beeld bij de hand digitaal www.beeldbijdehand.nl
3 Jaargang 38 - maart 2011
Thema: kunst(ig)
beel
bij de hand
3
10 11
Digitale uitgave voor onderwijs in kunst- en cultuurvakken met lessen tekenen, handvaardigheid, textiel en kunst op alle onderwijsniveaus
■ bouwsels ■ FOLLIES
■ Kunst in de wijk ■ KERAMIEK
■ vervreemding ■ PAPIERSCULPTUREN
Thema: kunst(ig) jaargang 38, 10/11 nr. 3, maart 2011
bij de hand
beel beel
Digitale uitgave voor onderwijs in kunst- en cultuurvakken met lessen tekenen, handvaardigheid, textiel en kunst op alle onderwijsniveaus
INHOUD
REDACTIONEEL Thema KUNST(IG) Thema in beeld LESSEN AVO Follies Anneke Jesse Alternatieven
BO Stillevendig Marie-José van der Sandt Alternatieven
AVO Visie op het beeldend proces van de kunstenaar Jacintha Smulders Alternatieven AVO Bouwsels Henk Janssen Alternatieven
Jaargang 38, nr. 3 MAART 2011 COLOFON Uitgever StellaRuheProducties Mauvestraat 29d 1073 RG Amsterdam 020-6755738 info@beeldbijdehand.nl Redactie Stella Ruhe info@beeldbijdehand.nl Jacquelien de Jong Kleterstraat 12 3862 CA Nijkerk j.dejong@hsmarnix.nl
beeld bij de hand is een digitale uitgave van StellaRuheProducties Illegale verspreiding van nummers van en lessen uit beeld bij de hand en/of van onze andere uitgaven via cd’s, dvd’s of andere media en/of publicatie van nummers, lessen en/of onze andere uitgaven op websites met de mogelijkheid voor buitenstaanders anders dan abonnementhouder(s) om die gratis cq tegen betaling te downloaden en/of alle andere manieren van schending van het copyright, is strikt verboden. Bij constatering sturen wij de verspreider of de eigenaar van de betreffende site een naheffing voor de prijs van tenminste € 25.000,-!
© StellaRuheProducties 2011
2 3 3
6 8
9
11
12
14
15
17
BO à la Andy Warhol Margit Rechtuijt Alternatieven
18
BO Icarusdecor Jacquelien de Jong Alternatieven
21
AVO Kunst in de wijk Anneke Jesse Alternatieven
25
20
24
27
HBO/BO Papiersculpturen Jacquelien de Jong Alternatieven
28
HBO Vervreemding Henk Janssen Alternatieven
31
AVO Wat heeft Picasso ermee te maken? Stella Ruhe Alternatieven
30
34
35 37
HBO/AVO Keramiek Marie-José van der Sandt Alternatieven
38 40
Beeld bij de hand als methode Nascholingstrainingen Abonnementen
42 44 45
REDACTIONEEL De NOT 2011 ligt achter ons en heeft ons weer abonnees opgeleverd. De reacties van de bezoekers aan onze stand in het Cultuurpaviljoen waren vooral heel erg bemoedigend: zonder uitzondering vond men de uitgeprinte nummers van beeld bij de hand en beeld bij de hand basisschool er prachtig uitzien. Ook de praktische en vooral flexibele mogelijkheden spraken veel docenten aan. Voor ons reden om voorlopig door te gaan met beide uitgaven, omdat gebleken is dat er, ondanks de methodes waarmee op veel scholen gewerkt wordt, behoefte is aan prikkelende lessen en lesideeën, die kwalitatief goed uitgewerkt zijn en die van al te gebaande paden durven af te wijken. Ook een goede reden om vanaf nu op scholen nascholingstrainingen aan docenten, vaksecties en/of schoolteams aan te bieden om onze kennis van en enthousiasme voor de beeldende vakken uit te dragen. Dat is ons verre van vreemd, want wij hebben jarenlang docenten beeldende vakken getraind en begeleid in opdracht van de Landelijke Pedagogische Centra. Meer daarover vind je op blz. 44. Het thema KUNST(IG) hadden we al gekozen voordat er enige sprake was van de grote bezuinigingen die de kunst- en cultuursector boven het hoofd hangen. Een gelukkige keuze dus om te laten zien hoe belangrijk dit thema is voor de uitingsmogelijkheden en ontwikkeling van kinderen. Het leven zou niet alleen te saai voor woorden zijn als er geen aandacht meer zou zijn voor kunst en cultuur; we zouden compleet afgesneden raken van een van de belangrijkste drijfveren in het bestaan: onze beschaving en de deelname aan en betrokkenheid bij de uitingen daarvan. Bovendien moeten we het hebben van onze kennis en creativiteit om nog een partijtje mee te kunnen blazen in de wereld. Zelfs een groot man als Einstein vond niet zijn kennis zijn grootste gave, maar zijn creativiteit! Het ontwikkelen en ondersteunen van hun creatieve vermogens is voor kinderen en voor ons allemaal dus heel belangrijk. Stella Ruhe
thema in beeld
thema: kunst(ig)
KUNST(IG) staat niet alleen voor iets dat knap gemaakt is, maar ook voor de manier waarop veel mensen naar moderne kunst kijken: het zal wel, dat is makkelijk, het stelt niks voor, het is wel kunstig. Kunst is altijd een weerspiegeling van de tijd en de maatschappij waarin die ontstaat. Kunst laat vaak zien hoe we ervoor staan, nog voordat we dat zelf in de gaten hebben. Kunst hangt sterk samen met verandering. Verandering van opvattingen, van het oude, van het geaccepteerde. Wat eerst niet begrepen en als schokkend wordt ervaren door tijdgenoten, wordt meestal door een volgende generatie volkomen geaccepteerd en als normaal beschouwd. Dat is doorgaans ook de functie van kunst: ons raken en aan het denken zetten. Kunstig hangt tegen kunst aan. Het uitgangspunt is vaak vooral praktisch en/of gemaakt omwille van de 3 schoonheid, esthetiek zonder een boodschap te willen geven, maar bijvoorbeeld om een probleem op te lossen en dat in 3 10/11 een mooie vorm te gieten. Je zou het toegepaste kunst, vormgeving of design kunnen noemen. Kunst en kunstig liggen soms dicht bij elkaar, maar beide beroeren en geven stof tot nadenken.
BRAINSTORM THEMA KUNST(IG) ▪ kunst ▪ kunstenaar ▪ niet echt ▪ knap ▪ knap gemaakt ▪ inventief ▪ vormgeving ▪ design ▪ Marcel Woltering ▪ Hella Jongerius ▪ kunstgebit ▪ kunstbloem ▪ kunstkoe ▪ kunstlicht ▪ toegepaste kunst ▪ textielkunst ▪ weefkunst ▪ borduurkunst ▪ couture ▪ architectuur ▪ lichtkunst ▪ gebouwen ▪ follies ▪ beeldhouwkunst ▪ schilderkunst ▪ landschapsarchitectuur ▪ tuinarchitectuur ▪ fotografie ▪ filmkunst ▪ videokunst ▪ miniaturen ▪ handschriften ▪ kunststromingen ▪ prehistorische kunst ▪ stenen tijdperk ▪ primitieve kunst ▪ zondagsschilders ▪ amateurkunst ▪ Prehistorische kunst ▪ Egyptische kunst ▪ tempels ▪ piramides ▪ Griekse kunst ▪ Etruskische kunst ▪ Romeinse kunst ▪ Vroegchristelijke kunst ▪ Romaanse kunst ▪ Gotische kunst ▪ Renaissance kunst ▪ Barokke kunst ▪ Classicisme ▪ Jugendstil ▪ Klimt ▪ Gaudi ▪ Toorop ▪ Art deco ▪ Macintosh ▪ Maya’s ▪ Azteken ▪ Chinese kunst ▪ Japanse kunst ▪ Afrikaanse kunst ▪ Impressionisme ▪ Monet ▪ Manet ▪ Renoir ▪ Rodin ▪ Post-impressionisme ▪ Cézanne ▪ Gaugin ▪ Van Gogh ▪ Matisse ▪ Christal Palace ▪ Eiffeltoren ▪ William Morris ▪ De Stijl ▪ Rietveld ▪ Oud ▪ Theo van Doesburg ▪ Piet Mondriaan ▪ Bauhaus ▪ Ludwig Mies van der Rohe ▪ Le Corbusier ▪ Dada ▪ Fauvisme ▪ Blaue Reiter ▪ Kandinsky ▪ Kubisme ▪ Picasso ▪ Braque ▪ Futurisme ▪ Realisme ▪ Surrealisme ▪ Salvador Dali ▪ Max Ernst ▪ Magritte ▪ materieschilderkunst ▪ Dubuffet ▪ Tapies ▪ Pop-Art ▪ Kienholz ▪ Warhol ▪ Op-Art ▪ Vasarely ▪ Hard-Edge ▪ Frank Lloyd Wright ▪ Giacometti ▪ theater ▪ opera ▪ literatuur ▪ muziek ▪ orkest ▪ popconcert ▪ radio ▪ televisie ▪ cabaret ▪ circus ▪ knutselen ▪ tegels ▪ keramiek ▪ sieraden
Hongkong
Louis Thevenet, 1912
Peter Gentenaar
thema in beeld 4
310/11
Hundertwasser
Leonardo da Vinci
Ludwig Mies van der Rohe, Barcelonachair
thema in beeld 5
Chinees brons, ca. 1300 v. Chr.
Inge Evers
Vlinder, Patricia Vader
Jan van Munster
Joan Bruggink
Houten beeld, Benin
310/11
naar keuze
Follies zijn bouwwerken die niet gemaakt zijn om in te wonen of in te werken, maar alleen maar zijn gebouwd omwille van de architectuur. Ze bestaan eigenlijk bij de gratie van de toeschouwer. Een folly is dus eigenlijk een dwaasheid, een bouwkundige dwaasheid. De term ontstond in Groot-BrittanniĂŤ en werd door het publiek gebruikt om gebouwen aan te duiden die men als onzinnig, nutteloos of bizar ervoer. Inmiddels is het een geuzennaam geworden en bouwen ook moderne architecten follies.
Anneke Jesse
kunst beeldend 6
3 10/11
AVO bovenbouw
.
naar keuze
kunst beeldend
AVO bovenbouw
7 3 10/11
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING Follies zijn rare bouwwerken waar het puur om de architectuur gaat. Ze kunnen van alles zijn en dat is meteen het meest kenmerkende van een folly. Er is geen strikte definitie voor te geven. Het bouwsel kan een onderdeel vormen van een romantisch aangelegd park of het kan een verkleinde kopie van een gebouw zijn. Maar je buurman kan er ook zelf een in zijn achtertuin hebben gebouwd. Een folly dient om je te verrassen en doet hierdoor een direct beroep op je gevoelens. Als je op zoek gaat naar follies via internet zul je zowel oude als nieuwe tegenkomen. Verzamel er een flink aantal en kom daardoor tot een eigen ontwerp voor een nutteloos gebouw: een folly.
KUNST KIJKEN Er is veel informatie over follies te vinden. Een kleine keuze: er is een speciale Stichting voor Follies, Tuinsieraden en Vermaaksarchitectuur. Op de Engelse Architectural Heritage Web Pages is van alles te vinden over follies. In Nederland staat een kleine kopie van de Sint Pieter in Rome, de basiliek van Oudenbosch. Voor hedendaagse follies, bijvoorbeeld in Parijs, zijn eind jaren '80 spraakmakende follies neergezet in het Parc de la Villette ontworpen door de architect Bernard Tschumi.
DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De leerlingen kunnen onderzoek doen naar follies in hun eigen omgeving en op internet en dat gebruiken voor een werkplan voor hun eigen folly. Is het werkplan goed onderbouwd? ■ De leerlingen kunnen op schaal in tenminste drie schetsen een driedimensionale folly ontwerpen van ongeveer 30 x 30 x 30 cm in een passende omgeving die geschilderd of gefotografeerd is. Is dat gelukt? ■ De leerlingen kunnen een ontwerp met omgeving uitvoeren in zelfgekozen materialen. Is het werk herkenbaar als folly? ■ De leerlingen hebben het hele proces vastgelegd in een logboek. Ziet het logboek er goed uit en is alles vastgelegd? ■ De leerlingen kunnen hun werk presenteren, toelichten en vergelijken met dat van anderen uit heden en verleden.
