14 minute read

Vrijwilligers: nog twee leuke vacatures

Next Article
Fish & Chips

Fish & Chips

Inmiddels mochten wij een aantal reacties ontvangen op onze oproep voor een ledenadministrateur, maar het heeft nog niet geleid tot een kandidaat die wilde ‘toehappen’ voor deze leuke uitdaging. Ook zoeken we nog een jeugdvis-coach voor het zeevissen.

Als leden-administrateur werk je in het hart van de vereniging die inmiddels zo’n 21.500 leden groot is, waarbij jaarlijks tussen de 12-15% van de leden afscheid nemen, maar waar de ledenaanwas nog altijd zeer serieus is, en zodanig dat wij jaarlijks toch minimaal 1000 leden groeien.

Kijk maar eens naar de ontwikkeling van ledenaantallen van de laatste jaren: 2015 14.670 2016 14.916 2017 14.941 2018 17.045 2019 18.405 2020 21.338

Office

Het werk van de ledenadministrateur heeft een patroon van redelijk veel werk in de periode half oktober tot begin april. In die periode mag je rekenen op gemiddeld zo’n 3-4 uren per dag. In de periode daarbuiten zal het totale werk zich beperken tot zo’n 1 tot 1 ½ uur per dag. Uiteraard staat er een ruime vrijwilligersvergoeding ter beschikking en krijgt u een pc, printer en telefoon om het werk te doen. Bekendheid met Office (vooral hoe te werken met e-mail en Word) is noodzakelijk. Gezien het aantal uren streven wij ernaar om dit werk over twee personen te verdelen, zodat het aantal uren zo’n 300-350 uur per jaar zal zijn.

Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen en kunnen wij u meer informatie geven over de werkzaamheden. Neem contact met ons op via de website; https://groot-rotterdam.nl/contact Wij rekenen op u! Coach zeevisjeugd

De zoutwaterafdeling ‘De Slufter’ wil een proactief beleid gaan voeren op het gebied van jeugdvissen aan zee of waar mogelijk in de havens van de Europoort. Zij zoekt dan ook ervaren, maar nog beter enthousiaste zeevissers, die het in zich hebben om een groep jongeren in de leeftijdsklasse 10 tot 18 jaar bekend te maken met het zeevissen. Doel is om het vissen voor jeugdvisser tussen 10 en 18 jaar in teamverband en op wedstrijden te stimuleren. Middelen om dat te realiseren zijn dus naast onderricht over materiaalkennis, waaronder het leren onderlijnen maken, ook meer kennis op te doen over de zeevissoorten in onze regio en natuurlijk ook het zeevissen zelf trainen op stranden en havens. Aarzel niet langer en wees die vrijwilliger die dit oppakt! Neem contact met ons op via de website; https://groot-rotterdam.nl/contact.

Bescherm de vis, bescherm de slijmlaag

Vissen worden met een laag slijm bedekt. Iedereen die wel eens een brasem of een paling heeft gevangen weet hoe dik de slijmlaag kan zijn. Vissen scheiden mucoprotëinen (slijm-eiwitten) uit die een slijmlaag vormen over de schubben en de onderliggende huid. Het slijm vormt een mooie egale laag, waardoor de openingen tussen de schubben wordt opgevuld. Daardoor kan een vis snel door het water bewegen. Zonder deze gladde laag zou hij veel weerstand krijgen in het water. Maar dat is niet het enige.

Anemoonvissen zijn immens populair geworden dankzij de fi lm Finding Nemo. Nemo is een drieband anemoonvis, ook beter bekend als clownvisje of harlekijnvisje. Ze worden anemoonvissen genoemd omdat ze in symbiose leven met zeeanemonen. Zeeanemonen zijn giftig, maar niet voor anemoonvissen. Deze vissen omhullen zich met een beschermende slijmlaag waardoor de anemoon voor hen een veilige leefomgeving is. In ruil eten de vissen parasieten van de anemonen op zodat deze proper blijven, en verdedigen ze hun anemoon tegen andere vissen die graag een hapje van de anemoon willen nemen. Anderzijds voeden de anemonen zich met de voedselresten van de vissen. Tot nu zijn er 29 soorten anemoonvissen bekend.

