.unst 4

Page 1

BLAD VAN DE HKU nummer 4: nov / dec 2006

.unst

IN DIT NUMMER HET KOESTERBOEKJE VAN LEON GIESEN AFSCHEID VAN LP HUIS A/D WERF

BART RUTTEN MIST HET FANATISME HET SUCCES VAN XCHANGE PROJECTS

MUZIEK NEEMT KLANKKLUIZENAAR IN SPECIAL ART ATTACK


. redactioneel Cultuurbal Net voorbij die potsierlijke pagode bij Breukelen doezel ik weg. Het geroezemoes in de trein verandert in geklingel van trams en het gekrijs van meeuwen. Het geluid van Amsterdam CS. Pet en ik stappen in een taxi. ‘Leidseplein graag,’ zegt Pet. De chauffeur knikt, start de motor en rijdt weg. Zodra we de Stadsschouwburg binnenlopen, begint Pet te netwerken. Want daarvoor zijn we hier: het verbreden van ons netwerk. Contacten leggen, hotshots ontmoeten, jezelf verkopen. Het is een kolfje naar Pets hand. Al bij de garderobe deelt hij zijn eerste visitekaartje uit. ‘Ach, zoiets moet je leren Ed,’ fluistert hij me toe als we de grote zaal binnengaan. ‘Geef me een uurtje,’ zeg ik overmoedig.

Inspelen op het zesde zintuig

Tijdens het viergangendiner praat ik met decision makers en sleutelfiguren uit het bedrijfsleven en de culturele sector. Het gaat me veel makkelijker af dan ik had verwacht. Zonder één aarzeling houd ik een relaas over de formule van .unst, alsof bij mij de toekomst ligt voor elk kunstmagazine. De onderdirecteur van Nederlands grootste loterijshow zit tegenover mij. Vooral hij knikt instemmend als ik de randvoorwaarden voor een internationale doorbraak op een rijtje zet. Drie uur en luttele champagnes later zijn Jacco-Jan en ik vrienden voor het leven. Gezeten op de sofa in de VIP-lounge laat hij trots zijn nieuwste aanwinst zien: een laptop van tienduizend euro. JJ maakt verbinding met zijn webcam en geeft me een rondleiding door zijn huis. ‘Terugkomend op dat magazine van jou,’ zegt hij,

Werken in een team, omgaan met budgetten en deadlines en communiceren met een professionele opdrachtgever. Dankzij bureau Xchange Projects van de Faculteit Kunst en Economie raken studenten er al vroeg tijdens hun studie bedreven in en doen ze er buiten de schoolmuren hun voordeel mee: ‘We worden nu gezien als echte onderzoekers en niet als stagiaires.’

‘ik wil dat project in 2007 wel financieel injecteren met een leuk sommetje.’ Hoewel behoorlijk aangeschoten, tikt hij binnen het kwartier een gedetailleerd contract in. Daar staat het toch echt: twee ton voor het kalenderjaar 2007. Nu alleen nog elektronisch mijn handtekening zetten, de zijne staat er al. Net als ik het potloodje zachtjes neerzet op de plek waar ik moet tekenen, krijg ik van Pet een hengst op mijn schouder en schiet mijn rechterarm hard naar voren. Te hard. Van onder tot boven zit een enorme scheur in het beeldscherm van de peperdure laptop. Pet en ik kijken elkaar lijkbleek aan. JJ barst in woede uit: ‘Wel godverr...’ ‘Ed, Ed, we zijn er.’ Pet sjort aan mijn gloednieuwe Peek & Cloppenburg. Amsterdam ligt in de schemering te wachten. Over een halfuur begint het bal.

tekst Rick Steggerda fotografie Patrick van de Luijtgaarden

Het archetype van Xchange Projects is te vinden op de Faculteit Kunst, Media & Technologie in Hilversum. Daar levert bureau Xchange al jarenlang talentvolle studenten voor opdrachten uit het professionele werkveld. Ook het vergelijkbare initiatief op de Faculteit Kunst en Economie is succesvol: het vorig schooljaar werden 21 projecten gefaciliteerd, dit jaar staat de teller op 28. De groei is ook in de vraag terug te zien: opdrachtgevers bieden grotere projecten aan. Studenten moeten een project verdienen door hun motivatie en plannen schriftelijk goed te verwoorden. Door degelijk te solliciteren, krijgen de opdrachtgevers gedreven studenten die goed werk willen leveren. En wordt Xchange Projects hiervoor beloond met betere opdrachten. Hoofd Gabrielle Kuiper bevestigt dat de combinatie van projecten via het bureau en het projectonderwijs van Kunst en Economie ervoor zorgt dat studenten inhoudelijk snel naar een hoog niveau groeien. ‘Een goed voorbeeld daarvan is het studententeam dat vorig jaar voor Amsterdam Dance Event had bedacht dat verscheidene bekende dj’s guerilla-optredens zouden geven. Het teamproces liep niet lekker en de groep werkte ongestructureerd. Als begeleider moet je niet in willen grijpen. Een groep moet zelf de noodzaak van kennisoverdracht inzien voordat ze echt leren. Dat was hier het geval: de dag voor de uitvoering hadden ze nóg geen draaiboek en dus barstte de bom. De supervisor en het projectbureau hebben het proces daarna zo in banen geleid dat het de groep lukte het licht te zien en daarna de boel daadkrachtig op te pakken. Binnen een halve dag is het hele project gestructureerd en alsnog een groot succes geworden. Zelfs nu nog komen deze studenten op me af om te vertellen hoeveel ze toen hebben geleerd. Echt leren doe je namelijk alleen bij zulke (in)spanning, met vervolgens de grote beloning van het succes. Dan besef ik steeds wat een goede vorm van onderwijs dit is.’

‘WIJ PROBEREN EEN BEPAALD GEVOEL TE CREËREN DOOR MIDDEL VAN HET EVENEMENT’

Edwin Verhoeven

. inhoudsopgave 5

Opvallen op Studie Beurs Studenten bedenken concept voor nieuwe HKU-stand

6

Een kunstenaar moet zijn eigen koers varen Leon Giesen laat zich niet afleiden

9

Column Heerlijk Helder Haags

10

Jasmijn Visser – Mannheim Uitsnede uit het afstudeerwerk waarmee zij de Piet Bakker Prijs 2006 won

13

Het diploma als toetje Tian Rotteveel paste niet in het systeem

14

Moeten onze academies kleiner? Bart Rutten over studenten zonder bagage

20

Special Art Attack Zie ommezijde!

COLOFON

Hoofd- & eindredactie Edwin Verhoeven

Fotografie Patrick van de Luijtgaarden, Sam van Veluw

Reacties Postbus 1520, 3500 BM Utrecht, T 030 233 22 56

.unst is een uitgave van de Hogeschool voor de Kunsten

Redactie Astrid de la Fuente, Maud Lazaroms,

Illustraties Ytje Veenstra (covers), Leon Martakis

edwin.verhoeven@central.hku.nl

Utrecht. Het blad verschijnt tweemaandelijks en wordt

Fanny de Ruiter, Rick Steggerda, Karin Veenendaal

Ontwerp Studio Vrijdag

www.hku.nl/unst

gratis verspreid onder studenten, medewerkers en relaties

Redactioneel advies Willemijn Tillmans

Druk Printec Offset, Kassel

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder

van de HKU.

Verder werkten mee Melanie Aalders, Danielle Arets,

Oplage 6000 ex.

voorafgaande toestemming van de HKU.

