste­ naarschap.” Ze denkt na over de vraag waarom ze theater als middel kiest om met jongeren te werken, en niet gewoon docent Nederlands is geworden of zo. “Hmm. Ik heb allereerst zelf heel veel lol in theater, maar het is meer. Bij theater vraag je ze om iets van zichzelf te laten zien – en dat vraag je eigenlijk nergens anders op school. Ja, dát is waarom ik theaterdocent ben: Ik wil iedereen schillen als een ui, even zien wat erin zit. Omdat ik denk dat als ik daar iemand in kan begeleiden, ik diegene een beter persoon kan maken. Lekker idealistisch, hè?” [lacht]

61


Durf, creëer en communiceer Wat is jouw podium? De concertzaal, de huiskamer, de digitale weg of nog ergens anders? Het onderzoeken van je talent en je eigenheid staat centraal bij het onderwijs van HKU Utrechts Conservatorium. De wereld verandert, hoe zet jij je talent in om je publiek steeds te verrassen? Uitgebreide ­informatie over HKU Utrechts Conservatorium-opleidingen vind je op hku.nl/utrechtsconservatorium

Klassieke Muziek Bachelor of Music, croho 34739

Historische Instrumenten Bachelor of Music, croho 34739

Musician 3.0 Bachelor of Music, croho 34739

Jazz & Pop Bachelor of Music, croho 34739

Docent Muziek Bachelor of Music in Education, croho 39112

62


HKU utrechts conservatorium

63


jorinde


HKU utrechts conservatorium

Jorinde Gray (26) studeert Klassiek Viool aan HKU Utrechts Conservatorium. Ze doet mee aan klassieke concoursen, maar speelt ook vaak samen met een dj in een club. Zoveel mogelijk mensen meenemen in de wereld van de viool, dat is haar missie. Een gesprek over wereldjes mixen, een merk van jezelf maken, en waarom het een compliment is als mensen bij je spel in slaap vallen. hku.nl/jorinde

ver een complete o muzikant zijn Het clichébeeld is dat het trapsgewijs a ­ floopt. Je wilt solist worden; lukt dat niet, dan ga je kamermuziek maken. Lukt dat ook niet, dan ga je bij een goed orkest ... en als dát niet lukt word je vioolleraar. [lacht] Ik zie dat heel anders, ik zie mezelf als een allround­ muzikant. Ik zal ook lesgeven, ik wil allerlei verschillende dingen doen. Vioolspelen is natuurlijk een uiting van jezelf, ik merk dat ik er gelukkig van word. En ik weet hoe leuk ik mijn eigen lessen heb gevonden en wat die me hebben gebracht. Dus als ik dat op een ander kan overbrengen, is dat ook een soort van uiting. Je probeert te begrijpen wat een componist met een stuk bedoelt. Bijvoorbeeld, is het een heel dromerige sfeer, een verdrietige sfeer? Je voelt dan die emotie in jezelf, daardoor kom je in een soort hogere wereld

terecht. Muziek zorgt ervoor dat je even uit het gewone leven verdwijnt. Als muzikant weet je dat je het goed doet als mensen tegen je zeggen dat ze echt even weg zijn geweest, met jou mee, die wereld in. Dat van die hogere wereld heb ik trouwens niet alleen bij klassieke stukken, maar ook bij moderne muziek. Ik treed ook vaak op in een club met een dj. Goede muziek is goede muziek. Op school is ons eigen repertoire wel beperkt tot klassieke muziek, maar je mag je wel met de afdelingen Jazz & Pop en Musician 3.0 mengen, daar laten ze je vrij in. Je ont­ wikkelt je tot een complete muzikant, niet alleen tot een uitvoerder van goed vioolspel.

65


ver HKU Utrechts o Conservatorium Hoe ik het zie is mijn klassieke training de basis. Je leert bijvoorbeeld hoe je de juiste klank naar voren moet brengen, die bij een bepaalde emotie past. Dat kan ik weer ge­ bruiken bij de andere dingen die ik wil doen; als ik bijvoorbeeld met een band of in een andere muziekstijl speel. Het is niet langer zo dat dat standaardbeeld van klassiek violist op een podium het enige is wat je met deze op­ leiding kunt doen. Ze staan hier voor van alles open. Het is natuurlijk ook crisis geweest, veel banen zijn weggevallen. Dus ze vinden het juist goed als je allrounder wordt, want dan ben je breder inzetbaar. Wat ik vóór deze opleiding kende van con­ coursen en zo, was toch vaak een sfeertje van concurrentie. Hier zijn we niet tegen elkaar; we zijn mét elkaar en we willen elkaar steu­ nen. Dat zegt iedereen die hier voor het eerst komt, het is echt opvallend. Er is natuurlijk wel ambitie. En liefde vooral, heel veel liefde voor het vak en voor muziek. Het komt denk ik ook doordat je hier de ruimte krijgt om jezelf als muzikant te ontwikkelen. Iedereen komt daarbij op iets anders uit, wil zijn eigen kant op. Niet iedereen streeft hetzelfde plaatje na waar maar drie plekken voor zijn. Dus dan is de concurrentie ook minder.

