.UNST n°31

Page 1



«

Lees het interview met ROSA op pagina 18

Werk Andy lives / Andy lives – part 2 Maker Rosa Schützendorf Opleiding Theatre Design WEB rosaleuchtend.weebly.com


ÂŤ

Lees het interview met JOSEPHINE op pagina 20

Werk IK MIS JOU MERK IK.XROWAN Maker Josephine Drehmanns Opleiding Photography WEB www.josephinedrehmanns.com


beeld NIENKE VISSER

ÂŤ

Lees het interview met SANDRA op pagina 8

Werk BloemkooL Maker Sandra Kaas Opleiding Audiovisual Media WEB sandrakaas.hotglue.me


ÂŤ

Lees het interview met EMILE op pagina 12

Werk Mary had a little lamb Maker Emile Lagarde Opleiding Composition and Music Production WEB Soundcloud.com/emilelagarde


ÂŤ

Lees het interview met MART MARCUS op pagina 4

Werk Bendt Maker Mart Marcus Vermeulen Opleiding Interior Architecture WEB www.martmarcus.nl


ÂŤ

Lees het interview met LION op pagina 6

Werk Paralyse Makers Lion van den Brand Opleiding Photography WEB www.lionvandenbrand.nl


ÂŤ

Lees het interview met TAMARA op pagina 14

Werk Homeboys Collection Maker Tamara van Klooster Opleiding Fashion Design WEB tamaravanklooster.tumblr.com


«

Lees het interview met WOUT op pagina 1

Werk Maker Opleiding WEB

Ricochet Wout Malestein Audiovisual Media (master) Vimeo.com/woutpetermalestein

‘ Hij stierf nagenoeg in mijn armen’, zegt de net als master Audiovisual Media afgestudeerde Wout Malestein over de ervaring die zijn leven plotsklaps veranderde en inspiratie bood voor zijn korte afstudeerfilm Ricochet. Hierin krijgt een Afghanistan-veteraan te maken met de uiterste emoties van het leven. En de dood.

24 maart - 6 juli 2014

1


tekst Marcella Das beeld Wout Malestein

Wout liep argeloos door zijn woonplaats Amersfoort, toen hij volkomen onverwacht een lichaam op straat zag liggen. Een auto-ongeluk? Hij kwam dichterbij het groepje mensen, met in het midden een bloedende jongen van jaar of 16. Geen ongeluk, hij was zojuist neergeschoten. Totaal onwerkelijk voor Wout, maar tegelijkertijd zo waar en indrukwekkend. ‘Ik wist niet wat ik moest doen met deze voor mij totaal onbekende persoon, maar besloot om toch maar te helpen. Zijn hoofd lag op een putdeksel en het bloed liep door alle naden van het deksel heen. Ik zag het leven letterlijk uit die jongen verdwijnen.’ Wout koos er bewust voor om zich er praktisch gezien niet te veel meer mee bezig te houden. Hij zocht geen contact met de ouders, zag daar het nut niet van in. Hij wilde de schok en de emoties echter graag delen met zijn vrienden, maar die gaven niet echt respons. Dat creëerde afstand. Wout: ‘Achteraf denk ik dat het ook te maken had met mijn opstelling en wat ik van ze verwachtte, maar op dat moment heb ik me erg ontkoppeld gevoeld van de mensen om me heen. Ik wilde het graag delen, maar mijn vrienden praatten toch vooral over pokeren en bier.

2

Ik kon me niet meer echt met hen identificeren.’ De gebeurtenis - inmiddels zeven jaar geleden - liet hem niet meer los. Op een dag sprak hij met een ex-militair die herkende dat je na heftige gebeurtenissen, zoals een uitzending, soms afscheid neemt van vrienden of je partner omdat ze je niet meer begrijpen. Wout: ‘Die militair had ook ervaren dat hij zelf heftige dingen had meegemaakt, maar voor zijn omgeving de tijd stil leek te hebben gestaan.’ Zo ontstond het thema voor Wouts afstudeerfilm: levens van verschillende mensen die door heftige gebeurtenissen ontkoppeld worden. Opvallend is dat zijn houding ten opzichte van militairen door de jaren heen erg is veranderd. ‘Vroeger, als links krakertje, vond ik dat defensie moest worden afgeschaft. Inmiddels heb ik geleerd dat de wereld niet zwart-wit maar grijs is, en ben ik anders naar militairen gaan kijken. Ze kiezen wel degelijk zelf voor die baan, maar niemand kiest ervoor om op een bom te rijden of zijn maat door zijn kop geschoten te zien worden. Hopelijk kan ik met deze film wat meer begrip voor hen creëren.’

De film moest puur en authentiek worden en daarom liet Wout militairen meewerken aan het hele proces. ‘Ze hebben de acteurs getraind en één ervan speelt zelf mee in de film. Alles moest kloppen: van de outfits tot en met het geluid van de geweren en het onderlinge taalgebruik.’ Daarnaast besteedde Wout uren aan het casten van de juiste acteurs. ‘Ik vind dat Nederlandse acteurs vaak te groot spelen. Voor komedie of theater is dat prima, maar in een film als de mij-

ties. En na dertien minuten wordt je eruit gemieterd. Het is echt een trap in je kloten.’ Anne Rats, de vrouwelijke hoofdrolspeler en vriendin van de militair, zei nog tegen Wout dat het verhaal niet af is met deze film. Zo voelt Wout het zelf ook. ‘Ik zie het genre korte film vooral als een format om een idee te presenteren. Het liefst zou ik dit uitbouwen. Enkele van mijn inspiratiebronnen zijn de boeken Soldaat in

‘De meeste communicatie zit ‘m toch in de stiltes’ ne wordt dat snel te veel. De hoofdpersonen uit mijn film zijn beide heel geloofwaardig en juist sterk in kleine twitches zoals blikwisselingen. De meeste communicatie tussen mensen zit ‘m toch in de stiltes. In datgene wat niet gezegd wordt.’ wasmachine Dat blijkt in de dertien minuten durende film. In die relatief korte duur wordt weinig gesproken, maar des te meer verteld. ‘Mijn film is een wasmachine die rondtolt met emoties en percep-

Uruzgan en Leven na Uruzgan van Niels Roelen. Eigenlijk is Ricochet een sollicitatie voor de verfilming van zijn nieuwste boek.’ De film heeft bewust een open einde. Wout: ‘Militair Mark is het meest in beeld, maar eigenlijk is zijn vriendin de held van het verhaal. Het einde omvat eigenlijk de hele film. Ik heb het expres opengelaten omdat je zelf moet verzinnen hoe het afloopt. Welke theorie je ook over de afloop hebt, het zegt vooral iets over jezelf.’

taalgebruik

.UNST N° 31 2014

BEKIJK DE TRAILER OP http://unst.hku.nl/803

24 maart - 6 juli 2014

3


Meer dan het Mart Marcus Vermeulen, in juni afgestudeerd bij Interior Architecture, stelde zichzelf in zijn examenjaar nadrukkelijk de vraag wat hij als ontwerper kan bijdragen aan deze wereld. Een kritische blik op ons interieur zorgde voor zijn eerste antwoord: Bendt. Met dat object kunnen we dat interieur voortaan zelf in de gewenste vorm kneden.

