Bindkracht

Page 1

Duurzame samenwerking loont

10 JAAR BIND-KRACHT IN ARMOEDE Kristel Driessens, Tine Van Regenmortel & Koen Vansevenant


Opgedragen aan Wim De Clerck, Bind-Kracht coach van het eerste uur († 9 maart 2015)

Colofon: ‘Duurzaam samenwerken loont. 10 jaar Bind-Kracht’

‘Coaches zijn geen kers op de taart, wij zitten in het deeg van Bind-Kracht!’

Vormgeving en druk: Ideeweb Foto’s: Caroline Van Poucke, Rocio Forero Bogdanovich en Lieve Geerts. Redactie: Kristel Driessens, Tine Van Regenmortel en Koen Vansevenant Redactie-adres: Karel de Grote Hogeschool Bind-Kracht Brusselsestraat 23 2018 Antwerpen Tel. 03/ 613.18.18 e-mail: hilde.euben@kdg.be www.bindkracht.be Deze publicatie werd gerealiseerd met de steun van Fonds Celina Ramos, beheerd door de Koning Boudewijnstichting en door de Vlaamse Overheid. depotnummer: D/2016/13.793/1 ISBN: 978 94 915 7104 6 © 2015 Kristel Driessens, Tine Van Regenmortel & Koen Vansevenant Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

2


INHOUDSTAFEL 1. Bind-Kracht: duurzaam, versterkend verbinden. Een terugblik. 2. De missie, visie en wortels van Bind-Kracht. 3. De coaches van Bind-Kracht. Inzet van ervaringskennis in vorming, een weg naar empowerment? 4. Vijf verhalen van persoonlijk en relationeel empowerment: Het perspectief van een trainer. 5. Verbinding tussen trainer en coach als baken voor een dynamisch groeiproces. 6. Bind-Kracht als mogelijkheidsnest. 7. Bind-Kracht de volgende 10 jaar: een blik op de toekomst

3


1

Bind-Kracht: duurzaam, versterkend verbinden Een terugblik KRISTEL DRIESSENS

4


5


WAT IS BIND-KRACHT?

Vanuit een krachtgerichte kijk op mensen in armoede hulpverlening proberen te verbeteren, in samenspraak met de betrokkenen: dat is wat Bind-Kracht nu al ruim tien jaar doet. De naam ‘Bind-Kracht’ ontsproot op een stuurgroepvergadering bij Cera in 2005, om zichtbaarheid te geven aan het project ‘Armoede en hulpverlening’. Ruim 10 jaar later willen we terugkijken op wat we in de tussentijd konden realiseren, en vooruitblikken naar wat nodig is in Vlaanderen anno 2016.

Bind-Kracht is een verrijkend samenwerkingsverband van onderzoekers, trainers en coaches (ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting). Samen bieden we ondersteuning aan hulpverleners en vrijwilligers op weg met mensen in armoede. Het doel van BindKracht is de kwaliteitsverbetering van de hulpverlening aan of de begeleiding van mensen in armoede. Bind-Kracht reikt een visie aan, gekoppeld aan een krachtgerichte basishouding en aan methoden voor krachtgericht en verbindend werken. Via actie-onderzoek, coaching en vorming op maat trachten we onze visie op armoede en armoedebestrijding en onze werkwijzen ook in organisaties te verankeren.

6


Dat leidde tot een reeks van ondertussen zes boeken, een groeiend vormingsaanbod in verschillende opleidingsinstituten (Karel de Grote Hogeschool, Thomas More en Balans) en een brede reeks vormingen op maat.

Zij vormen tandems met de trainers en brengen het perspectief van hulpvragers in armoede in de vormingen. Ze brengen eigen ervaringen over thema’s die aan bod komen: het belang van een warm onthaal, van inzicht in de leefwereld van mensen in armoede, van participatie in het hulpverleningsproces. Zij verwoorden de verwachtingen ten aanzien van hulpverleners en het belang van krachtgericht werken in de hulpverlening. Zij geven inzicht in de rollen die ze opnemen als cliënt of delen ervaringen rond het afsluiten van een hulpverlening en de periode van nazorg. De coaches gaan over deze thema’s in dialoog met cursisten en participeren aan casusbesprekingen, die hulpverleners inbrengen om daarbij op basis van hun eigen gevoelens en ervaringen een extra kijk of dimensie in de bespreking in te brengen.

Bind-Kracht werkt rond visie op armoede en armoedebestrijding, empowerment, de leefwereld van mensen in armoede, opvoeden en opgroeien in armoede, armoede en etnisch-culturele diversiteit, een krachtgerichte kijk en positieve basishouding, krachten en kwetsuren van mensen in armoede, spanningsvelden en rolpatronen in de hulpverlening, krachtgericht groepswerk, … Haar meerwaarde bestaat uit de verbinding van praktijkervaringen van hulpverleners met krachtgerichte theoretische kaders en met de perceptie van mensen in armoede. Mensen in armoede participeren als coaches in de vormingen en in het actie-onderzoek.

7


WAAROM ZIJN WE BIND-KRACHT GESTART?

We willen hulpverleners overtuigen van de effectiviteit van een krachtgerichte kijk en verbindend werken in het streven naar empowerment bij cliënten. Zeker in deze tijden van verzakelijking en bureaucratisering van de hulpverlening, in tijden waarin de problemen van cliënten steeds complexer worden en de caseload groter, in tijden waar men streeft naar kortdurende hulpverlening en de druk op resultaatgericht werken steeds groter wordt, hebben hulpverleners nood aan dergelijke ondersteuning.

In het begin van de eeuwwende gaven verschillende beleidsdocumenten, waaronder de toenmalige beleidsnota’s van ministers van Armoedebestrijding en Welzijn, en het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, aan dat de hulpverlening voor mensen in armoede hoge drempels heeft en dat ze zich er vaak niet begrepen voelen. Tegelijkertijd bleek bij lezingen door onderzoekers hoe machteloos hulpverleners zich vaak voelen in een hulpverleningsrelatie met mensen in armoede. Hulp die niet altijd helpt, ondanks alle inzet van hulpverleners, dat was de paradox, het spanningsveld en de mismatch waar we op wilden werken, met alle betrokkenen samen. Daarvoor gebruiken we verschillende bouwstenen, en juist de combinatie ervan vormt de kracht van Bind-Kracht. Vanuit een structurele visie op armoede, willen we aangeven wat een kluwen van uitsluitingen op verschillende levensdomeinen, een langdurig overleven in armoede met het zelfbeeld van mensen en jongeren doet. We willen inzichten in de leefwereld van mensen in armoede delen, evenals hun beleving van de hulpverlening.

Uit Nederlands onderzoek (Gelauff, 1995) bleek dat hulpverleners vooral op technisch vlak bijscholing krijgen in veranderende wetgeving, in het gebruik van nieuwe registratiesystemen en in nieuwe evidence-based methodieken. Individueel worstelen ze met de zaken ‘waar het echt om gaat’ in de hulpverlening. De ethische vragen, de gevoelens van onbegrip bij agressieve uitlatingen of het afhaken van cliënten, de emotionele zwaarte van de problematieken, de verantwoordelijkheid voor de belangrijke beslissingen die zij nemen voor de cliënt, dragen ze vaak alleen. Op die ‘zaken waar het echt toe doet’ (zie ook Baart, 2001; Kunneman, 2007) wil Bind-Kracht focussen.

8


Opnieuw reflecteren over je referentiekader, over je visie op armoede, over je houding in concrete casussen, over het nietweten en niet kunnen begrijpen van maatschappelijke kwetsbaarheid, over het zoeken naar verbinding en een weg naar duurzame verandering, daar willen wij het in de vorming over hebben samen met de mensen waar het omgaat, kwetsbare mensen die kunnen vertellen vanuit een cliĂŤntperspectief.

De theoretische inzichten van BindKracht zijn daarbij niet nieuw. We brengen een aantal kaders samen in een uitgesproken visie, we geven taal aan wat hulpverleners bezig houdt en zoeken samen naar lichtpuntjes en vuurmomenten om daar waar hulpverlening stokt, toch weer verder te kunnen.

9


EEN VLIEGENDE START

• aan focusgroepen van hulpverleners en vrijwilligers vragen wat ze aan vorming over armoede nodig hebben. • didactisch materiaal en vormingen ontwikkelen die trainers samen met mensen in armoede (coaches) kunnen geven. • samen in een actie-onderzoek ontdekken wat er nodig is om Bind-Kracht in organisaties te implementeren.

Vanaf september 2004 gingen we op weg met het project ‘Armoede en Hulpverlening’ gefinancierd door Cera. Ons team bestond uit medewerkers van de Karel de Grote Hogeschool (Antwerpen), HIVA (KU Leuven), de Katholieke Hogeschool Kempen (Geel) en van Recht-Op Antwerpen – een vereniging waar mensen in armoede het woord nemen - met haar groepsleden en een zelfstandige trainer. We trokken Met deze plannen gingen we aan op avontuur en formuleerden onze de slag van 2004 tot 2008, stap ambities en dromen. We wilden veel, voor stap. omdat het nodig was. We wilden … • In 2005 gaven we de eerste voorzichtige try-outs van • de dikke doctoraten van Tine 10-daagse vormingen. Van Regenmortel en Kristel • In 2006 stelden we op een Driessens over armoede en tweetalige studiedag in Brussel hulpverlening vertalen naar een ons eerste boek ‘Bind-Kracht voor hulpverleners leesbaar boek. in armoede. Leefwereld en • de psychologische en sociolhulpverlening’ voor, dat tegelijk ogische inzichten integreren en in het Nederlands en in het Frans vertalen naar concrete sociale verscheen (Driessens & Van interventies. Regenmortel, 2006a en b). Dit • in dialoog met hulpverleners basisboek is ondertussen in een en vrijwilligers die inzichten achtste druk uitgegeven. verbinden met praktijkverhalen. • deze wetenschappelijke inzichten • In 2008 verscheen ons tweede boek ‘Bind-Kracht in armoede. toetsen en verfijnen in dialoog Krachtgerichte hulpverlening met mensen in armoede. in dialoog’. Hiermee maakten • samen met groepsleden van we het didactisch materiaal Recht-Op nadenken over ook toegankelijk voor teams veerkracht en experimenteren in welzijnsorganisaties. De met rolwissels: wat als … provincies waren de gastheren mensen in armoede zelf een voor onze boekvoorstellingen: in groepsgesprek begeleiden en Antwerpen, Gent en Leuven liepen elkaar interviewen over hun de zalen vol met ambassadeurs leefwereld. en geïnteresseerden.

10


Een aantal groepsleden van RechtOp werden met de ondersteuning van een groepswerker van Recht-Op onze eerste Bind- Krachtcoaches. De ploeg coaches groeide geleidelijk met ervaringsdeskundigen uit andere verenigingen waar armen het woord nemen en met ex-cliënten van trainers, waarmee reeds een lang parcours was afgelegd. We leerden veel van coaches, die een sterke stempel drukten op onze manier van werken. Ze eisten hun plek op, met soms duidelijke statements: • ‘Wij zijn niet van porselein. Wij willen de volledige vorming mee geven en het volledige proces volgen. Vier halve dagen in een vorming is niet genoeg. Jullie hoeven ons zo niet te beschermen.’

11

• ‘Wij zijn geen kers op de taart. Wij zitten mee in de deeg van Bind-Kracht.’ Beschouw ons niet als illustratiemateriaal.’ Bind-Kracht kan niet zonder coaches. Net de ‘gearrangeerde ontmoeting’ die geen hulpverleningsrelatie is, maakt in de vormingen een meer diepgaande dialoog mogelijk die tot meer inzicht en beklijvende uitwisseling leidt. Dat is een belangrijke kracht van Bind-Kracht.


EEN LOPEND VUURTJE Snel bleek dat we ons project niet na drie jaar konden afronden. We werden voor lezingen en vormingen op maat gevraagd door CAW’s, OCMW’s, welzijnsschakels, CLB’s, samenlevingsopbouw, de politie, de bijzondere jeugdbijstand, vrijwilligersorganisaties, hogescholen,… De cursisten werden belangrijke BindKrachtambassadeurs. Bind-Kracht inspireerde hen, wakkerde het vuur bij hulpverleners van binnen weer aan, stimuleerde de dialoog met de doelgroep en liet hen reflecteren over hun handelen. Menig cursist zorgde ervoor dat we uitgenodigd werden om een vorming voor hun eigen team te brengen. Zo trokken we Vlaanderen rond: van West-Vlaanderen tot Limburg, met uitstapjes naar Wallonië, Nederland en Frankrijk. Een volgende stap waren de vragen om als partner in projecten te stappen waarbij we onze kennis in deelthema’s konden verdiepen. • Onder leiding van Herman Baert werkten we mee aan de actualisering van de basisschakelmethodiek. Dat leidde in 2010 tot een derde boek in de Bind-Krachtreeks. ‘BindKracht door de basisschakelmethodiek (Baert & Droogmans, 2010).

