Cursussen om de HSV te ondersteunen, de visavonturen van Nico de Boer en de zelfhakende
VLIEGVISSEN
Zo vang je een winde 10
dobbers van Peter den Boef.
De Afdeling
Met onder meer verslagen van de laatste strandwedstrijden, verslag van de ALV (27 mei), informatie
HAAIEN & ROGGEN
DE SOORTENJAGER En zijn ‘viswapens’
VAN DE VOORZITTER COLOFON
HAAK is een uitgave van de Hengelsportvereniging Groot Rotterdam
Pearl Buckplaats 29, 3069 BZ Rotterdam
(bezoekadres, alleen op afspraak)
Postbus 19143
3001 BC Rotterdam
KvK Rotterdam 40341017
Tel. 06-12748454
Website: www.groot-rotterdam.nl
E-mail: info@groot-rotterdam.nl
Redactie HAAK:
Postbus 19143
3001 BC Rotterdam
Redactie en vorm: Steens&Schol
Redactie:Berend Masselink, Gijs Nederlof
Aan dit nummer werkten mee:
Martijn Dekkers, Bjorn Neve, Wouter Sterenberg, Rudy van Duinhoven, Alex van Voorst, Ton Hopman, Andre de Bruin, Dennis Balje, Raymond Sybesma, Cihan Yurdakadim, Berend Masselink, Wim Kruining, Cees Dorst, Gerard van Urk en Dirk Temmink.
Advertenties:
HSV Groot Rotterdam
Postbus 19143
3001 BG Rotterdam
E-mail : info@groot-rotterdam.nl
Inlichtingen: Tel. 06-12748454
Haak wordt geleverd aan leden van HSV Groot Rotterdam.
Lidmaatschap HSV Groot Rotterdam
Lid worden van HSV Groot Rotterdam kunt u bij een van onze verkooppunten, via onze website www.groot-rotterdam. nl of door telefonisch contact met ons op te nemen. Al onze verkooppunten staan vermeld op onze website.
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Opname in een leesportefeuille is niet toegestaan. De redactie werkt onafhankelijk van welke organisatie dan ook. De redactie en de uitgever zijn tevens niet verantwoordelijk voor de inhoud van geplaatste advertenties. Ongevraagd aan ons toegezonden redactionele tekst en/of foto’s worden niet geretourneerd. Plaatsing van die informatie is voorbehouden aan de redactie.
MOOI OM TE ERVAREN
ALS VERENIGING hebben we van oudsher een zeer uitgebreid netwerk waardoor wij goed geïnformeerd blijven. Onze aanwezigheid op hengelsportbeurzen en het organiseren van landelijke verenigingsdagen heeft dit alleen maar versterkt. Als bestuur kunnen we in een vroeg stadium reageren op allerlei ontwikkelingen en staan we vooraan met specifieke nieuwtjes voor de sportvisser. De afgelopen jaren zijn veel van onze activiteiten gekopieerd en dat is helemaal prima. Het gaat per slot van rekening om de sportvisser! De bewustwording bij hengelsportverenigingen dat wij een maatschappelijke functie hebben, wordt
steeds duidelijker zichtbaar en dat is enorm belangrijk.
Clinics met ouderen en jeugd zijn geen uitzondering meer en het aantal viswedstrijden, geen discipline uitgezonderd, is groot. Bij die maatschappelijke functie is het uitvoeren van controles ook van groot belang; het toont de zorg die wij voor onze wateren en de natuur hebben. Het is mooi om dit alles te ervaren. Dat we dit met veel vrijwilligers allemaal in onze vrije tijd mogelijk maken, is een pluim op de hoed van velen binnen onze vereniging. Dat kan niet vaak genoeg benadrukt worden!
Jan Leeuwangh, voorzitter
HSV Groot Rotterdam
KOOP DE ‘ZELFHAKENDE’ DOBBERS VAN PETER DEN BOEF
VISSEN VOOR MS
Met ruim 23.000 leden behoort
Groot Rotterdam tot een van de grootste verenigingen van Nederland. Dat er onder haar leden een aantal zijn met een aparte ‘hobby binnen de hobby’, valt dan ook te verwachten. Een van die leden is Peter den Boef. Hij ontwikkelt bijzondere dobbers voor een bijzonder doel.
VOOR DE WEDSTRIJDVIS-
SERS van Groot Rotterdam is Peter geen onbekende. Sinds jaar en dag kun je hem tegenkomen aan de waterkant.
Toen hij tien jaar geleden de diagnose MS kreeg, liet hij zich daardoor niet ont-
moedigen. Als het vissen van wedstrijden eenmaal in je bloed zit, dan is dat er niet zomaar uit te krijgen. Naast het vissen van wedstrijden begon hij zich ook toe te leggen op het ontwikkelen van ‘zelfhakende’ dobbers. Wat is er nu mooier dan een dobber die zelfhakend is? Maar dit is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Maar Peter realiseerde dit idee in no time. Eerst de Bol, toen de Paddenstoel en vervolgens de Paraplu. Stuk voor stuk dobbers die, ingezet bij juiste omstandigheden, goed zijn voor vele uren ‘zelfhakend’ visplezier.
2200 euro
Om de MS Stichting te ondersteunen besloot hij dat de opbrengsten van deze
dobbers ten goede moesten komen van deze stichting. Er is nu eenmaal veel geld nodig voor het onderzoek naar het vinden van een oplossing voor deze ziekte. Om sportvissers kennis te laten maken met zijn dobbers organiseerde hij op 25 mei ‘Vissen tegen MS’. Plaats van handeling was de Wilgenplas bij Maarssen. Ondersteund door een flink aantal sponsors wist hij een bedrag van ruim 2200 euro als dagopbrengst voor de MS Stichting te realiseren. Een schitterend resultaat! Tijdens deze dag bleek verder hoe goed deze dobbers hun werk doen. Als jij ook eens aan de slag wilt met de Bol, de Paraplu of de Paddenstoel, neem dan een kijkje bij Fauna Hengelsport in Raamsdonksveer, want daar worden ze verkocht.
EEN KUSJE OP DE VINNEN…
Visles op school
In mei verzorgden vrijwilligers van Groot Rotterdam samen met Sportvisserij Nederland een visles op de Rehoboth school in Moerkapelle.
VISMEESTER HANS, Tom
van Het Groene Hart en Andre de Bruin namens
Groot Rotterdam werden op 24 mei welkom geheten door de juffen Ineke en Simone. Na het praatje van de juf, vroeg Hans aan de kinderen wie er al eens had gevist. Zowel jongens als meisjes reageerden. Enthousiast vertelden ze over hun vangsten en belevenissen.
Fictieve vis
Hierna stak Hans een verhaal af over vissoorten, zoet en zout water, over hoe de onderwaterwereld er uitziet en wat er voor nodig is om daar als vis te overleven. Ook ging zijn uitleg over hoe je aan de bek van de vis kan zien hoe en wat hij eet. En over vinnen, nog zo’n mooi onderwerp. Welke vinnen zijn er allemaal, en waar dienen ze voor? Voor de les was er een fictieve vis gecreëerd waar allerlei soorten vinnen en andere kenmerken op zaten. De kinderen kregen van Hans een leuk boekje met een puzzel erin. Ze moesten met tweetallen de diverse soorten vinnen invullen. Dat ging ze goed af.
Hans had inmiddels voor iedereen een kunstvisje, een lijntje met haakje en een hakensteker klaargelegd. Na de eetpauze werd een VIS TV filmpje getoond over het toepassen van de hakensteker. Dit gingen de kinderen hierna zelf oefenen.
De meesten hadden het vrij rap door. Alleen linkshandige kinderen, deden er wat langer over.
Toen gingen we vissen…
Het moment was aangebroken om naar de waterkant te gaan.
Tom zat met de jongens op de eerste steiger, Andre met drie meiden op de tweede en Hans met twee meiden op de derde. Nadat ik ‘mijn’ meiden uitgelegd had wat we gingen doen, gingen we peilen hoe diep het water was. Ik liet ze zelf nadenken over hoe we de dobber moesten verschuiven wanneer het dobbertje zonk aan het peilloodje. Waar schuiven we nu de dobber naartoe. Naar boven of toch naar beneden? Ze hadden het snel door. Een meisje, dat al eerder had gevist, deed zelf de maden aan het haakje. En toen gingen we vissen.
De jongens vingen al snel een paar vissen. ‘Mijn’ meiden hadden toen nog geen beet gehad, maar dit veranderde snel. De ene na de andere ruisvoorn werd boven water gehaald. Omdat we zonder weerhaak visten, viel er ook wel eens eentje af. Maar de juf vond dat die ook telde. De vis was uiteindelijk boven water geweest. Ook bij Hans vingen de meiden een visje. Eentje dacht zelfs met een kusje op de vis haar prins te vinden. Het was leuk om te zien dat de meiden elkaar hielpen om de haak uit de bek van de vis te krijgen. Precies zoals Hans het ze had geleerd.
Uiteindelijk kwamen de meiden met z’n drieën op 31 vissen uit. Degene die het voer had gemaakt, ving er een stuk of 16. Ze vonden het allemaal erg jammer dat er een einde aan de visles kwam.
VAN CONTROLEUR TOT VISMEESTER
Volg eens een cursus!
Door Sportvisserij Nederland wordt van alles en nog wat ontwikkeld om verenigingen en vrijwilligers te ondersteunen. Groot Rotterdam nodigt haar leden van harte uit om bij deze organisatie eens een cursus te volgen. Want zonder vrijwilligers geen HSV!
OM VRIJWILLIGERS te ondersteunen, en als vereniging op professionele manier de zaken te organiseren, zijn er diverse (gratis) cursussen ontwikkeld die je als lid van de vereniging en als bestuur kunt volgen. Onmisbaar naast het uitgeven van de Vispas is natuurlijk de controle op het bezit ervan. Menig sportvisser heeft al eens bezoek gehad van een Controleur Sportvisserij die namens de visrechthebbende komt controleren of je papieren en materiaal
wel in orde zijn. Deze controleurs zijn eigenlijk de ambassadeurs van de vereniging. Het geven van voorlichting aan en het in contact komen met de sportvissers is een belangrijke functie. Voor veel sportvissers is dit ook een perfecte manier om met je hobby bezig te zijn.
Klaar voor de wedstrijd
Als je een stapje op wilt schalen, en ervaring hebt in de wondere wereld die wedstrijdvissen heet, kun je een cursus Wedstrijdcontroleur volgen. Tijdens deze cursus maak je kennis met de regels die van toepassing zijn tijdens de wedstrijden die de Federaties en Sportvisserij Nederland organiseren.
Na afloop van deze cursus krijg je een echt diploma en een controleurspas. Na deze cursus ben je er klaar voor om ingezet te worden tijdens bijvoorbeeld de Open NK’s en de Topcompetitie.
Visles
Voel je niet zoveel voor controlewerkzaamheden en wil je graag je hengelsportkennis overdragen op kinderen, dan kun je kiezen voor een cursus Viscoach. Tijdens deze cursus verdiep je je onder meer in de verschillende technieken om je kennis over te brengen op de kinderen. Daarnaast komt de technische kant van de hengelsport ruim aan bod. Na deze cursus kun je ook nog door voor de cursus Vismeester. Deze cursus bereidt je voor op het geven van vislessen op scholen. Naast theorie krijg je ook praktijklessen waarin je wordt ingewijd in de didactische vaardigheden die je nodig hebt om les te kunnen geven. Geweldig interessant voor sportvissers die graag hun opgedane kennis willen doorgeven aan de volgende generatie. Interesse in een van de genoemde cursussen? Stuur een mail naar Groot Rotterdam. De cursussen zijn gratis.
BOEKBESPREKING
40 VISAVONTUREN
Het gebeurt niet vaak dat er nog boeken verschijnen over sportvissen in dit digitale tijdperk, maar de exemplaren die het levenslicht zien, verdienen steevast een vooraanstaande plaats in de boekenkast. Zo ook de nieuwste aanwinst van hengelsportnestor Nico de Boer (77): Bijzondere Buitenlandse Belevenissen.
N DIT BOEK, dat verschijnt bij uitgeverij BoekScout, laat De Boer in 40 verhalen zien waarom hij naast zijn bijdragen aan 75 boeken – als uitgever, redacteur, auteur of fotograaf - de schrijvende pionier van het hengelsporttoerisme genoemd mag worden. Maar ook in eigen land zat de ‘reizende vistoerist’ niet stil. Wie kent niet het gewilde boekje 200 Karpertips van Nico de Boer en
Dick Langhenkel uit de bekende serie met vistips? Misschien commercieel gezien wel een van de bestsellers uit de hengelsportliteratuur. De Boer zat dan ook als een spin in het web van de hengelsportmedia. ‘Mister Silverfox’ (verwijzend naar zijn witgrijze haardos) was hoofdredacteur van magazines als Sportvissers Journaal, Hét Visblad Extra, Beet en was verantwoordelijk voor Zeehengelsport en Vissen.
Geheime visstekken
Nico werd in 1946 geboren en groeide op in Den Helder. Zijn vader bracht hem in aanraking met het vissen. Natuurlijk in de directe omgeving op zeevis, maar ook roofvis en karper, en wat later ook salmoniden. Die laatste categorie zal zijn grote liefde voor het vliegvissen bepalen. In de 40 verhalen in het boek is de vliegenhengel een vaste metgezel. Toch is dit boek geen ‘vliegvisboek’. De
‘JE WORDT TOEGELATEN TOT
GEHEIME STEKKEN, STEKKEN WAAR JE NIET MAKKELIJK KOMT’
exotische en soms ook kostbare bestemmingen (Patagonië, Cuba, Bahama’s, Nieuw-Zeeland, Mauritius, Zuid-Afrika) die hij met zijn avontuurlijke vrouw Henny bezocht, geven niet alleen inzicht in de cultuur, het landschap, de mensen, de vistechniek, de vissoorten en de kunstvliegen of het kunstaas, maar ook in de realistische ups en downs van het reizen, de tegenslagen met het weer en de grilligheid van soorten als Atlantische zalm, bonefish, marlijnen of de minder bekende kahawai van de Maori - the strongest of the sea. De vrienden, vangsten en avonturen die het oplevert, het is niet in geld uit te drukken, en je krijgt ze er soms ‘gratis’ bij wanneer je
wordt toegelaten tot de meest geheime of exclusiefste visstekken, de stekken die je nooit in de brochures aantreft.
