Verhalen van senioren, verzameld door leerlingen van het Odulphus Lyceum, over overleven in moeilijke tijden.
Niemand zet het op zijn verlanglijstje: tegenslag. Toch krijgen we er vroeg of laat allemaal mee te maken. Soms overkomt het je door domme pech, soms doet iemand het je bewust aan, en soms ben je zelf de schuldige Maar de vraag blijft: hoe ga je ermee om?
De afgelopen weken voerden leerlingen van het Odulphus Lyceum uit Tilburg gesprekken met senioren over het thema overleven in moeilijke tijden. Hoe hielden ze hun hoofd koel? Hoe zorgden ze voor zichzelf als niemand anders voor ze klaarstond? En werden ze sterker van de tegenslag, of was Friedrich Nietzsche te optimistisch toen hij zei: "What doesn't kill me, makes me stronger"?
Deze gesprekken vormden het eerste deel van MDT Cultuur & Kunst. Dit programma daagt jongeren uit om meer te leren van anderen dan ze verwachten. Hiervoor gingen de leerlingen in gesprek met senioren, die we 'vertellers' noemen, om verborgen kennis en verhalen te ontdekken
In dit magazine vind je de verhalen die de jongeren op het spoor zijn gekomen en de beelden die ze daarbij gemaakt hebben tijdens de fotografieworkshop.
De verhalen zijn geschreven door de jongeren tijdens de schrijfworkshop en soms (naderhand) nog aangevuld door de vertellers
Er staat nog meer te gebeuren. In het tweede deel van het programma maken de leerlingen korte films op basis van de gevonden verhalen. We zijn nu al benieuwd naar het eindresultaat en zien uit naar de eindpresentatie, waar ook weer alle vertellers voor worden uitgenodigd
Maar voordat het zover is Hoofd onder water!
Reactie vandedocenten
Authentieke verhalen en belangrijke levenslessen.
Na het succes van de afgelopen twee schooljaren mochten onze leerlingen uit 5 vwo ook dit schooljaar weer in gesprek met oudere vertellers. Er zijn gesprekken gevoerd over thema’s als geloof, technologische ontwikkelingen, vrijheid, overleven en reizen, die zorgden voor heel mooie, diverse verhalen. Dat is wat dit project zo leuk maakt. Elk mens is uniek en heeft met zijn eigen ervaringen een authentiek verhaal te vertellen
Ondanks dat de levens van de jongeren op het Odulphuslyceum compleet anders zijn dan de levens van de oudere vertellers met wie zij hebben gesproken, leerden zij elkaar juist door de gesprekken beter te begrijpen Ook leerden onze leerlingen een aantal belangrijke levenslessen, zoals “Je kan niet alles naar je hand zetten” van Willeke Loenen en “Wees positief en kijk altijd vooruit naar wat je wél nog kunt doen” van Toos Denisse
Naast het voeren van de leerzame gesprekken, mochten de leerlingen ook dit jaar weer aan de slag met het opschrijven van deze mooie en leerzame verhalen In dit magazine zijn ze terug te lezen, voorzien van prachtige beelden. Beelden en verhalen die niet in dit magazine zouden staan zonder alle ervaren vertellers
Lieve vertellers, heel erg bedankt dat u zich heeft opengesteld voor onze leerlingen. Dankzij uw verhalen konden zij leren. Ook de organisatoren en medewerkers van dit mooie MDT-project willen we bedanken Jullie enthousiasme en energie hadden hun weerslag op onze leerlingen en dat is terug te zien in dit magazine. Lees, bewonder en geniet!
Veel dank en liefs, Marcel en Elina
Adrianus Devriesère
Op 14 oktober hebben Floris en Mick, Adrianus Devriesère geïnterviewd. Adrianus Devriesère is geboren op 21 april 1941.
Hij woont in woonzorgcentrum
De Heikant. Mick had flyers gemaakt, waarop aangegeven werd, dat zij een oudere verteller zochten voor hun projectweek.
Deze had hij aan zijn moeder gegeven, die op De Heikant werkt.
Meneer Devriesère had zich meteen enthousiast aangemeld.
Vanaf 3 jaar oud, heeft meneer Devriesère een erg lastig leven gehad, met constant problemen.
Hij moest altijd voor zichzelf zorgen, omdat zijn ouders dit nooit echt deden. Hier leest u het verhaal van meneer Devriesère.
Van instelling naar instelling
Meneer Devriesère heeft van jongs af aan al moeten kampen met harde tijden Toen hij 3 jaar oud was, werd hij overgeplaatst naar St. Josephhuis Maria Goretti, aan het Wilhelminapark. Dit tehuis was voor onverzorgde kinderen Toen hij zes jaar oud was ging hij met zijn twee broers, Sjef en Cees, naar Huize Nazareth, een tehuis voor verlaten kinderen.
Enkele jaren later verhuisde hij voor de derde keer, deze keer naar De La Salle in Boxtel, een tehuis voor moeilijk lerende jongeren Dit was echter ook geen prettige tijd; pater Theodeusius heeft hem aangerand
In het tehuis kreeg hij ruzie met een frater, wat leidde tot een gevangenisstraf van 3 weken
Ook moest hij De La Salle verlaten
Zijn broers gingen echter niet mee Hij ging in deze tijd ook alleen maar op vakantie naar jeugdherbergen.
Weg uit Boxtel
Op 21-jarige leeftijd is hij in dienst gegaan bij Defensie, om zijn dienstplicht te voltooien
Met verbazing van velen had hij de keuring voltooid en moest hij opkomen voor militaire dienst, dit duurde echter een paar maanden
Die heeft hij doorstaan in een kosthuis, in Berlicum, achter Den Bosch Toen hij werd opgeroepen, moest hij zich melden in Maastricht. Daar heeft hij zijn basistraining voltooid en heeft hij zich aangemeld voor de Nieuw Guinea Compagnie Eenmaal aangekomen in Oirschot, waar de Nieuw Guinea Compagnie opleiding gevestigd was,
heeft hij daar zijn training gekregen.
Hij is als volledig soldaat naar Oirschot gestuurd, maar in Oirschot was er geen compagniestaf, waardoor het een chaos was Daar kwam hij in conflict met een korporaal, en kort daarna heeft hij zijn diensttijd afgesloten.
