Dutch - The Book of Leviticus

Page 1


Leviticus

HOOFDSTUK1

1ToenriepdeHEEREMozesenspraktothemvanuitde tentdersamenkomst,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Alsiemand onderueenofferaandeHEEREwilbrengen,moetuuw offerbrengenvanhetvee,vanhetrundveeenvanhet kleinvee

3Alszijnoffergaveeenbrandoffervanrunderenis,moet hijeenmannelijkdierzondereniggebrekofferenHijmoet hetuiteigenbewegingbijdeingangvandetentvan ontmoetingvoorhetaangezichtvandeHEEREofferen.

4Hijzalzijnhandopdekopvanhetbrandofferleggen,en hetzalhemwelgevalligzijn,omverzoeningvoorhemte doen.

5HijmoetdestiervoorhetaangezichtvandeHEERE slachtenDezonenvanAäron,depriesters,moetenhet bloedbrengenenhetrondomophetaltaarsprenkelen,dat bijdeingangvandetentvanontmoetingstaat

6Hijmoethetbrandoffervilleneninstukkensnijden

7DezonenvandepriesterAäronmoetenvuurophetaltaar leggenenhethoutophetvuurschikken

8Endepriesters,dezonenvanAäron,zullendedelen,de kopenhetvet,ophethoutleggendatophetvuurligtdat ophetaltaaris

9Maarzijningewandenenzijnschenkelsmoethijmet waterwassen.Endepriestermoetallesophetaltaar verbranden,alseenbrandoffer,eenvuuroffer,toteen aangenamegeurvoordeHEERE

10Enindienzijnoffergavebestaatuitkleinvee,namelijk uitschapenofgeiten,alsbrandoffer,danmoethijeen mannelijkdierzondereniggebrekbrengen.

11Hijmoethetslachtenaandenoordzijdevanhetaltaar, voorhetaangezichtvandeHEEREEndezonenvan Aäron,depriesters,moetenzijnbloedrondomophetaltaar sprenkelen.

12Hijzalhetinstukkensnijden,metzijnkopenzijnvet, endepriesterzalzeophethoutleggendatophetvuurligt datophetaltaaris

13Maardeingewandenendeschenkelsmoethijmet waterwassen.Depriestermoetallesbrengenenophet altaarinrooklatenopgaanHetiseenbrandoffer,een vuuroffer,toteenaangenamegeurvoordeHEERE

14Enindienhetbrandofferdathijvoorzijnofferaande HEEREbrengt,uitgevogeltebestaat,danmoethijzijn offerbrengenvantortelduivenofvanjongeduiven

15Endepriesterzalhetnaarhetaltaarbrengen,hemde kopafwringenenhetophetaltaarinrooklatenopgaan;en hetbloedervanzalaandezijdevanhetaltaar uitgewrongenworden.

16Danzalhijzijnkropmetzijnverenwegplukkenendie naasthetaltaarwerpen,aandeoostkant,bijdeplaatsvan deas.

17Enhijzalhetmetzijnvleugelssplijten,maarhijzalhet nietintweeëndelen;endepriesterzalhetophetaltaarin rooklatenopgaan,ophethoutdatophetvuurligt.Hetis eenbrandoffer,eenvuuroffer,toteenaangenamegeurvoor deHEERE

HOOFDSTUK2

1WanneeriemandeenspijsofferaandeHEEREwil brengen,zalzijnoffergavebestaanuitfijnmeel,enhijzal erolieopgietenenerwierookopdoen

2EnhijzalhettotdezonenvanAäron,depriesters, brengen;enhijzalzijnhandvolvanhetmeeldaarvanen vandeoliedaarvannemen,metaldebijbehorendewierook; endepriesterzalhetalsgedenktekenophetaltaarinrook latenopgaan,alseenvuuroffer,toteenliefelijkereukvoor deHEERE

3Enwatoverblijftvanhetspijsoffer,isvoorAäronenzijn zonen;hetishetallerheiligstevandevuuroffersvande HEERE

4Enindiengijeenspijsofferbrengt,indeovengebakken, danzullenhetongezuurdekoekenzijnvanfijnmeel,met oliegemengd,ofongezuurdeplattekoeken,metolie bestreken.

5Enindienuwoffergaveeengraanofferis,gebakkenin eenpan,danmoethetvanongezuurdmeelbloemzijn, gemengdmetolie.

6Gijzulthetinstukkensnijdenenerolieovergieten;het iseengraanoffer.

7Enindienuwoffergaveeengraanofferis,gebakkeninde pan,danmoethetvanfijnmeelmetoliebereidworden

8Enhetspijsoffer,datuitdezedingenbereidis,moetgij aandeHEEREbrengen;enwanneerhetaandepriester aangebodenwordt,moethijhetnaarhetaltaarbrengen

9Endepriesterzalvanhetspijsoffereengedenkteken daarvannemenenhetophetaltaarinrooklatenopgaan; hetiseenvuuroffer,toteenaangenamegeurvoorde HEERE.

10Enwatervanhetgraanofferoverblijft,isvoorAäronen zijnzonen;hetishetallerheiligstevandevuuroffersvande HEERE.

11GeenenkelspijsofferdatudeHEEREbrengt,magmet zuurdeegbereidwordenWantumaggeenzuurdeegof honingineenvuuroffervoordeHEEREverbranden.

12DeoffergavevandeeerstelingenmoetuaandeHEERE aanbieden,maarzemogennietophetaltaarworden verbrand,alseenaangenamegeur.

13Enelkeoffergavevanuwspijsofferzultumetzout zoutenOokzultuhetzoutvanhetverbondvanuwGod nietaanuwspijsofferlatenontbreken.Bijaluwoffergaven zultuzoutaanbieden

14Wanneerueenspijsoffervanuweerstelingenaande HEEREbrengt,moetualsspijsoffervanuweerstelingen groene,inhetvuurgedroogdekorenarenaanbieden,koren datuitvollearenisgeslagen

15Engijzulterolieopdoenenerwierookopleggen;het iseengraanoffer

16Endepriesterzalhetgedenktekenervaninrooklaten opgaan:eendeelvanhetgeplettegraanervan,eneendeel vandeolieervan,metaldebijbehorendewierook;hetis eenvuuroffervoordeHEERE

HOOFDSTUK3

1Enindienzijnoffergaveeendankofferis,enhijhetuit eenrundbrengt,hetzijeenmannetjeofeenwijfje,dan moethijhetvoorhetaangezichtvandeHEEREbrengen, zondereniggebrek.

2Hijmoetzijnhandopdekopvanzijnoffergaveleggen endieslachtenbijdeingangvandetentvanontmoeting. DezonenvanAäron,depriesters,moetenhetbloed rondomophetaltaarsprenkelen.

3Enhijzalvanhetdankoffereenvuuroffervoorde HEEREbrengen:hetvetdatdeingewandenbedekt,enal hetvetdatopdeingewandenis, 4Ookdebeidenierenenhetvetdatdaaraanzit,dataande lendenenzit,enhetnetdataandelevervastzit,moethij metdenierenwegnemen

5EndezonenvanAäronzullenhetophetaltaarinrook latenopgaan,ophetbrandofferdatophethoutophetvuur ligt.Hetiseenvuuroffer,toteenaangenamegeurvoorde HEERE

6Enindienzijnoffergavevooreenvredeofferaande HEEREuitkleinveebestaat,hetzijvanhetmannetje,hetzij vanhetwijfje,danmoethijhetofferenzondereniggebrek 7Wanneerhijeenlamalsoffergaveaanbiedt,moethijhet voorhetaangezichtvandeHEEREbrengen.

8Hijzalzijnhandopdekopvanzijnoffergaveleggenen dieslachtenvoordetentvanontmoetingDezonenvan Aäronzullenhetbloedervanrondomophetaltaar sprenkelen

9Enhijzalvanhetslachtoffervanhetdankoffereen vuurofferaandeHEEREbrengen;hetvetdaarvanende gehelebillenzalhijbijderuggengraatwegnemen;enhet vetdatdeingewandenbedekt,enalhetvetdatopde ingewandenis,

10Ookdebeidenierenenhetvetdatdaaraanzit,dataan delendenenzit,enhetnetdataandeleverzit,moethijmet denierenwegnemen.

11Endepriesterzalhetophetaltaarinrooklatenopgaan; hetiseenspijsoffervoordeHEERE

12Enindienzijnoffergaveeengeitis,danmoethijdie voorhetaangezichtvandeHEEREbrengen

13Hijzalzijnhandopdekopervanleggenenhetslachten voordetentvanontmoeting.DezonenvanAäronzullen hetbloedervanrondomophetaltaarsprenkelen

14Enhijzaldaarvanzijnofferbrengen,eenvuuroffervoor deHEERE:hetvetdatdeingewandenbedekt,enalhetvet datopdeingewandenis,

15Ookdebeidenierenenhetvetdatdaaraanzit,dataan delendenenzit,enhetnetdataandeleverzit,moethijmet denierenwegnemen

16Endepriesterzalzeophetaltaarinrooklatenopgaan; hetiseenvuuroffer,eenaangenamegeur;alhetvetisvan deHEERE

17Hetzaleenblijvendeverordeningzijnvooruw generaties,inaluwwoongebieden,datugeenvetenbloed mageten

HOOFDSTUK4

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Wanneeriemanddoor onwetendheidzondigttegeneenvandegebodenvande HEERE,dienietgedaanmogenworden,enhijdoettegen eenvandiegeboden:

3Wanneerdegezalfdepriesterzondigtovereenkomstigde zondevanhetvolk,danmoethijvoordezondediehij begaanheeft,eenjongestierzondereniggebrekaande HEEREalszondofferaanbieden

4Hijmoetdestiernaardeingangvandetentder samenkomstbrengen,voorhetaangezichtvandeHEERE. Hijmoetzijnhandopdekopvandestierleggenendestier slachtenvoorhetaangezichtvandeHEERE.

5Endegezalfdepriesterzaleendeelvanhetbloedvande stiernemenenhetnaardetentvanontmoetingbrengen 6Endepriesterzalzijnvingerinhetbloeddopenener zevenmaalvansprenkelenvoorhetaangezichtvande HEERE,vóórhetvoorhangselvanhetheiligdom

7Endepriesterzaleendeelvanhetbloedopdehorens vanhetreukofferaltaardoen,datzichindetentvan ontmoetingbevindt,voorhetaangezichtvandeHEERE Alhetbloedvandestierzalhijuitgietenaandevoetvan hetbrandofferaltaar,datzichbijdeingangvandetentvan ontmoetingbevindt

8Enalhetvetvandestiervoorhetzondoffermoethij daarvanwegnemen:hetvetdatdeingewandenbedekt,en alhetvetdatopdeingewandenligt,

9Endebeidenieren,enhetvetdatdaaraanzit,dataande lendenenzit,enhetnetbovendelever,metdenieren,dat zalhijwegnemen,

10Zoalshetvandestiervanhetvredeofferafgehaaldwerd; endepriesterzalhetophetaltaarvanhetbrandofferin rooklatenopgaan

11Endehuidvandestier,enalzijnvlees,metzijnkop, metzijnpoten,metzijningewandenenmetzijnmest, 12Zelfsdehelestiermoethijbuitenhetlegerkampnaar eenreineplaatsbrengen,waardeaswordtuitgegoten,en hijmoethemophethoutmetvuurverbrandenOpde plaatswaardeaswordtuitgegoten,zalhijverbrandworden

13EnindiendegehelevergaderingvanIsraëluit onwetendheidzondigt,endezaakvoordeogenvande vergaderingverborgenblijft,enzijietsgedaanhebben tegeneenvandegebodenvandeHEERE,watnietgedaan mochtworden,enschuldigzijngeworden,

14Wanneerdezonde,diezijjegenshaarbegaanhebben, bekendis,danmoetdegemeenschapeenjongestier offerenvoordezonde,endievoordetentvanontmoeting brengen

15Endeoudstenvandevergaderingzullenhunhandenop dekopvandestierleggenvoorhetaangezichtvande HEERE;endestierzalgeslachtwordenvoorhet aangezichtvandeHEERE.

16Endegezalfdepriesterzalvanhetbloedvandestier naardetentdersamenkomstbrengen

17Endepriesterzalzijnvingerineendeelvanhetbloed dopenenhetzevenmaalvoorhetaangezichtvande HEEREsprenkelen,namelijkvóórhetvoorhangsel.

18Enhijzaleendeelvanhetbloeddoenopdehorensvan hetaltaardatvoorhetaangezichtvandeHEEREstaat,dat indetentvanontmoetingstaat,enhijzalalhetbloed uitgietenaandevoetvanhetbrandofferaltaar,datbijde ingangvandetentvanontmoetingstaat

19Alhetvetmoethijvanhemwegnemenenophetaltaar inrooklatenopgaan

20Enmetdestierzalhijdoenzoalshijmetdestiervanhet zondoffergedaanheeft,zozalhijmetditdoen;ende priesterzalverzoeningvoorhendoen,enhetzalhun vergevenworden

21Hijmoetdestierbuitenhetkampbrengenenhem verbranden,zoalshijdevorigestierheeftverbrandHetis eenzondoffervoordegemeenschap

22Wanneereenvorstgezondigdheeftenuitonwetendheid ietsgedaanheefttegeneenvandegebodenvandeHEERE, zijnGod,watnietgedaanmochtworden,endaardoor schuldigisgeworden,

23Ofalszijnzonde,waarinhijgezondigdheeft,hemter kenniskomt,moethijzijnofferbrengen:eengeitenbokje, eenmannetjezondereniggebrek

24Hijmoetzijnhandopdekopvandebokleggenenhem slachtenopdeplaatswaarmenhetbrandofferslachtvoor hetaangezichtvandeHEEREHetiseenzondoffer

25Endepriesterzalmetzijnvingereendeelvanhetbloed vanhetzondoffernemenenhetaandehorensvanhet brandofferaltaarstrijken,enzijnbloedzalhijaandevoet vanhetbrandofferaltaaruitgieten

26Enalzijnvetmoethijophetaltaarinrooklatenopgaan, zoalshetvetvanhetdankoffer.Zozaldepriester verzoeningvoorhemdoenvoorzijnzonde,enhetzalhem vergevenworden

27Enindieniemanduithetgewonevolkuitonwetendheid zondigt,doordathijietsdoettegeneenvandegebodenvan deHEERE,datnietgedaanmagworden,endaardoor schuldigwordt,

28Ofalszijnzonde,diehijgezondigdheeft,hemter kenniskomt,danmoethijalsoffereengeitenbokje,een vrouwtjezondereniggebrek,aanbiedenvoorzijnzonde, diehijgezondigdheeft

29Hijmoetzijnhandopdekopvanhetzondofferleggen enhetzondofferslachtenopdeplaatsvanhetbrandoffer.

30Endepriesterzaleendeelvanhetbloeddaarvanmet zijnvingernemenenhetaandehorensvanhet brandofferaltaarstrijken,enalhetbloeddaarvanzalhijaan devoetvanhetaltaaruitgieten

31Enalhetvetdaarvanzalhijwegnemen,zoalshetvet vanhetdankofferwordtweggenomen;endepriesterzal hetophetaltaarinrookdoenopgaan,toteenaangename geurvoordeHEERE;zozaldepriesterverzoeningvoor hemdoen,enhetzalhemvergevenworden.

32Enalshijeenlamalszondofferbrengt,moethijeen vrouwelijkdierzondereniggebrekbrengen

33Hijmoetzijnhandopdekopvanhetzondofferleggen enhetalszondofferslachten,opdeplaatswaarmenhet brandofferslacht

34Endepriesterzalmetzijnvingereendeelvanhetbloed vanhetzondoffernemenenhetaandehoornenvanhet altaarvanhetbrandofferstrijken,enalhetbloeddaarvan zalhijaandevoetvanhetaltaaruitgieten.

35Enhijzalalhetvetdaarvanwegnemen,zoalshetvet vanhetlamwordtweggenomenvanhetslachtoffervande dankoffers;endepriesterzalhetophetaltaarinrooklaten opgaan,overeenkomstigdevuuroffersdieaandeHEERE gebrachtworden;endepriesterzalverzoeningdoenvoor zijnzonde,diehijbegaanheeft,enhetzalhemvergeven worden

HOOFDSTUK5

1Enwanneereenzielzondigtendestemvandevloek hoortengetuigeis,hetzijhijhetgezienheeftofervan gewetenheeft,enhijhetnietuitspreekt,danzalhijzijn ongerechtigheiddragen.

2Enwanneeriemandietsonreinsaanraakt,hetzijhet kadavervaneenonreinvee,hetzijhetkadavervaneen

onreinvee,hetzijhetkadavervaneenonreinkruipend gedierte,enhetvoorhemverborgenblijft,danisookhij onreinenschuldig

3Ofwanneerhijdeonreinheidvaneenmensaanraakt, welkeonreinheidookwaarmeeeenmensverontreinigd wordt,enhetvoorhemverborgenblijft,wanneerhijhet weet,danishijschuldig

4Ofwanneeriemandmetzijnlippenzweertomkwaadte doenofgoedtedoen,wathetookisdatiemandmeteen eeduitspreekt,enhetvoorhemverborgenblijft,enhijhet tewetenkomt,danishijschuldigaaneenvandezedingen 5Enhetzalgebeuren,wanneerhijschuldigisaaneenvan dezedingen,dathijzalbelijdendathijaandiezaak gezondigdheeft

6Enhijzalzijnschuldoffervoorzijnzonde,diehij gezondigdheeft,aandeHEEREbrengen:eenvrouwelijk dieruithetkleinvee,eenlamofeengeitenbokje,als zondoffer;endepriesterzalvoorhemverzoeningdoen voorzijnzonde.

7Enindienhijgeenlamkanbrengen,danmoethijvoor zijnovertreding,diehijbegaanheeft,tweetortelduivenof tweejongeduivenaandeHEEREbrengen,éénals zondofferendeanderalsbrandoffer

8Enhijzalzenaardepriesterbrengen,diehetzondoffer heteerstzalofferen,enzijnkopvanzijnnekzalafdraaien, maarhijzalhetnietintweeëndelen

9Enhijzaleendeelvanhetbloedvanhetzondofferopde zijkantvanhetaltaarsprenkelen,enhetoverigebloedzal menaandevoetvanhetaltaaruitwringenHetiseen zondoffer

10Enhettweedemoethijalsbrandofferopdragen, overeenkomstigdewijzewaarop;endepriesterzalvoor hemverzoeningdoenvoordezondediehijgezondigd heeft,enhetzalhemvergevenworden.