tekst Edwin Verhoeven beeld Stan Migchels

Computer op bureau. Gebruiker zittend voor scherm, op bureaustoel. Die situatie is niet meer van deze tijd, vindt Mart. We zijn verder. Zo hebben we in de trein met wifi en tablet inmiddels dezelfde mogelijkheden als thuis. Mart stelde vast dat deze flexibiliteit in ons huidige interieur ontbreekt. Met Bendt wil hij die situatie veranderen: naar eentje waarin je interieur zich aanpast aan jou in plaats van andersom. state of mind In het begin peilde hij bij anderen of er behoefte was aan die flexibiliteit, maar daar is hij snel van afgestapt. ‘Meestal was het antwoord: “Het is wel goed zo, ik kan prima werken met wat we nu hebben.” Ik ben teruggegaan naar de basisvraag: Wat mis ik zelf, vanuit mijn vakgebied naar het huidige interieur kijkend? Als je zegt dat de stoel nog voldoet, kom je niet verder. Mijn doel is de state of mind van mensen te veranderen met een concept dat ze vernieuwend vinden.’

Bendt gaat verder dan de huidige generatie multifunctionele objecten. Mart: ‘Het nadeel van multifunctionaliteit is dat elke functie is bedacht door de ontwerper. De gebruiker wordt hierdoor beperkt. Met Bendt kan de gebruiker nieuwe toepassingen ontdekken en die volledig op zichzelf afstemmen. Zelf heb ik Bendt om mijn tv gebogen. Het idee van een vast kastje voor je tv bestaat dan niet meer. Ik zie het zo: veel objecten worden aan de ruimte toegevoegd. Wat ik beoog is het tegenovergestelde: dat een object de ruimte vormt.’ toekomstvisie De Eindhovenaar is stellig: de ontwerper van nu moet meer doen dan domweg een nieuw product ontwerpen. ‘Het is de taak van de ontwerper om anders te denken, om oplossingen te bedenken voor 4

.UNST N° 31 2014

zoveelstE krukje bestaande en toekomstige problemen. Die hebben te maken met de manier waarop we leven en de enorme transformaties die plaatsvinden. Je kunt het bijna niet meer maken om simpelweg het zoveelste krukje te ontwerpen. Daar zijn er al duizenden van, jouw bijdrage moet verder gaan dan iets wat mooi en functioneel is. Het moet scherpzinnig en vernieuwend zijn en mensen ergens mee helpen. Ik probeer buiten de kaders van het interieur te denken. Het formuleren van een toekomstvisie is een essentieel onderdeel van je verantwoordelijkheid als ontwerper. Je moet een project in je hoofd hebben waarmee je iets nieuws vast hebt.’ businessmodel In oktober staat Mart op de Dutch Design Week. ‘Daar wil ik duizenden mensen met mijn idee over interieur naar huis laten gaan. Voor mij is het belangrijk om te laten zien wat de mogelijkheden zijn. Ik beweer niet dat ontwerpers compleet anders zijn dan niet-ontwerpers, maar wij kijken met andere ogen naar de huidige issues. Op de HKU ben ik daarin enorm gestimuleerd: het blijven doorvragen, het denken in concepten. De eerste gedachten die een vastgeroest stramien doorbreken, komen toch van ontwerpers. Ik zeg je wel eerlijk dat bij

‘Jouw bijdrage moet verdergaan dan iets wat mooi en functioneel is’ het uitwerken van zo’n gedachte of concept die magie snel verdwijnt. Het sprankelende van de kickstart gaat er vanaf als je idee tot een businessmodel moet uitgroeien.’ bloot De grenzen van de kickstart heeft Mart inmiddels bereikt. ‘Ik heb nu andere mensen en andere bronnen nodig om verder te komen. Ik moet samenwerkingsverbanden aangaan om bijvoorbeeld de siliconenhuid en het verwarmingselement van Bendt op de juiste manier te combineren. Als ik dat aan specialisten vraag, krijg ik het antwoord: “Daar is mijn product niet voor gemaakt.” Zo’n antwoord legt precies Voor meer werk www.martmarcus.nl

24 maart - 6 juli 2014

5


‘ Waarom ik het verhaal van Lilith koos, wist ik in het begin nog niet. Ik had iets met haar op het persoonlijk vlak. Wat precies, ontdekte ik pas in een later stadium.’ Voor derdejaars Photography Lion van den Brand is religie een bom aan inspiratie. Bij zijn in boekvorm verschenen project Paralyse bleek zijn eigen leven opeens de bron. Lilith: volgens de Joodse traditie de eerste vrouw van Adam. Haar verhaal is er een met dramatische wendingen. Als eerste vrouw van Adam was zij zijn gelijke, maar de stamvader der mensen ging steeds meer over haar domineren. Lilith besloot het paradijs te verlaten en buiten het hof van Eden haar eigen leven te leiden. Uit de rib van Adam schiep God toen een nieuwe vrouw: Eva, die wel luisterde. Volgens de overlevering kreeg Lilith hier lucht van en keerde ze in slangengedaante terug naar het paradijs. Ze verleidde Eva tot het eten van de appel, zodat alle mensen uit het hemelse Eden verbannen werden. gebod ‘De verandering van Lilith’s houding was mijn voornaamste inspiratiebron’, vertelt Lion. ‘Dat zij zich moest onderwerpen aan de wil van Adam was geen vrije keuze, maar een gebod. Wat gebeurde er in haar

hoofd toen ze de vrijheid verkoos boven het aardse paradijs?’ De jonge fotograaf heeft daar zo zijn eigen kijk op. ‘Natuurlijk begrijp ik Lilith. Zelf vind ik de feministische visie op het verhaal een mooie anekdote: na de verbanning uit het paradijs zouden Lilith en Eva een list verzonnen hebben om Adam te grazen te nemen.’

Jezus-figuur herkennen. Je mocht zelf je verlosser uitzoeken en daar iets mee doen. Nietzsche zei dat God dood is, maar ik wil weten wat religie vandaag de dag nog betekent en onderzoeken wat dat nog doet met mensen. Dat is het metafysische aspect waar ik graag mee werk en zelf ook naar op zoek ben.’