De huid van vissen bestaat uit twee lagen, de opper- en lederhuid. In de opperhuid zitten cellen die een stof produceren dat, zodra het met water in contact komt, in slijm verandert. Sommige vissen zijn slijmeriger dan anderen. Vooral vissen die ‘geen schubben’ hebben, zoals een aal, hebben een dikkere slijmhuid. Bescherming

Het opperhuidslijm van vissen bevat aangeboren immuun-componenten. De belangrijkste functie van slijm omvat het opsluiten en afstoten van microben. Het slijm bevat ook veel factoren zoals antimicrobiële middelen. Epidermaal slijm bij vissen biedt dus een aangeboren en snelwerkende bescherming. Een onbeschadigde slijmhuid is voor vissen de beste bescherming tegen bacteriën en parasieten en biedt tevens bescherming tegen slechte waterkwaliteit. De slijmlaag voorkomt dat deze indringers binnen kunnen komen. Verwond de vis zich, dan zal de slijmhuid een beschermende laag over de wond leggen, waardoor infecties voorkomen worden. Zonder slijmhuid zouden vissen niet kunnen overleven. Ook schade aan de slijmhuid kan zorgen voor vervelende kwalen. Het slijm zorgt voor een goede balans van de inwendige en uitwendige longen. Vissen ‘ademen’ door de huid, een verandering in het huidslijm zal het gastransport via de huid moeilijker maken. Het lichaam van zoetwatervissen is zouter dan het water waar ze in zwemmen, daarom nemen ze water op via de huid en ontdoen zich van dit water door het uit te plassen. Wanneer de slijmlaag is beschadigd kunnen lichaamszouten

BESCHERM DE SLIJMLAAG = BESCHERM DE VIS!

ontsnappen en ziekteverwekkers hebben vrij spel. Beschadigingen kunnen ontstaan door hoge ammoniakconcentraties die de slijmhuid wegbranden, door aanraking met droge voorwerpen zoals droge handen, doeken, de grond en gras. Voor sommige vissen vormt de slijmhuid meer dan een beschermende laag. Ze produceren een giftig slijm, waarmee ze roofvissen weten af te weren. Er zijn zelfs vissen die met hun slijmhuid haaien effectief op afstand kunnen houden. Andere vissen gebruiken hun slijmlaag om zich te bescherming tegen netelcellen van anemonen of kwallen. Doktersvis

De zeelt heeft van oudsher de bijnaam doktersvis. Die titel heeft de zeelt te danken aan allerlei folklore over geneeskrachtige vermogens. Vertellingen over de geneeskrachtige daden van ‘de doktersvis’ zijn eeuwen oud. De gerespecteerde Amsterdamse arts Petrus Nylandt schreef in 1672 dat zeelten op de handen moeten worden gebonden omdat ze ‘viezigheid van het hart af’ naar zich toe trekken. “Men legt ze ook op de navel tegen geelzucht, om die eruit te halen. Ze worden dan dood zijnde geel als saffraan.” In een woordenboek uit 1743 wordt uitgelegd dat deze dokter van de vissen in een bun of bak het water door zijn beweging zuurstofrijk houdt. In een iets jonger woordenboek wordt ook nog eens verteld dat gewonde vissen de zeelt opzoeken en zich tegen hem aan drukken, zodat het slijm van de vis de wonden snel doet genezen. Dat zou ook de reden zijn geweest dat de snoek de zeelt met rust laat. Samenvattend: een slijmhuid is van groot belang voor vissen, omdat het ze bescherming biedt. In grote lijnen is de functie van de slijmhuid: De vis beschermen tegen schadelijke stoffen in het water. De huid ondoordringbaar maken. Parasieten, bacteriën en schimmels afweren. Zorgen dat de vis makkelijk door het water kan bewegen.

Voor sportvissers is het daarom goed te weten om de vis met voorzichtigheid te behandelen. Bescherm de slijmlaag = bescherm de vis! Om de vis te beschermen is het belangrijk de slijmlaag te beschermen. Daarom: Pak de vis alleen beet met natte handen (en nooit met een droge doek!) Onthaak de vis in het water of gebruik een onthaakmat wanneer je de vis neerlegt. Leg de vis nooit op stenen. Gebruik alleen een gecoat schepnet dat de slijmlaag niet beschadigt.