11Maaralshijnietinstaatistweetortelduivenoftwee jongeduiventebrengen,danmoethijdiegezondigdheeft, alsoffereentiendedeelvaneenefameelbloemals zondofferbrengenHijmagergeenolieopdoenenook geenwierook,wanthetiseenzondoffer

12Danmoethijhetnaardepriesterbrengen,endepriester moeteenhandvoldaarvannemenalseengedenkteken,en datophetaltaarinrooklatenopgaan,overeenkomstigde vuuroffersdieaandeHEEREgebrachtworden.Hetiseen zondoffer

13Endepriesterzalvoorhemverzoeningdoenvoorzijn zonde,diehijineenvandezedingenbegaanheeft,enhet zalhemvergevenworden;enwatoverblijft,zalvoorde priesterzijn,alsgraanoffer.

14EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

15Wanneeriemandeenovertredingbegaatenuit onwetendheidzondigtindeheiligedingenvandeHEERE, danmoethijvoorzijnovertredingeengaveramuithet kleinveevoordeHEEREbrengen,naaruwschattingin sikkelszilver,naardesikkelvanhetheiligdom,als schuldoffer

16Enhijzalhetkwaaddathijaanhetheiligeheeftgedaan, vergoedenenhetvijfdedeeldaaraantoevoegen,enhetaan depriestergeven;endepriesterzalvoorhemverzoening doenmetderamvanhetschuldoffer,enhetzalhem vergevenworden.

17Enwanneereenzielzondigtenéénvandezedingen doet,dieverbodenzijnkrachtensdegebodenvande

HEERE,enhijhetnietweet,ishijtochschuldigenzalhij zijnongerechtigheiddragen.

18Enhijzaleengaveramuithetkleinvee,naaruw schatting,alsschuldoffervoordepriesterbrengen;ende priesterzalvoorhemverzoeningdoenoverzijn onwetendheid,waarinhijgedwaaldheeftenhetniet gewetenheeft,enhetzalhemvergevenworden

19Hetiseenschuldoffer:hijheeftzekerschuldig gehandeldtegendeHEERE

HOOFDSTUK6

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2Wanneereenzielzondigteneenovertredingbegaattegen deHEERE,enliegttegenzijnnaasteinhetgeenhemter bewaringistoevertrouwd,ofingemeenschap,ofinietsdat hemmetgeweldisafgenomen,ofwanneerhijzijnnaaste bedriegt,

3Ofhetverlorenegevondenhebbende,endaarover liegende,envalselijkzwerende;inaldezedingendieeen mensdoet,zondigthijdaarin;

4Danzalhetzijn,omdathijgezondigdheeftenschuldigis, dathijhetvoorwerpdathijmetgeweldheeftweggenomen, ofhetvoorwerpdathijmetbedrogheeftverkregen,ofhet voorwerpdathemterbewaringwastoevertrouwd,ofhet verlorenvoorwerpdathijheeftgevonden,zalteruggeven

5Ofalleswaaroverhijeenvalseeedheeftafgelegd;hijzal hetgeheelvergoedennaarhetvollebedrag,enhijzaler eenvijfdedeelaantoevoegen,enhetgevenaanhemaan wiehettoebehoort,opdedagvanzijnschuldoffer

6EnhijzalzijnschuldofferaandeHEEREbrengen,een ramzondergebrekuithetkleinvee,naaruwschatting,als schuldoffervoordepriester

7Endepriesterzalvoorhemverzoeningdoenvoorhet aangezichtvandeHEERE;enhemzalvergeving geschonkenwordenvooralleswathijgedaanheeftdoor daarinovertredingtebegaan.

8EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

9GeefAäronenzijnzonenhetvolgendebevel:Ditisde wetophetbrandoffer:hetishetbrandoffer,datdehele nachtophetaltaargebrandmoetworden,totdemorgentoe Hetvuurvanhetaltaarmoetdaaropblijvenbranden

10Depriestermoetzijnlinnenkleedaantrekkenenzijn linnenbroekoverzijnvleesaantrekkenOokmoethijdeas diedoorhetvuurmethetbrandofferophetaltaaris verbrand,opnemenennaasthetaltaarleggen.

11Daarnazalhijzijnklerenuittrekkenenanderekleren aantrekken,endeasbuitenhetlegerkampnaareenreine plaatsbrengen

12Hetvuurophetaltaarzaldaaropbranden;hetmagniet wordenuitgedoofdDepriesterzalerelkemorgenhoutop aanstekenenhetbrandoffereropschikken.Ookhetvetvan dedankofferszalhijdaaropinrooklatenopgaan

13Hetvuurophetaltaarzalaltijdbranden,hetzalnooit uitgaan

14Ditisdewetophetspijsoffer:dezonenvanAäron moetenhetvoorhetaangezichtvandeHEERE,vóórhet altaar,offeren

15Enhijzaldaarvaneenhandvolnemen,vanhetmeelvan hetgraanofferenvandeoliedaarvan,envanaldewierook dieophetgraanofferis,enhijzaldatophetaltaarinrook

latenopgaan,toteenaangenamegeur,toteengedachtenis daarvanvoordeHEERE.

16Enwatdaarvanoverblijft,zullenAäronenzijnzonen eten;metongezuurdebrodenzalhetgegetenwordenopde heiligeplaats;indevoorhofvandetentdersamenkomst zullenzijheteten

17HetzalnietmetzuurdesemgebakkenwordenIkheb hethungegevenalshundeelvanMijnvuuroffers;hetis allerheiligst,evenalshetzondofferenalshetschuldoffer

18AlhetmannelijkgeslachtonderdekinderenvanAäron zaldaarvanetenHetzaleeneeuwigeinzettingzijnonder uwgeslachten,betreffendedevuuroffersdesHEEREN;al wiezeaanraakt,zalheiligzijn.

19EndeHEEREspraktotMozes,zeggende: 20DitisdeoffergavevanAäronenzijnzonen,diezijaan deHEEREzullenbrengenopdedagdathijgezalfdwordt: eentiendedeelvaneenefameelbloemalseeuwigdurend graanoffer,dehelftdaarvan'smorgensendehelftdaarvan 'savonds.

21Hetmoetineenpanmetoliebereidworden;alshet gebakkenis,moetuheterinbrengenDegebakkenstukken vanhetgraanoffermoetualseenaangenamegeurvoorde HEEREopdragen

22Endepriestervanzijnzonen,dieinzijnplaatsgezalfd is,zalhetofferen;hetiseeneeuwigeinzettingvoorde HEERE;hetzalgeheelverbrandworden

23Wantelkgraanoffervoordepriestermoetgeheel verbrandworden;hetmagnietgegetenworden.

24EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

25SpreektotAäronenzijnzonenenzeg:Ditisdewetop hetzondoffer:opdeplaatswaarhetbrandoffergeslacht wordt,moethetzondoffergeslachtwordenvoorhet aangezichtvandeHEERE;hetisallerheiligst

26Depriesterdiehetalszondofferbrengt,zalheteten;het zalgegetenwordenopdeheiligeplaats,indevoorhofvan detentdersamenkomst

27Alwathetvleesdaarvanaanraakt,zalheiligzijn.En wanneerervanhetbloeddaarvanopenigkledingstuk gesprenkeldwordt,moetuhetkledingstukwaarophet gesprenkeldis,wassenopdeheiligeplaats.

28Maarhetaardenvatwaarinhetgeweektis,moet gebrokenwordenEnalshetineenkoperenpotgeweektis, moethetgeschuurdenmetwaterafgespoeldworden.

29Allemannelijkepriestersmogendaarvaneten;hetis allerheiligst

30Engeenenkelzondoffer,waarvanbloedindetentder samenkomstgebrachtisomhetindeheiligeplaatste verzoenen,maggegetenworden;hetmoetmetvuur verbrandworden

HOOFDSTUK7

1Zoishetookmetdewetophetschuldoffer:hetis allerheiligst

2Opdeplaatswaarmenhetbrandofferslacht,zalmenook hetschuldofferslachtenEnhetbloeddaarvanzalmen rondomophetaltaarsprenkelen.

3Enhijzaldaarvanalhetvetofferen,debillenenhetvet datdeingewandenbedekt,

4Endebeidenieren,enhetvetdatdaaraanzit,dataande lendenenzit,enhetnetdatbovendeleverzit,metde nieren,datmoetmenwegnemen

5Endepriesterzalzeophetaltaarinrooklatenopgaan, alseenvuuroffervoordeHEERE.Hetiseenschuldoffer.

6AllemannelijkepriestersmogendaarvanetenHetmag opdeheiligeplaatsgegetenworden.Hetisallerheiligst.

7Zoalshetzondofferis,zoishetookmethetschuldoffer; eriséénwetvoorbeide:hetisvoordepriesterdiedaarmee verzoeningdoet

8Endepriesterdiehetbrandoffervaniemandoffert,die zaldehuidvanhetbrandofferdathijgeofferdheeft,voor zichzelfhebben

9Alhetgraanofferdatindeovengebakkenis,enalwatin depanenindepanbereidis,isvoordepriesterdiehet offert.

10Enelkgraanoffer,gemengdmetolieendroog,zalvoor allezonenvanAäronzijn,deeenevenveelalsdeander

11DitisdewetophetdankofferdathijaandeHEERE moetbrengen

12Alshijhetalsdankofferaanbiedt,moethijbijhet dankofferongezuurdekoekenaanbieden,metolie aangemaakt,enongezuurdeplattekoeken,metolie bestreken,engebakkenkoekenvanfijnmeel,metolie aangemaakt.

13Behalvedekoekenmoethijalsoffergaveookgezuurd broodaanbieden,samenmethetdankoffervanzijn vredeoffer.

14Enhijzalééndeelvanhetgeheleofferalseenhefoffer aandeHEEREaanbieden,enhetzalvoordepriesterzijn diehetbloedvandedankofferssprenkelt.

15Enhetvleesvanhetdankoffermoetopdedagzelf gegetenworden,waarophetgeofferdwordtHijmager nietsvanoverlatentotdevolgendemorgen.

16Maarindienhetslachtoffervanzijnoffergaveeen gelofteofferofeenvrijwilligofferis,danzalhetopdedag zelfgegetenworden,waarophijzijnslachtofferoffert;ook devolgendedagzalwatervanoverblijft,gegetenworden

17Maarwatervanhetvleesvanhetofferoverblijft,moet opdederdedagmetvuurwordenverbrand.

18Enindieneropdederdedagtochnogvanhetvleesvan zijndankoffergegetenwordt,zalhetnietaangenaamzijn enzalhethemdiehetoffert,nietwordentoegerekend.Het zaleengruwelzijnendezieldiedaarvaneet,zalzijn ongerechtigheiddragen

19Enhetvleesdatmetietsonreinsinaanrakingkomt, magnietgegetenworden;hetmoetmetvuurverbrand wordenEnwathetvleesbetreft,alwatreinis,mag daarvaneten.

20Maardezieldievanhetvleesvanhetdankoffer,dat voordeHEEREbestemdis,eet,terwijlzijnonreinheidaan hemis,diezielzaluitzijnvolkwordenuitgeroeid

21Eniederdieietsonreinsaanraakt,zoalsdeonreinheid vaneenmens,ofenigonreindier,ofenigafschuwelijk onreinding,eneetvanhetvleesvanhetdankoffer,dat voordeHEEREbestemdis,diezaluitzijnvolkuitgeroeid worden

22EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

23SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Gijzultgeenvetvan eenrund,schaapofgeiteten.

24Enhetvetvaneendierdatvanzelfsterft,enhetvetvan eendierdatdooreendierverscheurdis,magvoorallerlei doeleindengebruiktworden,maargijzulterbeslistniet vaneten

25Wantiederdiehetveteetvanhetdier,waarvanmende HEEREeenvuurofferbrengt,diezalvanzijnvolk uitgeroeidworden

26Ookmaguingeenvanuwwoningenbloedeten,noch vangevogelte,nochvanvee.

27Iedereendiebloedvanwelkeaarddanookeet,zaluit zijnvolkwordenuitgeroeid

28EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

29SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Wiezijndankofferaan deHEEREoffert,moetzijnoffergaveaandeHEERE brengen,hetoffervanzijndankoffer

30MeteigenhandenzalhijdevuuroffersvoordeHEERE brengen.Hijzalhetvetmetdeborstbrengen,endeborst zalalsbeweegoffervoorhetaangezichtvandeHEERE wordenbewogen

31Endepriesterzalhetvetophetaltaarinrooklaten opgaan,maardeborstzalvoorAäronenzijnzonenzijn

32Enderechterschoudermoetuaandepriestergevenals eenhefoffervanuwdankoffers.

33DegeneonderdezonenvanAärondiehetbloedvande dankoffersenhetvetoffert,zalderechterschouderalsdeel krijgen.

34WantdebeweegborstendehefschouderhebIkvande Israëlietengenomenvanhundankoffersenaandepriester Aäronenzijnzonengegeven,alseeneeuwigeverordening uithetmiddenvandeIsraëlieten

35DitishetdeelvandezalvingvanAäronenvande zalvingvanzijnzonen,vandevuuroffersvandeHEERE, opdedagdathijhenaanboodomdeHEEREalspriesterte dienen;

36DiedeHEEREhundoordeIsraëlietengegevenhad,op dedagdatHijhenzalfde,alseeneeuwigeverordening vooralhungeneraties

37Ditisdewetophetbrandoffer,ophetspijsoffer,ophet zondoffer,ophetschuldoffer,opdewijdingsoffersenop hetslachtoffervandedankoffers

38DiedeHEEREMozesgebodenhadopdebergSinaï,op dedagdatHijdeIsraëlietengeboodhunoffergavenaande HEEREtebrengen,indewoestijnvanSinaï

HOOFDSTUK8

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2NeemAäronenzijnzonenmetzichmee,endekleding, dezalfolie,eenstiervoorhetzondoffer,tweerammenen eenmandmetongezuurdebroden.

3Enverzamelgijheeldevergaderingbijdeingangvande tentdersamenkomst.

4MozesdeedzoalsdeHEEREhemgebodenhadToen verzameldedegemeentezichbijdeingangvandetentvan ontmoeting

5ToenzeiMozestegendevergadering:Ditiswatde HEEREgebodenheeftdaterzougebeuren

6ToenlietMozesAäronenzijnzonenkomenenwaste henmetwater

7Enhijtrokhemhetbovenkleedaan,omgorddehemmet degordel,entrokhemhetbovenkleedaan,endeedhemde efodaan,enhijomgorddehemmetdekunstigegordelvan deefod,enbondhemdaarmeevast

8Enhijdeedhemhetborstpantserom;ookdeUrimende Tummimdeedhijinhetborstpantser

9Hijzettedemijteropzijnhoofd;ookbevestigdehijopde mijter,opzijnvoorhoofd,degoudenplaat,deheiligekroon, zoalsdeHEEREaanMozesgebodenhad

10ToennamMozesdezalfolieenzalfdedetabernakelen alleswatdaarinwas,enheiligdehet.

11Enhijsprenkeldedaarvanzevenmaalophetaltaar,en zalfdehetaltaarenalzijnvoorwerpen,zowelhetwasvat alshetvoetstukervan,omzeteheiligen.

12ToengoothijeendeelvandezalfolieopAäronshoofd enzalfdehem,omhemteheiligen

13ToenlietMozesdezonenvanAäronbrengen,enhij deedhunmantelsaan,omgorddehenmetgordelsenzette hunhoofddekselsop,zoalsdeHEEREMozesgebodenhad.

14ToenbrachthijdestiervoorhetzondofferAäronen zijnzonenlegdenhunhandenopdekopvandestiervoor hetzondoffer.

15ToenslachttehijhetMozesnamhetbloedenstreekhet metzijnvingerrondomaandehoornenvanhetaltaarHij reinigdehetaltaarengoothetbloedaandevoetvanhet altaaruitHijheiligdehetomerverzoeningmeetedoen

16Toennamhijalhetvetdataandeingewandenzat,en hetnetbovendelever,endebeidenierenmethunvet,en Mozesverbranddedatophetaltaar

17Maardestier,zijnhuid,zijnvleesenzijnmest verbranddehijbuitenhetlegerkampmetvuur,zoalsde HEEREMozesgebodenhad

18Toenbrachthijderamvoorhetbrandoffer,enAäronen zijnzonenlegdenhunhandenopdekopvanderam.

19Toenslachttehijhetdier,enMozessprenkeldehet bloedrondomophetaltaar

20Toensneedhijderaminstukken,enMozesverbrandde dekop,destukkenenhetvet

21Enhijwastedeingewandenendeschenkelsinwater, enMozesverbranddedeheleramophetaltaar;hetwaseen brandoffer,toteenaangenamegeur,eneenvuuroffervoor deHEERE,zoalsdeHEEREMozesgebodenhad

22Toenbrachthijdeandereram,deramderinwijding,en Aäronenzijnzonenlegdenhunhandenopdekopvande ram

23Toenslachttehijhetdier.Mozesnamwatvanhetbloed ervanendeeddatopderechteroorlelvanAäron,opde duimvanzijnrechterhandenopdegroteteenvanzijn rechtervoet.

24ToenliethijdezonenvanAäronbrengen,enMozes deedwatvanhetbloedopdepuntvanhunrechteroor,op deduimenvanhunrechterhandenopdegrotetenenvan hunrechtervoetOoksprenkeldeMozeshetbloedrondom ophetaltaar.

25Enhijnamhetvet,endestuit,enalhetvetdataande ingewandenzat,enhetnetbovendelever,endebeide nieren,enhunvet,enderechterschouder 26Enuitdemandmetongezuurdebroden,dievoorhet aangezichtvandeHEEREstond,namhijéénongezuurde koek,enéénkoekvangeoliedbrood,enéénplattekoek,en legdezeophetvetenopderechterschouder

27HijlegdeallesopdehandenvanAäronenopdehanden vanzijnzonenenbewooghetalseenbeweegoffervoorhet aangezichtvandeHEERE

28ToennamMozeszeuithunhandenenverbranddezeop hetaltaar,alsbrandoffer.Hetwarenwijdingen,een aangenamegeurHetwaseenvuuroffervoordeHEERE

29ToennamMozeshetborststukenbewooghetals beweegoffervoorhetaangezichtvandeHEERE,wanthet wasMozes'deelvanderamderinwijding,zoalsde HEEREMozesgebodenhad.

30ToennamMozesvandezalfolieenvanhetbloeddatop hetaltaarwas,ensprenkeldedatopAäronenopzijn kleren,enookopzijnzonenenopdeklerenvanzijnzonen methem.ZoheiligdehijAäronenzijnkleren,enookzijn zonenendeklerenvanzijnzonenmethem

31ToenzeiMozestegenAäronenzijnzonen:Kookhet vleesbijdeingangvandetentvanontmoetingeneethet daarmethetbrooddatindekorfvandewijdingenligt, zoalsikgebodenheb:Aäronenzijnzonenzullenheteten.