Altijd in de kroeg
Zijn vader was een erge alcoholist en kon vaak gevonden worden in de kroeg. Het ging zelfs zo ver, dat zijn vader een keer dronken tegen hem zei dat hij, als hij hem niet normaal kon pakken, hem ‘s nachts in zijn bed ging neersteken Hierdoor heeft hij iedere avond moeten nadenken of hij dan zou worden neergestoken, wat hem erg bang maakte. Zijn stiefmoeder heeft hem ook meerdere keren gevraagd om zijn vader uit de kroeg te halen, maar dit is nooit gelukt
Een levensveranderend ongeluk
Rond zijn 25ste kreeg hij een ongeluk op een tractor. Er werd tegen hem gezegd dat hij niet achter op een tractor moest gaan zitten, maar dit heeft hij toen toch gedaan
Het spatbord brak af en hij kwam onder de wielen terecht. Wonder boven wonder had hij niks gebroken, maar alleen heel veel kneuzingen Enkele jaren na het ongeluk kreeg hij 2 ijzeren pinnen in zijn rug, omdat zijn 3e en 4e rugwervel versleten waren, waardoor hij niet meer goed kon bewegen Hij wilde weer een baan en ging solliciteren voor schilder
Zijn rug zorgde er echter voor dat hij niet geaccepteerd werd bij meerdere schildersbedrijven.
Totdat hij uiteindelijk aangenomen werd door een scheepvaartbedrijf, waar hij ging werken als straler, spuiter en schilder
Huize Nazareth, het tweede tehuis waar Adrianus in terecht kwam.
Zijn huidige situatie
Uiteindelijk kreeg hij op zijn 21e een vriendin, An Maria Vos, waarmee hij binnen een jaar al getrouwd was
Zij zijn nu al bijna 53 jaar getrouwd
An zit ook in hetzelfde bejaardentehuis als hij, maar wel op een andere kamer. Zij heeft nu een erge nierziekte en had niet zo’n lange levensverwachting Toch heeft
zij alle verwachtingen overtroffen en leeft ze nu nog steeds
Ook meneer Devriesère heeft laatst te horen gekregen dat hij kanker heeft, wat nu door zijn hele lichaam aan het uitzaaien is, waaronder ook zijn nieren. Hij zit nu ondertussen al 6, bijna 7, jaar in de Wever, samen met zijn vrouw Beide van zijn broers zijn al overleden Cees was gestorven rond zijn 50e, tijdens carnaval, aan een hartaanval. Zijn andere broer Sjef was gestorven op zijn 40e Hij lag in het ziekenhuis door een ziekte, en kreeg daar 2 hartinfarcten
Hij heeft twee zoons, François is de oudste en Mark is de jongste. Zij hebben beide twee kinderen. François heeft Naomi en Charissa. Mark heeft Luca en Elise
Martin Luttikholt
Toen Martin Luttikholt (70) in 1973 naar Tilburg kwam om te studeren, sloot hij zich aan bij de Werkgroep Homoseksualiteit (toen nog Homofilie). Omdat openbaar homo zijn nog niet geaccepteerd was, kwamen ze samen in een studentenkamer, maar al snel paste dit niet meer. Nu, 51 jaar later, na jaren vol actievoering en langzame vooruitgang, vertelt hij zijn verhaal aan ons: Dara, Maddy, Aylin, Cas, Juliette en Luca, van het Odulphuslyceum.
‘Met lood in de schoenen naar boven en huppelend weer naar beneden.’
Martin, geboren in Winterswijk, verhuisde in 1973 naar Tilburg om marketing en economie te gaan studeren, om docent te worden op de middelbare school Nog steeds woont hij in Tilburg ‘met veel plezier’. Hij was ‘vanaf het prille begin homo’ en dat is nooit veranderd. In zijn studententijd kwam hij met de Werkgroep Homoseksualiteit Tilburg (WHT) samen in een kleine studentenkamer
Na een tijdje groeide de groep zodanig, dat er ‘drie mensen op het bed zaten en nog twee op een stoel’, dus moest de groep een nieuwe plek zoeken om samen te komen
‘Een stadsgenote gaf aan dat haar kantoor aan de Mariastraat 2 elke dinsdagavond vrij was om samen te komen Hier was genoeg plek om ‘met zo’n vijftien mensen in een kring te zitten’ Over de bijeenkomsten werd gezegd dat men ‘met lood in de schoenen naar boven en huppelend weer naar beneden’ ging Later voegde de Werkgroep Homoseksualiteit zich bij het COC, een belangenvereniging voor leden van de regenbooggemeenschap.
In 1981 kreeg de groep van de gemeente een ruimte om bijeenkomsten te houden Martin hield zich vooral bezig met de financiën en voorlichting voor de WHT. Zo kregen ze in het eerste jaar 500 gulden subsidie, eerst van de hogeschool en daarna ook van de gemeente Tilburg
‘Ik zou graag met Johan Neeskens geknuffeld hebben.’
Martin herinnerde zich, door het recente overlijden van de voetballer
Johan Neeskens, dat hij vroeger (hij was toen rond de 20 jaar) elke keer een prettig gevoel kreeg in zijn
buik als hij hem voorbij zag lopen op het scherm Hij zou ‘graag met hem geknuffeld hebben’ Daarnaast was hij ‘hoteldebotel van een jongen in zijn klas’
‘Geen flikker te doen.’
In De Spoel aan de Fabriekstraat werden op zondagavonden, omdat er toen ‘geen flikker’ te doen was, COC-soosavonden gehouden, met dragshows en disco’s, waar je geweest moest zijn. Later hingen ze met de benen buiten.
‘Er zijn zoveel leuke mensen op de wereld!’
Persoonlijk is Martin niet gehuwd en ook nooit gehuwd geweest. Hij vindt het huwelijk, tussen wie dan ook, onnodig en iets wat ooit ee keer is bedacht door onze maatschappij
Martin zegt over het huwelijk:
‘Moet je voor eeuwig voor elkaar kiezen, er zijn zoveel leuke mensen op de wereld!’ Hierbij vindt hij, omdat hij econoom is van huize, dat je ook vastzit aan de alimentatie ‘Wil je dit wel voor beide partijen?'
Hij zou dit niet willen van zijn partner en wellicht wil zijn partner dit niet van hem Overigens is hem nog nooit een aanzoek gedaan, waardoor hij zich niet kan voorstellen hoe hij op deze vraag zou reageren.
‘Ik wilde per se niet achter geraniums zitten.’
