KERNDOCENTEN VAN DEZE MASTER
■ ■ ■
P ROF . DR . C OK B AKKER is theoloog/religiewetenschapper en onderwijskundige en is hoogleraar Didactiek van Levensbeschouwelijke Vorming. Zijn onderzoek richt zich op de relatie tussen onderwijs en levensbeschouwing in brede zin, zoals die zich manifesteert op het macro-niveau van onderwijsbeleid en onderwijsverzuiling, op mesoniveau van het maatschappelijk middenveld en instituties (schoolidentiteit, het vak godsdienst/levensbeschouwing) en op het micro-niveau van de professionele en levensbeschouwelijke biografie van leerkrachten.
Cursus
Organisaties en zingeving
■ ■ ■
P ROF DR A NNEMARIE K ORTE is sinds 2009 hoogleraar Religie, gender en moderniteit. Op het moment is ze betrokken bij het project ‘De tegenstelling tussen religie en homoseksualiteit in het publiek discours in Nederland’. Daarnaast is ze directeur van de Nederlandse Onderzoekschool voor Theologie en Religiewetenschap (NOSTER).
Cursus
Religie en gender
■ ■ ■
D R . E RNST VAN DEN H EMEL is senior onderzoeker aan het Humanities Cluster van het Meertens Instituut van de KNAW Hij is gespecialiseerd in verknopingen van religie, erfgoed, politiek en populaire cultuur. Hij promoveerde in 2011 op Calvinisme en politiek en schreef sindsdien over religie en populisme, religie-als-erfgoed en religie op sociale media. Hij is sinds 2022 voorzitter van het Nederlands Genootschap voor Godsdienstwetenschap (NGG). Vanaf 2024 leidt hij een ERC Consolidator Grant MAKEBELIEF: The Religious Politics of Theme Parks in the 21st Century Hij combineert sociale media analyse, etnografisch veldwerk en historische methoden.
Cursus
Religie in het publieke domein
D R . M ARGREET VAN E S is universitair docent religiewetenschappen. Haar interesseveld ligt op het snijvlak van religie, media, gender en ‘belonging’. Zij studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden en promoveerde in 2015 aan de Universiteit van Oslo. Voor haar proefschrift en haar postdoconderzoek deed zij onderzoek naar anti-moslim sentimenten in Nederland en Noorwegen. Zij keek daarbij specifiek naar de strijd van moslims tegen stereotiepe beeldvorming en naar hun kritische bijdragen aan publieke debatten over thema’s als terrorisme en vrouwenemancipatie. In haar huidige onderzoeksproject analyseert zij de opkomst van trendy, alcoholvrije halal restaurants in Rotterdam.
Cursus
Religie en diversiteit
■ ■ ■
■ ■ ■
D R N ICO L ANDMAN is als universitair hoofdocent islamologie verbonden aan de bacheloropleiding Islam en Arabisch en het masterprogramma Religie en Samenleving. Zijn onderzoek richt zich op de de Islam in Europa, in het bijzonder onder moslims met Turkse achtergrond.
Cursus
Islam in Europa
■ ■ ■
Dr. E RIK M EINEMA is docent Religiewetenschap aan het departement Filosofie en Religiewetenschap. Hij is tevens coördinator van de master Religie en samenleving. Zijn promotieonderzoek ging over religieuze diversiteit (Islam, Christendom en inheemse Afrikaanse religieuze tradities) in de Keniaanse kuststad Malindi. Belangrijke onderwerpen in zijn onderzoek en onderwijs zijn: religieuze diversiteit en coexistentie, religie en geweld, religie en ontwikkeling.
Cursus
Methoden en technieken in de religiewetenschappen
■ ■ ■
D R . M EHDI S AJID is assistentprofessor Arabisch en Islamitische Studies. Zijn onderzoek heeft betrekking op verschillende aspecten van de islamitische intellectuele geschiedenis, moderne ontmoetingen tussen Oost en West, en de transformatie van islamitische religieuze en intellectuele tradities in de moderne tijd. Zijn huidige project onderzoekt de historische ontwikkeling van de "Marokkaanse Islam" in de premoderne en moderne periode.
Cursus
Interreligieuze relaties
■ ■ ■
D R . L UCIEN VAN L IERE is universitair hoofddocent religiewetenschappen. Hij werkte jarenlang als docent in Jakarta. Hij doet onderzoek naar religieuze conflicten, radicalisering, en terrorisme. Hij is geïnteresseerd in hoe taal en visualiteit de interpretatie van dreigende of gewelddadige situaties kan sturen.