over de uitdagingen van de studie Ze zeggen vaak ‘je hobby wordt je werk’. Je moet echt uren gaan maken. Je kunt af en toe wel even rustiger aandoen, maar het is wel goed om elke dag te spelen. Vóór het Conservatorium is vioolspelen, of datgene waar je goed in bent, nog heel ongedwongen. Je bent goed in iets, en dat is gewoon leuk zonder dat er druk achter zit. Wat bij mij dit eerste jaar gebeurde, is dat ik merkte dat ik het ineens veel enger vond om bijvoorbeeld op te treden. En dat ik heel kritisch naar mezelf ging kijken, want ik was nu echt een violist aan het worden. Dus het wordt serieus, er komt een soort ‘moeten’ achter. Daardoor werd het enger.

66

Hoe ik dat heb opgelost? Nou – je moet eigenlijk weer teruggaan naar het begin, naar je oorspronkelijke plezier en motivatie. Je mag ervan genieten. Eigenlijk dat je heel dicht bij die pure, kinderlijke motivatie blijft van ‘dit wil ik gewoon’. Als je dat verliest, dan gaat de lol eraf en ben je alleen maar in een soort negatieve stresstoestand dingen aan het doen. Dat moet je voorkomen, maar daar helpen ze je ook bij. Ik heb bijvoorbeeld laatst nog een seminar mindfulness gehad.


ver wereldjes mixen o en mensen raken Klassieke muziek is een wereldje, je zal niet snel op Lowlands staan of zo. Met een band of elektronische muziek zou dat wel kun­ nen – daarom doe ik het ook, eigenlijk. Want ik ga zelf ook naar festivals en ik ga ook uit, dus ik ging nadenken: hoe kan ik die we­ relden nou mixen? De dj waarmee ik werk draait plaatjes, grote hits of house. Ik verzin daar wat bij, of ik ga erop improviseren. Een viool heeft een heel apart geluid, het komt dicht bij de vibraties van een stem. Daardoor worden mensen vaak geraakt ... ook in een disco, ja. [lacht] Omdat je een melodische lijn bovenop de beat legt. Je voelt een soort emotie terugkomen van de zaal.

Muziek is mijn passie; nu moet ik die passie nog omzetten in werk en bedenken hoe ik er geld mee kan verdienen. Je hoeft het na­ tuurlijk niet allemaal nu al te weten, maar het is wel handig om er vast over na te den­ ken. Elke dinsdag hebben we een seminar waar mensen komen spreken die al in het vak zitten en hun ervaringen delen. Die zeg­ gen: ‘je moet al tijdens je studie beginnen met naam maken, een netwerk opbouwen. Je moet ook zelf erop uit.’ Ik ben naar een club gegaan en heb gevraagd ‘eh ... ­vinden jullie dat leuk, een dj met een violist?’ [lacht] Voor mij gaan die ontwikkelingen samen op. Het nadenken over hoe je je pro­ fileert naar buiten toe, is een onderdeel van je ontwikkeling als muzikant.

HKU utrechts conservatorium

over later en ambitie

Later zou ik mezelf graag zien als een eigen ... een eigen product. Een brand ja, precies. [lacht] Wat mij typeert is dat ik heel sterk de muziek aan andere mensen wil overbren­ gen. Ik vind het leuk om iedereen te berei­ ken. Ik wil dat de mensen die helemaal niks van muziek afweten, ook geraakt worden. Kan ik dat doen door met een band of in een club te spelen, dan doe ik dat. Het overbren­ gen – dat is het allerbelangrijkste.

Iemand zei ooit ‘ik kan zo in slaap vallen als jij aan het spelen bent’. Dat lijkt geen aanbe­ veling, maar dat is het wel. Als een student voorspeelt en nog niet zo ver is in een stuk, hoor je dat diegene alleen maar bezig is met de noten. Je hoort de inspanning. Het idee of de sfeer van de muziek kun je pas overbren­ gen als je niet meer op dat niveau zit dat je ervoor moet werken. Als je het in je vingers hebt en je kunt het technische gedeelte losla­ ten en genieten, dan hoor je dat als publiek. Dan ontspan je. Dus dat iemand erbij in slaap kan vallen ... als je het zo bekijkt is dat echt wel een groot compliment.

