Faculteit Geesteswetenschappen
Programmaboek 2016
Nederlandse Literatuur en Cultuur
Inhoudsopgave 1. WELKOM 2. INTRODUCTIE TOT HET PROGRAMMA
2 3
3. WIE IS WIE? Coördinatior van de opleiding (Kern)docenten en andere betrokkenen Studieadviseur Opleidingscommissie Partner organisatie(s) Studievereniging Career services International Office Studiepunt Studentenservice Studentenpsycholoog Centrum voor Onderwijs en Leren
4 4 5 6 6 7 7 7 7 8 8 8 8
4. BELANGRIJKE DATA EN DEADLINES Academische jaarkalender Inschrijfdeadlines Diploma uitreiking
9 9 9 9
5. PROGRAMMA INFORMATIE 5.1. Programma in schema 5.2. Cursussen 5.3. Arbeidsmarktoriëntatie 5.4. Stage 5.5. Thesis 5.6. Regels en Procedures 5.7. Code of Conduct
10 10 11 15 15 15 17 18
6. PRAKTISCHE INFORMATIE 6.1. Studievertraging 6.2. Trainingen 6.3. Afstuderen 6.4. Solis-id 6.5. Osiris 6.6. UU Gmail 6.7. Blackboard 6.8. WiFi 6.9. Bibliotheek 6.10. Cursusevaluaties 6.11. Locaties
19 19 19 19 20 21 21 21 21 22 22 22
7. DE STAD UTRECHT Utrecht Huisvesting
24 24 24
8. LINKS
25
1. Welkom Welkom bij het RMA programma Nederlandse literatuur en cultuur. In dit programmaboek vind je praktische informatie die je helpt om je weg te vinden in de studie. Zo kun je hier adresgegevens vinden van belangrijke contactpersonen in de organisatie, maar ook informatie over docenten, en de academische jaarkalender. Daarnaast wordt beschreven welke online-omgevingen je kunt gebruiken, bijvoorbeeld voor de cijferadministratie, voor informatie over cursussen, mededelingen over interessante lezingen et cetera. Bovendien wordt in hoofdstuk 5 ook de inhoud van het programma en de cursussen kort toegelicht. Het programmaboek is dus een handig naslagwerk dat je de komende twee jaar kunt gebruiken om wegwijs te worden in de studie. We hopen vooral dat je je zeer thuis zult voelen in dit programma, met medestudenten, docenten en begeleiders die je goed leert kennen. Deze papieren gids kan je daarbij als naslagwerk van dienst zijn. Een goed studiejaar toegewenst,
Saskia Pieterse Coรถrdinator RMA Nederlandse literatuur en cultuur
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
2
2. Introductie tot het programma De onderzoeksmaster Nederlandse literatuur en cultuur heeft een studielast van 120 EC. Het academisch jaar is onderverdeeld in vier blokken. Ieder blok volg je drie cursussen die samen 15 EC opleveren, dus je kunt 60 EC per jaar behalen en een totaal van 120 EC na twee jaar. Je kunt daarnaast ook nog Academic Writing in English en de Humanities lectures volgen. De verplichte cursussen (40 EC) worden verzorgd in samenwerking met het Onderwijsinstituut Nederlandistiek van de UVA en met het masterprogramma Literature Today. De verplichte keuzecursussen (50 EC) kies je in overleg met je tutor. Je kunt hier ook naar eigen keuze een cursus volgen die inhoudelijk van toepassing is, in overleg met de programmacoรถrdinator. Deze keuze moet dan wel ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie. Een deel van de vrije keuzeruimte kun je gebruiken om te studeren in het buitenland of een onderzoeksstage te doen. Ook kun je onderzoeksmastercursussen volgen uit het grotere cursusaanbod van de de Universiteit Utrecht (onderwijscatalogus). Ook de stage en, als je in het buitenland wil studeren, de Onderzoeksschool II tellen mee voor dit onderdeel. Je rondt deze onderzoeksmaster af met een scriptie (30 EC). Een onderzoeksmasterscriptie is een wetenschappelijke tekst waarin je, op basis van onafhankelijk onderzoek, geacht wordt bij te dragen aan het debat binnen je vakgebied. Op de studentenwebsite kun je meer informatie over je programma vinden, van een overzicht van je vakken tot de procedures en regelingen. Ga hiervoor naar: http://students.uu.nl/gw/nederlandseliteratuur-en-cultuur
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
3
3. Wie is wie? Coordinator van de opleiding dr. Saskia Pieterse Trans 10 Kamer 2.45 3512 JK UTRECHT Telefoonnummer direct 030 253 4651 Telefoonnummer afdeling 030 253 8300 Email: s.a.pieterse@uu.nl Biografie Saskia Pieterse is als docent Moderne Letterkunde verbonden aan de Universiteit Utrecht. Haar onderwijs en onderzoek concentreert zich op de identiteitsvormende functie van literatuur, vooral in brede sociaalmaatschappelijke zin. Ze onderzoekt in een post-doc project de relatie tussen het Nederlandse nationale zelfbeeld, waarin economische clichés over de ‘zuinige Nederlander’ een centrale rol vervullen, en het concrete economische handelen van Nederland in (post)koloniale, commerciële en financiële contexten. Dat handelen stond vaak haaks op het zelfbeeld. Ze onderzoekt teksten die de spanning tussen economisch zelfbeeld en handelen thematiseren, vanaf de achttiende eeuw tot heden. Daarnaast onderzoekt ze representaties van arbeid, sociale mobiliteit en diversiteit in hedendaags proza. Ze is gepromoveerd op de Ideën van Multatuli. Cursussen Sleutelbegrippen Vergelijkende Neerlandistiek Nederland semiotisch gelezen
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
4
(Kern)docenten en andere betrokkenen Prof. Dr. Geert Buelens Trans 10 Kamer 1.66 3512 JK UTRECHT Telefoonnummer direct 030 253 8903 Telefoonnummer afdeling 030 253 8000 Email: g.buelens@uu.nl Biografie Geert Buelens is als professor Moderne Nederlandse Letterkunde verbonden aan de Universiteit Utrecht en als gasthoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Stellenbosch (Zuid-Afrika). In 2008 was hij Kluge Fellow van de Library of Congress. Zijn onderzoek gaat vooral over de wisselwerking tussen literatuur en samenleving. Hij publiceerde uitvoerig over Paul van Ostaijen, avant-garde poëzie, nationalisme en de poëzie van de Eerste Wereldoorlog. Zijn huidige onderzoek gaat over de cultuur van de jaren zestig, het schrijven van nationale en internationale literatuurgeschiedenissen, neutraliteit in de Eerste Wereldoorlog en de dynamiek tussen de poëzie en de liedkunst sinds de Romantiek. Cursussen Nederland gelezen via de kunsten: moderne tijd Vergelijkende neerlandistiek Prof. dr. Els Stronks Trans 10 Kamer 1.64 3512 JK UTRECHT Telefoonnummer direct 030 253 8249 Telefoonnummer afdeling 030 253 8310 Email: e.stronks@uu.nl Biografie Els Stronks is hoogleraar Vroegmoderne Nederlandse letterkunde bij het departement Talen, Literatuur en Communicatie van de Universiteit Utrecht. Haar onderwijs en onderzoek concentreert zich op multimediale literatuur uit de Nederlandse Gouden Eeuw (woord, beeld, muziek), op de internationale inbedding van die literatuur en op het digitale ontwikkelingen in het vakgebied (van digitale onderzoeksplatforms tot educatieve websites). Ze is bestuurslid van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek en CLARIN-NL, en lid van de Adviescommissie Geschiedenis en Letteren van het Prins Bernhard Cultuurfonds. In 2014-2015 was zij als fellow verbonden aan de Koninlijke Bibliotheek/NIAS. Cursussen Nederland gelezen via de kunsten: vroegmoderne tijd Tutorial Meester / gezel: distant reading
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
5
Studieadviseur De studieadviseur voor de Research Master Nederlandse literatuur en cultuur is mr. Eveline Eckelboom Je kunt haar raadplegen bij persoonlijke problemen of andere omstandigheden die de voortgang van je studie kunnen belemmeren, zoals ziekte of een functiebeperking. Daarnaast kun je de studieadviseur raadplegen over afstudeerprocedures, inschrijving voor cursussen, vrijstellingen, studieplanningen of conflicten met docenten. Wil je snel en efficiënt geholpen worden, kom dan naar de inloopspreekuren. Je hoeft hiervoor geen afspraak te maken. Je kunt 4 dagen per week terecht met (korte) vragen en problemen m.b.t. studie en studievoortgang. Het spreekuur heeft voorrang op de mail. Wil je toch liever mailen? Mail dan naar StudieadviesMCW.GW@uu.nl. Voor complexe vragen, of voor het bespreken van studievertraging door ziekte of persoonlijke omstandigheden, kan een afspraak worden geboekt via het Studiepunt, tel. 030-253 6285; (geopend op werkdagen van 11 - 15 uur; www.uu.nl/GW/studiepunt.) Muntstraat 2-2A Kamer 0.08 3512 EV UTRECHT Telefoonnummer direct 030 253 6062 Telefoonnummer afdeling 030 253 6680 Telefonisch spreekuur: donderdag 10-11 uur Inloopspreekuur: donderdag 11-12 uur
Opleidingscommissie In elke laag van de Universiteit Utrecht denken studenten en medewerkers mee over onderwijszaken. Als lid van een medezeggenschapsorgaan doe je als student veel ervaring op met het meedenken over veranderingen en verbeteringen in een grote organisatie.