12

• Het onderzoek van Jos Corveleyn en Greet Geenen (2010) voedde het denken over ‘gehechtheid’ en op basis van het boek ‘Helpende handen’ konden we bijkomend vormingsmateriaal uitwerken. • Met de steun van de provincie Antwerpen, werkten we mee aan een project van LOGO Antwerpen, om de welzijnszorg en de geestelijke gezondheidszorg beter op elkaar af te stemmen bij de begeleiding van mensen in armoede. • Samen met de projectontwikkelaars van de Vlaamse overheid ontwikkelden we een vormingsprogramma ‘leidinggeven aan mensen in armoede op de werkvloer’. • Cera gaf ons de kans om een vorming over ‘opvoeden en opgroeien in armoede’ te ontwikkelen. • Met VDAB konden we de methodiek van ‘krachtgerichte, integrale arbeidstrajectbegeleiding voor mensen in armoede’ gehanteerd in de W²-projecten mee vorm geven (zie Sannen, Driessens & Verboven, 2011).


• Op vraag van Bind-Krachttrainers en OCMW-maatschappelijk werkers, die Bind-Krachtvormingen volgden, starten we samen met een coach die doorgroeide tot medeonderzoeker een onderzoek naar de organisatorische voorwaarden om Bind-Kracht in OCMW’s te implementeren. Actie-onderzoek in vier praktijken die de oefening maakten, leidde tot een management-schema, herkenbaar en bruikbaar voor het werken aan organisatorisch empowerment (Depauw, Driessens & De Clerck, 2014).

13

Ondertussen dienden nieuwe mensen zich aan die zich wilden engageren in Bind-Kracht . Zelf gingen we ook op zoek naar nieuwe experts waarmee we konden samenwerken. De ploeg groeide aan, nieuwe trainers, docenten en coaches sloten zich aan en af en toe haakten er medewerkers (soms tijdelijk) af. We bleven daarbij kiezen voor de samenwerking met nietopgeleide ervaringsdeskundigen. We romen niet af, maatschappelijk zeer kwetsbare mensen die diepe armoede hebben gekend en/of generatie-armen zijn en blijven welkom. Wij ervaren ze als zeer loyale en betrokken medewerkers met een groot engagement. Als hulpverleners in een vorming durven en kunnen communiceren met coaches, als ze met deze mensen in gesprek kunnen gaan over gedrag en houdingen die ze als hulpverlener niet begrijpen, als ze in een vorming samen met coaches zoeken hoe het anders, aanvaardbaarder en menswaardiger kan, dan zal dat op de werkvloer met de meeste cliĂŤnten ook wel lukken. Wat dit duurzaam engagement voor de betrokken coaches zelf betekent, lees je in hoofdstuk drie.


VAN PROJECT NAAR VERANKERING

Met vallen en opstaan probeert Bind-Kracht ook zelf als een krachtgerichte omgeving te werken. Dat alles werd maar mogelijk Naast de grote beschikbaarheid door een structurele verankering. van en ondersteuning door Na een sterke organische groei ankerfiguren (zowel trainers als de eerste drie jaar had de Bind- andere medewerkers), organiseren Krachtpeuter behoefte aan meer we verschillende bijeenkomsten voor alle medewerkers samen: standvastigheid. De Karel de Grote een startbijeenkomst in het Hogeschool, die het project van bij begin van ieder academiejaar, de start koesterde, was bereid om een nieuwjaarsreceptie en een het ankerpunt van Bind-Kracht te picknick in juni. Gezellige, warme, huisvesten. Met de steun van Cera deugddoende samenkomsten voor vroegen we structurele financiering de ganse ploeg, waarop we elkaar op het kabinet van minister van Welzijn Inge Vervotte. Bind-Kracht beter leren kennen, veel uitwisselen verwierf vanaf 2008 jaarlijks een en samen plannen maken. Daarnaast organiseren we supervisiemomenten basissubsidie waarmee we de ploeg van medewerkers konden voor Bind-Krachttrainers en Bindondersteunen. Kristel Driessens Krachtcoaches apart. Hoe we deze werd als initiatiefneemster deeltijds momenten het best organiseerden was een lange zoektocht. We coördinator, we investeerden in experimenteerden even met secretariaatsondersteuning, we ‘regionale nesten’ maar dat werd kregen een adres en een bureau niet erg geapprecieerd. Men miste op KdG. We lieten een logo en de trainers en coaches die er dan een website ontwerpen en stelden niet bij waren. De vraag naar meer twee maal per jaar een brochure op met ons vormingsprogramma. ontmoeting, naar samenkomsten met de hele ploeg bleef groot. De We zijn telefonisch en per mail bereikbaar voor opdrachtgevers met bijeenkomsten werden inhoudelijk vormingsvragen, en voor trainers en sterker gevuld en we werkten meer coaches die ondersteuning zoeken. in grote groep. De bijeenkomsten worden nu voorbereid en Ook in kwaliteitszorg en team- begeleid door een deskundige vormingswerker, in samenspraak ontwikkeling hebben we van bij met een delegatie van coaches en de start geïnvesteerd. Meer dan trainers. zichtbaar voor de buitenwereld maken we tijd en energie vrij om coaches en trainers te ondersteunen.

14


15


SAMEN NAAR EEN ONDERBOUWDE VISIE EN DUIDELIJKE SAMENWERKINGSAFSPRAKEN

een krachtgerichte kijk en focus op veelbelovende initiatieven. We maken ten derde werk van de verwevenheid van theorie en praktijk en van elkaar versterkende perspectieven. Een vierde wortel is werken in en aan dialoog en participatie. De vijfde wortel is actiegerichtheid. Als laatste wortel moeten reflectie en herbronning blijven zorgen voor de noodzakelijke voeding en vernieuwing. De volledige visie en missie is opgenomen in het volgende hoofdstuk.

Op één van de Bind-Krachtbijeenkomsten brachten we verslag uit van de verschillende projecten waarin Bind-Kracht als partner meewerkte. We stelden Bind-Kracht voor als een boom, met een stam van boeken en basisvormingen, die vertakte in verschillende verdiepende deelprojecten. Eén van de medewerkers merkte toen op dat de boom zou omvallen zonder wortels. Op die bijeenkomst hebben we de werkgroep ‘wortels’ opgericht.

Met de groei van Bind-Kracht kwam er ook de vraag naar meer duidelijke afspraken. Tal van onuitgesproken en niet-neergeschreven verwachtingen hingen in de lucht. Er werden steeds meer afspraken gecommuniceerd, werkingsprincipes en procedures uitgewerkt, op maat van Bind-Kracht en in overleg met de Karel de Grote Hogeschool. De behoefte om die te bundelen en op papier te zetten in een soort van huishoudelijk reglement diende zich aan. Samen hebben we dan een jaar aan een charter voor Bind-Krachtmedewerkers gewerkt. Daarin werd duidelijk gemaakt wat Bind-Krachtmedewerkers van de organisatie konden verwachten en wat we van elkaar verwachten: van een Bind-Krachttrainer en van een Bind-Krachtcoach.

Na vijf jaar werking en een exponentiële groei in het aantal Bind-Krachtmedewerkers werd het tijd om samen de impliciete missie en visie voor onze organisatie op papier te zetten, die als belangrijke fundering alle vertakkingen kan voeden. We zochten samen naar de verwoording van de drijfveren, die ons samenbrengen in Bind-Kracht, en naar de fundamenten die we niet mogen verliezen. We benoemden de zes wortels van de Bind-Kracht-boom BindKracht vertrekt van de onmacht, pijn en verontwaardiging omwille van het onrecht dat armoede is. Bind-Kracht hanteert ten tweede

16


Bind-Kracht kiest ervoor om die rollen duidelijk gescheiden te houden. De beide actoren hebben hun eigen rol en verantwoordelijkheden in de vorming en krijgen elk een ander mandaat. Het is in het samenspel dat de meerwaarde duidelijk wordt en er een kwaliteitsvolle vorming wordt opgebouwd. De trainer is verantwoordelijk voor de organisatie en de inhoud van de vorming en zoekt samen met de coaches naar mogelijkheden om hen in hun kracht te zetten in de vorming. De coach brengt op een authentieke manier zijn beleving en ervaringen binnen. De trainer maakt de brug met de theorie en met de cursisten, als vormingswerker, facilitator van dialoog en soms ook bemiddelaar. Op die manier wordt er samen vorming gemaakt.

Elke Bind-Krachtmedewerker ondertekende zo’n charter, in aanwezigheid van de algemeen directeur van de Karel de Grote Hogeschool, die ook zijn handtekening op het document plaatste. Daarmee werden de coaches ook allen vrijwilligers van de Karel de Grote Hogeschool. We bouwden aan een vrijwilligersbeleid op maat van Bind-Kracht. Alle vrijwilligers hebben een vrijwilligersstatuut. Ze tekenen jaarlijks een vrijwilligerscontract waardoor ze verzekerd zijn voor alle activiteiten die ze in het kader van Bind-Kracht ondernemen en ontvangen (beperkte) vrijwilligersvergoedingen voor hun engagement. Bind-Kracht zorgt ook mee voor de goedkeuring van dit engagement bij betrokken uitkeringsverstrekkers (RVA, ziekenfonds, ‌).

17


INSPELEN OP NIEUWE UITDAGINGEN

uitwisselingen met het werkveld. We verbonden inzichten uit diversiteitstrainingen met de kaders van Bind-Kracht, ontwikkelden een gespecialiseerde vorming over ‘armoede en culturele diversiteit’ en alle trainers kregen ook een vorming met als doel nieuwe kaders in de Bind-Kracht-vormingen te kunnen integreren. Bijna op elke vorming worden we geconfronteerd met casussen over ‘gekleurde armoede’. Elke medewerker draagt daarom voldoende expertise meedragen om er kwaliteitsvol mee aan de slag te kunnen gaan.

De voorbije jaren bleef BindKracht zich ook inhoudelijk verder ontwikkelen. Inspiratiebron vormen de nieuwe uitdagingen die op hulpverleners en vrijwilligers afkomen. Zo ontwikkelen we nieuwe vormingen op basis van vragen uit de sector, ervaringen van trainers en coaches, recent onderzoekswerk dat aansluiting vindt bij ons denken. Het Expertisecentrum Krachtgericht Sociaal Werk van de Karel de Grote Hogeschool is daarbij een belangrijke voedingsbron. Twee krachtige innovaties kenmerken de laatste drie jaar: de stappen naar een interculturalisering van Bind-Kracht en de structurele inbedding van werken met ervaringsdeskundigen in de basisopleidingen Orthopedagogie en Sociaal Werk.

De inzichten kregen ook een neerslag in een Bind-Krachtcahier ‘Verbinden vanuit diversiteit. Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit’ (Van Robaeys, Geerts & Balli, 2014). Interculturalisering betekende ook meer diversiteit brengen in onze ploeg. Dit komt niet vanzelf, maar vereist een gepland en gericht recruteringsbeleid. Zo groeide de groep trainers en coaches met een co-trainer van Peruaanse origine en met nieuwe coaches met Marokkaanse, Congolese en Senegalese roots.

De sterk groeiende superdiversiteit en gekleurde armoede maakten het noodzakelijk om de aanpak van Bind-Kracht divers-sensitiever te maken. Vanaf 2012 doorliepen we met Bind-Kracht een interculturaliseringstraject. We lieten ons daarbij voeden door een onderzoeker, een externe trainer en

18


We ontdekten gelijkenissen en verschillen in de uitsluitingservaringen en ervaarden hoe gastvrij onze ploeg is voor nieuwe medewerkers. De anciens ontfermen zich over nieuwelingen en nieuwelingen krijgen de ruimte voor een eigen inbreng. Door zelf te experimenteren met nieuwe uitdagingen, kunnen we op een geloofwaardige manier onze boodschap uitdragen.

opleidingsonderdelen. De evaluaties waren uitermate positief. Studenten kregen de kans tot verdiepende dialoog en waarheidsgetrouwe oefeningen. ‘De realiteit werd in de klas gebracht’, zo stelden ze. En de inbreng van coaches werd als zeer beklijvend ervaren. Ook met dit project werden bakens verzet en met trots mochten we vorig jaar de prijs ‘Frank Swaelen’ voor excellent onderwijs in ontvangst nemen.