67


68


Eelco Topper, 32 jaar Afgestudeerd in 2005 in de richting Piano Lichte Muziek. (Bachelor of Music). Is zelfstandige en werkt als toet­se­nist, ­producer, uitvoerend artiest en docent ­muziekproductie. Tijdens zijn studie merkte Eelco dat hij niet alleen een technisch goede jazzpianist wilde zijn, maar vooral ook zijn eigen muziek wilde maken. Eelco: “Mijn hoofdvakdocenten za­ ten echt op dat instrument. Maar ik had een veel breder idee bij het werkveld, namelijk de mensen die ik op de radio hoorde en op tv zag. Ik wilde ook mijn ideeën als muzikant een plek geven in de wereld.” Inmiddels werkt hij zelf als docent op het con­ servatorium en ziet hij dat daar nu meer ruimte voor is. “Er is aandacht voor wat de student zelf wil maken. Dat is ook verbonden met wat er in de muziekwereld gebeurt. Ik begeleid studen­ ten die bezig zijn met house die net uit is, en daar op willen reageren. Maar het kan ook over moderne klassieke muziek gaan met een dan­ ser erbij of op een aparte locatie. Deze mensen worden echt opgeleid tot autonome kunstenaar in muziek.” Naast docent is Eelco zelf muzikant en maakt hij onder de artiestennaam Falco Benz ‘analoge cocktailhouse’. Met zijn eigen muziek gaat het best hard. De combinatie tussen iets maken wat je zelf wilt én waar mensen naar willen luisteren, is volgens hem belangrijk. “Ik ben er wel voor dat je tijdens de opleiding al kijkt: is er vraag naar wat ik doe? Hoe kan ik wat ik leuk vind, afstemmen op het publiek? Dat is het lastige van dat hele muziekwereldje, en überhaupt kunst: totdat je het maakt is er niemand die erom vraagt. Je moet zelf beden­ ken ‘dit kan ik, dit is uniek, en het sluit op deze manier aan bij wat mensen misschien wel leuk vinden’.”

Over de vraag wat zijn muziek bijdraagt, moet hij even nadenken. “Ik vind het heel leuk om muziek te maken die dansbaar is, die mensen in beweging zet. Ik heb een keer op Best Kept Secret gespeeld voor een volle tent. Mensen hadden de hele dag alleen nog maar naar indie geluisterd, je voelde dat ze echt behoefte had­ den om te dansen. Ik stond daar toevallig, die mensen hadden er zin in – en dat ging gewoon. Dat ik dat gevoel van die mensen kan aanvoe­ len, voor hen in een leuke baan kan leiden ... dat is het, denk ik. Daar gaat het over.”

HKU utrechts conservatorium

Je moet dichtbij het vuurtje blijven

Hij vindt het ook onverwacht leuk om studenten te begeleiden. “Tijdens mijn studie hield ik wel rekening met een gemengde beroepspraktijk waarin ik ook zou lesgeven. Maar ik dacht ook vaak ‘kom op, ik zit nu echt niet op educatieve vakken te wachten’. Ik wilde gewoon maken. Dat is nog steeds het belangrijkste deel van mijn praktijk, maar ondertussen is lesgeven ook een groot onderdeel. Ik merk dat ik het erg leuk vind om studenten te helpen daar uit te komen waar ze willen uitkomen.” Dat lukt pas als je zelf ook goed weet waar je uit wilt komen. “Het is als muzikant belangrijk dat je dicht bij het oorspronkelijke vuurtje blijft. Waarom vind ik dit leuk? Wat vind ik er nou pre­ cies leuk aan, en wat kan ik? Uiteindelijk heb je vanuit die kern de meeste kans om te overleven. Als je dat een beetje weet uit te buiten, dan – nou, dat is je eigen kracht. Dat hou je vol. Zo heb ik ook altijd mijn keuzes gemaakt en dat heeft voor mij gewerkt.”