32Enwatervanhetvleesenvanhetbroodoverblijft,zult gijmetvuurverbranden

33Engijzultgedurendezevendagennietuitdedeurvan detentdersamenkomstgaan,totdatdedagenvanuw wijdingvoorbijzijn;wantzevendagenzalHijuwijden

34ZoalsHijhedengedaanheeft,zoheeftdeHEERE gebodentedoen,omvooruverzoeningtedoen

35Daarommoetudagennacht,zevendagen,bijde ingangvandetentvanontmoetingblijvenendetaakvan deHEEREinachtnemen,opdatunietsterftWantzois mijgeboden

36AäronenzijnzonendedenalleswatdeHEERvia Mozeshadgeboden

HOOFDSTUK9

1EnhetgebeurdeopdeachtstedagdatMozesAäronen zijnzonenendeoudstenvanIsraëlriep;

2EnhijzeidetotAäron:Neemvoorueenjongkalften zondoffer,eneenramtenbrandoffer,zondereniggebrek, enofferzevoorhetaangezichtdesHEEREN.

3EntotdeIsraëlietenzultgijzeggen:Neemteen geitenbokjetenzondoffer,eneenkalfeneenlam,beide eenjarig,zondergebrek,tenbrandoffer.

4Ookeenstiereneenramalsdankoffers,omzevoorhet aangezichtvandeHEEREteofferen,eneenspijsoffer,met oliegemengd.WantvandaagzaldeHEEREaanu verschijnen

5EnzijbrachtenhetgeenMozesgebodenhad,naardetent dersamenkomst.Endegehelevergaderingtradnaderbijen steldezichopvoorhetaangezichtvandeHEERE

6ToenzeiMozes:DitishetwatdeHEEREgebodenheeft datuzoudoen;endeheerlijkheidvandeHEEREzalaanu verschijnen

7ToenzeiMozestegenAäron:Ganaarhetaltaarenoffer uwzondofferenuwbrandoffer,endoeverzoeningvoor uzelfenvoorhetvolkOfferookdeoffergavevanhetvolk endoeverzoeningvoorhen,zoalsdeHEEREgeboden heeft.

8ToengingAäronnaarhetaltaarenslachttehetkalfvan hetzondoffer,datvoorhembestemdwas

9ToenbrachtendezonenvanAäronhetbloedtothemHij dooptezijnvingerinhetbloedenstreekhetaande hoornenvanhetaltaar.Daarnagoothijhetbloeduitaande voetvanhetaltaar

10Maarhetvet,denierenenhetaanhangselbovende levervanhetzondofferverbranddehijophetaltaar,zoals deHEEREMozesgebodenhad

11Enhetvleesendehuidverbranddehijmetvuurbuiten hetlegerkamp.

12Hijslachttehetbrandoffer,endezonenvanAäron reiktenhemhetbloedaan,enhijsprenkeldehetrondomop hetaltaar.

13EnzijbrachtenHemhetbrandoffer,metdestukken ervan,enookdekop;enHijlietzeophetaltaarinrook opgaan.

14Vervolgenswastehijdeingewandenendeschenkels, enverbranddezeophetbrandofferophetaltaar

15Hijbrachthetoffervoorhetvolk,namdebokdiehet zondoffervoorhetvolkwas,slachttehemenofferdehem alszondoffer,zoalsheteerste.

16Hijbrachthetbrandofferenofferdehetopde voorgeschrevenwijze

17Hijbrachthetgraanoffer,namdaarvaneenhandvolen verbranddedatophetaltaar,naasthetmorgenbrandoffer

18Ookslachttehijdestierenderamalsdankoffervoor hetvolk.DezonenvanAärongavenhemhetbloed,dathij rondomophetaltaarsprenkelde

19Enhetvetvandestierenvanderam,debillen,endat watdeingewandenbedekt,endenieren,enhetnetboven delever:

20Enzijlegdenhetvetopdeborsten,enhijliethetvetop hetaltaarinrookopgaan.

21EnAäronbewoogdeborstenenderechterschouderals eenbeweegoffervoorhetaangezichtvandeHEERE,zoals Mozesgebodenhad.

22ToenhiefAäronzijnhandopnaarhetvolkenzegende henDaarnadaaldehijafvanhetofferenvanhetzondoffer, hetbrandofferendedankoffers.

23ToengingenMozesenAärondetentvanontmoeting binnen,entoenzijweernaarbuitenkwamen,zegendenzij hetvolk.EndeheerlijkheidvandeHEEREverscheenaan heelhetvolk

24Toengingervuuruitvanvoorhetaangezichtvande HEEREenverteerdehetbrandofferenhetvetophetaltaar. Toenhethelevolkditzag,juichtenzijenwierpenzichop hungezicht

HOOFDSTUK10

1ToennamenNadabenAbihu,dezonenvanAäron,ieder zijnwierookvat,dedenervuurinenlegdenerreukwerkop Zijbrachtenvreemdvuurvoorhetaangezichtvande HEERE,watHijhunnietgebodenhad.

2ToenschootereenvuurvandeHEEREuitenverteerde hen,zodatzijstiervenvoorhetaangezichtvandeHEERE.

3ToenzeideMozestotAäron:Ditishet,watdeHEERE gesprokenheeft,zeggende:Ikzalgeheiligdwordenin degenen,dietotMijnaderen,envoorhetaangezichtvanal hetvolkzalIkverheerlijktworden.EnAäronzweegstil.

4ToenriepMozesMisaëlenElsafan,dezonenvanUzziël, deoomvanAäron,enzeitegenhen:Komdichterbijen draaguwbroersvanvóórhetheiligdomuithetlegerkamp 5Zijgingenerheenendroegenhen,inhunmantels,buiten hetkamp,zoalsMozesgezegdhad.

6ToenzeiMozestegenAäronenzijnzonenEleazaren Itamar:Julliemogenjulliehoofddekselnietlosmakenen jullieklerennietscheuren.Danstervenjullienietenkomt ergeentoornoverhethelevolkMaarjulliebroeders,het

helehuisvanIsraël,moetentreurenomdebranddiede HEEREheeftaangestoken.

7Engijzultnietuitgaanvandedeurvandetentder samenkomst,opdatgijnietsterft;wantdezalfoliedes HEERENisopu.EnzijdedennaarhetwoordvanMozes.

8EndeHEEREspraktotAäron,zeggende:

9Umaggeenwijnofsterkedrankdrinken,uenuwzonen metu,wanneerudetentvanontmoetingbinnengaat,opdat unietsterftHetiseeneeuwigeverordeningvooraluw generaties

10Enopdatgijonderscheidmaakttussenhetheiligeenhet onheilige,entussenhetonreineenhetreine;

11opdatgijdekinderenIsraëlszoudtlerenalde inzettingen,diedeHEEREtothengesprokenheeftdoorde dienstvanMozes

12ToenzeiMozestotAäron,EleazarenItamar,zijn overgeblevenzonen:Neemhetspijsofferdatovergebleven isvandevuuroffersvandeHEERE,eneethetongezuurd naasthetaltaar,wanthetisallerheiligst.

13Engijzulthetopdeheiligeplaatseten,wanthetishet vooruenvooruwzonenverschuldigdedeelvande vuuroffersdesHEEREN,wantzoismijgeboden.

14Endebeweegborstendehefschouderzultgijopeen reineplaatseten,gij,enuwzonenenuwdochtersmetu; wantzijzijnuwdeelenhetdeelvanuwzonen,die gegevenzijnuitdedankoffersvandekinderenIsraëls

15Dehefschouderendebeweegborstmoetenzijsamen metdevuuroffersvanhetvetbrengen,omdieals beweegoffervoorhetaangezichtvandeHEEREte bewegenHetzalvooruenvooruwzonenmetuzijn,als eeneeuwigeinzetting,zoalsdeHEEREgebodenheeft.

16ToenzochtMozesnaarstignaardebokvanhet zondoffer,enzie,hijwasverbrandDaaromwerdhijboos opEleazarenIthamar,dezonenvanAärondienogin levenwaren,enzei:

17Waaromhebtuhetzondoffernietgegetenopdeheilige plaats?HetisimmersallerheiligstenGodheefthetu gegevenomdeongerechtigheidvandegemeenschapte dragenenverzoeningvoorhentedoenvoorhetaangezicht vandeHEERE.

18Zie,hetbloeddaarvanisnietinhetheiligdomgebracht Julliehaddenhetwelinhetheiligdommoeteneten,zoals Ikgebodenheb.

19ToenzeiAärontegenMozes:Zie,vandaaghebbenzij hunzondofferenhunbrandoffervoorhetaangezichtvan deHEEREgebracht,enzulkedingenzijnmijoverkomen. Alsikvandaagvanhetzondoffergegetenhad,zouhetdan welgevalligzijngeweestindeogenvandeHEERE?

20ToenMozesdathoorde,washijtevreden

HOOFDSTUK11

1EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende tothen:

2SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Ditzijndedierendieu magetenvanalledierendieopdeaardezijn

3Alhetgeengespletenhoevenheeft,gespletenhoevenen herkauwt,onderdedieren,datmagueten

4Maarvandedierendieherkauwenoftweedeligehoeven hebben,magudevolgendenieteten:zoalsdekameel, wanthijherkauwtwel,maarheeftgeentweedeligehoeven; hijisvooruonrein

5Endeklipdas,wanthijherkauwtwel,maarheeftgeen gespletenhoeven;dieisvooruonrein.

6Endehaas,wanthijherkauwtwel,maarheeftgeen gespletenhoeven;dieisvooruonrein.

7Enhetzwijn,alheefthetgespletenhoevenengespleten hoeven,tochherkauwthetniet;hetisvooruonrein

8Vanhunvleesmagunietetenenhunkadavermaguniet aanraken;zezijnvooruonrein.

9Vanalleswatinhetwaterleeft,maguhetvolgendeeten: alleswatvinnenenschubbenheeftinhetwater,inde zeeëneninderivieren,datmagueten

10Enalhetgeengeenvinnenofschubbenheeftindezeeën eninderivieren,vanalhetgeenzichinhetwaterbeweegt envanalhetlevendewezendatinhetwaterleeft,zijzullen voorueengruwelzijn

11Zijzullenvoorueengruwelzijn;vanhunvleesmagu nieteten,maarhunkadaverszultueengruwelzijn

12Alleswatgeenvinnenofschubbenheeftinhetwater, datzalvoorueengruwelzijn.

13Enditzijndedingendiegijonderhetgevogelteeen gruwelzulthebben;zijmogennietgegetenworden,zijzijn eengruwel:dearend,deosseendeosse, 14Endegierendewouwnaarzijnsoort; 15Elkeraafnaarzijnsoort;

16Endeuil,endenachtvalk,endekoekoek,endevalk naarzijnsoort,

17Endekleineuil,endeaalscholver,endegroteuil, 18Endezwaan,endepelikaan,endezeearend, 19Endeooievaar,dereigernaarzijnsoort,dekievitende vleermuis

20Allevogelsdieopallevierdepotenkruipen,zijnvooru eengruwel

21Maarditmaguetenvanalhetkruipendgediertedatop vierpotenloopt,zodatzeopdegrondkunnenspringen.

22Dezemagueten:desprinkhaannaarzijnsoort,dekale sprinkhaannaarzijnsoort,dekevernaarzijnsoortende sprinkhaannaarzijnsoort.

23Maaralleanderevliegendekruipendedierenmetvier potenzijnvoorueengruwel

24Enomdezedingenzultuonreinzijn.Iedereendieeen kadaverdaarvanaanraakt,zalonreinzijntotdeavond

25Eniederdieietsvanhunkadaverdraagt,moetzijn klerenwassenenisonreintotdeavond.

26Dekadaversvanalledieren,diegespletenhoeven hebben,geengespletenhoevenhebbenennietherkauwen, zijnvooruonrein;ieder,diezeaanraakt,zalonreinzijn.

27Enalwataanzijnpotengaat,vanallewildedierendie opvierpotenlopen,isvooruonrein.Iedereendiehun kadaveraanraakt,isonreintotdeavond

28Enhijdiehetkadaverdaarvandraagt,moetzijnkleren wassenenisonreintotdeavond;zezijnvooruonrein

29Ookdezezullenvooruonreinzijnonderdekruipende dierendieoverdeaardekruipen:dewezel,demuisende schildpad,naarzijnsoort,

30Endefret,dekameleon,dehagedis,deslakendemol

31Dezezijnvooruonreinvanalhetkruipendgedierte Alsiemandzeaanraakt,zijnzedoodenonreintotde avond

32Enalleswaaropietsvanhenvalt,wanneerzijdoodzijn, zalonreinzijn;hetzijeenhoutenvoorwerp,hetzijeen kledingstuk,hetzijeenlerenkleed,hetzijeenzak,hetzij enigvoorwerpwaaropenigwerkgedaanis,hetmoetinhet

watergezetworden,enhetzalonreinzijntotdeavond;zo zalhetgereinigdworden.

33Enelkaardenvat,waarinietsdaarvanvalt,alwat daarinis,zalonreinzijn;engijzulthetbreken.

34Vanalhetvleesdatgegetenwordt,zaldatgene waaroverzulkwaterkomt,onreinzijn;enalledrankdieuit zulkeenvatgedronkenwordt,zalonreinzijn

35Enalleswaaropeendeelvanhunkadavervalt,zal onreinzijn;hetzijeenoven,hetzijfornuizen,zijzullen stukgeslagenworden,wantzijzijnonreinenzullenvooru onreinzijn

36Eenbronofeenputwaarinveelwateris,zalechterrein zijn,maarwiehunkadaveraanraakt,zalonreinzijn.

37Enalseendeelvanhunkadaverophetzaaigoedvaltdat gezaaidwordt,danisdatrein

38Maaralserwaterophetzaadwordtgegotenenervalt eendeelvanhetkadaverdaarop,danishetvooruonrein

39Enindieneendier,waarvangijeet,sterft,danzalhij, diehetkadaverdaarvanaanraakt,onreinzijntotdeavond.

40Enwievanhetkadaverdaarvaneet,zalzijnkleren wassenenisonreintotdeavond;ookwiehetkadaver daarvandraagt,zalzijnklerenwassenenisonreintotde avond

41Enalhetkruipendgediertedatopdeaardekruipt,zal eengruwelzijn;hetmagnietgegetenworden.

42Alhetgeenopdebuikkruipt,alhetgeenopvierpoten kruipt,ofalhetgeenmeerpotenheeftvanalhetkruipend gediertedatopdeaardekruipt,magunieteten,wanthetis eengruwel

43Gijzultuzelfnietverfoeilijkmakendoorenigkruipend gedierte,engijzultunietdoordatgedierteonreinmaken, zodatgijuerdoorzoudtverontreinigen

44WantIkbendeHEERE,uwGodDaarommoetuzich heiligenenheiligzijn,wantIkbenheilig.Enumaguniet verontreinigenmetalhetkruipendgediertedatoverde aardekruipt

45WantIkbendeHEERE,DieuuithetlandEgyptezal leiden,omutoteenGodtezijnWeesdaaromheilig,want Ikbenheilig

46Ditisdewetvoordewildedieren,voordevogelsen voorallelevendewezensdieinhetwaterrondkruipen,en vooralledierendieopdeaardekruipen:

47Omonderscheidtemakentussenhetonreineenhet reine,entussenhetdierdatgegetenmagwordenenhet dierdatnietgegetenmagworden

HOOFDSTUK12

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Wanneereenvrouw zwangeriseneenmannelijkkindterwereldheeftgebracht, danzalzijzevendagenonreinzijn;overeenkomstigde dagenvandeafzonderingvanwegehaarziektezalzij onreinzijn

3Enopdeachtstedagzalhetvleesvanzijnvoorhuid besnedenworden

4Danzalzijdrieendertigdageninhetbloedvanhaar reinigingblijvenZijmagnietsheiligsaanrakenenhet heiligdomnietbinnengaan,totdatdedagenvanhaar reinigingvoorbijzijn.

5Maaralszijeenmaagdbaart,daniszijtweeweken onrein,zoalsbijhaarafzondering;enzijzalzesenzestig dageninhetbloedvanhaarreinigingblijven

6Wanneerdedagenvanhaarreinigingvooreenzoonof vooreendochtervervuldzijn,zalzijeeneenjariglamals brandoffereneenjongeduifoftortelduifalszondoffer brengenbijdeingangvandetentdersamenkomst,totde priester.

7DiehetvoorhetaangezichtdesHEERENofferenzal,en verzoeningvoorhaardoenzal;enzijzalgereinigdworden vandevloeiingvanhaarbloedDitisdewetvoorhaar,die eenmanofeenvrouwgebaardheeft

8Enindienzijgeenlamkanbrengen,danmoetzijtwee tortelduivenoftweejongeduivenbrengen,éénvoorhet brandofferendeanderevoorhetzondofferZozalde priesterverzoeningvoorhaardoen,enzijzalreinzijn.

HOOFDSTUK13

1EndeHEEREspraktotMozesenAäron,zeggende:

2Wanneererbijiemandopdehuidvanzijnvleeseen uitslag,eenkorstofeenlichteplekontstaat,endezeopde huidvanzijnvleesgelijkisaandeplaagvanmelaatsheid, danmoethijbijdepriesterAärongebrachtworden,ofbij eenvanzijnzonen,depriesters.

3Depriestermoetdeplekopdehuidvanhetvlees onderzoekenAlshethaaropdeplekwitisgewordenende plekdieperisdandehuidvanzijnvlees,danisheteen melaatseplekDepriestermoethemdanonderzoekenen hemonreinverklaren

4Alsdelichteplekopdehuidvanzijnvleeswitis,enniet dieperisdandehuid,enhethaarervannietwitis geworden,danmoetdepriesterhemdiedeplaagheeft, zevendagenopsluiten.

5Endepriesterzalhemopdezevendedagbezien;enzie, alsdeplaagvoorzijnogenophoudt,endeplaagzichniet opdehuiduitbreidt,danzaldepriesterhemnogeens zevendagenopsluiten

6Endepriesterzalhemopdezevendedagopnieuwbezien Enzie,alsdeplaagwatdonkerderisgeworden,endeplaag zichnietoverdehuidheeftuitgebreid,zaldepriesterhem reinverklarenHetisslechtseenschurftvlekHijzalzijn klerenwassenenreinzijn.

7Maaralsdekorstzichoverdehuidheeftuitgebreid, nadathijvoorzijnreinigingdoordepriesterisgezien, moethijopnieuwdoordepriesterwordengezien.