Peter van Dijk, Jorrit van der Post, Lambertha Souman,

Advertenties Bureau van Vliet, Postbus 20,

Annelies Vermeulen

2040 AA, Zandvoort, T (023) 571 47 45

Myrthe van Haren en Evelien Riupassa zijn twee andere studenten Kunst & Economie die vanuit de praktijk kunnen vertellen hoe XChange functioneert: ze doen onderzoek voor Free Record Shop. Myrthe: ‘Free Record Shop heeft ons gevraagd de winkelbeleving van hun klanten te onderzoeken. De winkelketen heeft een beetje stilgestaan; iedereen kende en kent het merk, maar de groei is gestagneerd. Aan ons de taak de vinger op de zere plek te leggen.’ ‘Dat doen we door belevingscommunicatie,’ vertelt Evelien. Tegenwoordig schaffen consumenten niet alleen een product aan, maar ook een gevoel. Het is daarom belangrijk om als merk in te spelen op de emotionele wereld van de consument. Daarin spelen de vijf zintuigen een belangrijke rol, maar ook het zesde zintuig: intuïtie. We moeten het merk Free Record Shop weer tastbaar maken met een nieuwe winkelbeleving bij de klanten. Dit kan bijvoorbeeld door het inzetten van beelden, geuren, ritmes, kleuren. Besef wel dat er 185 filialen zijn; elke ingrijpende keuze van onze kant heeft grote consequenties. Daarom hebben we een pilotstore, het filiaal op de Oudegracht in Utrecht, om onze keuzes uit te proberen.’ Het duo vindt dat studenten Kunst & Economie voor deze opdracht geschikter zijn dan andere marketingstudenten. Evelien: ‘Dat heeft twee redenen. Allereerst is onze studie al vroeg praktijkgericht. Vanaf het tweede jaar werken wij met opdrachtgevers, wat onze ervaring ten goede komt. We worden nu gezien als echte onderzoekers en niet als stagiaires. We merken dat we een voorsprong hebben op andere event-studenten, die pas in hun vierde jaar praktijkervaring opdoen. De tweede reden schuilt volgens Myrthe in de benadering van evenementen. ‘Een reguliere evenementenopleiding richt zich doorgaans op de organisatie van het evenement zelf, terwijl wij een bepaald gevoel proberen te creëren door middel van het evenement. We hebben bijvoorbeeld tijdens een seminar laten zien dat een ritme een bepaald effect heeft op je gemoedstoestand. Dat kan je inzetten en op die manier een collectieve flow oproepen die bij het evenement past of die mensen meenemen in de uren die ze daarna nog op die plek doorbrengen. Door de verschillende disciplines van de kunst kun je verschillende mindsets bepalen bij het publiek. Het zijn die mindsets waar meer en meer opdrachtgevers om vragen en die samenhangen met de emotionele aankoop die klanten tegenwoordig doen. Door onze kunstachtergrond hebben wij meer instrumenten om die gevoelens op te roepen dan reguliere event-studenten.’

3


community art festival 23 t/m 26 november www.kunstinmijnbuurt.nl

.kort

C MKB U wil Huis voor de Creatieve Bedrijvigheid

Community art verovert de wereld Kunst in mijn buurt is een nieuw Utrechts festival rond community art. De eerste editie, van 23 tot en met 26 november 2006, presenteert nationale en internationale hoogtepunten van het community theater: het Rotterdams Wijktheater, Le Grand Cru, Growing up in Public, BAF, Teatro di Nascosto en het Municipal Youth Theatre of Split. Ook jongerengroepen uit Parijs, Mostar en Utrecht, wijkbewoners uit Rivierenwijk en Lombok, dansers uit Cuba en spelers uit Ecuador treden op. Kunst in mijn buurt haalt verhalen voor, door en met mensen uit alle hoeken van de wereld naar Utrecht. Een belangrijk onderdeel van het festival is de internationale werkconferentie Whose play is it anyway? Hierin staat de stormachtige ontwikkeling centraal die community art momenteel in Nederland en de rest van de wereld doormaakt. In workshops, lezingen en discussies worden ervaringen gedeeld: de focus ligt op maakprocessen in community theater. Ook HKU-studenten vertonen werk tijdens Kunst in mijn buurt. Derdejaarsstudenten van de opleiding

Theatre and Education van de Faculteit Theater verzorgen een theatrale presentatie van recente projecten met minderheidsgroepen, onder begeleiding van Hooman Sharifi, een regisseur/choreograaf uit Oslo. Studenten van de Faculteit Kunst, Media & Technologie presenteren op 23 november in samenwerking met YO! Opera Werkplaats een opera voor oud en jong. Zij maakten hun community opera in Zorgcentrum Lombok.

Op donderdag 28 september jongstleden is het tweede jaar van het programma Cultureel Midden- en Kleinbedrijf Utrecht (C MKB U) feestelijk ingeluid. Het C MKB U (onderdeel van de HKU, lectoraat Kunst en Economie) richt zich dit jaar sterk op het uitdiepen en verbreden van kennis over de creatieve industrie. Ultiem einddoel van C MKB U II is samen met partners als Utrecht CS, de Kamer van Koophandel, de Hogeschool Utrecht, de Taskforce Innovatie en de gemeente, een Huis voor de Creatieve Bedrijvigheid oprichten in de Pastoe fabriek. Daarnaast staat begin 2007 de CultuurKNAL op het programma, de Utrechtse variant op het beroemde Amsterdamse Cultuurbal. De CultuurKNAL is het moment om de band

tussen creativiteit en economie nog verder te verstevigen. Versterken van het creatieve bedrijvennetwerk is ook het doel van de Stratlabs: netwerkbijeenkomsten (Strategische Laboratoria) waarbij praktische bedrijfsproblemen worden onderzocht. Een tiental ambassadeurs uit diverse kunstsectoren zullen met een team van collega’s uit de discipline zorgen voor de verdere professionalisering van hun werkveld. Tevens bieden de Stratlabs een mooie gelegenheid om collega’s uit het vak – maar uiteraard ook uit de andere disciplines - beter te leren kennen.

HKU-stand

moet statement maken tekst Karin Veenendaal fotografie Sam van Veluw

Een gebouw of een gebruiksvoorwerp wordt maar al te vaak ontworpen zonder dat de ontwerper te rade gaat bij de uiteindelijke gebruiker. Gevolg: de gebruiksvriendelijkheid van veel eindproducten laat nogal wat te wensen over. Bij het ontwerpen van haar nieuwe informatiestand heeft de HKU deze valkuil nauwgezet omzeild. Niet alleen werd er vooraf overlegd met twee van haar gebruikers, maar bedachten die gebruikers samen met professionele standbouwers ook nog eens het concept voor de stand.