Bronnen:

De heilzame invloed van vis;

Frans Collignon; visionair nr. 16 - juli 2010 Slijm: harnas met heilzame werking; Arno van ’t Hoog,

Image by Pixabay

Zoveel korven, zoveel soorten…

Door de korven het bos blijven zien…

Laatst was ik mijn visspullen aan het opruimen en kwam er achter wat een enorme berg aan voerkorven ik eigenlijk had. Ik heb ze in zeer veel verschillende vormen, kleuren, lengtes, diktes, gewichten en van verschillende materialen. Tijd om eens wat orde in de chaos te scheppen door ze overzichtelijk op te bergen…

Het waren zoveel verschillende korven dat ik gekscherend dacht: “Ik zie door de korven het bos niet meer”. Een paar honderd korven en nog niet tien exact hetzelfde. Speedkorven, ringkorven, basis voerkorven, ankerkorven, rivierkorven, plastic korven, madenkorven, methodkorven, windowfeeders en nog meer uitvoeringen gingen door mijn handen. Als wedstrijdvisser heb ik de afgelopen jaren alles wel geprobeerd wat er op de markt verkrijgbaar is en het meeste verdwijnt na een tijdje in de schuur. Maar ook met zoveel verschillende korven op zak heb je weleens een matige of slechte visdag. Misschien juist wel door de vele opties, waardoor je zomaar de verkeerde kiest. Maar als ík als ervaren wedstrijdvisser soms al niet weet welke korf te gebruiken, dan zal

Zoek de verschillen… Gaaskorven.

Speedkorven. Ankerkorven en stroomkorven.

dat zeker ook gelden voor een minder geoefende visser die voor een schap in de winkel staat en daar een enorm arsenaal aan korven ziet. Begrijpelijk dat je het overzicht dan kwijt raakt!

Wat zal ik kiezen

Uiteraard kan de hengelsportwinkelier je goed helpen bij het kiezen van de juiste korf, zeker als je weet waar je gaat vissen. Voor een startende visser zou ik het simpel houden. Begin met de standaard voerkorf in gewichten van 20 tot 40 gram en wil je verder in kunnen werpen misschien nog wat speedkorven tot 40 gram. Met deze korven kan je met de juiste hengel tussen de 15 en 50 meter ver vissen. Daarnaast zou ik een klein aantal grote korven nemen en een iets groter aantal kleine korven. Grote korven zijn niet altijd de beste keus voor een hele vissessie. Veelal is het beginnen met een grote korf om dan over te stappen op een kleinere korf een hele goede tactiek. Als er veel vis aanwezig is, wat helaas niet altijd het geval is, is met een grote korf doorvoeren prima. Als er wat meer wind staat, of als je iets verder wil vissen, is de speedkorf een prima optie. Door het gewicht op de kop van de korf en de aerodynamica vliegt deze korf makkelijk wat verder, waardoor je met minder werpkracht op grotere afstanden kan vissen. Methodkorven

Voor de visser die zich puur wil richten op grotere brasem, karper en zeelt, is de methodfeeder een goede keus. Het is een iets passievere manier van vissen. Maar ook hierbij heb je weer een keur aan mogelijkheden. Kies als starter voor zogenaamde ‘fl atbeds’. Welk merk? Dat is maar net wat je wilt. Maar kies ook hier in ieder geval voor grote en kleine ‘feeders’ van diverse gewichten. Met de methodfeeder kun je wel relatief lage gewichten gebruiken. De werking van een methodkorf is totaal anders dan die van de eerder genoemde korven. Dit is namelijk een open platte korf waar je je voer inclusief je beaasde haak op

Madenkorven.

BEGIN MET DE STANDAARD VOERKORF IN GEWICHTEN VAN 20 TOT 40 GRAM

Sander Dreijer weet het onderscheid gelukkig wel…

Window feeders. Plastic korven.

In het midden en rechts de methodfeeders.

Een allegaartje van plastic ‘speciaaltjes’.

legt. Veelal gebruik je voer op basis van vismeel of pellets - ónder de haak. De haak met het aas verstop je in het voer. Vaak bestaat het aas uit een pellet, mini boilie of maiskorrel, bevestigd aan een hair. Hiermee vang je veelal de grotere vissen.

Plastic korven

Wat mij betreft zijn er twee redenen om plastic korven te gebruiken: in diep water en bij veel bodemvuil. Allereerst dat diepe water. Plastic korven hebben over het algemeen minder gaten. Hierdoor komt het voer minder snel los waardoor de kans kleiner is dat het voer halverwege de afdaling naar de bodem al wordt gelost. Daarnaast is het zo dat een plastic korf bij het binnen draaien sneller omhoog komt omdat deze van zichzelf minder gewicht heeft en omdat plastic natuurlijk een hoger drijfvermogen heeft dan welke staalsoort ook. Als er veel vuil op de bodem ligt, dan kun je bovendien met een stalen korf vaker vast komen te zitten, terwijl je met de plastic korf meer kans hebt dat deze daar netjes op ligt.