8Enalsdepriesterzietdatdekorstzichoverdehuid uitbreidt,danmoetdepriesterhemonreinverklaren:hetis melaatsheid

9Wanneereenmanmelaatsis,moethijnaardepriester gebrachtworden

10Endepriesterzalhemzien;enzie,indiende oprispingenwitzijnaandehuid,enhethaarwitgemaaktis, enerlevendrauwvleesisaandeoprispingen, 11Hetiseenoudemelaatsheidaandehuidvanzijnvlees Depriesterzalhemonreinverklarenenmaghemniet opsluiten,wanthijisonrein.

12Wanneerermelaatsheidontstaatopdehuidvande zieke,endemelaatsheiddegehelehuidvanhembedekt, vanzijnhoofdtotzijnvoeten,overalwaardepriesterkijkt, 13DanzaldepriesteroplettenEnzie,alsdemelaatsheid zijnhelelichaambedektheeft,zalhijdegenediedeplaag

heeft,reinverklarenAlshethelelichaamwitisgeworden, ishijrein.

14Maarwanneererrauwvleesinhemverschijnt,ishij onrein.

15Endepriesterzalhetrauwevleeszienenhetonrein verklaren,wanthetrauwevleesisonrein:hetis melaatsheid

16Enalshetrauwevleesweerverandertenwitwordt,dan moethijnaardepriestergaan;

17Endepriesterzalhemzien,enzie,indiendeplaagwit gewordenis,danzaldepriesterhemdiedeplaagheeft, reinverklaren;hijisrein

18Ookhetvlees,waarin,zelfsindehuidervan,eenzweer was,endatgenezenis,

19Enopdeplaatsvandezweermoeteenwitteverhoging zijn,ofeenhelderevlek,witenenigszinsroodachtig,en diemoetaandepriesterwordengetoond;

20Enalsdepriesterhetziet,enhetiszichtbaarlagerdan dehuid,enhethaarervaniswitgeworden,danmoetde priesterhemonreinverklaren:hetiseenmelaatseplekdie uitdezweerisontstaan

21Maaralsdepriesterhetbekijktenziet,erzijngeen witteharenop,enalshetnietdieperisdandehuid,maar watdonkerder,danmoetdepriesterhemzevendagen opsluiten.

22Enalsdeziektezichoverdehuidverspreidt,moetde priesterhemonreinverklaren:hetiseenplaag

23Maaralsdelichteplekopzijnplaatsblijftenzichniet verspreidt,isheteenbrandendezweer,enmoetdepriester hemreinverklaren

24Ofindienervleesis,indehuidwaarvaneenbrandende gloedis,enhetlevendverbrandevleeseenwitte, glanzendevlekheeft,enigszinsroodachtigofwit;

25Danzaldepriesterhetonderzoeken.Enzie,alshethaar opdeglanzendeplekwitisgewordenenhetzichtbaar dieperisdandehuid,danisheteenmelaatsheiddiedoor debrandisontstaan.Daaromzaldepriesterhemonrein verklarenHetisdeplaagvanmelaatsheid

26Maaralsdepriesterernaarkijkt,enzie,erisgeenwit haaropdelichteplek,enhetisnietlagerdandeandere huid,maarietsdonkerder,danmoetdepriesterhemzeven dagenopsluiten

27Endepriesterzalhemopdezevendedagonderzoeken; enindiendehuidzichergheeftuitgebreid,danzalde priesterhemonreinverklaren:hetisdeplaagvan melaatsheid.

28Enindiendelichtevlekopzijnplaatsblijft,enzichniet overdehuidverspreidt,maarenigszinsdonkerwordt,dan isheteenopwellingvandebrandwond,endanmoetde priesterhemreinverklaren;wanthetiseenontstekingvan debrandwond

29Wanneereenmanofeenvrouweenplaagophethoofd ofindebaardheeft,

30DanzaldepriesterdeplaagzienEnzie,alsdeplek dieperzitdandehuidenereendun,geelhaaropzit,dan zaldepriesterhemonreinverklarenHetiseendroge schilfer,eenmelaatsheidophethoofdofindebaard.

31Enwanneerdepriesterdeplaagvandehuiduitslag bekijkt,enziet,hijisnietdieperdandehuid,enerisgeen zwarthaaraan,danmoetdepriesterhemdiedeplaagvan dehuiduitslagheeft,zevendagenopsluiten

32Enopdezevendedagzaldepriesterdeplaag onderzoeken.Enzie,alsdewondzichnietheeftuitgebreid, energeengeelhaaropzit,endewondnietdieperisdande huid,

33Hijmagzichscheren,maardewondmaghijniet scherenEndepriestermoethemdiedewondheeft,nog zevendagenopsluiten

34Enopdezevendedagzaldepriesterdewond onderzoekenEnzie,alsdewondzichnietoverdehuid heeftverspreid,ennietdieperzitdandehuid,danzalde priesterhemreinverklarenHijzalzijnklerenwassenen reinzijn

35Maaralsdeschilferszichnadereinigingoverdehuid hebbenuitgebreid,

36DanmoetdepriesterhemonderzoekenAlsdeschilfers zichoverdehuidhebbenverspreid,magdepriesterniet naargeelhaarzoekenHijisdanonrein

37Maaralsdewondopeenplekopzijngezichtzit,ener groeitzwarthaarop,danisdewondgenezenenishijrein. Depriestermoethemdanreinverklaren

38Alseenmanofeenvrouwopdehuidvanhunvlees lichtevlekkenheeft,zelfswittelichtevlekken,

39DanmoetdepriesterkijkenAlsdelichteplekkenopde huidvanhunvleesdonkerwitzijn(hetiseenvlekmet sproetendieopdehuidgroeit),danishijrein.

40Endemanwienshaarisuitgevallen,dieiskaal;maar hijisrein

41Enwiehethaarvanhethoofdafnaarhetgezichttoe heeftuitgevallen,dieheefteenkaleplekophetvoorhoofd; hijisnochtansrein

42Enindienerophetkalehoofdofophetkalevoorhoofd eenwitte,rodezweeris,danisheteenmelaatsheiddieop zijnkalehoofdofopzijnkalevoorhoofdisontstaan

43Danzaldepriesterhetonderzoeken.Enzie,alsde zwellingvandezweeropzijnkalehoofdofopzijnkale voorhoofdwitroodis,zoalsdemelaatsheidzichopdehuid vanhetvleesvoordoet,

44Hijismelaats,hijisonrein;depriesterzalhem volkomenonreinverklaren;deplaagzitopzijnhoofd

45Endemelaatsebijwiedeplaagis,zalzijnkleren scheuren,enzijnhoofdontbloothouden,enhijzaleen bedekkingopzijnbovenlipleggen,enhijzalroepen: Onrein,onrein!

46Aldedagendatdeplaagophemis,zalhij verontreinigdzijn;hijisonrein;hijzalafgezonderdwonen; buitenhetlegerkampzalzijnwoonplaatszijn.

47Ookhetkleedwaarindemelaatsheidzit,hetzijeen wollenkleed,hetzijeenlinnenkleed;

48Hetzijindeschering,hetzijindeinslag,hetzijinlinnen, hetzijinwol,hetzijineenstukleer,hetzijinietsdatvan leergemaaktis;

49Enindiendeplaaggroenachtigofroodachtigisophet kleed,ofopdehuid,indeschering,ofindeinslag,ofop enigstukhuid,danisheteenplaagvanmelaatsheiden moetaandepriesterwordengetoond

50Endepriesterzaldeplaagbezien,enhem,diedeplaag heeft,zevendagenopsluiten.

51OpdezevendedagmoethijdeplaagonderzoekenAls deplaagzichheeftuitgebreidophetkleed,opdeinslagof opdeschering,opeenstukleerofopenigwerkstukdat vanleerisgemaakt,danisdeplaageenpijnlijke melaatsheid;hetisonrein

52Hijmoetdandatkleed,hetzijinslagofschering,hetzij inwoloflinnen,ofeniganderstukleer,waaropdeplaag zit,verbrandenWanthetiseenpijnlijkemelaatsheidHet moetinhetvuurwordenverbrand.

53Enalsdepriesterkijkt,enzie,deplaagheeftzichniet uitgebreidinhetkleed,nochindeschering,nochinde inslag,nochineniganderstukleer;

54Danzaldepriesterbevelgevendatmenhetvoorwerp waaropdeplaagzit,zalwassen,enhijzalhetnogeens zevendagenopbergen

55Endepriesterzaldeplaagbezien,nadathijgewassenis Enzie,indiendeplaagnietvankleurisveranderd,ende plaagzichnietheeftuitgebreid,danishetonrein;gijzult hetinhetvuurverbranden;hetisaandebinnenzijde gekrast,hetzijhetvanbinnenofvanbuitenonbedektis

56Enalsdepriesterziet,enzie,deplaagiswatdonker gewordennahetwassenervan,danzalhijhemuithet kleedscheuren,ofuitdehuid,ofuitdeschering,ofuitde inslag.

57Enalsdeziektezichnogsteedsvoordoetinhetkleed, indescheringofindeinslag,ofinenigstukleer,danishet eenzichuitbreidendeplaag.Gijzultdatgenewaarinde plaagzichbevindt,metvuurverbranden

58Enhetkleed,hetzijdeinslag,hetzijdeschering,hetzij watvoorstukhuiddanook,datgijwassenzult,indiende plaagdaarvanverdwenenis,danzalhetvoordetweede maalgewassenworden,enzalreinzijn

59Ditisdewetopdeplaagvanmelaatsheidineenwollen oflinnenkleed,indescheringofinslag,ofinenigstukvan huiden,omhetreinofonreinteverklaren

HOOFDSTUK14

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2Ditisdewetvoordemelaatseopdedagvanzijn reiniging:hijmoetnaardepriestergebrachtworden

3Danzaldepriesterbuitenhetlegerkampuitgaan,ende priesterzaltoezien,enzie,alsdeplaagvandemelaatsheid bijdemelaatsegenezenis,

4Danzaldepriesterbevelendatmenvoorhemdie gereinigdmoetworden,tweelevendeenreinevogels neemt,encederhout,scharlakenenhysop

5Endepriesterzalbevelgevendatmeneenvandevogels ineenaardenvatbovenstromendwatermoetdoden

6Endelevendevogel,diemoethijnemen,samenmethet cederhout,hetscharlakenendehysop,enhijmoetdie, samenmetdelevendevogel,dopeninhetbloedvande vogeldiebovenhetstromendewatergedoodis.

7Enhijzalhem,dievandemelaatsheidgereinigdmoet worden,zevenmaalbesprenkelenenhemreinverklaren Enhijzaldelevendevogelinhetopenveldloslaten

8Enhijdiegereinigdmoetworden,moetzijnkleren wassen,alzijnhaarafscherenenzichinwaterwassen, zodathijreinisDaarnamoethijinhetlegerkomenen zevendagenbuitenzijntentblijven

9Maaropdezevendedagzalhijalzijnhaarafscheren, zijnhoofdhaar,zijnbaardenzijnwenkbrauwen.Alzijn haarzalhijafscherenOokzalhijzijnklerenwassenen zijnvleesinwaterwassenDanzalhijreinzijn

10Enopdeachtstedagzalhijtweegavelammerennemen, enééngaveooilamvaneenjaaroud,endrietiendenfijn meelalsgraanoffer,gemengdmetolie,enéénlogolie

11Endepriesterdiehemreinigt,zaldemandiegereinigd moetworden,metdiedingen,voorhetaangezichtvande HEEREbrengen,bijdeingangvandetentdersamenkomst

12Endepriesterzaleenlamnemenenhetalsschuldoffer aanbieden,samenmetdelogolie,enzealsbeweegoffer voorhetaangezichtvandeHEEREbewegen

13Enhijzalhetlamslachtenopdeplaatswaarhijhet zondofferenhetbrandofferzalslachten,opdeheilige plaats;wantzoalshetzondoffervoordepriesteris,zois hetookmethetschuldoffer;hetisallerheiligst

14Endepriesterzaleendeelvanhetbloedvanhet schuldoffernemenenhetdoenopderechteroorlelvan degenediegereinigdmoetworden,opdeduimvanzijn rechterhandenopdegroteteenvanzijnrechtervoet

15Endepriesterzaleendeelvandelogolienemenenhet indepalmvanzijnlinkerhandgieten.

16Endepriesterzalzijnrechtervingerindeoliedopen, dieinzijnlinkerhandis,enhijzalmetzijnvinger zevenmaalvandeoliesprenkelenvoorhetaangezichtvan deHEERE

17Envanderestvandeoliedieinzijnhandis,zalde priesterdoenopderechteroorlelvandegenediegereinigd moetworden,enopdeduimvanzijnrechterhandenopde groteteenvanzijnrechtervoet,ophetbloedvanhet schuldoffer.

18Enhetoverblijfselvandeolie,datindehandvande priesteris,zalhijuitgietenophethoofdvanhemdie gereinigdmoetworden;zozaldepriesterverzoeningvoor hemdoenvoorhetaangezichtvandeHEERE

19Endepriesterzalhetzondofferofferenenverzoening doenvoorhemdievanzijnonreinheidgereinigdmoet worden;daarnazalhijhetbrandofferslachten

20Endepriesterzalhetbrandofferenhetspijsofferophet altaarofferen;zozaldepriesterverzoeningvoorhemdoen, enhijzalreinzijn

21Enindienhijarmisennietzoveelkankrijgen,danzal hijéénlamnemenalsschuldofferomtebewegen,om verzoeningvoorhemtedoen,eneentiendedeelfijnmeel, gemengdmetolie,alsgraanoffer,eneenlogolie;

22Entweetortelduiven,oftweejongeduiven,zoveelals hijkankrijgen;endeenezaleenzondofferzijn,ende andereeenbrandoffer

23Opdeachtstedagmoethijzevoorzijnreinigingnaar depriesterbrengen,bijdeingangvandetentvan ontmoeting,voorhetaangezichtvandeHEERE

24Endepriesterzalhetlamvanhetschuldofferendelog olienemen,endepriesterzalzealsbeweegoffervoorhet aangezichtvandeHEEREbewegen.

25Hijmoethetlamvanhetschuldofferslachten,ende priestermoetvanhetbloedvanhetschuldoffernemenen hetdoenaanderechteroorlelvandegenediegereinigd moetworden,enaandeduimvanzijnrechterhandenaan degroteteenvanzijnrechtervoet

26Endepriesterzaleendeelvandeolieindepalmvan zijnlinkerhandgieten

27Endepriesterzalmetzijnrechtervingereendeelvande olie,dieinzijnlinkerhandis,zevenmaalvoorhet aangezichtvandeHEEREsprenkelen

28Endepriesterzalvandeoliedieinzijnhandis,doen opderechteroorlelvandegenediegereinigdmoetworden, enopdeduimvanzijnrechterhandenopdegroteteenvan

zijnrechtervoet,opdeplaatsvanhetbloedvanhet schuldoffer.

29Enderestvandeoliedieindehandvandepriesteris, moethijophethoofdvandegenediegereinigdmoet worden,doenomverzoeningvoorhemtedoenvoorhet aangezichtvandeHEERE

30Enhijzaleenvandetortelduivenofvandejonge duivenofferen,wathijkrijgenkan;

31Zoveelalshijkankrijgen,deenevooreenzondoffer,en deanderevooreenbrandoffer,samenmethetgraanoffer Zozaldepriesterverzoeningdoenvoorhemdiegereinigd moetwordenvoorhetaangezichtvandeHEERE

32Ditisdewetvanhembijwiedeplaagvanmelaatsheid is,wienshandnietinstaatisdatgenetenemenwattotzijn reinigingdient

33EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende: 34WanneergijinhetlandKanaänkomt,datIkutoteen bezittinggeef,enIkdeplaagvanmelaatsheidinhethuis vanhetlanduwerbezittingleg,

35Endeeigenaarvanhethuismoetkomenenhetaande priestermelden,enzeggen:Hetlijktmijdatereensoort plaaginhethuisis.

36Danzaldepriesterbevelgevendatmenhethuisleeg moetmaken,voordatdepriesternaarbinnengaatomde plaagtebekijken.Opdiemanierwordtalleswatzichinhet huisbevindt,onreinDaarnazaldepriesternaarbinnen gaanomhethuistebekijken

37Danzalhijdeplaagbezien,enzie,alsdeplaagzichin demurenvanhethuisbevindt,methollestroken, groenachtigofroodachtig,dieinhetzichtlagerzijndande muur;

38Danzaldepriesteruithethuisnaardeingangvanhet huisgaanenhethuiszevendagenopslotdoen

39Endepriesterzalopdezevendedagterugkomenenhet zienEnzie,alsdeplaagzichheeftuitgebreidoverde murenvanhethuis,

40Danzaldepriesterbevelgevendestenenwaaropde plaagzit,wegtehalenenzeopeenonreineplaatsbuiten destadtewerpen

41Enhijzalhethuisvanbinnenrondomlatenafkrabben, enhetstofdatzijbuitendestadafkrabben,zullenzijop eenonreineplaatsuitstorten

42Danzullenzijanderestenennemenendieindeplaats vandeanderestenenleggen;danzalhijanderemortel nemenenhethuisbepleisteren

43Enwanneerdeplaagopnieuwkomteninhethuis uitbreekt,nadathijdestenenheeftweggenomen,nadathij hethuisheeftafgekrabdennadathijhetheeftgepleisterd, 44Danzaldepriesterkomenenkijken,enzie,indiende plaagzichinhethuisheeftuitgebreid,danisheteen kwellendemelaatsheidinhethuis:hetisonrein

45Hijzalhethuisafbreken,metdestenenervan,hethout ervanenalhetleemvanhethuisHijzalhetbuitendestad brengen,naareenonreineplaats

46Enwiehethuisbinnengaatterwijlhetafgeslotenis,zal onreinzijntotdeavond

47Enwieinhethuisslaapt,zalzijnklerenwassen;enwie inhethuiseet,zalzijnklerenwassen

48Enwanneerdepriesterbinnenkomtenhetziet,enzie, deplaagheeftzichnietuitgebreidinhethuis,nadathet huisgepleisterdwas,danzaldepriesterhethuisrein verklaren,omdatdeplaaggenezenis

49Enhijzalomhethuistereinigentweevogelsnemen,en cederhout,enscharlaken,enhysop.

50Enhijmoetdeenevogelineenaardenpotboven stromendwaterslachten.

51Enhijzalhetcederhout,dehysop,hetscharlakenende levendevogelnemenenzeinhetbloedvandegeslachte vogeleninhetstromendewaterdopen,enhethuis zevenmaalbesprenkelen.