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ naar keuze Techniek: ▪ naar keuze Beeldende aspecten: ▪ naar keuze ▪ ruimte Kg/Kb: ▪ follies uit heden en verleden via internet en in de eigen omgeving
OPDRACHTEN ■ Opdracht 1 Maak een werkplan voor het maken van een folly. Doe daarvoor eerst onderzoek naar follies in je eigen omgeving en via internet. Verzamel beelden van follies en verwerk die in je logboek waarin je je onderzoek en beeldend proces vastlegt. ■ Opdracht 2 Maak drie schetsen voor je folly van circa 30 x 30 x 30 cm. Plaats die in een passende omgeving die je zelf bedenkt (tekenen of schilderen) of die al bestaat (fotograferen). ■ Opdracht 3 Werk je gekozen ontwerp driedimensionaal uit in materialen naar keuze. ■ Opdracht 4 Presenteer je werk, licht het toe en reflecteer op je werk door het te vergelijken met werk van anderen uit heden en verleden. Anneke Jesse Keizer Karelcollege, Amstelveen
alternatieven 8 3 10/11
lesideeën
basisschool AVO beroepsonderwijs
AVO onderbouw beeldende vorming VOGELS IN FORMATIE Materiaal en gereedschap: ▪ tekenpapier 50 x 65 cm ▪ ecoline ▪ spons ▪ water ▪ rubberplaat ▪ blokjes hout 8 x 8 cm ▪ lijm ▪ penselen Technieken: ▪ aquarelleertechniek ▪ stempelen Beeldende aspecten: ▪ kleur ▪ vorm ▪ ritme ▪ compositie KG/KB: ▪ boeken en plaatjes van vliegende vogels
Beeldende probleemstelling en opdrachten Iedere herfst en ieder voorjaar zie je zwermen vogels in de lucht op weg naar of terugkomend van warmere winteroorden. Ze vliegen in uitwaaierende en zich weer sluitende formaties, die fascinerend zijn om te zien. In de biologieles is de vogeltrek uitgebreid aan de orde gekomen. Maak twee stempels uit rubber van vliegbewegingen van een of verschillende vogels: met de vleugels gestrekt in glijvlucht en met de vleugels opgetrokken. Teken de vogels eerst op papier, knip die uit en breng de patronen over op rubber. Knip die uit, lijm ze op hout en stempel een formatie op een vel papier, waarop je eerst met aquarelverf of ecoline een achtergrond hebt geschilderd.
AVO bovenbouw
Basisschool middenbouw handvaardigheid MARKANT BOUWSEL Materiaal en gereedschap: ▪ kosteloos materiaal ▪ gaas ▪ metaaldraad ▪ krantenpapier ▪ behanglijm ▪ tangetjes ▪ verf ▪ penselen Technieken: ▪ buigen ▪ papier-maché ▪ verven Beeldende aspecten: ▪ kleur, kleurcontrast ▪ vorm ▪ constructie ▪ structuur ▪ open-dicht KG/KB: ▪ herkenbare gebouwen in wereldsteden op internet en uit vakantiebrochures
Beeldende probleemstelling en opdrachten Overal in de wereld zijn grote steden. Vaak kun je die meteen herkennen aan een bijzonder bouwwerk. Denk maar aan de Eiffeltoren in Parijs, de Domtoren in Utrecht. Als jij zo’n opvallend bouwsel voor een grote stad zou moeten bedenken, hoe zou dat er dan uit zien? Denk daarbij aan de vorm, de kleur en wat jouw gebouw bijzonder kan maken. Een gebouw moet ook goed kunnen staan, anders stort het in. De constructie is dus ook heel belangrijk. Maak als een architect een maquette met metaaldraad, gaas en papiermaché. Verf het bouwsel in contrastkleuren. Breng met verf ook decoraties aan.
tekenen en schilderen
basisschool vetkrijt, ecoline midden- en bovenbouw
9 3 10/11
Sierkalebassen en Turkse mutsen komen in de meest gevarieerde vormen voor in tuincentra en volkstuintjes. Voor niet al te veel geld levert dit een prima voorraad stillevenmateriaal voor een heel jaar. Leuk om leerlingen mee aan de slag te laten gaan en goed te leren kijken naar vormen en overlappingen.
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING In de Gouden Eeuw, toen het heel goed ging met de handel, kwam Nederland voor het eerst in aanraking met buitenlandse producten zoals specerijen, uitheemse bloemen en vogels. Rijke mensen lieten daar, om er langer van te kunnen genieten, schilderijen van maken, de zogenaamde stillevens. Nu gebeurt dat ook nog regelmatig. Op de tafel voorin de klas liggen allemaal groenten en pompoenen. Daarvan ga je een vrolijk en levendig stilleven schilderen, waarbij je goed moet kijken hoe de vormen eruit zien en wat voor en wat achter ligt en wat elkaar overlapt, zodat je er maar een klein stukje van ziet. Daarmee lijkt het of er diepte in je schilderij zit.
KUNST KIJKEN We brengen een bezoek aan het Rijksmuseum in Amsterdam. We kijken naar allerlei stillevens uit de zeventiende eeuw en letten onder meer op de compositie, de vormen, de overlappingen en het kleurgebruik. We bekijken ook boeken met beelden van stillevens van Cezanne, Corneille en Karel Appel. .
tekenen en schilderen
basisschool vetkrijt, ecoline midden- en bovenbouw DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De leerlingen hebben het kijken en weergeven van wat ze gezien hebben verder ontwikkeld. Is dat zichtbaar? ■ De leerlingen kunnen met verschillende materialen werken in een werkstuk. Is dat gelukt? ■ De leerlingen kunnen werken met contour, lijn, vlak, overlapping en koud-warmcontrast. Zijn deze beeldende aspecten goed gebruikt? ■ De leerlingen kunnen door overlapping diepte suggereren. Is dat zo?
10 3 10/11
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ tekenpapier 160 gr 60 x 70 cm ▪ oliepastelkrijt ▪ Oost-Indische inkt ▪ ecoline ▪ penselen ▪ tekenhoutjes ▪ Lyonse kwasten Beeldende aspecten: ▪ compositie ▪ overlapping ▪ lijn ▪ vlak ▪ diepte ▪ koud-warm contrast Kg/Kb: ▪ stillevens uit de Gouden Eeuw ▪ stillevens van Cezanne ▪ werk van Corneille en Karel Appel
OPDRACHTEN ■ Opdracht 1 Maak eerst op je papier een schets van wat je in het stilleven ziet, let daarbij op de hoofdlijnen en op wat er vooraan ligt en wat er achter ligt. ■ Opdracht 2 Geef ook het grondvlak weer waar de kalebassen op liggen. ■ Opdracht 3 Geef de contouren aan met Oost-Indische inkt, je kunt dit met een penseel doen of met een tekenhoutje. ■ Opdracht 4 Werk de tekening verder uit in vetkrijt en ecoline en let hierbij op het koud/warmcontrast.
Nanny Derijks CKE-school voor beeldende kunsten, Eindhoven
basisschool AVO beroepsonderwijs
AVO middenbouw tekenen en schilderen STILLEVEN TEKENEN Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ potlood ▪ pastelkrijt ▪ attributen Techniek: ▪ tekenen Beeldende aspecten: ▪ vlak ▪ kleur ▪ lijn ▪ lichtschaduw Kg/Kb: ▪ stillevens door de eeuwen heen
Beeldende probleemstelling en opdrachten Door de eeuwen heen hebben schilders vaak stillevens getekend en geschilderd. De zeventiende-eeuwse stillevens vormen daarin een van de hoogtepunten, maar ook hedendaagse schilders doen aan dit genre. Op een tafel liggen gebruiksvoorwerpen met een verschillende textuur (huid) die in een bepaalde opstelling zijn gelegd. Het stilleven dat we met pastelkrijt gaan maken bestaat uit gedrapeerde doeken waarop pompoenen en bloemen liggen. Dit is een kijkopdracht: hoe groot zijn de verschillende objecten ten opzichte van elkaar? Hoe is de lichtval, de licht-schaduwwerking? Hoe is de textuur, de huid, van de diverse voorwerpen? Probeer het stilleven zo goed mogelijk weer te geven.
Basisschool bovenbouw handvaardigheid UIT DE ZEE Materiaal en gereedschap: ▪ klei ▪ mirettes ▪ snijmes ▪ glazuur of acrylverf Techniek: ▪ rollen ▪ boetseren Beeldende aspecten: ▪ structuur ▪ ruimte ▪ kleur ▪ compositie Kg/Kb: ▪ De zeemeermin in Kopenhagen
Beeldende probleemstelling en opdrachten De verhalenwereld is bevolkt met heel wat figuren die in werkelijkheid helemaal niet bestaan, maar waarbij je al je fantasie op hol kunt laten gaan. Denk maar eens aan trollen, kabouters, elfen, tovenaars, eenhoorns, griffioenen, draken en nog veel meer. Meestal hebben die kenmerken van mensen en dieren of van verschillende soorten dieren. Ze wonen vaak in een bos, in de zee of in de lucht, kortom, omgevingen zo groot, dat je ze nauwelijks zou kunnen tegenkomen. Bedenk zo’n fantasiefiguur en werk die met een mooie omgeving uit in klei. Laat je werkstuk goed drogen en als het kan bakken. Glazuur het als er een oven is en verf de gedroogde klei als je die niet hebt. Vernis het werkstuk daarna dan.
alternatieven
lesideeën
11 3 10/11
kunst beeldend 12
AVO bovenbouw
naar keuze
Visie op het beeldend proces van de kunstenaar Jacintha Smulders
3 10/11
Deze examenopdracht voor 6 VWO stelt de kunstenaar centraal: hoe zou zijn beeldend proces verlopen zijn en hoe denk jij dat jouw beeldend proces gaat verlopen als je naar zijn werk kijkt en dat als uitgangspunt neemt?
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING In de afgelopen jaren heb je werk van talloze kunstenaars voorbij zien komen. Sommige hebben veel, andere hebben weinig indruk op je gemaakt. Kies een kunstenaar waarvan je meer zou willen weten en ontdekken. Kijk naar zijn werk door de jaren heen en beschrijf hoe zijn beeldend proces volgens jou verlopen zou kunnen zijn. Leg dat vast in je logboek. Leef je dus goed in het werk in. De gedachten die je daarover hebt, bal je samen en vertaal die naar een beeld.
Mirthe en Jeff Koons
KUNST KIJKEN Museumbezoek en bekendheid met de grote stromingen en kunstenaars uit de kunstgeschiedenis, leiden tot individueel onderzoek naar de motieven en uitwerking van het beeldend proces van de gekozen kunstenaar: ▪ Eva koos de negentiende-eeuwse schilder/beeldhouwer Degas, die vaak het ballet als onderwerp koos. Zij raakte geïntrigeerd door de herhaling die ontstaat in dansende stof. ▪ Mirthe werd geprikkeld door Jeff Koons: begeerte en clichés waren zijn leidmotieven. ▪ Jasper dacht aan Miro en interpreteerde dat werk als een soort ballenbak. ▪ Jolijn maakte Mondriaan: ze ontwierp een balans met blokken die je tot evenwicht kunt schuiven. ▪ Marlieke dacht aan Michelangelo en de natte kalk van fresco’s om tot haar interpretatie van het werk van deze grote zestiende-eeuwer te komen.
Jasper en Miro
naar keuze
OPDRACHTEN
Marlieke en Michelangelo
DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De leerlingen kunnen zich verdiepen in het beeldend proces van een gekozen kunstenaar en hun gedachten daarover vertalen in een eigen beeldend werk. Is dat gelukt? ■ De leerlingen kunnen hun bevindingen en gedachten uitwerken in proeven, een logboek en een werkstuk binnen een passende presentatie. Hebben proeven, logboek, werkstuk en presentatie logische en zichtbare overeenkomst met het beeldend proces van de gekozen kunstenaar?