Studie Beurs is een jaarlijkse happening in Jaarbeurs Utrecht. Tijdens deze gigantische informatiebeurs doen allerlei hogescholen en universiteiten hun uiterste best om aspirant-studenten aan zich te binden. Sinds 2001 neemt de HKU als een van de weinige kunsthogescholen deel aan het evenement. Doel: zoveel mogelijk mensen naar onze Open Dag ‘lokken’, want tijd voor het geven van uitgebreide studie-informatie is er niet. De HKU-stand wordt bemand door studenten van zo veel mogelijk verschillende studies. Candice Cornelis, derdejaarsstudente Visual Art and Design Management, en Carolien Roos, derdejaars Interior Architecture, vonden elkaar vorig jaar op Studie Beurs en waren het al snel over een ding eens: de stand was slecht, lelijk en onhandig! Hun aanbod een nieuwe stand te ontwerpen werd positief ontvangen. ‘Meestal ontwerpt een buitenstaander de stand, maar die kent de HKU natuurlijk niet zo goed als wij. Wij weten meer en staan er ook nog eens dichter bij.’

uit Oisterwijk. En hier dreigde het hele project meteen al te stranden: Studio Schoot en de studenten spraken elkaars taal niet. ‘Ze begrepen onze ideeën niet, vonden ze onrealistisch en stonden er eigenlijk niet echt voor open.’ Candice: ‘Het is ook wel begrijpelijk. Studio Schoot heeft een heel andere aanpak. Ze zijn heel anders opgeleid en ook niet gewend om op onze manier te ontwerpen.’ Carolien: ‘Ik wilde vooral een heel duidelijk statement maken. Je moet op een beurs, waar zoveel scholen zijn en duizenden scholieren rondlopen, vooral opvallen. Als de bezoekers naar huis gaan, moeten ze het over die ene stand hebben: die van de HKU. Ik miste bij Studio Schoot diepgang, gekte en filosofie.’ Ondanks de verschillen in opvatting liep de samenwerking niet stuk. Door veel te overleggen en compromissen te sluiten – ‘je merkt hoe het in de praktijk gaat’ – werden beide partijen het eens over de uitgangspunten. Gezien de beperkte oppervlakte werd besloten dat de vloer nagenoeg vrij moest zijn. Om ruimte te winnen, werd ook het plafond bij het ontwerp betrokken. Verder moest het ontwerp ook kunstvoorwerpen integreren en de achterwand prominenter worden ingezet. Met deze elementen als basis kreeg de HKU twee ontwerpen te zien: één uitgewerkt door de studenten – Art – en één door Studio Schoot – Experience. De ontwerpen werden op dezelfde manier gepresenteerd. Dat de HKU voor Experience koos,

bron en info: www.community-art.nl

.kort

Kunst in mijn buurt

Danielle Arets

4

‘OP EEN BEURS WAAR DUIZENDEN SCHOLIEREN RONDLOPEN, MOET JE VOORAL OPVALLEN’

.de dag van In de dag van schrijft een HKU-student over de lessen die hij of zij die dag volgt op de HKU. In aflevering 1 beschrijft Melanie Aalders haar wekelijkse zangles op de Faculteit Muziek. Melanie (22) is tweedejaars klassieke zang, haar hoofvakdocent is Eugénie Ditewig. Gedurende haar hele studie krijgt Melanie 1-op-1 zangles van haar. De relatie tussen student en docent is persoonlijk en moet vijf jaar of langer meegaan.. hebben had ik hem beter onder de knie. Helaas, na de zomervakantie heb ik (zoals tot dusver elk jaar) een opstartprobleem. We gaan verder met de liederen en de aria’s. De stukken gaan beter dan vorige week, maar de ááá zit me hopeloos is de weg. Hij hoort mooi voorin te zitten, als een balletje tussen je tanden zeg maar. Mijn ááá heeft besloten achterin te blijven zitten en daar voorlopig niet meer vandaan te komen. Nog meer oefeningen voor de komende week, hard studeren dus. We bespreken nog wat dingen die ik in de komende weken of maanden kan gaan zingen. De tijd vliegt altijd en mijn les is vaak sneller voorbij dan ik zou willen. Eigenlijk is dit soort lessen erg goed; mijn docent kan heel veel punten aanwijzen waar ik aan moet werken. En hoe vervelend het ook kan zijn als iets niet lukt in de les, des te heerlijker is het als dat in een volgende les wel lukt!

.kort

Na anderhalf uur treinen en tien minuutjes lopen, zwaai ik de grote deur van het hoofdgebouw van het conservatorium aan de Mariaplaats open. Van verschillende kanten wordt gezwaaid en geroepen: ‘Lekker weekend gehad?’ Die twee dagen waarin je vrij hoort te zijn? Zaterdagmiddag opgetreden voor een zaal vol dames van rond de 65 en zondag in de studio kerstliedjes voor kinderen ingezongen. Lekker uitgerust dus. Na de Italiaanse les snel een lokaal in om de ochtend van me af te zingen. Ik heb te weinig gestudeerd dit weekend en mijn stem is volgens mij nog op vakantie… Op naar mijn wekelijkse zangles dan maar. Ik weet eigenlijk niet of het volgende herkenbaar is, maar de ene week een geweldige les, betekent de week erop altijd een mindere. Vorige week ging het erg goed... Minidisc aan om alles op te nemen. De les begint altijd met inzingen, dat doe je met verschillende oefeningen. De òòòh’s, oeh’s en áááh’s op allerlei verschillende loopjes naar boven en beneden. Het middengebied loszingen, dan de laagte en de hoogte in. Punt van aandacht vandaag: de ááá. Het klinkt voor niet-zangers misschien raar, maar die ááá is een frustratiepunt, een moeilijke klank. Ik heb altijd al moeite gehad met die klank, maar na er vorig jaar flink op gestudeerd te

Het ontwerpen van een product is één ding, de uitvoering ervan vereist een andere expertise. Voor de realisatie van de stand werkt de HKU altijd samen met Studio Schoot

vinden de studenten niet zuur. ‘We konden ons goed vinden in de keuze. Er was geen sprake van ‘hun’ versus ‘ons’ ontwerp.’ Beide studentes waarderen het dat een groot bedrijf als Studio Schoot met hen wilde samenwerken. ‘Het was voor hen ook een nieuwe ervaring en het is leuk dat ze het met ons hebben aangedurfd.’ Ook hebben Carolien en Candice profijt gehad van de ruime ervaring van Studio Schoot. Candice: ‘Ze zijn planmatig heel erg sterk en grijpen op tijd in als het mis dreigt te gaan. Ik heb met name veel geleerd van de accountmanager.’ Carolien: ‘Het is interessant om vanuit verschillende hoeken samen te werken. Je scherpt elkaar aan en bekritiseert elkaar. Dat geeft een goede wisselwerking.’ Tijdens het proces hebben de studenten soms wel moeite gehad om hun positie te bepalen. ‘Je blijft toch student, en dan ben je minder vrij dan wanneer je de echte opdrachtgever bent. We probeerden de HKU zo goed mogelijk te helpen, maar we moesten ons ook goed verstaan met de uitvoerders.’ Of de stand uiteindelijk voldoet, testen Candice en Carolien zelf, want ook dit jaar zijn ze weer op Studie Beurs te vinden. ‘Het is een dag vol plezier. Vermoeiend, maar echt leuk om te doen. We hebben het heel erg naar onze zin op school en het is leuk om dat te promoten.

5


Koester je Kronkel

6

7

Leon Giesen studeerde in 1991 af bij Audiovisuele Vormgeving aan de HKU. Anno 2006 zet hij onder de naam Mondo Leone een unieke combinatie van theater, film en muziek neer. Of het nou gaat om het pellen van een eitje of een portret van Jimi Hendrix op een schuurtje langs het spoor Utrecht ‘s Hertogenbosch: keer op keer weet Giesen met veel oog voor detail het alledaagse tot iets bijzonders om te vormen.

