ÂŤ
Lees het interview met BEST op pagina 6
Werk Nejikunata, vlog en voorstelling Maker BEST WITHET Opleiding Theatre Design WEB www.nejikunata.com
ÂŤ
Lees het interview met NASTIA op pagina 8
Werk heurt nie Maker Nastia cistakova Opleiding illustration WEB cargocollective.com/nastiacistakova
ÂŤ
Lees het interview met MARIN op pagina 4
Werk PENTIE Maker Marin Hondebrink Opleiding Fine Art WEB http://halfwerk.tumblr.com
ÂŤ
Lees het interview met JORINDE op pagina 14
Werk Hier was ik Maker Jorinde Beijerling Opleiding Design in Photography WEB www.jorindebeijerling.com
ÂŤ
Lees het interview met RIK op pagina 18
Werk Persona Maker RIK DE GROOT Opleiding Illustration WEB WWW.rikdegroot.com
ÂŤ
Lees het interview met THIJS op pagina 12
Werk Pokeball Z Makers Thijs Koole, Florian Walraven, Martijn Calkhoven Opleiding Animation WEB www.pegbarians.nl
ÂŤ
Lees het interview met DANIEK op pagina 1
Werk When I close my eye and dream Maker Daniek Dijkstra Opleiding Photography WEB http://daniekdijkstra91.wordpress.com
«
Lees het interview met Cindy op pagina 20
Werk Maker Opleiding WEB
Een dag uit het leven van een illustratiestudent Cindy Timmer Illustration www.cindytimmer.com
‘Er zit wel wat artistiek naakt tussen,’ antwoordde Daniek Dijkstra op de uitnodiging om haar fotoserie op .UNST te publiceren. When I close my eyes and dream is een serie van zeven beelden die intrigeren door de manier waarop ze zijn bewerkt. Een oog dat ontbreekt, een onwaarschijnlijke hoeveelheid haar, borsten zonder tepels. ‘Toen ik de foto’s op tafel legde, bleef het een minuut stil.’ 9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
191
tekst EDWIN VERHOEVEN beeld Daniek Dijkstra
De zeven zelfportretten van Daniek Dijkstra komen dichtbij en zijn heel persoonlijk, maar juist het bewerken van de beelden zorgde voor afstand. ‘Door dat proces zag ik mezelf niet meer en was naakt op de foto staan al snel geen punt. De beelden ken ik nu zo goed, dat ik ze zie als een vorm van kunstfotografie in plaats van naaktbeelden. Ik heb eindeloos in Photoshop zitten schetsen; op gevoel kijken wat wel en niet werkt. Daarbij zoomde ik vaak volledig op een detail in. Hoe langer ik met de foto’s werkte, hoe meer ik mijzelf als een object ging zien. Het beeld is daarom voor mij geen naakt lichaam meer of een borst, maar een stukje huid.’ sprakeloos Pas toen ze het werk voor het eerst in de les liet zien, zag Daniek zichzelf weer. ‘Dat was even slikken, ik werd heel zenuwachtig. Toen ik de foto’s op tafel neerlegde, bleef het een minuut stil. Shit, dacht ik, ze vinden het niet goed. Uiteindelijk zei de docent dat hij sprakeloos was. Hij vond het geweldig werk en had even geen commentaar.’
Volgens Daniek betrek je een onderwerp automatisch op jezelf en kom je tijdens een project daarom dicht bij jezelf. ‘Dat geldt al helemaal voor de beoordeling van je werk. Mensen zeggen dat je je niets aan moet trekken van kritiek, maar dat is onmogelijk. Het is wel iets van jezelf, jouw werk, iets wat jij hebt gecreëerd.’ In het begin van haar opleiding begon Daniek aan haar project De perfectiemaatschappij en verzamelde ze ideeën over de ideale vrouw, ons uiterlijk en plastische chirurgie. ‘Perfectie zit als onderwerp altijd in mijn achterhoofd. De nadruk erop is ook continu aanwezig in de wereld om ons heen. Ik ben er zeker al vanaf eind basisschool mee bezig.
Dit jaar is Daniek bezig net het creëren van fantasiewerelden. ‘Ik heb net een serie gemaakt waarin ik met de ogen, neuzen, monden en jukbeenderen van verschillende mensen één personage heb gecreëerd. Dat construeren van beelden die niet echt zijn, is iets wat ik interessant vind. Het past beter bij me dan op pad gaan en in de stad mensen fotograferen. Ik mis niets aan de werkelijkheid, maar ben niet tevreden als ik daar foto’s van maak. Ik wil nog iets extra’s toevoegen waardoor de kijker zich gaat afvragen of wat hij ziet echt is of niet.’ toneelstuk Vorig jaar koos Daniek voor een project over vogelspotters. ‘Uiteindelijk heb ik na mijn onderzoek een soort toneelstuk opgevoerd, waarbij de klas niet doorhad dat de uitvoering geënsceneerd was. Ik heb de vogels zo in de landschappen geplaatst dat het leek of ze er echt zaten. Als je die informatie achterwege laat, neemt iedereen het voor waar aan.’
‘Het is wel iets van Mijn ouders zijn gescheiden toen ik zes was. Daarna ontdekte ik hoe verschillend ze waren en betrok ik dat op mezelf. Bij ieder nam ik een andere rol aan, uiteindelijk om ze te pleasen. Je wordt je dan heel bewust van hoe je bent, en ook van hoe je niet wilt zijn.’ hogerop Daniek geeft toe dat het aannemen van zo’n rol vooral met gedrag te maken heeft, maar vindt dat de link met je uiterlijk niet ver weg is. ‘Als meisje wil je er goed uitzien en goed voor de dag komen, ook met het idee dat je hogerop kunt komen als mensen je mooi vinden. Volgens mij werkt dat onbewust zo: als je mooi bent, krijg je meer voor elkaar omdat mensen denken dat je het allemaal beter weet.’
De hamvraag is natuurlijk of een fotograaf verplicht is te vertellen dat hij zijn beelden bewerkt. Daniek herinnert zich het lot van fotojournalist Brian Walski. ‘Hij had uit twee foto’s een derde beeld samengesteld. De manipulatie kwam boven water toen het mensen opviel dat enkele burgers op die foto tweemaal te zien waren. Kort daarop is hij zijn baan bij de krant kwijtgeraakt. Niet onterecht denk ik. Een fotojournalist moet betrouwbaar zijn en dus de werkelijkheid tonen. Een kunstenaar hoeft dat niet, zijn beelden zijn een vorm van kunst. Maar ook bij kunstenaars speelt mee dat wanneer je je kijker voorspiegelt de werkelijkheid te fotograferen, je toch anders wordt gezien als blijkt dat je dat niet doet. Als je dat vooraf vertelt, is het geen probleem. Het gaat puur om de verwachting die mensen van jouw beelden hebben.’
BEKIJK DE FOTOserie http://unst.hku.nl/672
2
.UNST N° 30 2014
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
3
Marin wijst naar twee purschuimen vormen die aan de muur hangen. Ze zien eruit als twee stukken geamputeerd been. ‘Dat was aanvankelijk de bedoeling. Ik wilde kijken hoe je met purschuim een panty op kon rekken, hoe ver je zou kunnen gaan, en wat voor vormen daar dan uit zouden komen. Toen het schuim hard was geworden moest ik het nylon er heel voorzichtig afpeuteren. Ik zag de kwetsbaarheid van de kous en kwam erachter dat de schuimvorm niet het werk was, maar de panty zelf. Het is een persoonlijk object dat nu iets heeft meegemaakt, en daardoor vertelt het werk een verhaal.’