52Enhijzalhethuisreinigenmethetbloedvandevogel, methetstromendewater,metdelevendevogel,methet cederhout,metdehysopenmethetscharlaken

53Maardelevendevogelmoethijuitdestadloslatenin hetopenveld,enverzoeningdoenvoorhethuis,enhetzal reinzijn

54Ditisdewettegenallesoortenplagenvanmelaatsheid enschurft,

55Envoordemelaatsheidvaneenkleedenvaneenhuis, 56Envooreenoprisping,envooreenkorst,envooreen lichteplek:

57Omteonderwijzenwanneerhetonreinis,enwanneer hetreinis:ditisdewettegenmelaatsheid

HOOFDSTUK15

1EndeHEEREspraktotMozesentotAäron,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneer iemandeenvloeiinguitzijnvleesheeft,ishijvanwegedie vloeiingonrein.

3Enditzalzijnonreinheidzijninzijnvloeiing:hetzijzijn vleesmetzijnvloeiingmeeloopt,hetzijzijnvleesvanzijn vloeiingwordtafgehouden,hetiszijnonreinheid.

4Elkbedwaaropiemandligtdiedevloeiingheeft,is onrein;enalleswaaropiemandzit,zalonreinzijn

5Eniederdiezijnbedaanraakt,moetzijnklerenwassen enzichinwaterbadenHijisonreintotdeavond

6Enwieopietszitwaarophijgezetenheeftdiede vloeiingheeft,moetzijnklerenwassenenzichinwater baden;enhijisonreintotdeavond

7Enwiehetvleesaanraaktvanhemdiedevloeiingheeft, moetzijnklerenwassenenzichinwaterbaden.Hijis onreintotdeavond

8Enwanneerdegenediedevloeiingheeft,opiemand spuwtdiereinis,danmoethijzijnklerenwassenenzichin waterbadenHijisonreintotdeavond

9Enelkzadelwaarophijrijdt,datdevloeiingheeft,zal onreinzijn.

10Eniederdieietsaanraaktdatonderhemis,zalonrein zijntotdeavond;enwieietsvandiedingenopneemt,zal zijnklerenwassenenzichinwaterbaden,enzalonrein zijntotdeavond

11Eniederdieiemandaanraaktdiedevloeiingheeft,en zijnhandennietmetwaterheeftafgespoeld,diemoetzijn klerenwassenenzichinwaterbadenHijisonreintotde avond

12Eniederaardenvoorwerpdathijaanraakt,metde vloeiing,zalgebrokenworden;enelkhoutenvoorwerpzal metwaterafgespoeldworden.

13Wanneeriemandmeteenvloeiinggereinigdisvanzijn vloeiing,moethijzevendagenwachtenvoorzijnreiniging Hijmoetzijnklerenwassenenzijnlichaaminstromend waterbadenDanishijweerrein

14Enopdeachtstedagzalhijtweetortelduivenoftwee jongeduivenvoorzichnemen,envoorhetaangezichtvan deHEEREkomen,bijdeingangvandetentder samenkomst,enzeaandepriestergeven.

15Endepriesterzalzeofferen,deenealszondofferende anderealsbrandoffer;zozaldepriestervoorhem verzoeningdoenvoorhetaangezichtvandeHEERE, vanwegezijnvloeiing.

16Wanneerbijeenmanhetgeslachtszaaduitgaat,moethij zijnhelelichaaminwaterwassenenonreinzijntotde avond

17Enelkkleedenelkehuidwaarophetzaadvandeparing is,zalmetwatergewassenwordenenonreinzijntotde avond

18Ookdevrouwbijwiedemangemeenschapheeftmet zaadvandegeslachtsgemeenschap,zijzullenzichbeiden inwaterbadenenonreinzijntotdeavond

19Wanneereenvrouweenvloeiingheeftendevloeiingin haarvleesbloedis,moetzijzevendagenapartgezet wordenIedereendiehaaraanraakt,isonreintotdeavond 20Enalleswaaropzijinhaarafzonderingligt,zalonrein zijn;ookalleswaaropzijzit,zalonreinzijn.

21Eniederdiehaarbedaanraakt,moetzijnklerenwassen enzichinwaterbadenHijisonreintotdeavond

22Eniederdieietsaanraaktwaaropzijgezetenheeft,moet zijnklerenwassenenzichinwaterbadenHijisonreintot deavond

23Enalshijhetaanraaktophaarbed,ofopietswaaropzij zit,danishijonreintotdeavond

24Wanneereenmanbijhaarslaaptenhaarbloemenop hemliggen,ishijzevendagenonrein.Ookhethelebed waarophijslaapt,isonrein

25Wanneereenvrouwveeldagennahaarafzondering bloedverliest,ofwanneerhetlangerduurtdandetijdvan haarafzondering,danzullenalledagenvanhaar onreinheidgelijkzijnaandedagenvanhaarafzondering Zijzalonreinzijn.

26Elkbedwaaropzijligt,aldedagenvanhaarbevalling, zalvoorhaarzijnalshetbedvanhaarafzondering;enalles waaropzijzit,zalonreinzijn,alsdeonreinheidvanhaar afzondering

27Eniederdiedezedingenaanraakt,zalonreinzijn;hij moetzijnklerenwassenenzichinwaterbaden,enhijis onreintotdeavond

28Maaralszijvanhaarvloeiinggereinigdis,danmoetzij voorzichzelfzevendagentellen,endaarnazalzijreinzijn.

29Enopdeachtstedagzalzijtweetortelduivenoftwee jongeduivennemenenzenaardepriesterbrengen,bijde ingangvandetentvanontmoeting

30Endepriesterzaldeenealszondofferendeandereals brandofferopdragen;zozaldepriestervoorhaar verzoeningdoenvoorhetaangezichtvandeHEERE, vanwegedeafloopvanhaaronreinheid

31ZomoetudeIsraëlietenafzonderenvanhunonreinheid, opdatzijnietsterveninhunonreinheid,wanneerzijMijn tent,dieinhunmiddenis,verontreinigen

32Ditisdewetvoorhemdieeenvruchtheeftenvoorhem wienszaadvanhemweggaatendaardoorverontreinigd wordt:

33Envanhaardieziekisvanhaarbloemen,envanhem dieeenvloeiingheeft,vandemanenvandevrouw,envan hemdiebijhaaronreineligt

HOOFDSTUK16

1EndeHEEREspraktotMozesnadedoodvandetwee zonenvanAäron,toenzijvoorhetaangezichtvande HEEREofferdenengestorvenwaren:

2ToenzeideHEEREtegenMozes:Zegtegenjebroer Aärondathijnietteallentijdeinhetheiligdombinnenhet voorhangselmagkomen,vóórhetverzoendekseldatopde arkligtDansterfthijniet,wantIkzalindewolkophet verzoendekselverschijnen

3ZomoetAäronindeheiligeplaatskomen:meteenjonge stieralszondoffereneenramalsbrandoffer

4Hijzalhetheiligelinnenkleedaantrekken,endelinnen broekzalhijoverzijnlichaamdragen,enhijzalomgord zijnmeteenlinnengordel,enmetdelinnenmijterzalhij gekleedzijn.Ditzijnheiligekledingstukken;daaromzal hijzijnlichaaminwaterwassen,enzozalhijze aantrekken

5EnhijzaluitdevergaderingvandeIsraëlietentwee geitenbokjesnemenalszondoffer,enéénramals brandoffer

6DanzalAärondejongestiervanhetzondoffer,datvoor hemzelfbestemdis,offerenenverzoeningdoenvoor zichzelfenvoorzijngezin

7Hijmoetdetweebokkennemenenzevoorhet aangezichtvandeHEEREbrengen,bijdeingangvande tentvanontmoeting

8EnAäronzalhetlotoverdetweebokkenwerpen:éénlot voordeHEERE,enéénlotvoordezondebok

9DanmoetAärondebokwaarophetlotvandeHEERE gevallenis,brengenenhemalszondofferopdragen.

10Maardebokwaarophetlotgevallenisomzondebokte worden,moetlevendvoorhetaangezichtvandeHEERE gebrachtworden,ommethemverzoeningtedoenenhem alszondebokdewoestijnintelatengaan

11DanzalAärondejongestiervanhetzondoffer,dievoor hemis,brengenenverzoeningdoenvoorzichzelfenvoor zijnhuisOokzalhijdejongestiervanhetzondoffer,die voorhemis,slachten

12Danzalhijeenwierookvatvolgloeiendekolenvanhet altaarvoorhetaangezichtvandeHEEREnemen,enzijn handenvolfijngestamptreukwerk,enhijzalhetnaar binnenbrengen,achterhetvoorhangsel.

13Enhijzalhetreukwerkophetvuurleggenvoorhet aangezichtvandeHEERE,opdatdewolkvanhet reukwerkhetverzoendekselbedekte,datopdegetuigenis ligt,opdathijnietzousterven

14Danzalhijwatbloedvandejongestiernemenenhet metzijnvingerophetverzoendekselaandeoostkant sprenkelen;envóórhetverzoendekselzalhijmetzijn vingerwatvanhetbloedsprenkelen,zevenmaal

15Danzalhijdebokvanhetzondoffer,datvoorhetvolk bestemdis,slachten,enzijnbloedbinnenhetvoorhangsel brengen,enmetdatbloeddoenzoalshijmethetbloedvan destiergedaanheeft,enhetophetverzoendekselenvóór hetverzoendekselsprenkelen

16Hijzalverzoeningdoenvoordeheiligeplaatsvanwege deonreinheidvandeIsraëlietenenvanwegehun overtredingeninalhunzondenZozalhijookdoenvoor detentvanontmoeting,dieonderhenverblijfttemidden vanhunonreinheid

17Enermagniemandindetentdersamenkomstzijn, wanneerhijbinnengaatomverzoeningtedoeninde heiligeplaats,totdathijnaarbuitenkomtenverzoening gedaanheeftvoorzichzelf,voorzijngezinenvoorde gehelevergaderingvanIsraël.

18Hijzalnaarbuitengaannaarhetaltaardatvoorhet aangezichtvandeHEEREstaat,enerverzoeningvoor doen.Hijzalookwatbloedvandestierenvanhetbloed vandeboknemenendataandehorensvanhetaltaar strijken,rondom

19Enhijzalermetzijnvingerzevenmaaleendeelvanhet bloedopsprenkelen,enhetreinigenenheiligen,wegvan deonreinhedenvandeIsraëlieten.

20Wanneerhijdeverzoeningvanhetheiligdom,detent vansamenkomstenhetaltaarvoltooidheeft,moethijde levendebokbrengen.

21DanzalAäronzijnbeidehandenopdekopvande levendebokleggenenoverhemaldeongerechtigheden vandeIsraëlietenbelijden,enalhunovertredingeninal hunzonden;hijzalzeopdekopvandebokleggenenhem doordehandvaneendaartoegeschiktmanwegsturennaar dewoestijn.

22Endebokzalalhunongerechtighedenopzichdragen, naareenonbewoondland;daarnazalhijdebokinde woestijnloslaten.

23DanzalAäronindetentvanontmoetingkomenende linnenklederenuittrekken,diehijaangetrokkenhadtoen hijindeheiligeplaatskwam,enzedaarlatenliggen.

24Danzalhijzijnvleesmetwaterwassenopdeheilige plaats,zijnklerenweeraantrekken,naarbuitengaanen zijnbrandofferenhetbrandoffervanhetvolkofferen,en verzoeningdoenvoorzichzelfenvoorhetvolk

25Enhetvetvanhetzondoffermoethijophetaltaarin rooklatenopgaan.

26Endegenediedebokalszondebokheeftweggegeven, moetzijnklerenwassenenzijnvleesinwaterwassen Daarnamaghijweerinhetlegerkampkomen.

27Endestiervoorhetzondofferendebokvoorhet zondoffer,waarvanhetbloedwerdbinnengebrachtom verzoeningtedoenopdeheiligeplaats,moetenbuitenhet legerkampwordengebracht;enhunhuid,hunvleesenhun mestmoetenzijinhetvuurverbranden

28Endegenediezeverbrandheeft,moetzijnkleren wassenenzijnlichaaminwaterbadenDaarnamaghij weerinhetlegerkomen

29Enditzalvoorueeneeuwigeverordeningzijn:inde zevendemaand,opdetiendedagvandemaand,zultuuw zielenverootmoedigeneninhetgeheelgeenwerkdoen, nochdeinheemse,nochdevreemdelingdieinuwmidden vertoeft

30Wantopdiedagzaldepriesterverzoeningvoorudoen omutereinigen,zodatureinzultzijnvanaluwzonden voorhetaangezichtvandeHEERE

31Hetzalvoorueenvolkomensabbatzijn,waaropuzich moetverootmoedigen;hetiseeneeuwigeinzetting

32Endepriester,diehijzalzalvenendiehijzalwijden omhetpriesterambttebekledenindeplaatsvanzijnvader, zaldeverzoeningdoenendelinnenklederen,deheilige gewaden,aantrekken

33Hijzalverzoeningdoenvoorhetheiligeheiligdom,en hijzalverzoeningdoenvoordetentvanontmoetingen

voorhetaltaar,enhijzalverzoeningdoenvoordepriesters envoorheelhetvolkvandegemeenschap.

34Enditzalutoteeneeuwigeinzettingzijn,omeenmaal perjaarverzoeningtedoenvoordekinderenIsraëls,voor alhunzonden.Enhijdeed,zoalsdeHEEREMozes gebodenhad

HOOFDSTUK17

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotAäron,totzijnzonenentotalleIsraëlieten,en zegtothen:DitishetwoorddatdeHEEREgebodenheeft, toenHijzei:

3IedermensuithethuisvanIsraëldieeenrund,lamof geitinhetlegerslacht,ofdiehetbuitenhetlegerslacht, 4Enhijbrengthetnietbijdeingangvandetentder samenkomst,omeenofferaandeHEEREtebrengen,vóór detentdesHEEREN;aandiemanzalhetbloed toegerekendworden;hijheeftbloedvergoten;endieman zaluithetmiddenvanzijnvolkuitgeroeidworden

5OpdatdeIsraëlietenhunslachtoffers,diezijinhetopen veldofferen,zoudenbrengen,omzenaardeHEEREte brengen,naardeingangvandetentvanontmoeting,naar depriester,enzealsdankoffersaandeHEEREteofferen

6Endepriesterzalhetbloedsprenkelenophetaltaarvan deHEERE,bijdeingangvandetentvanontmoeting,en hetvetinrooklatenopgaantoteenaangenamegeurvoor deHEERE.

7Enzijzullenhunoffersnietmeerofferenaandeduivelen, achterwiezijhoererijhebbenbedrevenDitzalhuneen eeuwigeinzettingzijn,vangeneratieopgeneratie.

8Engijzulttothenzeggen:Alwieerisvanhethuisvan Israël,ofvandevreemdelingen,dieonderuvertoeven,die eenbrandofferofslachtofferoffert,

9Enhijbrengthetnietnaardeingangvandetentder samenkomstomhetaandeHEEREteofferen;danzaldie manuithetmiddenvanzijnvolkuitgeroeidworden.

10EniedermensuithethuisvanIsraël,ofuitde vreemdelingendieinuwmiddenvertoeven,dieenigbloed eet,tegenhemdiebloedeet,zalIkMijnaangezichtkeren enhemuithetmiddenvanzijnvolkuitroeien

11WanthetlevenvanhetvleesisinhetbloedIkhebhet uophetaltaargegevenomverzoeningtedoenvooruw zielenWanthetishetbloeddatverzoeningdoetvoorde ziel

12DaaromhebIktotdeIsraëlietengezegd:Niemandvanu magbloedeten,enookgeenvreemdelingdieinuw middenvertoeft,magbloedeten.

13EniedermensvandeIsraëlietenofvande vreemdelingendieinuwmiddenvertoeven,dieeenwild dierofgevogeltejaagtenvangtdatgegetenmagworden, diezalhetbloeddaarvanuitgietenenhetmetstof bedekken

14Wanthetishetlevenvanallevlees;hetbloedervanis voorhetlevenervanDaaromhebIktotdeIsraëlieten gezegd:Gijzulthetbloedvangeenenkelvleeseten,want hetlevenvanallevleesishetbloedervan.Alwieheteet, zaluitgeroeidworden

15Eniederdieeendooddiereet,ofietswatdooreenwild dierverscheurdis,hetzijeeninwonervanuwland,hetzij eenvreemdeling,diezalzijnklerenwassenenzichin

waterbadenHijzalonreinzijntotdeavondDanzalhij reinzijn.

16Maaralshijzenietwastenzijnlichaamnietbaadt,dan zalhijzijnongerechtigheiddragen.

HOOFDSTUK18

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Ikbende HEERE,uwGod

3GijzultnietdoenwaterinhetlandEgypte,waargij gewoondhebt,gedaanwerd;engijzultnietdoenwaterin hetlandKanaän,waarIkuheenbreng,gedaanwerd;engij zultnietwandelennaarhunbepalingen

4GijzultMijnbepalingendoenenMijnverordeningenin achtnemen,doordaarnaartewandelen.IkbendeHEERE, uwGod

5Daarommoetumijnverordeningenenbepalingeninacht nemen.Alsiemanddiedoet,zalhijdaardoorleven.Ikben deHEERE

6Niemandvanumagnaderentotzijnnaastebloedverwant, omzijnnaaktheidteontdekken.IkbendeHEERE.

7Deschaamtevanuwvaderofdeschaamtevanuw moedermagunietontblotenZijisuwmoeder,haar schaamtemagunietontbloten.

8Deschaamtevandevrouwvanuwvadermaguniet ontbloten:hetisdeschaamtevanuwvader

9Deschaamdelenvanuwzuster,dedochtervanuwvader ofdedochtervanuwmoeder,hetzijgeboreninuweigen land,hetzijgeboreninhetbuitenland,magunietontbloten

10Deschaamtevandedochtervanuwzoonofvande dochtervanuwdochter,hunschaamtemagunietontbloten, wanthunschaamteisuweigenschaamte

11Deschaamtevandedochtervandevrouwvanuwvader, diedooruwvaderisverwekt,zijisuwzuster;haar schaamtemagunietontbloten

12Deschaamtevaneenzustervanuwvadermaguniet ontbloten;zijiseenbloedverwantevanuwvader

13Deschaamdelenvandezustervanuwmoedermagu nietontbloten,wantzijiseenbloedverwantevanuw moeder

14Deschaamdelenvandebroervanuwvadermaguniet ontbloten.Totzijnvrouwmagunietnaderen:zijisuw tante

15Deschaamtevanuwschoondochtermaguniet ontbloten.Zijisdevrouwvanuwzoon.Haarschaamte magunietontbloten

16Deschaamtevandevrouwvanuwbroermaguniet ontbloten;hetisdeschaamtevanuwbroer

17Deschaamtevaneenvrouwenhaardochtermaguniet ontblotenOokmagudedochtervanhaarzoonofde dochtervanhaardochternietmeenemenomhaarschaamte teontblotenZijzijnimmershaarnaastebloedverwanten Datisschandelijkheid

18Engijzultookgeenvrouwnemenvoorhaarzuster,om haartekwellen,omhaarschaamteteontbloten,naastde andere,gedurendehaarleven.