■ Opdracht 1 In de afgelopen jaren heb je werk van talloze kunstenaars voorbij zien komen. Sommige hebben veel, andere hebben weinig indruk op je gemaakt. Kies een kunstenaar waarvan je meer zou willen weten en ontdekken. Kijk naar zijn/haar werk door de jaren heen en beschrijf hoe zijn beeldend proces volgens jou verlopen zou kunnen zijn. Bal jouw gedachten daarover samen en vertaal dat in een beeld/werkstuk. ■ Opdracht 2 Zoek beeldmateriaal ter illustratie van het beeldend proces bij jouw gekozen kunstenaar ter ondersteuning van jouw beeldend proces en orden dat in je logboek. Maak proeven en beschrijf je beeldend proces in je logboek. ■ Opdracht 3 Maak je werkstuk en zorg voor een passende presentatie van proeven, logboek en werkstuk.
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ naar keuze Technieken: ▪ naar keuze Beeldende aspecten: ▪ naar keuze Kg/Kb: ▪ beeldmateriaal naar aanleiding van de gekozen kunstenaar ▪ museumbezoek ▪ internet Jolijn en Mondriaan
Eva en Degas
kunst beeldend
AVO bovenbouw
13
3 10/11
alternatieven 14 3 10/11
lesideeën
basisschool AVO beroepsonderwijs
Basisschool middenbouw tekenen en schilderen KANDINKY INSPIREERT Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ plakkaatverf ▪ penselen en kwasten ▪ potje water Technieken: ▪ schilderen Beeldende aspecten: ▪ kleur ▪ vorm ▪ compositie KG/KB: ▪ Kandinsky en Der Blaue Reiter in boeken, op internet en in het Haags Gemeentemuseum
Beeldende probleemstelling en opdrachten Op de tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum, in boeken en op internet zagen we veel schilderijen van Kandinsky en van de groep schilders die zichzelf Der Blaue Reiter noemde, naar een schilderij van Kandinsky waarop een blauwe ruiter is te zien. Kandinsky gebruikte vaak heel andere kleuren dan je in werkelijkheid ziet. Hij gebruikte kleur om bijvoorbeeld een gevoel uit te drukken. Zou jij als je naar de bomen buiten kijkt, die ook met heel andere kleuren kunnen schilderen, waardoor die boom bijvoorbeeld vrolijk uitdrukt? Laat je door zijn werk inspireren en let daarbij op een paar dingen: de kleuren, de vormen en de compositie. Maak er een schilderij van in plakkaatverf.
AVO onderbouw beeldende vorming ZOALS VAN GOGH Materiaal en gereedschap: ▪ karton 30 x 40 cm ▪ potlood ▪ tijdschriften ▪ lijm Techniek: ▪ scheuren ▪ knippen ▪ plakken Beeldende aspecten: ▪ kleur ▪ vorm ▪ structuur KG/KB: ▪ bezoek aan Van Gogh Museum ▪ boeken met schilderijen van Van Gogh
Beeldende probleemstelling en opdrachten Van Gogh was een vroege expressionist, die zijn gevoel en ideeën liet meespreken in zijn schilderijen. Zijn schilderijen werden als het ware zijn klankbord. Als je die goed bekijkt, dan zie je dat ze uit streepjes, lusjes en cirkelvormpjes zijn opgebouwd. De kleuren staan naast elkaar maar mengen zich daardoor. Dat brengt spanning en beweging in het schilderij. Met een groepje probeer je met gescheurde en geknipte stukjes papier zo’n schilderij opnieuw te maken. Plak je stukjes papier op en let daarbij goed op in welke richting je dat doet en of de kleuren kloppen: twee kleuren naast elkaar moeten van een afstand mengen. Dat is belangrijk voor de beweging in het schilderij.
.
papier
bouwsels
Henk Janssen Samenwerken is een belangrijk doel van deze opdracht. Net als bij het echte bouwen moeten de leerlingen zoals architecten en uitvoerders een plan maken en een taakverdeling, waarbij van tevoren vaststond dat iedere leerling uit een groep tenminste twee kubussen en twee kokers moet maken.
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING
Samenwerkend leren KUNST KIJKEN We kijken naar voorbeelden van constructies en architectuur, waarin gebruik gemaakt is van kubussen, zoals de paalwoningen van Piet Blom in Rotterdam. Ook de woningen van Oud en Rietveld en de vormgeving van De Stijl worden bekeken.
DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De leerlingen kunnen met elkaar overleggen welk bouwsel ze gaan maken aan de hand van individuele schetsen, die moeten leiden tot een ontwerp waar iedereen uit de groep achter staat. Zijn alle groepsleden enthousiast over het gekozen ontwerp? ■ De leerlingen kunnen afspraken maken over kleur, vorm en maten. Zijn alle gebruikte kubussen en kokers binnen het ontwerp goed op elkaar afgestemd? ■ De leerlingen kunnen van papier twee kubussen en twee kokers maken, die passen in het ontwerp. Is dat gelukt? ■ De leerlingen kunnen samen het bouwsel volgens ontwerp uitvoeren en waar nodig bijstellen. Is het bouwsel gemaakt volgens het ontwerp en mogelijk verbeterd? ■ De leerlingen kunnen zowel het product als het proces evalueren in een werkverslag en zich afvragen wat beter had gekund en wat anders zou moeten? Is het verslag helder en geïllustreerd met het ontwerp en tussentijdse aantekeningen? ■ De leerlingen weten dat ze zowel een individueel cijfer voor minimaal twee kubussen en twee kokers als een groepscijfer krijgen die gemiddeld het eindcijfer vormen.
handvaardigheid
AVO onderbouw
Een ‘bouwsel’ kan een gebouw voorstellen, paalwoningen, een wooncomplex (architectuur), klimtoestel (omgeving), kunst voor in een park (beeldende kunst), voertuig (science fiction), totempaal of toren (constructie) of iets dergelijks. Hoe zou je zoiets in samenwerking met elkaar in kubussen en kokers van papier kunnen vormgeven?
15
3 10/11
handvaardigheid 16 3 10/11
AVO onderbouw
papier
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ stevig tekenpapier in diverse kleuren ▪ potlood ▪ liniaal ▪ schaar ▪ stanleymes ▪ stalen rij ▪ onderlegger ▪ lijm Techniek: ▪ schetsen ▪ technisch tekenen ▪ knippen ▪ snijden ▪ rillen ▪ vouwen ▪ lijmen Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ lijn ▪ ruimte ▪ kleur Kg/Kb: ▪ geometrische constructies en architectuur (o.m. Kubuswoningen van Piet Blom) ▪ De Stijl OPDRACHTEN ■ Opdracht 1 Maak met een groepje van vier leerlingen een bouwsel van papier, bestaande uit per leerling tenminste twee kubussen en twee kokers. Het bouwsel kan een gebouw voorstellen, paalwoningen of een wooncomplex (architectuur), klimtoestel (omgeving), kunst voor in een park (beeldende kunst), voertuig (science fiction), totempaal of toren (constructie) of iets dergelijks. Afmetingen kubus: 10 x 10 x 10 cm. Afmetingen koker: 1 x 1 cm of 2 x 2 cm (met open einden). ■ Opdracht 2 Maak individueel drie schetsen, bespreek alle schetsen in je groep, kies samen een ontwerp, de kleuren en maten en werk het gekozen ontwerp samen verder uit. ■ Opdracht 3 Voer het gekozen ontwerp uit in stevig papier. Je moet precies tekenen om de kubussen en kokers te laten passen. Snijd de tekeningen uit langs een liniaal of stalen rij met een stanleymes op een onderlegger. Als alle kubussen en kokers klaar zijn zet je het ontwerp in elkaar. ■ Opdracht 4 Maak een product- en procesevaluatie in je werkboek, geïllustreerd met je schetsen en aantekeningen. Henk Janssen Sint-Maartenscollege, Maastricht
basisschool AVO beroepsonderwijs
Basisschool middenbouw beeldende vorming VOGELWONING Materiaal en gereedschap: ▪ afvalhout ▪ spijkers ▪ hamer ▪ schuurpapier ▪ beits of verf ▪ kwasten ▪ lijm Techniek: ▪ zagen ▪ timmeren ▪ lijmen ▪ schuren ▪ verven of beitsen Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ ruimte ▪ kleur
Beeldende probleemstelling en opdrachten In het voorjaar zijn alle vogels op zoek naar een plek om te nestelen waar ze beschut zijn en onbereikbaar voor katten en andere bedreigers. Vaak bouwen ze een nest in een boom, maar je kunt ook een vogelwoning timmeren en die in een boom bij school plaatsen. De houten woning moet wel aan de eisen voldoen die je op internet kunt vinden. Een plaats om alleen voer neer te leggen kan simpel en open zijn. Zoek afvalhout in de bak en bouw daarmee je vogelwoning. Schuur alle onderdelen mooi glad, zodat de vogels zich niet bezeren. Let zelf ook op splinters en schuur die weg. Lijm en/of timmer alles in elkaar en verf je vogelwoning met beits of verf. Laat de vogels maar komen!
Basisschool middenbouw handvaardigheid DOOSPOPPENHUIS Materiaal en gereedschap: ▪ lege dozen ▪ potlood ▪ snijmes/stanleymes ▪ stalen liniaal ▪ verf Techniek: ▪ tekenen ▪ snijden ▪ verven Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ ruimte ▪ constructie Kg/Kb: ▪ architectuur van De Stijl ▪ Rietveld
Beeldende probleemstelling en opdrachten Moderne architecten bouwen huizen met weinig versieringen. De meeste moderne huizen zijn gebouwd met simpele basisvormen zoals vierkanten, rechthoeken en driehoeken. Daarmee zou je ook een poppenhuis kunnen bouwen. De meest simpele vorm waarmee je dat kunt doen is een kartonnen doos, die al bijna de vorm van een huis heeft. Een poppenhuis moet aan een of meer kanten open zijn om er mee te kunnen spelen. Je moet er meubeltjes in kunnen zetten en natuurlijk ook poppen. Maak met z’n tweeën van een doos een poppenhuis en snijd ramen en deuren uit. Maak er verdiepingen in met de stukken die je over hebt en zorg dat die stevig staan. Snijdt daaruit ook meubeltjes en bewoners. Verf je huis als je nog tijd hebt.
alternatieven
lesideeën
17 3 10/11
tekenen en schilderen 18 3 10/11
basisschool kopie, verf midden- en bovenbouw In de kunst hoef je niet altijd alles zelf te maken. Je kunt gebruik maken van bestaand materiaal. Dat deed de kunstenaar Andy Warhol in de jaren zestig al, hij ‘leende’ beelden uit advertenties, reclameborden en verpakkingen en van bestaande foto’s.
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING Een schilderij aan de muur. Mooie kleuren die spreken. Elke dag zie je het gezicht in de kleuren of de vrolijke kleuren in het gezicht en je denkt weer aan hem of haar. Aan wie wil je elke dag denken? Hoe maak jij het schilderij vrolijk? Wat maakt jou vrolijk?
KUNST KIJKEN De kinderen bekijken een aantal kunstwerken uit de pop-art, met name portretten van Andy Warhol.
DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De leerlingen kunnen een geschilderd portret maken op basis van een bestaande foto. Is het portret nog herkenbaar? ■ De leerling weet uit welke elementen een portret bestaat en kan de verschillende elementen in de schildering benoemen en aanwijzen. Is dat het geval? ■ De leerling kan een verband leggen tussen zijn eigen werk en het werk van Andy Warhol. Is de verf zo gebruikt dat er een vrolijk portret is ontstaan?