69


SPOTLIGHT – JAM TODAY Het begrip ‘jam’ is beroemd en berucht in de gamewereld: een project waarbij je met een groepje in een paar dagen – en meestal nachten – een game maakt. De JamToday in Utrecht is een game jam gericht op applied games met als thema ‘Lekker Slapen’. HKU-studenten Bodhi Donselaar (tweede­ jaars Game Design), Caroline Kilg (twee­ dejaars Game Art) en Akira Bottenbley (eerstejaars Game Art) vormen het team ‘The Restless Wrestlers’. Met veel playtesten, overleg, Red Bull en pizza zetten ze binnen 48 uur hun game in elkaar. Het speciaal voor de 3D-bril Oculus Rift gemaakte Fade Away is volgens eigen zeggen ‘een soort Droomvlucht voor slapelozen’. Tot hun verbazing winnen ze de publieksprijs én de juryprijs. Volgend jaar mag het dream team in Barcelona gaan jammen tegen andere Europese deelnemers. Kijk mee in de laatste, zweterige uren tot aan de finale.

Caroline: Onze doelgroep is mensen die niet kunnen slapen en de hele tijd over dezelfde gedachtes na liggen te denken. Met Fade Away willen we je in een andere wereld trek­ ken; even op vakantie, weg van je gedach­ tes. We wilden niet zozeer een losse game maken, als wel een ervaring die echt direct effect heeft op je slaap. Fade Away is eigen­ lijk een soort mindfulness-oefening. Bodhi: Wat we belangrijk vinden is om het betaalbaar te maken voor iedereen. Dus we willen ook een app-versie ontwerpen voor Google cardboard. Zo kan iedereen met een mobiele telefoon straks voor een paar euro gebruikmaken van deze app. Daarbij wordt ook het blauwe licht van je beeldscherm, dat je wakker kan houden, eruit gefilterd. En hij zet je overige telefoonfuncties uit zodat je niet gestoord kunt worden.

70

Bodhi: We zitten nu te crunchen ja. Hij moet voor drie uur geüpload [het is vijf voor drie, red.] en deze plaatjes moeten er nog in.


HKU spotlight

Caroline: Vanochtend hebben we een ander team laten testen, zodat we echt konden zien hoe het werkt. Bodhi: Ik heb vannacht ook nog op mezelf getest. Bij mij werkte het. [gelach] Akira: Dat leren we sowieso op HKU heel erg: playtesten, veranderen, playtesten, veranderen.

Caroline: Als je een game wilt maken moet je eigenlijk gewoon in dezelfde kamer zitten. Met zijn allen aan een tafel zitten en ideeën over en weer gooien. Bodhi: Dat is ook het mooie aan game jams, het geeft je een beetje een simulatie van hoe je straks in een groepje aan een groot project werkt. Caroline: Ik had echt absoluut niet ver­ wacht dat we allebei de prijzen gingen win­ nen! De publieksprijs is natuurlijk de leukste, want dat betekent dat andere jammers onze game tof vonden. Ja, natuurlijk wil ik graag naar Barcelona. Maar de andere jam­ mers zijn mijn collega’s. Hun mening vind ik echt wel belangrijk! Akira: Meteen na de publieksprijs baalde ik wel enigszins, om heel eerlijk te zijn. Omdat ik dacht: dan kunnen we dus nooit meer de juryprijs winnen. Een beetje dubbel, want ik vond het ook tof hoor. Maar ze allebei win­ nen...die zag ik niet aankomen.

71


SPOTLIGHT – HKU-AWARD De HKU-Award wordt elk jaar uitgereikt aan de afstudeerders met het meest vernieu­ wende en slim aangepakte afstudeerwerk. Dit jaar is Arlette Beerenfenger daar een van. Ze studeerde Product Design en krijgt de HKU-Award voor haar afstudeerwerk PER_PE_TU_UM, een kunstwerk dat tussen een diner, een voorstelling, een verhaal en poëzie in zit. Geen mooi ontworpen stoel of lamp maar, in de woorden van Arlette, ‘een totaalbeleving waar geen enkel stukje uit gehaald zou kunnen worden’. Met woorden, eten, tekeningen en geluid neemt PER_PE_ TU_UM je mee, even je hoofd uit en je gevoel in. Arlette wint met de HKU-Award onder andere 5000 euro om te besteden aan een nieuw project. Een passend einde van een proces dat ze zelf beschrijft als ‘soms frus­ trerend, maar uiteindelijk heel mooi’.