Ook de verbinding met de hogeschoolopleidingen Sociaal Werk en Orthopedagogie ligt ons nauw aan het hart. In 2010 starten we reeds met een project om extra didactisch materiaal te ontwikkelen voor methodiekdocenten, die de Bind-Kracht-boeken als handboek gebruiken. We maakten eigen filmmateriaal over een warm onthaal en de basishouding, over krachtgerichte hulpverlening en namen korte rollenspelen op die krachtgericht werken ook zichtbaar en bespreekbaar maken in lessen. In 2013 kregen we via een project gefinancierd door het Innovatiefonds van de Karel de Grote Hogeschool de kans om in de opleidingen Orthopedagogie en Sociaal Werk te experimenteren met het inzetten van ervaringsdeskundigen in volledige

Daarnaast werkten we ook aan nieuw materiaal voor andere sectoren. Voor thuisverzorgers hebben we een aangepast programma kunnen ontwikkelen, mede ondersteund via de participatie in de Thuiscompagnie. Rond ‘schuldbemiddeling’ en ‘netwerkversterkend werken in de hulpverlening’ worden momenteel nieuwe programma’s uitgeprobeerd. We denken aan de ontwikkeling van een programma over ‘verslaving en armoede’ (op vraag van ontwenningscentra en coaches) en hebben plannen om ook rond cultuurparticipatie en sociaalartistiek werken een gespecialiseerd aanbod uit te werken.

19


TIEN JAAR BIND-KRACHT: RESULTATEN KOESTEREN EN AMBITIES VERDER ONTWIKKELEN

Inhoudelijk verdiepen, kwaliteit bewaken, duurzame samenwerking, professionals en organisaties ondersteunen in krachtgericht en versterkend werken, daar staat Bind-Kracht vandaag voor. We zijn fier op wat we hebben mogen en kunnen realiseren. We willen BindKracht ook de volgende jaren verder blijven uitbouwen. Zeker in deze tijden van verharding, verzuring, druk op voorwaardelijk werken en sanctionering willen we tegen de stroom in blijven varen, samen met vele medestanders die er mee van overtuigd zijn dat enkel een structurele, krachtgerichte en divers-sensitieve aanpak in dialoog met mensen in armoede de juiste richting voor een duurzame armoedebestrijding is.

Mensen ondersteunen die met mensen in armoede werken, opdat ze krachtgericht en verbindend op pad kunnen gaan met maatschappelijk kwetsbare mensen. Dat was tien jaar geleden de droom en de uitdaging. Van een kleine ploeg is Bind-Kracht nu uitgegroeid tot een gemeenschap van ruim 40 coaches, trainers, onderzoekers en ondersteuners. Met ondertussen zeven boeken en talrijke artikels, met meer dan 350 vormingen over ganse Vlaanderen, met uitlopers naar WalloniĂŤ, Nederland en Frankrijk, met meer dan 120 lezingen en met de jaarlijkse studiedagen hebben we ondertussen duizenden hulpverleners, vrijwilligers en beleidsverantwoordelijken bereikt.

20


21


2

De missie, visie en wortels van Bind-Kracht KRISTEL DRIESSENS m.m.v. Greet Baart, Walter Canipel, Marnic Clarys, Roald D’Haemers, Kathleen Derous, Dinora De Waele, André Dierickx, Lieve Geerts, Mieke Geysel, Kelly Montegnies, Marleen Obijn, Monique Pauwels, Beja Pignet, Paul Rosiers, Kristien Van den Bogaert, Katrien Vanderheyden, Martine Van Rensbergen, Bea Van Robaeys, Koen Vansevenant en Martin Ysewijn

22

Krachten en kwe psychologische m

krachtgericht we groepen (basissch


Gespecialiseerde vormingen Thuiszorg, netwerkversterkend werken, schuldhulpverlening, cultuurparticipatie

etsuren mechanismen

erken met hakels)

Bind-Kracht in de basisopleidingen sociaal werk en orthopedagogie Structurele voorwaarden en organisatieontwikkeling

krachtgerichte trajectbegeleiding (ook op de werkvloer)

Interculturalisering armoede en culturele diversiteit

opvoeden en opgroeien in armoede

internationalisering boekenreeks vormingen

missie

Onmacht verontwaardiging actie

Participatie dialoog reflectie Krachtgerichte kijk

verwevenheid

23


DE VISIE VAN BIND-KRACHT

In 2010(Bind-Kracht bestond toen vijf jaar) hebben we een werkgroep ‘wortels’ opgericht. Een delegatie bestaande uit coaches, trainers en onderzoekers, anciens en nieuwelingen, schreven na grondige discussie de missie en visie van Bind-Kracht uit. We verwoorden ook de wortels van Bind-Kracht. Wat is onze kracht en wat mogen we nooit verliezen? Welke basisprincipes nemen we in al onze deelprojecten mee als fundamenten van onze werking? Dat waren de basisvragen. De antwoorden leest u in de onderstaande tekst.

Vanuit welke waarden en overtuigingen vertrekt Bind-Kracht? Bind-Kracht hanteert een structurele visie op armoede. Het zijn vaak structuren die mensen uitsluiten of geen kansen geven op ontwikkeling. Sociale uitsluitingsmechanismen c re ë re n maatschappelijke kwetsbaarheid. Bind-Kracht heeft oog voor het samenspel van factoren op macro-, meso- en microniveau die armoede veroorzaken en/of in stand houden: de sociale ongelijkheid in de samenleving, de verdeelde of gescheiden gemeenschappen, de ontoegankelijkheid van voorzieningen, de etikettering door voorzieningen en groepen, en de psychologische mechanismen die in een leven in armoede versterkt worden (kwetsuren en veerkracht).

DE MISSIE VAN BIND-KRACHT IS HULPVERLENERS EN BEGELEIDERS ONDERSTEUNEN EN VERSTERKEN IN HET KRACHTGERICHT WERKEN MET MENSEN IN ARMOEDE VIA ONDERZOEK, METHODIEKONTWIKKELING, VORMING EN DIALOOG.

Kenmerken van een leven in armoede zijn (gevoelens van) afhankelijkheid, controleverlies en verlies aan verbintenis. Het leefwereldperspectief brengt inzicht in de beleving van armoede, de drijfveren en krachten van mensen in armoede, de verschillen tussen mensen in armoede en het dynamisch karakter van armoede.

24


Bind-Kracht werkt aan armoedebestrijding samen met anderen. Via onderzoek, methodiekontwikkeling, vorming en supervisie bieden trainers, coaches (mensen in armoede) en onderzoekers in een verrijkend samenwerkingsverband methodische ondersteuning in versterkend en verbindend werken met mensen in armoede. In dialoog met hulpverleners, vrijwilligers, gebruikers van voorzieningen, beleidsverantwoordelijken en andere onderzoekers, ontwikkelt Bind-Kracht kennis, visie, methodieken, werkinstrumenten en reflectiemateriaal voor de begeleiding van mensen in armoede, dat we willen delen met anderen. Accent ligt daarbij op inzichten in leefwereld en hulpverleningsmethodieken, maar vooral ook op noodzakelijke vaardigheden en basishouding voor de opbouw van een samenwerkingsrelatie in vertrouwen en op organisatie-ontwikkeling die dit kan ondersteunen. Bind-Kracht brengt daarbij zijn eigen visie in de praktijk en wil zelf uitdragen wat het verkondigt in teksten en vormingen. In een samenwerking met Bind-Kracht is er geen plaats voor mede-lijden. We zorgen op een respectvolle manier voor elkaar, als we samen op weg gaan. Een positieve basishouding, respect en dialoog op basis van gelijkwaardigheid zijn kenmerken van een samenwerking met Bind-Kracht.

De aanpak van armoede vraagt om krachtgericht en integraal werken in een gedeelde verantwoordelijkheid. Bind-Kracht pleit voor inclusie en dat vereist structureel werken aan een rechtvaardige samenleving, via dialoog en participatie in relationele gelijkwaardigheid met alle betrokkenen vanuit een geloof in de kracht van diversiteit. Alle mensen kunnen vanuit hun eigen positie uitsluiting voorkomen, signalen geven en sociale actie ondernemen opdat drempels weggewerkt worden, rechten toegankelijk worden en mensen gelijke kansen krijgen. Bind-Kracht pleit voor het respecteren van een haalbare verantwoordelijkheid op alle niveau’s, voor alle betrokkenen. Het is aan de samenleving om ontmoeting mogelijk te maken. Het is aan hulpverleners om vanuit de verontwaardiging over het onrecht dat armoede is, blijvend te zoeken naar contact met de meest uitgeslotenen en om vanuit een streven naar een menswaardig bestaan voor iedereen, samen op pad te gaan op maat en ritme van de betrokkenen met ruimte voor vallen en opstaan, met het oog op de realisatie van soms weinig zichtbare maar duurzame resultaten in versterkend en verbindend werken. Bind-Kracht vereist samenredzaamheid in een samenleving die iedereen een plek biedt om op zijn maat een bijdrage te leveren, opdat eenieder tot en aan zijn recht zal kunnen komen.

25


DE WORTELS VAN BIND-KRACHT

2. We hebben een krachtgerichte kijk en zijn constant op zoek naar positieve ervaringen. We focussen op hoopvolle initiatieven, op het engagement en de creativiteit van velen. De goede voorbeelden, die we zoeken op micro-, mesoen macroniveau zetten we in de kijker, analyseren we in onderzoek en in vormingen en proberen we te versterken.

Dit zijn de fundamenten, waarop we de werking van Bind-Kracht bouwen. Al de projecten die we in subteams uitvoeren, steunen op deze wortels in hun werkingsproces. 1. De gezamenlijk gedragen gevoelens van onmacht, pijn en verontwaardiging omwille van het onrecht dat armoede is, vormen het vertrekpunt van Bind-Kracht. Er is de pijn en vaak ook de onmacht van mensen in armoede en hulpverleners. Samen - onderzoekers, trainers, mensen in armoede en cursisten - zijn we verontwaardigd over het bestaan van armoede in onze welvarende samenleving, over de hardnekkige uitsluitingsmechanismen en over de effecten van een leven in armoede op menselijke waardigheid.

3. Wat Bind-Kracht typeert, is de verwevenheid van inzichten en ervaringen, van theorie en praktijk, van perspectieven. We geloven in de kracht van diversiteit (de kracht van het verschil). We verbinden en bundelen de krachten van trainers, onderzoekers, coaches, cursisten, beleid, ‌ In Bind-Kracht zijn onderzoek, methodiekontwikkeling en vorming onafscheidelijk van elkaar verbonden. Het samenspel van deze activiteiten maakt BindKracht bijzonder, versterkt elk van de activiteiten en zorgt voor een blijvende vernieuwing en actualisering van inzichten.

26


4. We hebben een unieke manier van werken: de begrippen ‘samen’ en ‘participatie’ zijn sleutelwoorden in Bind-Kracht. We leren van elkaar. Via dialoog komt er veel tot stand. Samenwerken in diversiteit duldt geen medelijden maar vereist wel zorg voor elkaar. We gaan als teams aan de slag in een gedeelde verantwoordelijkheid en dat vraagt een respectvolle, betrokken samenwerking. Eigenheid van een Bind-Krachtvorming is de samenwerking in driehoek tussen trainer, coaches en cursisten. Dit vereist voldoende tijd en ruimte voor onderlinge afstemming, voorbereiding en nabespreking met de drie betrokken partijen. De trainer speelt daarin een cruciale rol als verbindingsfiguur. Ook in onderzoek en methodiekontwikkeling engageren we ons om het cliëntperspectief een prominente plaats te geven. We hebben aandacht en ondersteunen waar mogelijk elkaars groei en gezamenlijke ontwikkeling.

5. We ondernemen actie op een gedreven en gebeten manier. We schrijven teksten, geven samen lezingen en vormingen en zetten samen onderzoek op in het werkveld. We willen een bewustwordingsproces op gang brengen: we beogen een evolutie van onbegrip naar begrip voor mensen in armoede. We werken aan een verruiming van inzichten, aan het in de praktijk brengen van een positieve, krachtgerichte kijk en basishouding, aan verandering in en met organisaties en willen een bijdrage leveren aan structurele veranderingen in de samenleving. 6. Herbronning en reflectie. Actie alleen is niet voldoende. We onderzoeken de grenzen van onze doelstellingen en activiteiten en staan open voor feed-back. We koppelen onze ervaringen terug naar onze ploeg, kijken terug naar onze uitgangspunten, staan regelmatig stil bij onze overtuigingen, evalueren en evolueren. Op een zelfkritische manier durven we samen te discussiëren, te zoeken en te werken aan verandering.