Margit Rechtuijt
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ foto’s ▪ fotokopieën ▪ mdf ▪ acrylverf Technieken: ▪ overtrekken ▪ schilderen Beeldende aspecten: ▪ kleur ▪ vorm ▪ afmetingen ▪ compositie KG/KB: ▪ schilderijen/collages/zeefdrukken van Andy Warhol
OPDRACHTEN
Margit Rechtuijt Groep 3-4 basisschool ‘De Hoeksteen’,Mijdrecht
■ Opdracht 1 Huiswerkopdracht. Zoek een foto, een duidelijk portret van iemand, die je niet wilt vergeten. ■ Opdracht 2 Bepaal welk gedeelte van de foto je wilt gebruiken. Je kunt met behulp van het schuiven van twee hoeken van papier of karton de kaders bepalen. Dit deel wordt met de computer gescand, uitvergroot en in zwart-wit geprint. ■ Opdracht 3 Bepaal welke lijnen belangrijk zijn en trek deze over. Kopieer deze met carbonpapier op een plaatje mdf. ■ Opdracht 4 Probeer verschillende kleurcombinaties uit op kopieën. Bepaal de uiteindelijke kleuren voor je portret. Kleur het portret in.
tekenen en schilderen
basisschool kopie, verf midden- en bovenbouw
19 3 10/11
alternatieven 20 3 10/11
lesideeën
basisschool AVO beroepsonderwijs
AVO bovenbouw tekenen en schilderen LICHT EN SCHADUW Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ houtskool Techniek: ▪ tekenen Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ licht-schaduw ▪ lijn Kg/Kb: ▪ portrettekeningen van Holbein en Rembrandt ▪ fotokopieën
Beeldende probleemstelling en opdrachten In een portretfoto zie je de vormen goed door de licht- en schaduwwerking. Waar vol licht op valt krijgt pas vorm als daar ook schaduwen tegenaan staan. Die zijn doorgaans subtiel en soms niet heel erg verschillend van de lichte vlakken. Maak een paar zwart-wit fotokopieën van een portret, lichtere en donkere. Daarin zie je de lichte en donkerdere vlakken duidelijker. Bekijk de portrettekeningen van de zestiende-eeuwse schilder Hans Holbein en de portretschetsen van Rembrandt. Kijk hoe gewerkt is met licht-schaduw en lijn om een treffend portret te schetsen. Kies een model en schets een portret met houtskool. Het is een schets, dus geen uitgewerkte tekening. Gebruik allen lijn, licht en schaduw. Vergeet de achtergrond niet, betrek die in de schets.
Beroepsonderwijs bovenbouw tekenen en schilderen GEKLEURD PORTRET Materiaal en gereedschap: ▪ gekleurd papier ▪ krijt ▪ acrylverf ▪ kwasten ▪ penselen Techniek: ▪ tekenen met krijt ▪ schilderen Beeldende aspecten: ▪ vlak ▪ complementair kleurcontrast ▪ licht-donkercontrast Kg/Kb: ▪ portretkunst
Beeldende probleemstelling en opdrachten Een gezicht is opgebouwd uit vlakken, die plastisch worden door lichte en donkere delen, de schaduwwerking. In deze portretopdracht werk je vanuit een omgekeerde situatie: de kleur van het papier bepaalt of dat je lichte of donkere delen gaat vormen. Voor de delen die je overhoudt om het gezicht mee te vormen, gebruik je de complementaire kleur van de kleur van je ondergrondpapier. Is die rood, kies dan diverse tinten groen, is die geel, kies dan diverse tinten paars, is die blauw, kies dan diverse tinten oranje. Laat je papier dus een hoofdrol spelen. Werk met krijt en vul de detaillering waar nodig in met acrylverf. Laat je model zodanig zitten, dat het licht voor duidelijke schaduwen zorgt.
naar keuze
tekenen en schilderen
beroepsonderwijs bovenbouw
21
3 10/11
Als afsluiting van het laatste studiejaar voeren studenten het verhaal van Icarus uit de Griekse mythologie op. Ze moeten daarvoor zelf een decor ontwerpen en uitvoeren. Als proef maakt iedere student een ontwerp op schaal waarin zowel met vormen als materialen geëxperimenteerd moet worden. Een opdracht die ook geschikt is voor het AVO en in aangepaste vorm voor de basisschool.
Jacquelien de Jong
ICARUSdecor BEELDENDE PROBLEEMSTELLING
Het verhaal van Icarus en zijn vader Daedalus uit de Griekse mythologie moet worden opgevoerd in een decor. Beiden worden door koning Midas gevangen gehouden op Kreta en willen daaruit ontsnappen met zelfgemaakte vleugels van hout, veren en was. De vader waarschuwt Icarus niet te hoog te vliegen omdat de was dan smelt door de zon en niet te laag omdat de vleugels dan te zwaar worden van het zeewater. Icarus wordt echter roekeloos, vliegt te hoog en stort in de Egeïsche zee, omdat de was is gesmolten. Kortom: hoogmoed komt voor de val. Maak een passend decor voor dit verhaal op een kleine schaal voordat het groot uitgevoerd wordt. Gebruik daarvoor simpele materialen: een lege kopieerpapierdoos, plastic zakken, papier, karton en stof. Experimenteer met deze materialen. Grote decorstukken voor de echte voorstelling kun je maken van het karton van witgoedverpakkingen: wasmachines, koelkasten etc. die je bij witgoedwinkels kunt krijgen. Let op dat je de setting van het verhaal goed in het decor tot zijn recht laat komen en bedenk dat de spelers niet mogen ‘verdrinken’ in het decor.
KUNST KIJKEN We hebben goed gekeken naar allerlei theaterdecors in onder meer de Stadschouwburg en de Stopera. Op internet zochten we naar schilderijen van Rubens en andere schilders die dit verhaal in hun eigen stijl schilderden.
tekenen en schilderen
beroepsonderwijs bovenbouw
naar keuze
22 3 10/11
DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De studenten kunnen een ontwerp maken voor een decor bij een theatervoorstelling over de Griekse mythe Icarus. Is dat gelukt? ■ De studenten kunnen een proefdecor maken in een lege kopieerpapierdoos met behulp van plastic zakken, papier, karton en stof, rekening houdend met het feit dat het decor een setting voor de spelers moet zijn en uitdrukking moet geven aan de elementen uit het verhaal. Is het decor interessant en bevat het de elementen uit het verhaal? ■ De studenten kunnen gezamenlijk een gekozen decor uitvergroten voor gebruik op het toneel. Is dat gelukt? LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ lege kopieerpapierdozen ▪ plastic zakken ▪ papier ▪ karton ▪ stof ▪ hout ▪ landbouwplastic ▪ scharen ▪ stanleymessen ▪ lijm ▪ lijmpistool ▪ zaag ▪ hamer Technieken: ▪ knippen ▪ lijmen ▪ timmeren Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ ruimte ▪ compositie ▪ textuur KG/KB: ▪ theatervoorstellingen ▪ Icarus in de schilderkunst
OPDRACHTEN ■ Opdracht 1 Ontwerp een decor op de schaal van een lege kopieerpapierdoos voor de voorstelling Icarus. Let op de elementen uit deze Griekse mythe en zorg dat het decor een spannende setting wordt voor de spelers, maar hen niet overvleugeld. Experimenteer met plastic vuilniszakken, papier, karton en stof. Denk aan de beeldende aspecten vorm, ruimte, compositie en textuur. ■ Opdracht 2 Werk samen een gekozen proefdecor uit tot een echt decor voor de voorstelling. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld verpakkingskarton van witgoed: koelkasten etc.
basisschool AVO beroepsonderwijs
Beroepsonderwijs bovenbouw tekenen en schilderen MATERIE Materiaal en gereedschap: ▪ gespannen schildersdoek ▪ acrylverf ▪ touw ▪ kosteloos materiaal ▪ zand ▪ lijm Techniek: ▪ schilderen ▪ collage Beeldende aspecten: ▪ textuur ▪ structuur ▪ kleur ▪ vorm ▪ contrast Kg/Kb: ▪ materieschilders als Jaak VanderHeyden
Beeldende probleemstelling en opdrachten Materieschilderijen zijn doorgaans abstracte schilderijen, waarin behalve verf allerlei andere materialen verwerkt zijn. De materie kan bestaan uit stof, touw en opdikkende materialen zoals zand, met een structuur die uit de verf naar voren komt en daardoor een andere textuur aan de verf geven. Eigenlijk is het ook een vorm van recycling van afvalmateriaal dat anders op de vuilstort terecht zou komen. Maak met zelf verzameld materiaal een abstract materieschilderij waarin een verborgen boodschap zit. Werk ruim met onverdunde en verdunde verf om extra contrast te laten ontstaan. Betrek ook de omlijsting bij het geheel.
AVO middenbouw tekenen en schilderen LANDSCHAP Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ plakkaatverf ▪ kwasten ▪ rubber ▪ lijm ▪ blokje hout Techniek: ▪ schilderen ▪ stempelen Beeldende aspecten: ▪ ritme ▪ herhaling ▪ vorm Kg/Kb: ▪ landschappen ▪ stempelwerk
Beeldende probleemstelling en opdrachten Een makkelijke manier om tot goede vormen te komen is een stempel met een simpele vorm af te drukken met verf. Door ritme en herhaling te gebruiken en door een stempel een paar keer af te drukken voordat je er weer nieuwe verf op doet, waardoor de afdruk steeds lichter wordt, krijg je een levendig geheel. Maak een eenvoudige rubberen basisvorm van bijvoorbeeld een blad op een blokje hout, maar dat kan ook een cirkel, een rechthoek of bijvoorbeeld een driehoek zijn waarmee je bomen, struiken en bloemen in een landschap kunt creëren. Begin met het schilderen van het landschap en de lucht, laat goed drogen voordat je gaat stempelen.
alternatieven
lesideeën
23 3 10/11
nieuwe media
AVO bovenbouw
naar keuze
24 3 10/11
Kunst in de wijk Opdracht in Photoshop Anneke Jesse Amstelveen heeft niet alleen veel kunst in haar musea en galeries, maar ook in plantsoenen en letterlijk op straat. Elke wijk heeft wel een of meer kunstwerken opgesteld. De leerlingen van 6 VWO en 6 gymnasium met CKV beeldend in hun pakket, hebben onderzoek gedaan naar die kunstwerken. Zij hebben de opdracht gekregen om een kunstwerk voor een bepaalde plek in Amstelveen te ontwerpen. Dit ontwerp is op schaal gemaakt en gepresenteerd door middel van photoshop: alsof het kunstwerk echt op de gekozen plek staat.
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING Stel je voor: de gemeente Amstelveen schrijft een wedstrijd uit voor kunst in de wijk. Je gaat een kunstobject ontwerpen dat ergens in Amstelveen komt te staan. Dat ‘staan’ mag ruim genomen worden: hangend aan een gebouw, drijvend op het water, staand in het water, in een park, bij een gebouw. Heel veel is mogelijk. De kunstcommissie stelt aan dit kunstobject wel wat eisen: ▪ Vorm: De vorm is vrij. Zowel tweedimensionaal als driedimensionaal is mogelijk. Het volume van het ontwerp moet minimaal een kubieke meter zijn. Bij tweedimensionaal werk moet de oppervlakte minimaal een vierkante meter zijn.
▪ Materiaal: Er mag alleen gewerkt worden met hout, kunststof, steen, aardewerk, textiel, metaal, glas. De materialen moeten weerbestendig zijn. ▪ Plaats: Elke plaats mag, als het maar binnen de gemeente Amstelveen is. Het werk mag geen gevaar voor mens en dier opleveren. ▪ Meedoen aan deze wedstrijd: Het werk wordt op schaal ingeleverd. Voor 3D schaal 1:3 of 1:5. Voor 2D een vierkante meter.
naar keuze
nieuwe media
AVO bovenbouw
25 3 10/11
KUNST KIJKEN ■ Opdracht 2: Gemeentekunstwerken, spreekbeurt
■ Opdracht 1: Een kunstwerk voor de Gemeente Amstelveen Voorbereiding Zoek met 4 personen in een wijk van Amstelveen een plek voor een kunstobject. Welke plek in de wijk dat wordt, spreek je per groep af. Iedereen fotografeert deze plek, zodat je een goed beeld krijgt van die plek. Je maakt ook foto’s alsof jouw kunstobject er al staat (dit is later nodig voor een fotomontage). Alle foto’s moeten goed in te lezen zijn in de computer. In je dummy maak je minstens twee schetsen van de plek voor het kunstobject. In je dummy kan je voorlopige schetsen maken van je kunstobject, maar de uiteindelijke schets van je kunstobject maak je in 3D op tekenpapier, iets groter dan een A4tje. In je dummy beschrijf je de materialen en technieken die je gebruikt bij de uitvoering van je object. Je rekent goed uit op welke schaal je gaat werken. Dit vermeld je ook in je dummy.