•
Opleidingscommissie (OC) De opleidingscommissie brengt advies uit over de Onderwijs- en examenregeling (OER), bewaakt de kwaliteit van het onderwijs, stelt eventuele knelpunten aan de orde en adviseert over de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijsbeleid. De visie van studenten speelt in de taken van de opleidingscommissie een centrale rol: cursusevaluaties en andere studentenevaluaties zijn een belangrijke bron van informatie.
•
Faculteitsraad De faculteitsraad overlegt met het faculteitsbestuur over het facultaire beleid op het gebied van onderwijs, onderzoek, financiën, personeel & organisatie. De raad adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd en heeft voor bepaalde zaken instemmingsrecht.
•
Board van onderwijsdirecteuren De Board van onderwijsdirecteuren bestaat uit alle onderwijsdirecteuren, de vice-decanen onderwijs en drie studenten GW. Zij overleggen over onderwijszaken en ontwikkelingen binnen de faculteit. De studentleden vertegenwoordigen de belangen van alle studenten, geven advies en kunnen zelf dingen op de agenda zetten. Ze werken nauw samen met de faculteitsassessor en de studentgeleding van de faculteitsraad. De opleidingscommissie bestaat uit de volgende leden:
• • • • • •
dr. Rick Dolphijn (voorzitter)
•
Jessica Scarpati
prof. dr. Emile Wennekes prof. dr. Berteke Waaldijk dr. Anniek Kool dr. Susanne Knittel
dr. Saskia Pieterse Studentleden:
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
6
• • • • •
Renée Vulto Els Woudstra Elbert Besaris Annika Werkman Obe Alkema
Studievereniging Studievereniging Awater is de studievereniging voor Utrechtse neerlandici. De naam ‘Awater’ is ontleend aan het epische gedicht ‘Awater’, dat de Utrechtse dichter Martinus Nijhoff in 1934 heeft geschreven. De ik-figuur in dit gedicht is op zoek naar de ideale reisgenoot, en het motto van het gedicht is dan ook ‘Ik zoek een reisgenoot’. Hij denkt deze te vinden in een man die hij Awater noemt. Studievereniging Awater hoopt voor haar leden ook de ideale reisgenoot te zijn tijdens hun studietijd. Voor meer informatie, zie: http://svawater.nl/
Career Services In je programma en departement wordt veel aandacht besteed aan arbeidsmarktoriëntatie, in samenwerking met studieverenigingen en Career Services. Zie hiervoor het Overzicht Arbeidsmarktorientatie/Career Services op pagina 15 en hou aankondigingen in de gaten. De faculteit Geesteswetenschappen heeft een eigen Career Officer: Sjoer Bergervoet. Je kunt bij haar terecht voor vragen over je toekomst, voor het oefenen van een sollicitatiegesprek en het doorspreken van je CV. Je kunt via het Studiepunt een afspraak met haar maken. Career Services biedt ook op universitair niveau studenten begeleiding in hun weg naar de arbeidsmarkt. in de vorm van tests en trainingen op het gebied van loopbaan, netwerken en solliciteren. Zie (www.uu.nl/careerservices) . Kijk op www.uucareercheck.nl waar je staat in het proces van onderwijs naar arbeidsmarkt.
International Office Als je overweegt tijdens je master naar het buitenland te gaan, kun je bij de International Office terecht voor meer informatie over de bestaande uitwisselingsprogramma’s en hoe je dit het beste kunt voorbereiden. Belangrijk is dat je vroeg begint met regelen, aangezien de aanmelddeadlines al vroeg in het jaar vallen en er vaak veel papierwerk mee gemoeid gaat. Meer algemene informatie over studeren in het buitenland is te vinden op: www.students.uu.nl/onderwijs/studeren-in-het-buitenland Kijk voor voorlichtingsdagen en een volledige lijst van partneruniversiteiten op: www.students.uu.nl/onderwijs/studeren-in-het-buitenland/facultaire-informatie/geesteswetenschappen
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
7
Studiepunt Bij het Studiepunt Geesteswetenschappen kun je terecht voor allerlei studie-inhoudelijke zaken zoals cursusinschrijving, roosters, registratie studieresultaten (Osiris), studievoortgangsoverzicht (SVO) en afstuderen. Je kunt hier verder een afspraak maken met de studieadviseur en de Career Officer, diploma’s en cijferlijsten laten waarmerken en verzoeken tot vrijstelling of goedkeuring van cursussen indienen. Het Studiepunt is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 11.00 - 12.30 en van 13.00-15.00 uur en de balie is geopend van maandag t/m vrijdag van 11.00 - 15.00 uur. Adres Telefoonnr. Emailadres
Drift 10, 3512 BS Utrecht (030) 253 6285 studiepunt.gw@uu.nl
Studentenservice Bij de Studentenservice kun je terecht voor informatie over allerlei zaken die met studeren en het studentenleven te maken hebben. Denk hierbij aan aanvullende informatie over bijvoorbeeld: inschrijving, collegegeld, bestuursbeurzen, studie en topsport, handicap of chronische ziekte of studeren in het buitenland. Adres: Openingstijden : E-mail: Telefoon:
Bestuursgebouw, Heidelberglaan 6 (De Uithof), Utrecht ma t/m vrij 10.00-16.00 uur studentenservice@uu.nl o.v.v. voor- en achternaam en studentnummer (030) 253 7000
Studentenpsycholoog De Universiteit Utrecht kent twee studentenpsychologen: Fokke Dijkstra en Renske Marechal. Je kunt naar hen doorverwezen worden door de studieadviseur, of op eigen initiatief hun hulp inroepen. Studenten kunnen een afspraak maken voor een intakegesprek via onderstaande website: www.students.uu.nl/afspraak-maken-met-een-studentenpsycholoog
Centrum voor Onderwijs en Leren Het centrum voor Onderwijs en Leren verzorgt trainingen voor docenten en studenten. Voor studenten aan de universiteit bieden zij onder meer cursussen aan ter verbetering van de academische vaardigheden, bijvoorbeeld een cursus mondeling presenteren, een cursus timemanagement en verschillende cursus op het gebied van schrijven. Bekijk het volledige aanbod op: www.uu.nl/onderwijs/onderwijsadvies-training/scholing/hogeronderwijs/werken-aan-academische-vaardigheden
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
8
4. Belangrijke data en deadlines Academische jaarkalender SEMESTER I start periode 1: maandag 5 september 2016 (week 36) start periode 2: maandag 14 november 2016 (week 46) Collegevrij: 26 december 2016 t/m 6 januari 2017 (week 52 en week 1) SEMESTER II start periode 3: maandag 6 februari 2017 (week 6) start periode 4: maandag 24 april 2017 (week 17) FEESTDAGEN Kerstmis: 25 en 26 december 2016 Nieuwjaar: 1 januari 2017 Goede Vrijdag: 14 april 2017 Pasen: 16 en 17 april 2017
Koningsdag: 27 april 2017 Bevrijdingsdag: 05 mei 2017 Hemelvaart: 25 mei 2017 Pinksteren: 4 en 5 juni 2017
Inschrijfdeadlines Je schrijft je in voor cursussen via Osiris. Ieder blok heeft een vaste inschrijfperiode en enkele wijzigingsdagen waarop je je kunt inschrijven voor cursussen waarvoor nog plaats is. Inschrijfperiodes 2016-2017 Blok 1 en 2 (Semester I) 30 mei t/m 26 juni Blok 3 en 4 (Semester II) 31 oktober t/m 27 november
Diploma-uitreiking Het masterprogramma Nederlandse literatuur en cultuur organiseert een aantal dagen in het jaar een diploma-uitreiking. Je ontvangt per e-mail een persoonlijke uitnodiging waarin nog de precieze tijd en plaats worden vermeld.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
9
5. Programma informatie 5.1. Programma in schema Het eerste jaar is volgens de volgende drie leerlijnen opgebouwd: 1)
2)
3)