‘Ik vind het interessant om te onderzoeken waarmee mensen moeite hebben’ tekst Yvo Nafzger beeld Marin Hondebrink
Locatie IBB (voorheen Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving) van HKU doet nog altijd Berlijns aan. Grijze muren, beklad met spuitverf. Affiches van voorbije evenementen. Ik loop een atelier binnen waar het naar ecoline-inkt ruikt. In een hoekje zit Marin Hondebrink, tweedejaars Fine Art. Toen haar moeder een aantal jaren geleden in een psychiatrische instelling werd opgenomen, ontdekte Marin de tweeledigheid van de dingen. Die dubbelheid heeft haar niet meer losgelaten. ‘Het is een vreemd contrast,’ vertelt Marin. ‘Voor mezelf was het in die tijd gewoon mijn moeder, terwijl anderen haar niet met diezelfde blik bekeken. Er wringt altijd iets tussen mensen, dat is overal aanwezig.’ Ik kijk naar de waslijn, die gespannen is tussen haar werkplek en de muur. Er hangt een verfomfaaide panty aan, het beeld waarvoor ik gekomen ben. Welke contrasten zijn daar te ontdekken? Marin: ‘De panty is vrouwelijk, sensueel. Maar de wereld van vandaag is niet altijd sensueel en sexy voor de vrouw. De gehavende panty doet afbreuk aan dat sprookje van vrouwelijkheid. Het wordt fragiel. Terwijl dat aanvankelijk niet mijn bedoeling was.’
4
.UNST N° 30 2014
soep Ik zou mijn hoofd kunnen breken over deze werkwijze. Want hoe kun je nu het werkmateriaal gebruiken, terwijl je het aanvankelijke product weggooit? In mijn ogen komt dat erop neer dat ik deze tekst zou weggooien en een potje inkt zou inleveren. Voor Marin is dit gesneden koek: ’Ik begin met een idee of een startvraag, dan kies ik mijn voorkeursmateriaal uit. Daarna laat ik mij leiden door het proces, ik weet ook niet wat er dan precies gaat gebeuren. Ik sta voor alles open. Het enige wat belangrijk is, is dat het materiaal iets voor me betekent, iets persoonlijks heeft. Dat is bijvoorbeeld nylon, maar ook haar.’ Haar? Ze pakt iets van de hoek van haar werktafel waarvan ik eerst dacht dat het afval was. Het past over haar gezicht, nu zie ik pas wat het is. ‘Kijk, dit is bijvoorbeeld een haarmasker. Haar is ook persoonlijk materiaal. Het is van iemand geweest. Mensen kunnen dit raar vinden, en ook daar zit weer een vreemd contrast in. De meesten onder ons zijn altijd bezig met hun haar. Is het goed verzorgd? Zit het mooi? Terwijl we allemaal met afgrijzen kijken naar
een verdwaalde haar op de grond of in de soep. Dat wringt en daardoor hoop ik dat erover wordt nagedacht.’ Ik vraag haar waarom ze niet gewoon bij gips, marmer of een ander gesteente blijft. ‘Bij dat soort materialen heeft het publiek direct de associatie met kunst. Ik wil mijn werk daarvan weghalen. Door het gebruik van alledaagse dingen hebben mensen sneller een particuliere ervaring. Het is zintuiglijker. Een beeld is vaak alleen om naar te kijken, ik wil dat mensen zich moeten bedwingen om er niet aan te zitten. Dan weet ik dat een werk echt goed is gelukt.’ irritatie Contrast en spelen met conventionele ideeën vormen een rode draad door het werk van Marin. Maar wat is volgens haar dan die norm, waar zij zich tegen afzet? ‘Als ik iets aan het maken ben, moet ik mezelf niet bezighouden met wat normaal is. Mijn hoofd moet vrij zijn. Ik vind het interessant om te onderzoeken waarmee mensen moeite hebben. Dat laten zien. Wat dat betreft word ik geïnspireerd door de Duitse kunstenaar Jonathan Meese. Hij gebruikt symbolen en gebaren uit nazi-Duitsland. Deze vergroot hij uit en drijft er daardoor de spot mee. Hij wekt irritatie op bij zijn toeschouwers, maar maakt die symbolen tegelijkertijd los van hun oorspronkelijke betekenis. Meese zegt daarover: “Kunst heeft niets te maken met wat je moet creëren , maar het is gewoon spelen. Je moet je weer een kind voelen dat iets wil, dan bestaat goed en fout niet”. Dat vind ik heel mooi.’
MEER WERK van MARIN www.halfwerk.blogspot.nl
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
5
tekst EDWIN VERHOEVEN beeld best withet
De hardnekkige kwestie bracht Best in verwarring. Wat hoort waarbij, waar sta ik als ontwerper? En waardoor komt het dat ik blijkbaar op de grens van theater en mode ontwerp? Dit kon niet anders dan het onderwerp van zijn afstudeeronderzoek worden. Als hoofdvraag formuleerde hij: Hoe creëer ik een beeld van een kostuum waarbij niet te zien is of het bij Theater hoort of bij Fashion?
Mode, dans, theatervormgeving, muziek en het levensverhaal van de maker. De licht verteerbare voorstelling Nejikunata KUN JE TYPEREN als autobiografische musical van een theatrale fashion designer. Dat is precies wat Best Withet het liefst zou zijn. In zijn afstudeeronderzoek bij Theatre Design wil hij theatervormgeving en mode laten samensmelten. ‘Ik vind juist dat er geen verschil is.’ Theater en mode raakten al bij zijn studiekeuze met elkaar verweven. Best: ‘Ik wilde heel graag Fashion Design doen, maar ben door de AHK en de HKU afgewezen. De reden: ik zou te theatraal bezig zijn. Dus werd het de Faculteit Theater. Toen we in het tweede jaar bij Theatre Design kostuums moesten ontwerpen, zei mijn docent: ‘Ik kan hier helemaal niks mee qua beoordeling, moet jij niet naar Fashion?’ Uit het derde jaar herinnert Best zich een vergelijkbaar advies: Hoofddocent: Hé Best, moest jij niet naar Fashion? Best: Oké, ik zit nu al bijna drie jaar op school, waarom zeg je dat nu pas? Hoofddocent: Ja, weet ik niet, gewoon omdat je zoveel kostuums maakt. 6
.UNST N° 30 2014
hokje ‘Er zijn zoveel mensen die mij vertellen: mode is dit en dit hoort bij theater. Mensen vinden dat er een verschil is. Ik niet, ik vind juist dat er geen verschil is. Daar raak ik van in de war en daarom wil ik een manier verzinnen om te laten zien dat het één lijn kan zijn. Ik vind ook dat dingen tegenwoordig te snel in een hokje worden gestopt. Ik kwam laatst deze uitspraak tegen: Een afbeelding is nog belangrijker dan wat een afbeelding vertelt. Dit is typisch
werpers er wel werk voor maken? Waarom heeft de kostuumontwerpster van de film de kostuums niet ontworpen? Is zij degene die alleen nog de kleding bij elkaar zoekt? Maar dat is toch het werk van de stylist?’ van a tot z Voor het ontwerpen van kostuums voor een voorstelling doorlopen theatervormgevers een lang traject. Best leerde dit tijdens zijn tweede stage, bij Annelies de Ridder. ‘Bij mij staan kostuum en personage vaak los van elkaar, terwijl het de taak van een kostuumontwerper is het personage zo vorm te geven dat het past bij het karakter. Door mijn stage kan ik het nu beter onderscheiden. Van a tot z kostuums ontwerpen is heel veel werk. Het begint bij het lezen van het stuk en het doorgronden van de personages. Daarna zit je bij de vergaderingen en krijgt je ontwerpproces zijn definitieve richting.’