Inmiddels weet Lion ook waarom hij Lilith begrijpt. tante ‘Ik heb tijdens dit zes maanden durende project veel De titel Pick Your Christ stuurt de interpretatie van artikelen en boeken gelezen om te achterhalen welde beelden. Het fotoboek over Lilith heet Paralyse ke binding ik met haar en begint met een gedicht had. Ik weet nog goed dat ‘Je mocht zelf je verlosser van Faust over de gevaleen docent tegen me zei: uitzoeken en daar iets mee doen’ len vrouw uit het paradijs. Lion, het voelt zo persoon‘Toen de foto’s werden lijk, ben jij niet zelf Lilith? Op dat moment viel het geëxposeerd, heb ik er geen enkele uitleg bij gekwartje. In mijn vorige relatie was ik in eerste inplaatst,’ zegt Lion. ‘Veel mensen vroegen me naar stantie gelijkwaardig, maar uiteindelijk werd ik gede betekenis van de serie. Dan legde ik het verhaal dwongen om een andere rol aan te nemen. Dat heeft uit en herkenden veel mensen zichzelf daarin. Maar me blijkbaar zoveel gedaan dat ik het onbewust in daarmee neem je de kracht van het werk deels weg. een project heb verwerkt.’ Daarom staat het gedicht in het boek en heet het boek Paralyse - een samentrekking van paradijs en provocerend verlamming. Ik denk dat dit de kijker voldoende Lion is niet godsdienstig opgevoed, maar vindt in aanzet om zelf op zoek te gaan naar het verhaal en religie telkens een intrigerend onderwerp. Een tijd de betekenis. Ook toen kreeg ik nog vragen over de terug maakte hij de serie Pick Your Christ: portretbetekenis van de beelden. Waar denk je dat ze over ten van willekeurige mensen die een doornkrans gaan? antwoordde ik dan. Ik wil het niet prijsgedragen. Een sneer naar de hedendaagse consumpven, ik wil dat mensen op zoek gaan naar hun eitiemaatschappij: alles is te kiezen. Is de inzet van gen verhaal. De vraag of ze zelf ook een Lilith zijn, een potentieel gevoelig onderwerp provocerend? staat daarbij centraal. Het blijft lastig. Mijn tante Lion: ‘Enerzijds misschien wel. Maar het is voor bijvoorbeeld, kon er na mijn uitleg nog steeds niets haast iedereen toegankelijk, omdat we allemaal de mee. Bij de mensen die zichzelf in Lilith herkennen, komen de beelden echter wel degelijk aan.’

BEKIJK MEER werk OP www.lionvandenbrand.nl

tekst Yvo Nafzger beeld Lion van den Brand

6

.UNST N° 31 2014

24 maart - 6 juli 2014

7


tekst Ellen Dorrestein beeld Sandra Kaas

Sandra Kaas houdt van gekke pakjes. In de hoek van haar knusse appartement staat een backpack die ze alvast heeft ingepakt voor een festival. De tas zit tot de nok vol met prinsessenjurken, panterpakjes en bruidssluiers. Voor het geval het een beetje saai wordt. ‘Je zet mensen een gek hoedje op en het ijs is gebroken.’ Onder Sandra’s bed ligt een verdwaalde patat van één meter lang. Ik herken de patat. De patat is onderdeel van een kostuum uit Bloemkool, de videoclip die Sandra maakte voor de band Samba Salad. Het gelijknamige liedje leert kinderen de basis van samba. Sandra bedacht het concept voor de clip en nam ook nog eens de regie, de vormgeving en de montage op zich. autonomie Als kind leerde Sandra knuffels naaien, zat ze op zangles, deed ze mee aan een musical, had ze een kleiclubje, kreeg ze schilderles, deed ze aan schaatsen en volgde ze theaterles. Sandra: ‘Mijn ouders reikten mij zoveel mogelijk aan. Ze wilden mij alles laten zien, zodat ik de kans kreeg zelf een keuze te maken.’ Nu ze volwassen is, maakt ze juist bewust geen keuze tussen de soorten werk die ze wil verrichten. Ze neemt veel op zich, maar wil ook graag samenwerken. ‘Ik geef steeds meer uit handen. Hoe meer budget ik zou hebben, hoe meer ik ook andere mensen zou inzetten.’ Toch ziet Sandra haar autonomie als voornaamste kracht. ‘Het lukt me om dingen van de grond te krijgen. Als ik zeg dat ik iets ga doen, dan doe ik het ook.’

8

.UNST N° 31 2014

24 maart - 6 juli 2014

9


Voor Bloemkool liet ze zich inspireren door Green Porno van Isabella Rossellini. Hoewel de clips geen thematiek delen, is de invloed duidelijk terug te zien in de kostuums. Sandra’s bloemkool doet niet onder voor Isabella’s ringworm. Naast de bloemkool zijn onder andere een reep chocola, een glas limonade en de zak patat prominent aanwezig in Sandra’s videoclip. De vormgeving speelt duidelijk de grootste rol in het geheel. Hoewel de kostuums bijdragen aan de beeldvorming van meerdere personages, leer je die personages niet kennen. drempel In haar overige werk gaat Sandra op zoek naar situaties waarin oordelen niet bestaan. Daarom vindt ze verkleden zo leuk. ‘Er valt gewoon iets weg. Je kan wel een populaire patat uithangen, maar je bent nog steeds patat. Daar zit geen status aan vast.’ Het is dus niet verrassend dat kostuums een rode draad in haar werk vormen. Wel blijken ze veel meer dan alleen gekke pakjes, zoals zij ze aanvankelijk zelf benoemt. ‘Ik probeer een drempel weg te halen. Kleding en kostuums zijn vaak gebonden aan een identiteit. Als je die identiteit naar het absurde trekt, creëer je meer openheid, omdat die absurditeit niet in een hokje te plaatsen is.’ Voor VPRO Dorst klopte Sandra tijdens de kerst bij mensen thuis aan, verkleed als kerstboom. ‘Dat was een serieus item over eenzaam zijn tijdens de kerstdagen, maar binnenkomen in

een kostuum schepte luchtigheid. Er kleeft minder oordeel aan mijn vragen over eenzaamheid als ik eerst in een kerstbomenpak vraag: Mag ik jouw kerstboom zijn? Ik word toegankelijk, waardoor mensen makkelijker delen.’ Kunst mag volgens haar aanzetten tot nadenken, maar hoeft niet per se begrepen te worden. ‘Kunst laat je verder kijken en kan ervoor zorgen dat oogkleppen verdwijnen. Kunst laat zich niet beperken door vorm: alles kan alles zijn. Een bloemkool kan een personage zijn. Op het moment dat je je daarvoor openstelt gaat er een wereld voor je open.’

‘Er is altijd, met iedereen, WEL EEN RAAKVLAK’ Door haar aanstekelijke enthousiasme en liefde voor vrolijke kostuums lijkt Sandra één bom positiviteit. Dit betekent echter niet dat ze zware onderwerpen schuwt. ‘Ja, ik ben optimistisch van aard, maar ik denk dat ik daardoor juist heftige onderwerpen op een luchtige manier kan aankaarten.’ Het uiteindelijke doel is zorgen voor meer begrip. ‘Er is altijd, met iedereen, wel een raakvlak. Al is het hoe je je pinda pelt. Door je meer open te stellen in het leven, kun je mensen beter begrijpen. Wanneer je mensen beter begrijpt, dan krijg je... Nou ja. Dan heb je. Ja. Wereldvrede.’