De cursussen in de groene lijn geven je specialistische kennis en verdieping op het gebied van de Nederlandse literatuur en cultuur. Hier zullen veel primaire werken worden behandeld (je zult je repertoirekennis vergroten), leer je verschillende historische patronen ontwaren en te onderzoeken, uiteraard voortdurend ingebed in de stand van zaken in het onderzoek. Er zijn twee thema’s die centraal staan: literatuur te midden van andere kunsten historisch leren begrijpen en onderzoeken (blok 1 en blok 2) en de relatie tussen literatuur en nationalisme (blok 3 en blok 4). De cursussen in de gele lijn vormen de methodische lijn in het programma, in deze vakken ligt de nadruk op de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden, inzicht in methodische debatten, en het zelfstandig opzetten van onderzoek. Het is het meest logisch om in blok 4 een tutorial Master/Apprentice II te doen, maar afhankelijk van het aanbod kan hiermee geschoven worden. In de blauwe lijn zijn cursussen opgenomen die je volgt met studenten vanuit andere programma’s (of in een ander programma worden verzorgd). Dit biedt je de mogelijkheid je te verhouden tot andere humaniora, geeft theoretische verdieping, ruimte voor interdisciplinaire verbreding, maar ook de mogelijkheid te werken aan de eigen specialisatie (je kunt hier denken aan een profiel gericht op de vroegmoderne tijd, of juist in de richting van kunstgeschiedenis.
In het tweede jaar zijn er de volgende twee opties: of je gaat voor 30 EC in het buitenland studeren om zo je specialisatie verder te verdiepen (dit raden we vooral aan studenten aan die gericht toewerken naar een sollicitatie voor een PhD-plek) of je blijft in Nederland. In dat laatste geval loop je voor 15 EC een stage aan een onderzoeksinstituut/instelling of sluit je aan bij een lopend onderzoeksproject van een universitair medewerker (dit kan ook iemand buiten Utrecht zijn). Voor de overige 15 EC volg je in Nederland Electives, dit mogen ook cursussen aan universiteiten elders in Nederland zijn, afhankelijk van je specialisatie naar keuze. RESEARCH MASTER Jaar 1 Blok 1
Blok 2
Blok 3
Blok 4
Nederland gelezen via de kunsten I
Nederland gelezen via de kunsten II
Vergelijkende Neerlandistiek
Nederland semiotisch gelezen
Theorie en methode: Sleutelbegrippen
Literatuur tussen lokaal en globaal (samen met MA Literature Today)
Method & Design: Distant Reading + Method & Design Tutorial Meester / Gezel I
Elective (zie tabel 1)
Humanities Today
Elective (mogelijk: onderzoeksschool)
Elective (zie tabel 1)
Elective (zie tabel 1)
Onderzoeksschool (5 EC) Tabel 1. Electives (andere keuzes moeten worden voorgelegd aan de coördinator en de examencommissie) Cursusnaam Tutorial Meester / Gezel II: Research skills
EC
Periode
5
2, 3, 4
UvA module(s) Nederlandse letterkunde: Literatuur en globalisering Module(s) Comparative Literary Studies
12
3, 4 2, 3,4
Module(s) Ancient, Medieval and Renaissance Studies Module(s) History
5– 15 5 - 15
2,3,4
5 - 15
2,3,4
5 - 15
2,3,4
Module(s) Art History
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
10
Jaar 2 Optie 1: buitenlandverblijf Blok 1
Blok 2
Blok 3
Buitenlandverblijf (30 EC)
Blok 4
Thesis (30 EC)
Optie 2: stage + onderwijs in Nederland Blok 1
Blok 2
Blok 3
Blok 4
Onderzoeksstage (15 EC) Elective
Elective
Elective
Elective
Thesis (30 EC)
Onderzoeksschool (5 EC) Tabel 2. Electives (andere keuzes moeten worden voorgelegd aan de coördinator en de examencommissie) Cursusnaam Tutorial Master / Apprentice II: Research skills
EC
Periode
5
1,2
UvA module(s) Nederlandse letterkunde: Cultureel Erfgoed en identiteit Module(s) Comparative Literary Studies
12
1,2 1,2
Module(s) Ancient, Medieval and Renaissance Studies Module(s) History
5– 15 5 - 15
1,2
Module(s) Art History
5 - 15
1,2
5 - 15
1,2
5.2. Cursussen Nederland Gelezen via de Kunsten I: moderne tijd
Cursusdoelen: Deze cursus wil studenten inzicht bezorgen in de samenhang tussen het denken over literatuur en over andere kunsttakken in de moderne tijd. De studenten leren deze ontwikkelingen kennen vanuit het primaire materiaal, maar ook vanuit de onderzoekstradities (wanneer en waarom werden deze kunsten apart, wanneer samen bestudeerd, en waarom?) en naar de impact op dit alles van zowel de artistieke als academische internationalisering. Vakinhoud Literaire ontwikkelingen voltrekken zich niet in een vacuüm. Maar hoe verloopt dat dan concreet? In deze cursus onderzoeken we hoe het moderne Nederlandse kunstbegrip tot stond komt in een dialoog tussen de kunsten en maatschappelijke, politieke en culturele ontwikkelingen in binnen- en buitenland. De focus ligt op drie momenten waarop de Nederlandse kunst ook internationaal naam maakt, zij het niet in elke kunsttak in dezelfde mate: - Tachtig/De Nieuwe Gids/Van Gogh/Berlage - De Stijl - de naoorlogse avant-garde (Cobra/Vijftig/Zestig/Zero) De cursus leert de studenten verschillende vormen van kunst lezen en analyseren als representaties van politieke, maatschappelijke en kunsttheoretische processen. Toetsen Actieve deelname en mondeling (einde van de cursus) Nederland gelezen via de kunsten II: vroegmoderne tijd
Cursusdoel Deze cursus heeft tot doel studenten de kunsten uit het vroegmoderne Nederland te leren te bestuderen als bronnen van informatie over wat er in dat land speelde. Welke politieke, ideologische maar ook kunsttheoretische debatten werden in en via de kunsten gevoerd? Vertrekpunt is daarbij steeds de literatuur.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
11
Vakinhoud Vanuit de literatuur waaieren we steeds uit naar de andere kunsten, waarbij we speciaal kijken naar de effecten van de competitie tussen de verschillende kunstvormen (literatuur, schilderkunst, muziek, architectuur). De competitie resulteerde in een bloei van creativiteit en kruisbestuiving tussen kunsten, en zette politieke en maatschappelijke discussies op scherp. Jacob van Campen bouwde bijvoorbeeld een nieuw Amsterdams stadhuis dat door Vondel in poëzie zowel bezongen als verantwoord moest worden. Maar dat ook het Antwerpse stadhuis dat als model voor het Amsterdamse had gedien in de schaduw moest stellen. Hoe pakte de literatuur dergelijke kwesties op om zo het land te vormen? Toets Take-home tentamen Vergelijkende Neerlandistiek
Cursusdoel Studenten leren de ontwikkeling van de Nederlandse literatuur en cultuur begrijpen in dubbel vergelijkend verband - door kennis te nemen van de internationale theorievorming rond het nationalisme en door de Nederlandse varianten van het nationalisme te vergelijken met zowel het Vlaamse als het Surinaamse en Indonesische nationalisme en de bijbehorende vaktradities krijgen ze inzicht in eigenheid en blinde vlekken van de Nederlandse cultuur(studie). Vakinhoud Bij de vorming van die 'verbeelde gemeenschappen' (B. Anderson) speelden in de 19e eeuw literatuur en cultuur een bepalende rol, maar deze cursus zoomt in op wat er nadien, na het ontstaan van het moderne Nederland gebeurde. De Nederlandse cultuur lijkt sindsdien een vanzelfsprekendheid: het land is onafhankelijk en de cultuur lijkt - anders dan in duidelijk nationalistische culturen als de Vlaamse, Ierse of Schotse - even autonoom. In deze cursus willen wie die vanzelfsprekendheid kritisch gaan bevragen. Als ook de Nederlandse cultuur een sterk nationalistisch karakter heeft, zou dat dan mede kunnen verklaren waarom die cultuur het zo moeilijk lijkt te hebben met het aanvaarden van Surinaamse en andere (post-)koloniale uitingen als vanzelfsprekende onderdelen van de eigen cultuur en het Nederlandse zelfbeeld? Deze kwesties staan centraal in deze cursus. Na inleiding waarin belangrijke theorieën over het nationalisme worden bestudeerd, reconstrueert de cursus de ontwikkeling van de Nederlandse, Vlaamse en Surinaamse literatuur en cultuur door in te zoomen op de genoemde sleutelmomenten. Toets Wetenschappelijk artikel Nederland semiotisch gelezen