‘Veel kostuums die je in films ziet, worden gemaakt door modeontwerpers’ nu: je ziet een beeld van iets wat mooi is, maar kijkt niet meer naar de inhoud ervan. Vooral op social media gebeurt dat. O, daar komt een foto voorbij, oké, like, klaar. Maar wat zegt het beeld eigenlijk, en waar is het voor gemaakt?’ Tijdens zijn stage bij Iris van Herpen ontdekte Best dat de grenzen tussen mode en theater steeds verder worden opgerekt en de disciplines elkaar tegelijkertijd aanvullen en uitsluiten. ‘Theaterontwerpers worden tegenwoordig vervangen door modeontwerpers. Veel kostuums die je in films ziet, worden gemaakt door modeontwerpers. Ook in theatervoorstellingen, ballet en opera wordt vaak kleding van modeontwerpers gebruikt. Dus waarom wil mode zo fanatiek niet bij theater horen, terwijl de ont-
Weken na zijn voorstelling Nejikunata vraagt Best nog steeds naar wat mensen gezien hebben, in het kader van zijn onderzoek. ‘Over mijn voorstelling werd gezegd dat de HKU dit genre vergeten is of wil vergeten. Ik heb het dan over de vorm, de visuele benadering. Terwijl ik denk dat je daar later veel kanten mee op kunt. En vorige week zei iemand: Je zit met je show al tussen theater en mode in, dus je onderzoek is eigenlijk klaar.
BEHIND THE SCENES MEER WERKNEJIKUNATA http://rikdegroot.com HTTP://UNST.HKU.NL/735
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
7
tekst Pim Leeuwenkamp beeld Nastia Cistakova
Een uitermate prettig gestoorde rebel. Zo komt derdejaars Illustration Nastia Cistakova over. Tijdens dit interview friemelt ze vol overgave in haar blonde haar. Het wiebelen op haar stoel gaat met zoveel noodzaak gepaard dat het lijkt alsof haar billen zelf het stilzitten vrezen. Op de HKU leerde ze om binnen een bepaalde tijdsduur op haar kunnen te vertrouwen. ‘Ik kom waar ik eigenlijk al was: met plezier tekenen.’ Haar stuiterende energie zorgde voor veel problemen op de middelbare school. ‘Die was onwijs christelijk en heel groot - wel 1500 leerlingen - en die wilden ze allemaal op dezelfde manier les geven. Nou, dat lukte bij mij niet echt. Tijdens de les waren er duizend-en-een dingen die ik interessanter vond dan de stof. Dat ging vanzelf. Ook wilde ik weten waarom een docent zei wat ie zei. Daar was weinig begrip voor. Ik flapte er alles uit: als ik een les stom vond, zei ik dat gewoon. Kon ik weer nablijven. Niet erg hoor: daar tekende ik mij wel doorheen.’ Na een uitbundige lach gaat ze verder. ‘Dat is het gave van tekenen. Hoe je een tekening maakt, mag je lekker zelf weten. Er zijn meerdere wegen die naar Rome, of, in dit geval, naar de tekening leiden. En die wegen kon ik zelf kiezen. Ik hoefde me niet aan gare, verplichte lesstof te houden. Dat was heerlijk.’
‘
vanzelfsprekend De kunstacademie was een logische volgende stap. Omdat ze vers van de havo kwam, moest er eerst een jaar vooropleiding gedaan worden. ‘De vooropleiding was appeltje-eitje, ik had het idee dat ik het wel kon. Tekenen ging altijd vanzelf: dat was zo vanzelfsprekend voor me, dat hoefde mensen me niet te leren.’ Na de vooropleiding kon de opleiding beginnen. Daar werd het allemaal wat minder
8
.UNST N° 30 2014
vanzelfsprekend. ‘Ik ben me toch op mijn bek gegaan in mijn eerste jaar. Mijn eerste schouw (tussentijdse beoordeling van het gemaakte werk - red.) was goed, mijn tweede een stuk minder en de derde schouw moest ik herkansen, wilde ik op de opleiding blijven. Dag zomervakantie.’ De vakantie werd niet voor niets opgeofferd: ‘Die herkansing was een broodnodige schop onder mijn kont. Ik wist dat ik het kon, ik moest het alleen nog even aan anderen laten zien. En dat laten zien vind ik soms zo lastig. Deadlines zijn echt verschrikkelijk.’ Voor even stopt het gewiebel. Nastia neemt een slok van haar koffie en peinst in stilte.
‘Eigenlijk is dat best tegenstrijdig. Ik ben een spring-in-het-veld. Elke dag loop ik rond alsof ik opnieuw uit het ei kom gekropen: blijf me verbazen en verwonderen. Maar als het op mijn werk aan komt ben ik enorm perfectionistisch. Het moet kloppen. Er moet logica inzitten. Ontbreekt die, dan moet het opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. Dat was best lastig, zeker qua deadlines voor school. Als ik eenmaal aan een illustratie begonnen was, verzoop ik erin en vergat ik de rest volledig: slapen, eten en gevoel voor tijd.
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
9
Op de HKU heb ik geleerd om binnen een bepaalde tijdsduur op mijn kunnen te vertrouwen. Dat gaat steeds beter, ik kom waar ik eigenlijk al was: met plezier tekenen.’ De aanleiding voor dit gesprek: Heurt nie. Een serie absurde tekeningen over automutilatie. ‘Die tekeningen ontstonden heel naturel: ik hing voor de buis en zag een interview met een meisje dat vertelde over haar automutilatieverleden. De interviewer zat steeds maar te zeggen hoe dapper het wel niet was dat ze zo open over haar verdriet vertelde. Dat vond ik zo braaf. Vandaar de lompe reactie in mijn tekening. Het is niet zo dat ik vind dat alle snijers moeten opdonderen, maar ik ben helemaal klaar met die emotion porn van iedereen. Om bij automutilatie te blijven: als iemand daarover vertelt, ben je verplicht om dat erg te vinden. Daar heb ik dus niet altijd
10
zin in, maar als ik dat zeg ben ik een bitch. Bovendien: het lijkt wel alsof het in is om te vertellen hoe moeilijk je het wel niet hebt gehad in je leven. Sla een willekeurig magazine open en de scheidingen, moeilijke jeugden en verslavingen springen van de bladzijde.’ zolderkamer ‘Wat ik wil doen als ik later groot en afgestudeerd ben? Alles, als ik het maar gewoon leuk vind. Ik zou graag als illustrator voor een blad werken. Ook lijkt het me hartstikke tof om te exposeren. Posters ontwerpen is ook prima. Zolang mijn kunst maar ergens terechtkomt. Het lijkt me niks om eenzaam op een zolderkamer te kliederen zonder dat er iets mee gebeurt. En als het niets wordt met mijn kunst, open ik een kattenboerderij voor zwerfkatten. Katten zijn lief.’