Blij en trots
Meer binnen handbereik zijn de verhalen over Tsjechië, Ierland, Portugal, Guernsey, Noorwegen en Zweden. Misschien niet zo exotisch, maar wel garant voor grote avonturen, anekdotes en legio tips voor de hedendaagse reizende sportvisser. Zoals ook de tips voor de liefhebbers van Salmo salar (Atlantische zalm) die naar IJsland gaan voor deze ultieme sportvis. “Staar je niet blind op de zalm. Het vissen op bruine forel, Arctic char en zeeforel is er net zo
boeiend. Eerlijk gezegd is dat vaak nog leuker ook. Het is goedkoper en de kans dat je elke dag wat vangt is vele malen groter,” zo luidt het in het prachtige en tevens leerzame hoofdstuk ‘Toprondje IJsland’.
Het boek begint met een ode aan zijn vader, die hem de liefde voor de hengelsport bijbracht, en eindigt eveneens bij zijn vader in het hoofdstuk ‘+1. Eén twintig’, met een memorabele vangst op een koude oudejaarsdag aan de Tweede Ringsloot van de polder Wijde Wormer, waarmee Nico het familierecord van zijn vader verbreekt. “Mijn vader, dan al op leeftijd, is oprecht blij voor mij. En ik trots op hem. Ik heb mijn leermeester verslagen.”
Bijzondere Buitenlandse Belevenissen is een uitgave van BoekScout. 190 pagina’s met fraaie fotografie. Formaat: 16 x 24 cm. Prijs: € 21,99. Voor meer informatie: www.boekscout.nl.
WAAR, WANNEER EN HOE VANG JE EEN WINDE?
VLIEGVISSEN OP ROOFBLEI
Wanneer er in Nederland blankvoorns van meer dan 45 centimeter met de vlieg worden gevangen, dan gaat het meestal om winde. Een vis uit de karperfamilie die zich goed laat vangen met de vlieg.
E WINDE (Leuciscus idus)
heeft net als de blankvoorn een eindstandige bek, maar heeft met 56 - 61 schubben veel meer schubben op de zijlijn dan de blankvoorn (43 - 47 schubben). De winde heeft veel kleinere schubben dan de blankvoorn, een belangrijk verschil. Sinds de introductie van de roofblei in Nederland komen er ook hybriden van deze twee vissoorten voor. Er zijn
ook (vooral buitenlandse) hybriden bekend van de winde met rietvoorn, blankvoorn, kopvoorn en brasem. De goudwinde is een witgouden tot glanzend oranjerode variant van de winde, die speciaal wordt gekweekt voor het uitzetten in vijvers in parken en tuinen. Deze populaire siervis is een alleseter en wordt gewaardeerd als predator van muggen en ongewenste jonge vissen. De winde kan zo’n 80 centimeter lang worden! Hij leeft in Nederland vooral in het IJsselmeer en de wateren die daarmee in verbinding staan, in de Biesbosch, het Haringvliet en in de grotere rivieren. Winde kan ook worden gevangen in gesloten wateren door middel van uitzetten. De winde staat op de rode lijst van bedreigde vissoorten in Nederland, heeft een minimummaat van 30 centimeter en in de periode van 1 april tot en met 31 mei moet een gevangen vis
‘DE WINDE KAN ZEKER ZO’N 80
CENTIMETER LANG EN 15 JAAR OUD WORDEN!’
sowieso direct weer worden teruggezet.
Paaitijd
De winde leeft voornamelijk van insecten, slakken en kleine kreeftachtigen, soms ook van kleine vissen en waterplanten. De winde is voor zijn voortplanting afhankelijk van stromend water. Aan het einde van de winter verzamelen de windes zich in grote scholen en trekken stroomopwaarts de rivieren en beken in om te paaien. Het paaien vindt meestal plaats tussen maart en mei, wanneer de watertemperatuur rond de acht graden Celsius ligt. De eieren worden afgezet op een schone zandbodem, een grindbodem of op stenen, in
water dat met ongeveer een halve meter per seconde stroomt, op een diepte vanaf een halve tot twee meter. Na het paaien keren de volwassen dieren terug naar het grote water. De eitjes komen na tien tot twintig dagen uit. De jonge vissen blijven eerst in het water waar ze geboren zijn, maar deze jonge vissen trekken in hun eerste levensjaar ook stroomafwaarts. Aan het einde van de tweede zomer trekken ze dan naar het grote, open water. De winde is meestal na drie tot vier jaar geslachtsrijp. De vis kan meer dan vijftien jaar oud worden! Samen met de kopvoorn en de serpeling is de winde de derde vissoort uit de familie Leuciscus die in Nederland
voorkomt. In het buitenland komen nog minstens dertig andere vissoorten uit deze familie voor.
Snel reageren
In Nederland wordt door vliegvissers vooral in het voorjaar en aan het begin van de zomer op winde gevist. Op de grote rivieren kan dit al in februari beginnen, wanneer de winde op weg is naar de paaigebieden. De goed verzwaarde, donkere nimfen moeten nu langzaam en dicht bij de bodem op de rivieren worden aangeboden, met een leader van vier tot zes meter lengte en een duidelijk zichtbare beetindicator dicht bij de punt van de drijvende vliegenlijn. Vis het water dicht bij de kribben goed af, maar ook langs de stroomnaad op stukken zonder kribben. De aanbeet kan voorzichtig en nauwelijks waarneembaar zijn, maar je moet snel reageren. Doe wat vet op de punt van de vliegenlijn en op de beetindicator zodat de laatste extra goed zichtbaar
is. In april, wanneer de zon het water al flink heeft opgewarmd, zijn er ook scholen windes te vinden in de meren langs de grote rivieren. Op deze grote wateroppervlakken zijn de vissen niet zo gemakkelijk te lokaliseren en blijven ze vaak buiten bereik voor het vissen met de vliegenhengel. Houd het brood in de gaten dat mensen aan de eenden voeren, als kleine stukjes wegdrijven worden ze vaak door windes gepakt. Een kolkje in het water en weg is het stukje brood... Karpervissers en sportvissers die met een broodvlok op winde vissen, brengen de winde op deze manier ook dicht bij het wateroppervlak. Vliegvissers kunnen hiervan profiteren door een drijvende imitatie van een broodvlok of broodkorst in hetzelfde gebied te presenteren. Goed ingevet drijft deze een tijdje mee met het echte brood en wordt dan ook bij vergissing gepakt. Zo’n imitatie kan gemakkelijk twee tot drie centi-
meter in diameter zijn, gebonden van goed drijvend, kunstmatig materiaal of hertenhaar.
Kleinere rivieren en beken
Wanneer de winde de kleinere rivieren en beken intrekt, zijn ze soms gemakkelijk te vangen met de vlieg, zowel met nimfen als met droge vliegen. Vergeet niet dat je in Nederland meestal 75 meter uit de buurt moet blijven van dammen en stuwen in de rivier. Ook hier zijn controles! In de kleinere rivieren en beken kan de leader korter zijn, ongeveer drie tot vier meter lang. Wanneer de vis vlak onder het wateroppervlak op strooptocht is, kan de droge vlieg een geweldige sport bieden. Heel precieze imitaties zijn meestal niet nodig, de vlieg moet alleen worden aangeboden zonder te ‘dreggen’. In april komt de ‘Bibio’ in grote aantallen voor, een imitatie van dit insect mag niet ontbreken in de doos
met droge vliegen.
Langs de oevers van het IJsselmeer zijn veel plekken met ondiep water waar je gemakkelijk het water in kunt waden. Een goede tip is om je om te draaien en naar de kant te werpen en te vissen. De windes zoeken hun voedsel onopvallend tussen de stenen die langs de oever liggen en zijn daar gemakkelijk aan te werpen. Een leader van drie tot vier meter lang met een punt van 15/00, een kleine goudkopnimf en een goed zichtbare beetindicator is alles wat je nodig hebt voor vele uren opwindend vissen. Een waadpak is essentieel en zoek naar plekken waar de wind niet vol en dwars op de oever staat. Dagen met een windkracht 2 tot 3 zijn ideaal voor dit type visserij, bij hoge temperaturen kunnen zwemmers een probleem vormen. Wees extra voorzichtig bij het werpen.
In de havens langs het IJsselmeer en de Randmeren, waar in de winter veel
‘DOOR VLIEGVISSERS WORDT IN HET VOORJAAR EN AAN HET BEGIN VAN DE ZOMER OP WINDE GEVIST’
op blankvoorn wordt gevliegvist, kun je in het voorjaar en de eerste zomermaanden ook windes aantreffen. Dit zijn vaak grote exemplaren die je kunt vangen met droge vliegen, nimfen of kleine streamers. Helaas is vliegvissen niet overal toegestaan, in het verleden zijn er problemen geweest met haken in boottouwen en beschadigde zeilen...
Uitrusting
Vliegenhengels met een lengte van 2,75 tot 3 meter/9 tot 10 voet voor de lijnklassen #4 en 5 zijn ideaal voor het vliegvissen op winde. Wanneer er grotere afstanden geworpen moeten worden, omdat de winde verder uit de kant ligt,
dan zijn vliegenhengels voor de lijnklassen #6 en 7 in zeldzame gevallen noodzakelijk. Er worden vliegenreels in dezelfde lijnklassen en drijvende vliegenlijnen in Weight Forward/Torpedo (WF) gebruikt. Nylon leaders van 9 en 12 voet worden voorzien van een punt 15 tot 20/00 fluorocarbon. Beetverklikkers zijn essentieel voor het nimfvissen. Een lijnmand kan handig zijn bij het vliegvissen vanaf een oever met hoge begroeiing en bij het waden. Met warm ondergoed, een waadpak en waadjack ben je in het wisselvallige lenteweer in Nederland goed beschermd tegen buien. Een ‘buff’ van neopreen stof is prettig bij een koude wind, eentje van dunnere
stof beschermt tegen zonnebrand in de zomer. Vergeet geen handschoenen om je handen te beschermen tegen koude of zonnebrand. Daarnaast een polariserende zonnebril en een pet, ook als bescherming tegen kunstvliegen die op topsnelheid voorbij komen... Een ruim landingsnet is een goede hulp bij het landen van mooie windes vanaf de oever of bij het waden.
Neem vet mee, heel dun voor het insmeren van droge vliegen en dikker voor het insmeren van de lijn, beetverklikker en leader. Een fijne tang is handig wanneer de haak in de taaie bek van de winde zit, ook een reden om weerhaakloos te vissen. Gedetailleerde kaarten of Google Earth zijn van onschatbare waarde voor het vinden van hotspots voor de winde. Bewaar je camera in een waterdichte rugzak of tas, de meeste camera’s zijn niet waterdicht...Een bezoek aan een vliegviszaak in Nederland (of net over de grens) kan veel inzicht geven. Inzichten die ervoor zorgen dat je binnenkort weer een mooie winde in het water terug kunt zetten.
Aanbevolen materiaal
Vliegenhengels: in lengtes van 9 en 10 voet, lijnklasse #3 - 5.
Vliegenreels: lichtgewicht vliegenreel voor lijnklasse #3 - 5. Met een set van meerdere cassettes of spoelen kun je meer verschillende lijnen meenemen.
Vliegenijnen: WF3F tot WF5F.
Leaders: nylon leaders of een gevlochten leader voor droge vliegen.
Puntmateriaal: fluorocarbon of nylon.
Kunstvliegen: droog: Deer Hair Sedge, Klinkhamer Special, Red Tag, Black Palmer, Brown Palmer, Bibio, broodkorst imitaties gemaakt van hertenhaar of kunstmatig materiaal; #1014. Nimfen: Leadhead, American Gold Ribbed Hare’s Ear Nymph, Hare’s Ear, goudkopnimfen, imitaties van vlokreeften; #10 - 14.
BIJNA DAGELIJKS IS MARTIJN DEKKERS OP ZOEK NAAR DE MOOISTE, BESTE EN LEUKSTE VANGSTBERICHTEN OM OP DE HOOGTE TE BLIJVEN VAN WAT ER LANGS DE NEDERLANDSE KUST GEVANGEN WORDT. BIJ DIE BERICHTEN DOOK VAAK DE NAAM WOUTER STERENBERG OP. DE TWEE ZOCHTEN ELKAAR OP EN VISTEN ENKELE KEREN SAMEN. IN AUGUSTUS 2023 PLANNEN ZE EEN HAAIEN- EN ROGGENSESSIE IN ZEELAND.
[ ]
VISSEN OP HAAIEN EN ROGGEN IN ZEELAND
DROOM GEVECHTEN
P 1 AUGUSTUS KRIJG ik
Oeen appje van Wouter: ‘Hey Martijn, ik ga de 9e een middag/avondsessie vissen op Neeltje en de 10e een vroege ochtend/ begin middagsessie vissen. Mocht je zin en tijd hebben…’ Ik zit rond die tijd in de buurt en zin heb ik altijd. Alleen twee sessies kort op elkaar in de vakantie met vrouw en kinderen krijg ik niet geregeld, maar in de vroege ochtend sluit ik maar al te graag aan! Wouter boekt een kamer boven de hengelsportzaak te Noordwelle. Handig hoor. Je bent dan meteen op de hoogte van de actuele vangsten en ook het aas en de materialen heb je bij de hand.
Neeltje Jans
Wanneer Wouter op 9 augustus in de middag aankomt op de dijk van Neeltje Jans is het erg druk. Het haaienseizoen is in volle gang. Het stekje dat nog vrij is
wordt meteen geclaimd, alleen levert het niet op waar Wouter op hoopte. Wanneer de eerste stekken weer vrijkomen, besluit Wouter meteen een stukje op te schuiven. En dan is het wel snel raak! Die avond volgen er drie aanbeten. Twee worden er verzilverd en een keer breekt de haak. Tegen het vallen van de avond wordt de handdoek in de ring gegooid. De wekker staat morgen immers weer lekker vroeg. De volgende ochtend staan we al vroeg op de parkeerplaats en worden we getrakteerd op een mooie zonsopkomst. Vanaf de Oosterschelde knipoogt hij naar ons en wenst ons veel succes. De fietsen worden geladen en vol goede moed wordt koers gezet naar een dijk waar het over het algemeen een stuk minder druk is dan op de bekende ‘haaiendijk’ van Neeltje Jans. ‘Rust’ is het sleutelwoord in haast alle visserijen, ook bij onze haaienvisserij. De grote wens van Wouter is het vangen van een Nederlandse pijlstaartrog. Deze pijl-
staartroggen zijn overal rond Neeltje Jans te vangen, hoewel het ene plekje soms beter is dan het andere. Maar je kunt ze overal verwachten.