Na zijn pensioen wilde hij wat met zij ijd d ij h f i h d
Mariastraat 2, nu een woonhuis; vroeger kwamen de mensen uit de regenbooggemeenschap hier samen
Alles wat met Brabant te maken heeft, wordt daar gearchiveerd en in kaart gebracht Hij wilde daar ook een podium geven aan de LHBTI+-geschiedenis en persoonlijke verhalen Hij kwam daarvoor met een voorstel bij een medewerker. Het idee was Queer Brabant Hiervoor is hij gaan zoeken naar informatie Dan vooral naar leeftijdsgenoten Dit zijn allemaal verhalen over de ervaringen van toen, hoe was de coming-out, hoe waren zij ermee bezig, was het leven altijd een feestje? Omdat hij tijdens
zijn pensioen 'per se niet achter de geraniums wilde zitten’, besloot hij om een wandeling te organiseren
Tijdens deze wandeling, de Queerstadswandeling, neemt hij mensen mee langs oude cafés, beelden en andere belangrijke plekken uit de jaren 70-80 voor de LHBTI-gemeenschap
Naast deze bezigheden houdt hij zich ook bezig met het archiveren van voorwerpen uit de LHBTI+-geschiedenis Hij heeft de taak op zich gekregen te bepal waar de voorwerpen naartoe g
Waar heeft het betrekking op?
Was het alleen hier in de stad, in de provincie of was het iets landelijks?
De voorwerpen worden daar ingescand, waardoor ze ook online toegankelijk zijn De originelen van zijn flikkeragenda’s en de badges die hij vroeger op zijn spijkerjas droeg, worden na zijn overlijden overgedragen aan het BHIC en IHLIA
Deze foto's zijn door de verteller bijgevoegd
‘De strijd is nog lang niet gestreden!’
In de toekomst zou Martin graag nog verandering zien ‘We zijn er nog lang niet', vindt hij Er zijn al veel positieve veranderingen geweest, zoals het aannemen van het woord
‘flikker’ als geuzennaam door de regenbooggemeenschap
Nog steeds is Martin bezig met ‘de wereld in stapjes te veranderen’
Hij hoopt dat het in de toekomst niet meer nodig is om voor je geaardheid uit de kast te komen, omdat men er niet meer vanuit gaat dat iedereen standaard hetero is
Ook hoopt hij dat het woord ‘homo’ niet meer als scheldwoord gebruikt wordt
Volgens hem is het belangrijk men het volgende onthoudt: ‘ strijd is nog lang niet gestrede
Hij vindt het belangrijk dat de toch hoopvol blijft, want als hij leven al zoveel verandering he meegemaakt, gaan wij als jeug nog veel meer verandering meemaken
Het graf van het eerste bekende lesbische stel uit Tilburg dat samen begraven is.
Het standbeeld van koning Willem II, een belangrijk biseksueel persoon uit de Tilburgse geschiedenis .
Reactie vandeleerlingen
Albert Putman
‘Volg jezelf en hou je ogen open voor alles wat er gebeurt.’ Dit was het advies dat Albert aan ons gaf, die wij op 14 oktober 2024 hebben geïnterviewd. Albert is een 80-plusser, getrouwd en geeft veel om zijn kinderen en kleinkinderen. Hij is trots op zijn leven als basisschooldocent en hij deelt het dan ook graag met ons.
Bent u geboren in Berkel-Enschot?
‘Nee, ik ben geboren in Ulft. Het ligt ongeveer naast Doetinchem aan de Oude IJssel.’
Wat wilde u vroeger worden?
‘Ja, mijn droom was om leraar van een basisschool te worden, heb ik ook altijd gewild en heb ik ook gedaan Ik heb 4 jaar op de lagere school gewerkt en 36 jaar in het voortgezet onderwijs, in Tilburg.’
Heeft u nog dromen voor de toekomst?
‘Mijn toekomst wordt steeds kleiner Maar waar ik nou mee bezig ben is gezond blijven, zorgen dat ik een beetje beweeg en dat je dingen doet die nodig zijn.
Albert Putman geeft Duitse les
Wat ik ook heel belangrijk vind is het in contact blijven met mensen, zoals vrienden en familie’
Wat beschouwt u als de moeilijkste periode in uw leven en waarom?
‘Ik ben een gezegend mens, ik kan eigenlijk geen dingen noemen waar ik mee heb gezeten Nou misschien mijn allereerste paar jaar in Brabant, toen ik uit de Achterhoek kwam en terechtkwam in een plaatsje met 400 mensen. In een kosthuis waar ik niemand kende en voortdurend wisselende huisgenoten had en dan nog naar de Achterhoek moest
Dat was een hele lange rit en het was dus wel een beetje eenzaam’
Albert voelt zich gevangen in het Brabantse landschap
Welk deel van die periode vond u het lastigst?
Ik heb jaren voor de klas gestaan en dan heb je dus 5 klassen van leerlingen van ongeveer jullie leeftijd En als er dan één klas bij is waar 3 leerlingen zitten die het je voortdurend moeilijk maken, dan heb je een moeilijk jaar en is het hele jaar al verpest Want andere klassen kunnen niet goed maken wat je bij die ene niet voor elkaar kunt krijgen.’
Hoe heeft die moeilijke periode u veranderd als persoon?
‘Ik ben een jaar lang overspannen geweest Daarvan heb ik geleerd, dan ga je voelen wanneer iets fout gaat. Hierdoor heb ik beter mijn grenzen leren kennen.’
Kreeg u steun van uw familie en vrienden tijdens die periode en wat voor steun kreeg u dan?
‘Ja tuurlijk, buitenhuis merken mensen het niet zo op en dan kon je wel de grote jongen uithangen en dit was thuis toch wel een stuk moeilijker Dan krijg je allemaal rare verschijnselen waarbij je denkt: ‘dat heb ik nog nooit gehad’
En mijn familie heeft mij daarbij geholpen, voornamelijk mijn vrouw.’
Zijn er bepaalde momenten of herinneringen die u nu nog steeds bijblijven?
‘Nee, ik zit nergens mee. Ik ben wel erg gericht op hoe het vroeger in elkaar zat Voor mijn kinderen en kleinkinderen een boekje geschreven Hoe het leven tussen mijn 6e en 15e eruit zag’
Welke lessen heeft u geleerd uit die moeilijke ervaringen?
‘Je moet zoeken naar de manier waarop jij gelukkig wordt’
Wat zou u jongeren zelf willen vertellen over het omgaan met moeilijke tijden?
‘Eigenlijk moet je zoeken naar de manier waarop jij denkt dat jij gelukkig wordt Er zijn heel veel wegen en die zijn voor iedereen verschillend. Hou je ogen open voor alles wat er gebeurt, want tegenwoordig is het heel moeilijk voor de meeste mensen Volg jezelf en kijk goed rond’
Eenzaamheid op het werk
Piet Janssen
*Om privacyredenen is de naam van meneer aangepast.