.UNST N° 30 2014
BEKIJK MEER WERK VAN NASTIA cargocollective.com/nastiacistakova
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
11
tekst Marcella Das beeld Pegbarians
Hoe denk je zelf over creativiteit versus commercialiteit? We zijn heel commercieel bezig: we willen geld verdienen met ons werk. Maar tegelijkertijd willen we wel ons eigen werk maken, daar komt ook niets of niemand tussen. Er zijn ons al contracten aangeboden via Youtube waarbij ons kanaal gepromoot zou worden, maar daar hebben we nee tegen gezegd. We maken soms wel iets in opdracht als we daarachter kunnen staan, maar het verdienmodel willen we in eigen handen houden.
Martijn dacht 7.000 en Florian durfde de gok van 20.000 wel aan. In werkelijkheid kreeg Pokeball Z meer dan 150.000 views binnen een week. ‘Ons allereerste filmpje ging gewoon meteen viral’, aldus vierdejaars Animation Thijs Koole. Samen met Florian Walraven en Martijn Calkhoven is hij eigenaar van het succesvolle YouTube-kanaal Pegbarians. Inmiddels heeft het filmpje 1,7 miljoen views, maar ik zou eerlijk gezegd niet eens op play drukken als ik het voorbij had zien komen... O, dat vind ik helemaal niet gek. Wij hebben een heel specifieke doelgroep. Ook al hebben we zoveel views, we bevinden ons nog steeds in een niche. Via Google Analytics is te zien wie onze kijkers precies zijn en dat is vooral jong publiek van rond de 17 jaar. Het zijn bovendien mensen die houden van geeky stuff. Hoe is dit idee precies ontstaan? Wij hebben deze studie gekozen omdat animaties maken precies is wat we het liefste doen. We realiseren ons echter ook dat het moeilijk is om er later je geld mee te verdienen. Voor feature films - een lange film die in de bioscoop zou kunnen draaien is eigenlijk in heel Europa geen industrie. Subsidie
aanvragen is daarom ook lastig. Omdat er wel mensen zijn die rondkomen van hun YouTube-kanaal, wilden wij dat eens uitproberen voor een schoolopdracht in ons derde jaar. Dat klinkt heel businessgericht. Was daar wel ruimte voor binnen de opleiding? Dat ging inderdaad niet van harte. We moesten het idee voorleggen aan drie docenten en twee ervan vonden het niets. De derde vond het echter een leuk experiment: in zijn ogen kon het helemaal fout gaan of juist helemaal goed. Toen we binnen een week zo succesvol bleken, waren ook de sceptische docenten om. We mochten er in het vierde jaar zelfs mee doorgaan, mits we een nieuw, creatief element zouden toevoegen. Daarom betrekken we nu onze eigen Pegbarians-personages meer in de filmpjes om onze brand nog sterker neer te zetten.
Wat is de verklaring voor jullie succes? Het filmpje dat viral ging, leunde vooral op de herkenning van Pokemon en Dragonball Z. Dat mensen vervolgens ons kanaal blijven volgen, komt doordat we grappig zijn en persiflages maken, en daarnaast kwalitatieve animaties maken. We hebben alle drie onze eigen tekenstijl, maar houden ons aan een vast color board en stemmen ook nauwkeurig af in welke houding iemands poppetje eindigt in een frame. Daarom zien onze filmpjes er goed uit.
‘Toen we binnen een week zo succesvol bleken, waren ook de sceptische docenten om’ Hoe werkt dat verdienmodel? Het komt erop neer dat wij per view betaald krijgen. Pegbarians staat nu een jaar online, maar de laatste drie maanden ervaren we een boost in views en verdienen we zo’n 300 euro per maand. Je kent die vervelende reclames aan het begin van een filmpje toch wel? Daar verdienen wij dus aan. Als je een advertentie-blocker hebt, verdienen wij dus niets. Zelf zet ik mijn AdBlock uit als ik filmpjes bekijk, dat is toch een stukje solidariteit naar andere YouTubekanalen toe.
Op welke manier zou jullie talent zich uiten met een viool op het conservatorium of een blok klei bij de afdeling beeldhouwen? Poeh... We zouden ons echt geen raad weten. Het enige wat ik kan bedenken is dat ik de viool vol zou tekenen met onze poppetjes, dat Florian er een gek liedje op zou spelen en we heel hard zouden meezingen. Martijn zou allang zijn weggelopen. En die klei: we zouden een gekke houding aannemen, iemand vragen om ons na te boetseren, maar ook niet kunnen blijven staan van het lachen. Animator is wat wij zijn, vioolspelen of beeldhouwen is echt een brug te ver. Pegbarians werkt momenteel aan een serie rondom hun personages Tintis, Knut en Red. Binnenkort te volgen op hun kanaal!
MEER WERK PEGBARIANS.NL
12
.UNST N° 30 2014
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
13
tekst ELLEN DORRESTEIN beeld Jorinde Beijerling
MALLE HOBBY OF
OVERLEVINGSSTRATEGIE?
De jaren 70. Het hoogtepunt van de tweede feministische golf. Van de toen 18-jarige Ellen wordt verwacht dat ze carrière maakt. In plaats daarvan kiest zij voor de kunstacademie. Bewust, omdat ze weet dat daar geen carrière uit zal voortvloeien. Ze hult zich in kleding uit de jaren 50 en 60 die haar opvatting over emancipatie belichamen: een vrouw hoort huisvrouw te zijn. Vandaag de dag draagt Ellen nog steeds uitsluitend vintage kleding. Ze is nog steeds huisvrouw. radicaal Jorinde ziet in Ellen een tegenstelling. ‘In eerste instantie grijpt Ellen terug naar een conservatief idee, maar door dat zo radicaal te doen is ze juist heel modern en misschien zelfs geëmancipeerd. Een keuze maken en daar volledig achter gaan staan is behoorlijk individualistisch en van deze tijd.’ In haar werk zoekt Jorinde vaker naar interne tegenstellingen die schuilgaan achter een bepaalde esthetiek. Hoewel haar oog in eerste instantie door mooie beelden wordt getrokken, heeft ze een gelijkwaardige interesse voor het verhaal daarachter. ‘Als ik geboeid ben door een esthetische vorm, voel ik aan dat die uiterlijke verschijning een bepaalde reden heeft.’
Met een fotoboek voltooit Jorinde Beijerling in juni haar opleiding Design in Photography. Hier was ik doet zowel denken aan een geschiedenisboek als aan een document over het leven van een vrouw die vasthoudt aan een rigoureuze keuze. Jorinde ontmoette Ellen op een bijeenkomst van een club voor ‘nostalgisten’. Ze heeft Ellen anderhalf jaar gefotografeerd en geïnterviewd. ‘Soms voel ik aan dat ergens een verhaal in zit.’ 14
.UNST N° 30 2014
Hier was ik is dan ook een samenkomst van beeld en verhaal. Korrelige archiefbeelden vertellen in combinatie met citaten uit interviews het verleden van Ellen. Jorindes blik op haar is te zien in portretfoto’s in kleur. Ze laten Ellen zien zoals ze nu is: een vrouw die nog steeds vasthoudt aan het verleden. Voor het ontwerp van het boek werkte Jorinde samen met een vormgever. Jorinde: ‘Dat vond ik een aanvulling. Vormgevers kunnen goed structureren en een concept op een toegankelijk manier voor de kijker vertalen.’ Na het verzamelen van de beelden en citaten ontwierp de vormgever voor Jorinde een kader waarin zij Ellens verhaal kon structureren.