19Ookmagunietnaderentoteenvrouwomhaar schaamteteontbloten,zolangzijafgezonderdisvanwege haaronreinheid.

20Ookmagugeengemeenschaphebbenmetdevrouw vanuwnaaste,omuzelfmethaarteverontreinigen

21Engijzultniettoelatendatiemandvanuwnageslacht doorhetvuurgaatterwillevandeMoloch,engijzultde NaamvanuwGodnietontheiligenIkbendeHEERE

22Gijzultnietmeteenmanslapen,zoalsgijmeteen vrouwslaapt;datiseengruwel.

23Engijzultmetgeenenkeldiergemeenschaphebben, omudaarmeeteverontreinigen;engeenvrouwmagvoor eendierstaan,omdaarbijgemeenschaptehebben;hetis verwarring

24Verontreinigunietmetaldezedingen,wantmetaldeze dingenhebbendeheidenvolkenzichverontreinigd,dieIk vooruuitverdrevenheb

25DaaromzalIkzijnongerechtigheideraanvergelden, zodathetlandzijninwonersuitspuwt

26Daarommoetumijninzettingenenbepalingeninacht nemenenmagugeenvandezegruweldadendoen,nochde mensenuituweigenvolk,nochdevreemdelingendiein uwmiddenvertoeven

27Wantaldezegruweldadenhebbendemannenvanhet landgedaan,dieervóóruwaren,enhetlandisonrein geworden

28Opdathetlandunietuitspuwt,wanneeruhet verontreinigt,zoalshetdeheidenvolkenuitspuwdedie vóóruwaren

29Wantiederdieeenvandezegruweldadendoet,zaluit hetmiddenvanzijnvolkuitgeroeidworden

30Daarommoetuzichhoudenaanmijnvoorschriftenen magugeenvandegruwelijkegebruikendoendievóóru gedaanzijn,enmaguzichdaardoornietverontreinigenIk bendeHEERE,uwGod

HOOFDSTUK19

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdehelevergaderingvandeIsraëlietenenzeg tegenhen:Weesheilig,wantIk,deHEERE,uwGod,ben heilig.

3Iedermoetontzaghebbenvoorzijnmoederenzijnvader, enMijnsabbattenonderhoudenIkbendeHEERE,uw God.

4Umagzichniettotdeafgodenwendenenugeen gegotengodenmakenIkbendeHEERE,uwGod

5EnwanneerueendankofferaandeHEEREbrengt,mag udatdoennaareigengoeddunken

6Hetmoetgegetenwordenopdedagdatuhetoffert,en ookdedagerna.Enalshettotdederdedagoverblijft, moethetinhetvuurverbrandworden

7Enalshetopdederdedagtochgegetenwordt,ishet afschuwelijkenzalhetnietwordenaanvaard

8Daaromzaliederdiedaarvaneet,zijneigen ongerechtigheiddragen,omdathijhetheiligevande HEEREontheiligdheeft.Endiepersoonzaluithetmidden vanzijnvolkuitgeroeidworden

9Wanneerudeoogstvanuwlandbinnenhaalt,magude hoekenvanuwakkernietgeheelafmaaienenmagude restenvanuwoogstnietoprapen

10Umaggeenarenlezeninuwwijngaard,enumagniet aluwdruivenplukkenUmoetzevoordearmeende vreemdelinglatenliggenIkbendeHEERE,uwGod

11Gijzultnietstelen,nochbedriegen,nochelkaar bedriegen

12EngijzultbijMijnNaamnietvalselijkzweren,engij zultdeNaamvanuwGodnietontheiligen.Ikbende HEERE

13Umaguwnaastenietbedriegenennietberoven.Het loonvandedaglonermagnietdehelenachtbijublijven totdemorgen

14Vervloekdedovenietenlegvoordeblindegeen struikelblokneer,maarhebontzagvooruwGod.Ikbende HEERE

15DoegeenonrechtinderechtspraakUmagdearmeniet aanzienenderijkenietvoortrekkenMaarumoet rechtvaardigoordelenoveruwnaaste

16Gijzultonderuwvolknietalseenlasteraarrondgaan, engijzultuwnaastenietnaarhetlevenstaanIkbende HEERE

17Umaguwbroederinuwhartniethaten.Umaguw naasteopgeenenkelewijzebestraffen,enumaghemgeen zondeaandoen

18Umaggeenwraaknemenengeenwrokkoesterentegen dekinderenvanuwvolk,maarumoetuwnaaste liefhebbenalsuzelfIkbendeHEERE

19GijzultMijninzettingenhouden.Gijzultuwveeniet metverschillendesoortenlatenvoortbrengen;gijzultuw akkernietmetgemengdzaadbezaaien;eneenkleedvan gemengdlinnenenwolmagunietaandoen.

20Eniederdiegemeenschapheeftmeteenslavin,dieaan eenmanondertrouwdiseninhetgeheelnietvrijgekocht ennietvrijgelatenis,diezalgegeseldworden.Zijzalniet terdoodgebrachtworden,wantzijwasnietvrij

21HijmoetzijnschuldofferaandeHEEREbrengen,bijde ingangvandetentvanontmoeting,eenramalsschuldoffer. 22Endepriesterzalmetderamvanhetschuldoffer verzoeningvoorhemdoenvoorhetaangezichtvande HEERE,vanwegezijnzondediehijgedaanheeft;ende zondediehijgedaanheeft,zalhemvergevenworden

23Wanneergijinhetlandkomtenallerleivruchtbomen geplanthebt,zultgijdevruchtdaarvanalsonbesneden beschouwenDriejaarlangzalhetvoorualsonbesneden zijn;daarvanmagnietgegetenworden

24Maarinhetvierdejaarzalaldevruchtervanheiligzijn, totlofvandeHEERE

25Eninhetvijfdejaarmagudevruchtervaneten,zodat hetuopbrengstgeeft.IkbendeHEERE,uwGod.

26Gijzultnietsetenwaarnogbloedinzit,engijzultook geentoverijaanwenden,engeentijdeninachtnemen 27Umagdehoekenvanuwhoofdnietafrondenende hoekenvanuwbaardmagunietbeschadigen

28Umaggeeninsnijdingeninuwvleesmakenomeen dode,enumaggeenmerktekensbijuzelflatenaanbrengen IkbendeHEERE

29Umaguwdochternietontuchtigen,zodatzijhoererij bedrijft.Andersvervalthetlandtothoererijenwordthet landvolvanongerechtigheid

30Mijnsabbattenmoetuonderhoudeneneerbiedhebben voorMijnheiligdomIkbendeHEERE

31Trekunietsaanvandegeestenvandodenenzoekgeen raadmetwaarzeggers,zodatuzichdoorhenverontreinigt. IkbendeHEERE,uwGod

32Voorhetaangezichtvandegrijzendemanmoetu opstaan,hetaangezichtvandeoudemanmoetuerenen uwGodmoetuvrezenIkbendeHEERE

33Enwanneereenvreemdelingbijuinuwlandverblijft, maguhemnietlastigvallen.

34Maardevreemdelingdiebijuverblijft,zalvooruzijn alseeninboorlingonderu;enuzulthemliefhebbenals uzelf,wantubentvreemdelingengeweestinhetland EgypteIkbendeHEERE,uwGod

35Doegeenonrechtinhetrecht,inhetmetenvanmaten, ingewichteneningewichten.

36Eenzuivereweegschaal,zuiveregewichten,eenzuivere efaeneenzuiverehinmoetugebruikenIkbendeHEERE, uwGod,dieuuithetlandEgypteheeftgeleid

37Daarommoetualmijnverordeningenenalmijn bepalingennalevenenzehouden.IkbendeHEERE.

HOOFDSTUK20

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2VerdermoetutegendeIsraëlietenzeggen:Iedereenvan deIsraëlietenenvandevreemdelingendieinIsraël vertoeven,dieiemandvanzijnnakomelingenaande Molochgeeft,moetzekergedoodwordenDebevolking vanhetlandmoethemstenigen.

3Ikzalmijnaangezichttegendiemankerenenhemuithet middenvanzijnvolkuitroeien,omdathijvanzijn nakomelingenaandeMolochheeftgegeven,ommijn heiligdomteverontreinigenenmijnheiligenaamte ontheiligen

4Enindiendebevolkingvanhetlandopenigerleiwijze hunogenvoordemanverbergt,wanneerhijvanzijnzaad aandeMolochgeeft,enhemnietdoodt,

5DanzalIkMijnaangezichttegendiemanentegenzijn familiekeren,enIkzalhemuitroeien,enookallendiehem achternagaanomhoererijtebedrijvenmetMoloch,uithet middenvanhunvolk.

6Endezieldiezichkeerttotdegeestenvandodenen waarzeggers,omhenalshoererijtebegaan,tegendieziel zalIkMijnaangezichtkerenenhemuithetmiddenvan zijnvolkuitroeien

7Heiligudusenweesheilig,wantIkbendeHEERE,uw God.

8EngijzultMijninzettingenonderhoudenenzehouden; IkbendeHEERE,Dieuheilig

9Wantiederdiezijnvaderofzijnmoedervervloekt,zal zekerterdoodgebrachtwordenHijheeftzijnvaderofzijn moedervervloekt;diensbloedschuldzalophemrusten

10Eniederdieoverspelpleegtmetdevrouwvaneen ander,ja,iederdieoverspelpleegtmetdevrouwvanzijn naaste,zoweldeoverspeleralsdeoverspeelster,zalzeker terdoodgebrachtworden

11Endemandiegemeenschapheeftmetdevrouwvan zijnvader,heeftdeschaamtevanzijnvaderontdektZij zullenbeidenzekerterdoodgebrachtworden;hun bloedschuldzalophenrusten

12Wanneereenmangemeenschapheeftmetzijn schoondochter,zullenzijbeidenzekerterdoodgebracht wordenZijhebbenverwarringgesticht,hunbloedschuld zalophenrusten.

13Wanneereenmanbijeenmanligt,zoalshijbijeen vrouwligt,hebbenzijbeideneengruwelgedaan;zij moetenzekerterdoodgebrachtworden;hunbloedschuldis ophen

14Wanneereenmaneenvrouwneemtenhaarmoeder, danisdateenovertreding.Zijzullenmetvuurverbrand worden,zowelhijalszijErmaggeenovertredingonderu zijn.

15Wanneereenmanmeteendiergemeenschapheeft, moethijzekergedoodwordenOokhetdiermoetu slachten

16Wanneereenvrouwbijeendierkomtendaarbijgaat liggen,moetuzoweldevrouwalshetdierdodenZij moetenzekergedoodworden;hunbloedzalophenkomen 17Wanneereenmanzijnzuster,dedochtervanzijnvader ofdedochtervanzijnmoeder,neemtenhaarnaaktheid ziet,enzijzijnnaaktheidziet,danisdatietsheelergs.Zij zullenvoordeogenvanhunvolkwordenuitgeroeidHij heeftdenaaktheidvanzijnzusterontblootHijzalzijn ongerechtigheiddragen.

18Wanneereenmanbijeenziekevrouwligtenhaar schaamteontdekt,heefthijhaarbronontdekt,enzijheeft debronvanhaarbloedontdekt.Danzullenzijbeidenuit hetmiddenvanhunvolkwordenuitgeroeid

19Engijzultdeschaamdelenvandezustervanuw moeder,nochvandezustervanuwvader,nietontbloten; wantgijontblootzijnnaastebloedverwant;zijzullenhun ongerechtigheiddragen

20Wanneereenmangemeenschapheeftmetdevrouwvan zijnoom,heefthijdeschaamtevanzijnoomontblootZij zullenhunzondedragenenkinderloossterven

21Wanneereenmandevrouwvanzijnbroerneemt,isdat onreinHijheeftdeschaamtevanzijnbroerontblootenzij zullenkinderlooszijn

22Daarommoetualmijninzettingenenalmijn bepalingeninachtnemenenzehouden,zodathetland waarIkuheenbrengomdaarintewonen,unietuitspuwt 23Engijzultnietwandelenindegebruikenvanhetvolk, datIkvooruwaangezichthebverdreven;wantzijhebben aldezedingengedaan,endaaromhebIkeenafschuwvan hen.

24MaarIkhebugezegd:Uzulthunlandinbezitnemen, enIkzalhetuinbezitgeven,eenlanddatovervloeitvan melkenhoning.IkbendeHEERE,uwGod,dieuvande anderevolkenhebafgezonderd

25Daarommoetuonderscheidmakentussenreineen onreinedieren,entussenonreineenreinevogels.Umag uzelfnietverfoeilijkmakendooreendier,dooreenvogel ofdooreniganderlevendwezendatopdeaardekruipt,dat Ikvoorualsonreinhebafgezonderd.

26EngijzultMijheiligzijn,wantIk,deHEERE,ben heilig.EnIkhebuvandeanderevolkenafgezonderd, opdatgijMijzoudtzijn

27Ookeenmanofvrouwdieeenwaarzeggendegeest heeftofeentovenaaris,zalzekerterdoodgebracht worden.Menzalhenmetstenenstenigen;hunbloedzalop henzijn

HOOFDSTUK21

1ToenzeideHEEREtegenMozes:Spreektotdepriesters, dezonenvanAäron,enzegtegenhen:Niemandvanzijn volkmagzichomeendodeverontreinigen

2Maarvoorzijnbloedverwant,diehemhetnaasteis,dat wilzeggenvoorzijnmoeder,envoorzijnvader,envoor zijnzoon,envoorzijndochter,envoorzijnbroer,

3Envoorzijnzuster,eenmaagddiehemnabijisendie noggeenmanheeftgehad;omhaarmaghijzich verontreinigen

4Maarhijmagzichnietverontreinigen,terwijlhijde leidervanzijnvolkis,omzichzelfteontheiligen.

5Zijmogenophunhoofdgeenkaleplekmaken,derand vanhunbaardnietafscherenengeeninsnijdingeninhun vleesmaken.

6ZijzullenheiligzijnvoorhunGodendeNaamvanhun Godnietontheiligen,wantdevuuroffersvandeHEEREen hetbroodvanhunGodbrengenzij;daaromzullenzij heiligzijn

7Zijmogengeenhoererijplegenofeenonheiligevrouw trouwen;enzijmogengeenvrouwnemendiedoorhaar manverstotenis,wanthijisheiligvoorzijnGod

8Daarommoetuhemheiligen,wanthijbiedthetbrood vanuwGodaanHijmoetheiligvooruzijn,wantIk,de HEERE,benheilig

9Enwanneerdedochtervaneenpriesterzichontheiligt doorhoererijtebedrijven,ontheiligtzijdaarmeehaarvader; zijzalmetvuurverbrandworden

10Enhijdiedehogepriesterisonderzijnbroeders,op wienshoofddezalfolieisuitgegotenendiegeheiligdisom deklederenaantetrekken,magzijnhoofdnietloshangen enzijnklerennietscheuren.

11Hijmagnietingaanbijeendoodlichaam,enzichniet verontreinigenterwillevanzijnvaderofterwillevanzijn moeder.

12Hijmaghetheiligdomnietverlatenenhetheiligdom vanzijnGodnietontheiligen,wantdekroonvande zalfolievanzijnGodisophem:IkbendeHEERE.

13Enhijzaleenvrouwnementerwijlzijnogmaagdis

14Eenweduwe,eenverstotenvrouw,eenonheiligevrouw ofeenhoer,diemaghijnietnemen;maareenmaagduit zijneigenvolkmoethijtotvrouwnemen

15Hijmagzijnnageslachtnietontheiligentemiddenvan zijnvolk,wantIk,deHEERE,heilighem.

16EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

17SpreektotAäronenzeg:Alwieuituwnageslacht,inal hungeneraties,eengebrekheeft,magnietnaderenomhet broodvanzijnGodaantebieden

18Wantniemandmeteengebrekmagnaderen:eenblinde, eenkreupele,eenplatteneusofeenanderoverbodig voorwerp,

19Ofeenmanmeteengebrokenvoetofeengebroken hand,

20Ofeenkrommerug,ofeendwerg,ofdieeenvlekaan zijnoogheeft,ofscheurbuik,ofschurft,ofwiensstenen gebrokenzijn;

21GeenenkelemanuithetgeslachtvandepriesterAäron dieeengebrekheeft,magnaderbijkomenomde vuuroffersvandeHEEREteofferen.Hijheefteengebrek enmagnietnaderbijkomenomhetbroodvanzijnGodte offeren

22HijzalhetbroodvanzijnGodeten,zowelhet allerheiligstealshetheilige

23Alleenmaghijnietinhetvoorhangselkomenenniettot hetaltaarnaderen,omdathijeengebrekheeftAnders ontheiligthijmijnheiligdommen,wantIk,deHEERE, heiligze.

24ToenverteldeMozeshetaanAäron,aanzijnzonenen aanalleIsraëlieten

HOOFDSTUK22

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende: 2ZegtegenAäronenzijnzonendatzijzichafzonderen vandeheiligedingenvandeIsraëlietenendatzijMijn heiligeNaamnietontheiligenindedingendiezijMij heiligenIkbendeHEERE

3Zegtothen:Alwieuitheeluwnageslacht,onderaluw generaties,naardeheiligedingengaatdiedeIsraëlietende HEEREheiligen,terwijlzijnonreinheidophemis,diezal vanMijnaangezichtafgesnedenwordenIkbendeHEERE 4WieookuithetzaadvanAäronmelaatsis,ofeen vloeiingheeft,diezalvandeheiligedingennieteten, totdathijreinisEnwieietsaanraakt,datonreinisvande dode,ofeenman,wienszaadvanhemuitgaat,diezalniet etenvandeheiligedingen,totdathijreinis.

5Ofiederdieeenkruipenddieraanraaktwaardoorhij onreinzoukunnenworden,ofeenmensvanwiehij onreinheidzoukunnennemen,welkeonreinheidhijook heeft;

6Wiezoietsheeftaangeraakt,isonreintotdeavondHij magnietetenvandeheiligedingen,tenzijhijzijnvlees metwaterheeftgewassen

7Enwanneerdezonondergaat,zalhijreinzijn,endaarna zalhijvandeheiligedingeneten,wanthetiszijnvoedsel.

8Eendooddier,ofeendierdatdooreenwilddieris verscheurd,maghijnietetenomzichdaarmeete verontreinigen.IkbendeHEERE.

9Zijmoetendanmijnverordeninginachtnemen,opdatzij geenzondeopzichladenensterven,indienzijdie ontheiligen.Ik,deHEERE,heilighen.

10GeenenkelevreemdelingmagvanhetheiligeetenOok eenvreemdelingvandepriesterofeendaglonermagniet vanhetheiligeeten.