Cursusdoel Deze cursus wil studenten leren om: - Een semiotische analyse te geven van een cultureel object, dat uiting geeft aan vormen van Nederlands nationalisme - Een congres te organiseren en daar zelf een bijdrage aan te leveren - De semioticshe lezing te relateren aan uiteenlopende niet-academische discussiecontexten een eigen standpunt te bepalen in debatten over de Nederlandse cultuur en geschiedenis, daarmee rekening houdend met de maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden van een academicus, en in het besef dat alle wetenschappelijke kennis een voorlopig karakter heeft Cursusinhoud In zijn Mythologieën geeft Roland Barthes een semiotische lezing van 'typisch Franse' verschijnselen zoals de Eiffeltoren en rode wijn. In deze cursus willen we die methode toepassen op Nederlandse culturele verschijnselen die in hoge mate een associatie met 'Nederlandisigheid oproepen of zelfs explciet nationalistisch zijn. Doel is om te ontdekken op welke manier zaken die volstrekt vanzelfsprekend en dus onproblematisch lijken, ideologisch geladen zijn. Studenten wordt vervolgens gevraagd zich te verdiepen in het publieke debat over nationalisme in Nederland, en na te denken over de wijze waarop hun semiotische lezing ook bij zou kunnen dragen aan dat debat. Ze werken toe naar een wetenschappelijke lezing (die uitgeschreven wordt in een paper) waarin deze maatschappelijke context nadrukkelijk wordt meegenomen. Studenten organiseren zelf het eindcongres, en zoeken naar referenten die kunnen reageren op hun paper. Toetsen Actieve deelname, paper en referaat.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
12
Theorie en methode: Sleutelbegrippen
Cursusdoelen Deze cursus wil studenten leren om: a. de gemaakte keuzes in bestaand letterkundig en cultuurhistorisch onderzoek theoretisch en methodisch te wegen, dat wil zeggen te reflecteren op de relatie tussen de conceptuele en methodische keuzes en de resultaten van het onderzoek; b. een uiteenzetting te geven over de belangrijke thema’s in theoretische en methodische debatten op het terrein van de eigen specialisatie en daarin een eigen standpunt te bepalen; c. te begrijpen hoe die debatten zich verhouden tot een grotere geesteswetenschappelijke context. Cursusinhoud In deze cursus lezen studenten enkele cruciale literatuur- en cultuurwetenschappelijke publica ties uit binnen en buitenland en leren ze hoe te reflecteren op de gemaakte theoretische en methodische keuzes. In een referaat bespreken zij één toegewezen publicatie. In de eindnota positioneren zij zichzelf ten opzichte van een breder theoretisch en methodisch debat. Cursusinhoud Belangrijke theoretisch begrippen die in ieder geval aan de orde komen zijn: Interpretatie (gerelateerd aan close-, distant- en surface reading), Ideologie (gerelateerd aan de literaire canon, klasse en imperialisme/nationalisme). De methodische discussie zal worden toegespitst op de vraag hoe de omvang van een corpus de representativiteit van een onderzoek mede bepaalt. En ook: wordt de vraag groter en relevanter naarmate het corpus groter wordt? Wanneer wel en niet? En welke rol kunnen digitale middelen hierbij spelen? Toetsen Referaat en nota Literatuur tussen lokaal en globaal
Cursusdoelen: De studenten verwerven kennis van en inzicht in: - de institutionele en sociologische benadering van literatuur; - de institutionele context waarin de Nederlandstalige literatuur functioneert in de 21ste eeuw; - de manier waarop literaire en cultuurpolitieke organisaties functioneren in het literaire veld; - de verwerking van economische, politieke en culturele globalisering in de Nederlandstalige literatuur. Specifiek voor RMA-studenten: - inzicht in de geschiedenis en inhoud van literatuursociologische theorieën en de doorwerking van die theorieën in recent letterkundig onderzoek Cursusinhoud Meer dan ooit functioneert de literaire cultuur vandaag in een transnationale context. Druk bezochte literaire festivals, zoals Poetry International en City2Cities, brengen auteurs uit alle continenten samen op een podium. Internationale boekenbeurzen zoals de Frankfurter Buchmesse spelen in deze transnationale uitwisseling een cruciale rol. Tegelijk ontstaat als reactie op de economische, politieke en culturele globalisering een hernieuwde belangstelling voor het lokale: voor het culturele en economische belang van steden, maar ook voor local history en lokaal cultuurhistorisch erfgoed. In deze cursus onderzoeken we hoe deze spannende wisselwerking tussen het globale en het lokale doorwerkt in de hedendaagse literatuur. De nadruk ligt daarbij op de institutionele context. Vanuit een institutioneel en literair-sociologisch perspectief bestuderen we hoe literaire organisaties, culturele events en cultuurpolitieke initiatieven de transnationale uitwisseling van literatuur stimuleren en stroomlijnen. Toetsen Referaat en nota Meester & Gezel I en II
Doel van de cursus is om de kennis van lopende, actuele onderzoeken bij te brengen, en om vaardigheden in het opzetten en uitvoeren van een eigen onderzoek te oefenen. Meester/Gezel leert studenten om methodieken concreet toe te passen, in de context van al lopend onderzoek van een docent. Humanities Today
Cursusinhoud: In Humanities Today, students from the different ICON research master programmes are invited to discuss, with one another, the key concepts and turns that are at stake in their particular field of interest; from 'otherness', to 'the power of language/image/sound', from 'the digital turn' to the coming of the 'posthuman', from 'material culture' to 'ecocriticism' to 'activism in the arts'. In interdisciplinary groups a series of influential texts that work with these ideas are being read and discussed. Also,
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
13
professors from the various fields of our interest are being invited to join the discussion and to ebolaborate on how and why these themes matter today in the arts and in society. Cursusdoel: a) Acquire insight and knowledge about the themes that mark the humanities today. b) Be able to set up a deep and thought provoking interdisciplinary discussion with fellow students and with prominent scholars in our field. c) Provide deep knowledge of the RMA field of study showing due regard for its position within the broader field of the Humanities. d) Formulate research questions, locate and interpret sources, and assess the significance of one’s own research within the framework of current cultural theories e) Gain confidence in reporting research findings in both oral and written forms. Toetsen Actieve deelname en paper.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
14
5.3. Arbeidsmarktoriëntatie Tijdens je studie verdiep je je kennis, maar werk je ook aan academische- en professionele vaardigheden. Het is niet altijd helder welke elementen van arbeidsmarktoriëntatie je eigenlijk allemaal gedurende je studie meekrijgt naast expliciet georganiseerde activiteiten en trainingen. Toch is het goed om in een masterjaar bewust bezig te gaan met het voorbereiden op de arbeidsmarkt. Daarin doorloop je – blijkt uit onderzoek - een aantal fases: reflecteren op je drijfveren en werkwaarden, het onderzoeken van je mogelijkheden op de arbeidsmarkt, het leggen van links naar potentiele stage/werkgevers en het specifiek oefenen van vaardigheden zoals bijvoorbeeld solliciteren. Zo ontwikkel je jezelf van student naar professional.