Wat was je eerste reactie toen je hoorde dat je naar het oorlogsgebied moest?
‘Het besluit om bij te dragen aan een missie op verzoek van betrokkenen land of van de VN, NAVO, wordt genomen door onze eigen regering, waarna Defensie een opdracht krijgt Ik kreeg het meestal een jaar van tevoren te horen.
We zijn ons goed bewust dat die mensen daar hard hulp nodig hebben en die hulp gaat op langere termijn ook positief zijn voor ons eigen land en dus kijken we er positief op terug’
Hoe bereid je je voor op de uitdagingen die je daar tegenkomt?
‘Je traint een jaar lang keihard met heel de militairen Waar je je voorbereidt op alle scenario's die kunnen gebeuren in het oorlogsgebied. Je verzint plannen en onderzoekt zo veel mogelijk informatie over het land’
Wat zijn de grootste risico's waar je mee te maken hebt in het oorlogsgebied?
‘In Afghanistan was het erg heftig en had je echt oorlogsideeën Er zijn bunkers, je slaapt in halve containers, maar zodra je de poort uitrijdt kom je direct in oorlogsgebied terecht Waar je aangevallen kan worden of er plotseling bekogeld kan worden Je stond dus heel de dag op scherp’
Hoe ziet een typische dag eruit voor jou in oorlog?
‘Hij was meer in de leidinggevende omgeving, elke actie is van tevoren over nagedacht en gepland Dus de dag bestaat voor een deel uit planning; ze kijken welke eenheid geschikt is voor welke situatie etc.’
Ook ging Piet af en toe richting dorpen waar er met dorpsoudsten werd gesproken Er werden daar situaties besproken
Wat zijn de meest waardevolle lessen die je hebt geleerd op zo’n uitzending?
‘We hebben het heel goed in Nederland in vergelijking met andere landen
Een andere les is dat niks zo makkelijk is. Denk aan verschillende culturen en leiderschap Ook leert die dat we echt een goede militairen hebben hier in Nederland (goed getraind) En een andere belangrijke les is: Hoe kunnen we mensen het beste helpen?’
Hoe ga je om met de stress en angst die gepaard gaan met het leven in een oorlogsgebied?
‘Je vertrouwt heel erg op de training die je hebt gehad.
Piet Janssen staat voor iedereen klaar Hij ging richting gevaarlijke gebieden om mensen te helpen
Je hebt er een jaar met elkaar naartoe gewerkt. Maar de stress als je weet dat er een gevaarlijke missie aankomt, is toch wel spannend Want er kan altijd iets onverwachts gebeuren’ Dus altijd sta je alert, wat Piet omschrijft als een bepaalde vorm van stress. Dus hij communiceert goed, andere paden zoeken en conflicten vermijden
Hoe gaat een gesprek met de dorpsoudsten? (Denk aan makkelijk of vloeiend, of is het juist raar om ze weer te horen?)
‘Het gesprek wordt vaak gehouden met dorpsoudsten Dan kom je daar, dan spreekt de commandant met de dorpsoudsten. Daarom staat er veel beveiliging Ook voer je het gesprek op de grond en mag je je schoenzolen niet laten zien
De dorpsoudsten zijn altijd heel voorzichtig, want ze worden onderdrukt door de Taliban. Zij laten nooit precies zien wat zij willen, want ze zijn bang voor de lange termijn Bijvoorbeeld voor de onderdrukking van gebieden en personen met een hogere macht’
Wat zijn de meest indrukwekkende dingen die je hebt meegemaakt daar?
Het meest indrukwekkend in Afghanistan was de angst die ik daar bij de bevolking zag. Zo’n sterke onderdrukking die werd ervaren, de bevolking die geen mening durfde te geven en geen dingen durfde te zeggen Iets anders indrukwekkends vond hij het vuurgevecht waar hij in zat
Hoe ervaar je de samenwerking met andere militairen of hulpverleners?
‘Het is een erg sterke band, je komt samen in heftige en hechte situaties terecht Als je met trauma’s zit na een heftige gebeurtenis, heb je heel professionele hulpverleners. Je kan daar altijd terecht, ook als je het oorlogsgebied uit bent en je gewoon thuis zit Ze staan 24 uur voor je klaar’
Hoe voelde het toen je weer thuis was?
‘Het voelt altijd fijn Je bent opgelucht dat je eigen directe militair het allemaal overleefd heeft
En dat je ook zelf in goede gezondheid teruggekeerd bent. Ook is je gezin opgelucht als je thuis bent Je komt toch uit een gevaarlijk gebied
Uitzending naar verschillende oorlogsgebieden. De grootste taak was Afghanistan.
Annelies Schlappi
Onze school doet mee aan het MDT-project. Dit staat bekend als Maatschappelijke Diensttijd. Bij dit project zetten jongeren zich vrijwillig in voor een ander en/of de samenleving. Wij kregen samen met de hele vwo 5-afdeling op school de opdracht om een oudere te interviewen. Het interview moesten wij koppelen aan een bepaald thema. Hierbij hadden wij de keuze uit verschillende thema’s. Bijvoorbeeld een andere weg kiezen dan je ouders, of reis en ontdekking. Het thema overleven in moeilijke tijden sprak ons aan. Voor het interview hebben wij gekozen voor mevrouw Schlappi en haar levensverhaal.
De onbezorgde tijd
Mevrouw Schlappi is 82 jaar oud
Samen met haar man, meneer Schlappi, woont ze in Tilburg. Meneer en mevrouw Schlappi hebben elkaar ontmoet in 1961 bij de dansles en ze zijn inmiddels 58 jaar getrouwd
Ze hebben samen een zoon en twee kleinkinderen, waar ze heel erg graag tijd mee doorbrengen
Mevrouw Schlappi haalde één keer in de week haar kleindochter op van school Daarbij bleven haar
kleinkinderen ook regelmatig logeren ‘Ik vind het heerlijk om mijn kleinkinderen te verwennen’
‘We hadden een onbezorgd leven’. Dit is een uitspraak van meneer Schlappi Meneer en mevrouw Schlappi hadden een caravan in Domburg en gingen hier dan soms 6/7 weken naartoe. ‘Dit was echt onze ontspanning.’