27


3

De coaches van Bind-Kracht Inzet van ervaringskennis in vorming, een weg naar empowerment? TINE VAN REGENMORTEL

28


29


DOEL VAN BIND-KRACHT Het doel van Bind-Kracht is om de kwaliteit van de hulpverlening voor mensen in armoede te verbeteren. Hiertoe worden vormingen gegeven aan hulpverleners samen met mensen in armoede, de zogenaamde ‘ coaches’. Bind-Kracht betekent immers zich verbinden met de leefwereld van mensen in armoede. Opdat hulpverleners aansluiting kunnen vinden bij mensen in armoede, dienen ze hun leefwereld te kennen. Dit gebeurt niet door óver mensen in armoede te praten, maar door rechtstreeks met hen in dialoog te gaan tijdens de vormingen. Zo kan hun ervaringskennis met leven in armoede en uitsluiting en met hulpverlening worden ingebracht. Hulpverleners kunnen op deze manier ontdekken wat uitsluiting doet met het zelfbeeld van mensen, welke innerlijke kwetsuren dit schept, wat hen helpt en niet helpt in de begeleiding. Het helpt hulpverleners om open te staan voor deze mensen, vooroordelen op te schorten, authentiek te luisteren en aandacht te hebben voor dezen die ‘anders’ zijn. In de vorming vindt een dialoog plaats vanuit een positieve basishouding die presentie, respect, focus op krachten, partnerschap en gelijkwaardigheid centraal stelt. Dit is geen evidentie

30

daar in elke hulpverleningsrelatie spanningsvelden bestaan rond onder meer vertrouwen en controle, afstand en nabijheid, rechten en plichten, macht en onmacht. Het gaat hierbij om een gezamenlijk zoekproces tussen hulpverleners en hulpvragers. Dit zoekproces naar een kwaliteitsvolle hulpverlening voor mensen die in armoede leven kan ondersteund worden door vorming. Het primaire doel van Bind-Kracht is dus in vormingen het leefwereldperspectief van mensen in armoede binnenbrengen zodat de hulpverlening beter aansluit. Een coach formuleert het als volgt: Dat hulpverlening onze leefwereld leert begrijpen. Waarom cliënten op een bepaalde manier reageren (zenuwen, niet goed in vel voelen, reeds veel hulpverleners gezien, niet iedereen is vriendelijk geweest). Wij kunnen vertalen wat hulpverlening betekent voor hulpvragers. (C11)


DOEL VAN HET ONDERZOEK Vormingen vanuit Bind-Kracht zijn gestoeld op een uniek samenspel tussen trainers (en cotrainers), cursisten (hulpverleners en vrijwilligers) én mensen die in armoede leven, i.c. de ‘coaches’. Dit samenspel binnen vorming vormt een uitdaging waarvan we hopen dat dit een boeiend leerproces is voor alle betrokken partijen. In het tweede boek van Bind-Kracht ‘Krachtgerichte hulpverlening in dialoog’ (Vansevenant, Driessens & Van Regenmortel, 2008) beschreven we de eerste ervaringen van coaches en hun meerwaarde voor cursisten en trainers. We stelden vast dat na twee jaar de coaches positief terugkeken op hun traject. De appreciatie en erkenning, het eigen leer- en groeiproces kwamen als rode draden naar boven. Ook al is het empowerment van coaches niet het doel van Bind-Kracht, achten we het essentieel dat participeren

aan de vormingen voor de coaches zelf een meerwaarde moet zijn. Dit wordt continu opgevolgd via het systeem van begeleiding van de coaches dat binnen Bind-Kracht werd ontwikkeld (bv. voor- en nagesprekken met de trainer bij vorming, groepsbijeenkomsten). Na tien jaar Bind-Kracht kozen we ervoor om de ervaringen van alle coaches meer systematisch en expliciet te bevragen via individuele interviews. De centrale vraagstelling bij dit onderzoek is: Draagt het inbrengen van ervaringskennis bij BindKracht-vormingen bij aan het empowermentproces van de betrokken coaches? Hoe komt dit? De interviews werden door drie mensen afgenomen die betrokken zijn bij Bind-Kracht (als onderzoeker, vrijwilliger of student) aan de hand van een topiclijst. Alle interviews werden opgenomen en getranscribeerd. In het kader van een masterproef werden de interviews met Nvivo geanalyseerd (Quirijnen, 2014). De theoretische kaders en kernconcepten van psychologisch empowerment en veerkracht werden bij de bevraging en analyses als inspiratiebronnen gebruikt.

31


De ervaringen van coaches VERRIJKING

PSYCHOLOGISCHE GROEI

De 15 interviews zijn enerzijds unieke verhalen, maar kennen anderzijds ook vele rode draden. Zo komt de term ‘verrijking’ als draad naar voren.

Een belangrijke pijler zijn de psychologische groeiprocessen die coaches verwoorden, een groeiproces dat ook rust met zich meebrengt.

Ik ben blij dat Bind-Kracht bestaat, ik ben blij met de vormingen die ik mag doen, het verrijkt mijn leven. (C5)

Ik ben omhoog gegaan in de empowermentschaal, dat is wel nog in ontwikkeling. (C8)

Deze verrijking zit in grote en kleine dingen, zowel in denken, gedrag als gevoel. Een coach formuleert het treffend en vergelijkt het met reizen.

Van betekenis zijn, ik ben iemand, ik mag er zijn, ik hoor er bij In alle gesprekken met coaches komt een centraal gevoel naar voren, het gevoel van betekenis te zijn, erkend te worden als persoon, erbij horen. Ervaringen die ze opdoen door te participeren aan de vormingen, maar ook door de contacten met de trainers, coaches en andere betrokkenen bij Bind-Kracht buiten de vormingen.

Ze zeggen altijd ‘van reizen leer je’. Bind-Kracht is een beetje reizen, reizen associeer ik met iets ontdekken, iets bijleren ook. (C9)

Ervaring leerde dat ik toch au sérieux word genomen, er wordt iets gedaan met wat ik vertel. Hey, ik ben tóch iemand, ik ben toch iemand die iets waard is. (C6)

32


om dat stuk te helen, maar nu voel ik die leegte zo niet meer want ik word door andere mensen aanvaard. ... Ik voel mij niet meer alleen, ik woon wel alleen, maar voel mij meestal niet meer alleen. (C5)

In een kring zitten is een goede gewoonte. Ik zit thuis veel alleen. Ergens bijhoren is zo plezant. Dat is misschien stom, maar ik blijf mij altijd afzijdig houden, tot ze me erbij pakken. (C1) De basisbehoefte van fundamentele erkenning, onvoorwaardelijke positieve acceptatie, gedragenheid, vormt de bodem van veerkracht en veilige gehechtheid met anderen. Dit gevoel ontstaat veelal in de eerste levensjaren. De opvoeders hebben hierbij een belangrijke rol. Niet voor alle coaches was dit een vanzelfsprekendheid in hun kindertijd, zijn er tekorten in deze basis. Participeren in Bind-Kracht beĂŻnvloedt dit gevoelsproces op een positieve manier.

Vroeger hebben ze mij wijs gemaakt, je zijt niks, je kunt niks, je bent niks, spijtig genoeg was het mijn moeder, ik vind dat ouders andere dingen moeten bijbrengen. Door te zeggen bij Bind-Kracht: je bent wel iemand, je bent wel nuttig, je kan wel dingen aanbrengen en bijbrengen. Het gevoel dat ik toch iets waard ben misschien, dat ik toch iemand ben. (C6)

Positiever zelfbeeld, nuttig voelen

Het werkt helend, veel mensen hebben weinig contact met zichzelf, ik heb mezelf kunnen herstellen, wie ben ik nu eigenlijk en wat wil ik nu. En je wordt gezien en gehoord, je mag er zijn. Veel onveilig gehechte mensen hebben het gevoel in hun jeugd gehad dat je er niet mag zijn. Ik vind dat ik bij Bind-Kracht onvoorwaardelijk geaccepteerd word. Het is niet omdat je in je jeugd er niet mocht zijn, dat je moeder je niet onvoorwaardelijk aanvaardt en ik geen liefde heb gekregen, dat er geen andere mensen zijn die je wel aanvaarden, die je graag zien. Dat is heel pijnlijk als dat niet van je ouders komt, dat heeft heel lang geduurd

Hierbij aansluitend geven coaches aan een positiever zelfbeeld te krijgen. Dit komt mede omdat coaches zich nuttig voelen. Ik ben nu proper gekleed. Dat was vroeger toch efkens anders. Omdat ik nu meer zelfwaarde heb gekregen. Ik was vroeger niet beschaamd om met een hemd met plekken rond te lopen. Nu moeten er geen plekken op mijn hemd zijn, of ik ga niet buiten, ik moet een ander hemd aandoen. Ik kom uit een diep dal hĂŠ. Armoe is niet meer zo zichtbaar bij mij, maar kleeft toch nog een beetje aan mij. (C9)

33


Als ik vorming heb gegeven, is mijn batterij helemaal opgeladen. (C10)

Ik ben niet zo bijzonder, maar ik voel me wel graag nuttig. Dat gevoel heb je met momenten bij Bind-Kracht. (C1)

Als Bind-Kracht moest stoppen, val ik in een zwart gat. ... BindKracht is een stuk van mijn leven geworden. Belangrijke plek. Zeker het eerste boek. Mijn boeken heb ik bij elke vorming in mijn zak. (C11)

Coaches zijn fier dat ze dit kunnen doen. Gevoelens van trots onderbouwen hun zelfbeeld. Ik heb geen bachelor, wel een badge van Bind-Kracht. (C10) Bij het eerste gesprek in hulpverlening zeg ik altijd direct: ‘Ik ben coach bij Bind-Kracht’. De reacties zijn altijd positief. (C13)

Coaches geven aan dat deze psychologische groei tijd vraagt. In het begin is het best moeilijk om mee te stappen in de vorming. De band met de trainer en de aanwezigheid van andere coaches zijn hierbij erg belangrijk. Een belangrijk gegeven is dat het wantrouwen in mensen kantelt naar (opnieuw) vertrouwen krijgen in anderen, ook in zichzelf.

Meer energie, rust, vertrouwen Meedoen in de vormingen geeft coaches energie, ook al is een dag vorming geven tegelijkertijd vermoeiend. Het geeft zuurstof en ook de mogelijkheid om de problemen even los te laten. Coaches geven aan dat ze zich beter voelen, minder depressief als ze mee kunnen stappen in de vormingen. Bind-Kracht is ook een wezenlijk deel van hun leven geworden.

Stress pakt energie weg, dus moet ge die batterijen ook terug kunnen opladen. En dat kan met dingen als Bind-Kracht. Ik ben soms wel nerveus, maar de mensen waar ge mee samenwerkt vangen u op en dat kan veel helpen. (C1) Vroeger kwam ik met de bibber binnen als ik les moest geven, voor de klas moest gaan staan. Een psychologisch drempeltje waar ik over moest. Niet zo maar, er gaat een deur open en ik ga binnen. Ook hoe gaan mensen naar mij kijken, wat gaan die doen met hetgeen ik vertel, hoe gaan die mij beleven. (C6)

Ik voel me veel beter als ik in vorming zit, dan als ik thuis ben. Ik geef iets, en daar krijg je waardering voor, zeker de studenten... Belang van ook regelmaat te hebben, dan ga je je automatisch ook beter voelen. (C13)

34


Ja, ik ben langzaamaan gegroeid in Bind-Kracht. In het begin was ik stil, alles opstapelen, moeilijk om naar buiten te treden. Bij BindKracht heb ik collega’s gevonden, verhaal aan elkaar doen. Trainers leren kennen. Groeien naar vertrouwen, zelfvertrouwen, er willen bij horen. In het begin was ik wantrouwig. Respect krijgen voor trainers, coaches, hulpverleners. Trots en bewondering omdat ik mijn ervaringen kon delen met iedereen, en dat ze er voor open stonden. Ik ben zelfstandiger geworden. Dat was een proces van jaren. Het eerste jaar is dat heel stil begonnen. Ik heb geluk gehad dat ik in het begin met dezelfde coaches op stap ging, dat ik beetje een houvast had. Ook een trainer die goed aftoetste waarover hij vragen mocht stellen. (C12) Het doet coaches goed dat ze expressie kunnen geven aan hun verhaal, dat ze de gelegenheid krijgen om hun verhaal te doen.

“SLEUTELS DOEN DEUREN OPEN. IK HAD VEEL DREMPELVREES MAAR IK WOU IETS DOEN. EERST GING DE DEUR OPEN BIJ RECHT-OP, DAARNA BIJ BIND-KRACHT. IK DURF NU MEER NEE ZEGGEN EN BEN MEER ZELFZEKER GEWORDEN.”