Schepkorven en windowfeeders

Schepkorven zijn traditionele voerkorven maar dan met een dichte bovenkant. Hiermee kan je meer losse voerdelen brengen, bij voorkeur hetzelfde als je haakaas. Als er immers veel vissen aanwezig zijn wil je niet dat ze doorzwemmen omdat er niets meer te eten ligt. Window feeders zijn weer anders. Deze zijn rondom dicht en hebben het gewicht zoals bij een speedkorf op de kop. Er zit een opening in de zijkant waardoor je de korf kan vullen en waar het voer en aas ook weer uit komt. Naast het feit dat je hier veel meer aas mee kan brengen, laten deze korven het voer en aas ook zeer langzaam los. Een optie die zeker goed werkt als de vissen slecht azen en bijten of als er al veel aas gebracht is en je juist wat rustiger aan wil doen.

Madenkorf

Tot slot een madenkorf. Dit is een plastic korf met aan onder- en bovenzijde een kapje. Haal deze los aan één kant, vul met maden of pinkies en je krijgt een zeer actieve visplek. Voornamelijk voor kleine vis is dit soms onweerstaanbaar. Zo zou ik nog wel tien korven kunnen benoemen en behandelen. Zoals ankerkorven en zeer zware korven voor snelstromend water. Of mini-korfjes voor de koude wintermaanden. Er moet voor jullie nog wat overblijven om zélf uit te proberen! Maar met boven genoemde korven kun je toch al wel goed uit de voeten, denk ik. Tight lines en tot aan de waterkant!

Hook it & cook it! Risotto met gerookte zalm

Zalm is een vette vissoort. Zalmvlees is sterk van smaak en mals. Het bevat een groot deel van de vitaminen, voedingsstoffen, eiwitten en Omega-3 vetzuren, die belangrijk zijn voor een gezonde voeding. Geen wonder dus dat zalm een van de populairste culinaire vissen in Nederland is.

Een andere reden voor de populariteit van zalm is de veelzijdigheid. Zalm kan op alle denkbare manieren worden gegeten of bereid: rauw, gekookt, geroosterd, gegrild, gesmoord of gerookt, zalm is een genot op zich. En zelfs met de keuze van bijgerechten zijn de combinaties en ‘experimenten’ eindeloos. Deze keer een heerlijk recept van risotto met gerookte zalm, wederom van de chefkok van Perron, Willem Zorg.

Ingrediënten 2 personen:

Bleekselderij ½ st Sjalot 1 st Gerookte zalm 50 gr Olijfolie 1 el Risottorijst 150 gr Tuinkruidenbouillon 380 ml Verse roomkaas 50 gr Witte droge wijn 100 ml

Bereidingswijze:

1. Snijd de bleekselderij in dunne boogjes, houd het blad apart voor de garnering. Snipper de sjalotten en snijd de helft van de gerookte zalm in reepjes. 2. Breng een pan water aan de kook en blancheer hier de bospeen 3 minuten in en spoel dan direct koud. 3. Verhit de olie in een hapjespan en fruit de sjalotsnippers 1 minuut. Roer de rijst erdoor en bak zachtjes mee totdat alle korrels glanzend en doorzichtig zijn. Roer de bleekselderij door de rijst en blus af met de wijn, wacht tot de wijn is opgenomen en schenk de helft van de tuinkruidenbouillon in de pan. Verwarm op laag vuur tot de bouillon volledig door de rijst is opgenomen. Roer zeer regelmatig met een houten lepel. Giet vervolgens steeds een scheut van de bouillon bij de rijst en laat al roerend helemaal opnemen alvorens de volgende scheut erbij te schenken. Ga door tot risotto na 20-25 minuten beetgaar en smeuïg is. 4. Snijd het bleekselderijblad fi jn. Neem de pan van het vuur en roer de roomkaas samen met de zalmreepjes door de risotto. Breng op smaak met peper. Schep de risotto in diepe borden en garneer met de bleekselderij en een roosje zalm

Eet smakelijk!

Chef kok Willem Zorg Perron Spijs & Wijnlokaal

This article is from: