Huisartsenservice 2013 3

Page 1

Nr. 3 / 2013 / Jaargang 2 – Een uitgave van MedWay

interview

Beroertes door boezemfibrilleren voorkomen

focus

Samenwerking op meerdere niveaus bewezen effectief

huisarts in beeld Driekoppige praktijk als functionele eenheid


inhoud Focus - Samenwerking Slagkracht en verhoogde expertise door samenwerking Medisch nieuws Interview Cardioloog Robert Tieleman, Silent AF Boezemfibrilleren onbekende sluipmoordenaar Selectie Medische tips & trucs Opinie Center Of Expertise Healthy Ageing Gezonder ouder worden Column Frans Joseph Sin Jorgo Huisarts in beeld dr. Kreek Een driekoppige praktijk als een functionele eenheid Selectie Medische tips & trucs Interview dr. Kees Vos , Change Pain Eerstelijn in beweging met betrekking tot chronische pijn Medisch netwerk Investeren in goede samenwerking Stichting Hulphond Samenwerking tussen mens en hond Interactief Platform voor online uitwisseling Mountainclub Bufnuckels Afzien in de Alpen Dienstverlenersoverzicht

4

8 10

15

Geachte lezer,

16

We zijn inmiddels een aantal jaren bezig om HuisartsenService samen met de Nederlandse huisarts en zijn personeel vorm te geven. Daarbij willen we vooral graag samenwerken met alle huisartsen om zo te komen tot een zo goed mogelijke dienstverlening. Daarnaast bedienen wij u graag met een (gratis) magazine dat naar onze mening aansluit op de behoefte van de huisartsenpraktijk. Omdat samenwerken niet altijd zo eenvoudig is, maar wel nodig, hebben we deze editie daarom juist voor dit thema gekozen. Waar liggen de knelpunten, waar de mogelijkheden? Als huisarts zijnde is samenwerking een belangrijk thema geworden. Daar waar deze vroeger bestond uit de kleinschaligheid van een praktijk met een huisarts en zijn assistente, ziet deze er tegenwoordig heel anders uit. Er zijn groepspraktijken ontstaan maar ook gezondheidscentra, zorggroepen, het FTO-overleg et cetera.

18 19

21 22

24 26 29 30 33

Colofon

HuisartsenService is een kwartaalmagazine en wordt gratis verspreid onder huisartsen en farmaceutische bedrijven. Wilt u HuisartsenService ook ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven mail dan naar info@huisartsenservice.nl Uitgever: MedWay BV, Postbus 1199, 3860 BD Nijkerk, 033-2471171 info@medwaybv.nl / www.huisartsenservice.nl / info@huisartsenservice.nl Coördinatie magazine en advertentie exploitatie: Claudine van Peperstraten, claudine@xs4all.nl, 06-40555622 Redactie: buro33, Edgar Kruize / Esther Schulting, www.buro33.nl Ontwerp en DTP: P3 / Jos Peters / jos@p3vormgeving.nl Drukkerij: Grafisch Centrum de Toren bv, Touwslager 3, 3861 SP Nijkerk Copyright: Op alle artikelen en fotografie in dit magazine rust auteursrecht. Prijswijzigingen en drukfouten voorbehouden. Gebruik of verspreiding zonder toestemming van de uitgever is verboden. Disclaimer: MedWay BV en bij deze uitgave betrokken medewerkers aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie. Uitspraken die worden gedaan in de gepubliceerde interviews zijn van de geïnterviewde en hoeven niet overeen te komen met de mening van de redactie.

2

huisartsenservice

Editorial

3

Bij samenwerking is het ook belangrijk om goed te kijken naar de wederzijdse belangen en is het daarbij erg cruciaal dit goed uit te spreken en vast te leggen, zodat er duidelijkheid ontstaat. Uiteindelijk leidt samenwerking tot een groter doel, meer mogelijkheden, meer kansen en tot groei. Ik nodig u dan ook graag uit om samen te werken om zo tot een zo goed mogelijk resultaat te komen. In deze editie leest u bijvoorbeeld over een huisartsenpraktijk in Amersfoort – een driekoppige praktijk die ze zelf graag ‘functionele eenheid’ noemen. Of het verhaal over de ultieme samenwerking tussen mens en hond; Hulphond Nederland en natuurlijk ook weer allerhande tips om het leven te veraangenamen en te vergemakkelijken. Kortom; er is weer genoeg te lezen. Ik hoop dat u ons wilt laten weten wat u van deze editie vindt en hoe we u verder van dienst kunnen zijn. Uw input is van harte welkom… … want HuisartsenService maken we graag in samenwerking met u! Dirk-Jan Kruithof Uitgever

huisartsenservice


tekst HuisartsenService

focus

Samen sterker Het is een spreekwoord dat al zo oud is als de mensheid. ‘Samen sta je sterker’. Maar ego’s staan een samenwerking regelmatig in de weg. In de Nederlandse (huisartsen) zorg is samenwerking op meerdere niveaus niet alleen bewezen effectief, maar tevens met het oog op de in toom te houden kosten meer dan noodzakelijk.

S

amenwerking, het blijft een heet hangijzer. Niet alleen in de zorg. Het is een thema dat landelijk speelt. Niet voor niets is de term ‘participatiemaatschappij’ zo prominent gebruikt tijdens de recente troonrede. Wat er ook van te vinden is op landelijk niveau, de onderliggende boodschap is toch dat we het met zijn allen moeten doen. Samen. In plaats van eenrichtingsverkeer naar een wereld waar alle betrokken partijen zelf een duit in het zakje doen. Parallellen zijn ook te trekken richting de zorg. Waar – heel kort door de bocht - in het verleden nog het eenrichtingsverkeer leidend was (van verzekeraar naar arts, van specialist naar huisarts, van arts naar patiënt) verandert het speelveld dusdanig dat elke betrokken partij een even belangrijke partner in het geheel wordt. Maar dat proces verloopt met horten en stoten en is een traject waarbij een ieder zijn of haar verantwoordelijkheid moet nemen. Wij zetten de ontwikkelingen voor u op een rij. Huisarts - Ziekenhuis Minister Schippers maakte recent tijdens een overleg in de Tweede Kamer over de zorgverzekeringswet haar plannen hieromtrent bekend. Als vanzelfsprekend wil ze betere samenwerking (wie niet?) en ze geeft aan dat de afdelingen spoedeisende hulp en huisartsenposten versneld moeten integreren en indien die

4

huisartsenservice

huisartsenpost er niet is moet er betere samenwerking met lokale huisartsen komen. Schippers voert hier momenteel overleg over met een aantal ziekenhuizen zonder huisartsenpost. Achterliggende gedachte is dat er in de eerste hulp veel tijd – en dus geld - verloren gaat bij de behandeling van verwaarloosbare kwetsuren en zodoende wil de minister er uiteindelijk naar toe dat patiënten, voor zij bij de spoedeisende hulp terechtkomen, eerst gezien zijn door een huisarts. Dat zal er volgens de minister voor zorgen dat onterecht beroep op de spoedeisende hulp vanzelf ophoudt. Dit is echter vooral een vanuit economische motieven gezochte samenwerking. Echte zorgwinst valt er te behalen als beide partijen actief samenwerken. Daar gaat het volgens een eerder dit jaar gehouden studie door onderzoek- en adviesbureau MediQuest nog wel eens mis. Zij stellen dat communicatie en informatievoorziening de achilleshiel zijn in de samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuizen. Althans, zo vinden huisartsen. Want de rol van de huisarts hierin is niet onderzocht in dit tweerichtingsverkeer. Voor het onderzoek zijn duizend huisartsen geraadpleegd, met als resultaat ruim 14.000 oordelen verzameld over 11 specialismen in 68 ziekenhuislocaties, uit de periode 2011 tot en met 2013. Uit de resultaten blijkt dat volgens de deelnemende huisartsen medisch specialisten moeilijk bereikbaar zijn, 5

huisartsenservice

dat specialistenbrieven te laat of zelfs helemaal niet komen en dat de wachttijden (te) lang zijn met betrekking tot bekendmaken van onderzoeksresultaten en de communicatie met het ziekenhuis. Zelfs binnen specialismen die nadrukkelijk bij ketenzorg (cardiologie, interne geneeskunde) betrokken zijn. “Wanneer zorgverleners samenwerken en de zorg hiermee doeltreffender inrichten, leidt dit tot betere kwaliteit van zorg, lagere kosten en een hogere patiëntveiligheid, bijvoorbeeld door betere medicatieoverdracht”, aldus MediQuest-directeur Schaefer over de resultaten. “De afstemming tussen verschillende zorgverleners is het gebied waar nog heel veel winst te behalen valt om de zorg kwalitatief beter en doelmatiger te maken.” Dit betekent echter niet dat de ziekenhuizen er niet mee bezig zijn. Het OLVG houdt momenteel een onderzoek hoe bij hen de samenwerking tussen specialisten en huisartsen verloopt. Dit jaar worden, naast een tevredenheidonderzoek onder huisartsen, ook de specialisten in het OLVG ondervraagd. De resultaten van deze onderzoeken worden tijdens het Huisartsensymposium op 17 januari 2014 bekendgemaakt. Huisarts – (Zorg)collega’s De huisarts is niet de enige die een ziektebeeld van een patiënt kan herkennen. Enige tijd geleden pleitten diverse tandartsen, masseurs, kappers en schoonheidsspecialisten


al dat zij een betere samenwerking zouden willen met huisartsen, omdat zij in hun werkzaamheden mensen regelmatiger zien dan de huisarts en dus ook kunnen signaleren als het slechter met een dergelijk persoon gaat. Of dit nu huidstechnisch is bij schoonheidsspecialisten of op het gebied van vreemdsoortige moedervlekken waar (sport)masseurs nog wel eens op stuiten. Anderzijds kan de samenwerking tussen huis- en bedrijfsarts een flinke stap vooruit maken. Dit blijkt uit een eerder dit jaar gepresenteerde studie van onderzoeksbureau Nivel, in opdracht van het ministerie van VWS. Het onderzoek stelt dat er wederzijds gebrek aan vertrouwen is en een gebrek aan structureel contact. Verschillende belangen en behandeldoelen, maken dat de patiënt er letterlijk en figuurlijk niet beter van wordt. Volgens de onderzoeksresultaten zou de huisarts in zijn behandelplan en diagnose (te) weinig rekening houden met de arbeidsomstandigheden van de patiënt en andersom kijkt een bedrijfsarts te weinig buiten de werkvloer. Huisarts en bedrijfsarts komen doorgaans niet met elkaar in contact en uit het onderzoek blijkt tevens dat een patiënt aan beide artsen niet dezelfde informatie verstrekt, waardoor beide zorgverleners absoluut complementair aan elkaar kunnen zijn bij een actieve samenwerking. Huisarts – Praktijk Waar in het verleden de huisarts met name een solopraktijk runde, zit deze anno 2013 in zorggroepen, waar wordt samengewerkt met andere huisartsen en eerstelijns zorgverleners. Elders in dit magazine vertelt huisarts Peter Kreek over de voordelen van een goede samenwerking. Slagkracht en verhoogde expertise wat betreft diagnostiek of bedrijfseconomische beslissingen, maar ook voordeel door gedeelde kosten en een gezamenlijke aanschaf van technische middelen. “Doordat we samenwerken is de kwaliteit

van onze diensten hoog”, zo stelt hij. Dat is dan ook een voorbeeld van een geslaagde samenwerking. Veel zorgcentra worstelen echter nog om een en ander gestroomlijnd te krijgen. Misverstanden tussen artsen en ondersteunend personeel, communicatieproblemen over en weer tussen doktersassistenten en praktijkondersteuners, onenigheden met de directe collega’s. Het zijn slechts enkele voorbeelden van stagnerende samenwerking waar de patiënt uiteindelijk niet bij gebaat is. Wellicht is het tijd om de knelpunten eens te analyseren en weg te nemen. HuisartsenService helpt u hier graag bij. Op onze website vindt u bijvoorbeeld informatie over een PraktijkDiagnose voor de huisarts, die exact die knelpunten opspoort zodat u deze met uw collega’s en medewerkers als team weg kunt nemen. Huisarts – Patiënt De zorg van de toekomst vraagt steeds meer van de patiënt en dat is

“Huisarts en bedrijfsarts kunnen complementair aan elkaar zijn bij een actieve samenwerking” 6

huisartsenservice

een gezonde ontwikkeling. Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid maken voor de patiënt het zorgproces meer inzichtelijk, wat op de lange termijn zorgt voor therapietrouw. Proactief of anticiperend werken met en voor de patiënt heeft de toekomst. De winst zit ‘m in het identificeren van specifieke patiënten en daar in heldere samenspraak over de wensen, behoeften en mogelijkheden de behandeling op richten. Doordat patiënten leren over hun aandoening, neemt de therapietrouw toe en komen ook de gebruikte geneesmiddelen beter tot hun recht. Moderne technieken maken het mogelijk om patiënten online te monitoren en een ziektebeeld als team (zorgverleners aan de ene zijde, de patiënten aan de andere) aan te vliegen. Al brengt dit natuurlijk wel weer de nodige druk met zich mee, maar die is door actieve samenwerking met anderen weer goed op te vangen. Apotheker Arjan Hoekstra uit Nieuw Vennep verwoordde het – vanuit zijn optiek als apotheker gezien - in het eerste HuisartsenService magazine van dit jaar eigenlijk al op zijn best: “Door die betere middelen, blijven mensen ook langer leven en doen ze vaker een beroep op de eerstelijn. Omdat het nu eenmaal het eerste aanspreekpunt is, maar ook omdat dit vanuit de overheid wordt gestimuleerd om de kosten in toom te houden. Dat betekent dus ook dat de meer complexe zorg de eerstelijn in vloeit. Patiënten die op donderdag in een ziekenhuis worden opgenomen, worden regelmatig nog voor het weekend weer ontslagen. Die patiënten vang je als huisarts én apotheker op. Samen kijk je wat je voor hen kan betekenen. Dat maakt wat mij betreft het vak alleen maar interessanter, ook omdat de kennis en ervaring in de eerstelijn zich verbreedt. Arts, apotheker, wijkverpleging… we staan met zijn allen rond het bed van een patiënt. En als we samen sterk staan, kan niemand om de eerstelijnszorg heen.” π

7

huisartsenservice


door Edgar Kruize

‘Huisarts herkent autisme niet’

chiater. De NVA heeft opgeroepen om te investeren in de verbetering van het (vroeg) signaleren van autisme binnen de eerstelijnszorg. Dit om de kosten op de langere termijn, die zich bij een latere diagnose voordoen, in te dammen.

Zorg over werkdruk

Huisartsen of consultatiebureaus spelen amper een rol bij de herkenning van autisme, zo stelt De Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) naar aanleiding van een onderzoek van de Vrije Universiteit. “Deze uitkomst baart ons grote zorgen”, aldus Swanet Woldhuis, interim directeur van de NVA. “De huisarts doet zijn best, maar heeft onvoldoende kennis.” Als onderdeel van het onderzoek is een enquête gehouden onder ruim 4000 mensen met autisme en hun naasten. Op de vraag wie degene was die het vermoeden van autisme als eerste uitsprak, was het in de categorie kinderen tot en met 18 jaar slechts in 1 procent de huisarts. Bij volwassenen is het met 0,7 procent zelfs nog minder. Bij de jonge groep is het doorgaans een ouder die het vermoeden als eerste uitspreekt, bij de ouderen veelal een psycholoog, orthopedagoog of psy-

In een recent item binnen actualiteitenprogramma Nieuwsuur werden vraagtekens gezet bij de druk die op de schouders van de huisarts wordt gelegd. Daar met het oog op kostenbesparing steeds meer werkzaamheden vanuit de tweedelijn de eerstelijn in stromen. Vandaar krijgen de huisartsen de komende jaren 1 procent extra budget, plus 1,5 procent om de extra taken op te vangen. In totaal mag het huisartsenbudget elk jaar met 2,5 procent groeien. “Tegelijkertijd betekent het dat er meer werk op het bord van de huisarts en zijn team komt te liggen. Dat kan alleen als dit geleidelijk ge-

beurt en in goede samenwerking met andere zorgverleners, de gemeente en zorgverzekeraars. Een proces wat de LHV nauwgezet zal volgen en begeleiden”, zo stelde de Landelijke

8

huisartsenservice

Huisartsen Vereniging daags na het bereiken van het zorgakkoord. In Nieuwsuur bleek dat sommige huisartsen toch nog bezorgd zijn over de hoeveelheid werk die op ze afkomt. “Het is niet zo dat huisartsen nu de hele dag uit het raam kijken”, zo stelde huisarts Vincent Coenen, die aangeeft dat om de extra taken goed te kunnen uitvoeren personeel aangenomen moet worden, apparatuur worden aangeschaft en er investeringen moeten worden gedaan. “Daar is het extra budget niet genoeg voor. Als arts denk je, ja interessant. Maar als ondernemer denk je nee.”

Onveilige receptaanvragen

Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) meldt dat veel websites waar online herhalingsrecepten aangevraagd kunnen worden niet veilig zijn. Uit een steekproef onder 150 websites van huisartsen en apotheken waar patiënten middels een formulier een herhaalrecept kunnen aanvragen, blijkt dat bijna een derde van die sites de privacy van de patiënt niet kan waarborgen en dat hierdoor derden relatief makkelijk toegang kunnen krijgen tot deze data en dat die patiëntengegevens verwijderd, gekopieerd of aangepast kunnen worden. Uit de steekproef kwamen 43 sites met niet goed versleutelde data naar boven, waar de

gegevens van 25.000 patiënten achter schuil gaan. Het CBP stelt dat huisartsen en apotheken zelf moeten zorgen dat de beveiliging op orde is. Is dit niet het geval, zijn ze in overtreding van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Het CBP heeft aangekondigd de komende maanden wederom onderzoek te doen naar de beveiliging van de online-formulieren die door huisartsen en apotheken worden gehanteerd.

WhatsApp kiekjes Meer in het kader van de patiëntveiligheid en privacy. Artsen (huisartsen en specialisten) blijken met grote regelmaat de gratis communicatie-app WhatsApp te gebruiken om fotomateriaal van patiënten aan een collega door te zenden. Dit blijkt uit onderzoek van magazine Elsevier op basis van gesprekken met diverse medici uit verschillende ziekenhuizen en huisartsen in verschillende steden. De achterliggende gedachte is om even snel een foto van bijvoorbeeld een wond van de patiënt te maken en een collega om een ‘second opinion’ te vragen. WhatsApp is echter in het verleden regelmatig in opspraak geraakt vanwege de slechte beveiliging van verstuurde berichten. Een van de mankementen van het systeem is dat foto’s automatisch in

de telefoon worden opgeslagen en daardoor vaak ongemerkt in clouddiensten terecht komen. Er zijn geen exacte cijfers over het WhatsApp-gebruik bij artsen en de Inspectie voor de Gezondheidszorg laat weten dat er daarom ook (nog) geen richtlijnen zijn opgesteld.

ken huisartsen vragen hun patiënten of ze mee willen werken aan het onderzoek. De deelnemende patiënten krijgen per mail een lijst met vragen waarop de eventuele bijwerkingen kunnen worden aangegeven. Volgens Kant is het nog niet bekend wanneer de onderzoeksgegevens beschikbaar zullen zijn.

Bijwerkingen Wandelen met griepprik de huisarts onderzocht

Het Nederlands bijwerkingencentrum Lareb gaat de komende jaren extra onderzoek uitvoeren waarbij de bijwerking van de griepprik centraal staat. Ongeveer tachtig Nederlandse huisartsen doen aan het onderzoek mee. De griepprik is de afgelopen weken weer veelvuldig toegediend. Jaarlijks krijgen zo’n 3,5 miljoen Nederlanders de injectie. Zo’n 200 daarvan ondervinden bijwerkingen, aldus Agnes Kant, directeur van Lareb. “Dat is erg weinig vergeleken met de gemelde bijwerkingen van vaccins uit het rijksvaccinatieprogramma. Dat is natuurlijk mooi, maar we willen voor de zekerheid onderzoeken of mensen ons wel goed genoeg weten te vinden. Bovendien verandert het griepvaccin elk jaar een beetje. Het is daarom belangrijk om de bijwerkingen jaarlijks te monitoren.” De bij het onderzoek betrok-

9

huisartsenservice

Een groep minder actieve patiënten weer in beweging krijgen. Dat is het idee achter het concept ‘wandelen met de huisarts’ van Dianne Jaspers van huisartsenpraktijk De Burgt in Barneveld. Zij geeft aan dat het er op uit trekken met de patiënten zeker geen ‘wandelend spreekuur’ is, maar eerder een manier om bijvoorbeeld overgewicht en depressies tegen te gaan. Op het moment van schrijven wandelt een groep van 25 patiënten twee keer per week mee met de huisarts en een andere eerstelijnszorgverlener, zoals een fysiotherapeut of een diëtiste. Uiteindelijk is het

de bedoeling dat de patiënten na de proef van drie maanden ook uit zichzelf in beweging blijven. “We willen mensen alleen maar motiveren om te bewegen en niet zozeer te focussen op alle beperkingen en alle klachten die ze hebben, maar juist om gezond bezig te zijn”, aldus Jaspers.


interview

tekst Edgar Kruize fotografie Jos Peters

Robert Tieleman “Veel beroertes door boezemfibrilleren kunnen worden voorkomen” Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis in het land. Een stoornis waar honderdduizenden Nederlanders last van hebben, maar waarvan een hele grote groep niet weet dat zij hier last van heeft. Daar boezemfibrilleren tot een beroerte kan leiden, is het van belang deze aandoening bij nog veel meer Nederlanders op te sporen, zo stelt cardioloog Robert Tieleman van het Martini Ziekenhuis in Groningen. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor de huisarts, zo vindt hij.

B

ij boezemfibrilleren, ook wel atriumfibrilleren genoemd, is de activatie van het hart verstoord. Het probleem doet zich voor in de twee hartboezems, de voorkamers van het hart, waar door onregelmatige contracties de hartoortjes zich niet goed ledigen. Waar bloed stilstaat, kan het gaan stollen en als zo’n stolsel losschiet, kan deze in de hersenen terecht komen en een beroerte veroorzaken. “Een beroerte in de aanwezigheid van boezemfibrilleren is in vergelijking tot andere beroertes twee maal zo vaak dodelijk en wanneer de patiënt het wel overleeft is de uitval veel meer invaliderend waardoor patiënten twee maal zo vaak opgenomen moeten worden in een verpleeghuis”, aldus Tieleman. “Omdat atriumfibrilleren niet altijd klachten geeft, is er naast de gediagnosticeerde groep mensen met de ritmestoornis, ook een groep patiënten die niet gediagnosticeerd wordt tot het te laat is. Deze groep ‘Silent AF’ patiënten loopt risico. ‘Silent AF’ staat voor ‘stil atriumfibrilleren’. Het is dus van belang om deze groep mensen op te sporen, met name

omdat behandeling met antistollingsmedicatie het merendeel van de beroertes bij deze patiënten kan voorkomen. Effectief middel In een eerdere editie van HuisartsenService magazine werd deze problematiek al even aangestipt. Destijds meldde Hans Vis, Business Unit Manager bij Bayer, in dit magazine dat er bij huisartsen op het punt van diagnose van atriumfibrillatie nog een flinke slag te slaan is. “Het is toch eigenlijk best vreemd dat het even opnemen van de pols niet tot de standaard bezigheden van een huisarts behoort als deze een patiënt ziet. Er is op dat gebied

“Wij komen met een team, nemen de stokjes mee en gaan als het ware met een stofkam door de praktijk heen” 10

huisartsenservice

veel onderdiagnose. Even de pols nemen levert natuurlijk niet direct een diagnose op, maar een huisarts kan wel actie ondernemen zodra er iets geks wordt gevoeld. Daar zie ik een belangrijke rol liggen voor de huisarts.” Het is een zienswijze die wordt gedeeld door Robert Tieleman, die met het oog hierop zelf een systeem heeft ontwikkeld dat nauwkeuriger werkt dan het voelen van de pols, en vooral eenvoudiger. “De oplossing die ontwikkeld is, de MyDiagnostick, is een effectief middel, maar belangrijker dan het gebruik ervan is dat een arts alert op het gevaar van boezemfibrilleren is. Er is nog wel wat werk te doen om enerzijds de huisartsen hierop te wijzen, en anderzijds het publiek er mee bekend te maken”, aldus Tieleman. “Men weet niet wat het is. Maar als een huisarts dat voelen van de pols standaard zou doen bij een bepaalde patiëntenpopulatie, zouden daarbij zeker al een flink aantal potentiële probleemgevallen gefilterd kunnen worden. Daar ben ik van overtuigd. Het grote probleem voor een huisarts is natuurlijk hoe dit in te kleden. Stel een patiënt komt langs met last van een 11

huisartsenservice


blaasontsteking, leg dan maar eens uit waarom de pols gevoeld moet worden. Het kan voor onnodige onrust in de spreekkamer zorgen. Vandaar dat ook het publiek hier meer mee bekend moet raken.” Goede bedoelingen In de huidige richtlijnen voor de huisarts staat dat bij elke bloeddrukmeting de pols moet worden gevoeld. “Een pragmatische beslissing omdat het een moment is dat een patiënt dat ook logisch vindt”, aldus Tieleman. “Maar dan mis je eigenlijk al de helft van je potentiële risicogroep. Bij een irreguliere hartslag moet zo’n patiënt dan een hartfilmpje laten maken. Gestoeld op goede wetenschap, met de beste bedoelingen. Je merkt echter in de praktijk dat er weinig van terecht komt. Dat is geen kritiek, maar gewoon een nuchtere constatering. Het is veelal de praktijkondersteuner die de bloeddrukmetingen doet en dat gaat tegenwoordig automatisch. Daarnaast, als er al zo’n polsmeting wordt gedaan, is de interpretatie daarvan nog helemaal zo makkelijk niet. Plus, een hartritmestoornis kan ook tijdelijk zijn. Dus wanneer er dan later een ECG gemaakt wordt is daar soms niets meer op te zien.” Onwetendheid Tieleman houdt zich al ruim twee decennia bezig met boezemfibrilleren en is een van de drijvende krachten achter de speciaal hiervoor opgezette poli in het Martini Ziekenhuis. Onderzoek van het Academisch Medisch Centrum Maastricht waar Tieleman bij betrokken was, heeft aangetoond dat er door adequate behandeling binnen een gespecialiseerde poli minder patiënten kwamen te overlijden (1,1% tegen 3,9% in de controlegroep) en er minder patiënten in het ziekenhuis opgenomen hoefden te worden (13,5% tegen 19,1% in de controlegroep). “Naast het beter be-

“Door de meting met de MyDiagnostick kun je op jaarbasis 60.000 mensen vinden die risico lopen en 2500 tot 3000 beroertes per jaar voorkomen” handelen van de gediagnosticeerde boezemfibrillanten in een gespecialiseerde poli, is het van belang meer aandacht te geven aan het actief opsporen van ‘Silent AF’. Uit onderzoek dat we verricht hebben op de afdeling neurologie bleek dat bij de helft van de mensen die was opgenomen met boezemfibrillatie en een beroerte, het boezemfibrilleren niet bekend was. Bij een kwart van de patiënten was de ritmestoornis wel bekend maar had de behandelende huisarts of specialist de verkeerde medicatie voorgeschreven. Maar de helft wist dus niet dat er iets aan de hand was. Toen ben ik gaan nadenken hoe daar iets aan gedaan zou kunnen worden.”

Gecentraliseerde populatie Het screenen van potentiële patiënten is daarvoor de beste optie. Tieleman heeft jarenlang met het idee in zijn hoofd rondgelopen en wilde een handzaam apparaat dat boezemfibrilleren zou kunnen ontdekken. Hij kwam in gesprek met een Nederlands technologiebedrijf die wel iets kon maken dat bij zijn ideeën aansloot. Hij benaderde diverse huisartsen om te zien of het concept levensvatbaar zou. Sommige huisartsen die hij bezocht waren aanvankelijk sceptisch, maar toen hij hen uitlegde waarom en hoe hij wilde screenen, werden ze enthousiast. Met het inventariseren van zijn idee, dat uit zou groeien tot de MyDiagnostick, raakte Tieleman ook in gesprek met zijn huisarts Ron Cator in Haren. “Een fantastische huisarts, die mij enige tijd later suggereerde om een test te doen op het moment dat de griepprik werd uitgedeeld. Een briljant idee, want niet iedereen heeft een verhoogd risico op boezemfibrilleren. Het hangt er vanaf hoe oud je bent, boven de 65 jaar is het risico aanzienlijk groter, en het zijn vaak mensen die al iets hebben. Hartfalen, diabetes, hoge bloeddruk, noem maar op. Dat zijn nu net allemaal mensen die voor de griepprik langskomen en dan heb je ze allemaal op één moment.” Kracht bewezen Het stokje (de MyDiagnostick dat begin dit jaar de 'Zorgidee Award 2013' won) maakt als de patiënt het een minuut vasthoudt een ECG en toont direct door middel van een rood of groen lampje of er sprake is van boezemfibrilleren of niet. “Twee jaar nadat we het idee bij hem besproken hadden, kwam huisarts Cator bij me terug met de vraag hoe het met de ontwikkeling van dat stokje stond. Dat was een week voordat hij de griepprik uit zou gaan delen. We zijn daar toen met een flink team van artsen,

12

huisartsenservice

verpleegkundigen, coassistenten et cetera heen gegaan en hebben iedereen gevraagd of we het hartritme zouden mogen checken met de MyDiagnostick. Het overgrote deel van de mensen ging daarmee akkoord en op dat moment heeft het idee echt zijn kracht bewezen. Waar het maken van een hartfilmpje normaal tien minuten duurt, duurt het met de MyDiagnostick maar een minuut en wordt het ritme automatisch geanalyseerd. Op deze manier hebben we in vier uur tijd 676 mensen kunnen screenen. Bij die meting bleek dat 11 van de gemeten personen boezemfibrilleren had waar ze niet vanaf wisten. Geen van deze patiënten gebruikte dan ook de antistolling waar ze eigenlijk recht op hadden. Op zo’n kleine populatie lijkt dat niet veel, maar extrapoleert men dit naar de 3,7 miljoen mensen die jaarlijks een griepprik komen halen, dan kan je op jaarbasis 60.000 mensen vinden

die risico lopen en 2500 tot 3000 beroertes per jaar voorkomen. Dat is een enorme groep.” Stofkam Nu de uitvinding zijn effect heeft getoond en testen hebben uitgewezen hoe accuraat de MyDiagnostick is, wordt de innovatie verder uitgerold in Nederland. “Er is nationale en internationale interesse getoond”, aldus Tieleman. “We gaan binnenkort een groot onderzoek doen in de regio Utrecht. Daarnaast gaan we later dit jaar bij het uitdelen van de griepprik ook op grote schaal verder. Hoogstwaarschijnlijk rollen we het dan direct landelijk uit, omdat meerdere regio’s interesse hebben getoond. Het is dan ook een laagdrempelige, eenvoudige manier voor een huisarts om met dit systeem bekend te raken. Men hoeft niets zelf te organiseren. Wij komen met een team, nemen de stokjes mee en gaan als het ware met een

13

huisartsenservice

stofkam door de praktijk heen. In een gemiddelde praktijk zijn er zo’n 15 patiënten die last hebben van boezemfibrillatie, als we daar vijf uit filteren tijdens de griepprik en de overige met screeningsactiviteiten door het jaar heen, kunnen veel beroertes worden voorkomen. En dat is precies waar we de MyDiagnostick voor hebben ontwikkeld.” π MyDiagnostick Zoals Robert Tieleman het in een ideale situatie voor ogen heeft, is de MyDiagnostick binnen afzienbare tijd een standaard onderdeel van het huisartsengerei, zoals een stethoscoop dat ook is. Dit vanwege de praktische mogelijkheden voor de huisarts en het bewezen effect. In de volgende editie van HuisartsenService Magazine gaan we uitgebreider in op de mogelijkheden die MyDiagnostick biedt. Meer informatie vindt u nu al op www.mydiagnostick.com


e i t c e l Se Door Esther Schulting

Deze advertentie is alleen leesbaar in de printversie

Medische tips & trucs

Vroeger was alles beter, behalve de tandarts

Dit boek van Jean Pierre Rawie staat vol leuke anekdotes over diverse verblijven in hospitaal en revalidatiekliniek. Een doorleefd verslag van zijn ontmoetingen met een keur aan ‘hoge en minder hoge’ dames en heren. Fijn leesvoer. ISBN: 978 90 351 38551

Verbeter als team Xzellent is een bedrijf dat trainingen organiseert voor teambuilding. Alles om te komen tot een effectieve en flexibele samenwerking. Bijvoorbeeld door te focussen op de onderlinge kracht, op het creëren van een open communicatie en om te werken met actieplannen zodat het team zich ook binnen de praktijk continue verbetert. www.xzellent.nl

Stethoscoopkoptelefoon

Uw personeel onze zorg

Druk aan het werk? Of toch stiekem muziek aan het luisteren? Wie zal het zeggen! En dat maakt deze koptelefoon in de vorm van een stethoscoop zo leuk. Ook handig; je kunt er ook prima handsfree mee bellen. Het enige probleem is; hij is nog niet in productie. Maar als er veel vraag naar is.. vast en zeker snel wel! En dan waren wij er als eerste bij! www.antrepo4.com/stetheadphone.html

MedWay B.V. Westkadijk 10, 3861 MB Nijkerk 033 - 247 11 71

14

huisartsenservice

Muziek agenda

Maceo Parker 17 november Paard Den Haag

Simple Minds 20/21 november Heineken Music Hall Amsterdam

Lloyd Cole 23 november Paard Den Haag

Beth Hart 28/29 november Paradiso Amsterdam

Golden Earring 13 december Heineken Music Hall Amsterdam

Janine Jansen & Friends / Bach 14 december Oosterpoort Groningen

Moke 21 december Oosterpoort Groningen

15

huisartsenservice


opinie

tekst Wolter Paans / Peter Boonstra fotografie Jos Peters

De meerwaarde van het Centre of Expertise Healthy Ageing Ondersteuning bieden bij gezond ouder worden, is sinds jaar en dag een centraal thema binnen de huisartsenpraktijk. Het doel is niet de mens gemiddeld veel ouder te laten worden, maar het bestaan gezonder te laten verlopen zodat de kwaliteit van leven, ook in de latere jaren, nog op een hoog peil blijft. Netwerken voor onderzoek en innovatie in de zorg Het ministerie van OCW heeft, voor een periode van vier jaar, vier miljoen euro subsidie toegekend aan het ‘Centre of Expertise Healthy Ageing’. Dit is een centrum voor innovaties op het gebied van gezond opgroeien en gezond ouder worden. Het Centre of Expertise Healthy Ageing gaat in vier jaar tijd (2013 - 2016) een netwerk opzetten van circa 25 zogenaamde innovatiewerkplaatsen in Noord-Nederland. Het betreft plekken waarin onderzoekers, docenten, studenten, bedrijven en zorg- en welzijnsinstellingen gezamenlijk oplossingen vinden voor problemen die men in de zorg dagelijks tegenkomt. Deze innovatiewerkplaatsen bestaan altijd uit een samenwerkingsverband tussen zorg- en welzijnsinstellingen, een kennisinstelling en een bedrijf. Door een hechte samenwerking vanuit verschillende branches zou een samenwerking gevisualiseerd kunnen worden als een soort ‘triple helix’, wat de creativiteit en innovatiekracht vergroot. Hiermee wordt

een financieel en inhoudelijk duurzame publiek-private samenwerking en implementatie van producten en diensten in de (zorg)praktijk nagestreefd. De gekozen drie-eenheid

“Een intensieve samenwerking zal kunnen leiden tot de ontwikkeling van meer initiatieven die gezond ouder worden ondersteunen” deelt een gezamenlijk belang: het daadwerkelijk ontwikkelen van innovatieve producten en diensten. Aanzetten tot gezond gedrag De eerste veertien innovatiewerkplaatsen zijn nu (september 2013) gestart. Ruim 80 bedrijven en instellingen in zorg en welzijn zijn

16

huisartsenservice

(active ageing diabetici) of verstandelijk beperkten (active ageing verstandelijk beperkten) of kinderen met een motorische beperking. Een voorbeeld waarbij voeding centraal staat, is de innovatiewerkplaats ‘Health, Food & Technology’ van Hogeschool Van Hall Larenstein, waar instellingen en bedrijven samen nieuwe voedingsmiddelen ontwikkelen om de gezondheid van ouderen te bevorderen. Ook in de geestelijke gezondheidszorg starten Healthy Ageing projecten. Zoals het project ‘Maatschappelijke Participatie mensen met psychische beperking’. Noord-Nederland voorbeeldregio In juli 2013 heeft de Europese Commissie Noord-Nederland uitgeroepen tot voorbeeldregio op het gebied van Active & Healthy Ageing. De commissie geeft daarmee aan dat

de strategische keuze voor Healthy Ageing door Noord-Nederland bij de aanpak van de grote maatschappelijke uitdagingen rond gezondheidszorg, duidelijk navolging verdient. Drie jaar geleden is het Healthy Ageing Network Noord-Nederland (HANNN) opgericht om de verbindingen tussen kennisinstellingen, opleidingen, overheden en bedrijven te stimuleren om de uitwisseling van kennis op het terrein van ziekte en gezondheid te intensiveren. De benadering van het thema ‘Healthy Ageing’ is in Noord-Nederland integraal en multidisciplinair, gericht op de totale levenscyclus met vooral aandacht voor preventie. De keuze voor preventie kan op termijn miljarden euro’s besparing op jaarbasis opleveren, maar vooral een betere kwaliteit van leven tot in lengte van dagen van grote groepen burgers.

inmiddels partner in een of meer van dergelijke innovatiewerkplaatsen. Een voorbeeld van een innovatief idee is de inrichting van de innovatiewerkplaats ‘Active Ageing Ouderen’; een initiatief van de Hanzehogeschool Groningen, waarin onder andere programma’s ontwikkeld worden die mensen aanzetten tot gezond gedrag. Het gaat erom effectieve strategieën te ontwikkelen om risicogroepen te bereiken en te motiveren om deel te nemen aan activiteiten of het ontwikkelen van producten om mensen te motiveren om tot een duurzame gedragsverandering te komen, bijvoorbeeld door het uitvoeren van zelfmetingen. Ondersteunen en bevorderen Met de innovatiewerkplaats ‘Kind In Wijk’ wordt gekeken hoe bezuinigingen in de zorg, ontwikkelingen in de welzijnssector en veranderingen in het gemeentelijk jeugdstelsel het hoofd te bieden. Er zijn ook voorbeelden te noemen van activiteiten binnen innovatiewerkplaatsen die gericht zijn op de ondersteuning van bepaalde groepen zoals diabetici