Dikke steekzagers
De visserij op pijlstaartroggen verschilt niet veel van de visserij op gevlekte gladde haaien. Hoewel ze graag foerageren op ondiepe zandplaten met oesterbanken zwemmen ze ook gewoon op dezelfde stekken als onze haaien. Het te gebruiken materiaal is exact hetzelfde en ook de onderlijnen komen grotendeels overeen. Wat is dan het grote verschil? Het aas! Pijlstaartroggen zijn verzot op grote dikke steekzagers. Het mooie van deze grote steekzagers is dat je hier echt alle vissoorten mee kan vangen: roggen, haaien, zeebaars en zelfs lipvissen. Topaas dus! Vissend vanaf een dijk zetten we de steun altijd net boven de vloedlijn. Zo hoeven we niet steeds onze materialen te verzetten
wanneer eb en vloed het water laten afgaan of opkomen. De dyneema hoofdlijnen worden voorzien van stevige voorslagen. Hiervoor gebruiken we 80/00 nylon die we met een FG-knot met de hoofdlijn verbinden. Wouter kiest voor een up-en-overrig en een jojo-rig. Zelf kies ik voor mijn altijd betrouwbare jojo-rig op beide hengels. Wanneer alles gereed staat, beazen we de haken ruim met steekzagers. Drie tot vier van die grote slangen is echt niet overdreven voor de visserij op roggen. We rijgen er eentje aan de naald waarna we er twee of drie langs leggen. Met bindelastiek wordt het gehele pakketje aan elkaar gebonden zodat we een groot, geurend en opvallend pakketje kunnen aanbieden. Vanwege de grootte van het aas is het een must een pennel-hook, een tweede haak, te gebruiken. Deze wordt aan de bovenkant door ons aas geprikt. Welke kant van het aas ook gepakt wordt, er zal altijd een haak mee naar binnen gaan.
Veel gespreksstof
De stek is niet gemakkelijk qua visserij. Ergens op 60 meter uit de kant ligt een rand met steenstort. Nog een 50 meter daarachter begint een heel steil talud, eigenlijk meer een dropoff. Vissen we te dicht bij de steenstort, dan komen we gegarandeerd vast te zitten. Werpen we over het talud dan krijgen we onze lijnen waarschijnlijk niet meer binnengedraaid. Keurig er tussenin is het devies! Wanneer alle loden zich netjes in de bodem hebben verankerd, kan het wachten beginnen. Wouter en ik hebben altijd veel gespreksstof. Vissen in Nederland, vissen in het buitenland, plannen voor het komende jaar, dromen en nog veel meer. Heerlijk om weer samen op pad te zijn.
De vraag of we er goed aan hebben gedaan om voor deze dijk te kiezen laat niet lang op zich wachten. Twee enkele tikken op de top en ik sta haarscherp achter mijn
‘MET EEN
OF TIEN GESPIERDE METERHAAIEN, EEN ROG EN TWEE ZEEBAARZEN IS DIT EEN VAN DE BESTE SESSIES VAN 2023’
hengels. Nog een paar twijfelachtige tikken en een ruk later buigt mijn hengel gestaag door en voor ik het weet sta ik te sleuren aan een geduchte tegenstander. Enkele meters lijn worden direct genomen. Wanneer de eerste poging te ontsnappen wat afneemt, win ik wat lijn terug en kan ik de vis zover krijgen dat hij naar rechts zwemt. De slip een paar tikken strakker en dan krijg ik echt de overhand. Als na een spannend gevecht de haai dicht tegen de kant komt, schuift Wouter zonder te aarzelen het net eronder. Direct een dikke gezonde vis die de 110 centimeter toch zeker aantikt.
We staan op scherp!
Voor alle grote vissen die we vanaf de kant vangen hebben we een degelijke onthaakmat bij ons. Zo ook voor de haaien. Onze mat is groot genoeg en heeft opstaande randen zodat een vis er niet gemakkelijk af kan spartelen. Iedereen
zou er een bij zich moeten hebben, zeker op dijken en stenen! We leggen de haai erop zodat we na het onthaken snel nog een paar foto’s kunnen nemen. Dan verplaatsen we de mat naar de waterlijn en laten we de vis weer zwemmen. Bedankt schoonheid! Opnieuw wordt de hengel beaasd en op dezelfde plaats teruggeworpen.
Wanneer we weer lekker op de dijk zitten en het gesprek weer op gang komt, worden we abrupt getrakteerd door een ouderwets harde aanbeet, gevolgd door wat flauwe tikken. Zeebaars, dat kan niet anders. Veel sport heb ik er niet aan, maar leuk om te vangen is een zeebaars zeker. We proberen wat foto’s te nemen, maar dan meldt de volgende gevlekte gladde haai zich alweer. Het is maar goed dat de hengels goed afgesteund staan, want zonder waarschuwing vliegen de meters lijn van de hengel, ik schrik me kapot. Wouter bekommert zich over de zeebaars zodat
ik de hengel uit de steun kan pakken. Met deze vis is niets te beginnen. Of het een haai of een rog is weten we niet en zullen we ook nooit te weten komen. Hoeveel druk ik ook zet, de vis vliegt in één streep over het talud. De lijn raakt een oester of mossel en breekt…
De volgende aanbeet is voor Wouter. Ik ben wat extra onderlijnen aan het knopen als Wouter ineens wel heel snel weg is. Voor ik weet wat er gebeurt is hij al in een stevig gevecht beland. Deze haai zwemt van links naar rechts en terug, maar Wouter trekt aan het langste eind. Een prachtige gevlekte gladde haai is voor even van Wouter. Op de mat, onthaken, foto’s en snel weer terug het water in. Beiden hebben we het gevoel dat dit wel eens een hele beste dag kan worden. Het tij is absoluut nog niet ideaal, maar binnen anderhalf uur hebben we al drie dikke aanbeten én een zeebaars duidt er op dat we boven op de vis zitten. We
staan op scherp! Het water komt al aardig omhoog en met een uurtje zal de stroming af gaan nemen om vervolgens weg te vallen. Daarna gaat het water zakken. Het afnemen van de stroming voor het hoge water en het aantrekken van de stroming na hoog water is de topperiode wanneer je het op haaien en roggen hebt voorzien. Wij staan er klaar voor.
Zenuwen
Het is nog even rustig, letterlijk stilte voor de storm zal zo blijken. Ondertussen is vrouwlief aangekomen met wat lekkere versnaperingen. Nog net op tijd om wat hand- en spandiensten te verrichten tijdens een paar hele drukke uurtjes. Een tweede zeebaars is de eerste die van zich laat horen, daarna is het weer haai dat de klok slaat. De ene na de andere aanbeet volgt, allemaal vissen die de metergrens passeren. We vangen er een stuk of drie vier achter elkaar. Intussen wordt er druk geschept en gefotografeerd.
Af en toe moeten we een nieuwe haak aanzetten. Een scherpe punt is een must, we controleren dit regelmatig.
Tussen de haaien door lijk ik eindelijk het doel voor vandaag gehaakt te hebben.
Tijdens het drillen voel je de vleugels van een rog duidelijk bewegen. Deze gevleugelde vissen zwemmen ook niet op en neer van links naar rechts, vaak naar links óf rechts. Een haai verandert vaker van koers in een poging te ontsnappen. Als er dan uit het heldere water een prachtige olijfgroene pijlstaartrog omhoog komt, word ik een beetje zenuwachtig. Voor de zekerheid loop ik nu wel naar de waterlijn zodat ik de rog over de rotsen naar de kant kan halen waar Wouter al staat te wachten.
Roggen dien je altijd te scheppen. Zomaar de kant op trekken is not done en met de hand pakken is simpelweg te gevaarlijk. Wanneer de rog op de mat ligt, wikkel ik
het ‘roggendoekje’ om zijn stekel. Ik pak het klemvast en laat het niet meer los tot hij zijn vrijheid weer terugkrijgt. Wouter onthaakt de rog en maakt enkele mooie foto’s. Doel bereikt!
Gespierde haaien
Rond het middaguur staat de teller op twee zeebaarzen, vijf haaien en een rog. We hebben nog twee uur afgaand water voor Wouter weer huiswaarts keert en ik weer lekker op de campingstoel ga liggen. Een koud biertje zal er op deze warme dag wel in gaan. Ook de komende twee uur staan voor spektakel. Vanaf de eerste stroming volgen de aanbeten elkaar rap op. De grote haaien lijken vandaag samen te scholen tussen de steenstort en de rand van het talud. Bijna alle worpen leveren een aanbeet op. Sommige worden gemist, maar de meeste resulteren in een gevecht waar je als visser alleen maar van kan dromen. Iedere vis vraagt het uiterste van het materiaal en de visser. Sommige
‘TIJDENS
HET DRILLEN VOEL JE DE VLEUGELS VAN EEN ROG DUIDELIJK BEWEGEN’
In actie bij Neeltje Jans.
vissen vragen veel meer dan we aankunnen, die vliegen over het talud en krijgen we nooit meer te zien. De vissen die we wel kunnen blokken en van richting veranderen, belanden allemaal op de mat. Stuk voor stuk grote haaien, roggen hebben we niet meer gezien helaas.
Tegen een uurtje of twee in de middag maken we de laatste zagers op. Het lijkt er op dat we nog veel meer kunnen vangen als we nieuw aas gaan halen en doorvissen, maar de buit is eigenlijk al binnen. Met een stuk of tien gespierde meterhaaien, een rog en twee zeebaarzen is dit een van de beste sessies van 2023. En hoewel we maar een enkele rog hebben gevangen zijn we beiden zeer tevreden met het resultaat en keren we voldaan huiswaarts.
We plannen direct een nieuwe sessie in; ergens in de koudere maanden op de pieren van IJmuiden, het gebied waar Wouter alles van af weet.
WELKE ‘WAPENS’ GEBRUIKT HIJ?
DE SOORTENJAGER
Dirk Temmink is soortenjager. Hij reist binnen- en buitenland af om zo veel mogelijk vissoorten te vangen. Inmiddels staat Temmink op een kleine 300 soorten, waarvan er ongeveer 100 in Nederland zijn gevangen. Speciaal voor HAAK onthult Temmink hoe hij te werk gaat en welke materialen (hengels!) hij gebruikt.
JE HEBT JAGERS en je hebt verzamelaars. Ik ben een echte verzamelaar, heb een enorme platencollectie, een uitpuilende boekenkast en een zolder vol bakken met vismaterialen. Zo heb ik voor de gekste visserijen wel spullen verzameld. Bij mij komt het jagen en verzamelen samen in de jacht naar nieuwe vissoorten.
Ik ben namelijk soortenjager. Dat wil zeggen: ik wil zo veel mogelijk verschillende vissoorten vangen. En in de jacht naar al die vissoorten verzamel ik dan weer hengels met specifieke eigenschappen. Soms pak ik een tanago-hengeltje van een meter en een haakje kleiner dan maat 30 om een guppy of stekelbaars te vangen. Een andere keer gebruik ik een barbeelhengel om in Noorwegen
sterrog en slijmprik te verschalken. In mijn ‘wapenarsenaal’ van hengels vind je ijsvishengeltjes, meervalpoken en alles daartussenin. Heb ik dan al die hengels nodig? Ik moet bekennen dat dit niet zo is. Veel van die hengels zien weinig van de waterkant, de ijshengels heb ik zelfs nog nooit kunnen gebruiken in eigen land. Maar ik doe niks weg, omdat er aan elke hengel wel een ver-
‘IN DE JACHT NAAR AL DIE VISSOORTEN VERZAMEL IK HENGELS
MET SPECIFIEKE EIGENSCHAPPEN’
haal, herinnering of avontuur kleeft. De daaropvolgende vraag is: stel dat je nog maar vier hengels zou mogen gebruiken bij het soortenjagen, welke zouden dat dan zijn? Een interessante vraag! Ik heb daar eens goed over nagedacht en hieronder mijn keuzes opgeschreven.
De handlijn
We spelen meteen even vals, want de eerste keuze is geen hengel. Alleen de lijn op een winder kan vaak al voldoende zijn. Soms gebruik ik een klein dobbertje als het aas hoger in het water aangeboden moet worden. Denk hierbij aan bittervoorn, blauwband en het vetje.
Maar veel vaker gebruik ik een splitshot loodje, zo’n 5 centimeter boven een klein witvishaakje. Hiermee peuter ik de bodem af. Deze techniek is vooral geschikt voor ondiepe heldere beken waar je op zicht kunt vissen. De beek- en rivierdonderpad, modderkruipers en grondels zijn op deze manier goed te belagen. Ook op het zoute water tussen steenstort of langs kademuurtjes zijn zo (vooral) kleine soorten te verschalken.
De vaste stok
De vis zit niet altijd binnen handbereik en daarom hebben we een hengel nodig. Hiervoor heb ik een telescopische vaste
Dirk Temmink ving al bijna 300 vissoorten.
Spinhengel
Ook een spinhengel behoort tot het keuzepakket. Ik zou bij een spinhengel voor een lichte, maar relatief lange, variant kiezen, met een werpgewicht tot 30 gram. Dit is in mijn ogen de meest veelzijdige hengel. Hij is vooral bedoeld voor het vissen met kunstaas. Baars,
winde, roofblei, snoekbaars en snoek kun je hierop verwachten. En hoewel dat al erg vermakelijk kan zijn, is de hengel ook nog op andere manieren inzetbaar. Zo kan er met een broodkorst op winde of roofblei gevist worden of met een pennetje op zeelt en brasem. Met een licht korfje is deze hengel, door de soepele top, ook als (method) feeder te gebruiken. Met deze hengel heb ik het meeste plezier beleefd op (tropische) vakantiebestemmingen, door allerlei prachtig gekleurde soortjes te belagen. Hiervoor gebruik ik natuurlijk aas: garnaal of zagers, op een Carolina rig. Met de hengel in de hand voel je de aanbeten. Daarnaast is zo’n hengel ook prima geschikt voor het gooien met lepeltjes en dropshots. Gave rovers vangen op vakantie is ultiem genieten!