De eerste tegenslagen
De onbezorgde tijd kwam tot een eind, verschillende tegenslagen komen in het leven van mevrouw Schlappi. Elke donderdag kwam haar moeder een kopje koffie drinken Toen mevrouw Schlappi in de 40 was, kwam haar moeder zoals gewoonlijk weer langs Een gewoon koffiemomentje was het niet, dit was de laatste. Haar moeder kreeg bij haar op de bank een herseninfarct en overleed. Na een tijd van verdriet pakten mevrouw en meneer Schlappi hun leven weer opMaar dat was nog niet alles
Meneer Schlappi kreeg een ongeluk
Hij zat op de fiets en belandde op de motorkap van een auto. Hij was een tijdje bewusteloos Hierdoor mag hij
geen auto meer rijden Mevrouw Schlappi reedt dus altijd voor zichzelf en haar man Na het ongeluk kreeg hij kanker in zijn
darm, mevrouw Schlappi werd de mantelzorger voor meneer Schlappi
De laatste vrijdag van juli
Mevrouw Schlappi moet al 15 jaar
lang bloed laten prikken bij de prikpost voor haar trombose. Ook op 26 juli 2024. Die dag kwam ze moeilijk uit haar woorden
Zij en haar man dachten dat het gewoon bij het ouder worden hoorde, dat het niks ergs was
Muurschildering van mensen die elkaar steunen.
Toch had meneer Schlappi een klein vermoeden van een herseninfarct Hij heeft nog gekeken of haar mondhoek naar beneden hing, maar dat was niet zo. ‘Anders had ik meteen 112 gebeld’ vertelde hij ons
Ze is uiteindelijk toch naar de prikpost gegaan, maar daar ging het mis Ze werd super ziek op de weg ernaartoe. Gelukkig was er een prikzuster die zag dat er iets fout was, die heeft gelijk 112 gebeld.
Toevallig deed de huistelefoon bij het huis van meneer en mevrouw Schlappi het niet, dus de ambulance is langs hun huis gereden om meneer Schlappi ook op te halen. De ambulance was er heel snel bij en heeft supersnel naar het ziekenhuis gereden Dit heeft heel veel geholpen In het ziekenhuis heeft ze nog een week moeten blijven. Ze vond het vreselijk, slapen ging slecht, het eten was vies.
Maar wat haar wel hoop en vertrouwen gaf was de gedachte dat het erger had kunnen zijn Na haar tijd in het ziekenhuis moest ze 7 weken naar een revalidatiecentrum
Ze moest alles opnieuw leren: lopen, praten, koken, zichzelf wassen.
Dit was een moeilijke tijd voor haar
Maar ze was super gemotiveerd, ze wilde heel graag beter worden
Ze kreeg in de 7 weken nog een
keer een proefperiode om naar huis
te gaan, maar ze stond erop dat ze daarna wel haar traject ging
afmaken bij de fysiotherapeut
Ze wilde zo graag helemaal beter worden
Verloren vrijheid
Toen Mevrouw Schlappi eindelijk naar huis mocht, was het niet zoals het oude Door de herseninfarct mocht ze niet meer autorijden, waardoor ze gedwongen was om haar auto te verkopen.
Hierdoor werd een groot deel van meneer en mevrouw Schlappi hun vrijheid afgenomen, omdat ze nu geen enkele auto meer hadden
Meneer en mevrouw Schlappi hebben elkaar ontmoet op de dansschool
De vrijheid om te gaan en staan
waar ze willen is hierdoor van hen ontnomen Voorheen haalde
mevrouw Schlappi eens in de week haar kleinkind op van school Dit is nu niet langer meer mogelijk
Het dagelijkse leven dat ze had voor haar herseninfarct is nu totaal veranderd, met veel minder vrijheid
Als ze ergens heen wil is ze altijd afhankelijk van anderen, of het openbaar vervoer Ook vindt ze het alleen thuis zijn erg moeilijk, omdat ze de angst heeft dat het nog een keer gaat gebeuren. Volgend op alles wat er is gebeurd, en ondanks de tegenslagen, heeft mevrouw Schlappi ook positieve lessen uit haar leven kunnen halen
Terwijl volgens mevrouw Schlappi ‘de angst nog moet slijten’, gaat het nu beter Natuurlijk zijn er nog moeilijke dagen en die mogen er ook zijn Maar zodra ze er niet te veel aan probeert te denken en ze elkaar hebben, gaat het goed met haar. De boodschap die meneer en mevrouw Schlappi nog zouden willen overbrengen is: ‘Blijf goed in contact met je ouders en hou je geliefde bij je’
Elkaar vasthouden, bij elkaar willen zijn
Reactie vandeleerlingen
Jacques Schuurkes
‘In 1944 woonde ik in Tilburg. We waren net bevrijd. Er stonden 3 Canadese militairen ingekwartierd bij ons in huis Elke ochtend moesten zij naar het hoofdkwartier bij ons om de hoek
Deze militairen hebben 2 maanden bij ons in huis gezeten Ze hadden van die grote motoren die ze bij ons onder het keukenraampje neerzetten Als ze dan elke ochtend
naar het hoofdkwartier moesten, werden de motoren met een hoop kabaal opgestart. Hier schrok ik
altijd van en ik vluchtte naar mijn kamer
Na een aantal maanden waren militairen en hun motoren gelu weer uit ons huis en konden de bevrijdingsfeesten beginnen
Dit was in 1945 Ik was hier toen jaar oud en werd op een praalw gezet, waarna we de stad zijn rondgereden.’
Vrijheid in handen. De bloemen symboliseren vrijheid, daarom zijn ze in kleur
De oorlog houdt de wereld in zijn greep
Hoe houd je de wereld bij elkaar in tijden van oorlog?
Er komen steeds meer lagen tape om steeds meer bij elkaar te houden.
Paula Vroemen
Voor het MDT-project van 2024 hebben wij, Fleur, Noortje, Svenja, Robin, Dae en Meyke, Paula Vroemen geïnterviewd, op 14 oktober 2024. Wij zijn bij Paula terechtgekomen, omdat wij hoorden dat ze een goed verhaal had over de oorlog en dat sloot precies aan bij ons thema: onderdrukking.
Paula Vroemen maakte als jong meisje de Duitse bezetting, bombardementen, evacuaties en de angst, van dichtbij mee. Duitse soldaten die in haar huis kwamen vergaderen, de bevrijding, het is haar allemaal bijgebleven.
Begin van de oorlog
Toen Paula Vroemen 3 jaar oud was, begon de oorlog in Rotterdam en Amsterdam Ze woonde toen in Margraten, in Limburg Haar familie, bestaande uit vader, moeder, opa en 7 kinderen, onder wie zijzelf, hoorde via de radio over de bombardementen in Rotterdam.