Samenwerking Een intensieve samenwerking tussen de eerste- en tweedelijns gezondheidszorg, universiteiten, hogescholen en het bedrijfsleven zal in de toekomst kunnen leiden tot de ontwikkeling van meer initiatieven die gezond ouder worden, zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van mensen op hoge leeftijd of met een beperking ondersteunen. De huisarts zal hier een belangrijke rol in blijven spelen. De in dit artikel genoemde initiatieven zullen in de nabije toekomst naar verwachting de missie van huisartsen maatschappelijk ondersteunen en kunnen verbinden met nieuwe initiatieven. π Meer informatie aangaande Centre of Expertise Healthy Ageing op: www.healthyageing.net

Auteurs: Drs. Peter Boonstra, Manager bedrijfsvoering/business development Centre of Expertise Healthy Ageing, Hanzehogeschool Groningen Peter Boonstra is na het afronden van de studie geneeskunde werkzaam geweest in de ICT sector, het zorgmanagement en bij technische innovatieprojecten. Vanaf 2009 is hij betrokken bij het ontwikkelen van innovaties op het snijvlak van zorg en techniek binnen de Hanzehogeschool Groningen. Hieruit vloeit de huidige nauwe betrokkenheid met het Centre of Expertise Healthy Ageing en de ontwikkeling van innovatiewerkplaatsen voort.

Peter Boonstra

Wolter Paans

17

huisartsenservice

Dr. Wolter Paans, Docent-Onderzoeker, Hanzehogeschool Groningen Wolter Paans is als docent-onderzoeker werkzaam bij verschillende lectoraten binnen de Hanzehogeschool. Hij is in een samenwerkingsverband met de Katholieke Universiteit Leuven sinds 2006 betrokken bij onderzoeksprojecten naar diagnostiek en technologische zorgplanondersteuning.


column

tekst Esther Schulting fotografie Jos Peters

Zorgklimaatverandering op komst! Klimatologen zijn het er unaniem over eens. De klimaatverandering zal het lot van moeder aarde gaan bezegelen. Onze dijken blijken de komende eeuw ruim een meter te laag. De karakteristieke flora en fauna van ons prachtige polderlandschap wordt de komende eeuw bedreigd door de terugkeer van tropische bijtvissen, insecten en reptielen en zal de purperen heide en het bronsgroen eikenhout verworden tot een savanne.

in samenwerking met het CPB, tovert de politiek een aantal toch niet te controleren modellen uit de kast, die het gelijk van de verantwoordelijke politici bevestigen. Het lijkt er sterk op, dat klimatologen door de politiek op eenzelfde wijze worden gebruikt om het volk in beweging te krijgen. Misschien ietwat bizar om te zeggen, maar naar mijn gevoel hebben wij in de zorg met een soortgelijk mecha-

Wanneer Nederland u dus lief is, moeten wij vanaf nu alles uit de kast halen om klimaatverandering tegen te gaan. Politieke mastodonten bereikten in Kopenhagen - op wat ze zelf als een historische klimaattop zagen - wederom geen CO2-akkoord! Dankzij klassiek politieke falen, zijn wij gedwongen de fiets te pakken, de heilige koe op stal te laten staan en het milieubewust en biologisch eten te bevorderen. De klimaatverandering is alleen al om deze reden een zegen voor onze gezondheid.

“Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat marktwerking de samenwerking meer tegenwerkt dan bevordert. Wat mij betreft mag het zorgklimaat veranderen.”

U zult mij om deze reden dan ook niet horen over een gat in de ozonlaag, zure regen of klimaat-hoax. In het belang van het maatschappelijk welzijn gaan wij uit van de goede bedoelingen van onze wetenschappers en politici. Wij missen ten aanzien van het klimaatvraagstuk echter sociale cohesie om de zaak echt goed en structureel aan te pakken.

nisme te maken. Of het CPB nu de vergrijzing, de toenemende kosten van innovatie of toenemende vetzucht de schuld geeft; de kosten zijn om wat voor reden ook, niet meer in de hand te houden.

Om ons landje weer op de rit te krijgen, praten wij sinds Prinsjesdag over de zogeheten participatiemaatschappij. Economisch gezien is de verzorgingsstaat onbetaalbaar geworden, dus je moet wat! Met behulp van een paar bevriende economen en

Vanaf 2006 hebben wij marktwerking ingevoerd om liberalisering, ontschotting en samenwerking binnen de zorg te bevorderen. Op een paar uitzonderingen na zijn de schotten nog nooit zo hoog geweest en is oprechte samenwerking ver te zoeken.

18

huisartsenservice

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat marktwerking de samenwerking meer tegenwerkt dan bevordert. Wat mij betreft mag het zorgklimaat veranderen. Laten wij beginnen - in plaats van de ego’s van de beleidsmakers die het klimaat bepalen - de patiënt (en niet het geld van de patiënt) centraal te zetten! Wedden dat dit de samenwerking ten goede komt.

Over Frans-Joseph Sinjorgo - 24-01-'59 Na de Zeevaartschool en een dienstperiode bij de geneeskundige troepen bij toeval via de farmaceutische industrie met de zorg in aanraking gekomen. Na 25 jaar de zorg in al zijn facetten te hebben leren kennen, begonnen de vaak vastgeroeste patronen binnen de zorg te knellen. Na een poging om op de Erasmus universiteit marketing in de life science een eigen identiteit te geven, was het tijd voor echte verandering. Op dit moment is drug rediscovery het terrein wat de aandacht krijgt die het verdient. Daarnaast treedt hij regelmatig op als dagvoorzitter tijdens diverse eerstelijnszorgbijeenkomsten en congressen en schrijft hij relativerende columns.

huisarts in beeld

In de rubriek ‘Huisarts In Beeld’ belichten we kort een huisarts. Deze keer is dat Peter Kreek, die samen met twee andere huisartsen Gezondheidscentrum Vondelplein bestiert in Amersfoort. U werkt als onderdeel van een Gezondheidscentrum, waarom heeft u hiervoor gekozen, boven een solopraktijk? “Ik kom uit een solosituatie en na een voorbereidingstijd van zeven jaar, bleek dit voor mij de beste manier; een one-stop-shop om de patiënt zo goed mogelijk te bedienen. Samen hebben we meer expertise, beschikken we over betere faciliteiten en kunnen we gewoonweg meer. Daarnaast is er sprake van taakdifferentiatie, hetgeen ons onderscheidt van andere praktijken. Wij zien onze driekoppige praktijk als een functionele eenheid. Een eenheid die gezien de schaalgrootte, zo’n 8200 patiënten, goed door ons te managen is.” Het thema van dit nummer van HuisartsenService is ‘samenwerking’, wat is volgens u het ultieme voorbeeld van samenwerking in de zorg? “Zonder meer de kwaliteit van de zorg die is verbeterd. Het niveau van het personeel, het goed georganiseerd zijn, dat komt allemaal doordat er in de zorg veel meer en beter wordt samengewerkt.” Werkt u ook echt samen met uw collega huisartsen die dit zorgcentrum met u delen? “Jazeker. Wekelijks hebben we een maatschapsvergadering waarin we personele onderwerpen bespreken, fiscale, maar bijvoorbeeld ook medisch inhoudelijke kwesties ‘wat vind jij’.. of ‘zou jij aanraden’. Maar ook de basisbehoeften, zoals elkaar vervangen tijdens vakanties en de gezamenlijke aanschaf van technische middelen bijvoorbeeld. Doordat we samenwerken is de kwaliteit van onze diensten hoog.” Met hoeveel mensen werkt u binnen de praktijk en hoe zou u deze samenwerking omschrijven?

“We zijn met drie huisartsenpraktijken, een diabetesverpleegkundige, een praktijkondersteuner GGZ en somatiek, daarnaast een diëtiste en 4FTE gediplomeerde doktersassistenten. Onze organisatie is plat te noemen, informeel maar altijd professioneel. Er is nauwelijks hiërarchie. We hebben regelmatig werkoverleg, het is echt een team effort.” Hoe is de samenwerking met andere eerstelijnszorgverleners in uw zorgcentrum? “Er is een nauwe samenwerking, laagdrempelig en professioneel. De diensten zijn aanvullend, waardoor we een betere patiëntenzorg kunnen bieden, een compleet plaatje.” Eerder nam u waar in Amsterdam, is er een groot verschil met de cliëntele daar en nu in Amersfoort? “Ons gezondheidscentrum bevindt zich in een groene wijk in Amersfoort. Het prettige van de patiëntengroep hier, is dat we met onze patiënten een goed gesprek kunnen voeren en elkaar goed begrijpen. Mede daardoor is er, denk ik, een

19

huisartsenservice

grote waardering voor het werk dat we doen.” Zijn er knelpunten (geweest) die u heeft bemerkt in de samenwerking binnen uw zorgcentrum? “Wij hebben geen baliemedewerkers in ons gezondheidscentrum, maar hebben bewust gekozen voor gediplomeerde doktersassistenten die wat betreft hun werkzaamheden rouleren en binnen deze werkzaamheden ook baliewerk doen. Toen we startten, bemerkten we dat de patiënt graag direct contact heeft met de doktersassistent of huisarts. Het geeft vertrouwen. Daarom hebben wij voor deze werkwijze gekozen. Een doktersassistente kan zo baliewerk doen maar ook bepaalde medische handelingen verrichten.” Kan door effectieve samenwerking een patiënt langer in de eerstelijn behandeld worden? “Jazeker! Ook in de politiek worden we gezien als poortwachter en daarin groeien wij graag mee. We kunnen zelf laboratoriumuitslagen beoordelen, een bloedmeting doen. We zijn veel slagvaardiger geworden en ik zie hierin alleen maar meer kansen.” U heeft in uw spreekkamer een schilderij hangen met een gedekte tafel in een Zuid-Europees land; wijn, lekker eten, gezelligheid. Waarom heeft u voor dit werk gekozen? “Wij vinden het belangrijk dat ons gezondheidscentrum een bepaalde vorm van huiselijkheid uitstraalt. Elke spreekkamer heeft een eigen kleur, allemaal in het paarse ‘warme’ palet. Dit schilderij straalt voor mij een ‘prettige fijne manier van leven’ uit. Dat het niet erg is om eens een wijntje te drinken, maar dat het gaat om balans, zowel privé als in werk. Dat stralen wij graag uit als gezondheidscentrum.”