Zware feeder
Ik vind feedervissen misschien wel de leukste techniek. Aan een grote rivier
naar topjes kijken vind ik heerlijk. Het liefst vis ik met een lichtere hengel, maar er moeten keuzes gemaakt worden. Met een stevige feeder valt wel lichter te vissen maar andersom niet. Daarom is de keuze toch op een heavy feeder gevallen, een die geschikt is voor grote barbelen. Hiermee kun je op de grote rivieren uit de voeten, waar naast inheemse witvis ook exoten zoals blauwneus en Donaubrasem te vangen zijn. Zo’n barbeelhengel is op kalme dagen ook goed inzetbaar op het strand, langs de Maasvlakte of in het havengebied. Jazeker, ook op het zoute kun je je lol op, want er zwemt daar een grote verscheidenheid aan vissoorten rond.
Karperhengel
Als laatste kies ik voor nog een veelzijdige hengel. Ondanks de naam is deze niet exclusief geschikt voor het karpervissen. Ze zijn namelijk ook uitermate geschikt voor het doodaasvissen op snoek, stok gekocht die, wanneer ingeschoven, zo’n 35 centimeter is, maar gevechtsklaar de 3,5 meter aantikt. Bijkomend voordeel van een telescopische hengel is dat je niet alle delen hoeft uit te schuiven. Als je alleen de eerste drie delen gebruikt is de hengel zo’n meter lang. Ideaal als de vis net buiten armlengte rondzwemt. De vaste stok vis ik bijna exclusief met de dobber en bijna alle Nederlandse soorten tot een kilo zijn hier wel mee te vangen. Denk hierbij vooral aan witvis. Verwachten we grotere exemplaren dan is een hengel met molen een verstandige keuze.
‘AAN ELKE HENGEL KLEEFT WEL
EEN VERHAAL, EEN HERINNERING OF EEN AVONTUUR’
het barbeelvissen op de grote rivier en ook een bescheiden meerval is er prima mee te vangen. Op het zoute water kun je met een stevige karperhengel eveneens negen van de tien keer goed uit de voeten. Een speciale strandhengel heeft natuurlijk zijn voordelen - deze kan een groter werpgewicht aan en dus verre worpen maken - maar het is echt geen vereiste. Gebruik wel een molen die zoutwaterbestendig is. Karpermolens en zoutwater is een combinatie die de molen geen goed doet.
De kans is groot dat je zelf al een aantal van deze hengels in huis hebt. Een goed excuus om het soortenjagen eens uit te gaan proberen! Mocht er toch een nieu-
we hengel aangeschaft moeten worden, kijk dan ook eens of er een goede ‘reisvariant’ te vinden is van vier of vijf delen.
Als het soortenjagersvirus eenmaal grip op je heeft, moet er ook op vakantie een hengeltje mee, want het kan zomaar zijn dat daar vissoorten zwemmen die je nog niet hebt - en dan is het wel lekker als het hengeltje in de koffer past. De kwaliteit van sommige van deze hengels is zo goed dat ik die ook in Nederland gewoon gebruik.
Als laatste nog een bonustip: kijk of er extra spoelen te koop zijn voor je molens. De ene spoel kun je opwinden met gevlochten lijn en de andere met nylon lijn. Of je maakt een keuze uit verschil-
Soortenjager
Dirk Temmink geniet intens van zijn vangsten.
lende lijndiktes. Zo kun je met één molen toch meerdere kanten op!
STRIJDEN OM ERBIJ TE BLIJVEN…
Predatortour 2024
Het EK Roofvissen, oftewel de Predatortour 2024, werd begin juni vervist met als strijdtoneel de Amer, de Nieuwe Merwede, het Hollandsdiep en het Haringvliet. Een enorme plaswater waar je als visser de grootste drie baarzen, snoekbaarzen en snoeken dient te vangen. Verslag van Bjorn Neve.
OP WOENSDAG WAS het zover: team HSV Rotterdam is compleet en ready to battle. De ervaringen van de voorgaande edities zitten in onze rugtas, het voorvissen leverde een beetje extra informatie op en het strijdplan was al snel klaar. Als startwater werd gekozen voor het Haringvliet. Hier had Peter voorgevist en de drie soorten weten te bemachtigen. De strategie voor ons was dan ook makkelijk: een water pakken waar je vertrouwen in hebt, drie soorten dient te kunnen
vangen en waar je met name grote snoeken en baarzen mag verwachten. De laatstgenoemde soort was de afgelopen 3 jaar onze achilleshiel geweest. De hoogste tijd om daar dit jaar eens verandering in te brengen. Om 19.00 uur woonden we de verplichte captainsbriefing bij. Daar werden de laatste updates van de regels en het weer bekendgemaakt. Terug in het huisje namen we nog een keer kort het programma door om daarna vroeg onder de lakens te gaan. We willen natuurlijk fris en fruitig aan de start verschijnen.
Dag 1: Geen vliegende start Game on als de wekker om 4.30 uur afgaat, de boterhammen gemaakt kunnen worden en de koffie loopt. Alles inpakken en op naar Middelharnis om de Cryptocraft te water te laten. Ruim voor het startsignaal ligt het wapenarsenaal klaar, Peter (‘Mr. Perch’) gaat voor de baarzen, terwijl Bjorn de snoeken zal gaan belagen met wat groter aas. De 140pk die de Cryptocraft aanspoort zijn overbodig op het Haringvliet waar maar met 20 kilometer per uur gevaren
‘DE VLIEGENDE START VAN DE AFGELOPEN JAREN WAS ER DIT
JAAR HELAAS NIET’
mag worden. In een goed half uurtje sjokken we naar de stek. Dat geeft tijd om nog wat te ontbijten en de aasjes nog eens te checken.
Eenmaal aangekomen op de voorziene hotspot werd direct gegooid met diverse aasjes. De aanbeten bleven echter uit. Zo hopten we van stek 1 naar stek 2, naar stek 3 enzovoorts. Het was lang wachten op een tik. De vliegende start van de afgelopen jaren was er dit jaar helaas niet. Na wat kunstaas wisselen en downsizen was het dan eindelijk raak. Een snoekbaars liet zich foppen door de aangeboden shadteez. Geen monster, maar vis is vis op de eerste dag. En de kaart dient vol
te zijn. Niet veel later meldde nummer 2 zich en kwam nummer 3 er een paar worpen later achteraan. Door het eerste rijtje kon een streep. Het is altijd lekker om te kunnen strepen tijdens de Predatortour. Dat geeft vertrouwen en je kan je focus verschuiven. Dit betekende voor ons terug naar het originele plan: één persoon met groot en de ander met baarskunstaas. We hadden een echte baarzenplek op het oog en dus werd omstreeks 12 uur koers gezet naar de baarzen. Een andere deelnemer had dezelfde plek in gedachten en lag boven op onze waypoints. Jammer, maar geen nood. We wierpen de ondieptes en dieptes er omheen uit. Maar helaas.
Geen aanbeten en de tijd tikte door. Nooit lekker als tijd je grootste vijand wordt tijdens een wedstrijd.
Baars numero 3
Met nog een goede 1,5 uur te gaan, besloten we een lange drift in te zetten naar een plek die in voorgaande edities goed vis opleverde. Maar dit jaar leek het er uitgestorven. Geen planten, troebel. Kortom verre van ideale omstandigheden. Het vertrouwen was er en gezien de wind was dit de meest ideale manier om zo secuur mogelijk door te vissen.
De chatterbait van Peter raakte nog maar net het water of de eerste dikke baars van 47 centimeter meldde zich. Ze liggen er dus wel! Toen 10 minuten later nummer twee (eveneens 47 centimeter) op de meetlat lag, werd er weer gewijzigd van tactiek. Ook Bjorn pakte nu een chatterbait en we gingen vol op jacht naar die derde baars. Na letterlijk een worp van Bjorn was het raak. Een klein exemplaar van 35 centimeter lag op de meetplank!
Ook rijtje twee kon van de kaart en de plannen voor dag twee konden worden opgemaakt. Het laatste half uur werd er nog volop gegooid om de baars te upgraden. Het leverde helaas niks meer op.
Dag 2: Focus op snoek
De wekker ging vandaag wat later. De avond ervoor hadden we besloten om de voorkant van het Haringvliet te pakken om de drie snoeken te gaan vangen die we nog misten. Drie snoeken dat moest te doen zijn. Met dat idee vertrokken we naar Numansdorp om ons te melden en te wachten op de start. De kop van het eiland was de klos en zou worden bestookt met diverse soorten kunstaas. Ook nu weer zouden we groot en kleiner kunstaas
inzetten om te kijken hoe de snoeken zouden reageren.
De eerste drift leverde niet veel op. Een paar kleine tikjes, maar dat was het dan ook. Opvaren en dus opnieuw beginnen. Het water was bruin, maar er stonden voldoende verse planten. De snoeken moesten hier liggen. Maar waarom deden ze niks? Drift 2 is halverwege als er dan eindelijk leven in de brouwerij komt. Een snoek van 79 centimeter mag de spits afbijten. Nog twee te gaan.
In dezelfde drift wisten we onze derde baars te upgraden. Altijd welkom, maar de focus lag toch echt op de snoek. Op de tweede stek was het bij Peter meteen raak: een upgrade snoekbaars. Ook deze vis was welkom, maar het was niet die gewenste snoek. Snoeken is zoeken, maar nog niet eerder hebben we zoveel problemen gehad om drie groenjassen te vinden.
Er wordt koers gezet naar de andere kant van het eiland, 20 á 30 minuten vistijd naar de knoppen. Maar je moet wat. Aangekomen op de stek wordt de drift ingezet en worp na worp gemaakt. De hele Cryptocraft lag inmiddels bezaaid met shads, pluggen, twitchbaits, spinnerbait, chatterbaits en jerkbaits. Je kan het zo gek niet bedenken, alles heeft het water gezien.
De groenjas wint
In de kopjes gingen de gedachten rond. Wat nu? Te weinig planten, geen vertrouwen in dit stuk. Gezamenlijk kwamen we tot het besluit dat we de laatste 1,5 uur moesten vissen op stekken waar we wel vertrouwen in hadden. We zetten dus koers naar stek 5,6,7,8. Geen idee meer. In ieder geval was er vertrouwen in de plek waar we naartoe gingen. De eerste worp werd door Peter gemaakt. Hoppa, zijn baarsplug werd bruut gepakt. Weer een
groenjas op de meetplank. Ook deze gaf 79 centimeter aan. Geen reus, maar wel een goedgekeurde vis.
Nog eentje dan! Dit is normaal iets wat we zeggen in de avond als we aan een versnapering zitten, maar nu ging het meermaals door de boot. Drift na drift werd ingezet en het stuk wordt bestookt. Hij ging komen. En jawel, Peter haakte een knappe vis. De slip gierde en bijna werd de salsa gedanst. Dit was een beste. We zagen de vis net buiten bereik van het schepnet draaien. Nog een laatste duik en dan zouden we hem hebben. Helaas, de laatste duik betekende dat de snoek in dit geval de strijd won. We losten dus een mooie metersnoek. Het hoort bij het vissen, maar na een dag zoeken was het zuur. Het was dan ook even stil aan boord. De laatste minuten werd er nog uitgegooid in de hoop op een herkansing. Maar deze bleef helaas uit.
‘NOG NIET EERDER HEBBEN WE ZOVEEL PROBLEMEN GEHAD OM
DRIE GROENJASSEN TE VINDEN’
Onder het genot van een drankje werd ’s avonds in het huis druk gesproken over wat we morgen zouden gaan doen. De wind zou gaan toenemen naar windkracht 6. De Amer kon je met de windrichting nog goed beschut vissen, alleen was er geen vertrouwen in deze rivier. Na wat wikken en wegen waren we eruit, we zouden maximaal drie plaatsen nemen waartussen we makkelijk konden switchen.
Dag 3: Geen monsters…
We kozen voor het Haringvliet als strijdtoneel. Een gok? Nee, weloverwogen hadden we drie mogelijke stukken gekozen die
met de wind goed te bevissen moesten zijn. In het verleden hadden deze plekken ons al vaker uit een kansloze situatie geholpen en mogelijk zou dat vandaag weer gebeuren. De eerste plek werd vol goede moed aangedaan. We losten hier de metersnoek, dus wie weet lag haar zus nog te wachten. De eerste worp was raak, een mooie zestiger snoekbaars kon op de meetlat. Wederom een upgrade, maar niet de gewenste soort.Tijdens het meten iwas het ook raak bij Peter. Een mooie vis bonkte goed. Het leek op een snoek, maar we hadden het helemaal mis. Het ging om een prachtige baars van 47 centimeter.
We keken elkaar aan en dachten hetzelfde. Was het zo een dag? Mooie vissen vangen maar niet de goede soort? De stek viel stil en we besloten te verkassen naar stek 2. Mooi tegen de wind in op de elektromotor. Korte worpen tegen de wind en soms lange worpen met de wind mee. En toen kregen we op hetzelfde moment allebei een aanbeet. Peter wist niet wat het was, maar Bjorn was zeker van zijn zaak: dit was de derde snoek. Het net eronder en de laatste van 63 centimeter lag erin. Opnieuw geen monster, maar met heel veel teams die de kaart al vol hadden, was die vis meer dan welkom. We zouden er in 2025 wederom bij zijn We zagen onze eerste stek liggen en besloten om terug te keren.