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
15
Ellens keuze om zich in het verleden te wortelen beschouwt Jorinde als een overlevingsstrategie. ‘Ellen was verward en ervoer enorme stress omdat ze door haar omgeving werd gepusht om carrière te maken. Door controle uit te oefenen op haar uiterlijk, probeerde ze grip te krijgen op haar turbulente leven. Ik vind het heel interessant dat wij zo’n mechanisme in ons hebben. Wij bedenken de meest originele constructies om het leven te beheersen.’
Als kijker voel je aan dat er in Ellens hoofd heel wat chaos zit die bezworen moet worden. Jorinde: ‘Wanneer je haar verhaal vertelt, kun je twee dingen doen: analyseren waar die chaos vandaan komt of laten zien hoe iemand er grip op probeert te krijgen. Ik vond juist dat laatste interessant en besloot om Ellens keuze voor een bepaalde manier van leven in beeld te brengen. Hoewel Hier was ik dus een selectieve weergave van de werkelijkheid is, betekent dat niet dat het geen waarheid bezit.’ signaal Een documentair fotograaf maakt veel keuzes bij het vertellen van een verhaal. Wat laat je zien? Wat laat je weg? Volgens Jorinde werkt het zo: hoe beter de fotograaf, hoe specifieker hij is in wat ie vertelt. De selectie van de fotograaf zorgt voor een subjectieve weergave, maar dat is geen bezwaar. ‘Ik vind het belangrijk om mijn eigen visie te geven en het verhaal te vertellen dat ik gezien heb. Soms toon je als kunstenaar een deel van de werkelijkheid waarvan je onderwerp zich niet bewust is. Maar als ze het terugzien, herkennen ze het wel.’ Jorinde selecteerde uit Ellens geschiedenis wat zij van belang vond voor het verhaal en Ellen kan zich daar wel mee identificeren. Hoewel haar besluit kan overkomen als het vermijden van nieuwe dingen, heeft Jorinde ook bewondering. ‘Ellen geeft een duidelijk signaal af. Zij durft te zeggen: ik hoor er niet bij.’
MEER WERK VAN JORINDE JORINDEBEIJERLING.COM
16
.UNST N° 30 2014
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
17
tekst YVO NAFZGER beeld RIK DE GROOT
De grote toneelschrijver Samuel Beckett werd zijn leven lang bestookt met steeds weer dezelfde vraag. Wie is toch die Godot uit het gelijknamige stuk? Beckett weigerde antwoord te geven, dat moest zijn publiek maar voor zichzelf bepalen. Derdejaars Illustration Rik de Groot kan zich wel vinden in een dergelijke houding. ‘Ik vind het fijn om de interpretatie van mijn beelden aan de toeschouwer over te laten,’ vertelt Rik. ‘Het klinkt misschien pretentieus, maar ik word blij als ik de mensen iets kan geven waar ze zelf iets mee moeten doen.’ Rik liet een aantal van zijn maskers fotograferen. Door middel van uitsparingen in de maskers en een witzwartcontrast bepaalt hij wat de kijker precies van het gezicht te zien krijgt. In zijn beeldbeschrijving wisselt hij het woord ‘masker’ af
18
met ‘gezichtsbedekking’. ‘Een masker noem ik pas zo als er sprake is van de vorming van een karakter. Er ontstaat dan een verhaal in het hoofd van de toeschouwer. Gezichtsbedekking gaat puur over het verhullen van iets. Belangrijk is dat ik dit onderscheid vooral voor mezelf maak. Ik wil wegblijven van de maatschappelijke lading van gezichtsbedekking, bijvoorbeeld de burka-wetgeving. Dat gaat over de samenleving, de wereld. Mijn werk staat
.UNST N° 30 2014
daar los van. Ik ben in ieder geval niet bewust bezig met dat gegeven. Het is iets wat soms per toeval tijdens het maakproces ontstaat.’ bewust Volgens Rik ontstaat er dus niet altijd een karakter. Hij tovert op zijn laptop een foto tevoorschijn. Een vrouw, wiens mond wit is geschminkt. Ze draagt een zwarte bivakmuts, alleen haar mond is zichtbaar. ‘Dit model werd zich uiterst bewust van haar mond, haar lippen en haar gebit. Ik denk dat de kijker zich daardoor ook heel bewust van dat soort dingen wordt. Wat doe ik met mijn lippen? Hoe houd ik mijn mond?’ Er valt een stilte waarin ik naar de foto’s op Riks laptop tuur. Achter elk beeld schuilt in mijn ogen wel een verhaal. Heeft Rik dat ook? ‘Ik maak de beelden, niet de verhalen die erachter schuilen. Zoiets doe jij en als dat gebeurt is dit voor mij een indicatie dat het beeld goed is gelukt. Eigenlijk zoals ik in het begin zei: als ik een interpretatie geef heb ik het gevoel dat mensen niet vanuit zichzelf reageren. Ik wil ze de ruimte geven dat wel te kunnen doen.’ kaarsvet Ik kan het me moeilijk voorstellen: niet bezig zijn met een narratief. Doet Rik dit dan nergens? ‘Natuurlijk doe ik dat wel eens, maar ik weet niet of ik daar op in wil gaan. Met het werk dat ik nu heb laten zien doe ik dat namelijk niet.’ Rik kijkt naar zijn scherm. Na lang aarzelen toont hij nog een foto. Een vrouw met een vlammenwerper vastgebonden aan haar mond kijkt naar een, uit kaarsvet vervaardigd, masker. De kaarsen op het hoofd ontbreken daarbij niet. ‘Bij dit beeld had ik wel een voorop-
gezet idee, een vergelijking van een relatie tussen man en vrouw.’ Is dat waarover hij wil vertellen, de verstoorde relatie tussen man en vrouw? ‘Daar gaat dit beeld inderdaad over, maar het blijft bij dit ene beeld. Het gaat over vormen.’
Wat menselijkheid aangaat hebben we volgens Rik hele duidelijke maatstaven. ‘Wij voelen ons direct aangetrokken tot een menselijke vorm, omdat deze bekend voor ons is. Ik speel daarmee, geef er een draai aan. Dat werkt vervreemdend. Het werkt direct op het associatieve vermogen van de toeschouwer. We zien duizenden gezichten per dag, maar niemand vindt het van waarde om meer dan één seconde naar een bepaald gezicht te kijken. Mijn werk nodigt mensen uit om langer en beter te kijken. Dat doe ik door bepaalde elementen te verhullen of juist uit te vergroten. Ik kan de blik van de toeschouwer sturen. Zo vroeg iemand mij laatst waarom ik de kleine oneffenheden in de huid van een model niet had weggewerkt met Photoshop. Dat vond ik juist het best gelukt aan de foto. Zo richt de kijker zich op subtielere dingen. Die kleine details maken het beeld interessanter en persoonlijker: het creëert een karakter.’