Bind-Kracht is voor mij een voordeel, een gezonde manier om frustratie te uiten. Daar kan ik mijn zeg doen over hoe ik me voel, hoe ze me behandeld hebben en hoe ze soms anderen op dezelfde manier behandeld hebben en dat moet stoppen. Dat doet deugd. Normaal zal dat nooit weggaan die rugzak, die zal nooit leeg geraken. Dat zal er altijd blijven insteken. Maar mijn rugzak begint ook wat te zakken een beetje. (C4)

35


KIJKVERRUIMING

Hulpverleners zitten ook niet altijd goed in hun vel. Ik ga minder rap veroordelen. Hulpverleners hebben ook een baas, moeten verantwoording afleggen. En die baas ook. Vroeger dacht ge daar niet aan. Ge kent het systeem wat beter. (C11)

Een tweede pijler is de andere kijk en vooral de kijkverruiming die coaches aangeven als positief aspect. Coaches gaan niet alleen positiever naar zichzelf kijken door mee te doen met Bind-Kracht, maar er is ook een verruiming van hun kijk op de hulpverlening. Coaches leren het perspectief van de hulpverleners beter te zien en te begrijpen. Dit doet zich in de eerste plaats voor binnen de vormingen, maar ook in hun contacten met hulpverleners buiten de vorming speelt dit. Er is dus een transfer naar het eigen leven.

Een coach geeft ook een mogelijk risico aan van deze verandering in kijk. Ik ben gestopt met vormingen, ik had het gevoel dat je teveel de andere kant begint te zien. Je hebt de rol van coach - het is geen nadeel dat je je kunt inleven in het perspectief van de cursist - maar wil je als coach effectief zijn, dan moet je dat beperken. (C13)

Ik ben gegroeid doordat ik nu heel anders kijk naar hulpverlening. OCMW, CAW, gelijk welke hulpverlening. Ik kijk daar anders naar omdat ik ook meer kan - hoe noem je dat - ‘mentaliseren’? Maar dat is het verkeerde woord. Ik kan denken in hun plaats waarom dat ze soms ‘neen’ zeggen. Ik vind dat verrijkend. (C8)

De andere kijk komt er door verschillende zaken. Zo wordt ook het gevoel van zich veiliger te voelen genoemd. De tijden zijn veranderd, vroeger waren de mensen minder empathisch en minder begripvol, stonden minder open voor het minder gewone. Dat is nu precies aan het veranderen, hulpverleningsinstanties worden ruimdenkender. Het komt misschien ook wel omdat ik mij meer veilig voel. (C5)

Vroeger was ik kwaad, nu begrijp ik hulpverlening, ze hebben ook geen toverstokje. (C10) Mijn begeleiders worden op de Bind-Kracht-weegschaal gelegd. Soms denk ik: die zouden beter eens een vorming volgen. (C11)

36


MEER CONTROLE, GREEP KRIJGEN

Vorming is een soort van uitlaatklep voor mij, waardoor ik kalmer blijf. (C15)

Coaches merken nog een andere belangrijke evolutie op bij henzelf. Ze spreken van meer greep te hebben gekregen over het leven. Uit de verhalen blijkt dat dit zich op verschillende vlakken situeert en dat dit gebeurt door verschillende mechanismen.

Coaches geven tevens aan verbaal minder impulsief te reageren. Ik heb gaandeweg geleerd om, alhoewel ik met mijn buik spreek, het eerst langs mijn hersenen moet laten passeren want anders zou ik soms kunnen de verkeerde dingen zeggen. Ik draai nu tien keer mijn tong rond voor ik iets zeg. Ik vind dat positief want ik denk dat ik anders al veel tegen de lamp was gelopen. (C8)

Beheersing over emoties en gedrag, assertiever Zo is er meer controle over de eigen emoties en gedrag: men is minder snel boos en agressief, rustiger, meer verdraagzaam en geduldig. Coaches geven aan de emoties beter te kunnen beheersen en dit wordt als positief ervaren. Dit geeft meer mogelijkheden in sociale contacten. Anderzijds geven coaches ook aan assertiever te zijn geworden, meer op te komen voor hun rechten (bv. als moeder naar instellingen toe waar de kinderen verblijven). Niet altijd wordt deze assertiviteit door de omgeving positief onthaald.

Grenzen kennen, bewaken, aangeven Een ander voorbeeld van controle is dat coaches beter hun grenzen kennen, deze beter kunnen bewaken en hun grenzen ook beter kunnen aangeven naar anderen. Mijn lesgever vroeg mij eens: gaan we dat doosje open doen of gaan we dat doosje gesloten laten? Ik zat toen eventjes emotioneel een klein beetje in de knoop en dacht ik van laat dat doosje maar gesloten en dat werd ook geapprecieerd. (C8)

Ik ben ook verdraagzamer geworden. Ik ga me niet gauw meer laten op stang jagen. Vroeger was ik rap op mijn tenen getrapt. Dat komt ook door Bind-Kracht. Ik kan ook meer luisteren. En waar dat nodig is, help ik mensen. Daarom doe ik ook vrijwilligerswerk . Door Bind-Kracht kan ik ook beter met conflicten omgaan. (C9)

37


Tegenover de eerste vorming ben ik nu veel spontaner. In het begin was dat zwaar. Dikwijls vragen die nog emotioneel zwaar liggen. Nu komen die nog, maar ge schermt u beter af. Dat heb ik geleerd bij Bind-Kracht. (C14)

Ten slotte geven coaches voorbeelden over het beter kunnen omgaan met geld of met alcoholgebruik (bv. nooit drinken de avond voor een vorming). Ook andere diensten hebben hierbij verdiensten.

Gebruiken, mobiliseren van hulpbronnen

Mijn zelfbeeld is sinds Bind-Kracht veel verbeterd. Vroeger cijferde ik me altijd weg, nu begin ik meer mezelf op de voorgrond te zetten. Ik kon vroeger tegen mijn zoon nooit ‘neen’ zeggen. Dat heb ik van Bind-Kracht geleerd om dat nu wel te doen. (C10)

Coaches krijgen een beter zicht op hulpbronnen en durven deze ook makkelijker aan te spreken. Dit versterkt ook het gevoel van controle en greep te krijgen op het eigen leven. Door Bind-Kracht heb ik psychologisch een groei gekend, is wel ‘work in progress’, is iets dat nooit gedaan is. Ik durf nu gemakkelijker hulp vragen, vooral aan hulpverleners. Ik ben ook trots als ze me nadien bv. op straat herkennen. (C8)

Deze controlebeheersing schept nieuwe mogelijkheden in contacten, in interacties met hulpverlening, familie, vrienden.

“WE KUNNEN VEEL GRAVEN BIJ HULPVERLENERS, COACHES EN TRAINERS. WE GRAVEN GROND WEG EN MAKEN HET TERUG EFFEN ZODAT DE HULPVERLENING EROP VOORUIT KAN GAAN.”

38


UITBREIDING EN HERSTEL VAN SOCIALE CONTACTEN, MEER PARTICIPATIE, MINDER EENZAAM Meedoen met Bind-Kracht geeft een uitbreiding van sociale contacten, in de eerste plaats door het contact met de trainer(s), de andere coaches en andere betrokkenen bij het BindKracht-team. Een aantal coaches zijn vrienden geworden van elkaar. Bind-Kracht heeft voor contacten gezorgd. Ik heb echt een paar mensen waar ik op kan terugvallen. Voor hen is dat normaal dat er iemand is die voor hen opkomt, maar voor mij niet. Ik heb veel moeite met kritiek en met complimenten. Als er iemand is van ‘je gaat X niet raken, anders hebt ge met mij te doen’, dat doet iets, geeft een goed gevoel. (C1)

Vele coaches zijn ook actief in een vereniging waar armen het woord nemen. Deze vereniging stimuleerde hen dikwijls ook om met Bind-Kracht mee te doen. Het stilaan meer loskomen van de vereniging waar armen het woord nemen was niet altijd gemakkelijk en betekende voor sommigen ook een groeiproces. Door nieuwe inzichten en vaardigheden worden ook stappen genomen om nieuwe contacten te maken of gebroken banden terug te herstellen bv. met de moeder. Ik denk hetgeen dat ik wel geleerd heb, is onbewust, die verbinding maken met mensen. Wat maakt dat ik wat vlotter met mijn buur omga. (C7)

Bij sommigen betekent meedoen met Bind-Kracht ook een impuls om de stap naar andere organisaties (gemakkelijker) te zetten. Een aantal coaches zijn dan ook actief in verschillende projecten (bv. zingen, toneel) of engageren zich verder als vrijwilliger in diverse projecten (bv. waardig begraven worden, bezoeken aan zieken). Ik ben bij veel andere organisaties, heb veel engagementen, is sneeuwbal, domino. Vroeger was ik eenzaam. (C9)

39

Het naar buiten komen door BindKracht op zich wordt als verrijkend ervaren en geeft ook kansen om effecten van Bind-Kracht te zien. Ik zie positieve effecten. Mensen worden zelfstandiger, mondiger. Hoe meer ge buiten komt, hoe beter ge effecten ziet. ... Het is pas als ge buitenkomt, dat ge begint te leven. Binnen begint ge te kniezen, te verwelken. (C2) Coaches geven aan dat als men echt diep zit, dit niet het moment is om in te stappen bij Bind-Kracht en dat het beter is om dan de vormingen even ‘on hold’ te zetten. Dit is ook een vorm van controle.


Ge moet er klaar voor zijn om naar buiten te komen. Ik denk niet dat ge het in mijn echt zwarte periode had moeten vragen. (C2)

Het is een heel moeilijk en pijnlijk proces. Ik hoop dat heel veel kinderen dat niet meer moeten meemaken. (C5)

FUNDAMENTELE INZICHTEN IN ZICHZELF EN OVER HUN LEVEN

In verbinding geraken met mensen is wezenlijk. Ook versterken: je doet andere dingen, je bent op een andere manier met jezelf bezig. (C7)

Coaches geven aan dat hun wereld wordt verruimd, doordat ze meer dingen leren zien en begrijpen. Dit zijn aspecten van kritische bewustwording. Ze hebben invloed op hun gedrag. De relatie met de omgeving verbetert hierdoor.

Ik heb nooit iemand gehad die voor mij zorgt, die de basisbehoeften voor je vervulde. Als ik in het klooster was voor een tweedaagse voelde ik mij mentaal rustig, wat niet is als ik thuis ben: uw eten wordt niet aangereikt... Ge krijgt een structuur, en dat vind ik veel helender dan altijd op jezelf te moeten terugvallen... Ik functioneer blijkbaar onder structuur en ik heb dat niet gekregen. (C5)

Ik ben aangenamer geworden. Daardoor vertellen mensen me meer. Ook in hulpverlening, vroeger was ik een beetje een rotzakje, excuseer het woord. (C8) Ik ben nu minder een egoïst, ik heb minder oog voor mezelf, en meer voor anderen. Dat is belangrijk in relaties. (C9) Empowerment, ik ben daartoe gedwongen. Innerlijke kracht, de kracht in jezelf vinden om je leven op de rails te krijgen, ik had geen andere keuze... Om dat te kunnen, de ‘wil’, dat ontbreekt bij veel mensen, ik heb dat constant gedaan. Ik merk dat heel veel mensen angst hebben om daar naar te kijken, wat heb ik nu werkelijk meegemaakt, hoe gruwelijk het ook is. ...

40


Wederkerigheid, belang van dialoog

Sommige coaches stellen expliciet dat door herhaaldelijk het eigen verhaal te vertellen, er meer inzicht ontstaat, een kijkwijziging over het verleden die terug ruimte geeft en waardoor men verder kan, toekomst ziet. Soms wordt ook aangegeven in de vorming liever niet meer te vertellen over bepaalde aspecten van het verleden. Dat is ook een voorbeeld van controle.