BEKIJK BLOEMKOOL HTTP://UNST.HKU.NL/750

10

24 .UNST maartN°- 631juli 2014 2014

.UNST N° 2014 24 maart - 631juli 2014

11


tekst Johan Kuhlmann beeld EMILE LAGARDE

Emile Lagarde is gefascineerd door wat zijn compositie live bij een publiek kan oproepen. Dat de luisteraar vrijuit zijn muziek ervaart, vindt de tweedejaars Composition and Music Production daarbij van HET grootSTE belang. ‘Hoe meer ruimte jij je publiek geeft, hoe groter de kans op diepgang en betekenis.’ In het halfdonker zit een groepje mensen, jong en oud, in een kring bij elkaar. Ze zwijgen en luisteren naar de stemmen die uit de speakers achter hen klinken. Het wordt stil. De stemmen proberen klanken uit. Opnieuw stilte. Dan vormen de stemmen een koor. Langgerekte oh- en ah-klanken die stijgende en dalende melodielijnen opbouwen. Zo’n drie minuten wordt je meegenomen in een wat dromerige sfeer. Stilte. Het licht gaat aan.

in de maatschappij. Ik laat ze een gesprek voeren dat geleidelijk aan in zang overgaat. In zang worden mensen gelijk, omdat zij zingen. Niets meer en niets minder. Ik heb dat idee daarna wat neutraler uitgewerkt. Het gesprek en de compositie - in een studio uitgevoerd door acht vrienden en kennissen - heb ik opgenomen. Je hoort een koorrepetitie, mensen die met elkaar praten, samenklank uitproberen en overgaan in zang. Elke stem op een andere speaker.’

‘Toen we de opdracht kregen met acht speakers een compositie te maken, wilde ik graag iets met stemmen en met ruimte doen,’ vertelt Emile. ‘Elke stem moest een ander type mens vertegenwoordigen: een filosoof, een bouwvakker, een kind... acht personen met een heel andere levensvisie en positie

ruimtelijkheid Het publiek bestaat ook uit acht personen. Emile leidt ze een kleine ruimte binnen en zet ze in een kring voor één van de speakers waardoor een intieme setting ontstaat. ‘Ik denk dat muziek meer met je doet als je er middenin zit. Je gaat je verantwoor-

12

.UNST N° 31 2014

delijk voelen voor de stem die uit de speaker achter je komt en wordt het zelf. Wie zijn de andere stemmen? Waar komen die stemmen vandaan? Wat gaat er gebeuren? Daarmee zorg ik als componist voor aandacht bij het begin van het zangstuk. Op een gegeven moment haal ik de galm weg. Eerst lijkt het of je in een kerkruimte bent en dan ben je ineens hier. Dan laat ik de galm weer terugkomen. Zo speel ik met ruimtelijkheid.’

tie. Ik vind dat niet slecht, maar kies liever voor een wat abstractere vorm. Toch is wat ik heb gemaakt niet echt abstract. Het is meer dan geluid. Het zijn klanken die mooi bij elkaar passen en gevoelens kunnen oproepen als melancholie of schoonheid. Het creëren van een mooie klank is een belangrijk aspect van muziek, maar voor mij is het gevoel en idee erachter belangrijker. Iedere componist of musicus zal zeggen dat de luisteraar belangrijk is, maar

‘Iets wat heel sterk voor zichzelf spreekt, beperkt de waarneming’ ‘Als uitgangspunt voor mijn compositie nam ik het kinderliedje Mary had een little lamb, omdat kinderen gelijker aan elkaar zijn dan volwassenen. Daarom koos ik ook voor oh- en ah-klanken: die woorden betekenen niks. Het publiek luistert naar de muziek en hoort hetzelfde. Toch kan iedereen er een eigen betekenis aan geven. Dat vind ik ook het mooie aan kunst. Iets wat heel erg voor zichzelf spreekt, beperkt de waarneming. Kunst doet dat niet. Hoe meer ruimte je de waarnemer geeft, hoe groter de kans op diepgang en betekenis. Vandaar ook dat de compositie niet vrolijk of triest is.’

ik denk niet dat ze allemaal zo diep nadenken over wat muziek teweeg kan brengen. Het idee om verschillen tussen mensen te overbruggen met muziek is een heel duidelijk concept. Met zo’n uitgangspunt begin ik te schrijven. Daarna volg ik mijn impulsen. Het hoeft niks teweeg te brengen, maar dat mag wel. De muziek die ik maak is de muziek die ik wil maken. En elke luisteraar geeft er vervolgens zijn eigen interpretatie aan.’

melancholie ‘Wanneer je een verdrietig liefdeslied schrijft omdat het net uit is met je vriendin, spreekt dat voor zichzelf. Er is minder vrijheid voor een eigen interpreta-

24 maart - 6 juli 2014

BEKIJK DE VIDEO http://unst.hku.nl/746

13


tekst Marcella Das beeld Tamara van Klooster

Er zijn kunstenaars en kunstenaars. Zo heb je het uitbundige soort dat lyrisch verwoordt hoe hij of zij tot die ene uitspatting kwam. Het andere uiterste is het stilzwijgende genie. Niet zozeer bepakt met een rijke woordenstroom, maar vaak des te meer voorzien van ondefinieerbare creativiteit. Stille wateren, diepe gronden. Vaak kunnen ze je niet precies vertellen hoe ze bij het eindpunt kwamen, maar neemt het resultaat deze noodzaak tot duiding met-

een weg. Er zijn kunstenaars en kunstenaars. Zo heb je het uitbundige soort dat lyrisch verwoordt hoe hij of zij tot die ene uitspatting kwam. Het andere uiterste is het stilzwijgende genie. Niet zozeer bepakt met een rijke woordenstroom, maar vaak des te meer voorzien van ondefinieerbare creativiteit. Stille wateren, diepe gronden. Vaak kunnen ze je niet precies vertellen hoe ze bij het eindpunt kwamen, maar neemt het resultaat deze noodzaak tot duiding meteen weg.

Ietwat bleekjes zit ze in de zon. ‘Ja, ik ben helemaal wit geworden’, vertelt derdejaars Fashion Design Tamara van Klooster (20), doelend op de intensieve stage in Kopenhagen bij Asger Juel Larsen die ze net achter de rug heeft. ‘Het was leuk, maar ook pittig. Ik heb daar wel geleerd om voor mezelf op te komen.’

14

.UNST N° 31 2014

Tamara heeft het meest weg van deze laatste soort. Veel van haar antwoorden neigen naar een vorm van ‘weet ik eigenlijk niet precies’, maar toch zette zij met Homeboys collection een zeer overtuigende modecollectie neer. Niet enkel waren haar docenten tevreden, ook buiten de HKU werden de homeboys goed ontvangen. De collectie kreeg een eervolle plek tijdens de HKU-expositie in de Bijenkorf en mensen wilden haar kledingstukken kopen. ‘Ja, daar ben ik best wel trots op’, zegt ze bescheiden. confrontatie Nog geen 18 was ze toen ze aan de HKU begon met Fashion Design. ‘Ik was de jongste van ons jaar. De eerste dag vroeg een docent wie er onder de 18 was, om vervolgens mede te delen dat het hbo toch echt voor 18+ is...’ Die uitspraak hield Tamara niet tegen: ‘Als je iets echt graag wil, moet je er gewoon voor gaan.’ Toch kostte het begin haar veel moeite: het vormen van een mening, haar zoektocht naar bevestiging, de confrontatie met haar persoonlijkheid.