Je kiest een kunstwerk uit de lijst Overzicht beelden in de openbare ruimte gemeente Amstelveen. Het kunstwerk ga je bekijken, onderzoeken én fotograferen. Je verzamelt zoveel mogelijk informatie over het kunstwerk, maar jouw eigen beschouwing is misschien wel de belangrijkste. Jouw onderzoek naar het kunstwerk wordt uiteindelijk door middel van een presentatie op DVD beoordeeld. Bekijk de site www.amstelveenweb.com , Ga naar Foto’s – Kunstwerken. Hier is al wat informatie over Amstelveen en (foto’s van) de kunstwerken te vinden. ■ Fotografie ▪ De kunstwerken zijn 3-dimensionaal en dus van meerdere kanten te bekijken én te fotograferen. ■ Foto’s per kunstwerk ▪ Omgevingsfoto; foto met kunstwerk in zijn omgeving (park, straat, plein, woonwijk, of anders...) ▪ Vooraanzicht ▪ Achteraanzicht (wanneer mogelijk) ▪ Minimaal één zijaanzicht ■ Inhoud presentatie Kunstwerk ▪ Gegevens kunstwerk: kunstenaar, titel, afmeting, materiaal, jaartal, locatie ▪ Omschrijving van de omgeving (locatie waar het kunstwerk zich bevindt), relatie tot/functie van het kunstwerk ▪ Achtergrond informatie (gevonden informatie over kunstwerk / kunstenaar) ■ Kunstbeschouwing/Beeldanalyse ▪ Eigen mening, visie op het kunstwerk DVD presentatie: Je maakt met een medeleerling een opname waarin je jou gekozen kunstwerk uit Amstelveen bespreekt.
nieuwe media
AVO bovenbouw
naar keuze DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De leerling is in staat een ontwerp te maken voor een kunstwerk in de wijk. Is het ontwerp geschikt voor de plek? ■ De leerling kan een bepaalde omgeving met een kunstwerk samenvoegen tot een geheel. Is dat gelukt? ■ De leerling kan een kunstwerk koppelen aan een eventuele doelgroep. Is dat zichtbaar? ■ De leerling kan door middel van photoshop een idee geven hoe zijn of haar kunstwerk eruit komt te zien op de gekozen plek. Wat is daarvan het resultaat? ■ De leerling kan een uitvoerbaar stappenplan maken. Kloppen de beschreven stappen en zijn die logisch? ■De leerling kan een kunstwerk uit de Gemeente Amstelveen bespreken met een spreekbeurt op DVD. Geeft de spreekbeurt een goed beeld van het idee en de uitwerking daarvan?
26 3 10/11
LEERINHOUD
■ DVD presentatie ▪ Je maakt met een medeleerling een opname waarin je jou gekozen kunstwerk uit Amstelveen bespreekt. Hierin verwerk je alle punten uit deze opdracht. Je instrueert je medeleerling hoe hij of zij de opname moet maken. ▪ Je helpt hem of haar bij de opname. Het is NIET de bedoeling dat je alles opleest. Het is zeg maar een spreekbeurt bij het kunstwerk zelf. ■ Inleveren ▪ Minimaal vier foto’s in kleur van het kunstwerk (op A4-tje) ▪ Tekst voor de mondelinge presentatie van het kunstwerk ▪ DVD met de presentatie
■ Opdracht 3: Dummy, verslaggeving Je dummy is bij deze examenopdracht heel belangrijk. Ten eerste maak je voor de beide opdrachten een goed stappenplan. Alle gegevens die je verzamelt, foto’s, metingen, conclusies komen in je dummy. Hierin is ook te lezen welke problemen je tegenkwam en hoe je die wel of niet hebt kunnen oplossen.
Materiaal en gereedschap: ▪ alle materialen die ook ‘weerbestendig’ zijn ▪ keramiekoven ▪ slijpsteen ▪ kolomboormachine ▪ elektrische figuurzaag ▪ lasapparatuur Techniek: ▪ vrije technieken ▪ figuurzagen ▪ boetseren ▪ lassen enz. Beeldende aspecten: ▪ naar keuze Kg/Kb: ▪ Kunstwerken in de gemeente Amstelveen en zie Kunst Kijken Anneke Jesse Keizer Karel College, Amstelveen
basisschool AVO beroepsonderwijs
Beroepsonderwijs bovenbouw textiele vormgeving ALLEDAAGS DESSIN Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ potlood ▪ katoenen stoffen, effen en gedessineerd ▪ garen ▪ scharen ▪ spelden ▪ naalden ▪ naaimachine Techniek: ▪ knippen ▪ appliqueren▪ naaien Beeldende aspecten: ▪ textuur ▪ structuur ▪ kleur ▪ vorm Kg/Kb: ▪ Vliscostoffen
Beeldende probleemstelling en opdrachten De Afrikaanse stoffen van de Helmondse textielfabriek Vlisco zijn de Diors onder de stoffen die in West-Afrika populair zijn. Ze zijn onder meer bedrukt met dessins van voorwerpen met status zoals auto’s, koelkasten, wasmachines etc. In feite zijn dat voor ons alledaagse gebruiksvoorwerpen. Dessins ontstaan door patronen in een bepaald ritme te herhalen. Ontwerp een dessin voor een bedrukte stof van een alledaags voorwerp of een alledaagse situatie waaraan je nooit ontkomt. Werk een ontwerp uit op stof als applicatie met effen en gedessineerde stoffen, die je op de naaimachine verwerkt. Borduur kleine details eventueel met de hand.
Beroepsonderwijs middenbouw beeldende vorming AFVALVERWERKING Materiaal en gereedschap: ▪ kartonnen kopieerpapierdozen ▪ stanleymes ▪ lijm ▪ nietjes ▪ nietmachine Techniek: ▪ vormen ▪ snijden ▪ mozaïeken Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ structuur ▪ kleur ▪ constructie Kg/Kb: ▪ afbeeldingen van afvalbakken op internet
Beeldende probleemstelling en opdrachten Voor je het weet is het een zooitje in de klas, omdat niet iedereen geneigd is om afval in de daarvoor bestemde bak in de klas te gooien. Zou het niet handig zijn om naast je stoel je eigen afvalbak te maken, waarin je ‘droog’ afval kunt gooien, zodat je niet steeds hoeft op te staan? Er zijn heel veel lege dozen van kopieerpapier die je daarvoor zou kunnen hergebruiken. Kijk goed naar plaatjes van afvalbakken, ontwerp er zelf een die je uitvoert in karton van kopieerdozen en decoreer de afvalbak met een mozaïek van gekleurd papier. Zorg dat de vorm handig is: de opening groot genoeg en makkelijk te vervoeren naar de grote bak waarin we oud papier verzamelen.
alternatieven
lesideeën
27 3 10/11
papier
Jacquelien de Jong
handvaardigheid 28 3 10/11
beroepsonderwijs bovenbouw midden- en bovenbouw
De Holland Papier Biënnale 2010 in Museum Rijswijk was inspiratiebron voor deze experimenteeropdracht. Deze tweejaarlijkse tentoonstelling die ook in CODA Apeldoorn wordt gehouden, levert fraaie staaltjes papierkunst door internationaal befaamde kunstenaars. Sommige studenten waren naar de tentoonstelling geweest, andere behielpen zich met de catalogus. Doel was beter ruimtelijk inzicht te verwerven en met het fragiele papier een stevige constructie te maken, die van alle kanten fraai zou zijn.
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING Papiersculpturen hebben een fragiliteit door het gebruikte materiaal. In deze opdracht ga je experimenteren met het materiaal en met de constructiemogelijkheden daarvan. Uitgaande van een vel 200 grams papier van 50 x 65 cm verdeel je het in 10 stukken, die regelmatig of willekeurig zijn. Alle stukken, ook de restvormen, moeten in de vrijstaande, driedimensionale sculptuur verwerkt zijn. De sculptuur moet aan alle kanten interessant zijn om naar te kijken. Ga aan de slag met vouwen, in elkaar schuiven, knippen, oprollen en lijmen.
KUNST KIJKEN Een bezoek aan de Holland Papier Biënnale 2010 in het Museum Rijswijk en boeken over internationale papierkunstenaars brachten tal van ideeën en uitwerkingsmogelijkheden voor deze opdracht.
papier
■ De studenten hebben kennis van het werk van papierkunstenaars en kunnen dat gebruiken als inspiratiebron. Is dat te zien? ■ De studenten kunnen experimenteren met papier en van 10 regelmatige of willekeurige stukken een driedimensionale sculptuur maken die aan alle kanten mooi is. Zijn alle stukken papier, vorm en restvorm, gebruikt en is de sculptuur aan alle kanten interessant om naar te kijken? ■ De studenten kunnen verschillende technieken gebruiken: vouwen, in elkaar schuiven, knippen, oprollen en lijmen. Zijn de gekozen technieken goed gebruikt?
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ 200 grams papier van 50 x 65 cm ▪ potlood ▪ schaar ▪ lijm Techniek: ▪ vouwen ▪ in elkaar schuiven ▪ knippen oprollen ▪ lijmen Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ constructie ▪ ruimte Kg/Kb: ▪ Holland Papier Biënnale 2010 ▪ catalogus ▪ boeken over papierkunstenaars
OPDRACHTEN ■ Opdracht 1 Ga naar de tentoonstelling Holland Papier Biënnale 2010 in Museum Rijswijk of bekijk de catalogus en boeken over papierkunstenaars. ■ Opdracht 2 Uitgaande van een vel 200 grams papier van 50 x 65 cm verdeel je het in 10 stukken, die regelmatig of willekeurig zijn. Alle stukken, ook de restvormen, moeten in de vrijstaande, driedimensionale sculptuur verwerkt zijn. De sculptuur moet aan alle kanten interessant zijn om naar te kijken. ■ Opdracht 3 Gebruik de beeldende aspecten vorm, ruimte en constructie. Jacquelien de Jong Marnix Academie, Utrecht
handvaardigheid
beroepsonderwijs bovenbouw tekenen DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA
29 3 10/11
alternatieven 30 3 10/11
lesideeën
basisschool AVO beroepsonderwijs
AVO onderbouw handvaardigheid PAPIEREXPERIMENTEN Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ kranten ▪ tijdschriften ▪ zijdevloeipapier ▪ kwasten ▪ lijm ▪ behangerslijm Techniek: ▪ experimenten met verschillende papiertechnieken Beeldende aspecten: ▪ structuur ▪ vorm ▪ herhaling ▪ ritme ▪ contrast ▪ licht ▪ ruimte Kg/Kb: ▪ papierexperimenten door het Bauhaus
Beeldende probleemstelling en opdrachten Experimenten met papier zijn altijd de moeite waard: scheppen, knippen, vouwen, snijden, rollen, scheuren, lijmen, verstijven, proppen leveren allemaal prachtige resultaten op. Er is bijna geen materiaal dat zo veelzijdig is als papier en bovendien overal makkelijk en goedkoop verkrijgbaar. Maak drie ruimtelijke proeven met verschillende papiersoorten, waarin je per proef tenminste twee van bovengenoemde technieken gebruikt. Gebruik daarin structuur, ritme en herhaling en bedenk voor je beste proef een toepassing voor in je kamer. Werk die verder uit met elementen of technieken uit je andere proeven.
AVO midden- en bovenbouw textiele vormgeving GEKNIPT ONTWERP Materiaal en gereedschap: ▪ papier A4 ▪ gekleurd papier A4 ▪ schaar ▪ lijm Techniek: • vouwen ▪ knippen Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ ritme ▪ herhaling Kg/Kb: ▪ kantpatronen ▪ geometrische dessins
Beeldende probleemstelling en opdrachten Een kleedje knippen lijkt kleuterwerk en is dat in zijn primitieve vorm ook. Maar kleedjes knippen is een fantastische manier om meer ingewikkelde patronen te ontwerpen als basis voor bijvoorbeeld borduurwerk of applicaties. Hoe spannender je een vierkant of rechthoek vouwt, recht, diagonaal of anders, hoe ingewikkelder het patroon wordt. Begin met eenvoudig vouwen, knip op de vouwlijnen hapjes in verschillende vormen uit en kijk welk effect dat heeft. Doe dat verschillende malen met telkens een ingewikkeldere manier van vouwen. Heb je ontwerpen die naar je zin zijn, vouw de op kant lijkende knipsels helemaal open, leg het op een gekleurd vel papier en lijm het voorzichtig vast. Trek het patroon over op stof en vul het in met stof of borduurwerk.