Cursus Christendom in een veranderend Europa
DIT MASTERPROGRAMMA
Zomaar wat vragen waarover studenten van de opleiding de afgelopen twee jaar hun masterscriptie hebben geschreven: Hoeveel ruimte is er binnen de joodse gemeenschap in Nederland voor de erkenning van huwelijken tussen mensen van gelijk geslacht? Hoe denken hedendaagse protestants-christelijke theologen over bijnadoodervaringen die gepaard gaan met visioenen over een andere werkelijkheid? Welke rol geven diplomaten binnen de Verenigde Naties aan religie bij oplossen of voorkómen van internationale conflicten? Kan de Nederlandse burgerlijke stand een man als de vader erkennen van kinderen die hij uit een polygaam huwelijk heeft verwekt? Kan de Nederlandse rechter een islamitisch huwelijk ontbinden dat alleen informeel door een imam is gesloten en binnen Nederland niet als huwelijk is erkend? Achter de vaak verhitte debatten over de rol van religie in de samenleving gaan heel concrete en praktische vragen schuil, die je niet kunt oplossen door een religieus, politiek of ideologisch standpunt in te nemen, maar waarvoor een scherpe analyse van feiten, achtergronden en de consequenties van beslissingen noodzakelijk is.
Het West-Europese religieuze landschap is in de laatste decennia ingrijpend veranderd. De gevestigde kerkgenootschappen hebben veel van hun vroegere invloed verloren. Tegelijkertijd is religie in haar materiële vorm (zoals gebouwen en kleding) nog steeds zichtbaar in het publieke domein, en is religieus onderwijs stevig verankerd in de wetgeving van vele Europese landen. Naast de gevestigde religies zien we nieuwe vormen van religie opkomen die vaak sterk individueel en ervaringsgericht zijn. Door migratie dienen zich bovendien in de Europese context ‘nieuwe’ religieuze tradities aan en zijn de uitingen van religie meer divers geworden, hun maatschappelijke rollen complexer, en ook vaak controversieel.
Daarbij springt de rol van de islam in het Europese debat het meest in het oog. Het islamdebat jaagt tevens bredere discussies aan over de positie van religie in het publieke domein, over godsdienstvrijheid, over levensbeschouwelijk onderwijs en over de rol van religie bij conflicten. Deze ontwikkelingen stellen allerlei groepen in de samenleving voor grote uitdagingen. Gevestigde religieuze gemeenschappen moeten hun positie bepalen tegenover de gewijzigde omstandigheden. Nieuwkomers op de ‘religieuze markt’ streven naar meer erkenning. Overheden hebben te maken met botsende visies van religieuze en seculiere belanggroepen. Politieke partijen hebben ieder hun eigen visie op de plaats van religie in de moderne samenleving. Media staan voor de uitdaging op een genuanceerde manier verslag te doen van de debatten hierover en ruimte te bieden aan opinievorming.
In deze master leer je hoe je op academisch niveau een bijdrage kunt leveren aan de gedachtenvorming over religie en samenleving. Daarvoor moet je kennis hebben van theoretische inzichten die de hedendaagse religieuze ontwikkelingen kunnen verhelderen en verklaren. Ook moet je de inbreng van onderzoek in het debat kunnen inschatten en zelf een bijdrage aan onderzoek kunnen leveren. Tenslotte leer je een palet van academische vaardigheden; je moet analytisch kunnen nadenken en communiceren over het beleid dat overheden en maatschappelijke organisaties op dit terrein ontwikkelen.
De programmatische nadruk in deze master ligt op de West-Europese context, maar het perspectief is breder. Niet alleen zijn religieuze gemeenschappen vaak ingebed in mondiale netwerken en structuren, maar ook kan studie van religie en samenleving in een Afrikaanse, Amerikaanse of Aziatische context helpen om een Eurocentrische blikvernauwing te vermijden. Daarom komen in de opleiding ook thema’s als transnationalisme, migratie en globalisering aan de orde.