24 maart - 6 juli 2014

15


witte shirt en de nonchalante gympen die Tamara aan heeft. ‘Mannen vinden het belangrijk dat iets lekker zit, gemaakt is van mooi materiaal en lang mee gaat. Ik heb gemerkt dat die eigenschappen van kleding ook mij aanspreken.’ Dat haar stageplek in Scandinavië was is toeval, maar het feit dat daar ook veel waarde wordt gehecht aan simpele silhouetten en mooie, degelijke materialen was voor haar een mooie bijkomstigheid.

Homeboys collection is een mannencollectie waarmee Tamara zowel het contrast als de overeenkomsten tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid opzoekt. ‘De grens tussen mannen- en vrouwenmode wordt steeds vager. Ik wilde kijken hoeveel vrouwelijke elementen ik in mijn ontwerpen kon verwerken zonder dat de man zijn mannelijkheid verliest.’ Daarom koos Tamara voor mannelijke en robuuste geometrische silhouetten in combinatie met vrouwelijke materialen en worden stoere, futuristisch glanzende bomberjacks afgewisseld met bont, kant, kralen en gordijnstof.

ken tussen huiselijke kamerplanten en vloerkleden. Tamara: ‘Zelf ben ik ook niet heel serieus. De grapjes ontstaan trouwens meestal tijdens mijn ontwerpproces en zijn vaak onbedoeld. Zo denken veel mensen dat er alleen mannen op de foto’s van mijn collectie staan, maar één van de modellen is een vrouw. De verwarring ontstaat dus per ongeluk. Als ik bewust iets grappigs probeer te maken, lukt het niet.’ Behoefte om extreme uitspraken te doen, heeft Tamara ook niet. ‘Dat past niet bij mij. Ik ben bescheiden en nog steeds op zoek.’

vloerkleden De ontwerpen bevatten ook een soort knipoog, die je vooral terugziet in de fotoshoot van haar collectie. Mannen in stoere poses, maar staand op hoge hak-

De collectie slaat ook terug op haar eigen zoektocht naar identiteit: ‘Mannenkleding heeft mij persoonlijk altijd heel erg aangesproken, ik draag dat zelf ook vaak.’ Kenmerkend hiervoor zijn het grote

‘DENEN ZIJN EEN STUG VOLKJE’

knuffel Haar Deense stage stelde Tamara voor grote uitdagingen. ‘Het gaat erom dat je heel snel keuzes leert maken. Je tekent vijftig verschillende dingen, je kiest er één en hup, dat gaat in de productie.’ Dat ze de vrijheid kreeg om zelf al collecties te mogen ontwerpen, was een droom die uitkwam, maar er stond veel eenzaamheid in de avonduren tegenover. ‘Denen zijn een stug volkje. Ik kende niet veel mensen en ben niet zo’n uitgaanstype, dus zat ’s avonds vaak alleen thuis. Ik dacht wel eens: had ik dan in het begin meteen dertig vrienden moeten maken?’ Ik heb heel veel geskypet met mijn vriend, ouders en vrienden. Maar als je gewend bent om thuis een knuffel te kunnen geven, is praten via zo’n scherm natuurlijk heel anders dan iemand daadwerkelijk vast kunnen houden.’ Daarbij werd ook haar geduld flink op de proef gesteld. ‘Op een dag was het dertig graden en stond ik in die hitte een collectie te stomen, terwijl andere stagiaires niets deden. Toen heb ik wel laten weten dat zij ook wat konden doen. Dat werd ver-

BEKIJK MEER WERK OP Tamaravanklooster.tumblr.nl

16

.UNST N° 31 2014

24 maart - 6 juli 2014

17


tekst EDWIN VERHOEVEN beeld ROSA SCHÜTZENDORF

dere brieven waren puur persoonlijke verhalen over dromen, fascinaties of angsten. Bij het spel hoorde ook dat ik Andy regelmatig vroeg waarom hij niet antwoordde.’

Theatervormgever Rosa Schützendorf VERDIEPTE ZICH TWEE MAANDEN in HET LEVEN EN WERK VAN Andy Warhol. Ze sloeg een banaan aan het kruis en maakte een treffende Andy-selfie. Haar brieven aan ‘the silver prince of the pop’ werden nooit beantwoord... Rosa vond Andy Warhol aanvankelijk niet bijster interessant. Ze begreep zijn kunsthistorische betekenis en de genialiteit van sommige werken, maar snapte het gedoe eromheen niet. Rosa: ‘Warhol wilde commercie en kunst laten samensmelten. Het summum daarvan is natuurlijk zijn uitspraak Making money is art. Ook zei hij: I am a deeply superficial person. Zijn glamourimago had als doel een mysterie rondom zijn persoon te creëren. Hij bleef maar beweren dat er geen diepere redenen achter zijn denken en doen zaten. Ik, als kind van een generatie die de massacultuur zat is en het rationele denken met de paplepel kreeg ingegoten, wilde dat niet geloven. Ik denk dat Andy stiekem, door de volledige verpersoonlijking van de popcultuur te zijn, de mensen wilde laten zien hoe leeg het eigenlijk is. Volgens mij was alles dus één groot rollenspel en lachte hij de mensen achter hun rug uit.’ 18

.UNST N° 31 2014

masker Rosa raakte alsnog in de ban van Andy’s gedoe, het spel met zijn imago. ‘Dat imago naar buiten toe heeft hij tot het allerlaatste moment volgehouden. Theater in de werkelijkheid. De hamvraag was natuurlijk: wat zit er achter dat masker? Een vraag waar ik nooit een antwoord op zou krijgen. En zo begon mijn eigen spel: mijn brieven aan Andy. Waarschijnlijk heb ik juist ervoor gekozen Andy brieven te schrijven, omdat hij al het kwetsbare van zich af duwde. Sommige brieven werden kleine essays over theoretische vragen in de kunst. Vanuit mijn hypothese over zijn houding, stelde ik hem vragen over de manieren waarop je als kunstenaar een standpunt over de maatschappij kunt innemen. Bijvoorbeeld door die maatschappij op een ironische manier te spiegelen, of deze juist te confronteren, te banaliseren of aan te klagen. An-

Op het moment dat je weet wat zonde is, weet je ook wat deugd is’ driften De brieven werden voor Rosa ook een soort alibi. Ze schreef Warhol brieven, dus kon ze ernaast maken wat ze wilde. Ze sloeg een banaan aan het kruis en maakte, verkleed als Andy, zelfportretten. Rosa: ‘Het gehele proces is samen te vatten met een citaat van Robert Mapplethorpe: Art brings me closer to the devil and sex makes me want to stay there. Gefascineerd door mijn eigen menstruatiebloed in de wc-pot en Warhols pornografische films met onder andere Mario Banana in de hoofdrol, realiseerde ik mij dat ‘de kunstenaar’ zich continu dichter bij de zonde begeeft dan andere mensen. Op een nacht droomde ik dat mijn ziel door brutaliteit en driften vervuild was. Ik weet niet waar deze angst opeens vandaan kwam. Ik geloof niet eens in zonden en deugden, noch in het laatste oordeel. Maar misschien snapte ik daarom dat Andy stiekem zeer religieus is geweest en iedere zondag met zijn moeder naar de kerk ging. Op het moment dat je weet wat zonde is, weet je ook wat deugd is. Kunstenaars begeven zich dichter bij de zonde om de maatschappij te tonen wat zonde is. Onder de dekmantel van kunst kunnen hun zondige gedachten of daden dan juist weer een heilige status krijgen.’