De 75ste plek
De spanning is eraf. De koppies staan niet meer gespannen. En toen leek het plots of het allemaal vanzelf ging. In letterlijk drie worpen pakte Bjorn een snoekbaars van 70 centimeter en nog twee snoeken van in de 70 centimeter. Het leek niet te kunnen, de tijd vloog plotseling ook voorbij. In no time was het 15.00 uur en was de strijd gestreden. De Europees kampioen was bekend en onze klassering ook. Het was er eentje waar we vooraf niet voor hadden getekend. De 75ste plek (van de 150 teams) is niet iets voor op de schoorsteen. Maar toch. Met met alle toppers die ieder jaar deelnemen is het een strijd om erbij te blijven. In 2025 zullen we de vlag van Groot Rotterdam in wederom met trots verdedigen. Een extra woord van dank tot slot voor Cryptocraft die hun dubbele console ter beschikking hebben gesteld voor dit toernooi.
[LICHT & VERFIJND]
ZOMERVISSEN ZIJN GEVOELIGE VISSEN. DIE RUIKEN, DUWEN EN TREKKEN AAN HET AAS.
EN BIJ HET GERINGSTE ONRAAD GAAN ZE ERVANDOOR. STRANDVISSEN IN DE ZOMER VEREIST KORTOM EEN SPECIFIEKE AANPAK. LEES DE MATERIAALTIPS VAN CIHAN YURDAKADIM.
STRANDVISSEN IN DE ZOMER
HENGELS
Voor de zomervisserij beschik ik over twee soorten hengels. De strandfeeder (beach ledgering) voor dichtbij en voor als de vis van ver moet komen de hybride hengel. Respectievelijk, de Vercelli Spyra Grandezza en de Cinnetic Luxyfer TZ. De Grandezza heeft een soepelere top dan de vrij stijve Luxyfer. Een soepelere top is barmhartiger bij het werpen met een dunnere lijn en zwak aas ten opzichte van een stijvere. Een hybride hengel gebruik ik in de zomer als overdag, bij afgaand water, de vis niet van dichtbij maar ver gezocht moet worden. Dan zet ik mijn grote liefde, de Cinnetic Luxyfer TZ, in en zoek ik op maximale afstand naar de vis.
Op de foto staan drie soorten hengels voor het strandfeederen op de korte afstand. Respectievelijk, de Colmic Etruska (5 meter), de Arcadia (4,4 meter) en de Cinnetic SD Panther (3,6 meter). Op de Short Distance van Cinnetic kun je als beginner alle onderlijnen toepassen die je op elke andere tubulaire of hybride hengel van 4,5 meter zou gebruiken. De hengel is dunner en lichter en daardoor sensitiever. Hierdoor heb je meer controle over de drill dan met een zwaardere hengel en kun je tijdens het gevecht beter anticiperen. Cinnetic is mijn favoriete merk voor strandhengels, strandmolens en nylon-/ fluorocarbon lijnen. De strandfeeders van de Italiaanse merken (Colmic) zijn uniek in hun vorm. Ze zijn slank, dunwandig en sensitief. De strandfeeders zijn zo gevoelig dat je verder werpt dan wenselijk is. Je wordt door de hengel gedwongen om terughoudend te werpen. Finesse pur sang!
Lijnen zijn er in de lengtes 4,4, 4,6, 4,7 en 5 meter. Als recreant kies ik voor de kortste omdat deze het lichtste is. Mijn
Arcadia 4,4 meter heeft een gewicht van 320 gram. De 5 meter lijn zou je kunnen gebruiken om 60 centimeter langere onderhaaklijnen te gebruiken, maar op de overige lengtes is het ook mogelijk om met drie haaklijnen van 1,5 of 1,7 meter te vissen. Dit is lang genoeg. Ik let vooral op het hengelgewicht. Hoe lichter, des te meer plezier. Een kwalitatief goede strandfeeder van Italiaanse makelij heb je al vanaf 150 euro. De duurste kosten zo’n 500 euro.
MOLENS
Voor het feederen kies je voor een 4000 of een 5000 model. Let vooral op het molengewicht. Neem er bij voorkeur eentje van 350-400 gram. Maar absoluut niet zwaarder dan 450-500 gram. Kies hiervoor geen dure (150 euro), maar een goedkope molen (50-100 euro). Op mijn Arcadia heb ik een Colmic Vayron 5000 molen van 400 gram. Voor de hybride hengel is de Cinnetic
Raycast CRB4 SS 7000 qua prijs-kwaliteitsverhouding de beste molen. De molen heeft een trage oscillatie (lijn open afwikkeling) wat de werpafstand ten goede komt. De volledige behuizing is van carbon wat de molen licht en sterk maakt. Ik gebruik de molen al vier jaar een paar keer per week en hij voelt nog steeds aan als nieuw. De reservespoelen zijn ultralicht en ontworpen voor long distance casting. Ze kosten maar 30 euro per stuk. Bedenk dat spoelen van de duurdere molens van andere merken boven de 100 euro kosten. Vanwege de gunstige prijs heb ik per molen meerdere reservespoelen in mijn bezit.
HOOFDLIJNEN
Nylon is in verband met zijn rek een onlosmakelijk onderdeel van het strandfeederen. Nylon zinkt in tegenstelling tot de gevlochten lijn. Hierdoor kan het aas rustiger worden aangeboden. Bovendien verspeel je door de rek
minder vis. Je geeft namelijk lijn mee aan de vis. Nylon en fluorocarbon zijn verder onzichtbaar in het water en voor de zomervisserij is dit bij helder water belangrijk.
Als beginner kun je met een hoofdlijn van 0.20 nylon vol vertrouwen uit de voeten, maar bouw af naar 0.18 of 0.16 nylon. De buigzaamheid van de hengel vangt de klap op en als je molen een goede slip heeft dan ontlast je ook hiermee de dunnere lijn. Het voordeel hiervan is ook dat dunnere lijnen minder waterdruk hebben. Een dikkere, theoretisch sterkere, lijn zou alle kanten op worden gesleurd. Colmic heeft voor zijn beach ledgering speciaal getaperde lijnen van .18-.37. Deze lijn is knoopvrij en gebruik ik voor worpen tot ongeveer 80 gram. Voor de strandhengels beveel ik de sterkste lijnen in de markt aan: de Cinnetic Sky Line. Vraag in de winkel om de verpakking te mogen openen en te testen hoe sterk of kwetsbaar de lijn
‘STRANDVISSEN IN DE ZOMER VERGT EEN SPECIFIEKE AANPAK
EN SPECIALE MATERIALEN’
is. Wedden dat je een Cinnetic Sky Line 300m 0.16 niet kapot kan trekken.
Weet je niet met welke lijnen je moet vissen? Zorg dan dat je een reservespoel met 0.28/0.30 voor extreme omstandigheden hebt en een spoel met diameter .22. De laatste is een veilige dikte om gevoel en vertrouwen op te bouwen om het geleidelijk naar .20 en uiteindelijk .18 af te bouwen. Nylon .18 is waar je mee moet vissen in schone wateren in Nederland. Ik vis zelf met .16 en in de winter met .14 op wijting.
CONNECTOR
Aan het uiteinde van de hoofdlijn doe
je een connector om je onderlijn vast te binden. Voor strandfeederen (met een dunne nylon lijn) adviseer ik de Tronixpro Brass Bead Clip. Voor de reguliere strandhengel kan je twee soorten gebruiken: de Continental Clip (Tronixpro) en de Fast Connector (Vercelli). De fast connector van Vercelli is zeer aan te raden voor krachtige worpen bij tubulaire en hybride hengels en biedt veiligheid voor de onderlijn. Mijn ervaring is dat deze zeewier en vuil oppakt, iets wat de continental clip niet doet. Beide heb ik meermaals gelijktijdig met getaperde lijnen getest. Bij de continental clip ontbrak alle vuil. Mijn voorkeuren: Vercelli
Fast Connector BV02 en bij calamiteiten de Tronixpro Continental Clip Size L.
VOORSLAG
Voor het strandfeederen met 50 tot 70 gram kun je makkelijk zonder voorslag vissen. Ook als je .18 nylon op je molen hebt. Ook op het strand krijg je te maken met aangespoelde schelpen(banken) en dan is het fijn om een voorslag tegen de slijtage te monteren. Voor het zoute feederen zijn er diverse voorslaguiteinden van .36 en .47. Trabucco heeft ze zelfs uitlopend naar .28. Deze specifieke voorslagen zijn moeilijk in de winkels te verkrijgen. Op internet kan je ze wel aanschaffen. Op witvisafdelingen in Nederland zijn trouwens wel de Cresta Visorate Accelerate Tapered Leaders 0.18-0.25mm te vinden. Voor de strandhengels gebruik je de revolutionaire OTG Tapered Leaders van Cinnetic. Ze zijn nieuw en hebben een dikker uiteinde dan de voorgaande modellen. Ik merk dat ik hierdoor krachtiger kan werpen waardoor de voorslagknoop minder belast wordt.
ONDERLIJNEN
Het beste is om eerst met een lichte hengel, molen en hoofdlijn met gewone onderlijnen te gaan vissen. Als je eenmaal de feeling hebt, ga je specifieke onderlijnen voor het strandfeederen maken. Op de socials van Tronixpro Benelux van wereldkampioen Kees Gillissen kan je leren hoe je binnen 10 minuten makkelijk en met weinig kosten diverse onderlijnen maakt. Dat geldt voor zowel het strandvissen als voor het strandfeederen.
Als bij laagwater de vis ver gezocht moet worden, doe ik op mijn Luxyfer TZ een 2-haaks looprig (minimaal 1,5 meter haaklijn). Zeer effectief! Ik vis ook vaak met de Arcadia 4,4 meter en de Luxyfer TZ met één lange haaklijn (1,5 tot 6/8 meter).
GEEN GEKKIGHEDEN EN GEHEIMEN…
KARPERFEEST ROTTERDAM
Karpervissers kennen Alex van Voorst wellicht van de 13-delige karperserie ‘Betaalwater in Frankrijk’ of de gelijknamige website. Maar Alex vist zeker niet alleen in La douce France. Ook rond Rotterdam heeft hij mooie stekken ontdekt; van de Rottemeren tot aan het Bergse Bos en de Kralingse plas en alles wat ertussen ligt.
HOEWEL IK nog steeds zes tot zeven sessies per jaar op Franse privédomeinen plan, ben ik sinds kort ook in Nederland weer aan de waterkant te vinden. Vooral rond Rotterdam heb ik diverse mooie wateren kunnen spotten. De voordelen zijn logisch: of je nu minimaal 600 kilometer moet rijden of nog geen 20 kilometer, het scheelt wel iets…
Zijn er verschillen met het vissen in Frankrijk of Nederland? Mijn visie is dat
het vissen op karper op zich eigenlijk hetzelfde is. Alleen is het materiaal iets anders. In Frankrijk vis ik graag met wat we noemen ‘zwaarder’ materiaal. Hengels en molens zijn wat robuuster en de vislijn voor Frankrijk is 33/00 mm tegenover een dikte van 24/00 mm voor Nederland. Verder zijn er volgens mij geen andere gekkigheden of geheimen. Was mijn aanpak rond Rotterdam totaal anders dan in Frankrijk? Nee dus. Ik ging op een doorsnee stek zitten
en plaatste mijn twee 10 ft hengels (3 meter) in de banksticks op mijn Delkims beetverklikkers. In Frankrijk gebruik ik 12 ft hengels (3,60 meter). Als haakmaatje gebruikte ik nummer 6 (wide gap van Korda) in plaats van maat 4 (groter) in Frankrijk. Als aas neem ik altijd de bekende Cell boilies van Mainline, waar ik consultant van ben. Als extraatje doe ik mijn onderlijn altijd in een PVA-kous met gecrushte boilies en pellets. Deze kous lost op in het water en het voer van
‘KARPERVISSEN IS TEGENWOORDIG ZEER ZEKER GEEN ROCKET SCIENCE MEER’
de PVA-kous valt ter camouflage over je onderlijntje heen. Er wordt bijvoorbeeld redelijk veel gevist in het Lage Bergse Bos, dus er heerst daar wel enige dressuur. Dit betekent dat de vissen schuwer zijn. Dan is elke vorm van camouflage onderwater bevorderlijk voor je vangsten.
75 kilo boilies
Na ruim 45 jaar ervaring als karpervisser, ben ik erachter gekomen dat er zeker de laatste 25 jaar weinig veranderd is in het karpervissen, ondanks alle nieuwe producten die ons jaarlijks worden aangeboden. Vooral na de invoering van de boilies eind jaren ’70 is het voor de vissers veel toegankelijker geworden
om op karper te vissen. Uren en nachten naar een dobber of een waker turen is bijna onwerkelijk geworden. Nu bouwt men een huisje (in de vorm van een bivvy) en richt het in als dag- of nachtverblijf, inclusief slaapzak, stretcher en verwarming, en wordt er vervolgens een week lang 24/7 op de karper gejaagd. Ook ik maak mij hier ‘schuldig’ aan. Is ook niet erg: ik wil alleen maar aangeven hoe de karperwereld veranderd is. Kijk alleen al naar de bagage. Ik ging vroeger op de fiets naar mijn stek; nu heb ik een bestelbusje afgeladen vol materiaal. Waar vroeger een kilopak Justus met wat aardappels als voer diende, neem ik nu geregeld 75 kilo aan boilies mee
Karpervisser Alex van Voorst met twee hele mooie exemplaren.
voor een weekje - hennep en mais niet meegerekend. Enfin, tot zover een beetje geschiedenis.
Adrenalinescheut
Een van de moderne hulpmiddelen is een voerboot. Een voerboot is niet echt altijd noodzakelijk, maar wel makkelijk natuurlijk om een voerplek te kunnen maken. In de meeste gevallen kun je gemakkelijk uitwerpen naar een mooie spot. Voor een korte sessie in Rotterdam had ik wel een voerboot meegenomen. De dieptemeter op mijn vertrouwde Powercatcher gaf aan dat het overal zo’n beetje 1.20 meter diep was. Ik bracht beide hengels in stelling en ging achteroverleu-
nen. En zowaar, na drie uur kreeg ik mijn eerste run en ik betrapte mezelf erop dat ik toch weer die bekende adrenalinescheut kreeg! Niet veel later lag mijn eerste spiegeltje in het net. Heel apart om in Nederland na ruim tien jaar weer eens een karper te vangen. Natuurlijk is dit niet te vergelijken met de vangsten in Frankrijk. Logisch, daar zwemmen nu eenmaal grotere vissen.