Arlette: Zelf word ik vaak het meest geraakt door (video) installaties, theater, erva­ ringstheater, muziek. Niet door stilstaande producten. Na een ongeluk en een lange re­ validatie dacht ik, bekijk het maar, nu ga ik doen wat ík wil. Ik ga een ervaring maken en alle producten die ik maak, staan in dienst van die ervaring. Ik wil vooral dat mensen niet zeggen ‘Arlette, wat knap gedaan, wat goed’, maar ‘het heeft me geraakt’. Ik wil mensen terug­ brengen bij hun eigen gevoel en belevings­ wereld. Soms worden we te veel geleefd in deze Westerse maatschappij. Ik heb zelf ervaren hoe belangrijk voelen is, en ik wil mensen daar weer naartoe brengen.

72


HKU spotlight

Toen ik het idee voor PER_PE_TU_UM had, wist ik gelijk: dit kan ik niet alleen. Ik ben geen kok, ik ben geen sounddesigner. Dus ben ik mensen gaan verzamelen. Ik denk dat daar ook m’n kracht ligt; dingen en mensen met elkaar verbinden.

De koks zijn van Restaurant Vaartsche Rijn; de acteur is een vriend; de sound designer een vriend van heel vroeger; de woordkun­ stenaar leerde ik eerder dit jaar kennen. Een team dat allemaal een andere opleiding of achtergrond heeft, spreekt ook allemaal een andere taal. Dat is soms echt frustrerend. Maar zo kwam ik er ook achter dat ik dingen in mijn taal kan uitleggen; in beeld. Zodra ik beeld laat zien, is het ‘oooh...dat bedoel je!’

De schermpjes krijgen de mensen aan het einde om zich heen. De hele beleving gaat van buiten naar binnen. In het begin staan die schermpjes nog als tentjes in de ruimte, aan het eind krijgt iedereen dus z’n eigen tentje. Om alle prikkels die er nog over waren, diffuus te maken en alleen nog met jezelf en een kop warme chai en dessertje over te blijven. Het is ontzettend verrassend dat ik deze prijs win, juist omdat dit project toch wel erg anders is voor een Product-student. Maar daarom vind ik het ook heel mooi. Ik denk zeker dat we samenwerken moeten stimuleren en hokjes moeten openbreken. Hiermee zegt HKU: dat stimuleren wij ook. Dat is denk ik heel goed.

73


TOELATING Aanmelden Voordat je toelating aan HKU kunt doen, moet je je aanmelden. Dat doe je via hku.studielink.nl. Je hebt hiervoor een DigiD nodig. Pas als je je hebt aangemeld, kun je uitgenodigd worden voor een toe­lating. Kijk voor alle stappen op het gebied van aanmelding en toelating op www.hku.nl/aanmelden Informatie over de toelatingsprocedure? www.hku.nl/toelating Weten hoe je een portfolio samenstelt? www.hku.nl/portfolio Ervaringen van studenten? Alle eerstejaars studenten uit dit magazine bloggen over hun studie: zie pagina 80. Ook kun je terecht op Facebook: www.facebook.com/dekunstvanhku

Toelating doen Voor bijna alle opleidingen van HKU moet je toelating doen. Je hoeft echt niet nu al briljant te zijn – je gaat natuurlijk naar school om te leren. Het is belangrijker dat we zien dat je inzicht hebt en kritiek kunt verwerken. Een goede motivatie en artistie­ ke aanleg tellen ook mee. In één zin zijn we op zoek naar mensen met talent, met lef om te experimenteren en zich te ontwikkelen, en met het ondernemerschap om later hun brood te verdienen. De toelating is trouwens niet alleen voor ons. Voor jou is het ook een check: passen HKU en deze studie bij jou? Bij de meeste studies krijg je een thuis­ opdracht die je op de toelatingsdag laat zien, samen met je portfolio. Daarnaast kan er gevraagd worden om tijdens deze dag een lesopdracht uit te voeren. Bij de muziekopleidingen wordt je theoretische muziekkennis getoetst en speel je voor een toelatingscommissie. De meeste theaterop­ leidingen hebben een selectieprogramma van meerdere dagen, waarbij je in lessen meedraait en opdrachten doet.

74


Marleen – Fine Art

De toelatingsopdracht is niet iets dat je er even tussendoor kunt doen, je moet echt de tijd en ruimte nemen om er iets bijzonders van te maken. Je moet je er vol voor geven. Ga ook bij jezelf na: is deze studie een probeersel, een tweede keus omdat ik daar en daar niet ben toegelaten? Dan ga je het sowieso niet halen, dan ben je binnen een maand weg. Dus je moet het gewoon echt heel graag willen.