24 maart - 6 juli 2014

BEKIJK Andy lives - PART 2 http://unst.hku.nl/791

19


tekst Pim Leeuwenkamp beeld Josephine Drehmanns

‘ een personage uit een amerikaanse politiefilm uit de jaren 80.’ zo typeert fotograaf josephine drehmanns ‘Rowan’, de vrouw die twee jaar lang voor haar camera stond. ondanks de strubbelingen tijdens het project lukte het josephine dichtbij haar onderwerp te komen. de titel van haar serie is in dat opzicht veelzeggend: ik mis jou merk ik.xrowan. Josephine Drehmanns is altijd op zoek naar mensen die haar intrigeren. ‘Toen ik Rowan op straat zag, sprong ze mij direct in het oog: de fotograaf in mij werd wakker. Een enerverende, twee jaar durende samenwerking was het gevolg. Rowan is als een personage uit een Amerikaanse politiefilm uit de jaren 80: ze praat hard, ze rijdt hard en ze leeft hard. Een harde tante die het in haar leven flink voor haar kiezen heeft gehad. Ze is een chaotische spring-in-hetveld die van hot naar her leeft.’ rillingen De samenwerking kende hoogte-en dieptepunten. Josephine: ‘Zo ben ik ooit voor een onderwaterfotoshoot naar Emmen afgereisd. Vanuit mijn woonplaats Haarlem was dat een treinreis van dik drie uur. Nadat Rowan uren na het afgesproken tijdstip 20

.UNST N° 31 2014

verscheen - om vervolgens bij hoog en laag te beweren dat ik alles verkeerd had doorgegeven - stelde ze voor dat ik eerst in bad zou gaan om lekker te ontspannen. Daarnaast leek het haar een goed idee dat ik een reeks foto’s zou maken van haar en haar ‘vriend’; een dominante vent waarvan ik de rillingen over mijn rug kreeg. Allebei niet gedaan natuurlijk: juist bij een intensieve samenwerking moet je de grenzen bewaken. Het hoogtepunt van onze samenwerking was de expositie in Utrecht van mijn foto’s van Rowan. Ze was uiteraard vergeten dat die plaatsvond, dus kwam uit Almelo geracet om er alsnog bij te zijn. Desondanks voelde ze zich de ster van de avond. Ik vond het ontroerend om te zien hoe heerlijk zij de aandacht en belangstelling vond.’

24 maart - 6 juli 2014

21


‘Ik zie ze ten eerste en als laatste als mensen’

‘In mijn werk geef ik altijd terug wat mensen mij geven. Je zou het werkethiek kunnen noemen. De mensen die ik portretteer of waarover ik reportages of documentaires maak, zie ik niet als gebruiksvoorwerpen of middelen om iets schokkends te creëren. Integendeel: ik zie ze ten eerste en als laatste als mensen. Met een geschiedenis, met rafelranden, met vreemde opvattingen, maar altijd als mensen. Zo benader ik ze ook. Dat is volgens mij ook mijn grootste kracht als fotograaf: elk project begin ik zonder vooroordelen. Ik vind niets raars of gek, ik ben vooral nieuwsgierig.’ Wáár haar fascinatie met de zelfkant van de maatschappij precies vandaan komt, weet Josephine niet. ‘Het klopt wel: ik vind de zelfkant intrigerend en voel me aangetrokken tot buitenbeentjes. Misschien doordat ik me in mijn jeugd nooit echt begrepen voelde? Later, op de Montessorischool, werd dat minder. Alhoewel... daar was ik veel meer toeschouwer dan deelnemer. Op het Montessori zat een enerverende mix van artistieke types en mensen die bezig waren om ‘het verkeerde pad op te gaan’. Er ging weleens een stoel door het raam. Ook gebeurde het zeer regelmatig dat mensen de lessen 22

onderbraken om een ‘blowpauze’ te nemen. Na het Montessori heb ik een mbo-opleiding in lichttechniek gedaan. Dat was mij iets té technisch, maar wel een goede leerschool voor een fervente kijker als ik. Nadat ik wat jaartjes in de filmwereld had gewerkt, wilde ik artistiek leren kijken. Fotografie op de HKU was de logische stap. bizar Grappig genoeg ben ik in mijn klas nu wederom een buitenbeentje. Eerlijk gezegd vind ik het hele kunstwereldje voornamelijk gedoe. Ik heb niet echt de behoefte om enorm de kunststudent te gaan uithangen. Waarom zou ik? Uiteindelijk zullen er van mijn negentien klasgenoten slechts vijf van hun kunst kunnen leven. Of ik er bang voor ben dat het mij misschien ook niet lukt? Welnee! Ik vind het absoluut niet erg om er naast te werken. Ik heb altijd inspiratie en altijd zin om te fotograferen, te filmen of te vertellen. Je hoort weleens dat kersverse alumni zichzelf een deadline stellen: vijf jaar na hun afstuderen moeten ze van hun kunst kunnen leven. Bizar. Ik wil na mijn afstuderen doen wat ik nu ook doe. Respectvol werk maken dat iets teweeg brengt: eerlijke foto’s en pure verhalen.

.UNST N° 31 2014

MEER WERK www.josephinedrehmanns.com

24 maart - 6 juli 2014

23


DE REDACTIE IN DRIE RUBRIEKEN HET INTERVIEW DAG 89 HET INTERVIEW is een serie interviews van HKU-studenten Theater. Voor het vak Kunst van Ondernemerschap spraken zij met collega’s uit het werkveld over hun dromen en daden.

De muze van N.F. Zarogyev DAG 2 De muze van N.F. Zarogyev begint met een enigszins opmerkelijke zin uit de media. De rest is verzonnen door Yvo Nafzger. Zonder vooropgezet idee schreef hij zich elk weekend zijn onderbewuste in. Het resultaat daarvan las je wekelijks op .UNST.

MORAALRIDDERS DAG 68 In Moraalridders doen HKU’ers een uitspraak over de essentie van kunst en kunstonderwijs. Student Willem-Jan van de Tuin breekt in aflevering 3 een lans voor de lezingen van Studium Generale.