Metamorfose Henk Janssen
plakkaatverf In deze opdracht staat het verschijnsel ‘vervreemding’ centraal. Een gekozen onderwerp wordt door kleur, vorm- en/of textuurverandering, extreme vergroting, een ongewone context of omgeving, een irreële voorstelling vervreemd tot een geheel nieuw beeld. Een bepaald voorwerp wordt door middel van een metamorfose (gedaantewisseling) veranderd in een totaal ander voorwerp of vorm. Bij vervreemding past het beeld dat wij waarnemen niet binnen onze normale ervaringswereld. Het roept bij de beschouwer een gevoel op van ‘iets klopt er niet’.
tekenen en schilderen
AVO bovenbouw
31
3 10/11
tekenen en schilderen 32
3 10/11
AVO bovenbouw
plakkaatverf
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING Maak een realistische tekening van een door jou gekozen onderwerp of voorwerp. Maak daarnaast een tekening waarbij je hetzelfde onderwerp of voorwerp een metamorfose laat ondergaan zodanig dat er een vervreemdend effect ontstaat.
KUNST KIJKEN Er worden afbeeldingen getoond die behoren tot het Surrealisme en Pop-art. De leerlingen bekijken voorbeelden van surrealistische kunst van onder andere Max Ernst, Alberto Giacometti, Giorgio de Chirico, René Magritte, Salvador Dali, Jean Arp, Yves Tanguy, Man Ray, Meret Oppenheim, Marcel Duchamp en Joan Miró. Voorbeelden die getoond worden van Pop-art zijn onder andere van Claes Oldenburg, Robert Rauschenberg, Andy Warhol, Roy Lichtenstein en Tom Wesselmann. Vervolgens gaan de leerlingen op zoek naar aanvullend beeldmateriaal.
DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De leerling kan het thema “Metamorfose” op persoonlijke wijze verbeelden. Is er duidelijk sprake van een metamorfose (gedaantewisseling) respectievelijk vervreemdend effect in de ene tekening in vergelijking met de andere, realistische tekening?
■ De leerling kan vorm- en beeldelementen juist toepassen. Zijn de vorm- en beeldaspecten goed toegepast met name vorm, kleur, textuur, compositie,verhouding en voorstelling: natuurlijk/realistisch en vervreemdend/gedeformeerd. ■ De leerling kan materialen, gereedschappen en technieken goed gebruiken en toepassen. Is de tekening goed geverfd en netjes afgewerkt? ■ De leerling kan een goede tijdsplanning en plan van aanpak maken en het eigen werk evalueren/kritisch beschouwen. Is daar sprake van?
plakkaatverf
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ tekenpapier ▪ potlood ▪ plakkaatverf ▪ puntenslijper ▪ gum ▪ penselen ▪ potje water Technieken: ▪ potloodtekenen ▪ verven Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ kleur ▪ textuur ▪ compositie ▪ verhouding: maat ▪ voorstelling: natuurlijk/realistisch en vervreemdend/ gedeformeerd. KG/KB: ▪ getoond en verzameld beeldmateriaal
OPDRACHTEN ■ Opdracht 1 Verzamel beeldmateriaal met betrekking tot het thema “Metamorfose”. Maak enkele ontwerpen (minimaal 3-5), waarin duidelijk het door jou gekozen idee tot uitdrukking komt. Laat je hierbij inspireren door kunstenaars waarvan het werk gebaseerd is op het Surrealisme en de Pop-art. Kijk goed naar de manier waarop zij de werkelijkheid vervreemden, deformeren of een metamorfose (gedaantewisseling) laten ondergaan. Maak een keuze uit de schetsen. ■ Opdracht 2 Werk het gekozen idee met potlood in een tekening uit. Verf daarna de tekening met plakkaatverf (dekkend en/of transparant). Werk de tekening netjes af. ■ Opdracht 3 Schrijf een proces- en productevaluatie over je tekening. Henk Janssen Sint Maartenscollege, Maastricht De tekeningen zijn gemaakt door klas 4 VWO
tekenen en schilderen
AVO bovenbouw
33
3 10/11
alternatieven 34 3 10/11
lesideeën
basisschool AVO beroepsonderwijs
Basisschool bovenbouw tekenen en schilderen VISHAANWESP Materiaal en gereedschap: ▪ zwart papier ▪ witte plakkaatverf ▪ kwasten ▪ spons Techniek: ▪ schilderen ▪ sponzen Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ contrast Kg/Kb: ▪ absurdistische kunst ▪ afbeeldingen van allerlei verschillende dieren
Beeldende probleemstelling en opdrachten Je hebt vast een lievelingsdier, een dier dat je een beetje eng vindt en een dier dat je liever nooit wilt tegenkomen. Je vindt bijvoorbeeld je goudvis prachtig om zijn kleur, de haan die steeds wil pikken eng en je bent echt bang voor een wesp. Als je verschillende onderdelen van die drie dieren in één dier zou stoppen, dan krijg je bijvoorbeeld een vishaanwesp, een poeskoeslang of een parkietaapleeuw. Bedenk zelf welke dieren dat voor jou zijn. Maak op zwart papier met witte verf, kwast en spons jouw samengestelde dier. Maak er maar drie, waarbij je telkens andere onderdelen van de dieren samenvoegt. Welk nieuwe dier vind je nu het mooist of liefst, welk een beetje eng en voor welk zou je het hardst weglopen?
AVO onderbouw beeldende vorming EEN TWEEDE KUNSTLEVEN Materiaal en gereedschap: ▪ schuurpapier ▪ lijm ▪ acrylverf ▪ kwasten ▪ schaar ▪ kralen ▪ rietjes ▪ stof ▪ garen ▪ sponsjes ▪ viltstiften ▪ naalden ▪ vernis Techniek: ▪ schilderen ▪ decoreren Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ kleur ▪ kleurcontrast ▪ structuur Kg/Kb: ▪ Hollandse landschapsschilderijen en foto’s
Beeldende probleemstelling en opdrachten Wat jammer dat je lievelingsschoenen te klein zijn geworden of inmiddels door het vele dragen zó versleten, dat je ze niet meer aan kunt. Gelukkig kun je met oude schoenen veel meer doen dan ze weggooien en een lelijke dood op de vuilnisbelt bezorgen, hoe versleten ze ook zijn: ze kunnen een heel nieuw leven krijgen als kunstschoenen voor aan de wand of op een kast in je kamer. Maak ze om te beginnen goed schoon en laat ze helemaal drogen. Schuur het leer een beetje op met schuurpapier. Zoek contrasterende kleuren en verf je schoenen. Je kunt decoreren met stof, kralen en alle andere materialen die jij leuk vind passen. Vernis het eindresultaat.
collage
Wat heeft Picasso ermee te maken? onderbouw
Stella Ruhe
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING Het maken van een portret is niet zo eenvoudig. Je moet goed opletten op de verhoudingen en de lijnen in het gezicht. Maar je kunt een portret ook maken door uitgeknipte onderdelen daarvan tot een geheel samen te voegen en de rest erbij te tekenen. Zoek in tijdschriften naar ogen, neuzen, monden, oren en haren en plak die onderdelen uit heel verschillende gezichten bij elkaar. Let wel op de onderlinge afstanden want die maken een gezicht herkenbaar, maar door die juist te veranderen krijg je een bijzonder geheel. Denk daarbij vooral aan de manier waarop Picasso gezichten heeft weergegeven.
KUNST KIJKEN De leerlingen hebben regelmatig bezoeken gebracht aan het Picasso Museum in Antibes en zijn bekend met het Kubisme. Ze kennen ook de portretten van Modigliani.
DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De leerlingen kennen het werk van Picasso en het Kubisme en kunnen dat gebruiken als inspiratiebron voor een collage van een gezicht. Is de manier van samenstellen daaraan gerelateerd? ■ De leerlingen kunnen een portret samenstellen uit losse uit tijdschriften geknipte onderdelen, die opplakken in de juiste of veranderde verhoudingen. Zijn de gezichten herkenbaar? ■ De leerlingen kunnen het geplakte gezicht aanvullen met een getekend lijf en dat goed laten passen bij het gezicht. Is dat het geval?
De leerlingen van de hogere klassen van de basisschool in Bargemon, Zuid-Frankrijk bezoeken regelmatig het Picasso Museum in het daar niet zo ver vandaan gelegen Antibes. Daar deden ze inspiratie op voor een collageopdracht in combinatie met tekenen.
tekenen en schilderen
basisschool bovenbouw
35 3 10/11
tekenen en schilderen
basisschool bovenbouw
collage
36 3 10/11
OPDRACHTEN
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ tijdschriften ▪ lijm ▪ potlood ▪ viltstiften Technieken: ▪ collage ▪ tekenen Beeldende aspecten: ▪ kleur ▪ vorm ▪ vlak ▪ verhouding ▪ compositie KG/KB: ▪ schilderijen en ander werk van Picasso en het Kubisme
■ Opdracht 1 Als we naar het Picasso Museum in Antibes gaan, bekijk je vooral zijn kubistische portretten heel goed. In een gezicht heeft hij vaak zowel de voorkant als het gezicht gezien vanaf de zijkant weergegeven. Dat geeft extra spanning aan het portret. Probeer zelf bij zo’n portret wat te schetsen, zodat je straks op school nog precies weet wat je gezien hebt. Denk ook aan de portretten van Modigliani ■ Opdracht 2 Maak een collage van een portret door middel van uit tijdschriften geknipte onderdelen van een gezicht. Maar niet uit hetzelfde gezicht. Let op de verhoudingen van de onderdelen onderling. Je mag die verhoudingen ook vergeten, waardoor je een misschien nog spannender geheel krijgt, dat toch als gezicht herkenbaar moet blijven. ■ Opdracht 3 Vul het gezicht aan met een getekend lijf en een achtergrond. Zorg voor een mooie compositie van het geheel en gebruik daarvoor je hele vel.
basisschool AVO beroepsonderwijs
Beroepsonderwijs middenbouw tekenen en schilderen GEZICHT MET MEER KANTEN Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ potlood ▪ plakkaatverf ▪ kwasten ▪ penselen Techniek: ▪ schilderen Beeldende aspecten: ▪ vervreemding ▪ vlak ▪ kleur ▪ vorm Kg/Kb: ▪ portretten van Picasso
Beeldende probleemstelling en opdrachten Na een les over Picasso en het Kubisme gaan we met wat we gezien en geleerd hebben zelf een portret schilderen. Kenmerk van de portretten die Picasso kubistisch schilderde, was dat hij een gezicht van meer kanten tegelijk liet zien in hetzelfde portret. Dus zowel van voren als van opzij. Hij gebruikte vlakken om lichte delen en schaduwdelen weer te geven. Probeer zelf een portret op te bouwen in vlakken en zowel voor- als zijkant daarvan weer te geven. Kies een medeleerling die model wil zitten en doe dat dan om beurten. Schilder je getekende vlakken in en gebruik lichte tinten van een kleur voor de delen die naar voren komen en donkerdere tinten om de schaduwen te laten zien.
AVO onderbouw handvaardigheid ER GEKLEURD OPSTAAN Materiaal en gereedschap: ▪ hout ▪ houtlijm ▪ spijkers ▪ acrylverf ▪ hamer ▪ lijmtangen ▪ kwasten Beeldende aspecten: ▪ vereenvoudiging ▪ kleurcontrasten ▪ kleurharmonieën KG/KB: ▪ afbeeldingen van portretten van Brancussi, Rembrandt, Rubens, Van Gogh.
Beeldende probleemstelling en opdrachten Stel je voor dat je in een drukke straat loopt. Snel en vluchtig zie je mensen om je heen. Thuis gekomen heb je alleen indrukken over van veel koppen, veel gezichten, veel kleuren en veel vormen. Geef dat gevoel weer in een houten gezicht, waarin je de indruk die je hebt versterkt door kleur te gebruiken in kleurcontrasten en kleurharmonieën. Verzamel resten hout en orden deze zo, totdat je een basis voor je ‘houten gezicht’ hebt. Let goed op de buitenvorm die als gezicht herkenbaarheid geeft. Bevestig de stukken hout goed aan elkaar door timmeren en/of lijmen. Schilder het houten gezicht in contrasterende kleuren en laat de sprekende elementen van het gezicht er ook echt uitspringen.
alternatieven
lesideeën
37 3 10/11
kunst beeldend 38 3 10/11
beroepsonderwijs bovenbouw
klei
Keramiek
halfreliëf en ruimtelijk
Marie-José van der Sandt
Vrije vorming met klei geeft cursisten de gelegenheid om met het materiaal hun eigen ‘beeld’ te vormen. We hebben de beschikking over een goede oven, zodat er ook geglazuurd en gebakken kan worden. Zowel ruimtelijke vormen als halfreliëf stonden ter keuze op het programma. Water vormde het onderwerp voor experimenten met platen en rollen klei.