e i t c e l Se Door Esther Schulting

Medische tips & trucs

Mini Polaroid Camera

Al die nieuwe snufjes ook even zat? De laatste tijd denken steeds meer mensen met weemoed terug aan vervlogen tijden en zelfs breien en haken is weer hip! En daar springt deze Intstax Mini Polaroid Camera handig op in. Geen geheugenkaarten, gewoon direct een foto in handen. Zij het in creditcard formaat. Meteen resultaat is wel zo leuk! www.megagadgets.nl/ instax-mini-polaroid-camera.html

De qualastofont – Herman Brusselmans De nieuwste boreling van wild child Brusselmans heeft een opvallende naam en gaat dan ook over grootse mensen. Een professor Carlos Gardeboe bijvoorbeeld, z’n grootmoeder Appolonia, auteur Bertus Lomp, een vaag ik-personage en andere nitwits. Het is een spannend, tragikomisch en schrijnend boek over de onmacht van het individu op een langzaam naar de haaien zinkende planeet. ISBN: 978 90 446 2426 7

Kekke stickers Een wand behangen, opnieuw schilderen, laten stucen, het kost allemaal wat en ook veel tijd. Met een muursticker tover je direct een andere sfeer in huis. KEK Amsterdam heeft in ieder geval heel veel keus. Of het nu een dierensticker is voor de kinderkamer, een boomstam voor praktijk of woonkamer, dan wel vogels voor op de WC, keus genoeg! www.kekamsterdam.nl

Inspiratie & educatie 12 november Workshops Balans werk/privé en Timemanagement WDH-ADM ‘s- Hertogenbosch 20

huisartsenservice

28 november | 1 december Pan Amsterdam beurs voor eigentijdse kunst Rai – Amsterdam

12 november Innovatie-estafette 2013 innovatie & inspiratie Rai – Amsterdam

22 november NHG-Congres 2013 MECC - Maastricht

24 | 26 januari De Nationale Gezondheidsbeurs Jaarbeurs – Utrecht

21

huisartsenservice


interview

tekst Monique de Mijttenaere

Trek eens flink aan de bel! Huisarts Kees Vos, lid Nederlandse adviesraad Change Pain Maar liefst één op de vijf huisartsenbezoeken is vanwege chronische pijn. Toch zijn er verrassend genoeg nauwelijks huisartsen die echt geïnteresseerd cq. gespecialiseerd zijn in pijn. “Pijn is niet zo’n aantrekkelijk onderwerp”, zegt Dr. Kees Vos, huisarts in Spijkenisse, docent huisartsgeneeskunde aan het Erasmus MC, onderzoeker, en lid van de Nederlandse adviesraad van Change Pain. Wat is uw speerpunt binnen de adviesraad Change Pain? "Ik vertegenwoordig de eerstelijnsen nuldelijnsstandpunten. Met het huidige tempo van de vergrijzing neemt de nuldelijns zelfzorg een steeds grotere plaats in. We willen de eerste lijn meer in beweging krijgen als het om pijn gaat. Vooralsnog wordt pijn als niet als bijzonder aantrekkelijk ervaren door huisartsen. In hun beleving zijn pijnpatiënten ‘lastig’, ‘zeuren’ ze en kosten ze tijd, energie en dus geld. Huisartsen zien hun rol niet direct of de meerwaarde van hun inzet op gebied van pijn. De Change Pain pijnbeoordelingstool is bijvoorbeeld een heel nuttige tool, daar wordt nog te weinig mee gedaan."

Welke rol zou de huisarts moeten vervullen op gebied van pijn? "Die van aandachtige luisteraar en voorlichter. Daarbij is het internet heel bruikbaar. Zelf pak ik de computer er geregeld bij om samen met de patiënt te bekijken wat deze bijvoorbeeld online heeft gevonden en interessante websites zoals die van Change Pain te laten zien. Dat werkt heel goed en bijvoorbeeld veel beter dan wanneer ik ga vertellen wat ‘we’ gaan doen. De patiënt met chronische pijn is zijn eigen specialist. Niemand weet immers zoveel van zijn of haar pijn -de details, grenzen, emoties en beleving- als de pijnpatiënt zelf." Hoe krijg je huisartsen in beweging? "Dat is een moeilijke vraag. Pijn is complexe materie, en in tegenstelling tot bijvoorbeeld diabetes-, COPDspreekuur of palliatieve pijnzorg, vormt pijn voor de eerste lijn geen bron van inkomsten. Chronische pijn is zo persoonlijk en niet meetbaar zoals bijvoorbeeld suiker. Dat maakt het allemaal lastig om huisartsen in beweging te krijgen. Er valt op dit moment makkelijker winst te halen bij de patiënt zelf. Het gesprek tussen patiënt en huisarts moet worden opengegooid. 22

huisartsenservice

Tijd voor een goed gesprek? "Precies. De helft van alle chronische pijnpatiënten komt slechts één keer bij de huisarts. De redenen waarom lopen uiteen maar vooroordelen spelen een belangrijke rol. Ik pleit ervoor dat de patiënt meer voor zichzelf moet opkomen. Trek eens flink aan de bel! Ik zie soms patiënten die al jaren kampen met een pijnscore van 8,5 en die nog nooit bij een huisarts zijn geweest. Dat vind ik schokkend. Omdat ze vaak het gevoel hebben dat de huisarts niet veel kan betekenen voor ze, komen ze niet in actie en verandert er niks in hun situatie. Kunst is om het gesprek aan te gaan en patiënten niet ongewild en onbewust weg tejagen. Ik begin meestal met de vraag: “Wat wil je doen aan je pijn?” Want in hoeverre wil iemand zelf meewerken en denken in plaats van de pijn op een bordje bij huisarts te leggen? Als de motivatie helder is, is een goed gesprek mogelijk. Een gesprek over verwachtingen, ervaringen, haalbare doelen en eventueel medicijnen. Dat is een heikel punt want Nederland is een anti-medicijnland. We slikken liever niks en als we slikken en er duikt een enkele bijwerking op, dan stopt 1 op de 3 patiënten direct.

Medicijngebruik vraagt om afwegen, of pijn accepteren of minder pijn en eventuele bijwerkingen accepteren." Change Pain internationale artsen enquête 2009-2010 Kees Vos: “De uitkomsten zijn voor mij een redelijke afspiegeling van de Nederlandse situatie. Uiteraard vind ik het aantal huisartsen dat de enquête heeft ingevuld in verhouding veel te laag (22%, tegenover 48% pijnspecialisten en 31% overige specialisten). Feit dat 14,5% van de huisartsen nooit opioïden voorschrijft verbaast me niet. In Nederland is er weerstand bij de patiënt om morfine via de huisarts te krijgen, dit wordt wel geaccepteerd van de specialist. Dat huisartsen volgens de

enquête het minst vaak een antidepressivum voorschrijven, is herkenbaar. Dat is ook zo in Nederland en naar mijn idee een gemiste kans door gebrek aan kennis en inzicht. Wanneer huisartsen zich verdiepen in pijn komt de combinatiebehandeling met onder andere antidepressivum al snel naar boven. En terecht want je kunt op die manier goede resultaten halen. Kost alleen een hoop uitleg en begeleiding van de patiënt in kwestie.” Module 1 van digitale nascholing voor huisartsen nu online Op www.changepain.nl staat eCME module 1 ‘Evaluatie van de pijn en communiceren met de patiënt’ online. Deze geaccrediteerde nascholing over chronische pijn voor 23

huisartsenservice

huisartsen is de eerste van een reeks die in de loop van dit jaar zal wordt uitgebreid. Deze eerste module is geaccrediteerd voor 1 punt voor huisartsen. π http://changepain.nl/grt-changepainportal/200700021.jsp

CHP-INT-130823-01


spotlight

tekst Marieke Verzijlbergen

Waarnemen vraagt flexibele geest Medisch Netwerk investeert in goede samenwerking Sinds de opkomst van de huisartsenposten bouwt Medisch Netwerk aan een, de naam zegt het al, netwerk van huisartsen en doktersassistenten die als waarnemer willen werken. Gabriëlla Smit, een zeer ervaren doktersassistente, en Rob Jansen, huisarts te Haarlem, stonden aan de wieg van dit medische netwerk en zoeken dagelijks naar mogelijkheden om het de gevestigde huisartsen of instellingen zo gemakkelijk mogelijk te maken om hun roosters te completeren Bij aanvang werd gestart in de regio Zuid-Kennemerland, maar inmiddels is uitgebreid naar de regio’s Leiden, Haarlemmermeer en Utrecht. Ook de doelgroep is verbreed van eerst alleen huisartsenposten naar dagpraktijken, zorginstellingen en organisaties als asielzoekerscentra en gevangenissen. Zelfs tandartspraktijken zijn in overleg met Medisch Netwerk om zich op samenwerking te oriënteren. De producten die men kan afnemen variëren van doktersassistentie op afstand tot bijvoorbeeld een langer durende waarneming van de dagpraktijk door een ervaren huisarts. Ook als een waarnemer onverhoopt verhinderd is, neemt Medisch Netwerk de zorg voor vervanging uit handen. 7 dagen in de week, 24 uur per dag. Maar hoe bevalt het nu om ‘overal en nergens’ als waarnemer in te worden gezet?