5.4. Stage De onderzoeksstage moet gevolgd worden bij een onderzoeksinstituut of onderzoeksinstelling (gedacht kan worden aan bijvoorbeeld het Meertens instituut, het Huygens instituut, de bibliotheek van het Rijksmuseum). Een student kan ook aansluiten bij een lopend onderzoeksproject aan een universiteit in Nederland, maar dan moet er wel een officiële stageplaats gecreëerd zijn. Naast werkzaamheden die verricht worden voor het lopende onderzoeksproject moeten studenten werken aan een eigen onderzoek dat uitmondt in een schriftelijk product (een nota, of een artikel). Dat betekent dat de stage ook altijd op twee manieren beoordeeld wordt: via het stageverslag (zie hiervoor de website) waarmee het functioneren binnen het onderzoeksproject wordt beoordeeld – in samenspraak met de stagebegeleider, en via het eindproduct van het onderzoek (meestal: de nota of het artikel). N.B.: Inschrijven voor de stage gebeurt op het moment dat het stagecontract wordt ingeleverd bij het Studiepunt, dus niet tijdens de cursusinschrijving via Osiris.
5.5. Thesis Het masterprogramma wordt afgesloten met een thesis. Deze vormt het eindpunt van het masterprogramma waarin je de opgedane kennis, vaardigheden en inzichten integraal toepast. Je doet zelfstandig onderzoek en schrijft op basis van verzamelde informatie een academische of praktijkgerichte scriptie; dit zou in het verlengde van een gevolgde onderzoeksstage kunnen liggen. Meer onderzoekgerichte scripties kunnen voortborduren op een beknopt onderzoek dat in een werkcollege is gestart. Doorgaans bevat de scriptie 30.000 woorden met een maximum van 40.000 woorden (inclusief voetnoten en literatuurlijst).. De studielast bedraagt 30 EC. BEOORDELINGSFORMULIER De beoordeling van je scriptie wordt binnen de faculteit Geesteswetenschappen gedaan aan de hand van een standaard beoordelingsformulier voor een eenjarige master. Deze is te vinden via students.uu.nl -> je opleiding -> studieprogramma -> Masterscriptie/Afstudeerproject -> beoordeling De aspecten 1 t/m 7 in het formulier dienen als voldoende te worden beoordeeld om in aanmerking te komen voor een voldoende eindcijfer. Anders gezegd: één of meer onvoldoendes voor de eerste zeven aspecten leiden tot een onvoldoende eindcijfer. Compensatie binnen deze onderdelen is niet mogelijk. Daarnaast moet voldaan zijn aan de randvoorwaarden die eveneens op het beoordelingsformulier vermeld staan. Wanneer er niet aan de randvoorwaarden voldaan is, wordt de scriptie niet nagekeken.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
15
PROCEDURES EN NAKIJKTERMIJN Als je begeleider een docent is die verbonden is aan de opleiding, dan is deze ook je eerste beoordelaar. Alle scripties worden door twee docenten beoordeeld, die onafhankelijk van elkaar een beoordelingsformulier invullen en na overleg tot een gezamenlijk eindcijfer komen. Nadat de student de finale versie van de scriptie heeft ingeleverd hebben de beoordelaars een nakijktermijn van 10 werkdagen om de scriptie te beoordelen en het cijfer bekend te maken. In gevallen waarin eerste en/of tweede beoordelaar daarom verzoeken, en in gevallen waarin eerste en tweede beoordelaar het niet eens kunnen worden over het eindoordeel over een masterscriptie, wordt een derde beoordelaar ingeschakeld. De student wordt door de eerste beoordelaar op de hoogte gesteld dat er een derde beoordelaar is ingeschakeld, en dat de nakijktermijn van 10 werkdagen met nog eens 10 werkdagen wordt verlengd. De derde beoordelaar past een marginale toetsing toe van de beoordeling door de eerste en tweede beoordelaar, op basis van kennis van de oordelen van de eerste en tweede beoordelaar en de onderbouwing daarvan. Het oordeel van de derde beoordelaar is bindend. Als de derde beoordelaar het oordeel van eerste en tweede beoordelaar onderschrijft (als alle beoordelaars het met elkaar eens zijn), is nadere beargumentering overbodig. In andere gevallen volstaat een beknopte argumentatie. Uiteindelijk moet je je masterscriptie uploaden in het digitale scriptiearchief van de Universiteitsbibliotheek (Igitur). Dit is een verplicht onderdeel van het automatisch afstuderen. Het is in Igitur ook mogelijk om scripties van andere studenten in te zien. Deze zijn opgeslagen in het digitale scriptiearchief, waar je kunt zoeken of kunt bladeren per faculteit of opleiding. PLAGIAATVERKLARING De Universiteit Utrecht vat iedere vorm van wetenschappelijke misleiding zeer ernstig op. De Universiteit Utrecht verwacht dat elke student de normen en waarden inzake wetenschappelijke integriteit kent en in acht neemt. Wanneer je start met het schrijven van je eindwerkstuk lever je daarom het Formulier verklaring kennisneming plagiaat in (www.students.uu.nl/files/gwalgemeenformulier-kennisneming-plagiaatpdf) . Hiermee verklaar je op de hoogte te zijn van de regels van de Universiteit wat betreft fraude en plagiaat. Wanneer je docent of begeleider vermoedt dat er sprake is van fraude of plagiaat maakt deze hiervan melding. VOORBEELDEN VAN RECENTE ONDERWERPEN 'Door gebrek aan zwaarte omhoog gevallen'. Sociale mobiliteit in de Indische roman, 1860• 1900 • ‘Arch ghespuys en ander spookery’; Dutch translations of witchcraft theory in the early seventeenth century • 'Waar voor hun geld met mijn lichaam'. Over arbeid en vrouwelijkheid in het oeuvre van Marie Kessels
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
16
5.6. Regels en Procedures ONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGEN Alle opleidingen moeten zich houden aan vastgestelde Onderwijs- en Examenregelingen. In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van een opleiding staan de specifieke regelingen, het standaard studieprogramma, de exameneisen en overgangsregelingen om de opleiding af te ronden. De OER bestaat uit een facultair gedeelte, waarin de faculteitsbrede regelementen zijn vastgelegd, en een opleidingspecifiek deel. Je kunt de OER van jouw opleiding vinden via students.uu.nl FRAUDE EN PLAGIAAT De Universiteit Utrecht vat iedere vorm van wetenschappelijke misleiding op als een zeer ernstig vergrijp. De Universiteit Utrecht verwacht dat elke student de normen en waarden inzake wetenschappelijke integriteit kent en in acht neemt. De belangrijkste vormen van misleiding die deze integriteit aantasten zijn fraude en plagiaat. Plagiaat is het overnemen van andermans werk zonder behoorlijke verwijzing en is een vorm van fraude. Hieronder volgt nadere uitleg wat er onder fraude en plagiaat wordt verstaan en een aantal concrete voorbeelden daarvan. Dit is echter geen uitputtende lijst! Wat is fraude? Onder fraude valt onder meer: • tijdens het tentamen spieken. Degene die gelegenheid biedt tot spieken is medeplichtig aan