Giesen (Venlo, 1962) – kaal met een sik – zit met zijn pretoogjes tegenover ons. Net als tijdens zijn theatershows is hij volledig zichzelf: ontspannen maar gedreven, eigenzinnig en innemend. Voor een interview met deze filmmaker, muzikant en verhalenverteller moet je de nodige tijd en biertjes uittrekken, want de Limburger heeft veel te vertellen. Zijn talenten deelt hij niet alleen met het publiek: Giesen staat sinds kort ook voor de klas, want hij is gevraagd om studenten Digital Video Design (DVD) te onderwijzen over de combinatie van (video)installaties met theater, film en muziek. En dus staat Giesen 15 jaar na zijn diploma-uitreiking weer oog in oog met de schoolbanken waarin hij de basis legde voor zijn professionele carrière.

‘TOEN DUYNS STOPTE, WAS HET GEDAAN MET DE VRIJHEID’

tekst Maud Lazaroms & Karin Veenendaal fotografie Patrick van de Luijtgaarden

Na een afgebroken studie aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen, enkele baantjes en een korte carrière als bassist bij Toontje Lager, begon Giesen met de studie AV (Audiovisuele Vormgeving, nu Audiovisual Media) aan de HKU: ‘Het was het super, meteen vanaf het begin. Ik heb er helemaal mijn eigen ding kunnen doen.’ Na zijn studie kon Giesen al vrij snel aan de slag als documentairemaker bij de publieke omroep: ‘De VPRO gaf me alle vrijheid. Cherry Duyns, die toen hoofd Documentaires was, vond mijn manier van werken wel grappig. Meestal had ik geen uitgewerkt plan, maar ging ik gewoon met een bepaalde vraag aan de slag. Toen Duyns stopte, was het gedaan met de vrijheid. De nieuwe eindredacteur kon niet uit de voeten met mijn werk. Hij vond het niet journalistiek genoeg, het paste niet in een hokje. Kort daarop werd op een lullige manier de samenwerking opgezegd.’

Giesen heeft niet lang depressief op de bank gezeten: ‘Ik werd juist heel kwaad. Dan ben ik net een stier en ga ik op zoek naar andere middelen om mijn verhalen te vertellen.’ Publiek is voor Giesen onmisbaar. Daarom speelt hij liever in het theater - waar hij direct op zijn publiek kan en moet reageren - dan dat hij televisie maakt. ‘Zolang je aan een documentaire werkt, is dat het belangrijkste op de wereld. Maar van de ene op de andere dag is het voorbij. De uitzending is meestal een paar weken of zelfs maanden later en dan ben je alweer met andere dingen bezig. De eerste keren belde mijn moeder nog wel op, maar dat werd ook minder. En die premières tijdens festivals. Vreselijk! Wat een gestress is dat! Je bent je alleen maar druk aan het maken over het geluid en de projectie. Een andere documentairemaker vertelde me laatst dat hij niets fijner vond dan tijdens zo’n première achter in de zaal te bekijken of mensen naar elkaar bewogen om iets tegen elkaar te zeggen. Ik zie veel liever de voorkant! In een zaal voel je of iets het publiek raakt, beroert; daar hoef je bij wijze van spreken niet eens de mensen voor te zien.’ Tegenwoordig staat hij met zijn voorstellingen vooral in theaters en schouwburgen. De recensies zijn lovend: ‘Dat komt volgens mij doordat ik geen rol speel. Op het toneel ben ik dezelfde persoon als nu. Ik praat wat met de mensen in de zaal en doe mijn ding. En daar geniet ik van.’ Hoe hij zijn kunst maakt, weet Giesen niet. ‘Ik kan je wel vertellen hoe je een ei moet bakken, maar niet hoe je muziek moet maken. Wel kan ik zeggen dat je moet houden van de dingen die je maakt.’ Zo heeft Giesen een eigen ‘Koesterboekje’, een verzameling dagboeknotities, schetsjes en ideeën. ‘Ik probeer bijvoorbeeld 365 redenen te vinden om feest te vieren. Voor iedere dag één.’ Door fascinaties in zijn hoofd te laten sudderen, ontstaan er geleidelijk aan een heleboel

kleine verhaaltjes die Giesen vervolgens uitwerkt tot een verhaal met een beeld en geluid. Zijn filmpjes zijn gedachtenexperimenten, maar ook minidocumentaires waar hij terecht trots op is. Zo vroeg hij zich bijvoorbeeld al langer af wie de muurschildering van Jimi Hendrix op een schuur langs het spoor tussen Utrecht en Den Bosch had gezet. Giesen achterhaalde de eigenaar van de schuur, maar die wist niet eens wat er op zijn muur stond. ‘Ik had het er op tv over en binnen een paar dagen reageerde een jongen die ieder jaar samen met een paar vrienden midden in de nacht het portret ververst. In dit filmpje klopt alles: het is een prachtig verhaal, het steekt goed in elkaar en is bovendien filmisch erg mooi. Trouwens, ik weet zeker dat ik die jongens ook zonder de hulp van televisie gevonden zou hebben.’ Die zelfredzaamheid is kenmerkend voor Giesen. Dat hij als docent bijna geen ervaring heeft, baart hem weinig zorgen. ‘Ik weet nog niet of ik het kan hoor, maar volgens mij hebben ze er wel vertrouwen in. Ze zeggen wel eens ‘those who can’t do, teach’. Ik wil het liefste “do-en”: ik wil gewoon maken. Maar ik heb eerder gastlessen gegeven op St. Joost en vond dat altijd heel leuk om te doen. Ook ben ik het wel gewend om er veel over na te denken. Met Marcel Prins, de cameraman met wie ik altijd samenwerk, heb ik het er ook veel over. Ik begin in ieder geval met een skillsblok waarin ik samen met studenten twee weken dieper in ga op de betekenis van beeld in relatie met geluid en muziek. Volgens mij wordt hier nog veel te weinig aandacht aan besteed.’

‘MENSEN, WORD GOED! VERTEL IETS MOOIS, IN PLAATS VAN AL DIE LIEFDELOZE PRUT WAAR WE MEE WORDEN OVERSPOELD’ Giesens werk valt nog steeds niet binnen helder omschreven hokjes. In zijn programmareeks Mondo Leone

probeert hij film, muziek, verhalen en theater zo dicht bij elkaar te brengen dat ze versmelten. Het leidend principe bij alles wat hij doet: vind ik het mooi? Hij laat zijn oren niet sterk hangen naar anderen, maar vaart zijn eigen koers. Juist deze kwaliteit is volgens Giesen onontbeerlijk voor een kunstenaar. Dit wil hij ook meegeven aan de studenten: ‘Doe vooral je ding! Het leven is al complex genoeg, dus laat je niet afleiden en experimenteer. Onderzoek wat je wilt. Een ander doet het niet voor je. Als jij het uit je poten laat vallen, raapt niemand het voor je op. Zoek naar wat je motor is, koester je kronkel, daarin zit jouw ding. Je moet houden van wat je doet, daar gaat het om, en ik hou van de muziek die ik maak.’ Giesen is dan ook blij dat hij aan de slag kan bij het meer autonome DVD. ‘AV is schoolser en puur gericht op het maken van videoproducties. Je leert onder andere reportages en documentaires maken. Bij DVD is er ruimte voor een meer kunstzinnige benadering, een meer autonome werkwijze. Daarom hebben ze mij waarschijnlijk ook gevraagd...’ Alleen het vak willen leren, is volgens Giesen niet voldoende: ‘Ik vind het heel belangrijk dat er mooie dingen gemaakt worden. Zet de boel in brand, word vooral goed. Mensen, word goed! Vertel iets moois in plaats van al die liefdeloze prut waar we mee worden overspoeld. Daar is het leven veel te kort voor.’ Nawoord: Inmiddels is Giesen klaar met zijn eerste serie lessen. Hij houdt het voor gezien. ‘Ik wil nog wel workshops of seminars geven, maar echt structureel leraar zijn, daar voel ik me nog te jong voor. Ik word onrustig. Ik moet maken.’ Een vrije geest laat zich nu eenmaal niet vangen. ‘Hemel Op Aarde’ is de nieuwe voorstelling van Leon Giesen. Voor informatie en speellijst: www.mondoleone.nl


helemaal

opnieuw beginnen Sietse Heringa (23) is net begonnen aan zijn eerste jaar Design for Virtual Theatre and Games (DVTG). Voor hij naar de HKU kwam, volgde hij met succes de docentenopleiding tekenen aan de AHK.