Afwisseling Fleur Krom werkt als doktersassistente op afstand. De huisartsenpraktijk huurt voor een aantal vooraf afgesproken momenten telefonische assistentie in. De telefoon wordt doorgeschakeld naar het hoofdkantoor van Medisch Netwerk, waar een aantal ervaren doktersassistentes klaar zitten om enkele taken van de praktijkassistente over te nemen. Op welke momenten vindt deze doorschakeling plaats? “Dat kunnen

“Medisch Netwerk neemt zorg uit handen, 7 dagen per week, 24 uur per dag” 24

huisartsenservice

verschillende momenten zijn, zoals vervanging bij ziekte of vakantie van de assistente, maar ook wanneer de assistente pauze heeft of wanneer de praktijk een overleg heeft. Ook in noodgevallen kan de huisartsenpraktijk ons inschakelen,” aldus Fleur. Hoe de samenwerking met de praktijk op afstand goed verloopt, is volgens Fleur een kwestie van goede afspraken maken: “Hoe wordt de agenda ingevuld, wil de arts dat er bij elke vraag direct gebeld wordt of dienen we alle vragen op te sparen voor één overleg. Wat de opdrachtgever wenst, bepaalt hoe wij te werk gaan.” Over de bereikbaarheid van de huisartsenpraktijk zelf worden uiteraard ook goede afspraken gemaakt. “De huisarts is voor ons altijd direct bereikbaar en dat is natuurlijk ook een vereiste voor een goede service naar de patiënten”, aldus Fleur. ”Het werkt echt goed!

Door ons in te schakelen, krijgt een praktijk veel meer rust. De doktersassistentes kunnen hun eigen spreekuren draaien en er kan rustig overlegd worden.” Vooral de afwisseling – piekdrukte, verschillende praktijken, contact met diverse artsen en assistenten - is voor Fleur belangrijk. Dankbaar Een andere dienst van Medisch Netwerk is de detachering van assistenten op de dagpraktijken zelf. Lizette Moolenaar is een van hen. Zij vindt het werken met steeds wisselende collega’s, patiënten en systemen erg leuk en leerzaam: “Iedereen werkt anders en daar leer je weer van. En mensen zijn altijd blij; je bent toch een soort redder in nood”. Hoewel ze wel het contact met vaste patiënten een beetje mist, prefereert ze toch de variatie. De inzet van Lizette varieert van enkele dagen wegens ziekte tot enkele

maanden wegens zwangerschapsverlof. “We beginnen natuurlijk met een kennismaking en een uitleg over hoe de praktijk werkt. Eigenlijk zijn de tijdelijke collega’s altijd heel behulpzaam. ‘Bel maar als je het even niet kunt vinden’, zeggen ze dan. En alle praktijken werken met protocollen, dat is heel duidelijk”, vertelt Lizette. Vrijheid Huisarts Martin Landheer vond het werken voor Medisch Netwerk passen bij zijn levensfase. “Ik wilde ervaring op doen, maar ook de vrijheid behouden om bijvoorbeeld nog een periode in het buitenland te werken als arts, zoals bijvoorbeeld voor artsen zonder grenzen.” Inmiddels is hij lid van een maatschap in Limmen, maar het waarnemen heeft hij nog niet helemaal opgegeven. “Ik draai nog diensten in de huisartsenpost Alkmaar, in Haarlem-Zuid (Kennemer Gasthuis) 25

huisartsenservice

en voor de ‘zomerpost’ in Zandvoort. De afwisseling is heel leuk. De reden dat ik nu meer gesetteld ben in een praktijk, is dat ik de verdieping wel miste. De vaste contacten met chronische patiënten en familie, de stervensbegeleiding. Daarentegen is het voordeel van waarnemen natuurlijk dat je lastige patiënten ook maar heel even als patiënt hebt.” Wat een goede samenwerking in al die verschillende situaties mogelijk maakt, is volgens Martin ‘open staan voor tijdelijke collega’s, laten zien wie je bent en een invoegend karakter hebben.’ “Ik vaar altijd op de ervaring van de assistentes in de praktijk.” π www.medischnetwerk.nl


tekst en Fotografie Hulphond Nederland

Hulphond Nederland Ultieme samenwerking voor een zelfstandiger leven Een hond opleiden en inzetten voor zowel medische als therapeutische zorg; Hulphond Nederland doet dit al ruim 25 jaar voor volwassenen en kinderen vanaf tien jaar. Het doel is om met behulp van een hulphond mensen met lichamelijke beperkingen of therapeutische behoeften, zelfstandiger te maken en deelname aan de samenleving te bevorderen.

Opleiding De opleiding van een hulphond begint op het moment dat een pup zeven weken oud is. Vanaf dat moment woont de hulphond in opleiding bij een gastgezin tot hij ongeveer 12 maanden oud is. Het gastgezin zorgt voor een goede socialisatie van de hond en de basisopvoeding. Daarbij hoort onder meer het komen op commando en netjes meelopen aan de riem. Vanaf 12 maanden komt de hond in het trainingscentrum van Hulphond Nederland in Herpen voor het vervolg van de opleiding. Hier leert de hond tot 70 vaardigheden om mensen met uiteenlopende medische of therapeutische behoeften te helpen. Hulphond Nederland leidt vier soorten hulphonden op: ADL-hond De afkorting ADL staat voor Activiteiten in het Dagelijks Leven. Een ADL-hond helpt iemand met een lichamelijke beperking, over het algemeen iemand die in een rolstoel zit. Een ADL-hond kan zijn baas

“De hond zorgt voor rust en geeft een gevoel van veiligheid” onder andere helpen bij het openen van deuren, aangeven en uittrekken van kleding, oprapen en aanreiken van voorwerpen, bedienen van liften lichtknoppen, openen van laden of kastjes, betalen aan de kassa, boodschappen uit de tas halen en inen uitladen van de wasmachine. Iedere cliënt is anders en heeft een andere hulpvraag, waardoor de

26

huisartsenservice

ADL-hond taken krijgt die specifiek gericht zijn op de beperking van een cliënt. Een hulphond bijvoorbeeld die kan helpen met het over elkaar leggen van de benen of bij een andere cliënt juist weer het omdraaien in bed. Deze specifieke vaardigheden worden ‘maatwerk’ genoemd en worden in overleg met de cliënt aan de hond aangeleerd. Epilepsiehond De epilepsiehond is een signaleringshond die speciaal wordt opgeleid voor mensen met epilepsie. Deze honden zijn getraind om te waarschuwen en te helpen voor, na en tijdens een epileptische aanval. Zo kan een epilepsiehond een aanval tot 30 minuten van te voren signaleren en zijn baas daarvoor waarschuwen. Hierdoor krijgt deze de kans om zichzelf in veiligheid te brengen door alvast te gaan liggen en medicijnen in te nemen. De hond bedient de alarmknop, haalt hulp/medicijnen, legt zijn baas in zijligging en wacht tot hij of zij weer bijkomt. De hond zorgt na een aanval voor rust en geeft een gevoel van veiligheid.

Veteranenhond De veteranenhond is een signaleringshond die speciaal wordt opgeleid voor veteranen met Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS). De veteranenhonden helpen veteranen om te gaan met stress, die veroorzaakt is door traumatische ervaringen in oorlogsgebieden. Zo herkennen de honden de eerste verschijnselen van een nachtmerrie en maken aan de hand daarvan hun baas wakker. Ook helpen ze stressvolle situaties te vermijden, door hun baas te kalmeren en deze zich weer veilig te laten voelen. De veteranenhond is een buddy door dik en dun, vermindert angsten en zorgt voor rust, waardoor veteranen met PTSS sneller van hun trauma’s herstellen en hun normale leven weer kunnen oppakken. Therapiehond Een therapiehond wordt getraind om jongeren en kinderen met een verstandelijke beperking en/of ernstige gedragsproblemen te helpen. De therapiehond word ingezet binnen het door Hulphond Nederland ontwik-

om hun gedrag af te stemmen op een ander en zorgt voor zelfcontrole. Bovendien wordt hun zelfvertrouwen vergroot door het opdoen van succeservaringen.

“De veteranenhond is een buddy door dik en dun” kelde therapieprogramma ‘Met Kop en Staart’. In dit programma ontdekken de kinderen wat het effect is van hun eigen gedrag op het gedrag van een hond. Door het aan- en afleren van gewenst en ongewenst gedrag wordt voor de kinderen inzichtelijk gemaakt wat de consequenties zijn van hun gedragskeuzes. Het vergroot hun observatievermogen, leert hen

27

huisartsenservice

Kosten en vergoeding De opleidingskosten en begeleiding van een hulphond bedragen – van pup tot pensioen – € 43.000,-. Voor de ADL-hond wordt, in sommige gevallen, door de zorgverzekeraar een vergoeding van € 17.000,- gegeven. De resterende € 26.000,- worden bijeengebracht uit giften en donaties. Voor de epilepsie-, veteranenen therapiehonden bestaat geen vergoeding. De opleidingskosten voor deze honden worden volledig bijeengebracht uit giften en donaties, zodat Hulphond Nederland kosteloos een hulphond ter beschikking kan stellen. π Voor meer informatie over de verschillende soorten hulphonden en op welke manieren zij kunnen helpen, kunt u op www.hulphond.nl kijken of contact opnemen met Hulphond Nederland via tel: 0486-411 878 of info@hulphond.nl.


tekst Esther Schulting

ApotheekService

Tweet, tweet, tweet

MedWay ontwikkelt diverse projecten in en voor de apotheek. Zo zijn er de ‘Bloedglucosemeter Controledagen’, ‘Prikdagen’ en de ‘ApotheekDiagnose’. Interessant voor uw praktijk? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Interessante twitter berichten van de afgelopen tijd @RogierChang Op zoek naar een nieuwe huisarts, maar geen een heeft een sympathieke foto op de website.