BEELDENDE PROBLEEMSTELLING Als je aan water denkt, komen vanzelf begrippen als nat, vloeien, stromen, kolken, bruisen naar boven. Probeer in klei een relatie met water en die begrippen te zoeken en uit te werken. Dat kan zowel in de voorstelling, in de vorm, in de toepassing of alle drie. Maak gebruik van platen klei en/of rolletjes klei. Denk daarbij aan iets ruimtelijks of aan halfreliëf. Werk met structuur, textuur, kleur, lijn en vorm. Glazuur en bak je werkstuk. Experimenteer daarvoor eerst met proeven.
KUNST KIJKEN De cursisten maken een inspiratieboek of een moodbord bij deze opdracht door middel van het verzamelen van divers beeldmateriaal met betrekking tot water en keramiek.
klei
LEERINHOUD Materiaal en gereedschap: ▪ inspiratieboek of moodbord ▪ klei ▪ kleirollers ▪ mirettes ▪ glazuur Technieken: ▪ rollen tot platen met kleiroller ▪ rolletjes maken met de hand ▪ boetseren Beeldende aspecten: ▪ kleur ▪ vorm ▪ structuur ▪ textuur KG/KB: ▪ afbeeldingen met betrekking tot water
kunst beeldend
beroepsonderwijs bovenbouw
39 3 10/11
DOELSTELLINGEN EN BEOORDELINGSCRITERIA ■ De cursisten kunnen materiaal verzamelen met betrekking tot water en dat op een aansprekende manier verwerken in een inspiratieboek of moodbord. Is het boek of bord inspirerend? ■ De cursisten kunnen met behulp van hun inspiratiebron een halfruimtelijke of ruimtelijke vorm van kleiplaten of kleirollen maken geïnspireerd op water, die goed is afgewerkt en dus bruikbaar. Is het werkstuk technisch goed gemaakt en afgewerkt? Is de relatie met water helder verbeeld? ■ De cursisten kunnen hun werkstuk glazuren en bakken en van tevoren het effect daarvan bepalen door middel van proeven. Is het werkstuk goed geglazuurd en gebakken en zijn daarvoor experimentele proeven gemaakt?
kunst beeldend 40 3 10/11
beroepsonderwijs bovenbouw
klei
OPDRACHTEN ■ Opdracht 1 Verzamel zoveel mogelijk beeldmateriaal met betrekking tot water en tot keramiek. Maak daarvan een aansprekend inspiratieboek of moodbord, dat als onderlegger dient voor de keramiekopdracht. ■ Opdracht 2 Rol klei met een roller uit tot kleiplaten of maak rolletjes van klei met je handen, die je kunt stapelen en aansmeren en aankloppen. Maak een werkstuk in halfreliëf (halfruimtelijk) of ruimtelijk waarvoor je water en de begrippen nat, vloeien, stromen, kolken, bruisen verwerkt in de voorstelling, de vorm of de toepassing of alle drie. Zorg dat er geen lucht meer in de klei zit om de kans op breken tijdens het bakken zo klein mogelijk te maken. ■ Opdracht 3 Laat je werkstuk drogen, bakken en experimenteer in die tussentijd met glazuur, zodat je het effect daarvan weet, voordat je het werkstuk gaat glazuren. Bak je werkstuk af.
basisschool AVO beroepsonderwijs
Basisschool middenbouw handvaardigheid KLEI-EGEL Materiaal en gereedschap: ▪ kinderklei ▪ natuurlijk materiaal uit het bos of het park: bladeren, takjes, zaden etc. ▪ boetseerhoutjes ▪ onderlegger Techniek: ▪ klei rollen ▪ boetseren ▪ decoreren Beeldende aspecten: ▪ vorm ▪ structuur ▪ ritme Kg/Kb: ▪ beelden van egels
Beeldende probleemstelling en opdachten Een egel is een klein, insectenetend zoogdier dat in het wild leeft en herkenbaar is aan zijn stekelvacht, waarmee hij zich verdedigt. Om zichzelf te beschermen rolt een egel zich helemaal op. Egels hebben een spits snuitje en kunnen heel goed ruiken en horen, maar ze kunnen niet goed zien. Egels houden net als beren een winterslaap. Ze worden vaak aangereden bij het oversteken en hun leefgebied wordt steeds kleiner. Maak een rol van klei, vorm die tot een lijf met een spitse snuit, de basis van het egellijf. Doe iets spannends met zijn vacht: maak de stekels van bladeren en takjes die je buiten vindt. Steek alles ritmisch, op dezelfde afstand, in de klei. Maak ook het gezichtje met ogen en neus.
AVO onderbouw tekenen en schilderen BLOEMENTEGEL Materiaal en gereedschap: ▪ papier ▪ kleurpotlood ▪ viltstiften Technieken: ▪ tekenen Beeldende aspecten: ▪ kleur ▪ vorm ▪ compositie KG/KB: ▪ bloempatronen uit de Jugendstil ▪ bloemboeketten
Beeldende probleemstelling en opdrachten In de nieuwe aanbouw van de school ontbreekt iets: een kunstwerk dat door leerlingen is gemaakt. We gaan een wand betegelen. Maar het leukste is om die tegels ook zelf te ontwerpen. De wand moet over twintig jaar nog steeds mooi zijn, dus kiezen we een tijdloos onderwerp: bloemen. We ontwerpen allemaal een tegel met bloemen die met elkaar een spannende wand laten ontstaan. Maak een paar schetsontwerpen waarin je allerlei verschillende bloemen, groot en klein, gebruikt. Denk ook aan stelen en bladeren, maar dat hoeft niet. Voer je uiteindelijke ontwerp uit met potlood, kleurpotlood en viltstift. Kies samen welke ontwerpen de beste zijn om te bakken.
alternatieven
lesideeën
41 3 10/11
beeld bij de hand als methode met leerinhoudspecials, leerinhoudspel, losse lessen en eigen materiaal Van je abonnement op beeld bij de hand digitaal heb je ongetwijfeld veel plezier in je lessen beeldende vorming. Toch kun je de schat aan lessen die je inmiddels hebt nog veel beter benutten dan je nu waarschijnlijk al doet. Maak van beeld bij de hand een eigen methode, die helemaal is toegesneden op jouw behoeften. Naast de digitale kwartaalbladen geven wij ander materiaal uit, waarmee je in samenhang met de bladen een complete, maar vooral flexibele methode kunt samenstellen. Leerinhoudspel Ideaal zou zijn als je alle lessen zelf bedenkt, die optimaal geeft en de leerling daarmee enthousiast ondersteunt in zijn beeldende ontwikkeling. Maar de dagelijkse routine werkt meestal anders. Je hebt weinig tijd en grijpt naar lessen die zich in de praktijk bewezen hebben en waarin je dus niet al teveel energie hoeft te steken. Na verloop van tijd gaat dat je toch vervelen en daalt uiteindelijk het niveau van de lessen en je plezier in het vak. Ben jij en/of je sectie of team toe aan een vakkundige oppepper om weer enthousiast met je leerlingen aan de slag te gaan, doe dan samen het leerinhoudspel. Daarmee wordt je op een speelse manier gedwongen van soms vreemde combinaties een beeldende les te maken, waar je zonder het spel waarschijnlijk nooit opgekomen zou zijn. Dat heeft elders al tot heel wat hilariteit geleid, met als resultaat dat het denken in vaste patronen aardig werd doorbroken. Én van het leerinhoudspel heb je jaar in jaar uit plezier! Leerinhoudspecials en losse lessen Soms heb je behoefte aan meer kennis omtrent materialen en technieken. Daarop spelen wij in met de leerinhoudspecials, waarin niet alleen alles staat over het betreffende materiaal en de technieken die je daar met leerlingen op verschillende ontwikkelingsniveaus mee kunt doen, maar waarin ook aandacht wordt besteed aan kunstgeschiedenis/kunstbeschouwing in de vorm van veel beeldenpagina’s. Aan iedere special zijn voorbeeldlessen op verschillende niveaus gekoppeld. De lessen uit beeld bij de hand kun je helemaal naar jouw behoefte printen en ordenen: naar discipline, naar niveau, naar materiaal etc. Om je collectie te completeren kun je daar losse lessen uit ons archief aan toevoegen. Maar vergeet er vooral niet je eigen materiaal tussen te stoppen: dat maakt jouw methode tot de beste!
Leerinhoudspecials, A4 omvang 42 blz., per stuk nu € 17,50 Het leerinhoudspel is ontwikkeld tijdens de begeleiding van docenten beeldend, die het moeilijk vonden buiten hun paden te treden en bijna altijd dezelfde opdrachten gaven. Daarvoor bleek het leerinhoudspel dé oplossing. Door het spel met het hele team of met de sectie te spelen, heb je niet alleen leuke middagen, maar ontstaat een schat aan nieuwe, originele lesideeën, waardoor je weer extra enthousiast en gemotiveerd je lessen beeldend gaat geven. Een aanrader voor docenten(teams), die deze vakken heel belangrijk vinden!