Nieuwbakken eerstejaars Soesja Pijlman waagt zich aan de Schrijfopleiding. Levend op spinazie en smarties wil ze ervaringen van alledag beschrijven. Een ontgroening heeft Soesja (18) niet gemist tijdens de introductie.

‘Mijn passie is schilderen, maar theater, animatie en games kregen soms toch voorrang. Ik stond regelmatig voor de spiegel met m’n gitaartje te ‘rocken’. Nu sta ik nog steeds voor de spiegel, maar past het allemaal binnen het plan om virtueel theater te gaan maken. Ik heb veel eieren en DVTG is mijn nest.’ ‘Ik kijk enorm uit naar het eerste DVTG-festival van mijn jaar. Daarin presenteren we ons werk aan de andere opleidingen en mensen van buitenaf. Ik zie het ook als een soort opstapje naar een ander doel: het tonen van mijn werk in de museale sfeer en in het theater. Maar laat me eerst maar lekker spelen en bruggen bouwen.’

‘Geen ontgroening, dat is goed. Daar hou ik helemaal niet van. Deze middag is wel leuk, want je leert elkaar een beetje kennen. De rondleiding was een chaos. Ik heb niet het idee dat ik daar iets wijzer van geworden ben. Verder heel gezellig. Maar ook moeilijk, zo’n eerste dag: Wat wordt er van je verwacht?’

Welk ei ga je uitbroeden? ‘Goeie vraag. Mijn opleiding kent twee invalshoeken: die van het theater en die van de game-industrie. Wat moet je doen als je het geweldig vindt om aan een theatervoorstelling te werken, maar ook aandacht wil geven aan het verlangen een game te ontwerpen? Het antwoord dat ik heb gevonden heet DVTG. Ik wil het dus allebei. Ik denk dat ik het liefst wil toewerken naar iets wat interactief is, iets wat mensen sterker kunnen ervaren dan alleen het te bekijken met het oog.’

Waarom denk je dat je bent aangenomen? ‘Ik sta nog open voor alles. Eigenlijk vind ik alles nog leuk, ik heb niet al voor een bepaalde richting of genre gekozen.’

‘Ik ben blij dat ik hier ben aangenomen. Toen ik mijn toelatingsopdracht maakte en mijn motivatiebrief schreef, zat ik nog in Amerika. Daar heb ik op een universiteit voor doven een programma gevolgd met vakken als webdesign, after effects, deaf studies en toneel. Ik kon een jaar lang communiceren in American Sign Language. Dat was inderdaad luxe.’ ‘Hier volg ik de lessen met een tolk Nederlandse Gebarentaal. Als een docent filmpjes vertoont en daar intussen iets over vertelt heb ik een probleem. Het is óf-óf! Naar twee dingen tegelijk kijken kan niet. Ik moet naar de tolk kijken en dus mis ik de projecties. Daar moeten we een weg in vinden. Ik vraag docenten ondersteunend materiaal om thuis extra te kunnen studeren. Als ik in een team werk, moeten mensen leren ná elkaar te praten, niet dóór elkaar. Want dat kan een tolk onmogelijk vertalen. Veel docenten waren bij voorbaat ook een beetje bang, tot ik een gesprek met ze had. Dove mensen kunnen echt iets positiefs laten zien als het gaat om visuele dingen.’ ‘Mijn missie? Een doventeam oprichten met gelijkgestemden waarin we kunnen brainstormen over non-verbale communicatie. Een eigen stijl ontwikkelen en visuele dingen maken die ook voor doven toegankelijk zijn en leuk om naar te kijken.’

Waar ben je bang voor? ‘Twee dingen. Schimmels (op m’n eten en op de koffie die ik twee dagen laat staan) en het maken van die elektriciteitspanelen. Dat kan ik echt niet! Ik weet geen kloot van elektriciteit, behalve dat het achter knopjes zit die ik indruk. Maar iets maken waardoor iemand anders op een knopje kan drukken… brrrr! Ik zou het heel graag wel kunnen en ik vertrouw erop dat dat wel goed komt. Eigenlijk heb ik helemaal geen zin ergens bang voor te zijn, want ik heb juist al heel veel geleerd van andere DVTG’ers.’

Wat heb je nodig om te groeien? ‘Spinazie en smarties.’

Lambertha Souman

Maud Lazaroms

Introductie betekent: helemaal opnieuw beginnen en proberen contact te maken. Dat geldt voor iedereen, maar zeker voor Jascha Blume, eerstejaars Image and Media Technology aan de Faculteit Kunst, Media & Technologie. fotografie Patrick van der Luijtgaarden

8

Heerlijk Helder Haags

‘Ik vond het een leuke ervaring. Het moeilijke was wel dat ik helemaal alleen was. Ik ben waarschijnlijk de eerste dove student hier en veel mensen hebben geen idee hoe ze met dove mensen moeten communiceren. Daarom zien ze er vaak maar van af. Toch is het niet echt moeilijk, als ze mij maar goed aankijken. Ik kan liplezen.’ ‘Tijdens de introductie hebben we in teamverband verschillende vormen van sociaal gedrag gefilmd, situaties waarin mensen bezig waren. Die stukjes moesten we monteren tot een clip. Erg leuk om meteen iets concreets te doen.’

‘DOVE MENSEN KUNNEN ECHT IETS POSITIEFS LATEN ZIEN ALS HET GAAT OM VISUELE DINGEN’

Hoe leuk was de introductie? ‘De introductie van DVTG werd met veel ophef gebracht, heel groot geïntroduceerd. Mijn vriendin, die de Schrijfopleiding doet, had allerlei mythische verhalen opgevangen over de geweldige reputatie van ‘ons’ introkamp. Ik heb het erg naar mijn zin gehad hoor, maar het was niet ‘mindblowing’. We hadden een beetje pech met de apparatuur: voor bijna dertig man waren er maar twee consoles en een paar computers. Wel was er echt een supervet spel met een gitaar als controller waar je dan op moest ‘rocken’! En natuurlijk hebben we ons een weekend lang klem gezopen, lekker plat en banaal... eigenlijk heel leuk dus.’

Wat verwacht jij van de opleiding? ‘Dat we in de goede richting geduwd worden, dat we geleid worden. Maar er moeten geen regels opgelegd worden. Niet zo van: “Dit kan wel en dit kan niet, punt”. Je moet echter ook bereid zijn wel wat aannemen.’

Wat wil je leren? ‘De verschillende manieren van schrijven en goed leren lezen, tussen de regels doorlezen.’ Waar ben je bang voor? ‘Voor de derdejaars. Dat ik niet genoeg groei.’