Je krijgt als student kennis en vaardigheden die nodig zijn om op academisch niveau, dus analytisch, kritisch en onafhankelijk, mee te denken over de rol van religie in de samenleving, en op die manier een aanwinst te worden voor organisaties die
CURSUSPLANNER: Meer informatie over cursussen in je masterprogramma vind je in de cursusplanner
L EERDOELEN
De afgestudeerde is in staat:
✓ Religiewetenschappelijke kennis en inzichten toe te passen op actuele debatten over religie en samenleving;
✓ Religiewetenschappelijke kennis en inzichten relevant te maken voor opdrachtgevers;
✓ Onderzoek te doen, daaruit conclusies te trekken en er helder en ondubbelzinnig over te rapporteren;
✓ Kritisch te reflecteren op actuele debatten over religie en samenlevingop grond van gefundeerde theoretische, analytische en methodologische overwegingen ;
✓ In vraagstukken m.b.t. religie en samenleving te komen met een wetenschappelijk verantwoord oordeel.
✓ Op heldere en gestructureerde wijze mondeling en schriftelijk overeigen onderzoek te rapporteren aan vakgenoten;
✓ op constructieve wijze commentaar te leveren op rapportages van anderen;
✓ Wetenschappelijke discussies te vertalen naar een breder publiek.
uitdagingen op dit terrein het hoofd willen bieden. Gedurende dit jaar maken studenten kennis met professionals en alumni die werken op het terrein van religie en samenleving en wordt naast academische literatuur ook aandacht geschonken aan meer beleidsmatig materiaal om zo de link tussen academische kennis en vaardigheden enerzijds en de vragen en uitdagingen van de arbeidsmarkt anderzijds zichtbaar te maken. Meer informatie over de opbouw van het studieprogramma lees je op de website: https://students.uu.nl/gw/religie-en-samenleving/studieprogramma
Planning voltijd
Bij de voltijdstudie moet je 15 studiepunten (EC) per blok halen. Omdat de cursussen een omvang hebben van vijf studiepunten betekent dit drie cursussen per blok. Voor afwijkende planning kun je het beste eerst overleggen met de mastercoördinator of studieadviseur.
Religie in het publieke domein Methoden en technieken Scriptie
Islam in Europa Religie en diversiteit
Christendom in een veranderend Europa
Planning deeltijd
Organisaties en zingeving
Stage of keuzecursussen
Het programma kan in deeltijd worden uitgesmeerd over twee jaar, al betekent dit wel dat de werkdruk per blok zal variëren: soms doe je twee cursussen in een blok, soms één. Om de werkdruk te spreiden is het voor deeltijdstudenten mogelijk (tijdig!) afspraken te maken met de docent om bepaalde werkstukken later in te leveren. Niet-cursorische onderdelen kunnen worden verdeeld over de onderwijsblokken.
Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4
Jaar 1
Blok 1 Blok 2
Religie in het publieke domein Methoden en technieken
Islam in Europa
Jaar 2
3
4
Religie en gender Interreligieuze relaties
Voorbereidend werk scriptie
Blok 1 Blok 2 Blok 3
Christendom in een veranderend Europa
Stage
Religie en diversiteit Scriptie
Organisaties en zingeving
4
In de master Religie en samenleving is het mogelijk (niet verplicht) om een stage van max. 10 EC te doen. Het opnemen van een stage in je programma heeft diverse voordelen:
Je doet ervaring op met solliciteren.
Je kunt praktijkervaring op je CV zetten.
Veel studenten krijgen een baan bij het bedrijf waar ze stage hebben gelopen.
Je bouwt een professioneel netwerk op dat je kunt gebruiken bij het zoeken naar een baan.
Voor de hand liggende stageplekken voor studenten Religie en samenleving zijn organisaties die zich met de rol van religie in de samenleving bezighouden. Dit kan gaan om levensbeschouwelijke organisaties die trainingen verzorgen of onderzoek doen naar maatschappelijke kwesties, zoals de Stichting Oikos, of de Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond. Tijdens de cursus Organisaties en zingeving komen tientallen van dergelijke organisaties ter sprake. Ook komen meer seculiere organisaties in aanmerking, die de culturele en religieuze diversiteit van de samenleving centraal stellen, zoals het Verweij-Jonker Instituut. Ook media die (mede) over religieuze ontwikkelingen rapporteren (KRO/NCRV, EO, e.a.) rapporteren en overheidsorganen die (gewild of ongewild) zaken doen met religieuze groeperingen (een gemeentelijke dienst inburgering) komen in aanmerking als stageplek. Het maatschappelijke veld waarin de stage kan plaatsvinden is breed.