Mensen in Limburg waren angstig voor de opkomende oorlog in Nederland
Onder andere omdat mensen vanuit de Randstad en het noorden, naar het zuiden van Nederland vluchtten
De familie van Paula heeft zelf 2 jonge meisjes opgevangen, die gevlucht waren, waarmee ze later nog veel contact gehouden hebben.
‘Ik kan niet meer tellen hoeveel nachten ik heb doorgebracht in die koude kelder, met alle matrasjes naast elkaar.’
Toen Paula eenmaal 5 jaar oud was en de oorlog Limburg had bereikt, werd ook Maastricht slachtoffer van vele bombardementen De inwoners van Maastricht hadden door deze bombardementen bijna niks meer en kwamen elke dag bedelen voor levensmiddelen en kleding, na soms wel een tocht te hebben afgelegd van soms wel 10 kilometer
Paula vertelt over het zien van mensen die geen schoenen meer hadden, zij smeekten om één sneetje brood. Haar opa bakte elke ochtend grote broden en zei tegen
Paula dat ze elke bedelaar één sneetje brood mocht geven Ook gaven ze oude schoenen of kleding af aan mensen die deze niet meer hadden
Op momenten dat Duitse vliegtuigen met bommen overvlogen en het luchtalarm afging, ging Paula met haar gezin naar de kelder ‘Ik kan niet meer tellen hoeveel nachten ik heb doorgebracht in die koude kelder, met alle matrasjes naast elkaar.’
‘Natuurlijk leveren wij onze radio niet in!’
Paula vertelt dat zij en haar dorp zich niet aan de zware regels van de Duitsers moesten houden, omdat er geen Joden in haar dorp woonden.
Wel weet ze dat de Duitse soldaten langs de deuren kwamen om alle radio’s in te nemen, zodat het dorp geen informatie meer zou krijgen over wat zich in de rest van Nederland afspeelde. Paula’s vader wilde zijn radio niet inleveren, anders zou hij zijn enige informatiebron verliezen
Hij wikkelde daarom de radio in dikke wollen dekens en luisterde dagelijks, met het volume op zijn laagst, naar het nieuws over de oorlog De informatie die hij kreeg, vertelde hij aan het dorp, om zo de Duitsers te slim af te zijn
Vervolgens moesten alle boerderijen in bezit van paarden, hun paarden inleveren, zodat zij geen vervoer meer hadden, maar de Duitsers juist wel Het gezin van Paula was hiervan op de hoogte, door het gebruik van de radio. Haar vader besloot dan ook hun paarden los te laten, in het bos achter de boerderij Toen de Duitsers hun paarden kwamen innen, beweerde het gezin dat hun paarden onlangs gestorven waren
‘Hij wist ook wel dat als hij gepakt werd, dat hij de kogel zou krijgen.’
Tijdens de oorlog vielen Duitse generaals het huis van Paula binnen Ze namen de grootste kamer in haar huis in beslag, om hier te kunnen overleggen. De Duitsers zaten hier een paar uur per dag te overleggen, aten van hun vee, namen wat ze wilden en toonden geen respect voor het gezin Als de Duitsers dan eindelijk niet meer aanwezig waren, zou de vader van Paula deze kamer betreden, om te kijken wat de Duitsers van plan waren en stelde vervolgens het dorp en pastoors die in de verzetsbeweging zaten, op de hoogte De broer van de vader van Paula was zo’n pastoor
Hij kwam vermomd naar hun boerderij, omdat hij gezocht werd door de Duitsers Vaak kwam hij met een pruik en alledaagse kleding, om zo onopvallend mogelijk te zijn
Echter sliep hij niet bij het gezin thuis, zodat hij niet ontdekt zou worden, want als hij gepakt zou worden, zou dat het einde voor hem betekenen
Bidden voor een goede afloop
De oorlog had ook veel invloed op het dagelijks leven van jongeren, vooral op school. Eerst zaten jongens en meisjes op aparte scholen, maar omdat de Duitsers de jongensschool in beslag namen, om als hoofdkwartier te gebruiken, moesten jongens en meisjes om de beurt naar school. Het was een angstige tijd voor de kinderen Op school hoorden ze vaak vliegtuigen en bommen Luchtalarmen loeiden er regelmatig Als dat het geval was moesten ze naar de gangen van de school rennen, zodat er aan beide kanten van de school gevlucht kon worden
Paula zegt: ‘Het was een nonnenschool, dus tijdens zo’n luchtalarm zaten we met z’n allen te bidden voor een goede afloop
Het waren angstige tijden en ik trilde altijd enorm als ik weer een luchtalarm hoorde loeien.’
‘We lieten hem gewoon liggen, want het was een Duitser.’
Na twee jaar door de Duitsers bezet te zijn geweest, werd Limburg in september 1944 door de Amerikanen bevrijd. De Amerikanen zijn via Normandië en België, naar Limburg gegaan Toen de Duitsers hoorden dat de Amerikanen hun kant op kwamen, vluchtten ze weg en lieten alles achter
Hierdoor waren er bijna geen
Duitsers meer te vinden in Limburg toen de Amerikanen in het dorp gearriveerd waren De Amerikanen werden als helden gezien, iedereen klapte en juichte door hun komst
Toch was er één Duitse soldaat achtergebleven; hij probeerde op de Amerikanen te schieten, maar hij werd gelijk gedood
Het lichaam werd zonder pardon in de voortuin van de boerderij van Paula gelegd: ‘We spuugden gewoon met zijn allen op zijn dode lichaam, dat kan je je toch niet voorstellen?’
‘Communicatie was moeilijk, maar met handen en voeten kwamen we een heel eind.’
De kamer die eerst van de Duitsers was, in het huis van Paula, werd later gebruikt door de Amerikanen
Dit keer wel met toestemming van
Niemand in het gezin kon Engels, waardoor communicatie haast onmogelijk was Paula herinnert zich dat de Amerikanen heel vriendelijk waren, eten meenamen en veel vertelden over hun gezin, thuis, in Amerika. Samen met de Amerikanen keek ze haar eerste film De inhoud en het verhaal van de film was niet te begrijpen omdat het in het Engels was, maar het zien van een bewegend beeld was onvergetelijk.