Maak heel veel, ook grote dingen. Omdat dat meer ruimte geeft. Dan ga je ook groter denken. En teken bijvoorbeeld met houts­ kool in plaats van potlood. Dat je laat zien dat je bereid bent om veel verschillende dingen te doen. Ruil de materialen en het formaat waar je normaal mee werkt eens in voor iets heel anders, gooi jezelf uit je vertrouwde kader.

Marijn – Kunst en Economie Je moet eerst een vragenlijst invullen. Daarna word je hier uitgenodigd en moet je allemaal testen maken. Dat gaat over rekenvaardigheid, taalvaardigheid, noem maar op. Dus zorg dat je alle vaardigheden die je al kunt leren, op orde hebt. En de andere helft is ... als je niet honderd procent overtuigd bent van je passie voor kunst, dan moet je heel goed nadenken of je dit wilt doen. Niet dat je al ervaring hoeft te hebben. Maar als jij Pinkpop leuk vindt en je hebt verder geen idee wat je daar wilt doen, dan zit je hier niet op de goede plek.

Jorinde – Klassiek viool Als je daar staat, moet je laten zien wie je bent. Gooi op dat moment alles eruit, blijf dicht bij je eigen inspiratie. Soms kan de stress je muzikaliteit blokken en ben je al­ leen maar bezig met nootjes spelen. Maar het is niet erg als je een fout maakt, daar kijken ze wel doorheen. Dus laat vooral je muzikaliteit zien, wat jou in de muziek raakt. Breng het gevoel over, dan maken die fouten niet zoveel uit.

HKU tips en contact

Wout – Spatial Design

Sjoerd – Image and Media Technology Je moet vooral niet denken dat het een zware, strenge toelating is waar je jezelf moet bewijzen. Je moet daar niet heengaan van ‘oh, ik moet nu echt presteren’. Ga er gewoon heen zoals jij, als jezelf, overal heen­ gaat. Als je dat doet kun je ook eerlijk kijken of het bij je past of niet. Ze kijken gewoon of je geschikt bent voor de opleiding ja of nee, ze kijken niet van ‘ben jij wel tof?’

Brit – Theatre Design Wat je echt moet doen is zoveel moge­ lijk werk meenemen, ook proefjes. Gekke schetsjes die je in de trein maakt, foto’s of filmpjes van tussendoor over hoe je dingen hebt aangepakt. Dus je hele proces laten zien, niet alleen die ene mooie tekening. Alles is belangrijk – zo kunnen ze zien hoe jij tot je ideeën komt.

75


Een kamer zoeken Ruim twintig procent van de inwoners van Utrecht is student, dus de kamers liggen niet voor het oprapen. Toch kun je met wat tijd en moeite prima op tijd aan woonruimte komen. Dit zijn de verschillende huurmoge­ lijkheden: • een kamer in een studentenhuis; • een kamer bij een hospes of hospita (huiseigenaar); • een kamer in onderhuur; • een tijdelijke kamer, bijvoorbeeld antikraak; • een zelfstandige woning via de gemeente. Het is handig om iemand die al een kamer heeft te vragen welke kamerzoeksites hij/zij kan aanraden. Op de studentenportal van HKU vind je onder http://studentportal.hku. nl/kamerzoeken ook veel informatie en tips over kamers zoeken. Hou in de gaten dat je legaal woont, met een huurcontract. Dat heb je nodig om je in te schrijven bij het GBA (belangrijk voor je studiefinanciering en de hoogte van je collegegeld).

Wout Het beste is een huis zoeken met HKUstudenten. Een tip van mijn mentor was sowieso: ga op kamers. Een, je zit hier vaak tot tien uur ‘s avonds, dus dan heb je geen zin om uren terug te reizen. En twee: je bent hier niet zomaar iets aan het leren; je bent jezelf aan het ontwikkelen. Volwassen worden, zelfstandig worden, is daar een heel groot onderdeel van.

Marijn

76

Mijn tip is: bel elke makelaar die je op Google kunt vinden en vertel hem het volgende verhaal. ‘Luister, wij moeten een huis hebben; als jij mij morgen opbelt met een huis, dan ga ik er morgen in’. Dat vind

een makelaar leuk, want dan heeft ‘ie geld verdiend zonder dat ‘ie er iets voor heeft hoeven doen. Zo heb ik binnen twee weken een mooi appartement in Utrecht gevonden.

Marleen Als je niet bereid bent om een heel hoge huur te betalen moet je een creatieve oplos­ sing bedenken, bijvoorbeeld antikraak. Je krijgt dan vaak veel ruimte, maar het kan ook stress opleveren. Er zijn verschillende antikraak-organisaties in Utrecht, met ver­ schillende fijnere of minder fijne voorwaar­ den. SSH is bijvoorbeeld een goeie.