HuisartsenService op LinkedIn Connect met HuisartsenService op LinkedIn om op de hoogte te blijven van alles wat er speelt binnen uw vakgebied. Deel uw mening met uw vakgenoten! http://nl.linkedin.com/groups/HuisartsenService-4668712

@_Martin_E_ Oproep griepprik ontvangen van mijn huisarts. Geen briefje erbij voor toestemming delen med. gegevens. Gemiste kans! #opt-in

Vraagstuk

@JochenCals Grappig, thuisarts in de wachtkamer van de huisarts (wifi), dan voel je je zeker #thuis bij je huisarts

“Waar ziet u kansen met betrekking tot EFFICIENCY binnen uw praktijk?” Reageer via info@huisartsenservice.nl

Wilt u op een van deze berichten reageren? Mail ons! Of stuur ons een tweet: @Huisartsenserv

Gezocht: uw expertise Op onze website staat een korte enquête over nieuwe Orale Antistollingsmiddelen. Met uw input kunnen wij de informatievoorziening naar de huisarts steeds beter laten aansluiten op de vraag vanuit de praktijk. Doet u mee? http://www.huisartsenservice.nl/huisartsenpraktijk/ projecten/detail/enquete-nieuwe-orale-antistollingsmiddelen/41

Wordt er binnen uw praktijk

EFFICIENT

Baan gezocht! Op www.huisartsenservice.nl treft u diverse vacactures, van consulenten tot verpleegkundigen en van servicemedewerkers tot praktijkondersteuners. HuisartsenService | 033 - 247 11 77 info@huisartsenservice.nl www.huisartsenservice.nl

gewerkt? HuisartsenService maken wij met en voor u. Onze volgende editie heeft als thema ‘Efficiency’. Ziet u kansen of bedreigingen hieromtrent binnen uw praktijk? En wilt u dit delen met uw collega’s? Laat van u horen! Mail ons en wij nemen uw inzendingen mee. Of discussieer met ons mee op LinkedIn. 28

huisartsenservice

interactief

29

huisartsenservice


vrije tijd

tekst Door André Kruithof fotografie Bufnuckels

TransAlp mountainbiketocht zorgt voor verbroedering en samenwerking Voor auto’s en motoren werden de Alpen al jaren geleden begaanbaar gemaakt. Lange tunnels en brede passen bieden professionele doorgangen in alle windrichtingen. Tijdens een zoektocht naar een sportieve en avontuurlijke uitdaging, stuitte een groep Nijkerkse mountainbikers genaamd Bufnuckels op het fenomeen TransAlp. Een zware moutainbiketocht, die juist de moeilijke route over de besneeuwde reuzen kiest. Gedreven De naam TransAlp kent zijn oorsprong bij motorrijders. Onder mountainbikers is de TransAlp echter al jaren één van de zwaarste wedstrijden in het jaar. Nu zijn wij erg gedreven, maar het rijden van deze tocht in wedstrijdvorm zou de fun-factor wel omlaag brengen. Daarom werd gekozen voor de tourvariant van de TransAlp. Dit houdt in dat er in zes etappes van grofweg Zuid-Duitsland naar Noord-Italië wordt gereden. De bagage wordt dagelijks per bus vervoerd naar de volgende overnachtingplaats. Wij rijden dan, uitgerust met een GPS, een uitdagende route. Het besluit om deze eerste TransAlp te gaan rijden viel in het najaar van 2004. Na een zoektocht op internet werd contact gelegd met VasaSport. Deze organisatie biedt avontuurlijke sportreizen aan. Al snel maakten wij een keuze en boekten onze eerste TransAlp voor zes personen.

“Het gaat dan niet om de sterkste benen, maar om wie het beste kan afzien”

Hoogtemeter Als Nederlandse fietsers dachten wij toch wel te kunnen beschikken over een forse dosis fietservaring. Het begrip hoogtemeter bleek echter toch een zwaar onderschat fenomeen. Een hoogtemeter is een meter die in loodrechte richting stijgt. Alleen de meters in opwaartse richting tellen 30

huisartsenservice

mee. Het aantal meters dat er word afgedaald wordt niet meegerekend. De afstand die je in een etappe overbrugt, is veel minder een indicatie van de zwaarte, dan het aantal hoogtemeters. Vasasport biedt een TransAlp aan in vier niveaus: Basic, Medium, Sport en Extreme. Sportief als wij zijn kozen wij voor de sportvariant. Dit houdt in dat je per etappe gemiddeld 2.400 hoogtemeters voor de kiezen krijgt. Over de zes etappes dus 14.400 hoogtemeters. Echt wel iets om over na te denken dus! Coördinatie en afspraken Dit magazine heeft als thema ‘samenwerken’. Bij een TransAlp is dat een heel belangrijk element. Samen veilig op de eindbestemming aankomen, vraagt dan ook om coördinatie en afspraken binnen de groep. We kiezen een tempo dat alle teamleden kunnen rijden. We helpen elkaar bij lastige passages waar moet worden gelopen en lossen technische mankementen gezamenlijk op. We bereiden ons in Nederland altijd samen voor en trainen altijd gezamenlijk. We werken dan naar een piek in de eerste week van september. Ook dagen we ons zelf altijd uit om in dezelfde tenues aan de start te verschijnen. Afgelopen jaar hebben wij ons in een fietsbroek en shirt met ‘lederhose’ opdruk

gestoken en een van de mannen is BikeShoe4U begonnen en heeft een mooi gesponsord pak ter beschikking gesteld. Avontuurlijk jeugdboek Na een jaar intensief trainen reist de groep in de eerste of tweede week van september af naar Oostenrijk. Ieder jaar is het weerbericht voor die week een doorlopend gespreksthema. Met een zonnetje en blauwe luchten is een TransAlp al zwaar genoeg. Als regen en sneeuw op het menu staan wordt de uitdaging exponentieel groter. In de afgelopen jaren overkwam ons dat een aantal keren. In die etappes telt trainingsarbeid niet meer. De verloren kilo’s die de hoogtemeters makkelijker moeten maken, betekenen direct een te dunne ‘jas’ met koud weer. Het gaat dan niet om de sterkste benen, maar om wie het beste kan afzien. Ook dan blijft het team bij elkaar en wordt de pijn gezamenlijk gedragen. Maar het is vooral

ook bijzonder om te zien dat als de club ‘losgelaten jonge honden’ op pad gaat er iets gebeurt. Dit is echt onze week. Geen zorgen over thuis of over achterblijvende omzetten en productietargets. Deze week is ieder jaar een avontuurlijk jeugdboek in wording. Flippen De Alpen zijn een bron van avontuur, zo ook voor ons fietsers. De dagprofielen en de moeilijke delen worden bij de briefing aan ons voorgelegd. Afhankelijk van de discipline wordt er gehuiverd of juist van de voorpret genoten. Een TransAlp gaat per definitie voor negentig procent over onverharde routes. Een klimmende singletrail naar 2500 meter is voor de één een genot en voor de ander een kwelling. Eenmaal boven ontstaat met hetzelfde gemak een omgekeerde situatie. Een rotsachtige trail, die wandelend al heel uitdagend kan zijn, vraagt bijzondere vaardigheden van een mountainbiker. Sommigen van 31

huisartsenservice

ons hebben de gave om tijdens deze riskante paden probleemloos op de fiets te kunnen blijven zitten. Anderen knijpen voor de eerste ‘drop off ’ in de rem om vervolgens het grootste deel te lopen. In de loop der jaren hebben we elkaar naar een goed algemeen niveau weten te brengen. Nog steeds vind ik het bijzonder om een groep onderaan zo’n trail compleet te zien flippen. Populaire taal voor dikke vijftigers, maar de jonge garde neemt de oudjes daar graag in mee. Volgend jaar hopen we ons jubileum te vieren met onze tiende TransAlp. Maar in al die jaren is het nog nooit gelukt om de pure emoties van deze week op het thuisfront over te brengen. Ook dit artikel zal u nooit helemaal in het avontuur kunnen opzuigen. Als u als lezer toch die kriebel voelt van zo’n uitdaging, dan heb ik maar één advies. Boek zo’n reis, want dat is de zwaarste opgave. Als u eenmaal hebt geboekt, gaat u het volbrengen ook! π


Dienstverleners overzicht Opleiding en Nascholings bedrijven Ω Health Investment www.healthinvestment.nl

Farmacie Ω Bayer HealthCare www.bayerhealthcare.nl Ω Glaxo Smith Kline B.V. www.gsk.nl Ω Novartis Pharma www.novartis.nl Ω Sandoz www.sandoz.nl Ω Stallergenes www.stallergenes.nl Ω Grünenthal www.grunenthal.nl

Personeel Ω Medway bv www.medwaybv.nl Ω Medisch Netwerk www.medischnetwerk.nl Ω Medische Vacaturebank www.medischevacaturebank.nl roducten / Inkoop Ω 3M www.3M.nl Ω Van Heek Medical www.vanheek.com

Financiële bedrijven en Management advies Ω BDO, branchegroep Zorg www.bdo.nl Ω The Combination www.the-combination.net

Training en Coaching Ω Muller Training & Coaching www.mullertc.nl

ICT en Informatiemanagement Ω Faros Conceptontwikkeling www.faros.nl

Verzekeren Ω Arts en Zeker www.artsenzeker.nl

Wilt u uw bedrijf graag hier vermeld zien, neem dan contact op met info@huisartsenservice.nl

32

huisartsenservice

33

huisartsenservice


Deze advertentie is alleen leesbaar in de printversie

Uw personeel onze zorg

MedWay B.V. Westkadijk 10, 3861 MB Nijkerk 033 - 247 11 71

35

huisartsenservice


36

huisartsenservice


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.