Een belangrijk inzicht is ook de wederzijdsheid van het leren en de gelijkwaardigheid van mensen, ongeacht hun sociale status of rol. Zeker naar hulpverleners toe is dit een belangrijk inzicht dat openingen schept. Het is niet omdat ze van de middenklasse zijn dat ze almachtig zijn, het zijn ook maar mensen hĂŠ. Het is een wisselwerking. Ik leer er ook veel van bij. Het is een brug leggen, arm-rijk. Ik vind dat machtig. Allebei op de brug en naar elkaars leefwereld kijken. Er zijn verschillen en toch is het ook hetzelfde. Wij zouden rapper iets tekort hebben, maar zij voelen pijn, verdriet, lachen, huilen, ook eens boos zijn. Dat maakt het mooie, want als mens zijn we gelijk, maar als cursist-coach zijn we verschillend. Iedereen leert verschillende dingen. Ik vind dat leerrijk. (C3)

Doordat er regelmatig met nieuwe thema’s wordt gewerkt in de vormingen, worden er mogelijkheden geschapen voor reflectie en nieuwe inzichten bij de coaches. Zo doet de vorming rond diversiteit coaches stilstaan bij mensen met een andere herkomst, bij de eigen attitude daartegenover en de reactie van de samenleving. De dialoog hierover wordt belangrijk geacht. Armoede maakt geen onderscheid tussen een Belg of niet-Belg. En daarom vind ik dat ook heel goed dat er nu een vorming diversiteit en armoede is. (C6)

Als coach na een bepaalde tijd, heb ik het gevoel dat ze me anders benaderen. Omdat je zelf als coach een andere kijk krijgt op hulpverleners. Dat gaat langs twee kanten. Door vorming krijg je ook meer inzicht, je snapt meer de beperkingen langs hun kant en dan krijg je meer begrip. (C13)

Gekleurde armoede, dat is nieuw binnen Bind-Kracht. Dat heeft invloed op mijn mening over migranten. Ik begrijp dat die mensen ook armoede beleven. Dat heeft niks met kleur of afkomst te maken. (C14)

41


TOENAME VAN VAARDIGHEDEN

Dat vind ik zo leuk, op BindKracht-vorming wordt heel veel kennis doorgegeven. En ik mag ook mijn kennis geven, gelinkt aan de theorieën. Op den duur, als je veel research er naar doet, maak je je die termen ook eigen en dan vind je dat ook gemakkelijker om die te begrijpen en te brengen. (C5)

De groei en verandering die we beschreven, komt meestal door een interactief proces van anders gaan denken, anders gaan voelen en ander gedrag. Door andere inzichten krijgt men bv. een positiever zelfbeeld en acceptatie van zichzelf, krijgt men meer controle over het gedrag en is er een andere - positievere - omgang met anderen. Situaties worden nu dikwijls anders aangepakt, men krijgt het gevoel beter ‘psychologisch te overleven’. Dit groeien in veerkracht gebeurt onder meer doordat heel wat vaardigheden worden geleerd door te participeren aan Bind-Kracht.

We komen om praktijk te brengen, maar we willen ook weten wat de theorie is. (C6) Het centrale doel van de vormingen, de leefwereld binnenbrengen, vraagt ook om een leerproces bij de coaches. De betekenis overbrengen van leven in armoede, van herhaaldelijk geconfronteerd te worden met uitsluiting, wordt een belangrijke vaardigheid.

Taal, theorieën, concepten, methodes Coaches geven voorbeelden op vlak van taal, kennis over theorieën en concepten (bv. empowerment, veerkracht, hechting), methodes (bv. draagkracht-draaglast-balans, kernkwadranten, ecogram, lifeeventlijn). Coaches kunnen meer expressie geven aan hun innerlijke leven en staan ook meer open voor dat van anderen. Zo ontstaat een meer diepgaande positieve verbinding met anderen. Er is bij de coaches ook een duidelijke wens om meer te leren, kennis op te doen.

42

Ik ben nu minder emotioneel. Hoe langer ik dat doe, hoe meer ik afstand neem van mijn verhaal. Ik praat op den duur precies over iemand anders. Zonder er minder over te vertellen, wel op een andere manier. En dan luisteren ze ook beter. ... Ik was pas een goede coach vanaf het tweede, derde jaar. Het eerste jaar was ik onervaren. (C3)


Het woord ‘empowerment’

Dat heb ik het sterkst geleerd bij Bind-Kracht: mensen dingen bijbrengen over armoede. Niet zo maar dingen, maar bijbrengen wat betekent dat voor een mens in armoede te leven. Het gaat niet alleen over centen, ik weet ook in welke omstandigheden sommige mensen moeten leven financieel, dat is ook gene lach. Maar er is ook een wezenlijk deel aan, wat doet die armoede met mij als mens. (C6)

Het woord ‘empowerment’ dat centraal staat bij Bind-Kracht blijft een moeilijk concept voor de coaches, maar anderzijds hebben ze mooie eigen invullingen gegeven aan dit concept die raken aan de kern van empowerment. Ik begrijp onder empowerment verschillende dingen: ermee leren omgaan, ermee leren leven, actief worden, mondiger worden, zelfredzamer worden. Empoweren doet ge vanaf het moment dat ge buiten komt, dat ge in beweging komt. Het is door dingen te doen dat ge sterker wordt. Empowerment is volgens mij een reactie op een actie. Ge ziet dat niet direct, na verloop van tijd. Daar hebben veel mensen last van: die doen iets en die willen direct resultaat zien. (C2)

Er zijn een aantal dingen die je je onbewust eigen maakt waardoor je rustiger in een gesprek zit. Waardoor als je uw inbreng doet, dat je beter aansluit bij de dingen. Mijn uitleg is ook veel korter, omdat je beter kan verwoorden wat je wil zeggen. Dat ik niet langs een omweg naar mijn verhaal kom. (C7) Opvallend is dat de andere taal ook afstand kan scheppen in de directe omgeving bv. naar buren, vrienden, familie. Coaches geven aan hier op te letten en geen moeilijke termen te gebruiken in hun bijzijn. In de vorming spreekt men bv. geen dialect, wel daarbuiten. Dit wijst ook op een vorm van controle. Sommige coaches voelen schaamte omdat ze nog te veel dialect spreken.

Empowerment, moeilijk. Voor uzelf opkomen of voor een ander persoon in dezelfde situatie, uzelf laten horen. Participatie. Verhaal gemakkelijker naar voor brengen. Bij een casus, de dingen in vraag zetten. (C3) Empowerment betekent voor mij dat we dingen durven vertellen, dat we niet altijd moeten beschaamd zijn over hetgeen we vertellen. Die openheid, u niet altijd wegsteken. (C9)

43


Empowerment is voor mij: meer greep op mijn leven gekregen. Nu kom ik stelselmatig naar buiten, wat meer greep geeft. Ook veranderingen in mijn gezin. Binnen de hulpverlening ook, want die kijk is anders. En dat gedrag verandert. Vroeger voelde ik mij een nummerke, nu voel ik meer greep, betekenis. Meer betekenisvol voor andere mensen. Als ik iemand zie sukkelen, zal ik die ook direct steunen. Dat durf ik sneller, vroeger niet. Toen kon ik dat niet, zat in een cocon, kwam niet voor mezelf op, cijferde ik mij weg. Nu meer greep, ik kom naar buiten, ik doe uitstappen met cultuur, ik sluit me niet meer op voor den tv. Een hele wereld gaat open, een nieuwe leefwereld. (C12)

Empowerment betekent dat mensen hun eigen krachten gebruiken. Dat de mensen leren dat ze zelf iets kunnen. De meeste mensen in armoede denken dat ze niks kunnen. (C11) Empowerment is geen ik-ik verhaal. Het heeft te maken ook hoe je naar andere mensen kijkt. (C13)

Kennis over de wereld, rechten Ze kunnen mij minder dingen wijs maken nu. Ik ken de binnenwereld heel goed: instellingen en opvangcentra. En ik begin nu ook de buitenwereld te kennen, weten waar ik recht op heb. (C4)

Naar buiten durven komen, hulp durven vragen, durven helpen

Verdraagzamer, rustiger, geduldiger, betere conflicthantering, leren luisteren

Coaches zeggen meer te durven praten, meer te durven zeggen en zichzelf minder weg te cijferen. Ook het praten voor grote groepen is een vaardigheid die wordt genoemd.

Meerdere keren vertellen coaches rustiger en geduldiger te zijn geworden en merken op dat dit in twee richtingen werkt.

Dingen durven zeggen, vragen durven stellen, en dingen in vraag durven stellen. En thuis krijg ik te horen, je mag niets in vraag stellen, maar als je niets in vraag stelt zal er niets evolueren en veranderen. (C6)

Ik heb ook geleerd naar anderen te luisteren. Vroeger, als er iemand zijn verhaal deed, kwam ik ertussen. Wij mogen een eigen gedacht hebben, maar we moeten eerst naar die mens zijn verhaal luisteren. Achteraf mogen we aanvullen. Dat luisteren gaat al beter dan in het begin. (C14)

44


Ontdekken van eigen talenten en sterktes Sommige coaches ontdekken nieuwe talenten. Zo ontdekt een coach hoe goed ze kan schrijven. Belangrijk hierbij is het besef dat dit van grote betekenis is voor anderen, dat er iets mee gebeurt wat zinvol is. Ik schrijf veel op in de vormingen; neem die mee terug in de vormingen en lees deze meestal voor. Dat gaat over mijn leefwereld, de botsingen die ik ervaar. Dat ik soms in mijn slachtofferrol word gezet. Om mee te geven hoe belangrijk die kijkwereld is. Het geeft me zelfwaarde, bewondering. Alle gevoelens die zo naar boven komen, geef ik een plaats in de teksten. Zo kan er ook nog iets mee gedaan worden. Om nog meer effect te hebben zoals in een boek. Dat doet ook voor mij iets, dat er iets mee gedaan is, dat andere mensen het kunnen lezen. Dat blijft een gevoelige draad, dat het een betekenis heeft. Ik heb ze zelf ook apart bijgehouden in een kaftje, waarin ik soms terug inkijk. … Ik zie mijn groei ook terug in mijn teksten. Het stopt niet, ik blijf wel voortgroeien. Ik voel me daar heel goed bij. Ik weet ook dat het niet verloren gaat. ... Ik had nooit gedacht dat ik zo ver zou staan dat ik teksten kon schrijven. (C12)

“IK BEN BIND-KRACHT DANKBAAR DAT IK KENNIS KAN DOORGEVEN. IK HEB VEEL GELEERD IN MIJN MOEILIJK LEVEN. DEZE KENNIS WORDT NIET OVERAL AANVAARD, ALLEEN IN BIND-KRACHT WORDT ZE GEWAARDEERD. “

45


EFFECTEN ZIEN Niet alle coaches geven aan onmiddellijk effecten te zien, maar stellen blind te geloven dat BindKracht werkt, er iets toe doet, in eerste instantie bij de hulpverleners die de vormingen volgen. Anderen geven wel concrete voorbeelden van veranderingen die ze zien. Ik hoor achteraf cursisten zeggen op terugkomdagen van ‘eigenlijk kijken we er nu helemaal anders naar’. Er zijn mensen die het gebruiken. Ik hoor ‘eigenlijk ga ik het toch proberen, of dat nu mag of niet’. (C14) Een effect dat ik zag dat ze (dienst X) proberen de verantwoordelijkheid een beetje aan de mens terug te geven. (C4) Coaches zien in dat de grote effecten op armoedebestrijding er niet meteen zijn, maar binnen de vorming gebeurt toch al heel wat, wat mogelijk helpend is voor het ‘grotere plaatje’. Brussel wordt niet bereikt, misschien kan Bind-Kracht later iets betekenen voor het grote plaatje, wie weet. (C15)

BIND-KRACHT: DOEL EN VOORWAARDEN Tot slot valt het op dat coaches zeer goed kunnen aangeven wat het doel van Bind-Kracht is. Ze zijn hier zeer realistisch in, ook naar de rol die Bind-Kracht moet opnemen naar hen toe. Het onderscheid met een vereniging waar armen het woord nemen blijkt duidelijk. Na de vorming ’s avonds ben ik moe, maar voel me ook goed. Je geeft veel als mens, voor mij is het voldoende als ik voel dat ze er iets aan hebben gehad. Je moet niet als Bind-Kracht de pretentie hebben: wij gaan het hier veranderen. Vooral voor afgestudeerde maatschappelijk werkers zo, belangrijk is dat ze terugschakelen van het onbewuste naar het bewuste. Ik denk dat je meer kan inbrengen als coach als je niet die pretentie hebt: ik ga het hier veranderen. Dat is mijn basisuitgangspunt. Als je mensen in hun eigenwaarde laat, dat geeft rust, ook een veilig gevoel voor cursisten. Zij mogen ook hun mening hebben. (C13) Het is belangrijk om bij beiden te zijn. Ge kunt met verschillende zaken bij beide organisaties terecht. Persoonlijke problemen bij armoedevereniging X. Het onderscheid is duidelijk en goed. Bind-Kracht helpt om problemen los te laten. (C11)

46


Het is groeien in Bind-Kracht. Heel veel steun van de trainers, dat blijft belangrijk. In het begin was ik gebonden aan één trainer. Nu vind ik het ook belangrijk, als ge met een nieuwe coach op stap kunt gaan, dat ik die zelf kan helpen, begeleiden. Trainers kunnen dat ook niet altijd. Dan doe ik efkes een babbeltje. Gelijkwaardigheidsgevoel. Heel zinvol. Ook omdat ik zelf die opvang heb gehad, toen ik het zelf moeilijk had. Ik heb dat ook zelf ervaren. (C12)

Het draait niet om de coach in Bind-Kracht-vormingen, wel moet er ondersteuning voorzien worden en veiligheid worden ingebouwd. Ook de selectie en voorbereiding van nieuwe coaches moeten zorgvuldig gebeuren. Het is een proces dat je als coach moet doorlopen, ik ook door armoedevereniging X. Ik vind zeker in het begin belangrijk dat je een relatie met een vereniging hebt, als soort van bron, niche. Is belangrijk, anders blijven ze misschien in hun kwaadheid zitten, dan kunnen ze niet constructief kijken naar de andere kant. Daar moeten ze naar kijken bij nieuwe coaches. (C13)

Ik denk dat we elkander hebben doen groeien. Is veilig. In vorming weet ik perfect waar hij naar toe gaat en langs andere kant weet hij ook hoe ik ineen zit, in de vorming zit. Dat is belangrijk, maar moet groeien, mag niet kunstmatig zijn. (C13)

Relatie met trainer Aan de relatie met de trainer wordt veel belang gehecht. Deze is van een bijzondere aard. Sommigen spreken van een ‘tandem’ waarbij beiden gelijkwaardig zijn of over een ‘compagnon de route’. Het gaat om een groeiproces dat de nodige tijd vraagt en wederzijds is. Trainers hoeven hierbij niet steeds ‘vrienden’ te worden, die grens is duidelijk.