11Maaralsdepriesteriemandmetzijngeldkoopt,danzal hijdaarvaneten,enookdeinzijnhuisgeborenen;zij zullenvanzijnvleeseten.

12Alsdedochtervandepriestermeteenvreemde getrouwdis,magzijnietetenvaneenoffervandeheilige gaven.

13Maaralsdedochtervandepriesterweduweofverstoten isengeenkinderenheeft,ennaarhethuisvanhaarvader terugkeert,zoalsinhaarjeugd,danmagzijvanhetvlees vanhaarvadereten;maargeenenkelevreemdelingmag daarvaneten

14Wanneeriemandonbewustvanhetheiligeeet,moethij eenvijfdedeeldaarvanerbijdoenenhetaandepriester geven,samenmethetheilige.

15EnzijmogendeheiligedingenvandeIsraëlieten,die zijaandeHEEREofferen,nietontheiligen

16Oflaathendeongerechtigheidvandeovertreding dragen,wanneerzijhunheiligegaveneten,wantIk,de HEERE,heilighen

17EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

18SpreektotAäron,totzijnzonenentotalleIsraëlieten, enzegtothen:AlwievanhethuisvanIsraëlofvande vreemdelingeninIsraëlzijnoffergavezalbrengenvooral zijngeloftenenvooralzijnvrijwilligeoffers,diezijde HEEREalsbrandofferzullenbrengen, 19Gijzult,naaruwwil,eenmannelijkdierzonderenig gebrekofferenuithetrund,schaapofgeit

20Maarelkgebrekkigdiermagunietofferen,wanthetzal voorunietaanvaardbaarzijn.

21EnwieeendankofferaandeHEEREbrengtomzijn geloftetevervullen,ofeenvrijwilligeoffergavevan runderenofschapen,hetzalvolmaaktzijn,zodathet welgevalligis;ermaggeenenkelgebrekaanzijn

22Blinde,gebroken,verminktedieren,dierenmeteenwen, scheurbuikofschurft,diemagunietaandeHEERE offerenOokmaguzenietophetaltaaraandeHEERE offeren

23Eenstierofeenlam,waaraanietsontbreektof overbodigis,magualsvrijwilligofferaanbieden;maar vooreengeloftezalhetnietaanvaardworden.

24GijzultdenHEEREnietofferen,watgekneusd, verbrijzeld,gebrokenofgesnedenis;ookzultgijdaarvan inuwlandgeenofferbrengen.

25Ookuitdehandvaneenvreemdemagugeenvandeze dingenaanuwGodofferen,wanterzitverderfengebrek in.Zezijnvoorunietaanvaardbaar.

26EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

27Wanneereenstier,eenschaapofeengeitgeborenwordt, moethijzevendagenonderdedamblijven.Vanafde achtstedagishijeenofferdataandeHEEREgebracht moetworden

28Enongeachtofheteenrundofeenooibetreft,magu hetdierenzijnjongnietopééndagslachten

29EnwanneerueendankofferaandeHEEREwilt brengen,doedatdanopdewijzedieuwenst.

30Opdiezelfdedagzalhetgegetenworden;gijzulter nietsvanoverlatentotdevolgendedagIkbendeHEERE

31Daarommoetumijngebodeninachtnemenenzedoen: IkbendeHEERE

32EngijzultMijnheiligeNaamnietontheiligen,maarIk zalgeheiligdwordenonderdekinderenIsraëls.Ikbende HEERE,Dieuheilig,

33DieuuithetlandEgyptegeleidheeft,omutoteenGod tezijn.IkbendeHEERE.

HOOFDSTUK23

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Defeestenvan deHEERE,dieuuitroeptalsheiligesamenkomsten,zijn mijnfeesten

3Zesdagenmagerwerkverrichtworden,maardezevende dagiseendagvanvolledigerust,eenheiligesamenkomst. DanmagugeenwerkdoenHetiseendagvanrustvoorde HEERE,inaluwwoonplaatsen.

4DitzijndefeestenvandeHEERE,heiligesamenkomsten, dieuopdedaarvoorvastgesteldetijdmoetuitroepen

5Opdeveertiendedagvandeeerstemaand,inde avondschemering,ishetPaschavoordeHEERE.

6Enopdevijftiendedagvandezelfdemaandishetfeest vandeongezuurdebrodenvoordeHEERE;zevendagen langmoetuongezuurdebrodeneten

7Opdeeerstedagmoetueenheiligesamenkomsthebben Umagdangeenenkelslaafswerkdoen.

8MaargijzultdenHEEREeenvuurofferbrengen,zeven dagenlangOpdezevendedagisereenheilige samenkomst;generleislaafsearbeidzultgijdoen.

9EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

10SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeruin hetlandkomtdatIkugeef,endeoogstervanbinnenhaalt, danmoetueenschoofvandeeerstelingenvanuwoogst naardepriesterbrengen.

11HijmoetdeschoofvoorhetaangezichtvandeHEERE bewegen,opdatHijuwelgevalligwordtDedagnade sabbatmoetdepriesterhembewegen

12Opdiedag,wanneerudeschoofbeweegt,moetuhet lamzondereniggebrekvanéénjaaroud,alsbrandoffer voordeHEEREaanbieden

13Enhetspijsofferdaarvanzalbestaanuittweetienden vanmeelbloem,metoliegemengd,eenvuuroffervoorde HEERE,toteenliefelijkereuk;enhetplengofferdaarvan zalbestaanuitwijn,eenvierdedeelvaneenhin

14Ookmagugeenbrood,geroosterdkorenofgroenearen etentotopdedagwaaropuuwGodeenoffergebracht hebtHetiseeneeuwigeverordeningvooraluwgeneraties door,inaluwwoongebieden

15Engijzultvoorutellenvandedagnadesabbat,vande dagafdatgijdeschoofvanhetbeweegoffergebrachthebt; zevenvollesabbattenzullenhetzijn

16Totdedagnadezevendesabbatzultgijvijftigdagen tellen;engijzulteennieuwspijsofferaandeHEERE offeren

17Uituwwoonplaatsenzultutweebeweegbroden meebrengen,vantweetienden;zezullenvanfijnmeelzijn, metzuurdeeggebakken,zezullendeeerstelingenvoorde HEEREzijn.

18Engijzultmethetbroodzevengavelammerenvanéén jaaroud,enéénjongestier,entweerammenofferen;zij zulleneenbrandoffervoordeHEEREzijn,methet bijbehorendegraanofferendebijbehorendeplengoffers, eenvuuroffer,eenliefelijkereukvoordeHEERE

19Danmoetuééngeitenbokalszondofferofferen,en tweeeenjarigelammerenalsdankoffer

20Endepriesterzalzemethetbroodvandeeerstelingen alsbeweegoffervoorhetaangezichtvandeHEERE bewegen,metdetweelammerenZezijnheiligvoorde HEERE,bestemdvoordepriester

21Opdiezelfdedagmoetuhetuitroepen,zodatheteen heiligesamenkomstvooruisGeenenkeldienstwerkmag udandoenHetiseeneeuwigeverordening,inaluw woonplaatsen,vooraluwgeneratiesdoor.

22Wanneerudeoogstvanuwlandbinnenhaalt,magude hoekenvanuwakkerniethelemaalafsnijden,enmagu ooknietsvanuwoogstoprapen.Umoethetaandearmen enaandevreemdelingenoverlatenIkbendeHEERE,uw God.

23EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

24SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Indezevendemaand, opdeeerstedagvandemaand,moetueensabbathouden, eengedenkdagdoorbazuingeschal,eenheilige samenkomst

25Geenenkeldienstbaarwerkmagudaarinverrichten, maarumoeteenvuurofferaandeHEEREbrengen

26EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

27Ookopdetiendedagvandezezevendemaandzaler eenverzoendagzijn;hetzalvoorueenheiligesamenkomst zijn,waaropuzichmoetverootmoedigeneneenvuuroffer aandeHEEREmoetbrengen.

28Opdiezelfdedagmagugeenenkelwerkdoen,wanthet isdedagvanverzoening,omvooruverzoeningtedoen voorhetaangezichtvandeHEERE,uwGod

29Wantiederdieopdiedagnietverdruktwordt,zaluit hetmiddenvanzijnvolkwordenuitgeroeid.

30Eniederezieldieopdiezelfdedagenigwerkverricht, diezalIkuithetmiddenvanzijnvolkuitroeien

31Geenenkelwerkmagudoen.Hetiseeneeuwige verordeningvooraluwgeneraties,inaluwwoongebieden

32Hetzalvoorueenvolkomensabbatzijn,waaropuzich moetverootmoedigenOpdenegendedagvandemaand, desavonds,vanavondtotavond,zultuuwsabbatvieren

33EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

34SpreektotdeIsraëlietenenzeg:Opdevijftiendedag vandezezevendemaandishetLoofhuttenfeest,zeven dagenlang,voordeHEERE.

35Opdeeerstedagmoetereenheiligesamenkomstzijn Danmagugeenenkelslaafswerkdoen

36ZevendagenlangzultudeHEEREeenvuuroffer brengenOpdeachtstedagzultueenheiligesamenkomst hebbenDanzultudeHEEREeenvuurofferbrengenHet iseenfeestelijkebijeenkomst,waaropugeenenkel dienstwerkzultdoen

37DitzijndefeestenvandeHEERE,dieuzultuitroepen alsheiligesamenkomsten,omeenvuurofferaande HEEREtebrengen,eenbrandoffereneenspijsoffer,een slachtofferenplengoffers,allesopzijndag

38BehalvedesabbattenvandeHEERE,enbehalveuw gaven,enbehalvealuwgeloften,enbehalvealuw vrijwilligegaven,diegijaandeHEEREgeeft

39Enopdevijftiendedagvandezevendemaand,wanneer udeopbrengstvanhetlandhebtingezameld,moetueen feestvoordeHEEREhouden,zevendagenlangOpde eerstedagishetsabbatenopdeachtstedagishetsabbat.

40Opdeeerstedagzultutakkenvanschonebomen, palmtakkenentakkenvandichtebomenenbeekwilgen nemen.Danzultuzichzevendagenlangvoorhet aangezichtvandeHEERE,uwGod,verheugen

41EngijzulthethoudenalseenfeestvoordenHEERE, zevendageninhetjaar.Hetzaleeneeuwigeinzettingzijn onderuwgeslachten;gijzulthetvierenindezevende maand

42Zevendagenlangzultuindeloofhuttenwonen;alle ingeborenenvanIsraëlzullenindeloofhuttenwonen

43OpdatuwgeneratiesnauwetendatIkdeIsraëlietenin huttenheblatenwonen,toenIkhenuithetlandEgypte leidde:IkbendeHEERE,uwGod

44ToenverkondigdeMozesaandeIsraëlietendefeesten vandeHEERE

HOOFDSTUK24

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2GebieddeIsraëlietendatzijvoordelampenzuivereolie vangestotenolijvenbijubrengen,zodatdelampen voortdurendkunnenbranden

3Buitenhetvoorhangselvandegetuigenis,indetentvan ontmoeting,moetAäronhetregelen,vandeavondtotde morgen,voortdurend,voorhetaangezichtvandeHEERE Hetiseeneeuwigeverordeningvooruwgeneraties.

4Hijzaldelampenopdereinekandelaarvoortdurendvoor hetaangezichtvandeHEEREplaatsen

5Engijzultfijnmeelnemen,endaarvantwaalfkoeken bakken;tweetiendenzulleninéénkoekzijn.

6Engijzultzeintweerijen,zesopeenrij,opdereine tafelvoorhetaangezichtdesHEERENleggen.

7Engijzultzuiverewierookopelkerijleggen,opdathet ophetbroodzalzijnalseengedenkteken,eenvuuroffer voordeHEERE

8Elkesabbatzalhijhetvoortdurendinordebrengenvoor hetaangezichtvandeHEERE,omdathetvandekinderen Israëlsisweggenomendooreeneeuwigverbond 9HetzalvoorAäronenzijnzonenzijn,enzijzullenhetop deheiligeplaatseten,wanthetisvoorhemhet allerheiligstevandevuuroffersvandeHEERE,een eeuwigeinzetting

10ToengingdezoonvaneenIsraëlitischevrouw,vanwie devadereenEgyptenaarwas,opwegnaarhetlegervan IsraëlDezezoonvandeIsraëlitischevrouweneenmanuit Israëlraaktenmetelkaarinconflictinhetleger

11EndezoonvandeIsraëlitischevrouwlasterdedeNaam desHEEREN,envloekteEnzijbrachtenhemtotMozes; endenaamzijnermoederwasSelomith,dedochtervan Dibri,vandenstamDan.

12Enzijsteldenhemopinbewaring,opdathunde gedachtendesHEERENbekendgemaaktzouworden

13EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

14Laatdegenediegevloektheeft,buitenhetlegerkamp komenAllendiehetgehoordhebben,moetenhunhanden opzijnhoofdleggenendehelegemeenschapmoethem stenigen

15EngijzulttotdekinderenIsraëlsspreken,zeggende:Al wiezijnGodvervloekt,diezalzijnzondedragen.

16EnwiedeNaamvandeHEERElastert,diezalzekerter doodgebrachtworden,endegehelevergaderingzalhem zekerstenigen;zoweldevreemdelingalsdeingeborene, diedeNaamvandeHEERElastert,zalterdoodgebracht worden

17Enwieeenmensdoodt,zalzekerterdoodgebracht worden

18Enwieeendierdoodt,zalhetvergoeden;diervoordier 19Wanneeriemandeengebrekaanzijnnaastetoebrengt, zalhemhetzelfdeoverkomenalshijgedaanheeft

20Breukvoorbreuk,oogvooroog,tandvoortandZoals Hijeensmetopdemensheeftgeworpen,zozalhem opnieuwoverkomen

21Wieeendierdoodt,moethetvergoedenWieeenmens doodt,moetgedoodworden.

22Erzalvoorudezelfdewetgelden,zowelvoorde vreemdelingalsvoordemanuituweigenland,wantIk bendeHEERE,uwGod

23EnMozesspraktotdekinderenIsraëls,datzijden vervloekendenuithetlegerzoudenbrengen,enhemmet stenenzoudenstenigen.EndekinderenIsraëlsdeden, gelijkalsdeHEEREMozesgebodenhad

HOOFDSTUK25

1EndeHEEREspraktotMozesopdebergSinaï, zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneeruin hetlandkomtdatIkugeef,danzaldatlandeensabbat houdenvoordeHEERE

3Zesjaarzultgijuwakkerbezaaien,enzesjaarzultgij uwwijngaardsnoeien,endevruchtdaarvaninzamelen; 4Maarhetzevendejaarzaleenvolkomensabbatvoorhet landzijn,eensabbatvoordeHEERE;gijzultuwakker nietbezaaienenuwwijngaardnietsnoeien.

5Watvanzelfopschietvanuwoogst,magunietmaaien, endedruivenvanuwongesnoeidewijnstokkenmaguniet plukken;wanthetiseenrustjaarvoorhetland.

6Endesabbatvanhetlandzalutotspijzezijn,vooru, vooruwknecht,vooruwslavin,vooruwdaglonerenvoor uwvreemdelingdiebijuvertoeft

7Envooruwveeenvoorhetwilddatinuwlandis,zalde heleopbrengstdaarvantotspijzezijn.

8Engijzultvooruzevensabbattenderjarentellen,zeven maalzevenjaren;endetijdsduurderzevensabbattender jarenzalvoorunegenenveertigjarenzijn.

9Danmoetuopdetiendedagvandezevendemaandde trompetvanhetjubeljaarlatenschallen;opdeverzoendag moetuinheeluwlanddetrompetlatenschallen.

10Engijzulthetvijftigstejaarheiligen,envrijheid uitroepeninhetgehelelandvooralzijninwoners;hetzal eenjubeljaarvooruzijn;engijzulteeniedertotzijn bezittingterugkeren,eneeniedertotzijnfamilie

11Eenjubeljaarzalvooruzijn:umagnietzaaien,noch oogstenwatvanzelfopschiet,endedruivenvanuw ongesnoeidewijnstokkenmagunietinzamelen

12Wanthetiseenjubeljaar;hetzalvooruheiligzijn;de opbrengstervanzultuvanhetveldeten.

13Inhetjubeljaarmoetiedervanuterugkerennaarzijn eigenbezit

14Enindiengijietsaanuwnaasteverkoopt,ofietsvanuw naastekoopt,zultgijelkandernietonderdrukken

15Naarhetaantaljarennahetjubeljaarmoetuvanuw naastekopen,ennaarhetaantaljarenmoethijdeopbrengst aanuverkopen

16Naargelanghetaantaljarenzultudeprijservan verhogen,ennaargelanghetaantaljarenzultudeprijs ervanverlagenWantnaargelanghetaantaljarenvande opbrengstverkoopthijaanu

17Daaromzultuelkaarnietonderdrukken,maaruzult vooruwGodontzaghebben,wantIkbendeHEERE,uw God

18Daarommoetumijninzettingendoenenmijn bepalingeninachtnemenenzehouden;danzultuveiligin hetlandwonen

19Danzalhetlandzijnvruchtdragen,engijzult verzadigdeten,engijzulterinveiligheidwonen

20Enindiengijliedenzegt:Watzullenwijinhetzevende jaareten?Zie,wijzullennietzaaien,nochonzeopbrengst inzamelen

21DanzalIkinhetzesdejaarmijnzegenoverugebieden, enhetzaldriejaarlangvruchtdragen.

22Engijzulthetachtstejaarzaaien,envandeoudevrucht eten,tothetnegendejaar;totdatdevruchtervanopkomt, zultgijvandeoudeoogsteten

23Hetlandmagnietvooreeuwigverkochtworden,want hetlandisvanMij,enubentvreemdelingenenbijwoners bijMij

24Eninhetgehelelanddatubezit,moetuloskoopvoor hetlandverlenen.

25Wanneeruwbroerverarmdisenhijheefteendeelvan zijnbezitverkocht,enalseenvanzijnverwantenkomtom

hetlostekopen,danmoethijhetloskopenwatzijnbroer verkochtheeft.