Je moet zelf op zoek gaan naar een stageplek (begin daar tijdig mee!), al kunnen docenten van de opleiding hierin adviseren. Kijk ook eens op de facultaire stagebank: http://stage.wp.hum.uu.nl/. Duur en intensiteit van de stage kan variëren en hangt af van de mogelijkheden en wensen van de stagegever.
De stage moet naar inhoud en niveau aansluiten bij de opleiding. Om dit te garanderen moeten er afspraken worden gemaakt tussen de stagiaire (de student), de stagegever, en de stagebegeleider (een docent van de opleiding). Het academische niveau wordt onder meer gewaarborgd doordat de stage altijd een uitvoerig reflectieverslag bevat, waarin de stagiaire niet slechts verslag doet van werkzaamheden, maar ook de ervaringen en observaties tijdens de stage in verband brengt met vraagstukken die in de opleiding centraal staan.
Een aanbevolen manier om het academische niveau van de stage te garanderen is het verbinden van de stage en de afstudeerscriptie. Zo kan een stage bestaan uit een bijdrage aan een door de stage-instantie uitgevoerd onderzoek. Maar ook is denkbaar dat het netwerk van de stage-instantie wordt benut voor veldwerk van een eigen scriptie-onderzoek, of dat de scriptie inhoudelijk voortborduurt op thema’s die in de stage aan de orde waren. Als stage en scriptie met elkaar worden verbonden, dan ligt de stage- en de scriptiebegeleiding doorgaans in handen van dezelfde docent. De opleiding verzorgt in blok 2 een bijeenkomst om studenten voor te lichten over de stage-mogelijkheden. Voor elke stage moet een stagecontract worden gesloten tussen de faculteit, de stagegever, en de student.
V OORBEELDPLANNING ( DEELTIJD )
Blok
Blok
Blok
Meer informatie over en formulieren voor de stage, het stagewerkplan, de stageovereenkomst, de beoordeling en administratieve afhandeling vind je op https://students.uu.nl/gw/religie-ensamenleving/studieprogramma/stage
Scriptie A LGEMEEN
Het masterprogramma wordt afgesloten met een scriptie. Kijk ook op: https://students.uu.nl/gw/religie-ensamenleving/studieprogramma/masterscriptie Deze vormt het eindpunt van het masterprogramma waarin je de opgedane kennis, vaardigheden en inzichten integraal toepast. Je doet zelfstandig onderzoek en schrijft op basis van verzamelde informatie een academische of praktijkgerichte scriptie. Er zijn verschillende typen scripties. Een scriptie kan bijvoorbeeld in het verlengde van een gevolgde onderzoeksstage liggen. Bij andere vormen van scripties kan worden gedacht aan het opzetten van een eigen onderzoek ofwel op basis van veldwerk ofwel op basis van literatuur of teksten. We raden aan dat scripties voortborduren op onderzoek of een thematiek die in een cursus aan de orde is gekomen, of aansluit bij een stage. De omvang van de masterscriptie beslaat ongeveer 30.000 woorden. De studielast bedraagt 20 EC
De scriptie moet voldoen aan de volgende eisen:
F ORMELE EISEN
Correct taalgebruik (zinsbouw, spelling, interpunctie)
Inhoudsopgave en samenvatting;
Annotatie en literatuurlijst volgens de Chicago Manual of Style; Titelblad met de namen van de beoordelaars, de opleiding, en de datum van de scriptie.
Als aan één van de formele criteria niet wordt voldaan, wordt de scriptie niet beoordeeld.
I NHOUDELIJKE EISEN
De probleemstelling is helder geformuleerd en voldoende afgebakend.
De gebruikte literatuur is relevant, representatief en van voldoende wetenschappelijke kwaliteit, en wordt adequaat en kritisch besproken.
Gekozen theorieën en/of analytische concepten sluiten aan bij de onderzoeksvraag, en sleutelconcepten zijn duidelijk gedefinieerd.
De keuze van de methoden is verantwoord, en de methoden zijn adequaat toegepast.
Er is een goede balans tussen beschrijving en analyse, en de eigen onderzoeksresultaten worden adequaat verbonden met de literatuur.
In de conclusie wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag en kritisch gereflecteerd op bevindingen en eigen aanpak.
De bronvermelding is adequaat en zorgvuldig, en het brongebruik is kritisch.
De structuur van het betoog is helder: de argumentatie is helder en coherent en wordt ondersteund door een duidelijke indeling van hoofdstukken, paragrafen en alinea’s.
