Beeldaspecten Wat zijn dat ??
Beeldaspecten • Zowel bij een tekening als bij een schilderij of beeldhouwwerk zijn telkens bepaalde eigenschappen te herkennen. Deze eigenschappen noemen beeldaspecten. • Beeldaspecten zijn als bouwstenen, kun je ze herkennen dan kom je meer te weten over de structuur van een kunstwerk.
• Maar welke beeldaspecten zijn er dan allemaal ??
De beeldaspecten die we nu gaan behandelen zijn: • • • • • • •
Lijn Kleur Vorm Licht Ruimte Compositie Textuur
lijn •
• •
Een lijn is een verbinding tussen twee punten (wiskundig). In de beeldtaal is het, het spoor van tekengereedschap bvb van een potlood, pen, penseel e.a. Door lijnvoering bedoelt men de wijze waarop de lijn getekend is vbv krachtig, gevoelig, nerveus e.a. Lijnen hebben verschillende functies( zie volgende dia’s)
Omtreklijnen • Omtreklijnen begrenzen vormen
Arceerlijnen • Met arceerlijnen wordt een onderscheid gemaakt tussen licht en donker
Karakter van de lijn Strakke lijnen
Expressieve lijnen
Sierlijke lijnen
Kleur • Kleur ontstaat door de weerkaatsing van lichtgolven op een voorwerp. • Iedere kleur heeft drie variabelen nl. de kleurtoon, de kleurlichtheid en de kleurverzadiging
De kleurencirkel
In de kleurencirkel zie je in de centrale driehoek de drie primaire kleuren geel, rood en blauw. Het mengen van primaire kleuren levert secundaire kleuren op: Geel + rood = oranje rood + blauw = paars blauw + geel = groen Er bestaan maar drie primaire kleuren, maar het aantal gradaties van secundaire kleuren is onbeperkt. In de kleurencirkel zijn 9 gradaties van secundaire kleuren opgenomen.
• Zodra een kleur bestaat uit meer dan twee componenten noemen we deze tertiaire kleuren. Voorbeelden: oranje (twee componenten) gemengd met een beetje blauw (derde component); oranje gemengd met zwart of wit. Primaire en secundaire kleuren noem je zuivere kleuren; tertiaire kleuren noem je onzuivere kleuren. Zuivere kleuren zijn felle kleuren. Onzuivere kleuren zijn vergrijsde kleuren.
Kleurcontrasten kleur tegen kleur contrast •
Kleur tegen kleurcontrast: deze term wordt alleen gebruikt wanneer verzadigde kleuren naast elkaar worden gebruikt.
Kleurcontrasten Complementair contrast •
Complementair contrast: kleuren die in de kleurencirkel lijnrecht tegenover elkaar staan worden naast elkaar gebruikt: geel - paars; blauw - oranje; rood groen. Deze kleuren zijn complementair: in de ene kleur zijn precies die componenten aanwezig die in de complementaire kleur ontbreken. Oranje bestaat uit componenten geel en rood, blauw heeft hiermee niets gemeen.
Kleurcontrasten warm-koud contrast •
Koud-warm contrast: kleuren met overwegend blauw gebruikt naast kleuren met overwegend rood of geel.
Kleurcontrasten licht-donker contrast • Hier worden lichten kleuren tegen donkeren kleuren gezet.
Kleurcontrasten Kwantiteitscontrast •
•
Kwantiteitscontrast: veel tegenover weinig. Kleine kleurvlakken tegenover grote kleurvlakken of een klein kleuraccent tegenover ander veel voorkomende kleuren: bijvoorbeeld een vlakje rood in een overwegend blauw schilderij.
Beeldaspect Vorm • De uiterlijke gedaante van iets. Vormen kunnen zowel twee-als driedimensionaal zijn. Tweedimensionale vormen noemt men ook wel vlakken. Vormen kunnen verschillende gedaanten hebben zoals rond-hoekig, geometrisch-organisch, symmetrisch-assymetrisch, enkelvoudigsamengesteld, gesloten-open, e.a.
Rond - hoekig
Geometrisch - organisch
Symmetrisch - Asymmetrisch • Men spreekt van symmetrie bij een object als twee helften van het object in een bepaalde zin elkaars spiegelbeeld zijn.
Enkelvoudig -samengesteld
Gesloten - open
Silhouet • Een vlakke, egaal gekleurde, meestal donkere vorm die bepaald wordt door zijn omtrek en goed afsteekt tegen de omgeving; Bijvoorbeeld vormen in tegenlicht, schimmenspel.
Patroon • Regelmatige herhaling van een of meerdere vormen, bvb het patroon van het behang.
Beeldaspect licht • Door het licht kunnen wij zien en onder andere kleuren onderscheiden. • De kunstenaar gebruikt het licht en de beschouwer kan zien hoe het gebruikt is. Je kan ook zien van welke kant het licht komt en de veroorzaakte schaduwen ervan. • In tweedimensionale voorstellingen wordt met het licht, lichtsuggestie bedoeld. Het licht is niet echt aanwezig.