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
MEER WERK VAN RIK http://rikdegroot.com
19
tekst Marcella Das beeld Cindy Timmer
Ze kwam vers van het vwo en wist dat ze alles zou kunnen gaan doen. Eindeloos liep derdejaars Illustration Cindy Timmer (22) Open Dagen af, maar niets raakte haar echt. Tot ze bedacht dat ze naar de kunstacademie kon om te doen wat ze altijd al wilde: tekenen. Ze zakte voor de eerste toelating aan de HKU. ‘Gelukkig maar, anders was ik kapotgegaan.’ ‘Van je hobby je werk maken bleek een illusie’, aldus Cindy. Ze vindt het meer dan terecht dat ze die eerste keer is afgewezen, want ze wist zich totaal geen raad met de vragen. Als ze was aangenomen, was ze onderuit gegaan. Omdat ze totaal geen beeld zou hebben van de kritiek die je tijdens de opleiding krijgt. Bovendien wist ze toen ook niet dat illustreren veel meer inhoudt dan het maken van esthetisch mooie plaatjes. lievelingskleur Een halfjaar werkervaring en zelfstandigheid later probeert ze het opnieuw. Met succes. ‘Het grappige is dat je niet eens goed hoeft te kunnen tekenen om te worden toegelaten. Het gaat om de variëteit in je aanbod en de onderbouwing van je keuzes. Het antwoord dat blauw je lievelingskleur is, wordt uiteraard niet getolereerd.’ Daar begon de opleiding die Cindy ‘loodzwaar’ noemt. Loodzwaar en intens confronterend. ‘Er wordt ongebreidelde kritiek gegeven op dingen die heel persoonlijk zijn en soms snapte ik daar helemaal niets van’. Ja, ze heeft vaak overwogen om te stoppen. Maar ze kon niet: ‘Ik wilde niets anders doen dan dit, ik MOET gewoon tekenen’.
20
.UNST N° 30 2014
Nu, als derdejaars, begrijpt ze alle kritiek. Tijdens het illustreren lever je vrijheid in - ‘je kunt niets meer maken zonder dat er een goed verhaal aan voorafgaat’ - maar je leert inhoud toe te voegen aan je werk. Ze vindt dat ze daarin grote stappen heeft gemaakt. ‘Mijn familieleden begrijpen het nog steeds niet, die worden vooral blij van mooie plaatjes. Ik ben ooit gezakt voor een opdracht en heb vervolgens mijn werk verknipt tot een collage om samenhang te creëren. Mijn vader vond het verschrikkelijk en kon het niet aanzien, maar ik ben daardoor ruimschoots voor mijn herkansing geslaagd.’ Natuurlijk heeft ze zich afgevraagd waarom de opleiding zoveel waarde hecht aan beelden met betekenis, als buitenstaanders zich vaak toch focussen op de schoonheid ervan. Inmiddels begrijpt ze heel goed waarom het om betekenis draait: ‘Als je iets moois wil maken, doet de boodschap er niet zo toe. Maar bij een beeld voor Amnesty International of iets omtrent kindermishandeling, is de boodschap essentieel’. Volgens Cindy weet een goede illustrator met een zo minimaal mogelijk beeld zo veel mogelijk te zeggen. ‘Wat niet betekent dat ik niet nog steeds graag mooie dingen maak. Dat blijf ik er bewust naast doen, die balans is belangrijk voor mij.’
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
21
’
De avond vordert op deze stressvolle dag: morgen vindt de halfjaarlijkse schouw plaats. Tot nu toe heeft ze deze - op die ene keer in het eerste jaar na - steeds moeten herkansen. Ze weet ook waarom: ze heeft veel tijd nodig en haar werkwijze is extreem chaotisch. ‘Het halve blok ben ik aan het onderzoeken of iets werkt of niet. Meestal werkt het niét’, zegt ze met een zelfspot die haar siert. ‘Dan kan ik dus helemaal opnieuw beginnen en is het aanpoten om alsnog met iets goeds te komen. Ik ben dan wel jaloers op mijn medestudenten die hun tijd veel beter lijken te besteden.’
perfectionist Het is al na etenstijd. Cindy moet morgen om 6 uur op om de trein van 7 uur vanuit Beilen in Drenthe naar Utrecht te nemen, maar diverse schilderingen van het afgelopen driekwart jaar moeten nog aangepast en verbeterd worden. ‘Ja, ik ben wel een perfectionist. Elke vierkante centimeter die ik morgen ga tonen, moet goed zijn’, zegt ze stellig. Om 11 uur morgenochtend heeft ze een kwartier om haar werk te tonen aan de nietsontziende commissie. ‘Soms zijn het leraren waarvan je amper
les hebt gehad. Die kijken met kritische blik naar je werk, luisteren naar je praatje en stellen vervolgens een paar hele moeilijke vragen.’ Het laatste zegt ze met een lachje dat verraadt dat ze op die vragen niet altijd een passend antwoord had. flow Hoe jaloers Cindy ook op haar medestudenten mag zijn, ze weet: ‘Ik kan gewoon niet goed plannen’. Het maakt haar steeds minder uit; ze accepteert dat zij gewoon meer tijd nodig heeft. Onder druk raakt ze in een flow en kan ze bergen werk verzetten. ‘De weg ernaartoe is voor iedere student anders, maar de kwaliteit van het eindproduct kan nog steeds hetzelfde zijn.’ Gelukkig heeft ze een vriend die voor haar kookt, want ze geeft toe dat het eten er anders zomaar bij in zou kunnen schieten. ‘Ik denk wel dat ik er op tijd in lig hoor vannacht. Ik heb er een best goed gevoel over dit keer.’ De volgende dag laat Cindy weten: ’Ik heb het dik gehaald, ben superblij en opgelucht. Vanavond ga ik lekker een hele taart opeten.’
MEER WERK VAN CINDY www.cindytimmer.COM
22
.UNST N° 30 2014
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
23
DE REDACTIE IN DRIE RUBRIEKEN Creatief en duurzaam DAG 94 De serie Creatief en duurzaam richt zich op HKU’ers die hun creativiteit koppelen aan duurzaamheid. Hun praktijk als kunstenaar is daarbij altijd het uitgangspunt. In deze aflevering: HKU-alumnus Niels Craens.
De muze van N.F. Zarogyev DAG 23 De muze van N.F. Zarogyev begint met een enigszins opmerkelijke zin uit de media. De rest is verzonnen door Yvo Nafzger. Zonder vooropgezet idee schrijft hij zich elk weekend zijn onderbewuste in. Het resultaat daarvan lees je wekelijks op .UNST.
MORAALRIDDERS DAG 104 In Moraalridders spreken HKU’ers zich uit over het wezen van kunst en kunstonderwijs. Design Thinker Cor Noltee beschrijft in aflevering 2 hoe je de kunstenaar in jezelf wakker maakt, en houdt.