fraude; • tijdens het tentamen in het bezit te zijn (d.w.z. bij zich te hebben/ te dragen) van hulpmiddelen (voorgeprogrammeerde rekenmachine, mobiele telefoon, smartwatch, smartglasses, boeken, syllabi, aantekeningen etc.), waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; • door anderen laten maken van (delen van) een studieopdracht en het voordoen als eigen werk; • zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen, opgaven of antwoorden van het desbetreffende tentamen; • fingeren van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens. Wat is plagiaat? Van plagiaat is sprake bij het in een scriptie of ander werkstuk gegevens of tekstgedeelten van anderen overnemen zonder bronvermelding. Onder plagiaat valt onder meer: • het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën en digitale tijdschriften zonder aanhalingstekens en verwijzing; • het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing; • het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften en encyclopedieën zonder aanhalingstekens en verwijzing; • het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing; • het parafraseren van bovengenoemde teksten zonder (deugdelijke) verwijzing: parafrasen moeten als zodanig gemarkeerd zijn (door de tekst uitdrukkelijk te verbinden met de oorspronkelijke auteur in tekst of noot), zodat niet de indruk wordt gewekt dat het gaat om eigen gedachtegoed van de student; • het overnemen van beeld-, geluids- of testmateriaal van anderen zonder verwijzing en zodoende laten doorgaan voor eigen werk; • het zonder bronvermelding opnieuw inleveren van eerder door de student gemaakt eigen werk en dit laten doorgaan voor in het kader van de cursus vervaardigd oorspronkelijk werk, tenzij dit in de cursus of door de docent uitdrukkelijk is toegestaan;
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
17
•
•
•
het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat; ook wanneer in een gezamenlijk werkstuk door een van de auteurs plagiaat wordt gepleegd, zijn de andere auteurs medeplichtig aan plagiaat, indien zij hadden kunnen of moeten weten dat de ander plagiaat pleegde; het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uittreksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven.
In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van je opleiding is vastgelegd wat de formele gang van zaken is als er een vermoeden van fraude/plagiaat is en welke sancties er opgelegd kunnen worden. De sterkste sanctie is om een student van de opleiding te verwijderen. Voor meer informatie: www.students.uu.nl KLACHTEN Als je het niet eens bent met de manier waarop een medewerker of dienst van de universiteit zich tegenover jou heeft gedragen, dan kun je daar wat aan doen. Een klacht heeft betrekking op een gedraging tegenover jou. Let op! Het is niet mogelijk om een klacht in te dienen over een algemene regeling. Klachten en op- of aanmerkingen over het onderwijs vallen dan ook niet onder de officiële klachtenregeling van de universiteit. Maar je wilt deze klachten natuurlijk wel ergens kwijt. Je kunt je in dat geval richten tot het Studiepunt, je studieadviseur of de klachtencoördinator van je faculteit/departement. Zij kunnen jou adviseren over de actie die je zou kunnen ondernemen. BEROEP EN BEZWAAR Ben je het niet eens bent met een aan jou persoonlijk gerichte beslissing van het College van Bestuur (of de Centrale Studentenadministratie of directeur Onderwijs & Onderzoek namens het College van Bestuur), van een examencommissie of examinator? Dan kun je binnen zes weken na toezending een beroep of bezwaar indienen (ingeval van een cijfer is dat binnen zes weken na de mutatiedatum zoals vermeld in Osiris). Voordat je besluit een bezwaar of beroep in te dienen kun je met je studieadviseur of studentendecaan bespreken of het zinvol is om een formele procedure te starten. Houd wel de termijn in de gaten waarbinnen je bezwaar of beroep moet zijn ingediend. Deze termijn is 6 weken. Voor algemene informatie over het indienen van een bezwaar of beroep kun je ook terecht bij de Studentenservice. Meer informatie is te vinden op www.students.uu.nl
5.7. Code of Conduct De universitaire Code of Conduct is het kader voor gedrag en reflectie voor medewerkers en studenten van de Universiteit Utrecht. Deze code beschrijft de waarden die richting geven aan het werken en studeren aan de universiteit. De code stelt hen in staat zelfstandig op een verantwoorde manier te handelen naar de waarden en normen van de universiteit en biedt ruimte om elkaar daarop aan te spreken. Tegelijkertijd biedt de Code of Conduct duidelijkheid aan de samenleving: men weet wat het ethisch kader is waarbinnen onze medewerkers handelen en wat men wel of niet van hen mag verwachten in het maatschappelijk verkeer. De universitaire Code of Conduct is te vinden op onderstaande link: www.students.uu.nl/sites/default/files/code_of_conduct_universiteit_utrecht.pdf
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
18
6. Praktische informatie 6.1. Studievertraging Studievertraging kan vervelende gevolgen hebben voor je studie. Een vertraging kan bijvoorbeeld leiden tot het gedwongen moeten stoppen met je studie. Neem altijd contact op met je studieadviseur wanneer je twijfelt over de gevolgen van je vertraging in jouw specifieke situatie. STUDIEVERTRAGING BIJ OVERMACHT Je kunt studievertraging oplopen door iets waar je zelf geen grip op hebt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onvoorziene (langdurige) ziekte, psychische problemen of familieomstandigheden. Maar er zijn ook andere situaties mogelijk. Denk je dat de vertraging wordt veroorzaakt buiten jouw schuld? Bekijk dan de financiële regelingen en neem contact op met je studieadviseur om de situatie te bespreken. De studieadviseur kan je vertellen wat de vertraging in jouw specifieke situatie (financieel) betekent en wat de universiteit eventueel kan doen om je te helpen. STUDIEVERTRAGING DOOR STUDEERPROBLEMEN Lukt het niet om een goede planning te maken? Of heb je geen goed overzicht van alle studiestof of loop je tegen andere studeerproblemen aan? De studentendecanen en –psychologen helpen je graag om te leren omgaan met je valkuilen en problemen. Je kunt een individuele afspraak met hen maken of een training volgen. Lees ook de studeertips van het Centrum voor Onderwijs en Leren (COLUU). STUDIEVERTRAGING DIE JE KUNT VOORZIEN In sommige gevallen kun je vertraging al van voorzien, bijvoorbeeld in het geval van: • • • • •
Zwangerschap Beoefenen van topsport Bestuursactiviteiten Wachttijd bij coschappen Handicap of (chronische) ziekte