Groepsbijeenkomsten De groepsbijeenkomst is belangrijk: ervaringen uitwisselen, ook met mensen die je minder ziet. Minimaal contact om achtergrond te kennen van mensen waar je ooit mee in een vorming kan terecht komen. Bv. bij de jeugdhulp stond ik bij iemand waarvan ik weet dat het moeilijk is met haar zoon, dan voelt ge dat aan. (C11)

47


Grenzen van Bind-Kracht Bind-Kracht lost de (persoonlijke) problemen van coaches niet onmiddelijk op bv. rond financies, huisvesting, relaties. Bind-Kracht heeft niet de pretentie om armoede uit de wereld te helpen, draagt er wel toe bij. Sommigen stellen dat Bind-Kracht verplicht zou moeten zijn voor hulpverleners, ook voor politici wordt dit opgemerkt. Bind-Kracht is geen therapie, ik wil dat daarvoor ook niet gebruiken. Bij mij zou Bind-Kracht een medestander moeten zijn bij armoedebestrijding. ... Ik vind dat politiekers ook een vorming mogen komen volgen. (C6) Anderen hopen dat Bind-Kracht verder groeit en andere kwetsbare groepen kan bereiken die BindKracht nog niet kennen, bv. dak- en thuislozen.

48

“IK BEN ALLEEN EN DAT GEEFT SOMS FRUSTRATIE, VERDRIET, BLIJHEID. SOMS UIT IK MIJN WOEDE VOOR DE SPIEGEL. OOK MIJN VERDRIET UIT IK SOMS VOOR DE SPIEGEL. HET IS EEN HULP ALS JE KAN ZIEN HOE DIEP HET ZIT. BIND-KRACHT IS EEN SOORT SPIEGEL VOOR MIJ.“


Theoretische duiding Het is duidelijk dat meedoen aan Bind-Kracht-vormingen groei en verruiming betekent voor de coaches. Verschillende aspecten die werden benoemd door de coaches kunnen we kaderen in een breder theoretisch raamwerk. We laten ons hierbij leiden door de theoretische fundamenten van maatzorg, veerkracht, (psychologisch) empowerment en schaarste en bandbreedte.

VERBINTENISPROBLEMATIEK In de theoretische onderbouwing van de maatzorgmethodiek formuleerden we de verbintenisproblematiek als centraal gegeven bij mensen in multicomplexe probleemsituaties als armoede (Van Regenmortel, 1996). Fundamentele gevoelens van machteloosheid en wantrouwen gaan hand in hand met gestoorde communicatie met de omgeving en samenleving. De verbintenis of binding is gestoord op verschillende vlakken: met zichzelf, met de anderen, met de samenleving en haar instituties (bv. de hulpverlening) en met de toekomst.

49

Een kwetsingsproces dat - volgens de theorie van maatschappelijke kwetsbaarheid - vicieus en cumulatief van aard is zolang geen positieve binding kan worden gemaakt. Op de diverse vlakken geven coaches voorbeelden van positieve verbinding.

Band met zichzelf Coaches krijgen terug een band met het eigen handelen doordat ze zien dat wat zijzelf doen ook resultaat heeft en er toe doet. Het gevoel van erkenning en waardering dat hiermee gepaard gaat, leidt tot gevoelens van trots, een positiever zelfbeeld en hogere zelfwaardering. Het ontdekken van nieuwe talenten, het aanleren van nieuwe vaardigheden (bv. taal, communicatie, gedrag, kennis), het opdoen van kritische inzichten omtrent armoede (ontschuldiging) onderbouwen dit proces. Dit alles schept meer kansen op succeservaringen, zodat een positieve spiraal wordt opgebouwd die het geloof in zichzelf aanscherpt. Het schept tevens nieuwe mogelijkheden in sociale contacten.


Band met anderen Het positiever kijken naar zichzelf, een betere coping van tegenslagen en conflicten, meer controle over ‘storend’ gedrag (agressie, verbale impulsiviteit) scheppen ruimte om positiever om te gaan met anderen. Men leert de ‘andere kant’ beter te begrijpen wat leidt tot meer begrip en rust in contacten. Dit gebeurt in de context van hulpverlening, zowel binnen als buiten de vorming. Maar ook in de eigen sociale omgeving worden banden hersteld. Evenzeer worden meer grenzen gesteld naar anderen toe wanneer een te sterk appél op betrokkenen gebeurt die de eigen zelfontplooiing en zelfwaarde bedreigen. Het meer naar buiten treden door de participatie aan de vormingen met transfer naar andere vlakken (bv. vrijwilligerswerk, verenigingen, artistieke projecten) vermindert tevens gevoelens van eenzaamheid en versterkt het gevoel van erbij te horen.

Band met de samenleving (en haar instituties) De continue confrontatie met onder meer werkloosheid, schulden, woonproblemen wordt ervaren als vernederend en onrechtvaardig. Deze aspecten stoppen niet zomaar door te participeren aan Bind-Kracht.

50

Het inzicht dat men net krijgt in structurele processen van uitsluiting kan enerzijds leiden tot (meer) frustratie, maar anderzijds is er het groeiend besef van verantwoordelijkheid vanuit de samenleving bij de totstandkoming en voortduring van sociale uitsluiting (‘het is niet allemaal mijn schuld’). Een duidelijke verandering wordt wel aangegeven in de contacten met de hulpverlening (bv. OCMW, CAW, jeugdzorg) en andere maatschappelijke instanties (bv. school). In deze context krijgt men meer controle, ervaart men minder afhankelijkheid en een beter wederzijds contact. De grotere participatie in onder meer verenigingen geeft ook meer positieve binding met de samenleving.

Band met de toekomst Wanneer personen geen hoop hebben, is er onvoldoende binding met de toekomst wat het motiveren tot verandering erg moeilijk maakt. Het gevoel geen hoop te hebben hangt samen met het gevoel deze toekomst slechts weinig te kunnen beheersen en te beïnvloeden. Men zit dikwijls vast in een negatieve kijk op het verleden en een hier-en-nu perspectief door de strijd om elke dag te overleven. De gesprekken leren ons dat - ondanks het voortbestaan van financiële armoede - er toch hoop groeit bij mensen.


VEERKRACHT

Dit komt onder meer omdat men anders gaat kijken naar dit verleden, men dit een plaats kan geven, er lessen uit weet te trekken en zodoende terug vooruit kan kijken. Plannen voor de toekomst worden gemaakt, een ander meer positief levenspad lijkt geopend. Men krijgt terug enige grip op het leven en zijn omgeving en dit schept toekomst. ‘Verbinden’ vormt één pijler van de twee-eenheid die centraal staat bij empowerment. De andere pijler van ‘versterken’ lichten we toe vanuit de theorie van veerkracht.

Het empowermentkader heeft uitdrukkelijk oog voor de psychologische dimensie bij maatschappelijke kwetsbaarheid zonder dat dit gepaard gaat met individualisering van de problematiek en culpabilisering van de doelgroep. Empowerment besteedt bijzondere aandacht aan mensen die - ondanks hun moeilijke levensomstandigheden - toch weten te ‘overleven’ en een zinvol bestaan weten op te bouwen. Het concept van veerkracht leent zich hier uitstekend toe en belicht het psychologisch kapitaal dat bij mensen in kwetsbare omstandigheden aanwezig is (Van Regenmortel, 2008). Deze positieve kijk kadert in een meer algemene tendens binnen de psychologie: de positieve psychologie. Positieve psychologie legt mechanismen bloot waardoor psychologische weerstand kan worden opgebouwd. We noemen dit psychologisch kapitaal. Net als de drie andere kapitaalvormen - economisch, sociaal en cultureel kapitaal - betekent dit dat iets dient opgebouwd te worden. Het is een investering in de toekomst met de verwachting van een hogere, betere opbrengst. Belangrijk is dat veerkracht geen aangeboren eigenschap is, geen statisch persoonlijkheidskenmerk van een individu.

51


Het gaat om een proces dat zich toont in een hele levenscyclus en zich ontwikkelt door een dynamische wisselwerking tussen kenmerken van het individu en zijn omgeving. De omgeving heeft in deze dus een belangrijke verantwoordelijkheid. We merken dat de Bind-Kracht-omgeving bijdraagt tot het opbouwen van veerkracht bij de coaches. Het gevoel van onvoorwaardelijke acceptatie en gedragenheid wordt door een aantal coaches expliciet genoemd en vormt een belangrijke bodem voor veerkracht. Verder zijn het gevoel van meer controle en greep te krijgen op de omgeving (interne beheersingsoriëntatie) en steunende positieve contacten twee grote bouwstenen van veerkracht waarvan coaches verschillende voorbeelden hebben gegeven. We gaan in op een aantal meer specifieke bouwstenen van veerkracht.

Dit ‘geven’ geeft enerzijds betekenis aan hun leven en zin aan het lijden, maar dit werkt anderzijds ook mee aan het eigen proces van empowerment.

Kracht van geven (‘Power of giving’)

Positieve identiteit

Niet (meer) opnemen van de slachtofferrol Ten gevolge van gevoelens van machteloosheid en uitsluiting die verinnerlijkt worden, kan passiviteit, lage zelfwaardering en zelfuitsluiting optreden bij mensen in armoede. Veerkrachtige personen weigeren deze rol op te nemen. Het niet (meer) opnemen van de slachtofferrol is duidelijk aanwezig bij de coaches en evolueert ook door mee te doen met Bind-Kracht. Men wil actor zijn in het eigen leven en men is bereid verantwoordelijkheid op te nemen voor zichzelf en de omgeving. Erkenning geven voor de uitsluiting is hierbij wel belangrijk.

Door de ontwikkeling van talenten en vaardigheden, het krijgen van mogelijkheden om te ‘geven’ (aan de cursisten, aan andere coaches) en dus van betekenis te kunnen zijn, schept groeimogelijkheden aan coaches voor een meer positief zelfbeeld. Ook het anders gaan kijken naar het verleden schept ruimte om een meer positieve identiteit op te bouwen (‘Ik ben tóch iemand’).

Veerkrachtige personen zijn sterk in het geven aan anderen. Coaches nemen een duidelijk engagement op door zich op vrijwillige basis in te zetten in de vormingen. Ze geven aan dat ze hun negatieve ervaringen willen gebruiken om te voorkomen dat andere mensen dit ook moeten meemaken en om er voor te zorgen dat de hulpverlening beter aansluit bij mensen in armoede en hulpverleners meer respectvol handelen.

52


Men begrijpt beter waarom bepaalde (negatieve) reacties er zijn vanuit de omgeving (bv. in de hulpverlening) en is er ook inzicht in en verandering van eigen gedrag dat negatieve reacties uitlokt (bv. niet luisteren, verbaal agressief). Een belangrijk gegeven is tevens dat men een verandering van positie ervaart: van ‘sukkelaar, herrieschopper’ naar een ‘coach/trainer’ van BindKracht. Dit alles schept ruimte voor een positieve identiteitsopbouw die door de trainer (en ook andere personen van Bind-Kracht) wordt gestimuleerd.