24
.UNST N° 29 2014
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
25
tekst Yvo Nafzger beeld Lennard Kok
AFLEVERING 35 Ieja, deja, poef! DEUK, de eerste Utrechtse kanarievereniging, houdt een vogeltentoonstelling. Na veel gesteggel over de invulling van het verenigingsbeleid als ook de naam die de vereniging moest dragen, is de kogel eindelijk door de kerk. Na verschillende naamsveranderingen - van KREUK, naar LEUK, tot LELUK - is uiteindelijk DEUK gekozen. Deze naam werd nog kort voorafgegaan door de Nederlandse Sociëteit voor Binnenshuis Gevleugelden, maar deze afkorting had volgens de voorzitter te veel negatieve connotaties met het verleden. De vereniging heeft deze naam maar enkele weken gevoerd. Nu DEUK unaniem tot officiële naam is gekozen, stond het bestuur niets meer in de weg om in Sporthal Beukenhorst de eerste vogeltentoonstelling voor kanarieliefhebbers te houden. Dat er alleen kanaries worden tentoongesteld lag niet voor de hand, omdat veel leden meenden dat kanaries op zichzelf een te klein publiek zouden aanspreken. Tijdens de algemene ledenvergadering werd voorgesteld om naast de gele vogeltjes ook een breed scala aan reptielen te tonen aan het bezoekend publiek. Eenmaal in de voorbereidende fase bleek de conciërge van de sporthal een vergissing te hebben begaan. De man was in de veronderstelling dat de kanaries en slangen in dezelfde kooien tentoongesteld zouden worden. Nadat de helft van de zangvogeltjes was verorberd door onder andere koningscobra’s, melkslangen en boa constrictors, zag de conciërge zijn fout in en werd besloten om de kanaries, al is het voor een klein publiek, afzonderlijk tentoon te stellen. De medewerker van de sporthal die verantwoordelijk is voor de dood van ongeveer 250 kanaries is op non-actief gesteld.
26
.UNST N° 30 2014
Aanstaande zaterdag beleeft de tentoonstelling zijn grote opening. Hoewel de kanariepopulatie zowat is gehalveerd, zijn er desondanks nog ruim 300 vogeltjes te bewonderen. Er wordt verwacht dat de albinokanaries, die vreemd genoeg hun liedjes alleen in C-mineur zingen, hoge ogen gaan gooien. Ze zullen alleen te zien zijn in een speciaal daarvoor ingerichte darkroom, omdat de tere oogjes van de beestjes het felle tl-licht in de sporthal niet kunnen verdragen. Zij zijn dus niet te bewonderen met het blote oog; alleen hun gezang zal te horen zijn.
‘KLINKKLARE ONZIN VAN EEN STELLETJE KANARIEHATENDE NACHTEGAALLIEFHEBBERS’ Er gaan geruchten vanuit de NEUC, de Nachtegalen En Uilen Club, dat er helemaal geen albinokanaries bestaan en er in de darkroom enkel een geluidsinstallatie is geplaatst om meer bezoekers te trekken. Het bestuur heeft deze aantijgingen afgedaan als: ‘Klinkklare onzin van een stelletje kanariehatende nachtegaalliefhebbers.’ De albino’s zijn niet de enige speciale vogels die de tentoonstelling bijzonder maken. Na intensief experimenteren met kruisingen hebben kanariewetenschappers, na grondig onderzoek in Mongolië, een przewalskikanarie weten te fokken. Dit is de eerste keer ter wereld dat een dergelijk beestje aan het publiek wordt getoond. Speciaal voor deze gelegenheid komt televisiepersoonlijkheid en schrijver Kees van Kooten de tentoonstelling openen. Hij is naar eigen zeggen reuzebenieuwd naar de przewalskikanarie: ‘Als mij deze ornithologische anomalie eerder ter ore was gekomen, dan had ik een heel ander Groot Dictee der Nederlandse Taal gefourneerd. Dit is een luisterrijk en voyant verbum en een fris bijblad dat onze splendide taal nog verder zal ornamenteren.’ Wat er precies bijzonder is aan dit nieuwe soort kanarie, buiten dan de naamgeving, wilde de voorzitter niet kwijt. Wederom beschuldigde de vereniging NEUC het bestuur van leugens door te stellen dat de przewalskikanarie is verzonnen. De DEUK-voorzitter reageerde op dit verwijt nog bondiger: ‘Gelul!’
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
27
Van een milieunadeel EEN desigNvoordeel maken
tekst Edwin Verhoeven BEELD EnjoyTwice
HKU-alumnus Niels Craens is oprichter van EnjoyTwice, een design-label dat milieuvriendelijke producten maakt van moeilijk recyclebaar materiaal. Het vertellen van een verhaal over duurzaamheid is voor hem nog belangrijker dan de producten zelf. Zo maakt de onlangs gelanceerde Chanel poster bag slim gebruik van een bekende naam.
niet meer als wij er lampen van maken. Met deze lamp lukt het EnjoyTwice om een aantal problemen in een klap op te lossen. We krijgen het karton binnen als afval en maken daarvan een uniek product. Mensen die de lamp kopen, hoeven niet meer naar de winkel voor een nieuw product. Zo levert het op meerdere fronten een reductie op.
Het merk Chanel lijkt in eerste instantie niet te passen bij jullie duurzaamheidsgedachte... Klopt, dieren brandmerken met je logo is misschien wel artistiek maar ethisch niet zo verantwoord. Het wringt natuurlijk om met een tas van hergebruikt materiaal op dat imago in te spelen. Door onze tas in een etalage te tonen, willen we de indruk wekken dat het merk zelf op de duurzame toer is gegaan. In de kleine lettertjes staat uiteraard wel dat dit geen product van Chanel is. Mag je hun posters op deze manier voor je eigen product gebruiken? Dat is een verhaal apart. Deze posters zijn normaal gesproken niet verkrijgbaar. De distributeur wist dit niet en daarom heb ik ze meegekregen. Eigenlijk hoop ik op een brief van Chanel waarin we worden gevraagd hiervoor verantwoording af te leggen. Dat zou waarschijnlijk veel media-aandacht opleveren. Is het idee achter dit ontwerp dan niet bijzonder genoeg? Volgens mij wel, maar op grote schaal publiciteit krijgen blijft moeilijk als je bepaalde middelen niet hebt. Om welke middelen gaat het? De middelen die grote bedrijven tot hun beschikking hebben om hun producten te promoten. Je kunt iets bedenken dat goed verkoopt en waar je zoveel mogelijk mee wilt verdienen. Je laat het in Azië maken, door kinderen, met heel veel plastic. Vervolgens
28
Wat is de boodschap van EnjoyTwice? We willen laten zien dat dingen die groen zijn, niet oubollig zijn maar leuk en hip. Wanneer jij mooie tweedehandsspullen in jouw huis hebt, laat je daarmee zien hoe je in het leven staat. Het is een vorm van communiceren. Dat doet EnjoyTwice ook. Als ontwerpers willen we een verhaal vertellen. Het vertellen van zo’n verhaal over duurzaamheid is voor mij in feite nog belangrijker dan het daadwerkelijke maken van een milieuvriendelijke tas of lamp.
heb je een groot budget nodig, zodat je er veel media op kunt zetten of een pr-bureau met een enorm netwerk kunt inschakelen. Als je die middelen niet hebt omdat je een eerlijk en duurzaam product wilt maken, valt het eigenlijk wel tegen met de reacties die je daar op krijgt. Gaan jullie de poster bag verkopen? Nee, het is sowieso niet haalbaar om dit ontwerp te produceren voor de markt. Dat is vaak het spanningsveld voor een ontwerper in de praktijk: iets maken wat mooi en origineel is kost vaak te veel tijd, onderzoek en materiaal om het rendabel te maken. Neem onze lamp uit drinkkarton. Om de binnenkant te kunnen lijmen, is speciale lijm nodig. Bij ons
.UNST N° 30 2014
moet die duurzaam zijn. Daarna moest aan de buitenkant weer een coating worden opgebracht, omdat die nog plakte. Alleen al in het onderzoek daarvoor zit zoveel tijd dat een betaalbaar product onmogelijk wordt. Ook aan de Chanel-tas hebben we extreem lang gewerkt. Dat doen we omdat we het leuk vinden en we de tas uiteindelijk als een vorm van promotie voor EnjoyTwice zien.