Brit Mijn tip is vooral om met hospiteren jezelf te zijn. In de klas hebben we het er een aantal keer over gehad; wij kwamen erachter dat wanneer we zelf de instelling hadden van ‘nou ja, ik zie wel of ik die kamer krijg of niet’, dat je er dan een stuk relaxter en meer als jezelf zit. En dat dat veel beter werkt dan als je heel gespannen zit van ‘ik MOET deze kamer hebben, dus ik moet er goed uitzien en goed overkomen’. Dat je denkt ‘zou deze kamer iets voor mij zijn?’ in plaats van ‘zij moeten mij goedkeuren’.


Vooropleidingen

Masteropleidingen

Een vooropleiding kan nuttig zijn, bijvoor­ beeld als je nog te jong bent of een beter idee wilt krijgen van wat bij je past. Je kunt tot sommige bachelor­opleidingen toegela­ ten worden met een succesvol afgeronde vooropleiding.

Na een bacheloropleiding kun je in veel gevallen nog doorleren aan een ­masteropleiding. HKU heeft ­masters die ­geaccrediteerd zijn door de ­Nederlands-Vlaamse Accreditatie ­Organisatie (NVAO) en daarmee onder de Nederlandse wet vallen. Dit zijn:

Er zijn vooropleidingen voor Muziek en Beeldende Kunst/Vormgeving. Je kunt de Vooropleiding Music and Technology volgen als je geïnteresseerd bent in de technische muziekrichtingen. Het Utrechts Conserva­ torium biedt daarnaast de Vooropleiding ­Muziek aan, die je onder andere voorbereidt op het theoretische toelatingsexamen. Voor de Beeldende Kunst- en Vorm­geving­ opleidingen kun je een Basis­opleiding ­Beeldende Kunst en Vormgeving doen (voor alle geïnteresseerden). Dit is een voorbereidend jaar dat je naast je oplei­ ding of werk kunt volgen. Je ontwikkelt je creatieve en beeldende vermogen en wordt wegwijs ­gemaakt in de beide vakgebieden, ­Beeldende Kunst en Vormgeving. Zo ontdek je wat het beste bij jou past.

Master of Music (MMus) - Pathway Performance - Pathway Music Design Master Interior Architecture Master of Education in Arts (MEd)/ Master Kunsteducatie Master of Fine Arts in Scenography Master Crossover Creativity Daarnaast heeft HKU een master die geva­ lideerd is door de Open University Validation Services in Groot-Brittannië. Dit betekent dat je diploma overal waar een Britse graad geldig is, wordt erkend (zie ook hku.nl/validation). Deze master is: Master of Arts in Fine Art

Duur: 32 zaterdagen naast je havo, vwo, mbo of werk. Verder is er de cursus ­Pixelpalace (voor jongeren). Ook voor de andere interessegebieden zijn er mogelijkheden om je op de bachelor­ opleiding voor te bereiden. Kijk voor alle ­informatie op: hku.nl/opleidingen/basis.htm