Het verslag is leesbaar en begrijpelijk.
M OGELIJKE ONDERWERPEN
Je bent vrij in de keuze van het scriptieonderwerp, zoals het past binnen de doelen van de opleiding. Wel moet je er rekening mee houden dat de scriptie in principe moet worden begeleid door een docent van de opleiding, en daarom moet aansluiten bij de expertise van de docenten. Bij het nadenken over een scriptieonderwerp kan het handig zijn om aan te haken bij een cursus uit blok 1 of 2, en een van de deelthema’s binnen zo’n cursus uit te werken tot een onderzoekbare probleemstelling. Maar bedenk dat niet alle docenten (en dus interessante scriptiemogelijkheden) cursussen geven in die periode.
In bijzondere gevallen is het mogelijk een scriptieonderwerp te kiezen waarvoor een externe begeleider moet worden ingeschakeld. Daarvoor is wel voorafgaande toestemming van de examencommissie nodig. De examencommissie zal in die gevallen altijd een docent van de opleiding als tweede beoordelaar aanwijzen.
BELANGRIJK OM TE WETEN ALS JE STUDEERT BIJ GW
Nieuwe studenten students.uu.nl/gw-nieuw
Praktische informatie voor als je nieuw bent bij de faculteit Geesteswetenschappen.
Jaarkalender GW students.uu.nl/gw-jaarkalender
Informatie over vrije dagen, cursusinschrijvingen en wijzigingsdagen.
De UU online
Info over de belangrijkste online systemen en hoe je inlogt: students.uu.nl/gw-online
Heb je een handleiding nodig? Kijk op: manuals.uu.nl
VRAGEN OVER INSCHRIJVEN, PROCEDURES, STAGE
Studiepunt Geesteswetenschappen students.uu.nl/gw-studiepunt
Voor studie-inhoudelijke zaken, zoals
• cursusinschrijving
• roosters
• cijfers & studievoortgangsoverzicht (Osiris)
• afstuderen
Studentenservice students.uu.nl/contact/studentenservice
Voor informatie over bijvoorbeeld:
• je inschrijving aan de UU
• collegegeld
• studeren & topsport
• handicap of chronische ziekte
TIP! Je cijfers, collegekaart en je rooster kun je vinden in de MyUU portal en de MyUU-app: students. uu.nl/myuu en students. uu.nl/myuu-app
TIP! Je moet je zélf inschrijven voor vakken die je in het tweede semester wilt gaan volgen. Dit doe je via Osiris. Als je een vak wilt veranderen waarvoor je al bent ingeschreven, dan kan dat op de wijzigingsdagen vóór de start van het betreffende blok.
Stagecoördinator students.uu.nl/gw-stagecoordinator
Voor zaken als:
• stageregelingen en -procedures
• stageplaatsen en -organisaties
VRAGEN OVER (STAPPEN NAAR) DE ARBEIDSMARKT
Career Services students.uu.nl/gw-careerservices
Advies over je stappen naar de arbeidsmarkt door workshops, CV check-ups en coaching. Je programmacoördinator vertelt je meer over specifieke evenementen.
HEB JE WAT EXTRA HULP NODIG?
Studieadviseur: students.uu.nl/gw-studieadvies
Studentenpsycholoog: students.uu.nl/psycholoog
Trainingen: Skills Lab: students.uu.nl/skillslab
WIL JE NAAR HET BUITENLAND?
International office GW: students.uu.nl/gw-io
EXTRA FACILITEITEN
Bibliotheek: students.uu.nl/gw-bibliotheek
Sportcentrum Olympos: www.olympos.nl
Cultuurcentrum Parnassos: uu.nl/parnassos
TIP! Deadlines worden altijd door de docenten gecommuniceerd en zijn terug te vinden in de cursushandleidingen die je ontvangt van je docent. Ongeveer 2 weken voor aanvang van de cursus.
TIP! Kijk voor inhoudelijke zaken over bijvoorbeeld stage of scriptie op de website van je programma bij het kopje Studieprogramma (te vinden via students.uu.nl/gw).
TIP! Kijk op students. uu.nl/gw/leven-in- utrecht voor info over wonen, werken, sporten en vrije tijd in Utrecht!
© Juni 2023. Universiteit Utrecht, Faculteit Geesteswetenschappen. Deze studeerwijzer is met zorg samengesteld. Aan de inhoud van deze studeerwijzer kunnen geen rechten worden ontleend.