Licht in het duister, toen de Amerikanen binnenvielen was er weer hoop
‘Gesneuvelde soldaten
In haar dorp, Margraten, werd na de oorlog een grote begraafplaats gemaakt, in memoriam voor alle gesneuvelde soldaten, Duitsers en Amerikanen. De Duitsers werden echter begraven in massagraven, terwijl de Amerikanen ieder een eigen graf kregen, met houten kruisen waar de naam op stond
Ze weet nog dat ze op school bloemen meekreeg om deze op de graven van de Amerikanen te leggen. Ze zag vaak de grote veewagens voorbij rijden vol lijken en vaak zag ze armen, benen en hoofden uitsteken
‘Bij de tijd dat je haren waren aangegroeid had toch het hele dorp al gezien dat je met een Duitser was gegaan.’
Ze herinnert zich hoe vrouwen die met Duitsers hadden samengewerkt, of een relatie met hen waren aangegaan, kaal geschoren werden en belachelijk gemaakt werden door het hele dorp.
Deze mensen werden buitengesloten; zo wilde niemand meer naast hen zitten in de kerk
Deze mensen zijn nooit meer geaccepteerd door de Nederlanders en sommigen daarvan pleegden zelfs zelfmoord Na de bevrijding lag er een lijk van een Duitser in haar voortuin Die was neergeschoten omdat hij niet was gevlucht van de Amerikanen, maar juist op hen had geschoten ‘Die lieten we gewoon liggen, want het was een Duitser’ Paula voelt zelf geen haat meer naar de Duitsers, maar ze weet wel dat veel mensen van haar generatie dat wel voelen. ‘Ze willen zelfs niet meer
Amerikaanse vernieuwingen Na de bevrijding kregen alle kinderen in het dorp kauwgom en chocolade.
‘Ik hoop dat ik er dan niet meer ben.’
De herinneringen aan de oorlog, haar familie en de gesprekken met haar man blijven haar voor altijd bij
Ze heeft een gevoel van onzekerheid voor de toekomst. Ze is bang dat er nog meer oorlog gaat komen en heeft geen zin meer om dit mee te maken ‘Ik hoop dat ik er dan niet meer ben’ Ook vreest ze voor haar kinderen en kleinkinderen voor wat hen nog moet overkomen.
Zij heeft het namelijk allemaal meegemaakt en weet dus hoe heftig het is en wil a haar kinderen dit oo meemaken
Maya Maes
Op maandag 14 oktober hebben wij Maya Maes (70) geïnterviewd over het thema ‘overleven in moeilijke tijden'. Maya heeft op 15jarige leeftijd een brommerongeluk gehad, waarbij ze blijvend letsel heeft opgelopen. Op dat moment zou Maya de opleiding tot verpleegkundige gaan volgen, maar ze moest een andere richting gaan kiezen. In het interview praat ze verder over haar verhaal en over hoe ze hiermee is omgegaan.
Wat was vroeger uw leefsituatie?
‘Mijn ouders leven op dit moment niet meer, maar ze hebben wel altijd samen gewoond En met mijn zus heb ik een goede band. Ik en mijn zus schelen 5.5 jaar, dus dat is een groot verschil Toen ik naar de basisschool ging, ging zij alweer naar de middelbare school Na het overlijden van onze moeder is onze band nog sterker geworden en ik zie haar nog iedere week.’
Wat voor bijbaantjes had u vroeger allemaal?
‘Ik heb niet veel baantjes kunnen hebben,
Na uw ongeluk kon u niet meer verder studeren, wat ging u toen doen?
‘Ik kwam terecht bij de provinciale centrale bibliotheek. Ik kon daar zoveel leren en steeds naar een andere afdeling gaan; dit heb ik ongeveer 34 jaar gedaan Rond de jaren 2000 kwam de provinciale centrale bibliotheek in een crisis en werden veel mensen ontslagen
We zijn van 160 medewerkers naar 45 medewerkers gegaan. En helaas werd ik toen ook ontslagen’
Bent u daarna weer iets anders gaan doen?
‘Op dat moment zaten we in crisistijd en was het lastig om op zo’n leeftijd, 50 jaar, nog aan een baan te komen Dus toen heb ik 15 jaar met een coach gezocht naar een nieuwe en leuke baan
op 15-jarige leeftijd kreeg ik een ongeluk, waardoor ik een tijdje uit de running was Voor het ongeluk wilde ik verpleegster worden, maar dat kon helaas niet meer Ik heb een heftig brommerongeluk gehad en dat veranderde een hoop.’
Geluk in boeken.
Alleen ik mocht overal op gesprek komen en dan nog een keertje terugkomen, maar helaas werd ik
het de hele tijd net niet. Dus op een gegeven moment wisten we dat dit hem niet meer ging worden
Dus uiteindelijk ben ik vrijwilligerswerk gaan doen in het Tweestedenziekenhuis en dat vond ik heel erg leuk en heb ik 13 jaar gedaan.’
Wat heeft u daar allemaal gedaan als vrijwilliger?
‘Destijds hadden ze een studio met een radiostation erin en daar hadden ze mensen voor tekort. Dus toen ging ik met drie anderen live uitzendingen maken voor de mensen uit het ziekenhuis Alleen op dat moment kwam er muziek en kreeg iedereen een eigen muzieksmaak en toen viel de radiouitzending weg. Ik was nog niet van plan om weg te gaan, dus ik ging in de ouderenzorg Dus als je bijvoorbeeld gevallen bent, of je verblijft op de afdeling En dit heb ik tot mijn pensioen gedaan’
Wat deed u binnen de radio?
‘We maakten thuis een programma met liedjes en we hadden ieder een eigen naam, die we zelf mochten verzinnen Die van mij heet ‘achter de horizon’. Ik deed wereldmuziek, anderen hadden bijvoorbeeld jazz. In het programma van anderhalf uur had ieder een half uur’
Merkt u veel verschil tussen de tijd van uw jeugd vroeger en die van nu?
‘Alles is veel moderner geworden
Wij moeten wennen en meegaan met alle nieuwe dingen Ik vind dat je dat wel moet doen, want anders kom je later in de knoei. Als wij gingen solliciteren schreef je een brief en dan had je een gesprek
Dat werd ook het meest op prijs gesteld’
Wat is uw favoriete herinnering uit uw jeugd of uit uw leven?
‘Toen ik 14 was, mocht ik met een gezin mee met 3 kinderen
Toen mocht ik een maand mee naar
Knokke, ik werkte daar in de huishouding. Ze woonden daar in een villa en daar waren drie gezinnen Ik werd daar helemaal in de watten gelegd en ik mocht met de kinderen spelen Ik was nog nooit weg geweest en toen meteen een maand, dat was heel leuk. Ook een leuke herinnering is toen ik een baan kreeg in de bibliotheek. In 1971 kwam ik op de afdeling van Marijke, Elkes oma, te werken Zij was toen hoofd van de afdeling en een geweldige leider
Ze stond altijd sterk in haar schoenen en nam het op voor haar mensen Ik heb veel van haar geleerd en die tijd met haar was een van de leukste periodes van mijn leven.’