Afhankelijk van de situatie biedt de universiteit bepaalde compensaties en faciliteiten aan waar je tijdens je studie gebruik van kan maken om vertraging te beperken of zelfs te compenseren. De studieadviseurs en studentendecanen kunnen je hierover verder informeren. Voor meer informatie zie www.students.uu.nl
6.2. Trainingen Er zijn verschillende trainingen te volgen om je helpen bij je studie. Dit zijn bijvoorbeeld trainingen in academische vaardigheden, maar ook in academisch (Engels) schrijven. Daarnaast is er een heel rubriek voor het verwerven van talen of juist het wegwerken van taalachterstanden. Zie voor het volledige aanbod: www.students.uu.nl/naast-en-na-de-studie/trainingen
6.3. Afstuderen AUTOMATISCH AFSTUDEREN Automatisch afstuderen betekent dat de examencommissie bepaalt wanneer je bent afgestudeerd. Zij bepalen wat de uiteindelijke examendatum -datum op je diploma- wordt. Om af te studeren moet je voldoen aan de exameneisen van je opleiding. Deze zijn geformuleerd in de OER van je opleiding. De examencommissie bepaalt op grond hiervan je examendatum. In de eerste helft van de maand na je examendatum ontvang je een e-mail van de examencommissie dat je automatisch gaat afstuderen. Dus
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
19
als je bijvoorbeeld 31 januari gaat afstuderen, ontvang je halverwege februari een e-mail. In deze e-mail vind je ook informatie over de mogelijkheid om uitstel van afstuderen aan te vragen. Om aan het einde van de maand af te kunnen studeren moeten alle resultaten aan het eind van die maand geregistreerd zijn in Osiris, dus je kunt niet afstuderen voordat je dossier in Osiris compleet is. Met andere woorden: als je 31 januari afstudeert, moeten al je resultaten in januari in Osiris zijn gezet. Op het International Diploma Supplement wordt het GPA vermeld. Het GPA van een masteropleiding wordt bepaald op basis van het gewogen gemiddelde van alle eindcijfers die zijn behaald voor het betreffende diploma. Het gewogen gemiddelde eindcijfer wordt omgerekend naar het GPA op basis van een omrekentabel: www.students.uu.nl/sites/default/files/gpa-vertaaltabel.pdf CUM LAUDE De examencommissie bekijkt of je voldoet aan de voorwaarden voor toekenning van het judicium Cum Laude. Het judicium wordt vermeld op het diploma en in het International Diploma Supplement (IDS). Zoals omschreven is in artikel 6.2 van het facultaire gedeelte van de OER 2016-2017 gelden de volgende bepalingen: a)
b) c) d)
Het judicium 'cum laude' wordt toegekend aan het masterexamen, indien voldaan is aan de volgende voorwaarden: voor de onderdelen van het programma is het gewogen gemiddelde cijfer ten minste een 8,0 het cijfer voor de scriptie is een 8,5 of hoger voor geen van de onderdelen is een cijfer lager dan een 7,0 behaald voor maximaal 15 studiepunten zijn niet-meetellende vrijstellingen verkregen er geen beslissing is van de examencommissie (als bedoeld in art. 5.15, lid 4 onder b) inhoudend dat er vanwege vastgestelde fraude/plagiaat de student niet meer in aanmerking komt voor een positief judicium (cum laude). het masterexamen binnen twee jaar is behaald. Resultaten die niet met een cijfer zijn gehonoreerd worden niet in de berekening van het judicium opgenomen. De examencommissie kan, al dan niet op voorstel van een docent, in individuele gevallen van deze regeling afwijken in het voordeel van de student. Het judicium ‘cum laude’ wordt op het getuigschrift vermeld.
UITSCHRIJVEN Je kunt worden uitgeschreven per de 1e van de maand volgend op de maand waarin je een uitschrijfverzoek indient. Je mag ook na je afstuderen voor de rest van het collegejaar ingeschreven blijven. Uiteraard betaal je dan nog wel collegegeld. Studeer je af gedurende het collegejaar, dan moet je zelf je uitschrijving regelen. Studeer je af in de zomer (juni, juli, augustus), dan kun je je inschrijving laten aflopen op 31 augustus. Voor meer informatie zie www.students.uu.nl
6.4. Solis-id Je Solis-id is je gebruikersnaam voor de meeste universitaire diensten. Samen met je Solis-wachtwoord krijg je onder andere toegang tot Osiris, UU Gmail en Blackboard. Ook op de computerwerkplekken meld je je aan met je Solis-id. HOE KRIJG IK MIJN SOLIS-ID EN WACHTWOORD? Je hebt je Solis-id en Solis-wachtwoord in twee aparte e-mails ontvangen nadat je je hebt ingeschreven bij de universiteit. Heb je de brief of e-mails niet ontvangen, ga dan met je collegekaart (of bewijs van inschrijving) naar UU for U Student Services. Heb je wel je Solis-id maar niet je wachtwoord ontvangen? Ga dan naar de wachtwoordselfservice om je wachtwoord aan te passen.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
20
NA UITSCHRIJVING Op het moment dat je niet meer ingeschreven bent bij de Universiteit Utrecht, krijg je een e-mail waarin je wordt gewaarschuwd dat je Solis-id en Solis wachtwoord nog 180 dagen geldig zijn. Je kunt na die zes maanden geen gebruik meer maken van de aan het Solis-id verbonden IT-diensten. Ook je e-mailadres wordt opgeheven. Let er dus op dat je vóór die tijd bestanden en e-mails die je wilt bewaren veiligstelt. Wil je de e-mails veiligstellen? Je kunt dit gemakkelijk doen door een kopie te maken van alle gegevens van je account. Dit doe je via Google takeout. WACHTWOORDSELFSERVICE In de wachtwoordselfservice (www.uu.nl/wachtwoord) kun je zelf het wachtwoord voor je Solis-id wijzigen. Ook kun je een nieuw wachtwoord aanmaken als je je wachtwoord bent vergeten of nooit hebt ontvangen.
6.5. Osiris OSIRIS is de Internet-toegang tot het studievoortgangssysteem OSIRIS. Met behulp van OSIRIS kun je je inschrijven en uitschrijven voor cursussen en toetsen, je kunt je individuele rooster en resultaten opvragen en cursusinformatie raadplegen. Log in op Osiris-student met je Solis-id via www.uu.nl/osirisstudent
6.6. UU Gmail Iedere student heeft toegang tot een eigen UU Gmail-account en een bijbehorend e-mailadres. Veel communicatie, vanuit de UU of je docenten, loopt via dit e-mailadres. Daarnaast is het mogelijk met je account om bestanden op te slaan, te bewerken en te delen in Google Drive. Je kunt inloggen op Gmail met je UU-Gmail e-mailadres (voorbeeld:j.janssen@students.uu.nl) en je wachtwoord. Let op! Je UU-Gmail wachtwoord is niet per definitie hetzelfde als je Solis wachtwoord. Link: http://gmail.students.uu.nl
6.7. Blackboard Studenten en docenten van de Universiteit Utrecht werken in de digitale leeromgeving Blackboard. Log in met je Solis-id via www.uu.nl/blackboard of klik op het Blackboard-icoon onder elke pagina op studentenwebsite. Daarnaast is Blackboard ook als app beschikbaar: ‘Blackboard Mobile Learn’, geschikt voor Android, Blackberry en de iPhone/iPod Touch/iPad. In Blackboard, op het tabblad ‘Support’> ‘Support students’ vind je de quick start guide waarmee je je vragen kunt oplossen.