26Enindiendemensniemandheeftomhettelossen,en hijzelfinstaatishettelossen,

27Danmoethijdejarenvandeverkoopervantellenen hetoverschotteruggevenaandemanaanwiehijhet verkochtheeft,zodathijterugkankerennaarzijnbezit

28Maarindienhijhethemnietkanteruggeven,danzalhet verkochteindehandblijvenvandegenediehetgekocht heeft,tothetjubeljaar;eninhetjubeljaarzalhetuitgaan, enhijzalterugkerennaarzijnbezit

29Enwanneeriemandeenwoonhuisineenommuurde stadverkoopt,danmaghijhetbinneneenheeljaar terugkopennadathetverkochtis;binneneenheeljaarmag hijhetterugkopen

30Enindienhetnietbinnenhetvollejaarwordt teruggekocht,danzalhethuisdatzichindeommuurde stadbevindt,vooreeuwigineigendomblijvenvanhemdie hetgekochtheeft,vooralzijngeneraties;hetmaginhet jubeljaarnietwordenverwijderd

31Maardehuizenindedorpen,diegeenmuurrondom hebben,zullenalsakkersvanhetlandgerekendworden;zij kunnenwordenlosgekochtenzulleninhetjubeljaar wordenverlaten

32MaardestedenvandeLevietenendehuizenvande stedendiezijinbezithadden,mogendeLevietenteallen tijdevrijkopen

33WanneeriemandietsvandeLevietenkoopt,danzullen hetverkochtehuisendestaddiezijnbezitzijn,inhet jubeljaarverdwijnenWantdehuizenvandestedenvande LevietenzijnhunbezitonderdeIsraëlieten.

34Maardeakkersdiebijhunstedenhoren,mogenniet verkochtworden;zezijnhuneeuwigdurendebezit

35Enwanneeruwbroederverarmtenbijuinonminraakt, danmoetuhemhelpen;zelfsalishijeenvreemdelingof bijwoner,danmaghijbijublijvenwonen

36Neemvanhemgeenrenteofwinst,maarvreesuwGod, opdatuwbroederbijublijft

37Umaghemuwgeldniettegenwoekergevenenhem uwlevensmiddelennietlenenomhemtevermeerderen.

38IkbendeHEERE,uwGod,dieuuithetlandEgypte heeftgeleidomuhetlandKanaäntegevenenomutoteen Godtezijn.

39Enwanneeruwbroeder,diebijuwoont,verarmtenaan uverkochtwordt,maguhemnietdwingenomalsslaafte dienen.

40Maaralsdaglonerenalsvreemdelingzalhijbijuzijn enudienentothetjubeljaar.

41Danzalhijvanuweggaan,hijenzijnkinderenmethem, enhijzalterugkerennaarzijneigenfamilie,ennaarhet bezitvanzijnvaderenzalhijterugkeren

42Wantzijzijnmijndienaren,dieIkuithetlandEgypte hebgeleid;zijzullennietalsslavenverkochtworden

43Gijzultoverhemnietmetgeweldheersen,maargijzult ontzaghebbenvooruwGod

44Zoweluwslavenalsuwslavinnen,dieuinbezitzult krijgen,zullenuitdeheidenvolkenrondomuzijn;uithen zultuslavenenslavinnenkopen

45Ookvandekinderenvandevreemdelingendieonderu vertoeven,moetukopen,envanhungezinnendiebiju zijn,diezijinuwlandverwekthebben;zijzullenuwbezit zijn

46Engijzultzetoteenerfelijkbezitvooruwkinderenna unemen,omzetoteenbezittingteerven;zijzullenuw slavenzijnvooreeuwig;maaroveruwbroeders,de kinderenIsraëls,zultgijnietmethardheidheersen.

47Wanneereenvreemdelingofbijwonerbijurijkwordt, enuwbroederdiebijhemwoont,armwordt,enhij verkooptzichaandevreemdelingofbijwonerbiju,ofaan hetgeslachtvandevreemdeling,

48Enalshijverkochtis,maghijweerwordenvrijgekocht; eenvanzijnbroedersmaghemvrijkopen

49Hetzijzijnoom,hetzijdezoonvanzijnoom,hetzijeen naastebloedverwantvanzijnfamilie,hetzijeen bloedverwantvanhem,hetzijhij,alshijertoeinstaatis, maghijzichzelfvrijkopen

50Enhijzalmethemdiehemgekochtheeft,afrekenen vanhetjaardathijaanhemverkochtistotaanhetjubeljaar; endeprijsvanzijnverkoopzalzijnnaarhetaantaljaren; naardetijdvaneendaglonerzalhetbijhemzijn

51Alsernogveeljarenvoorbijgaan,moethij overeenkomstigdiejarendeprijsvoorzijnloskoopsom teruggevenvanhetgeldwaarvoorhijgekochtis

52Enindienernogmaarweinigjarenoverblijventothet jubeljaar,danzalhijmethemtellen,enovereenkomstig zijnjarenzalhijhemdeprijsvanzijnloskoopsom terugbetalen.

53Enhijzalbijhemzijnalseenjaarlijksgehuurdeknecht; endeanderzalvooruwogennietmethardheidoverhem heersen.

54Enindienhijindiejarennietwordtvrijgekocht,dan moethijinhetjubeljaarweggaan,zowelhijalszijn kinderenmethem.

55WantdeIsraëlietenzijnMijtotknechten;zijzijnMijn knechten,dieIkuithetlandEgyptehebgeleidIkbende HEERE,uwGod.

HOOFDSTUK26

1Gijzultugeenafgodenmaken,nocheengesnedenbeeld, engijzultgeenenkelrechtopstaandbeeldvooruoprichten, engijzultinuwlandgeenstenenbeeldoprichtenomu daarvoorneertebuigen,wantIkbendeHEERE,uwGod 2Mijnsabbattenmoetuonderhoudeneneerbiedhebben voorMijnheiligdom.IkbendeHEERE.

3Indiengijinmijninzettingenwandeltenmijngebodenin achtneemtenzedoet,

4DanzalIkuoptijdregengeven,zodathetlandzijn opbrengstgeeftendebomenophetveldhunvruchtdragen

5Enuwdorstijdzaldurentotdeoogsttijd,endeoogsttijd zaldurentotdezaaitijd;engijzultuwbroodetentot verzadiging,enveiligwoneninuwland

6Ikzalvredeinhetlandgeven,zodatukuntslapen, zonderdatiemanduopschrikt.Ikzaldewildedierenuit hetlanduitroeien,enhetzwaardzalnietdooruwlandgaan

7Engijzultuwvijandenachtervolgen,enzijzullenvoor uwaangezichtdoorhetzwaardvallen

8Envijfvanuzullenerhonderdachtervolgen,enhonderd vanuzullenertienduizendopdevluchtjagen;enuw vijandenzullenvooruwogendoorhetzwaardvallen

9WantIkzalachtopuslaan,uvruchtbaarmakenenu talrijkmaken,enIkzalMijnverbondmetuoprichten.

10Gijzulthetoudeeten,enhetoudetevoorschijnbrengen inruilvoorhetnieuwe

11Ikzalmijntentinuwmiddenzetten,enmijnzielzal geenafschuwvanuhebben.

12IkzalinuwmiddenwandelenenIkzaluwGodzijn,en uzultMijnvolkzijn.

13IkbendeHEERE,uwGod,dieuuithetlandEgypte hebgeleid,opdatunietlangerhunslavenzouzijnIkheb debandenvanuwjukverbrokenenurechtopdoengaan

14MaarindiengijnaarMijnietwiltluisterenenaldeze gebodennietwiltdoen,

15EnindiengijMijninzettingenveracht,enindienuwziel Mijnbepalingenverafschuwt,zodatgijalMijngeboden nietdoet,maarMijnverbondverbreekt,

16OokditzalIkudoen:Ikzaloverustellenverschrikking, teringenbrandendekoorts,diedeogenzullenverterenen hethartzullenkwellenUzulttevergeefsuwzaadzaaien, wantuwvijandenzullenhetopeten.

17Ikzalmijnaangezichttegenukeren,enuzultvoorhet aangezichtvanuwvijandensneuvelen;uwhaterszullen overuheersen,enuzultvluchten,terwijlniemandu vervolgt

18EnalsuondanksditallesnogsteedsnietnaarMij luistert,danzalIkuzevenmaalzwaarderstraffenvooruw zonden

19Ikzaldetrotsvanuwmachtbreken,enuwhemelals ijzermaken,enuwaardealskoper.

20Uwkrachtzalvoornietsverbruiktworden,wantuw landzalzijnopbrengstnietgeven,endebomenvanhet landzullenhunvruchtnietgeven.

21EnalsuzichtegenMijverzetennietnaarMijluistert, zalIkuzevenmaalzwaarderstraffen,overeenkomstiguw zonden.

22Ikzalookwildedierenopuafsturen,dieuvanuw kinderenzullenberoven,uwveezullenuitroeienenuw aantalzullenverminderen.Uwwegenzulleneenwoestenij worden

23Enindiengijudoordezedingennietdoormijwiltlaten verbeteren,maartegenmijinwandelt,

24DanzalIkooktegenuingaanenuvooruwzondennog zevenmaalstraffen

25Ikzaleenzwaardoverubrengen,datdetwistvanmijn verbondzalwrekenWanneerudaninuwsteden bijeenkomt,zalIkdepestonderuzenden,zodatuinde handvandevijandwordtovergeleverd.

26WanneerIkdestokvanuwbroodgebrokenheb,zullen tienvrouweninéénovenuwbroodbakkenenuopnieuw uwbroodleveren,gewogen,zodatuzultetenenniet verzadigdzultraken

27EnindiengijomditallesnietnaarMijwiltluisteren, maartegenMijinwandelt,

28DanzalIkooktegenuingrimmigheidhandelenenu zevenmaaltuchtigenvanwegeuwzonden

29Ookhetvleesvanuwzonenmagueten,enhetvlees vanuwdochtersmagueten

30Ikzaluwofferhoogtenverwoesten,uwgewijdestenen omhakkenenuwlijkenopdelijkenvanuwafgoden werpenIkzaleenafschuwvanuhebben

31Ikzaluwstedentoteenwoestenijmakenenuw heiligdommentoteenwoestenij,enIkzaldegeurvanuw aangenamegeurennietmeerruiken

32Ikzalhetlandtoteenwoestenijmaken,zodatuw vijandendiedaarinwonen,zicheroverzullenverbazen

33Ikzaluonderdeheidenvolkenverstrooienenhet zwaardachteruaantrekken.Uwlandzaleenwoestenij wordenenuwstedeneenpuinhoop

34Danzalhetlandzijnsabbattengenieten,zolanghet woestligtenuinhetlandvanuwvijandenbent.Ookdan zalhetlandrusthebbenenzijnsabbattengenieten

35Zolanghetwoestligt,zalhetrusthebben,omdathet nietgerustheefttijdensuwsabbatten,toenuerwoonde.

36Enoverhendievanuinlevenzijngebleven,zalIkeen flauwteinhethartzendenindelandenvanhunvijanden; enhetgeluidvaneengeschudbladzalhenachtervolgen; enzijzullenvluchten,zoalsmenvluchtvooreenzwaard; enzijzullenvallen,terwijlniemandhenvervolgt.

37Enzijzullenopelkaarvallenalsdoorhetzwaard, zonderdateriemandhenachtervolgtEnuzultgeenkracht hebbenomstandtehoudentegenuwvijanden.

38Engijzultomkomenonderdeheidenvolken,enhet landuwervijandenzaluverslinden

39Enzijdievanuovergeblevenzijn,zullenwegkwijnen doorhunongerechtigheidindelandenvanuwvijanden;en ookdoordeongerechtighedenvanhunvaderenzullenzij methenwegkwijnen.

40Indienzijhunongerechtigheidendeongerechtigheid vanhunvaderenbelijden,methunovertreding,diezij tegenMijovertredenhebben,endatzijooktegenMijin gewandeldhebben,

41EndatIkooktegenhenbeningegaanenheninhetland vanhunvijandenhebgebracht;indiendanhunonbesneden hartenverootmoedigdworden,enzijdandestrafvoorhun ongerechtigheidaanvaarden;

42DanzalIkdenkenaanMijnverbondmetJakob,enook aanMijnverbondmetIzak,enookaanMijnverbondmet AbrahamzalIkdenken;enIkzalaanhetlanddenken

43Enhetlandzalvanhenoverblijven,enhetzalzijn sabbattengenieten,terwijlhetdaarbuitenwoestligtEnzij zullendestrafvoorhunongerechtigheidontvangen,omdat zijMijnbepalingenverachthebbenenMijnverordeningen methunzielverafschuwdhebben

44Maartoch,alszijinhetlandvanhunvijandenzijn,zal Ikhennietverwerpen,enIkzalgeenafschuwvanhen hebben,omhengeheeltevernietigenenMijnverbondmet henteverbreken,wantIkbendeHEERE,hunGod 45MaarIkzalterwillevanhendenkenaanhetverbond methunvoorouders,dieIkvoordeogenvande heidenvolkenuithetlandEgyptehebgeleid,omhuntot eenGodtezijn.IkbendeHEERE.

46Ditzijndeverordeningen,bepalingenenwettendiede HEEREtussenHemendeIsraëlietenopdebergSinaïdoor dedienstvanMozesgemaaktheeft

HOOFDSTUK27

1EndeHEEREspraktotMozes,zeggende:

2SpreektotdeIsraëlietenenzegtegenhen:Wanneer iemandeenbijzonderegeloftedoet,danzullendepersonen voordeHEEREzijn,naaruwoordeel

3Enuwschattingzalzijnvoordemannelijkeleeftijdvan twintigjaartotzestigjaar,enuwschattingzalzijnvijftig sjekelzilver,naardesjekelvanhetheiligdom

4Enindienheteenvrouwelijkdierbetreft,danzaluw schattingdertigsjekelsbedragen

5Enindienhetkindvanvijftottwintigjaaroudis,danzal uwschattingvooreenmannelijkkindtwintigsjekelzijn, envooreenvrouwelijkkindtiensjekel

6Enindienhetkindvaneenmaandtotvijfjaaroudis,dan zaluwschattingvoorhetmannelijkkindvijfsjekelzilver bedragen,envoorhetvrouwelijkkinddriesjekelzilver

7Enindienheteenmanvanzestigjaarofouderbetreft, danzaluwschattingvijftiensjekelzijn,envooreenvrouw tiensjekel

8Maaralshijarmerisdanudenkt,moethijzichvoorde priesterverantwoordenDepriesterzalhemtaxerenop basisvandewaardediehijheefttoegekendaandegenedie degelofteheeftafgelegd.

9Enindienheteendieris,waarvanmeneenofferaande HEEREbrengt,danzalalleswatiemanddaarvanaande HEEREgeeft,heiligzijn.

10Hijmaghetnietveranderen,nochhetgoededoorhet kwade,nochhetkwadedoorhetgoedeverwisselenEnals hijeendierdooreendierverwisselt,danzalhetdierende ruilervanheiligzijn

11Enindienheteenonreindierbetreft,waarvanzijgeen slachtofferaandeHEEREbrengen,danzalhijhetdier voordepriesterbrengen

12Endepriesterzalhetschatten,ofhetgoedofslechtis Zoalsuhetschat,diedepriesterbent,zozalhetzijn.

13Maaralshijhettochwilvrijkopen,danzalhijeen vijfdedeeldaarvanaanuwschattingtoevoegen

14WanneeriemandzijnhuisheiligtomhetaandeHEERE teheiligen,danzaldepriesterhetschatten,ofhetgoedof slechtis;zoalsdepriesterhetgeschatheeft,zozalhetstaan 15Enindienhijdiehetgeheiligdheeft,zijnhuiswil loskopen,danzalhijeenvijfdedeelvanhetbedragvanuw schattingdaaraantoevoegen,enhetzalvanhemzijn

16Wanneeriemandeenstuklandvanzijnbezitaande HEEREheiligt,danzaldewaardeervannaarhetzaad ervangeschatworden:eenhomergerstezaadzalgeschat wordenopvijftigsjekelzilver.

17Alshijzijnakkervanafhetjubeljaarheiligt,zalhij volgensuwschattinginaanmerkingkomen

18Maaralshijzijnakkernahetjubeljaarheiligt,danzal depriesterhemhetgeldtoerekenenovereenkomstigde resterendejaren,totaanhetjubeljaar,enhetzalvanuw schattingwordenafgetrokken.

19Enindienhijdiehetstuklandgeheiligdheeft,hetop enigerleiwijzewilvrijkopen,danzalhijdaaraaneenvijfde deelvanhetdoorugeschattebedragtoevoegen,enhetzal hemverzekerdworden

20Enalshijhetveldnietwilterugkopen,ofalshijhetaan eenandermanheeftverkocht,danzalhetnietmeer teruggekochtkunnenworden

21Maarhetstukland,wanneerhetinhetjubeljaaruitkomt, zalheiligzijnvoordeHEERE,zoalseengewijdstukland; hetzalvoordepriesterszijn

22Wanneeriemandeenstukland,dathijgekochtheeften datniettotzijnbezittingenbehoort,aandeHEEREheiligt, 23Danzaldepriesteraanhemdewaardevanuwschatting berekenen,totaanhetjubeljaartoe.Opdiedagzalhijuw schattingaandeHEEREgeven,alseenheiligezaak

24Inhetjubeljaarzalhetlandweerteruggegevenworden aandegenevanwiehetgekochtis,aandegeneaanwiehet landinbezitwas

25Enaluwschattingenzullenzijnovereenkomstigde sikkelvanhetheiligdom;twintiggerazaldesikkelzijn.

26Alleenheteerstgeborenvee,datvoordeHEERE bestemdis,magdoorniemandgeheiligdworden;hetzij eenrundofeenschaap;hetisvoordeHEERE.

27Enindienhetvaneenonreindieris,danzalhijhet vrijkopenovereenkomstiguwschatting,enhijzalereen vijfdedeelaantoevoegen;indienhetnietwordtvrijgekocht, danzalhetwordenverkochtovereenkomstiguwschatting

28Maargeenenkelgeheiligdvoorwerp,datiemandvanal zijnbezittingen,vanmensendier,envanhetveldvanzijn bezit,aandeHEEREwijdt,magverkochtofgelostworden AlhetgeheiligdeisallerheiligstvoordeHEERE.

29Geenenkeletoegewijde,diedoormensentoegewijdis, zalwordenvrijgekocht;maarzalzekerterdoodgebracht worden.

30Enalletiendenvanhetland,zowelvanhetzaadvanhet landalsvandevruchtvandebomen,zijnvoordeHEERE; hetisheiligvoordeHEERE.

31Enindieniemandeendeelvanzijntiendenwil terugkopen,zalhijdaaraaneenvijfdedeeltoevoegen

32Envandetiendenvanhetrundveeofhetkleinvee,van alleswatonderdestafdoorgaat,hettiendedeelzalheilig zijnvoordeHEERE

33Hijzalnietonderzoekenofhetgoedofslechtis,enhij zalhetnietveranderenEnalshijhetopenigerleiwijze verandert,danzullenzoweldatalsdeveranderingervan heiligzijn;hetzalnietverlostworden.

34DitzijndegebodendiedeHEEREaanMozesgafvoor deIsraëlietenopdebergSinaï

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.