Genieten en vertrouwen
Dit is toch even een puntje waarbij ik stil wil staan. Zoals ik eerder vermeldde, is het karpervissen makkelijker gemaakt dan vroeger. Echt iedereen kan op karper gaan vissen en op zijn eerste avondje een karper vangen. Alles kun je nagenoeg compleet kopen in de winkel. Karpervissen is vandaag de dag geen ‘rocket science’ meer. Er wordt soms nogal hoog over het karpervissen opgegeven. En
het vangen van grote karpers wordt (te) vaak zeer benadrukt. Wat ik hiermee wil zeggen is dat hiermee de essentie van het karpervissen verloren gaat. Je moet gewoon kunnen genieten van alles wat deze mooie visserij te bieden heeft: de rust, uitdaging, natuur, spanning, en alles er omheen, zonder de druk van het moeten showen van een grote karper. Sommige vissers boeken een trip naar een bekend betaalwater in Frankrijk en dan is het vangen van een grote karper (20 kilo plus) een must geworden. Met minder geen genoegen, anders kunnen ze niet meer thuiskomen. Ik kan je vertellen dat ik net zo kan genieten van een mooie 10 kilo vis als van een 30 kilo vis. Het feit dat ik een run krijg betekent gewoon dat ik het puzzeltje heb opgelost. En als ik blank in Frankrijk, wat natuurlijk weleens is voorgekomen, ga ik niet chagrijnig terug naar Nederland. Ik heb
namelijk genoten van het vissen op karper! Voor mij zijn de beste karpervissers nog steeds degenen die genieten van en vertrouwen hebben in hun manier van vissen!
Relaxed vissen
Laat ik jullie eerst eens meenemen naar een van mijn eerste sessies in Nederland sinds tijden. Zoals gezegd was de laatste al meer dan tien jaar geleden, in de Bleiswijkse Zoom. Het zag er werkelijk prachtig uit allemaal. Het meertje lag direct naast de Rottemeren. Helaas werd dit een keiharde blank. Niets gevangen terwijl het er allemaal zo mooi bij lag. Een boswachter die voorbij kwam, vertelde mij wat waarschijnlijk de oorzaak was. Het bestand dat er zat, was enkele maanden geleden afgevist en uitgezet op verschillende andere wateren, waaronder de Rottemeren. In de Bleiswijkse
‘KARPERVISSEN ROND ROTTERDAM IS WERKELIJK GEWELDIG OM
TE DOEN’
Zoom werd namelijk binnen afzienbare tijd begonnen aan een project voor een natuurzwembad. Kijk, dat had ik weer… Uiteraard gaf ik niet zo snel op en ging zoeken naar andere wateren. Je zou zeggen dat er in Den Haag, waar ik vandaan kom, toch ook goed karperwater zou moeten zijn. Klopt, maar jammer genoeg zijn dat vaak ‘hond-onvriendelijke’ wateren. Langs de bekende kades, waar ik in mijn jonge jaren veel heb gevist, is het voor mijn hond Quinty niet lekker vertoeven op de stenen ondergrond. Zodoende kwam ik via een tip van een bevriende karpervisser - Elmer Koevoets
- bij het Lage Bergse Bos uit. En inderdaad: wat een prachtige (hond-vriendelijke!) omgeving. En, niet onbelangrijk, een water met een leuk bestand aan karper. Hoe relaxed is dit! Een heel groot gebied (216 hectare) met een behoorlijk aantal hectares viswater (20 hectare). Een rondje rond het meer is gewoon 5 kilometer! Enfin, ik ging dus onlangs mijn geluk proeven in het Lage Bergse Bos. Als je jezelf instelt op niet al te grote karpers (in vergelijking met Frankrijk), dan is het hier gewoon erg leuk vertoeven voor een avondje of een nachtje. Je hoeft geen doorgewinterde visser te zijn om hier
wat geluk te kunnen vinden. Gewoon het lekker buiten zijn in de natuur is hier al een feestje!
Terug naar mijn sessie. Deze eerste sessie in Rotterdam bracht mij zowaar drie redelijke karpers. Al waren ze niet groot, ik ging met een glimlach weer terug naar Den Haag. Ik was tevreden. Het nadeel was wel dat mijn auto op de parkeerplaats stond en dat was even flink aanpoten met alles wat ik had meegenomen voor een nachtje. Hier bedacht ik gelijk een oplossing voor, want ik wil veel vaker in en rond Rotterdam gaan vissen. Ik heb een kruiwagen aangeschaft en dat scheelt gelukkig aanzienlijk.
Snoeiharde run
Mijn tweede sessie ging een stuk soepeler! Ik wist precies wat ik moest meenemen en ik ging maar een paar uurtjes, van 19.00 uur tot 2.00 uur. Geen tent en dergelijke nodig. Gewoon een parasol en een stoeltje voldeden. Geen rodpod (uitgebreide hengelsteun), maar simpele banksticks werkten prima. En alles ging perfect op mijn kruiwagen! Fluitje van een cent op mijn oude dag (61). Aangekomen op weer een heel andere stek, lagen mijn hengels er binnen 15 minuten in. En binnen een uur kreeg ik een werkelijk snoeiharde run! Dit bleek een hele mooie slanke spiegel te zijn; de kleuren waren rood, grijs en roze, fantastisch! Niet veel later kwam er een schubje binnen. Deze karper kon mijn snowman (boilie met een pop-up) niet weerstaan. Kortom, ik had het al reuze naar mijn zin. Ik bleef zitten tot 2.00 uur en vond het toen mooi geweest. Binnen een uur had ik alles ingepakt en was ik al thuis! Kijk, dat is nog eens een luxe. Samenvattend, het karpervissen rond Rotterdam is werkelijk geweldig om te doen. Zowel voor witvis als karper zijn er talloze mogelijkheden om je hobby leuk te kunnen uitoefenen. En dat vlak bij huis!
RECEPT VAN CHEFKOK DENNIS BALJÉ VAN RESTAURANT STRIK OP DE DIJK IN ROTTERDAM
HARISSA GAMBA’S
Ingrediënten
600 gr gamba’s (ongeveer 28 stuks voor 4 personen)
Saus
6 zoete puntpaprika’s
4 rode pepers
1 witte ui
6 teentjes knoflook
100 ml olijfolie
50 ml water
50 gr boter (ongezouten)
2 takjes koriander
1 theelepel gerookte paprikapoeder
1 theelepel komijnzaad
½ theelepel Cayennepeper
1 eetlepel limoensap
Worcestersaus
Zout
Peper
Bereiding
Rooster de paprika’s en pepers in een oven (230 graden) of gril ze op de barbecue in ongeveer 10 minuten totdat ze donkergekleurd zijn en je het velletje makkelijk kan verwijderen. Pureer de paprika, peper, uien en knoflook in een keukenmachine of met een staafmixer tot het een zalfachtige pasta wordt. Voeg de rest van de kruiden toe en giet al mixend de olijfolie erbij. Verwarm de
saus in een pannetje en voeg het water toe tot het een zachte saus wordt (niet koken) en monteer het af met de zachte boter.
Breng op smaak met zout, peper en worcestersaus. Gril de gamba’s op de grill of barbecue. Giet de saus op een bord en leg de gamba’s in de saus. Serveer met toast of knoflookbrood.
Strik op de Dijk
Oostzeedijk 272B
3063 CA Rotterdam
Tel: 010-3035221
https://strikopdedijk.nl
MET DE VERGETEN SWINGTIP
OLDSKOOL VISSEN
Ton Hopmann is een geboren (1963) en getogen Rotterdammer. Hij vist al vanaf zijn zevende jaar. Sinds enkele jaren is Ton verslingerd geraakt aan het vissen met de swingtip; een manier van vissen die vanaf de jaren ’90 in de vergetelheid is geraakt. In hengelsportwinkels moet je goed zoeken om een echte swingtiphengel met swingtip aan te treffen.
HET VISSEN MET de swingtip is ruim een halve eeuw geleden in Engeland ontstaan. Het gaat om vissen op afstand met het lood op de bodem. Daar het vissen met de swingtip vooral toepasbaar is in stilstaand water, en in Engeland de wateren meestal stromen, is daar vooral de quivertip (het latere ‘feederen’) in zwang gekomen en het vissen met de swingtip verder weinig ontwikkeld. Eind jaren ’70 hebben
vaderlandse hengelbouwers, met Jan Schreiner voorop, de swingtiphengel aangepast aan de Nederlandse omstandigheden. Deze uitvoering was veel lichter en verder geperfectioneerd. Natuurlijk vooral omdat we in ons land met stilstaand water te maken hebben. Hiervoor leent de swingtip zich perfect.
Wat is nu eigenlijk een swingtip en wat is een swingtiphengel? Een swingtip is een dunne massieve glasvezel van onge-
veer 20 tot 50 centimeter lang waarop twee oogjes zijn gemonteerd, een topoogje en een tussenringetje, wat met een stukje siliconenslang aan een adaptertje met schroefdraad is bevestigd. Het adaptertje draai je in het speciale topoog dat is voorzien van schroefdraad. De tip komt bij het vissen recht naar beneden te hangen en zal bij een aanbeet worden gelift en naar de horizon wijzen. De swingtip is dus een beetverklikker. Er zijn korte en langere tips en sommige
‘HET VISSEN MET DE SWINGTIP IS EEN HELE LEUKE EN SUBTIELE
MANIER VAN VISSEN’
hebben een verschuifbaar gewichtje, een zogenaamde ‘basculetip’. De uitvoering wordt gekozen al naar gelang de gebruikte lijndikte, de waterdiepte en de weersomstandigheden. Net als een dobber, kies je de juiste tip. Er bestaan ook stugge rechte tips, quivertips, maar deze zijn voor stromend water bedoeld. Buiten het speciale topoog moet een swingtiphengel van voldoende afstaande geleideogen zijn voorzien en de actie vrij zacht om zonder problemen met een aan de hengel geschroefde tip te kunnen inwerpen. Er wordt doorgaans gevist op afstanden tussen de 10 en 30 meter en meestal zijn voorn, brasem en zeelt het doel, al kan de swingtiphengel ook op
andere vissoorten worden ingezet.
Effectief & subtiel
Er zijn een aantal duidelijk voordelen aan het vissen met de swingtip. Je vist meestal met een lichte hengel, een licht wartelloodje van 3 tot 10 gram en nylonlijnen van 12/00 of 14/00 mm. Elke interesse van de vis in het aas, hoe minimaal ook, wordt haarscherp aan de lichte tip doorgegeven als aan een wedstrijddobbertje, maar dan op ongeveer 2 meter afstand van je neus. De vis voelt nauwelijks weerstand. Daar je geen gebruik maakt van een voerkorf of iets dergelijks, vis je uiterst licht en geraffineerd en heb je topsport aan een
flinke brasem. Je vist voor de sport en het gaat minder om het aantal kilo’s vis - hoewel het vissen met de swingtip zeer effectief kan zijn en je vanwege de subtiele aanpak vaak de grotere vissen vangt. Je ziet de hele aanbeet, ook het proeven van het aas, je moet zelf aanslaan en je bent sterk betrokken bij het vissen zelf.
Swingtipbijbel
Het swingtipvissen pas ik vaak toe in Zuid-Holland en Noord-Holland. Er zijn veel ruime wateren die zich goed lenen voor deze visserij. Belangrijk is dat er niet te veel waterplanten zijn, want dan zal de vis het aas niet kunnen vinden en zitten we telkens vast. Eigenlijk is mijn aanpak dezelfde zoals Jan Schreiner beschrijft in zijn boek Vissen met Quiver en Swingtip (1987), wat gerust de Swingtipbijbel genoemd mag worden. Ik maak aan de waterkant een eenvoudig voertje van een mengsel van kant-
en-klaar donker- en lichtgekleurd voer.
Ik werp op zo’n 25 meter uit de oever ongeveer acht balletjes ter grootte van een golfbal in een cirkel met een diameter van ongeveer 5 tot 7 meter; daarna gooi ik in het midden ook nog een paar balletjes voer.
Allereerst plaatsen we de hengelsteunen; de voorsteun dicht bij de waterkant met een brede steun zodat je daar de hengel blindelings op kan plaatsen en ook wat kan verleggen. We vissen met de hengel haaks op het water en de achtersteun, met een gewoon kopje in de vorm van een U, plaatsen we ruim een meter achter de voorsteun. Daarna positioneren we de visstoel en leggen we de hengel met gewone molen en gekozen swingtip alvast op de steunen en stellen we deze zo af dat we straks ontspannen maar vlot de hengel kunnen pakken om aan te kunnen slaan.
Makkelijk 25 meter
Vervolgens gaan we de hengel verder optuigen. Meestal begin je wanneer we op brasem gaan vissen met een standaardmontage, te weten: een lijn van 14/00 mm nylon en een swingtip van 40 centimeter. We halen de lijn door de geleideogen en door de ringetjes van de swingtip en schuiven vervolgens een wartelloodje van 7 gram op de lijn. Vervolgens kan je een stukje siliconenslang van ongeveer 1 centimeter op de lijn plaatsen en hierna een zachte loodhagel om het wartelloodje te stuiten. Daarna kunnen we een haakje, bijvoorbeeld maat 12, bevestigen en schuiven we het loodhageltje op ongeveer 40 centimeter van de haak. Het stukje siliconenslang is niet noodzakelijk, maar werkt goed als schokdempertje bij het werpen en aanslaan zodat het hageltje minder snel verschuift. Eerst de slip afstellen en dan prikken we enkele maden door het
velletje op de haak en kunnen we inwerpen. Dit gaat zonder problemen met een rustige overhead worp waarbij we de hengel het werk laten doen en je met gemak 25 meter kunt halen. Met wat zwaarder lood komen we tot de dubbele afstand, maar dat is meestal niet nodig. Na de worp sluiten we de molenbeugel en plaatsen de hengel op de steunen. We draaien de lijk zo strak, dat de tip in het verlengde van de hengel staat en wachten tot de tip de lijn onder water drukt en een hangende stand aanneemt. We moeten nog een paar keer een slag aan de molenslinger geven om de lijn strak te houden en de tip staat nu enkele centimeters naar voren zodat we ook een terugloper kunnen registeren.