6.8. WiFi De Universiteit Utrecht beschikt in de meeste gebouwen over een draadloos netwerk genaamd Eduroam. Je logt in op het netwerk met je Solis-id met daarachter @soliscom.uu.nl (dus bijvoorbeeld: 1234567@soliscom.uu.nl) en je bijbehorende wachtwoord. Op www.students.uu.nl/wifi-eduroam kun je een handleiding vinden over hoe je het netwerk het beste op jouw tablet, telefoon of laptop kunt instellen. Eduroam is daarnaast ook op andere onderwijsinstellingen te vinden in binnen- en buitenland. Op iedere locatie kun je inloggen met je Utrechtse Solis-id en wachtwoord. Als je eenmaal op een Eduroam netwerk ingelogd bent geweest en het netwerk hebt opgeslagen, zal je steeds automatisch toegang krijgen tot het netwerk.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
21
6.9. Bibliotheek De Universiteit Utrecht heeft meerdere bibliotheken, maar de belangrijkste voor studenten van Geesteswetenschappen is die in de binnenstad en die in het Utrecht Science Park (ook wel ‘de Uithof’ genoemd in de volksmond). Beide locaties beschikken over een grote collectie waar niet alleen boeken, maar ook handschriften, tijdschriften, films en audiobestanden te vinden zijn. Daarnaast is het mogelijk daar gebruik te maken van de vaste computers, bestanden te kopiëren, printen of scannen, en te studeren op beschikbaar gestelde werkplekken. BOEKEN LENEN Om boeken te kunnen lenen, moet je over een bibliotheekpas beschikken. Deze is aan te vragen bij de balie van een van de locaties en is gratis voor studenten van de Universiteit Utrecht. De standaard uitleentermijn voor boeken is 28 dagen, hoewel onder andere encyclopedieën en tijdschriften een kortere leentermijn hebben. Via de website kan de uitleentermijn herhaaldelijk verlengd worden. In principe mag een persoon tot een maximum van 15 boeken lenen. In bijzondere gevallen kan er toestemming verleend worden om dit aantal te verhogen. Het is mogelijk om via de catalogus een aanvraag te plaatsen voor een boek. Deze wordt dan in de afhaalkast geplaatst zo snel hij beschikbaar is. Boeken die niet uit het depot hoeven te komen in een open stelling staan, kun je zelf opzoeken middels het kastnummer in de catalogus. Na het verstrijken van de uitleentermijn, heb je nog 7 dagen om het geleende artikel terug te brengen of te verlegen. Zo niet, wordt er een boete opgelegd, waarvan de hoogte afhankelijk is van de overschrijding van de termijn. De boete kan betaald worden bij de servicebalie of de daarvoor bestemde betaalautomaat. Ook bij beschadiging wordt er een boete opgelegd. COLLEGEPLANKEN Docenten kunnen ervoor kiezen om een boek te reserveren en apart te laten zetten voor de duur van hun cursus. Deze boeken worden op de zogeheten collegeplank gezet, zodat iedere student ze in kunnen zien en eventueel kopieën kunnen maken. Het zelf lenen van deze boeken is dan ook tijdelijk niet mogelijk. De collegeplanken zijn te vinden in de bibliotheek in de binnenstad en dragen een label met de cursusnaam. PRAKTISCHE INFORMATIE De panden zijn tijdens de onderwijsweken van maandag tot vrijdag geopend van 08.00-22.30, zaterdag van 10.00-18.00 en zondag van 10.00-22.30. Op feestdagen en in vakantieperiodes hanteert de bibliotheek aparte openingstijden, die terug te vinden zijn op de website. In de tentamenperiodes zijn de bibliotheken vaak langer geopend. Universiteitsbibliotheek Binnenstad Universiteitsbibliotheek Utrecht Science Park
Drift 27, 3512 BR Utrecht Heidelberglaan 3, 3584 CS Utrecht
Zie de website voor meer informatie en de catalogus: www.students.uu.nl/universiteitsbibliotheek
6.10. Cursusevaluaties Goede kwaliteit van het onderwijs is belangrijk voor jou en voor je opleiding. Aan het einde van ieder blok ontvang je voor de cursussen die je hebt gevolgd per e-mail een uitnodiging om een vragenlijst in te vullen en feedback te geven op de cursussen. Alle cursussen worden geëvalueerd. Daarnaast is er ook een evaluatie van de gehele masteropleiding. Voor de laatste evaluaties ontvang je een bericht per email na afsluiting van het onderwijs. Alle evaluaties vinden plaats via het digitale evaluatiesysteem Caracal. Je kunt in Caracal inloggen met je Solis-id en wachtwoord. Je ziet vervolgens de evaluaties staan die je kunt invullen. De antwoorden worden anoniem verwerkt.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
22
Na de sluitingstermijn kun je de resultaten (antwoorden op de open vragen) van de door jou gevolgde cursussen bekijken in Caracal. Ook de docent en de opleidingscommissie plaatsen een reactie op de evaluatie. Twee keer per jaar, voorafgaand aan de cursusinschrijvingen, worden de resultaten (antwoorden op de gesloten vragen) ook zichtbaar gemaakt voor alle andere studenten. De opleidingscommissie kijkt zorgvuldig naar de resultaten in Caracal, kan waar nodig problemen aankaarten en geeft complimenten door aan goede initiatieven. De commissie zet haar advies bij de evaluatie in Caracal, zodat alle studenten dit kunnen zien. Log dus af en toe in om te kijken of de opleidingscommissie al een advies heeft uitgebracht en of de docent al op jouw cursusevaluaties heeft gereageerd.
6.11. Locaties Net als haar studenten vind je de Universiteit Utrecht zowel in de binnenstad als op het Utrecht Science Park/De Uithof. De locaties en gebouwen vormen een mix van klassieke en moderne architectuur. De UU is ook actief op de Internationale Campus Utrecht. Hier vind je een levendige community van internationale en Nederlandse studenten. Zij volgen hier colleges voor verschillende opleidingen. Zie voor alle gebouwen: http://students.uu.nl/gw/nederlandse-literatuur-en-cultuur/contact/gebouwen
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
23
7. De stad Utrecht Utrecht Utrecht is een fantastische stad, met haar oude grachten, veel bezienswaardigheden en gezellige cafĂŠs en restaurants. Het oude centrum is gemakkelijk te voet te doorkruisen en de rest van Utrecht is goed te bereiken met het OV. Op de bezoekerssite van Utrecht (www.bezoek-utrecht.nl) kun je gemakkelijk op zoek naar de belangrijkste historische locaties, musea, festivals winkels en groepsactiviteiten die bij jou passen. Maar naast een historische kern, heeft Utrecht ook een actieve studentencommunity die zich duidelijk zichtbaar opstelt.
Huisvesting Het is in Utrecht, net zoals in vele andere studentensteden, niet gemakkelijk om een kamer te vinden. Zeker niet als je rekening moet houden met een bepaald budget. Het kan gemakkelijk weken of maanden duren voordat je een kamer gevonden hebt, dus begin tijdig met je inschrijven op websites zoals Kamernet (www.kamernet.nl) en de SHH (www.sshxl.nl) en houd het aanbod goed in de gaten. Veel websites hanteren de regel dat hoe langer je ingeschreven staat, hoe hoger je aanvraag op de lijst komt te staan en dus hoe groter de kans dat je een kamer bemachtigt. Kamers komen in allerlei varianten. Meestal deel je de keuken, badkamer, toilet en woonkamer met je huisgenoten maar voor een hoger bedrag per maand zijn er ook andere mogelijkheden, als je bijvoorbeeld wat meer ruimte of privacy wilt. Op de websites staat per kamer vermeld wat de omstandigheden zijn en wat je huurkosten per maand worden. Let daarbij goed op of de huurprijs in- of exclusief gas, water en licht is en wat de beschikbaarheidsduur van de kamer is. Internationale studenten kunnen via verschillende websites (bijvoorbeeld de SHH) speciale kamers vinden die voor internationale studenten gereserveerd worden. Vaak zijn deze kamers al gemeubileerd, zodat er behalve kleding en kleine persoonlijke eigendommen niets verhuisd hoeft te worden. Ook de International Office van de UU kan je verder helpen, als het niet lukt iets te vinden.
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
24
8. Links • • • • • • • •
http://students.uu.nl/gw/nederlandse-literatuur-en-cultuur http://osiris.universiteitutrecht.nl http://gmail.students.uu.nl http://uu.blackboard.com http://caracal.science.uu.nl http://uu.nl/universiteitsbibliotheek http://aleph.library.uu.nl (catalogus bibliotheek) http://dub.uu.nl (nieuwsbrief)
PROGRAMMABOEK NEDERLANDSE LITERATUUR EN CULTUUR
25
Š Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht, 2016