24

.UNST N° 29 2014

24 maart - 6 juli 2014

25


‘De kunst laat ons twijfelen’

Dries Verhoeven voelde zich na een verkeerde studiekeuze aangetrokken door het theater, maar durfde de stap niet te zetten. Zijn moeder, die beeldend kunstenaar is, stimuleerde hem om naar de Academie Beeldende Kunsten in Maastricht te gaan. Via het ontwerpen ontdekte hij daar het theater en koos hij voor de opleiding Theatervormgeving. Tegenwoordig maakt hij voorstellingen, installaties en performances op het grensvlak van theater en beeldende kunst.

tekst Bente van Arkel BEELD Willem Popelier

26

.UNST N° 31 2014

Hoe heb jij je opleiding in Maastricht ervaren?
 Het ouderwetse en conventionele van de opleiding, waarbij gedacht werd vanuit het grote theater - ook opera - en theaterconventies - zorgde bij mij voor irritatie. Juist de woede die daardoor ontstond is heel voedend geweest voor mijn ontwikkeling en werk. Door iets te doen waar ik het niet zo mee had, kon ik veel duidelijker onder woorden brengen waarom ik dat niet wilde en wat ik dan wel belangrijk vond. Dat was voor mij het meest waardevol. Wat ik daarbij heb meegekregen van de opleiding, is dat je keihard moet werken om ergens te komen. En dat je twee of drie keer per week naar theater moet gaan als je op een theateropleiding zit, om scherp te krijgen wat je vindt en waarom je dat vindt.
 Ga je nog steeds naar het theater? Natuurlijk, maar dan vooral naar voorstellingen van mijn smaak en interesse. Ik ben geïnteresseerd in het performatieve: dat iemand op het toneel staat en zijn performance iets communiceert, in plaats van een acteur die in de huid van iemand anders kruipt. Mensen die daadwerkelijk willen ontwrichten, die durf hebben (om onze lelijkheid te laten zien), die zich onttrekken aan de gedachte dat theater moet entertainen en die ingewikkelde vragen durven te stellen.
 
 Hoe ben je gekomen waar je nu bent?
 Na mijn opleiding heb ik Jan Versweyveld, theatervormgever bij Toneelgroep Amsterdam, gevraagd of ik daar een jaar gratis mocht komen werken. Ik heb daar kunnen experimenteren met het gebruik van video, het betrekken van de toeschouwer en het loslaten van emotie op het toneel. Vervolgens ben ik gaan samenwerken met een andere maker. We onderzochten hoe we de toeschouwer in dezelfde ruimte konden plaatsen en dezelfde ervaring konden geven als de acteur. Dit heeft me enorm gevoed. Het leidde tot de vervolgstap om de acteur weg te halen, waardoor het publiek alleen met zichzelf is.

Dit ben ik zelf verder gaan onderzoeken en gebruiken in mijn werk.’
 
 Wat drijft jou als maker? Wat mij beweegt als mens en maker is het ongemak dat ik voel als ik in contact sta met werelden, mensen en teksten die ik niet begrijp. Dat niet begrijpen kan ons voeden in de manier waarop we naar de wereld kijken. Het ongemak komt onder andere voort uit het denken dat je alles op orde hebt. Dat je een goed antwoord hebt geformuleerd op je leven. We vinden namelijk allemaal een manier om orde aan te brengen in ons leven, maar als je uitzoomt denk je: O ja, wie zijn we ook alweer?
 
 Wat is de functie van theater en kunst?
 Theater is kunst. Het enige verschil is de bepaalde tijdsduur die theater heeft. Kunst is er om ons te bevragen op hoe we onze levens leven. Theater moet confronteren met de onvoorspelbaarheid en de zaken waar we anders geen antwoord op kunnen geven. Ik denk dat mensen het nodig hebben om dingen in woorden te gieten en te weten waarom ze dingen doen. We hebben de neiging om constant te willen benoemen wat we goed/niet goed vinden en willen/ niet willen. Daarbij raken we onze verbazing kwijt en maken we aannames die misschien helemaal nergens op gebaseerd zijn. Kunst is er om ons daarmee te confronteren en te laten zien dat de zaken minder logisch en eenduidig zijn dan dat we op het eerste gezicht denken. De kunst laat ons twijfelen.
 
 Waar haal je de meeste voldoening uit? Ik ben vaak zo onzeker en bang, maar dat is inherent aan dingen maken waarvan je de uitkomst niet weet. De meeste voldoening haal ik er dan ook uit als ik zeker word, als ik merk dat wat ik ooit heb bedacht, in combinatie met een publiek werkt. Dit krijg ik op verschillende manieren terug, bijvoorbeeld door een toeschouwer die ik zie huilen of wanneer ik zelf heel blij word van het zien van mijn eigen werk.

24 maart - 6 juli 2014

27


tekst Yvo Nafzger beeld Lennard Kok

Aflevering 46 Konijn en kikker overvallen vrouw Nietsvermoedend liep Maartje van Klinkenburg door de eenzame verlaten straten van de vette dinsdagavond. Haar door inname van enkele pinten verstoorde sierlijke tred was een aangename verschijning in de normaal zo saaie Hoogstraat. Ze liep langs verschillende betonnen kolossen. Statige herenhuizen die sinds lange tijd vervangen zijn door kantoorgebouwen. Betonnen flarden hingen aan de vergruisde grijze muren. In haar handtas had Maartje enkele bierflesjes. Waarschijnlijk met de bedoeling deze thuis met haar huisgenoten te nuttigen tot het ochtendgloren. Het vale licht van de straatlantaarns deed haar rode jurk oplichten. Als een toeschouwer langs de straat had gestaan, had hij zelfs een glimp van haar witte petticoat kunnen opvangen. Waarom 28

weten we niet, maar op de hoek van de Singel besloot Maartje linksaf de Uilenburgsteeg in te lopen. Haar voeten deden blijkbaar pijn, want hier deed ze haar rode hakjes uit en zette ze haar tocht op blote voeten voort. Het geluid van haar voeten, die voorzichtig door de regenplassen stapten, weerklonk zachtjes tegen de stenen gevels.
 Door de hoed op haar hoofd merkte ze de schaduwen, die zich op de muren achter haar manifesteerden, niet op. Een vreemd schouwspel moet het zijn geweest: bolle ogen op een niet te definiëren kop, en penen van oren bij een met knaagtanden versierd gebit. De een bewoog zich geruisloos voort, terwijl de andere met een hels flapperend kabaal door het nauwe steegje liep. Pas toen Maartje van Klinkenburg dit hoorde, nam zij de gelegenheid zich om te draaien.

.UNST N° 31 2014

Twee figuren, waarvan allereerst alleen de kleuren groen en wit waren te onderscheiden, kwamen dichterbij. De Groene had een banjo in zijn armen. Zijn ogen leken dwars door het lichaam van Maartje heen te kijken. Ze bewogen daarbij niet, maar stonden stokstijf in dezelfde stand. De Witte had een soort vreemde nietszeggende grijns op zijn gezicht. Ook deze leek gefixeerd, alsof het onmogelijk was deze grimas van zijn gelaat te halen, en een andere uitdrukking aan te nemen.
 