Lichtbron • Een lichtbron noemen we dat wat licht geeft. De zon, maan en bliksem zijn natuurlijke lichtbronnen. Het licht veroorzaakt door allerhande soorten lampen noemen we kunstlicht.
Schaduw •
Schaduw: Waar licht is, is ook schaduw. Bij fel licht of bij licht van één kant, zie je een duidelijke schaduw.
Eigen schaduw • Dit is de schaduw die een object (mens, gebouw of een voorwerp) heeft aan zijn • onbelichte kant. De eigen schaduw zit altijd op het object.
slagschaduw • De schaduw van het verlicht object op de grond of op een ander object noemen we de slagschaduw. Als jij met je rug naar de zon staat zie je op de grond de slagschaduw van je lichaam.
Glimlichten • Witte vlek op voorwerp. Licht word op die plaats zo sterk weerkaatst dat de lokale kleur niet meer te zien is.
Clair-obsure • Tegenstelling met behulp van lichte en donkere kleuren. Deze tegenstelling wordt toegepast om een dramatisch effect te bereiken. De lichtbron is meestal moeilijk aanwijsbaar.
Ruimte • Met het beeldaspect ruimte bedoelen we de meetbare (driedimensionale), of ogenschijnlijke meetbare (tweedimensionale) ruimte. Je noemt iets ruimtelijk als het drie dimensies heeft of lijkt te hebben: breedte, hoogte en diepte. Diepte is de derde dimensie.
Ruimtesuggestie • : In een schilderij of tekening zit geen echte ruimte omdat het oppervlak waarop getekend is plat is. Toch kun je zo tekenen dat het lijkt alsof er ruimte in je tekening zit. Je kunt ruimte suggereren. Dat kan onder andere door gebruikt te maken van overlapping,, verkleining, vervaging, afsnijding, schaduwwerking, kleur - en lijnperspectief.
Overlapping • Voorwerpen staan voor elkaar, overlappen elkaar. Gedeelten van een object worden niet getekend omdat er iets anders voor zit dat overlapt.
Afsnijding Als iets zo getekend wordt dat het lijkt of het buiten de kader van de tekening doorgaat noemen we dat afsnijding. De rand van het schilderij snijdt het beeld af.
Horizon • Horizon: De ogenschijnlijke scheiding tussen lucht en aarde. Aan de plaats (hoogte) van de horizon op een tekening kun je zien op welke (oog) hoogte de maker zich bevond.
Perspectief • Verzamelnaam voor enkele vormen van ruimtesuggestie. Het meest gekend is het lijn perspectief. Andere vormen zijn atmosferisch of sfeer perspectief (wat verder weg is teken je vager of maak je blauwer of minder fel van kleur) en kleurperspectief (als je iets naar voren wilt laten komen kleur je dat rood, want rood is een kleur die naar je toe lijkt te komen, terwijl blauw van je af lijkt te gaan).
Lijnperspectief • Vorm van ruimtesuggestie, die op een wiskundige manier, door middel van onder meer vluchtpunten en een horizon (ooghoogte) tot stand komt. Een weg wordt steeds smaller en de bomen erlangs staan steeds dichter bij elkaar. Dit wordt ook centrale projectie genoemd.
Atmosferische perspectief • Atmosferische perspectief Atmosferische perspectief wordt meestel toegepast bij landschaptekeningen. Bij deze techniek bestaat uit het imiteren van de filterende werking van de atmosfeer, die toeneemt met de afstand. Bij atmosferische perspectief wordt het contrast op de voorgrond versterkt en op de achtergrond verzwakt.
Vogelvluchtperspectief
Kikvorsperspectief Gezien zoals een kikker het ziet: van een laag standpunt. Dit levert een lage horizon op.
: Zoals een vogel het ziet: van een hoog standpunt. In beeld gebracht levert het een hoge horizon op.
Beeldaspect Compositie • Met compositie of vlakverdeling bedoelen we de ordening van lijnen, vormen en kleuren. Bij tekenen spreken we van vlakverdeling omdat de ordening uitsluitend plaatsvindt op het vlak. Alle beeldaspecten kunnen afzonderlijk op compositie/ordening bekeken worden; zo kan men letten op: licht-donkerordening, ordening van kleur, ordening van ruimte, ordening van vormen e.a.
Symmetrische compositie Asymmetrische compositie gelijkheid van links en rechts
ongelijkheid van links en rechts
Centrale compositie
gegroepeerd rond een centrum
Piramidecompositie
de onderdelen kunnen in een driehoek gesloten worden
Diagonaal compositie Alles staat van rechtsonder naar links-boven of van linksonder naar rechtsboven. Dit maakt een dynamische indruk
Beeldaspect textuur