We hebben de steunen zo afgesteld dat de tip enkele centimeters boven het wateroppervlak staat zodat we weinig last hebben van wind.
‘EEN FLINKE DONKERE BRASEM
MET WEINIG SLIJM DOET DE HENGEL DIEP DOORBUIGEN’
De ‘betere’ vissen
Vaak zien we al snel beweging op de tip: kleine rukjes, dit is meestal kleine voorn. Een grotere voorn trekt de tip over het algemeen in een keer recht naar voren. Bij brasem en zeelt gaat het in de regel zo: de tip wordt rustig een centimeter of zes opgetild, valt terug in de oorspronkelijke stand waarna de tip even later rustig volledig gelift wordt. Een prachtig gezicht! De tip wordt in deze positie door de vis vastgehouden en de haak kan met een beheerste beweging worden gezet.
Een flinke donkere brasem met weinig slijm doet de lichte hengel diep doorbuigen en beweegt zich naar de zijkant
zonder dat je iets in te brengen hebt: dat zijn de betere vissen! De vis komt langzaam onder de kant en geeft daar ook nog een robbertje vechten weg en slaat flinke kolken in het water. Mooi om de hoepelronde hengel te aanschouwen. De vis wordt moe en na enkele minuten kunnen we hem naar het pannet dirigeren. We hebben topsport gehad van een donkere brasem met paaiuitslag en we onthaken de vis met een arterietangetje. Een grote brasem (55 centimeter+) op een lichte op ultralichte swingtiphengel is absoluut een sportvis.
Op zeelt vissen we wat zwaarder, al naar gelang de begroeiing in het water, met lijnen van 16 tot 20/00 mm met een
bijbehorende hengel. Voor zeelt is het een dodelijke vismethode die erg veel voldoening geeft. Als aas kan je behalve met maden ook heel goede resultaten met een maiskorreltje boeken. Miniboilies en aanverwanten werken ook goed, al heb ik daar persoonlijk geen ervaring mee en behoefte aan.
Prettig betrokken
Zoals aangegeven wordt er weinig met de swingtip gevist en voorbijgangers reageren vaak verbaasd met: ‘Meneer, uw hengel is gebroken’. Op mijn visclub ‘De Schreineriaan’ zijn er leden die graag met de swingtip vissen, maar verder verneem ik er weinig van. Maar hoe kom je aan een swingtiphengel? Als eerste wordt er op Marktplaats zo nu en dan een oldskool swingtiphengel aangeboden, gebouwd door een vaderlandse hengelbouwer. Soms worden deze met een of meerdere tips geleverd. Om kennis met het swingtippen te maken, zou je op een niet te zware spin- of snoekbaarshengel, je topoog kunnen (laten) vervangen door een exemplaar met schroefdraad.
Je hebt dan geen perfecte swingtiphengel, maar je kan zo wel aan deze visserij proeven. Wanneer het swingtippen je heeft gegrepen, kan je een nieuwe handgebouwde prachtig mooie swingtiphengel aanschaffen bij Jan Bassez van Fair Play België (www.fairplayhengels. be) die ook alle swingtips kan leveren. Tot slot wil ik Bert Schouten noemen. Hij heeft van 1978 tot en met 1983 bij Fair Play /Jan Schreiner gewerkt en de opkomst van de swingtipvisserij meegemaakt en ontwierp enkele soorten swingtips. Nadat Bert zijn hengelbouwatelier Handy Fish overgedaan heeft, bouwt hij hobbymatig af en toe een vlokof swingtiphengeltje omdat die bijna niet meer te koop zijn.
Bert is bereikbaar via Nick Venema van Handy Fish (https://handyfish.nl).
ADRIAAN OTTE WINT ZOMERAVONDCOMPETITIE 2024
Strijd op de Maasvlakte
Ook dit jaar werden weer vier zomeravondwedstrijden afgewerkt op de Slagen 5 en 6 van de Maasvlakte 2. De winnaar van de competitie wist drie van de vier wedstrijden op zijn naam te schrijven. Met een totaal van driemaal 50 punten nam Adriaan Otte de overall prijs in ontvangst.
ORMALITER WORDEN deze wedstrijden vervist op vaak zwoele warme avonden. Maar dit jaar was het beeld met vaak veel wind en regen
compleet anders. Dit had natuurlijk invloed op de visomstandigheden. Vaak een stevige branding, wat zorgde voor ‘dik water’ en had tot gevolg dat vissoor-
ten als zeebaars, harders niet aanwezig waren. Veelal bestond de vangst uit botjes en kleine scholenbaars met gelukkig af en toe een uitzondering en een mooie maatse vis.
Geen onweer!
De eerste zomeravondwedstrijd werd vervist op Slag 6 op de Maasvlakte 2. De weersomstandigheden waren afgezet
Visjes ‘schrapen’
De tweede zomeravondwedstrijd was compleet anders dan die van een week eerder. Voor sommigen ging het uitein-
tegen de verwachtingen best goed. Het beloofde onweer bleef uit en de wind nam langzaam af. De vangsten waren zeker niet slecht te noemen: 25 vissen voor de winnaar met in totaal 492 centimeter. De vangst bestond vooral uit kleine botjes en scholenbaarsjes. De grotere zeebaarzen waren niet aanwezig. Cijfers: 11 deelnemers, totaal 142 vissen met een totale lengte van 2705 centimeter. Grootste vis: een zeebaars van 33 centimeter gevangen door Johan Rombouts.
delijk toch naar wens, terwijl anderen echt moesten schrapen voor een visje. Vier van de elf deelnemers eindigden zonder vis. Na de wedstrijd werd overlegd wat te doen met wedstrijd drie van 5 juli waarop hetzelfde tij als deze wedstrijd werd verwacht. Uiteindelijk werd besloten om de derde wedstrijd af te werken op Slag 5. Dat zou met de vele kleine botjes die er te vangen waren een nieuwe ervaring zijn. Cijfers: 11 deelnemers, totaal 54 vissen met een totale lengte van 879 centimeter. Grootste vis:
een bot van 34 centimeter gevangen door Arjan de Bruin. Vier man zonder vis!
Feestje!
De 3e zomeravondwedstrijd werd gevist onder uitdagende weersomstandigheden. Met een stevige, maar later wel wat afzwakkende zuidzuidwesten wind en aan het begin van de wedstrijd een stevige regenbui, was het best een ‘feestje’ om op Slag 5 van Maasvlakte 2 te staan. De visserij was ronduit goed te noemen. Al vlak na de start kwamen de eerste botjes op het strand, later gevolgd door redelijke aantallen baarsjes. De eerste grote zeebaars (56 centimeter) van deze competitie werd gevangen door Adriaan Otte. Wel verspeelde hij iets later jammerlijk een nog groter exemplaar in de eerste brandingsgolf. Cijfers: 10 deelnemers, in totaal 124 vissen met een totale lengte van 2602 centimeter. Grootste vis: een zeebaars van 56 centimeter gevangen door Adriaan Otte.
Lastig
De vierde zomeravondwedstrijd werd onder heel barre omstandigheden vervist op Slag 5 van de Maasvlakte 2. Er stond een stevige noordwestenwind, met enige regelmaat regende het en de branding was stevig. Het was daardoor erg lastig om een visje te vangen. De grootste vis van deze avond (een zeebaars van 31 centimeter) werd gevangen door Thijs Jelier. Adriaan Otte wist ook deze avond te winnen. Met maar drie botjes trok hij het klassement naar zich toe. Cijfers: 12 deelnemers, totaal 13 vissen met een totale lengte van 239 centimeter. Grootste vis: een zeebaars van 31 centimeter gevangen door Thijs Jelier.
Ook volgend jaar wordt in juli en augustus een zomeravondcompetitie georganiseerd. Er staan dan weer vier wedstrijden van vier uur (van 20.00 tot 24.00 uur) op het programma. Afhankelijk van het tij en de weersomstandigheden zal dan niet alleen op Maasvlakte 2 gevist worden, maar hoogstwaarschijnlijk ook in het Hartelkanaal en de Dintelhaven.
Het inschrijfgeld is € 5,00 per wedstrijd plus € 2,00 voor de kanjerpot (voor de grootst gevangen vis). Meedoen? Volg dan de berichten op de website van de Zeevisafdeling, de Facebookpagina en de publicaties in Haak.
ALLE IN & OUTS OVER UW HSV GROOT ROTTERDAM LIDMAATSCHAP 2025, HET BETAALVERZOEK EN DE VISPAS 2025.
Lidmaatschap & Vispas 2025
Begin november 2024 ontvangt u per sms, e-mail of per post het betaalverzoek. Wanneer u een automatische incassomachtiging heeft afgegeven, dan zal de incasso in de eerste week van november aan uw bank worden aangeboden. De verwerking door uw bank kan maximaal vijf werkdagen in beslag nemen. Indien u binnen een of twee dagen nog geen afschrijving op uw bankafschrift heeft aangetroffen, dan is er dus geen man overboord.
HEEFT U GEEN incassomachtiging afgegeven, dan verzoeken wij u het lidmaatschapsgeld in de maand november over te maken. In dat geval kunnen wij zorgdragen voor een snelle verzending (begin december) van de Vispas 2025.
Bij ontvangst van uw betaling voor 7 december van het lidmaatschap 2025 bij Groot Rotterdam kunnen wij u zelfs garanderen dat de Vispas nog ruim voor de feestdagen in uw brievenbus zal belanden. Bij eventuele vragen en/of opmerkingen verzoeken wij u dit zoveel mogelijk via het contactformulier op de website van Groot-Rotterdam te doen. Wij streven ernaar om u uiterlijk binnen 72 uur na ontvangst van het formulier te beantwoorden. Om u zo snel mogelijk te kunnen helpen, dient u bij de correspondentie te allen tijde uw Vispasnummer, naam en geboortedatum te vermelden.
Ledenservice
Voor Nederlandstalige leden hebben wij ook dit jaar weer als extra service een aantal extra telefoonnummers op werkdagen tussen 10.00 en 17.00 uur
actief. Deze nummers zijn: 06-41426570 en 06-41426557. Even niet bereikbaar? Probeer het dan later nog een keer. Begin bij telefonisch contact het gesprek altijd met het Vispasnummer, naam en geboortedatum, zodat wij direct gericht uw vraag kunnen behandelen en beantwoorden.
Uiteraard is er ook een informatienummer van het bestuur inzake vragen over de vereniging en de viswateren. Het contactnummer is: 06-12748454. Het e-mailadres is info@groot-rotterdam.nl. U kunt ook zelf kleine wijzigingen (adres, banknummer enzovoorts) online doen. Namelijk via de link www. mijnsportvisserij.nl. Daar dient u eerst in te loggen om vervolgens de veranderingen door te kunnen voeren. Contact opnemen met de ledenadministratie per e-mail kan ook en is eenvoudig en snel! Meer informatie en vragen + antwoorden – zie de vraag-antwoord pagina op de website.
Veelgestelde vragen
Vraag 1:
Ik ontving het betaalverzoek begin november 2024 en ik zie dat het lidmaat-
schapsgeld niet met een automatische incasso wordt geïnd. Wat te doen?
Antwoord 1:
Indien u een automatische incasso toestaat, dan verzoeken wij u (naast dat u dat aangeeft op het betaalverzoek als uw keuze) dit ook even te melden aan de ledenadministratie, zodat dit voor de volgende jaren goed in het systeem wordt verwerkt.
Vraag 2:
Ik heb het betaalverzoek ontvangen, maar ik zie geen verdere informatie inzake een nachtvis of 3e hengelvergunning. Hoe zit dit?
Antwoord 2:
Omdat wij als vereniging geheel zelfstandig de ledenadministratie verzorgen, kunnen wij nog altijd niet een nachtvisvergunning of 3e hengelvergunning in hetzelfde betaalverzoek meenemen. Dat komt omdat wij van Sportvisserij Nederland alleen de basisvergunningen aangeleverd krijgen.
Overigens is nachtvissen gratis in het viswater van HSV Groot Rotterdam en de stichting waarin wij actief zijn. In ons viswater is de 3e hengel niet toegestaan. Mocht u toch een nachtvis- of 3e hengelvergunning willen kopen, dan kunt u dit online doen op dit website: https://www. sportvisserijnederland.nl/vispas/nachtvis-derde-hengeltoestemming.
Vraag 3:
Ik heb een betaalverzoek ontvangen, maar ik wil eigenlijk mijn lidmaatschap beëindigen en dus ook geen contributie betalen, en dus ook geen Vispas 2025 ontvangen. Wat te doen?
Antwoord 3:
Zoals in alle communicatie van de vereniging en Sportvisserij Nederland staat vermeld, moet men indien men het lid-
maatschap niet wenst te verlengen voor 1 oktober in het jaar voor het volgende kalenderjaar het lidmaatschap (bij voorkeur per e-mail aan support@groot-rotterdam.nl) opzeggen. In principe bent u op het moment dat u een betaalverzoek ontvangt dus al te laat met uw opzegging. Maar opzeggingen worden door ons tot 1 december toch nog verwerkt. U ontvangt dan ook geen betalingsherinneringen en/of aanmaningen meer.
Vraag 4:
Waarom deze werkwijze bij opzeggingen?
Antwoord 4:
In oktober worden de nieuwe Vispassen vervaardigd om deze Vispassen na betaling tijdig bij de leden te kunnen bezorgen. Het is dus zeker geen onwil van onze zijde, maar het is puur een zaak om maximale zekerheid te hebben dat leden die voor 1 januari betalen, ook op 1 januari met de juiste papieren op zak kunnen gaan vissen! Overigens wordt deze handels-
HET BESTUUR NODIGT DE LEDEN
VAN GROOT ROTTERDAM UIT TOT HET BIJWONEN VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING OP MAANDAG 25 NOVEMBER 2024 IN LOMMERRIJK AAN DE BERGSE PLAS (adres: Straatweg 99, 3054 AB Rotterdam).
De vergadering begint om 20.00 uur, inloop en koffie vanaf 19.30 uur.
De locatie is te bereiken met tramlijn 4 en is gelegen op loopafstand van NS-station Rotterdam-Noord. Parkeren op het terrein van Lommerrijk is gratis. Als het terrein vol is, kan in de buurt tegen betaling van € 1,92 per uur geparkeerd worden.