Noem het naïef of dom, maar Maartje was zich op dit moment nog van geen kwaad bewust. Ze giechelde kort en wilde zachtjes de behaarde kop van de Witte aaien. Dit liet hij niet toe. Hoogstwaarschijnlijk zei Maartje op dat moment iets in de trant van: ”Kom op Jan, niet zo flauw, ik weet dat

jij het bent. Wat heb jij trouwens grote oren. Gisteren leken ze een stuk kleiner.” Hoe daar verbaal op werd gereageerd, is onduidelijk en onbelangrijk. Fysiek gebeurde er daaropvolgend namelijk genoeg. De Groene pakte Maartje met beide handen - voor zover we het handen kunnen noemen - stevig beet. Geschreeuw klonk door de steeg, gevolgd door een doffe klap. De Witte grijnsde, terwijl hij Maartje onder handen nam. De Groene speelde onderwijl een vrolijk deuntje op zijn banjo, een schril contrast met wat dat arme meisje overkwam.

 De volgende ochtend: geen spoor van Maartje. Het enige wat omwonenden vonden, was haar rode hakje. Het lag eenzaam en doorweekt in een plas. Daarom komen zij binnenkort wel aan uw deur. Want wie het schoeisel past moet Maartje zijn.

24 maart - 6 juli 2014

29


tekst Willem-Jan van de Tuin BEELD Nik van Es

CULTUREEL BOMBARDEMENT

Dr. M. Wesch is een fenomeen. Ken je hem al? THe New York Times is lovend over hem. Hij is een supergoede leraar. Zijn boeken zijn BRILJANT, zijn lezingen en analyses zijn om van te smullen. Ik leerde van hem bijvoorbeeld dat er dagelijks 20.000 video’s aan de YouTube-community worden aangeboden. Jootromono, dacht ik, wat veel! Ik wilde gelijk persoonlijk aan Dr. M. Wesch vragen wat dat zegt over ons en onze cultuur.
 
 Dr. M. Wesch’ specialiteit is Digitale Etnologie. Wie had enkele decennia geleden kunnen bedenken dat het beroep ‘digitaal etnoloog’ zou bestaan? Onze wereld verandert razendsnel. Cliché, maar waar. Alle veranderingen hebben iets met ‘het digitale’ te maken. Het internet is zonder DSV (digitale signaalverwerking) ondenkbaar. DSV maakt het mogelijk complexe

30

audiovisuele informatie hoogwaardig en effectief te comprimeren en te communiceren. Praktisch betekent dit: a) dat het verzamelde werk van Martin Scorsese opgeborgen kan worden in de punt van een speld, en b) dat er precisiebombardementen mogelijk zijn, op cultureel vlak dan. Voordeel hiervan: scheelt veel burgerslachtoffers.

.UNST N° 31 2014

Ik dacht: die M. Wesch moet op onze school komen spreken! Hij moet antwoord geven op de vraag wat het betekent om tot een digitale stam te behoren. Mr. M. Wesch can you please explain the rituals, taboos and ceremonies of the digital tribe? I am feeling a little bit lonely now and then. Onmiddellijke teleurstelling. Zo’n man komt hier toch niet. Hij woont in de VS. Zo iemand krijg je nooit live in je eigen auditorium.

Diezelfde avond herinnerde ik me een artikeltje in .UNST over het feit dat HKU bezig is een Studium Generale te ontwikkelen. Een nieuw initiatief waarin geld gestoken wordt, schijnt het. Een frisse ambitie om frisse sprekers van buiten aan te trekken. Van dat Studium Generale wilde ik meer weten. Kon dr. M. Wesch via dat SG toch niet naar de HKU komen? VS of geen VS, er zijn toch vliegtuigen en hotels?

24 maart - 6 juli 2014

31


Ik nam contact op met de coördinatoren van Studium Generale. Eerst enkele mailtjes. Daarna een interessant skypegesprek met een vriendelijke jonge vrouw en een nogal aparte jongeman die op de achtergrond met een hoekig gezicht voortdurend zijn neus zat te snuiten. De jonge vrouw wist waarover ze sprak. Hoewel ze slechts vaag van het mirakel dr. M. Wesch gehoord had, vertelde ze dat er vanaf september 2014 een reeks ‘HKU-events’ van start gaat met als thema Taboes in de kunsten. Toegankelijk voor alle studenten! Ze zei dat er een dozijn Dr. M. Wesches komt spreken over de etnologie van onze kunstpraktijk. Alle totems en taboes zullen uit de kast gerukt worden. De eerste dr. M. Wesch zal de bekende Nederlandse schrijver Abdelkader Benali zijn. 24 september 2014, half vijf in de namiddag, ik moest het alvast in mijn agenda noteren.

Onder de noemer Studium Generale organiseert HKUelkstudiejaarinspirerendelezingen.Studium Generaleisopenbaarenvooriedereengratistoegankelijk, dus ook voor niet-HKU’ers! Locatie van de lezingenisHKUOudenoord700,Utrecht.Devolgende reeks begint op 24 september. ProgrammacoördinatorWillemduGardijnistevens schrijver(WillemJardin)enkruiptalsWillem-Jan vandeTuinweleensindehuidvandeHKU-student.

Ik was zeer verbaasd, verheugd, zeker toen de jonge vrouw mij aan het einde van het skypegesprek (hij was godzijdank met zakdoek en al uit het beeld verdwenen) duidelijk maakte dat ook mode, fotografie, theater, muziek, gamen en ondernemen aan de orde komen. Stuk voor stuk favoriete onderwerpen van mij en mijn vrienden. Ik heb het vaker gedacht en gevoeld de laatste tijd: op de school waar ik me ingeschreven heb gebeurt iets. Dr. M. Wesch is een fenomeen, ja, maar ik hoef voor hem niet naar Amerika. Geen dure tickets nodig, ik hoef alleen maar op m’n fiets te springen en op de plek te gaan staan of zitten waar het precisiebombardement plaats zal vinden. Ik heb er zin in weer eens goed geraakt te worden. Laat maar kommen die culturele bommen.

COLOFON .UNST .UNST IS EEN UITGAVE VAN HKU EN VERSCHIJNT DRIE KEER PER JAAR IN EEN OPLAGE VAN 1500 STUKS. Contact .UNST Postbus 1520 3500 BM Utrecht Mail edwin.verhoeven@.hku.nl BLOG HTTP://unst.hku.nl .UNST FACEBOOK JEROEN CALLAARS AYDEN DIJKSTRA Hoofd- en eindredactie Edwin Verhoeven Art direction Leon Martakis Redactionele medewerkers MARCELLA DAS ELLEN DORRESTEIN NIK VAN ES Johan Kuhlmann YVO NAFZGER Pim Leeuwenkamp MET BIJDRAGEN VAN BENTE VAN ARKEL LENNARD KOK WILLEM-JAN VAN DE TUIN Grafisch ontwerp Hoax Druk Libertas

.UNST is CO2-neutraal geproduceerd Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de HKU.

32

.UNST N° 31 2014


NUMMER 31 - SEPTEMBER 2014


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.