Waarin onderscheidt EnjoyTwice zich van andere duurzame design-labels? Wij beginnen het ontwerpproces bij het materiaal. Het liefst materialen die lastig te recyclen zijn, zoals drinkverpakkingen of posterplaten. Door te kijken naar de bijzondere voordelen van die materialen, maken we van een milieunadeel een designvoordeel en laten we de schoonheid van afval zien. We vinden het belangrijk dat onze ontwerpen ertoe doen. Dit streven we na door te reageren op de uitdagingen van onze tijd. We willen liever mensen inspireren dan ons bezighouden met het zoveelste wegwerpproduct.
Maken jullie producten die ik wel kan kopen? Jazeker, onze posterplaatlamp is in de winkel verkrijgbaar. Die is goedkoop en toch is elk exemplaar uniek. Wij gebruiken er kartonnen driehoekposters voor die om lantaarnpalen zitten. Die gaan wekelijks met duizenden naar de vuilverbranding. Dat hoeft
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
MEER PROJECTEN www.enjoytwice.com
29
Wake up the Artist… AND KEEP HIM ALIVE
tekst Cor Noltee BEELD Lennard Kok
dat ga ik doen, dacht ik. Een boek schrijven. Echter: resultaten uit het verleden zijn een garantie voor de toekomst. Ik was namelijk al een aantal keren begonnen met het schrijven van een boek. Enthousiast liet ik het eerste hoofdstuk dan lezen aan een aantal intimi en vroeg hen wat ze er van vonden. Iedereen vond het ‘te gek’ of ‘goed’. Ik had die intimi natuurlijk beter kunnen vragen wat ze niet goed vonden. Na drie hoofdstukken vond ik het dan zelf niet goed genoeg meer en mijn saboteur (ik noem hem Kabouter) had er sowieso nooit iets aan gevonden. Ook nu ik naar het op het plafond geprojecteerde billboard lag te staren, zei hij dat ik geen schrijver was. Wel was ik lui en zou dat boek er toch nooit komen. Jarenlang had ik naar hem geluisterd, maar nu was ik er klaar mee. Ik pakte mijn kussen en drukte net zo lang op Kabouter totdat zijn kleine beentjes niet meer spartelden. Ik schrapte twee woorden op het billboard. De woorden ‘een’ en ‘boek’. Ik ging geen boek schrijven, ik ging SCHRIJVEN. Ik was verlost van mijn Kabouter en zat ook niet meer vast in de dwangbuis van het boekformat. Ik sprong uit bed en om 06.59 uur publiceerde ik mijn eerste post op zenoemenhetdesignthinking.wordpress.com Het ochtendmoment was pure ME-time, zoals Oliver Stone dat zo mooi verwoordde op het World Creativity Forum. Het blog werd mijn canvas om wat ik om me heen zag te delen met mijn lezers.
30
.UNST N° 30 2014
9 DECEMBER 2013 — 23 MAART 2014
31
COLOFON
Ik wist dat ik het schrijven nooit zou volhouden als ik niet zou werken aan mijn discipline en vasthoudendheid. Volgens recent onderzoek is je creatief vermogen opgebouwd uit vijf elementen: nieuwsgierigheid, verbeeldingskracht, discipline, vasthoudendheid en samenwerken.Hoe kon ik mijn schrijfkunsten zo inrichten dat het ook een kunst bleef en zich kon ontwikkelen? Samenwerken is bij mij niet aan de orde, dat is duidelijk. Om 06.00 uur is niemand wakker. Maar wat ging ik bedenken om mijnKabouter te verkleinen en mijn creatief vermogen te vergroten? De reden waarom ik het volhield een jaar lang vroeg op te staan om te creëren, is dat ik er een spel van maakte.
‘There is no try. There is only Do.’ Dat spel transformeerde uiteindelijk in autonoom kunstenaarsschap. Als jij de kunstenaar in jezelf wakker wilt maken, zul je een paar goede afspraken met jezelf moeten maken. De regels van het spel bepalen. En daar niet op terugkomen. Niet luisteren naar anderen en zeker niet naar je Kabouter. Verder is het goed je een doel te stellen. Dat houdt je gemotiveerd en geeft je focus. Zo was mijn doel een jaar lang elke ochtend voor 07.00 uur te posten. Het zit hem in het doen en niet in het denken dat je het gaat doen. Vroeger zei ik: ‘Ik ga het doen’. Nu is dat: ‘Ik heb het gedaan.’ Of zoals Yoda zo mooi zegt: ‘There is no try. There is only Do.’ En wat doe je dan als je je doel bereikt hebt? Dan stel je jezelf een nieuw doel. Let the new Games begin. Toen ik op 26 januari 2014 een jaar lang elke ochtend had geschreven, voelde ik me voor het eerst een kunstenaar. Maar om hem te blijven voeden, moest ik mezelf een nieuw doel stellen. Want na 26 januari 2014 was ik gestopt met schrijven. Mijn kunstenaar was Lost. Het klopte niet meer. Niet schrijven. Ik miste het. Op 1 maart begon ik weer te schrijven, maar het was anders. Ik miste het doel. De uitdaging.
.UNST .UNST IS EEN UITGAVE VAN HKU EN VERSCHIJNT DRIE KEER PER JAAR IN EEN OPLAGE VAN 1500 STUKS.
Contact .UNST Postbus 1520 3500 BM Utrecht Mail edwin.verhoeven@.hku.nl BLOG HTTP://unst.hku.nl .UNST FACEBOOK JEROEN CALLAARS AYDEN DIJKSTRA Hoofd- en eindredactie Edwin Verhoeven Art direction Leon Martakis Redactionele medewerkers ANNET BREMEN MARCELLA DAS ELLEN DORRESTEIN LENNARD KOK Johan Kuhlmann YVO NAFZGER Pim Leeuwenkamp Grafisch ontwerp Hoax Druk Libertas
Vrijdag 14 maart. Ik word wakker om 01.10 uur. Begin van het experiment: 24 uur bloggen. Alleen in een appartement op de klei van ZeeuwsVlaanderen. Toen ik op mijn telefoon de tijd bekeek, zag ik mijn nieuwe doel. 01.10 uur verdraaide ik tot 1.001. Duizend-en-een. Ik had mijn nieuwe doel. Duizend-en-een verhalen. Ik ben, weer, een kunstenaar.
.UNST is CO2-neutraal geproduceerd Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de HKU.
32
.UNST N° 30 2014
.UNST NUMMER 30 - SEPTEMBER 2014