Had u veel onzekerheden over uw toekomst na het onderzoek?
‘Het valt mee, zo heb ik het helemaal niet ervaren. Als 15-jarige heb je nog helemaal niet veel meegemaakt, dus je mist ook niet veel. En dan begin je je toekomst bij een bibliotheek en daar ontmoet je collega’s en dat worden je vrienden’
Bent u na het ongeluk ook in het ziekenhuis beland?
‘Ja, ik heb negen weken in het ziekenhuis gelegen, met veel breuken Daar heb ik ook deze verlamming aan mijn rechterarm aan overgehouden. De verlamming komt doordat mijn halsslagader is doorgesneden door het glas van de auto Daardoor moest de ambulance er snel bij zijn Doordat het op de Bosscheweg was, moesten ze een keuze maken of ze me naar het ziekenhuis in Den Bosch of naar het ziekenhuis in Tilburg brachten.
Door mijn longen en mijn hart
moest ik naar het oude Elisabeth ziekenhuis in Tilburg gebracht worden In die negen weken had ik veel operaties en ik moest opnieuw leren lopen in een waterbad
Ook had ik veel fysio, omdat ik een beenbreuk had. Het revalideren ging erg goed en ik heb daar eigenlijk veel geluk mee gehad’
Heeft u uw eigen arm nog wel?
‘Ja, maar in mijn eigen arm zit heel weinig doorbloeding. Daardoor heb ik een orthese, die ondersteunt mijn
arm Om mijn arm zit een soort bescherming die ik kan bedienen, om mijn hand niet te erg te laten hangen’
Hoe gingen uw ouders om met het revalidatieproces?
‘Mijn ouders waren erbij tijdens het ongeluk, we zaten allemaal op brommers We gingen midgetgolfen in Helvoirt tijdens de vakantie. Tijdens de reis naar Helvoirt zijn ik en mijn vriend verongelukt Tijdens het revalideren werd alle zorg uit handen genomen van m'n ouders, ik heb een paar therapeuten gehad
Grotendeels heb ik thuis gelegen tijdens m’n revalidatie. Ondanks dat, gingen mijn ouders snel door met leven’
Hoe ging de relatie met uw vriend na het ongeluk?
‘Het revalidatieproces van mijn vriend was iets korter, hij kon mij na zes weken al opzoeken in het ziekenhuis
Maya vond haar geluk weer toen ze in de bibliotheek ging werken
Het was alleen erg jammer dat wij gescheiden lagen: ik lag in het
Elisabeth ziekenhuis en hij in het
Tweesteden Uiteindelijk zijn we bij elkaar gebleven en zijn we na enige tijd gescheiden’
Als u een boodschap mocht brengen aan uw jongere zelf, wat zou dat dan zijn?
‘Daar moet ik even over nadenken
Het belangrijkste is dat je positief blijft. Pak alle kansen die je krijgt en blijf niet in het verleden hangen.
Kortom: het gaat niet om wat je overkomt, maar hoe je erop reageert’
Was uw vrijheid beperkt door het ongeluk?
‘Toen dacht ik dat wel ja, maar dat ging om simpele dingen Ik vond het bijvoorbeeld heel vervelend dat ik nooit meer mocht brommeren
Als ik daar nu over nadenk, is dat helemaal niet belangrijk. Uiteindelijk heb ik ermee leren leven, want anders word je doodongelukkig.
Het gaat mij nu om wat ik wel allemaal kan en niet om wat mij afgenomen is door het ongeluk
Het ongeluk is op een gegeven moment verwaterd en ik ben doorgegaan’
Wat zijn uw plannen voor de komende jaren?
‘In een woord: genieten. Ik ben al een paar jaar gepensioneerd, nogmaals: wat ik nog kan, dat doe ik graag! Tegenwoordig fiets ik veel, ik bezichtig steden, bezoek de bioscoop, lunch, high tea, etc.
Al deze activiteiten doe ik graag met vriendinnen. Daarnaast zit ik bij het vrouwennetwerk Daarmee doen we ook veel leuke dingen en gaan we naar lezingen die we interessant vinden. Verder ga ik af en toe op vakantie, meestal naar Zoutelande.’
Hoe is uw band met uw bonuskleinkinderen?
‘Ik heb twaalf en een half jaar een relatie gehad met een man, die inmiddels vervelend genoeg overleden is, en de kinderen van zijn jongste zoon ken ik al sinds hun geboorte Ik heb nog een goede band met mijn bonuskleinkinderen
Ze komen oorspronkelijk uit
Kaatsheuvel en één van hen woont nu nog steeds in Kaatsheuvel, de ander in Tilburg’
Zijn er momenten in uw leven waar u met veel plezier op terugkijkt, of dingen die u anders zou doen?
‘Natuurlijk zijn er altijd dingen waar je spijt van hebt Een voorbeeld is toen ik mijn huis verkocht na mijn tweede scheiding. Ik dacht dat het makkelijker zou zijn om naar een appartement te verhuizen.
Achteraf gezien had ik in het huis moeten blijven, dat zou goedkoper zijn geweest Maar het appartement waar ik terechtkwam, was ook leuk. Uiteindelijk moest ik ook weg vanwege het slopen van h gebouw Ik ben nu verhuisd na een gelijkvloers appartement, handiger is naarmate ik ouder wordt Ik denk nu meer na ove toekomst en wat praktisch is. Maar ik ben gelukkig hier en tevreden met mijn leven.’
Heeft u recent nog een moeilijke periode doorgemaakt?
‘Ja, vorige week overleed een goede vriend van me Het was een collega die ik al veertig jaar kende Hij was getrouwd met een man en woonde in België. Zijn overlijden raakte me diep. Ik probeer nu zijn partner wat meer te steunen door vaker te bellen en langs te gaan
Het verliezen van goede vrienden hoort helaas bij het ouder worden
Het is moeilijk, maar ik probeer er voor anderen te zijn en mijn eigen geluk te koesteren.’
Positief denken.
WATER
is een publicatie van MDT Cultuur & Kunst
Deze uitgave presenteert de gesprekken die leerlingen van het Odulphus Lyceum hebben gevoerd met vertellers, als onderdeel van hun Maatschappelijke Diensttijd (MDT) programma