Wat vind je van de andere eerstejaars? ‘Leuke mensen, theatermensen, open, extravert.’ Woon je thuis of op kamers? ‘Op kamers. Ik heb gezellige huisgenoten, maar de douche is altijd koud.’ Misschien ga je wel over je huisgenoten schrijven? ‘Misschien.’ Waar wil je over schrijven? ‘Ervaringen van alledag.’ Studeren heeft geen zin, want de grote schrijvers hebben ook geen opleiding... ‘Maar het is toch handig om nuttige tips op te doen. En om een netwerk te creëren.’ Een schrijver moet idealistisch zijn... ‘Ja, maar niet per se in het schrijven. Puur vermaak is ook prima. Theater hoeft niet alleen over de actualiteit te gaan.’ Wat is jouw ideaal? ‘World peace! Dit lijkt wel een miss-verkiezing zo... wat ieders ideaal is: dat je gelukkig bent. Ik vind het raar om een ideaal te bedenken.’ Als je je geld niet met schrijven kunt verdienen, wat ga je dan doen? ‘Schoonmaken. Of jongleren op straat.’ Jorrit van der Post

Voorspellinkje: in november steken veel kiezers over van een kleine politieke partij naar een van de drie Groten. Daar hoef je niet helderziend voor te zijn, noch dien je verstand van politiek te hebben. Dat heet gewoon strategisch stemmen. In strategisch stemmen zijn wij de afgelopen jaren zeer bedreven geworden. Door een wildgroei aan partijen hebben wij, de burgers, zelf de zaak een beetje overzichtelijk moeten maken. Wij zijn het die het oneliner-debat in het zadel moesten helpen door te stoppen met verdieping. Politici moeten nu kort en bondig zijn; ze proberen niet meer de inhoud over het voetlicht te krijgen. We kijken graag naar scherpe debatten: Het Lagerhuis voor gevorderden, zoiets. Hapklare brokken, heerlijk! Wat te denken van het verkiezingsprogram? Niet meer die papierverslindende, milieuvernietigende verhandelingen in boekvorm; verkiezingsprogramma’s worden tegenwoordig op 4 krantenpagina’s gedrukt en vinden, mits geplaatst in bakken naast Spits en Metro, gretig aftrek. Quotig en to-the-point, heerlijk! Gelukkig is de politiek ook niet meer die eenheidsworst van krijtstreeppakken, nette blouses en dito dassen. Allereerst is daar Femke, die zich niet conformeert aan het driedelig pak, maar verrast met mantelkostuums. Bovendien maakt ze zich subtiel op en neemt nu dan een ander kapsel. En wat te denken van Wouter en JP, die de das verbannen hebben. Door een betere ademhaling hebben ze duidelijk meer energie, wat de scherpte in de debatten ten goede komt. Bovendien geeft het geheel een prettig, afwisselend beeld. Met al die politici op televisie wil het oog immers ook wat, nietwaar? Passion for fashion goes The Hague, heerlijk! Waar het kortweg op neerkomt, lieve dames en heren, is dat dankzij onze ingrijpend gewijzigde vraag in hoe de politiek in Nederland wordt aangeboden, de kloof tussen Den Haag en de Hollander zo goed als gedicht is. Dankzij onze versimpelende maatregelen ontwikkelt Nederland zich keurig tot een tweepartijensysteem. Met een beetje geluk doeken na deze verkiezingen wat eenmansfracties zichzelf op en klikken mislukkingen zoals SP, D66, ChristenUnie, SGP en GroenLinks aan bij de drie Groten. Pas dan zijn we waar we echt wezen willen: voorgoed het CDA in het kabinet. Het Christen Democratisch Appèl, heerlijk! En daarnaast hoeven we nog maar te kiezen tussen links (PvdA) of rechts (VVD). Uiteindelijk is iemand of links of rechts. Of je houdt van katten of je houdt van honden. Je kunt niet van allebei houden. Zoiets als de zwevende kiezer zal niet meer bestaan. Peilingen worden echt betrouwbaar. Kijk, en dan kun je pas echt lekker strategisch gaan stemmen. Heerlijk!

Rick Steggerda derdejaars Writing for Performance

9



‘De beschikking over documentatie en informatie is onmisbaar voor goed kunstonderwijs’, stelt de HKU op haar eigen website. Daarom beschikt elke HKU-faculteit over een eigen media-/ bibliotheek en heeft de Faculteit Muziek er zelfs twee: de bibliotheek van de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort en die van het Utrechts Conservatorium aan de Mariaplaats. In de laatste vertelt Simeon Bodden over de meerwaarde van een eigen bibliotheek.

tekst Annelies Vermeulen fotografie Sam van Veluw

Veel HKU’ers vinden tijdens of na hun studie onderdak bij een culturele instelling in Utrecht. Ze krijgen daar een baan, werken er aan een project of lopen er stage. In cv-building gaat .unst bij die instellingen op bezoek. Dit keer zijn we in Huis a/d Werf, waar Tian Rotteveel aan zijn presentatie Stemlichaam werkt.

12

Een collectie voor de professionele musicus Het beheer van de bibliotheek is een proces van de lange adem en veel projecten – de ontwikkeling van een catalogussysteem was er daar één van. Het huidige systeem wordt nu door de meeste HKU-faculteiten gebruikt en is in 1999 ontwikkeld door BKV en Muziek. Bodden: ‘Het aankopen van een bestaand systeem was destijds te duur, en overleg met alle faculteiten bleek te arbeidsintensief. Anne-Marie Baars en ik zijn toen samen begonnen met het opzetten van dit systeem. We waren een goed team: Anne-Marie bewaakte de voortgang en onderhield de contacten met onder andere de overige faculteiten; vanuit mijn eigen interesse in catalogusbouw en het structureren van informatie stortte ik me op de softwarematige kant’. In de catalogus zijn 59.506 records opgenomen. Volgende stap is het uitbreiden van deze records, die vaak alleen beperkte gegevens bevatten. Daarnaast moet de bladmuziek gerubriceerd worden op bezetting/instrumentatie; deze informatie is nu alleen in de kaartenbakken te vinden. Een ander project is het vervangen van zoekgeraakt of versleten materiaal en het laten binden van boeken die daardoor langer in goede conditie blijven. Bij het samenstellen van de collectie is de betrokkenheid van docenten essentieel en volgens Bodden is die gelukkig aan het groeien: ‘Docenten merken dat hun verlanglijstjes steeds meer gehonoreerd worden.’ De vele stapels boeken op en rond de balie getuigen van een grootschalige opschoningsactie. De ruimte is namelijk beperkt en de collectie dijt uit. ‘Alles wat een paar jaar lang niet is uitgeleend, wordt opgeslagen in het magazijn op zolder en in de kelder.’

Ook de vervanging van de 2700 lp’s door cd’s is noodzakelijk omdat de geluidskwaliteit ervan beter en de levensduur langer is. Hierdoor wordt meteen een generatiekloof zichtbaar met studenten die nog nooit een lp in handen hebben gehad en ontdekken dat zo’n schijf niet alleen een voorkant, maar ‘Hé, ook een achterkant!’ heeft, dat voor afspelen een naald nodig is en dat tussen tracks heen en weer springen handwerk is.