De (voorlopige) agenda ziet er als volgt uit:
1. Opening en vaststellen agenda
wijze bij alle hengelsportverenigingen toegepast.
Vraag 5:
Hoe kom ik aan boekjes met daarin opgenomen al het landelijke en het verenigingswater?
Antwoord 5:
Sinds 2019 zijn wij steeds meer digitaal gaan werken. Dat is te zien aan de wijze van facturatie van het lidmaatschapsgeld, maar zeker ook aan het distribueren van de boekjes met het viswater. Jaarlijks worden deze boekjes ook geactualiseerd.Deze boekjes zijn te downloaden vanaf onze website, maar daarnaast zijn deze nog altijd in de papieren vorm op vertoon van de Vispas gratis te verkrijgen bij onze wederverkopers. Zij hebben deze boekjes altijd op voorraad. Ook kunnen wij de waterboekjes tegen een kleine vergoeding (€ 4,50) opsturen. Stuur een e-mail aan support@groot-rotterdam.nl en na ontvangst van de betaling komen de boekjes naar u toe.
2. Mededelingen en ingekomen stukken
3. Verslag Algemene Ledenvergadering 27 mei 2024
4. Bestuursverkiezingen
5. Presentatie (onderwerp en gastspreker nog vast te stellen)
6. Pauze
7. Stand van zaken clubgebouw
8. Toekomstbestendige hengelsport
9. Begroting 2025
10. Rondvraag
11. Sluiting
U kunt zich opgeven voor deze vergadering via secretaris@groot-rotterdam.nl of via de website van Groot Rotterdam. Graag hierbij uw lidmaatschapsnummer vermelden.
PS. Toegang tot de vergadering uitsluitend op vertoon van een geldig bewijs van lidmaatschap.
Viswedstrijd in de familie
BESTE hersenkrHAAKers. Misschien heeft u gezocht, maar in de vorige HAAK stond door omstandigheden inderdaad geen hersenkrHAAKer. Het juiste antwoord op de familie-kwestie is door jullie helaas niet gegeven. Het was ook een ingewikkelde familie, maar de clou zat ‘m erin dat mevrouw Van Dijk zo min mogelijk vissers had uitgenodigd. En dit is het geval als mevrouw Van Dijk met haar neef Pieter is getrouwd. Mevrouw Van Dijk heet dus Charlotte en zij beiden hebben een dochter Petronella van der Heuvel die weduwe is en naast mevrouw Van Dijk woont. De tante van Petronella is de zus van mevrouw Van Dijk en heet Alexandra van Dam. Zo komen er maar 4 vissers!
Uiteindelijk gaat het kleine familiegezelschap vissen. Ze vangen acht voorns, zeven brasems en drie karpertjes. Dat alles weegt evenveel als drie brasems, zes voorns en zes karpertjes bij elkaar. Twaalf brasems wegen samen 3 kg. Drie voorns wegen hetzelfde als twee karpertjes. Wat weegt één karpertje?
Stuur uw oplossing samen met uw naam en adres vóór 19 augustus naar puzzel@groot-rotterdam.nl. Uit de goede inzendingen wordt weer een waardebon van € 25 verloot.
OVER VISRECHTEN, STEIGERS, ONTHAKEN, GELD EN HET NIEUWE CLUBHUIS
ALV OP 27 MEI
Op 27 mei vond de eerste Algemene Ledenvergadering van Groot Rotterdam plaats. Plaats van handeling: Lommerrijk aan de Bergse Plas in Rotterdam. Een schitterende locatie om samen met de leden de stand van zaken bsm de vereniging door te nemen. Een verslag.
NA DE OPENING VAN de vergadering door penningmeester Wim Kruining kwamen eerst de mededelingen voorbij. Zoals wellicht bekend, is de vereniging op zoek naar een nieuwe secretaris. Harm Bakker vult deze positie nu tijdelijk in. Interesse in deze functie? Neem dan contact op. Daarna volgde een
uitgebreide discussie over de rechtszaak tussen Groot Rotterdam en de Federatie-Sportvisserij Nederland. Kern van de zaak was of Groot Rotterdam verplicht kon worden om de achtergehouden ‘afdrachtbijdrage’ alsnog te voldoen. Helaas werd Groot Rotterdam in het ongelijk gesteld.
Ook de Vispas en de Visplanner leverden veel reacties op. Veel klachten kwamen binnen over de Visplanner, een app van Sportvisserij Nederland. Deze was lange tijd niet actueel wat, vooral in de Krimpenerwaard, tot problemen leidde.
Het lijkt erop dat de Visplanner onlangs een update heeft ondergaan waardoor deze nu een stuk gebruiksvriendelijker is geworden.
Harm Bakker gaf een toelichting op wat er tot nu toe gedaan is onder de noemer
‘toekomstbestendig vissen’. De inventarisaties zijn bijna afgerond en het plan is om een en ander te gaan afstemmen met de andere stichtingspartijen: SVBD en GHV ’t Groene Hart. Het uiteindelijke plan zal door het bestuur goedgekeurd moeten worden. Het enige waarvan we nu met zekerheid kunnen zeggen dat het gaat veranderen, is het onthaken. Wie dat op de grond doet, ongeacht of dat wel of niet in een schepnet is, zal dat voortaan op een onthaakmat moeten doen. Nieuws op dit gebied zal via de website en HAAK bekendgemaakt worden.
Kosten en baten
Het boekjaar 2023 is afgesloten met een positief resultaat. Een mooi gegeven is dat de leden relatief snel de contributie voor 2024 betaalden. Per 1 december
is al € 50.000 meer ontvangen dan een jaar eerder het geval was. Grotere uitgaven betroffen onder andere de koop van een Vaderlands Heerlijckheid (de visrechten in een deel van de Rotte) en de wedstrijdformule van Stars & Stripes, een roofviswedstrijd vanuit bootjes op het Hollands Diep en Haringvliet. De editie van 2025 is nu in voorbereiding, waarbij aangetekend werd dat ecologische maatregelen mogelijk invloed hebben op de omvang van het evenement. Aan de uitgavenkant zagen we dat Groot Rotterdam meer kosten maakt door aanwezigheid op meer beurzen. Ook werden meer wedstrijden en wedstrijdteams gesponsord. Daarnaast kreeg de vereniging te maken met hoge advocaatkosten en kosten voor het behoud van de visrechten in de Lek. Verder zijn er plannen voor het plaatsen van nieuwe steigers en voor het uitzetten van vis in de Pernisserplas.
De ledengroei heeft geleid tot stijgende baten door contributies van € 34.000.
De verkoop van dag- en weekvergunningen liep goed. Er worden ook veel VBL’s aangevraagd, maar daar stond ook wel een forse uitstroom tegenover. Bij het vereffeningsfonds was te zien dat SVBD en GHV ’t Groene Hart een deel van de huurkosten voor de Lek betaald hebben. Uiteraard kwam ook de 2024 begroting op tafel. Penningmeester Wim Kruining gaf een toelichting op de cijfers. Na een toelichting op de balans werden het financieel verslag en de begroting met applaus goedgekeurd. Penningmeester en bestuur kregen décharge. Hans Speulman merkte vervolgens op dat hij stopt met de havenwedstrijden, omdat dit erg veel werk met zich meebrengt en omdat die wedstrijden door de hoge parkeerkosten bijna onmogelijk worden gemaakt.
Waar gaan we heen?
Groot Rotterdam is ook op zoek naar een eigen clubhuis in de regio Rotterdam. Zo is geprobeerd om een clubhuis te realiseren bij de scouting aan de Zevenhuizerplas, maar dat is niet gelukt omdat het een ecologische zone betrof. Een stuk grond dat ons vervolgens aangeboden werd, was wel erg groot voor de vereniging. In november kregen we van de wethouder het advies om ons te richten op één locatie. Wat Groot Rotterdam nu op het oog heeft, is een locatie waar mogelijk ooit een hotel komt. Maar als
dat al werkelijkheid zou worden, gaat dat nog zo’n 3-5 jaar duren.
Naast de uitdagende zoektocht naar een nieuw clubgebouw krijgen we nog een andere uitdaging. Het clubhuis van onze zeevissers in Europoort moet mogelijk op die plek verdwijnen. De aanwezige ruimte mag in de toekomst alleen nog maar gebruikt worden voor uitbreiding van havenactiviteiten ten koste van alle vormen van recreatie. Dat clubhuis is met veel zelfwerkzaamheid tot stand gekomen en het lijkt erop dat demonteren en elders opbouwen geen optie is.
Meer steigers, betere visfoto’s
In de Rotte hebben we op drie locaties steigers. Uitbreiding is gewenst en lijkt mogelijk op het deel tussen de A20 en de Irenebrug, het deel waar we de visrechten verworven hebben. Hans Speulman heeft deze locatie verkend en geconstateerd dat er aan beide zijden locaties zijn die per auto bereikbaar zijn en waar steigers geplaatst zouden kunnen worden. Die wens zullen we eerst met het waterschap moeten bespreken.
Gijs Nederlof zette tot slot op heldere wijze uiteen hoe we kunnen afrekenen met de tekortkomingen van foto’s die met een smartphone gemaakt worden. Aanleiding was de teleurstelling die de redactie beleeft als een mooi artikel vergezeld gaat van foto’s met ontoereikende resolutie en dus ongeschikt is voor publicatie in HAAK. Per foto is minimaal 2 Mb vereist. Enthousiast ging hij ook in op andere voorwaarden waaraan goede foto’s moeten voldoen.
Geïnteresseerd in de officiële notulen van deze vergadering of wil je gewoon eens een ALV bijwonen? Zet dan 25 november alvast in je agenda. Op die datum staat de 2de ALV van 2024 gepland. Elders in dit magazine is de officiële aankondiging met de agenda van deze meeting te lezen.
MONITOREN EN HANDHAVEN LANGS DE WATERKANT
AAN HET WERK…
Groot Rotterdam heeft een speciaal team dat controles uitvoert namens de vereniging. Deze vrijwilligers zorgen ervoor dat vissers niet alleen over de juiste schriftelijke toestemming beschikken, maar ook op een verantwoorde manier met de vissen omgaan. Onlangs kwam dit team weer in actie. Verslag van Raymond Sybesma.
IN DE SPORTVISSERIJ kom
je niet dagelijks bestuursleden of andere leden tegen.
Daarom hebben de controleurs een belangrijke rol als vertegenwoordigers van de vereniging. Ze zijn vaak het aanspreekpunt voor vissers die misschien niet snel een e-mail naar het bestuur zouden sturen, maar wel hun vragen stellen aan de controleur die naast hen staat. Dit biedt de vereniging waardevolle inzichten in hoe het gaat met bijvoorbeeld de visstand en waar verbeteringen mogelijk zijn.
Verantwoord & effectief
Naast individuele controles werken de controleurs ook samen met ketenpartners zoals politie, handhaving, boswachters en boa’s van de federatie. Door deze samenwerking kunnen ze gebruikmaken van
elkaars expertise en bevoegdheden, wat de controles effectiever maakt. Soms blijkt bij een controle dat een visser niet alleen de juiste toestemming mist, maar ook andere overtredingen heeft begaan, of nog openstaande boetes heeft staan, of zelfs een gevangenisstraf moet uitzitten. Deze ‘bijvangst’ maakt de controles nog effectiever. Gelukkig blijkt uit de controles dat de meeste vissers hun zaken goed op orde hebben en verantwoord omgaan met hun vangst.
Netjes & veilig
Een voorbeeld uit de praktijk. Op 22 juni werden 42 vissers gecontroleerd. Hierbij kregen twee vissers een boete voor het vissen zonder schriftelijke toestemming, twee voor het vissen met drie hengels, en één persoon ontving een boete in verband met de wet wapens en
munitie. Over het algemeen constateerden de controleurs dat de vissers netjes met hun vangst omgaan en de regels naleven.
Deze controles helpen de vereniging om niet alleen de visstand te monitoren, maar ook om een veilige en verantwoorde visomgeving te waarborgen.
Resultaten van de controles
Schiedam: Beatrixpark: 17 vissers.
l 2 PV’s: 3 hengels
l 1 waarschuwing: vispas niet bij zich
Maasboulevard: 19 vissers.
l 2 PV’s: geen vispas
l 2 PV’s: 3 hengels
Buitenhavenweg: 2 vissers.
l 1 PV: geen Vispas
Bleiswijk: 42 vissers.
l 2 PV’s: geen Vispas
l 2 Pv’s: 3 hengels
l 1 PV: WWM (wapens en munitie)
l 7 waarschuwingen
Hoek van Holland: l Oranjeplassen 4 vissers.
Alles in orde!
Nieuwe Oranjekanaal: 20 vissers.
l 1 PV: open vuur
l 5 PV’s: geen Vispas
l 2 PV‘s: 3 hengels
l 1 PV: niet op eerste vordering tonen van vispas
Maassluis: Boonerlucht 7 vissers.
Alles in orde, wel een zwerver weggestuurd.
Boonervliet: 4 vissers.
l 1 PV: 3 hengels
l 1 PV: geen Vispas
Delft e.o: 30 vissers.
l 2 PV’s: geen Vispas
Foppenplas: 14 vissers.
l 1 PV: geen vispas
Wollebrand: 16 vissers.
l 2 PV’s: niet de rijbaan gebruikt
l 3 PV’s: geen Vispas
l 1 PV: open vuur
l 1 PV: 3 hengels
Nieuw bij Wesdijk:
Het
Daiwa Surfcasting programma!
Daiwa heeft besloten de strijd aan te gaan op het zoute. Een zeer fraai programma met bijzondere strandmolens en een rijk assortiment aan strandhengels, van wedstrijdvisser tot recreant, aangevuld met 2 brede series aan zeebaarshengels, is hiervan het resultaat! En dat resultaat mag er zijn!
De prijs kwaliteit verhouding is zo opmerkelijk goed en zal menig ander merk zich achter de oren doen krabben, hoe Daiwa dit voor elkaar gekregen heeft.
Alle modellen zijn op voorraad bij Wesdijk in de winkel en online.
Op naar een schitterend zout najaar, met de beste strandvis materialen van Daiwa!