Kijk voor alle informatie op: hku.nl/masters

HKU tips en contact

voor eN na


NOORD

LOCATIES

11

Kapelweg 7

Utrecht

VOORDORP

Wa

ter

TIBERDREEF

Z wa r

te

TUINDORP Loevenhoutsedijk

Voordorp ONDIEP

Overvecht Noord TUINDORP OOST

Oudenoord 700 EYKMANPLEIN

TUINWIJK

6

Noordse Park

KARDINAAL ALFRINKPLEIN

GANDHIPLEIN

OVERVECHT

Griftpark

12

Vechtsebanen

t

ar

Kl

op

va

Janskerkhof 17/18

WITTE VROUWEN

AMERSFOORT

Janskerkhof 4a

Lange Viestraat 2b

De Gagel

Overvecht

4 9

5

PASCALPLEIN

Minrebroederstraat 16

8 acht

uitengr

De Zilv

OUDWIJK

Wilhelminapark

2

DICHTERSWIJK

M

tr ins

oo m

PLEIN VAN BERLAGE

uis -

STERRENWIJK vaar

Welgelegen

SCHILDERSBUURT

TIBERDREEF

1

Kr

UTRECHT

chaats

eren S

Nieuweroord

Park Bloeyendael

Oude Amersfoortseweg 131

Mariaplaats 27 Mariaplaats 28

ZUILEN

De Dreef

HILVERSUM

3 7

Utrecht Centraal Station

Hogelandsepark

BUITENWITTEVROUWEN

UTRECHT

Molenpark

BEREKUIL

HENRI DUNANTPLEIN

OVERVECHT NOORD

Stadsb

Vechtzoom

LOMBOK

De Berekuil

Dressuurpark

VOGELENBUURT

PIJLSWEERD

Grote Spui 11

Ina Boudier-Bakkerlaan 50

TUINDORP

Loevenhoutsedijk

t

Julianapark

ONDIEP

rnhaven

K r om m e R i jn

TRANSWIJK

10

13

TUINWIJK

Tractieweg 41

Noordse Park

Koningsweg 2

Griftpark

Va a

rtsc

he R i jn

ANNE FRANKPLEIN

RIVIERENWIJK

g

ehaven


STEIN

Weltevreden

1

HKU tips en contact

DE BILT

Gebouwen

WELTEVREDEN

2

Ina Boudier-Bakkerlaan 50, Utrecht

3

Oude Amersfoortseweg 131, Hilversum

Mariaplaats 28, Utrecht

30 VEEMARKT

Van Boetzelaerpark

Biltse Grift

4

5

Janskerkhof 4a, Utrecht

7

Olympos

Mariaplaats 27, Utrecht RIJNSWEERD

Faciliteiten

6

Lange Viestraat 2B, Utrecht

2 DE UITHOF

Oudenoord 700, Utrecht

1

HKU Beeldende Kunst

1

HKU Design

2

HKU Games en Interactie

2

HKU Muziek en Technologie

3

HKU Utrechts Conservatorium

4/9

HKU Theater

6

HKU Kunst en Economie

6

HKU Media

D E U I T H O F

DE UITHOF

7 Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen 8 Academiegalerie 9 HKU Theater (hoofdgebouw) en Akademietheater 10 HKU Loods (expositieruimte en repetitiestudio’s) 11 Media & Performance Laboratory (MAPLAB) 12 Nederlandse Beiaardschool 13 Ateliergebouw Fine Art

ijn

K ro

mme

R

8

9

10

11

12

13

79


zoek ons op Volg de 24/7 studenten het hele jaar op Facebook: J orinde hku.nl/jorinde

Marleen hku.nl/marleen

Marijn hku.nl/marijnmt

Sjoerd hku.nl/sjoerd

Kris hku.nl/kris

Wout hku.nl/wout

Marijn hku.nl/marijnke

Brit hku.nl/brit

Of volg HKU: f acebook.com/dekunstvanhku twitter.com/ hkutrecht instagram.com/dekunstvanhku

Wil je meer informatie over HKU of onze opleidingen? Bezoek één van onze Open Dagen op: zaterdag 28 november 2015, van 10.00 tot 16.00 uur zaterdag 19 maart 2016, van 10.00 tot 16.00 uur Kijk op hku.nl/opendag

80

Studenten Service Centrum Heb je vragen over dingen die je ­rondom je studie moet regelen? Of wil je meer weten over de praktische kant van studeren aan HKU en wonen en leven in Utrecht? Dan kun je terecht bij ons Studenten Service Centrum. Je vindt heel veel informatie op studentportal.hku.nl


colofon Uitgave: HKU

Druk: Drukkerij Mart.Spruijt bv

Teksten: Rinske Verberg

Papier: Omslag 250 grams Edixion opd 1.1 Binnenwerk 120 grams Edixion opd 1.17

Eindredactie: Barbara Pater (HKU) Rinske Verberg Correcties: Lambertha Souman (HKU) Concept/vormgeving: Thonik Amsterdam Fotografie en beeldbijdragen: Lonneke van der Palen (campagnefotografie, studentenportretten)

adresgegevens HKU: Lange Viestraat 2b, 3511 BK Utrecht Het copyright van de gebruikte beelden en teksten berust bij HKU. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt of vermenigvuldigd zonder toestemming van HKU. Wanneer iemand vindt dat geen rekening is gehouden met haar of zijn copyright, graag contact opnemen met HKU Bureau Communicatie, 030-2332256.

Shira Koopman (studenten fotografie) Lianne Blomsma (spotlight Game Jam) Overige bijdragen: Engelbert Fellinger Felipe Pipi Peter Stigter Fotowerkplaats HKU Lea Groeliker Thijs de Lange Beeldcredits: Anniemedia Nicky Onderwater Casper Koster Jacqueline van der Kort Jos Kuklewski Baldwin Henderson Tamarah de Jager Ben Houdijk Ali Mousavi Isabelle Renate la PoutrĂŠ

81





Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.