‘DE BIBLIOTHEEK IS FYSIEK DICHT BIJ HET ONDERWIJS, WAT DE RELATIE ERMEE VERSTERKT’ Bodden signaleert de laatste jaren per nieuwe lichting studenten een toenemende aanloop. Juist voor de moderne student die snel bediend wil worden, heeft een eigen bibliotheek volgens hem een absolute meerwaarde. ‘De bibliotheek is fysiek dicht bij het onderwijs, wat de relatie ermee versterkt. Juist voor muziekstudenten is deze nabijheid belangrijk. Zij zijn het namelijk niet gewend een beroep op de bibliotheek te doen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld studenten in het wetenschappelijk onderwijs. Hoe lager de drempel voor bibliotheekbezoek, hoe beter.’ HKU-studenten kunnen gratis terecht bij de Universiteitsbibliotheek en ook de Openbare Bibliotheek heeft veel te bieden, maar ‘de collectie van de conservatoriumbibliotheek is specifiek op het muziekvakonderwijs gericht. Dit zie je terug in de aanwezigheid van boeken over muziekpedagogiek en –methodiek. Ook de bladmuziekcollectie is meer toegespitst op de behoefte van

de professionele musicus, doordat er behalve partituren en klavieruittreksels ook partijen zijn.’ Juist met het oog op de groeiende aanloop waarschuwt Bodden: ‘Er zijn twee manieren om klanten kwijt te raken: beperkte openingstijden en het ontbreken van standaardrepertoire in je collectie.’ Aan de collectie wordt continu gewerkt; het gevolg van beperkte openingstijden wordt bevestigd door studenten als Femke Bellaard, derdejaars Compositie en eerder al afgestudeerd aan de opleiding Docent Muziek. Zij gaat altijd naar de muziekafdeling van de Openbare Bibliotheek, want toen ze zeven jaren geleden aan de opleiding Docent Muziek begon ‘was de bibliotheek altijd dicht’. Sindsdien heeft ze ‘nooit meer haar best gedaan om flink rond te kijken’. Zodoende heeft Bellaard nu geen idee meer welke cd’s en bladmuziek de conservatoriumbibliotheek heeft en waar ze die zou kunnen vinden. Als ze een advies mag geven: ‘De bibliotheek moet vaker open zijn’. Boddens waarschuwing lijkt dus op zijn plaats. Hij zou de service graag verbeteren - niet alleen door langere openingstijden, maar ook door het opzetten van een elektronische balie waardoor informatie op afstand beschikbaar is. Ondanks dit verlanglijstje is hij sinds dit jaar weer echt trots op zijn werkplek. ‘De bibliotheek heeft door de eerder genoemde afgeronde en nog lopende projecten eindelijk een goede basis. De tijd is nu rijp om deze verder uit te bouwen en samen met het faculteitsbestuur tot nieuw beleid te komen.’

Meer info op http://muziekweb.hku.nl

.cv-building

tekst Astrid de la Fuente fotografie Patrick van de Luijtgaarden

‘Met een sterke aanwezigheid van technologie en elektronica benadert Tian Rotteveel de stem, het fysieke aspect van geluid, op vele wijzen. Als bezoeker van Stemlichaam vind je je in de directe omgeving van de uitvoerder.’ Deze veelbelovende tekst komt uit het programma van Huis a/d Werf, dat nu voor een tijdje Tians vaste honk is. ‘Ik werk zowel thuis in mijn klankstudio als hier. Thuis maak ik in mijn eentje in de kelder het geluid, hier bedenk ik de fysieke bewegingen. Thuis is het lekker stil, maar hier hoor ik de treinen en de stofzuiger. Dat is voor mij een signaal dat ik er ben. Dat er dingen gebeuren en dat ik dus ook dingen moet doen.’ Tian (22) volgt de master Composition in Context aan de Faculteit Kunst, Media & Techniek. Tijdens zijn bachelor Composition Electronic Music was hij de vreemde eend in de bijt. ‘Ik heb altijd vakken gevolgd en dat ging ook wel goed, maar ik paste niet in het systeem. Een leraar merkte dat op en heeft me verder begeleid, waardoor ik binnen de school mijn eigen projecten kon doen en op die manier mijn bachelor heb gehaald.’ Hoewel Tian zichzelf als autodidact beschouwt, heeft hij ook veel aan zijn opleiding gehad. ‘Ik vind het belangrijk dat er veel aandacht wordt besteed aan samenwerking en projectmatig werken. Hier was ik weinig mee bezig. Maar het is wel degelijk belangrijk dat je weet wat je aan het doen bent, zodat je in een vroeg stadium de fouten eruit kunt halen.’ School ziet de geluidskunstenaar nu meer als een ‘opvanghuis’. ‘Met de vragen waar ik tijdens mijn projecten zelf niet uitkom, ga ik nu naar de docenten. Zij kunnen me dan verder helpen. Zo gaat het later ook; als je zelf niet verder komt, overleg je met professionals.’

Voor het project Stemlichaam is Tian vooral in zijn eentje bezig. Hoewel hij nu echt zijn eigen ding kan doen, is het soms toch erg solistisch. ‘Ik noem mezelf een klankkluizenaar. En het is ook echt eenzaam. Daarom wil ik meer met anderen gaan samenwerken. Op dit moment krijg ik wel hulp van Nederlandse artiesten bij het bouwen van een decor.’

‘IK NOEM MEZELF EEN KLANKKLUIZENAAR’ Na zijn master Composition in Context wil Tian verder met waar hij nu mee bezig is. ‘Ik moet bezig blijven, al is het maar vanwege de financiën. Er zijn projecten genoeg, alleen valt die academische zachte muur dan weg. Ik heb nog niets besloten, misschien ga ik nog ergens anders een masteropleiding volgen.’ ‘Hoe belangrijk een diploma is? Niet. In elk geval niet voor opdrachtgevers. Ik kwam eens aan met mijn papieren en werd gevraagd: “Heb je niet iets bij je wat je eerder hebt gemaakt?” Als je nog naar de universiteit wil of een WIK gaat aanvragen, is het natuurlijk wel belangrijk. Maar het zorgt er vooral voor dat je ergens naartoe werkt, dat je een doel hebt. Al zou dat ook een toetje of een gratis bioscoopbezoekje kunnen zijn.’ Toch vindt Tian dat hij zijn school af en toe wat serieuzer had moeten nemen. Dat is ook wat hij andere studenten wil meegeven. ‘Ik vond de betaalde opdrachten die ik naast school deed altijd veel interessanter, maar ook in de schoolopdrachten kun je veel van jezelf kwijt. Je moet het alleen niet zien als opdrachten. Verder is het volgens mij belangrijk dat je niet alles wilt doen, maar je richt op de dingen waar je goed in bent. Het is misschien maar een klein stukje waar je hart naar uit gaat, maar daar ben je dan wel het allergelukkigst mee.’

13


Oost, west, thuis best?