Leerinhoudspel nu € 49,50. Met uitgebreide handleiding
Losse lessen per stuk € 5,00, per 5 € 20,00, per 10 € 35,00
beeld bij de hand basisschool met circa 125 lessen en lesideeën per jaar uitsluitend voor de basisschool EEN NIEUWE EDITIE VAN EEN VERTROUWDE UITGAVE:
beeld bij de hand basisschool De vraag naar goede, originele lessen en lesideeën voor de basisschool die aan de kerndoelen voldoen, bleek zo groot, dat we vorig jaar besloten naast de gewone editie voor alle onderwijsniveaus een speciale uitgave te maken voor het primair onderwijs. Even flexibel en praktisch als beeld bij de hand, met dezelfde thema’s, maar met uitsluitend lessen en lesideeën voor de basisschool. In september 2010 verscheen het eerste nummer in een mooie, handige lay-out, met alle artikelen op twee tegenover elkaar liggende pagina’s en met een bovenbalk waarin aangegeven staat om welke discipline en welke technieken of materialen het gaat. Alle uitgewerkte, in de praktijk getoetste lessen met afbeeldingen van leerlingenwerk zijn geordend naar onderbouw, middenbouw en bovenbouw. De lesideeën staan achterin en zijn op dezelfde manier geordend: in alle roze pagina’s staan de lesideeën voor de onderbouw, in alle turkozen pagina’s staan de lesideeën voor de middenbouw en in alle gele pagina’s staan de lesideeën voor de bovenbouw. Een abonnement op beeld bij de hand basisschool kost evenveel als een gewoon abonnement. Je kunt als je dat wilt je gewone abonnement omzetten naar een abonnement op beeld bij de hand basisschool. Dat kan echter alleen bij het wisselen van een jaargang. Laat ons dat dan vóór 1 juli 2011 per e-mail weten. Wil je in één klap circa 120 lessen en lesideeën per jaar extra hebben, neem het abonnement op beeld bij de hand basisschool dan naast beeld bij de hand. Omdat er een kleine overlap van lessen en lesideeën in beide nummers zit (circa 10-15%), krijg je op het tweede abonnement 25% korting. Op de pagina Prijzen kun je zien op welk eindbedrag dat uitkomt. Voorbeeldpagina’s
NASCHOLINGSTRAININGEN BEELDENDE VAKKEN Behalve makers van beeld bij de hand zijn wij docenten en docentenbegeleiders die in opdracht van de Landelijke Pedagogische Centra langdurig docenten getraind en begeleid hebben bij het ontwikkelen en implementeren van de leerinhoud en nieuwe werkvormen voor de beeldende vakken. Wij geven trainingen in het kader van de nascholing beeldende vakken, waarbij we het programma toesnijden op de behoeften van de docent, de vaksectie of het schoolteam. Wij geven de trainingen vanaf twee dagdelen met een of twee trainers. Die vinden plaats op aanvraag en op de eigen school. Per dagdeel berekenen wij een prijs vanaf € 450,00 ex. btw en reiskosten, afhankelijk van het aantal deelnemers. Trainingen kunnen bekostigd worden uit het nascholingsbudget dat voor iedere docent beschikbaar is. Lol in je eigen vak - de reden waarom je dat ooit bent gaan studeren - sneeuwt vaak onder in de dagelijkse lespraktijk. In een tijd van krimpende urenaantallen en dito budgetten, kan een frisse kijk op deze vakken een groot verschil maken. Nieuwe input en enthousiasme motiveren je als docent , als vaksectie, als schoolteam en vergroten het plezier in lesgeven omdat je daarvoor nieuwe middelen en vaardigheden ontwikkelt. Wij noemen dat het vergroten van je CREACTIVITEIT. In een door beelden en beeldtaal gedomineerde maatschappij is leren kijken, onderscheiden en interpreteren voor alle leerlingen essentieel. Het ontwikkelen van een eigen beeldtaal waarin ze hun creatieve vermogens kwijt kunnen, is belangrijk voor hun gevoel van eigenwaarde. Want iedereen is creatief en kinderen zijn dat altijd, maar meestal is daarin onbedoeld meer afgeleerd dan ondersteund en ontwikkeld. In de trainingen gaan docenten zelf en samen aan de slag. Trainingen zijn voornamelijk praktisch en gericht op: ■ DE LEERINHOUD. Wat moeten de leerlingen kunnen (doelen) met betrekking tot materiaal, gereedschap, technieken, beeldende aspecten en kunstgeschiedenis/-beschouwing? Vaardigheden ontwikkelen en kennis van materialen, technieken, beeldende aspecten en kunstgeschiedenis/-beschouwing (leren kijken) is belangrijk voor creëren en verbeelden zonder dat uren werk verloren gaan omdat het werkstuk bijvoorbeeld door gebrekkige technische vaardigheden in elkaar stort. Dat ontneemt alle motivatie. ■ PROBLEEMOPLOSSEND LEREN DENKEN. Door middel van een aansprekende beeldende probleemstelling en een associatieve brainstorm prikkel je leerlingen tot onderzoek en het op een eigen manier beeldend oplossen van het gestelde probleem in samenhang met de eisen die vanuit de leerinhoud gesteld zijn. Leerlingen kunnen daarmee hun eigen beeldtaal ontwikkelen. Probleemoplossend leren denken is voor alle vakken van belang. ■ ORIGINELE LESSEN, SCHOOL- EN JAARWERKPLANNEN MAKEN. Met de kerndoelen als uitgangspunt een flexibel en veelomvattend schoolwerkplan voor de beeldende vakken maken, onderverdeeld in jaarplannen die aansluiten op het ontwikkelingsniveau van de leerlingen en dat waar mogelijk verhogen door het stellen van beeldende eisen. Lessen maken met behulp van het leerinhoudspel, waardoor je op een leuke manier gedwongen wordt buiten je eigen kaders te denken. Nieuwe lessen maken vanuit bestaand lesmateriaal dat naar het eigen niveau en naar de eigen discipline getrokken wordt. ■ VAKOVERSTIJGEND WERKEN IN SAMENHANG MET ANDERE VAKKEN. Projecten en lessen van andere vakken kunnen uitstekend dienen als uitgangspunt voor beeldende probleemstellingen, waardoor de leerling de samenhang tussen alle vakken leert ervaren. De opbrengst van deze docententrainingen voor leerlingen, de vaksectie en de school als geheel is aanzienlijk: ■ Gemotiveerde docenten met een frisse kijk op het (beeldend) vak dat zij geven verhogen de kwaliteit van de lessen en dragen bij aan een hoger niveau en gevoel van eigenwaarde van de leerling. ■ Samenwerken en samen creactief zijn vergroten de onderlinge band binnen een team en daardoor het niveau van de lessen. ■ Weer plezier hebben in je eigen vak met nieuwe middelen en vaardigheden motiveert en verhoogt daardoor het niveau van de school als geheel. Vraag een training telefonisch aan (020-6755738) of via info@beeldbijdehand.nl met vermelding van je naam, school en telefoonnummer. Dan bellen we je terug voor overleg. We doen een voorstel op maat en maken een offerte op basis van de behoefte van docent, vaksectie en/of schoolteam.
PRIJZEN JAARGANG 38 2010-2011 en JAARGANG 39 2011-12 Hieronder vind je de abonnementsprijzen en die van de overige uitgaven van beeld bij de hand voor jaargang 38 en 01, 2010-2011 en de nieuwe prijzen van jaargang 39, 02 2011-12. ■ Privéabonnementen worden uitsluitend geaccepteerd met een privé e-mailadres. ■ E-mailadressen van een school kunnen alleen een schoolabonnement ontvangen! ■ Geef een e-mailadres op waar je zeer regelmatig naar kijkt! Speciaal voor basisscholen is er een nieuwe uitgave: beeld bij de hand basisschool. Nieuwe abonnementen kun je aanmelden via www.beeldbijdehand.nl, pagina Abonnementen of via info@beeldbijdehand.nl. Prijzen beeld bij de hand en beeld bij de hand basisschool
2010-11 2011-12
■ Privéabonnement met 1 download per nummer ■ Schoolabonnement per vestiging met 1 tot maximaal 6 downloads per nummer ▪ Kortingsstaffel voor meer dan 2 vestigingen per school en/of meerjarig abonnement op aanvraag ■ Instituuts-/opleidingsabonnement per vestiging met 50 downloads per nummer ▪ meer downloads boven 50 per stuk ▪ Kortingsstaffel voor meer dan 2 vestigingen per instituut en/of meerjarig abonnement op aanvraag ■ Studentenabonnement (met kopie geldige collegekaart 10/11 en/of 11/12)
€ 55,00 € 79,50
€ 57,50 € 82,50
€ 395,00 € 4,00
€ 425,00 € 5,00
€ 39,50
€ 42,50
€ € € €
96,25 139,13 691,25 69,13
€ € € €
100,63 144,38 743,75 74,38
€ € € € €
5,00 20,00 35,00 25,00 49,50
€ € € € €
5,00 20,00 35,00 25,00 49,50
Bij een dubbel abonnement (beeld bij de hand én beeld bij de hand basisschool) geldt een korting van 25% op de tweede uitgave.* Zie hieronder. Mail dat naar info@beeldbijdehand.nl. *Kortingen en eindprijzen bij twee abonnementen (Bbdh + Bbdh basisschool): Privéabonnement met 25% korting = € 41,25 + € 55,00 abonnement 1 Schoolabonnement met 25% korting = € 59,63 + € 79,50 abonnement 1 Instituuts-/opleidingsabonnement met 25% korting = € 296,25 + € 395,00 abonnement 1 Studentenabonnement met 25% korting = € 29,63 + € 39,50 abonnement 1 Onze overige uitgaven via www.beeldbijdehand.nl ■ Losse les uit het archief ▪ 5 losse lessen naar keuze ▪ 10 losse lessen naar keuze ■ Losse digitale nummers ■ Leerinhoudspel ■ Leerinhoudspecials over alle onderdelen van de leerinhoud met vijf daaraan gerelateerde lessen op verschillende niveaus
€ 17,50
€ 17,50
LEVERINGSVOORWAARDEN Illegale verspreiding van nummers van en/of lessen uit beeld bij de hand, beeld bij de hand basisschool en/of van onze andere uitgaven via cd’s, dvd’s of andere media en/of publicatie van nummers, lessen en/of onze andere uitgaven op websites met de mogelijkheid voor buitenstaanders anders dan abonnement-houder(s) om die gratis cq tegen betaling te downloaden en/of alle andere manieren van schending van het copyright, is strikt verboden. Bij constatering sturen wij de verspreider of de eigenaar van de betreffende site een naheffing voor de prijs van tenminste € 25.000,00!
© StellaRuheProducties, Amsterdam 2010
OPZEGGEN De opzegtermijn van een abonnement is twee maanden. Dat wil zeggen dat je ons de beëindiging van een abonnement vóór 1 juli moet laten weten. Zo niet, dan mogen wij er vanuit gaan dat je het abonnement handhaaft. 1 Juli is de peildatum waarop wij bekijken of we met de uitgave door kunnen gaan of niet. Vanaf 2 juli versturen wij de nieuwe rekeningen per e-mail. Deze rekening dient vóór 1 september 2010 voldaan te zijn. In verband met de grote vakantie kan dat daarvoor of direct daarna. Bij een tweede betalingsherinnering brengen wij € 15,00 extra administratiekosten in rekening. Na twee herinneringen geven wij de rekening ter incasso uit handen aan derden. De kosten daarvan zijn voor rekening van de abonnementhouder. Betaal dus op tijd!
Boeken van FORTE (Advertentie)
De serie Maak het zelf met… voor thuis, op vakantie en op school Maak het zelf met papier Lekker knutselen met papier! Maak je eigen bloemen, knip een poppetjesslinger, vouw een muizentrapjesmannetje, maak je eigen schaakspel, of schep zelfs je eigen papier… Het staat allemaal in dit leuke boek. En je vindt nog veel meer leuke projecten om van papier te maken Anouk Steman e.a. Maak het zelf met kralen Lekker knutselen met kralen. Rijg zelf de mooiste kettingen en armbandjes van allerlei kralen. Die kralen kun je ook zelf maken! In dit boek lees je hoe je dat doet en hoe je al die mooie sieraden maakt. Leuk om cadeau te geven of om zelf te dragen! Carla Pont Maak het zelf met klei Met klei kun je heerlijk boetseren: kneden, knijpen, rollen en vormen: je maakt de mooiste kunstwerkjes met je eigen handen. Allerlei soorten klei komen aan bod: brooddeeg, luchtdrogende klei, keukenovenklei en chamotteklei. Maak zelf leuke beeldjes, potjes, vazen, reliëfs of een sprookjestoren. Met klei kun je het allemaal. Rina Soffers Maak het zelf met wol & draad Met wol en draad kun je breien en haken. In dit boek leer je hoe je dat moet doen en wat je allemaal kunt maken van je zelfgebreide of gehaakte lapjes. Probeer het maar eens, je zult zien dat jij het ook kunt. Een gebreide boekenlegger of een zachte knuffel, gehaakte sleutelhangers met een belletje er in, of brei een mooi etui!
Eerste vier delen van een twaalfdelige serie voor kinderen vanaf 8 jaar: ■ Duidelijke foto’s en instructieve tekeningen, werktekeningen en patronen ■ Overzichtelijke, kleurige layout ■ Ideaal voor de vakantie!
ISBN 978 90 5877… 830 7 Papier 831 4 kralen 832 1 Klei 833 8 Wol & draad 836 9 Schelpen 841 3 Foto’s 834 5 Groen 835 2 Kurk & hout NUR 210 € 13,50 per deel 64 blz. per deel gebonden
De volgende
beeld bij de hand verschijnt in juni 2011 Thema: VARIATIE In september 2011 verschijnt Thema: VERANDERING In december 2011 verschijnt Thema: PLEZIER In maart 2012 verschijnt Thema: LAND AUTEURS Wij zijn altijd op zoek naar docenten/auteurs die originele lessen beeldende vorming, tekenen, textiele vormgeving, handvaardigheid, CKV en kunst geven. Wij bieden je graag een platform om jouw werk bekend te maken en je collega’s te inspireren. Heb je toevallig leuke lessen die binnen een van bovenstaande thema’s passen, stuur dan een mailtje naar info@beeldbijdehand.nl met een goede digitale afbeelding van een werkstuk uit de les die je zou willen publiceren en je ontvangt per omgaande de schrijfwijzer. Je mag ons ook meteen je tekst (volgens de indeling die wij gebruiken) en 6 tot 8 scherpe digitale beelden (300 dpi) van werkstukken mailen. Wij zien jouw bijdrage met spanning tegemoet. Na publicatie krijg je als vergoeding drie losse lessen van onze site www.beeldbijdehand.nl. Wij behouden ons echter wel het recht voor artikelen te weigeren, in te korten, aan te passen of in een ander nummer te plaatsen dan het eerst verschijnende.