14

Met de expositie Eastern Neighbours bracht de Toren van Babel in september en oktober Oost- en West-Europa bij elkaar. Kunst uit de elf beoogde EU-lidstaten en Rusland onder één dak met het werk van zeven hedendaagse Nederlandse kunstenaars, met als doel begrip en acceptatie aan beide kanten te vergroten. Bart Rutten, conservator SM’s (Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch), was als curator verantwoordelijk voor de Nederlandse selectie.

tekst Peter van Dijk & Karin Veenendaal illustratie Leon Martakis

Ten tijde van dit interview is de expositie al twee weken in volle gang en het werk van Rutten achter de rug. Wat hem betreft heeft Eastern Neighbours behoorlijk aan de doelstelling voldaan. ‘Ik vond het een geslaagd project. Juist omdat het hele gevoelige onderwerpen behoorlijk met voeten treedt. Kun je bijvoorbeeld wel spreken van Oost-Europa, of moet je het aanduiden met Midden-Europa? En hoe definieer je Eastern Neighbours? Wie zijn wij, wie zijn jullie? Tijdens een begeleidend symposium kwam het hele identiteitsvraagstuk behoorlijk fel aan bod. De sfeer was ook heel herkenbaar Oost-Europees. Dit gaf veel dynamiek en was voor veel mensen verrassend. Het gebouw van Babel droeg daar uitstekend aan bij, dat ziet er heel Oost-Europees uit.’ Ook het geëxposeerde werk maakte veel duidelijk over de identiteit van de verschillende kandidaat-lidstaten. Rutten: ‘De selectieprocedures van het werk – op die van Nederland na – zijn allemaal door de ambassades vastgesteld en dit leverde nogal verschillende insteken op. Bij Roemenië was het bijvoorbeeld een kennis van de ambassadeur die selecteerde, bij Kroatië werd dit via een open call gedaan. Sommige verdiepingen waren net een verkooptentoonstelling, met zoveel mogelijk bronzen beeldjes in een kamer. Andere presentaties waren daarentegen weer zwaar politiek.’ Hoewel Rutten zo zijn bedenkingen heeft bij dergelijke landenpresentaties binnen de beeldende kunst, neemt hij deze presentatievorm voor lief. ‘Ook al is het redelijk achterhaald, politiek gezien is zij wel interessant en daarom accepteer ik het. Maar het weerhoudt mij niet dit enigszins te bekritiseren en daarbij op zoek te gaan naar de Nederlandse identiteit.’ Die Nederlandse culturele identiteit schuilt volgens Rutten met name in de kwinkslag. ‘Droog Design is hiervan een duidelijk voorbeeld. Met een kleine ingreep wordt een bepaalde betekenis of functionaliteit totaal omgegooid. Daar ligt onze kracht.’ Door het werk van een aantal uitgesproken kunstenaars samen te brengen, heeft Rutten voor Eastern Neighbours geprobeerd die identiteit vast te leggen. ‘Jasper van de Brink is ook een goed voorbeeld. Hij toonde een Nederlandse vlag die constant droop van het water dat via de vlaggenstok werd aangevoerd.’ En ja, het feit dat drie van de tien kunstenaars niet van Nederlandse afkomst zijn, mogen we gerust als grap zien. ‘Nou, een statement is misschien een betere karakterisering.’

‘ER LOPEN HIER VEEL TE VEEL ONGEMOTIVEERDE MENSEN ROND’ In Oost-Europese landen wordt veel waarde gehecht aan dit soort landenpresentaties. Rutten: ‘Het is daar vaak nog heel serieus. Misschien moeten we een parallel trekken met het Songfestival. Voor die landen is het een nationale kwestie, een hele grote eer. Ik denk ook dat kunst daar een totaal andere missie, een andere functionaliteit heeft. Je moet als kunstenaar wel van heel goede huize komen wil je daar functioneren. Er is geen of nauwelijks infrastructuur, de financiële situatie is niet te vergelijken met de onze. Kunstenaars moeten dus heel erg hard en met veel meer overtuiging met hun kunst bezig zijn.’ In die zin is Rutten behoorlijk kritisch over de huidige Nederlandse kunststudent. ‘Er lopen hier veel te veel ongemotiveerde mensen rond. Ik mis

de bevlogenheid, het fanatisme. Studenten moeten zichzelf veel beter positioneren en zich afvragen hoe hun werk zich tot het discours van dit moment verhoudt. Ze hebben amper een idee van wat er momenteel speelt, wat er geschreven staat en waar de huidige beeldende kunst zich mee bezighoudt. Als aspirant-kunstenaar moet je je daar continu toe verhouden. Je moet het archief in je hoofd voortdurend bijhouden.’ Volgens Rutten moeten de kunststudenten veel vaker het atelier uit. ‘Kunst is vrij cerebraal geworden. De functie van kunst is voor mij het verdichten van betekenissen. In een maatschappij die steeds opener en directer wordt, is het heel fijn dat er lieden zijn die struikelblokken ontwerpen, die je als kijker weer op scherp zetten, actief maken. Om dit te bewerkstelligen heb je bagage nodig.’

�������� ��������������� ��������������������������������� ��������������������������������������� ������������������������������������ �������������€���������������������� �������������������������������� �����������€��������������������� ����������������������������� ���������������������������������������� ������������������������€����������� ���������������������������������€������ ��������������������������������� �������������������

�������� ��������������� ������������������������������ ����������������������������� ������������������������������������ €���������������������� ���������������������������� �����������������������€����� ��������� ������ ������������������������ �������������� �������������������������€����� � �� ���

�������������������������������������������������������������������������������������

�����

����� ����������������� �� �������������

‘LATEN WIJ NU JUIST DE COLLECTIEVE EXPRESSIE UITDRAGEN’ De houding van de studenten is deels te wijten aan het huidige kunstonderwijs. Rutten, die zelf docent was aan de kunstacademie van Den Haag, vindt de situatie dramatisch. Waarom? ‘Op de meeste academies heerst nog steeds een jaren’70traditie: het kunstonderwijs is gebaseerd op de meest individuele expressie van de kunstenaar. De docenten zijn helaas veelal overlevenden uit dezelfde tijd. Het zijn kunstenaars die docent zijn geworden, maar zelf het contact met de kunstwereld grotendeels hebben verloren. Die focus op de aller-individueelste expressie heeft een soort autonomie bewerkstelligd. Studenten denken: “Ik ben er al, ik weet het al”. Mensen kunnen die individuele expressie allang ontwikkelen zonder school. Laten wij nu juist de collectieve expressie uitdragen. Dus veel meer onderwijs in theorie, veel meer eigentijdse cultuurbeschouwing en kunstgeschiedenis.’ Een oplossing is niet eenvoudig te geven. ‘De meeste tijd gaat op aan het onderwijzen van een bepaald medium. Heel veel media komen noodgedwongen niet aan de orde. Ja, het is een lastig vraagstuk. Hoe moet je het organiseren, je kunt tenslotte niet alles aanbieden. Blijft dat de studenten van nu een te beperkt referentiekader hebben. Misschien moeten de academies kleiner of gespecialiseerder... en de selectiecriteria kunnen in ieder geval veel scherper.’ Gelukkig gloort er volgens Rutten ook enige hoop. ‘Veel academies werken met freelancers met korte contracten. Dit is niet alleen om te bezuinigen, maar ook om de frisse vaart erin te houden.’

15


16

STEEDS TE MOE OM TE STUDEREN? En dan bedoelen we niet omdat je te vaak naar feestjes gaat. Maar omdat je niet lekker in je vel zit, lichamelijk of psychisch. Kamp je bijvoorbeeld met gebrek aan energie, concentratieproblemen, dyslexie of RSI? Dan heb je mogelijk recht op extra studietijd. Of andere regelingen om je studievertraging op te vangen, zoals extra tentamentijd of een flinke financiële vergoeding. Je decaan of studieadviseur kan je hier alles over vertellen. KIJK VOOR EXTRA STUDIETIJD SNEL OP WWW.TIJDGEBREK.NL

H+S 260x395 Unst.indd 1

31-08-2006 16:11:30


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.