Openstaan voor, aanvaarden van en appeleren op hulp

Constructief perspectief op het verleden en kaderen

Empowerende relaties met professionelen

Coaches hebben heel wat meegemaakt in hun leven. Door de opgebouwde band met de trainer gebeurt hierover heel wat reflectie en dialoog en meer kadering op metaniveau. Ook de inbreng van het eigen levensverhaal in vormingen geeft een andere kijk, maar ook meer grip op dit verhaal. Dit schept openingen voor een andere kijk, om alles een plek te geven en te kunnen loslaten, zodat men verder kan en niet meer vastgeroest zit in een eenzijdige negatieve kijk. Het kan leiden tot herstel van contacten, maar ook tot breken met bepaalde banden.

Tot slot geven coaches aan dat ze anders staan in hun relatie met hulpverleners, in de vorming, maar ook daarbuiten. Er is sprake van meer wederkerigheid en minder afhankelijkheid, van meer begrip. Dit zijn elementen van een krachtgerichte zorg die kansen geven op groeien in veerkracht en empowerment.

Een belangrijk aspect is dat coaches ook meer ondersteuning en hulp durven vragen bij bepaalde aspecten in hun leven (psychologisch, maar ook juridisch, administratief enz.). In een onderzoek naar veerkracht bij ouderen (Janssen, Van Regenmortel & Abma, 2011) bleek deze openheid naar het aanvaarden van materiële en immateriële hulp een belangrijke bouwsteen voor veerkracht te zijn, gesitueerd op het individuele domein.

53


(PSYCHOLOGISCH) EMPOWERMENT

wil voorkomen dat anderen dezelfde miserie moeten meemaken. De twee andere aspecten nemen sterk toe met verloop van tijd. Men groeit in het vertrouwen van controle en invloed te hebben en men evolueert in de rol van coach.

Het kader van psychologisch empowerment van Zimmerman (1995) geeft tevens een goed framework om de psychologische groei die coaches ervaren theoretisch te duiden. Empowerment is een construct dat zich op meerdere niveaus situeert (‘multilevel’): op het psychologisch of individueel niveau, op het niveau van de organisatie en op het niveau van de gemeenschap. We zoomen hier in op het psychologisch niveau van empowerment. Dit psychologisch niveau is op zich gelaagd en omvat drie dimensies: een intrapersoonlijke dimensie, een interpersoonlijke dimensie en een gedragsdimensie (Figuur 1). Ze omvatten tezamen de drie wezenlijke aspecten van meesterschap (‘mastery’) in de omschrijving van empowerment: nl. controle, kritisch bewustzijn en participatie.

Interpersoonlijke dimensie De verschillende aspecten die de interpersoonlijke dimensie uitmaken van psychologisch empowerment, komen expliciet tot uiting in de interviews. Zo worden vaardigheden aangeleerd, bronnen gemobiliseerd en krijgen coaches meer zicht op de (structurele) uitsluitingsmechanismen die in de samenleving aanwezig zijn (kritische bewustwording). Deze aspecten zijn belangrijk om tot waardevolle inzet en participatie te komen.

Gedragsdimensie Deze laatste dimensie wijst op een verandering in het concrete handelen, het doen van personen. Opmerkelijk in de gesprekken was de meer constructieve coping in het omgaan met conflicten en de positieve gedragsveranderingen zoals meer controle over storend impulsief (verbaal) gedrag, assertiever in het bewaken van grenzen en het opkomen voor zichzelf. Meerdere coaches gaan zich ook meer actief engageren in sociale verbanden, verenigingen en willen signalen geven naar het beleid.

Intrapersoonlijke dimensie Deze dimensie staat voor het gegeven dat personen geloven dat ze invloed en controle hebben, dat ze zich competent voelen om deze invloed en controle uit te oefenen en ook daadwerkelijk willen invloed hebben. Dit laatste aspect is zeker aanwezig bij de coaches, de grote motivatie om mee te doen met Bind-Kracht is dat men echt iets wil veranderen, in de eerste plaats binnen de hulpverlening en dat men

54


FIGUUR 1: PSYCHOLOGISCH EMPOWERMENT (Zimmerman: 1995: 588, eigen vertaling)

PSYCHOLOGISCH EMPOWERMENT

INTRAPERSOONLIJKE DIMENSIE

INTERPERSOONLIJKE DIMENSIE

GEDRAGSDIMENSIE

• (geloof in) eigen invloed, (gevoel van) controle • (geloof in) eigen kunnen, (gevoel van) competentie • wil/motivatie tot eigen invloed

• kritische bewustzijn (kennis, inzicht, begrip) • vaardigheden • mobiliseren van bronnen

• participatie in sociale verbanden • betrokkenheid bij de gemeenschap • constructief gedrag (weerbaarheid, coping, assertiviteit, oplossen)

55


Krachtbronnen in meerdere domeinen

Deze andere maatschappelijke reacties werken erg stimulerend en zijn bouwstenen voor hun veerkracht. Tot slot is er het contextuele domein dat betrekking heeft op een breder politiek-maatschappelijk domein. De toegankelijkheid van diensten en de toegang tot hulpbronnen worden hier benoemd, als ook het sociaal beleid. Coaches geven aan dat de impact van Bind-Kracht op de bredere politiek nog beperkt is. Toch merken we dat de onderliggende empowermentvisie in beleidsteksten en in het beleidsdiscours aanwezig is. Wat de toegankelijkheid van diensten betreft, daar wordt met de vormingen zeker invloed op uitgeoefend. De effecten zijn eerder sporadisch zichtbaar voor de coaches. Er is daarentegen wel een geloof en vertrouwen aanwezig bij de coaches dat er wel degelijk effecten zijn binnen de hulpverlening die ten goede komen aan een bredere groep van mensen in armoede. Dit is voor hen ook een bron van empowerment.

Het onderzoek naar krachtbronnen bij ouderen van Janssen e.a. (2011) besluit dat de krachtbronnen van ouderen zich situeren op drie domeinen: het individuele, het interactionele en het contextuele domein (Figuur 2). Deze domeinen be誰nvloeden elkaar wederzijds. Het individuele domein omvat de opvattingen over de eigen competenties, inspanningen om controle uit te oefenen en de capaciteit om de eigen situatie te begrijpen en te analyseren. Trots en ook openheid en aanvaarding van de eigen kwetsbaarheid en van hulpbronnen worden bij deze dimensie genoemd. Deze auteurs vermelden ook het niet opnemen van de slachtofferrol als belangrijke krachtbron. Dit is tevens zeer duidelijk bij coaches aanwezig. Het interactionele domein omvat acties met anderen om bepaalde doelen te bereiken. Het gaat hierbij om positieve, versterkende relaties zowel informeel als met professionelen. Coaches halen hiervan verschillende voorbeelden aan. Ook de kracht van het geven en reacties vanuit de samenleving worden hierbij opgelijst. Coaches geven aan dat de omgeving tevens lijkt te veranderen, onder meer door hun eigen kijkverruiming en ander gedrag. Coaches merken veranderingen in hulpverlening en ook in de benadering/bejegening naar henzelf.

56


SCHAARSTE EN BANDBREEDTE

Kracht en macht Empowerment heeft te maken met het groeien in kracht én macht en dit plooit terug op het multilevel aspect van empowerment. De term ‘kracht’ wordt gebruikt voor het individuele en sociale collectieve niveau (Jacobs et al, 2005 in Van Regenmortel, 2008).

De studie van Mullainathan en Shafir (2013) over ‘schaarste’ geeft wetenschappelijk onderbouwde verklaringen voor gedragingen van mensen in armoede die door de samenleving dikwijls als negatief wordt bestempeld. Schaarste (bv. van tijd, geld) leidt tot een tunnelvisie, Het gaat om een van binnenuit tot gebrek aan speelruimte. groeien in zelfvertrouwen, Armoede (tekort aan geld) is een positiever zelfbeeld, aanleren van extreme vorm van schaarste door vaardigheden, kortweg ‘power from haar chronische gebrek aan vrijheid. within’. Verder wordt men sterker Vrijheid kan immers bufferen tegen door steunende positieve sociale de stress en schade van schaarste. banden, binnen het eigen gezin ‘Armen schieten tekort’ - zo stelt en familie, maar ook daarbuiten de mainstream - want men ziet bv. door lotgenotencontact, een bij hen bv. meer therapieontrouw, trainer die hen door dik en dun overgewicht, ze zijn ‘slechte’ steunt, kortweg ‘power with’. Deze ouders (sturen hun kinderen niet twee krachtbronnen ondersteunen naar school, voeden inconsequent de derde, met name de macht om op enz.). Sommigen zien zaken te veranderen die verder voordehandliggende verklaringen: reiken dan het eigen persoonlijke tekort aan beschikbaarheid, aan leven of de directe omgeving en vaardigheden, vooroordelen en zich situeren op het bredere politiek- negatieve stereotyperingen van de maatschappelijke niveau, de ‘power rijkere groepen enz. Mullainathan to’. De betere toegankelijkheid en Shafir wijzen evenwel op een van hulpverlening voor mensen meer fundamenteel mechanisme in armoede of het beïnvloeden dat speelt over contexten heen, van de visie van beleidsmensen namelijk dat van de belasting van of van andere actoren inzake bandbreedte. Door het dagelijks armoedebestrijding zijn hiervan gevecht om rond te komen wordt voorbeelden. de bandbreedte aangetast door de cognitieve belasting die dit gevecht met zich meebrengt. Mensen die bv. diep in de schulden zitten komen in een psychologische dynamiek terecht die hen belemmert om

57


aan een duurzame oplossing te werken. Dit gaat niet over persoonlijkheidskenmerken, het is de context van schaarste die aanzet tot een bepaalde manier van gedragen (Van Regenmortel, 2015). Door te participeren in BindKracht merken we dat er een kijkverruiming bij coaches komt die een tegengewicht vormt voor deze tunnelvisie. Door metareflectie te stimuleren krijgen coaches meer inzicht in zichzelf en de anderen, groeien ze in kritische bewustwording (met zicht op structurele uitsluitingsmechanismen en toegang tot hulpbronnen), krijgen ze (opnieuw) hoop. Coaches zien terug toekomst en dit opent voor hen nieuwe wegen en keuzemogelijkheden. Versterken én verbinden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het gaat kortweg om Bind-Kracht. Belangrijk is de basis van vertrouwen die het versterkings- en verbindingsproces mogelijk maakt en faciliteert. Bind-Kracht is als organisatie een ‘enabling niche’ die een belangrijke en veilige bodem vormt voor dit vertrouwen.

“VIA BIND-KRACHT ZIE IK KANS OM MIJN SPREEKWOORDELIJK LIED TE ZINGEN. “

58


FIGUUR 2: KRACHTBRONNEN VOOR VEERKRACHT (Janssen, Van Regenmortel & Abma, eigen vertaling, 2011: 149)

Natuurlijke setting

Krachtbronnen op het interactionele domein

• Positieve familierelaties • Empowerende relaties met professionelen • Kracht van het geven • Maatschappelijke antwoorden

Krachtbronnen op het individuele domein

Krachtbronnen op het contextuele domein

• Opvattingen over de eigen competenties • Inspanningen om invloed uit te oefenen • Capaciteit om de eigen situatie te begrijpen

• Toegankelijkheid van sociale en gezondheidszorgvoorzieningen • Beschikbaarheid van bronnen • Sociaal beleid

59


4 Vijf verhalen van persoonlijk en relationeel empowerment. Het perspectief van een trainer KOEN VANSEVENANT

60


61


LEREN UIT CRISISMOMENTEN EN WERKEN AAN EEN VERDIEPENDE AFSTEMMING

Als trainer moest je voor Steven door een soort toegangsexamen van betrouwbaarheid. Aanvaard je wel echt wie hij is, ook met zijn lastige kant? Respecteer je zijn grenzen en durf je toch in dialoog te gaan waarbij je ook jezelf laat zien op een eerlijke manier?

Steven stapt reeds een zestal jaren mee met Bind-Kracht. Hij is ooit van start gegaan binnen een project ‘armoede en geestelijke gezondheid’. Na een eerste vormingsdag kwam hij tot het besef dat hij wilde gaan voor een ruimer engagement binnen Bind-Kracht. Thema’s als thuisloosheid, OCMW-hulpverlening, recht op wonen, maar ook het inzicht krijgen in de diepere lagen van zijn levensverhaal en bijhorende kwetsbaarheid prikkelden Steven. Steven gaf zich op voor een zesdaagse vorming. In de voorbereiding leerden we hem kennen als iemand die graag en vlot het woord kon nemen, zich kwetsbaar durfde opstellen, maar ook kon doordrammen op bepaalde thema’s met een ondertoon van scherp verwijt naar de hulpverlening. In de eerste vormingsreeks was het zoeken hoe de kracht maar ook de kwetsbaarheid van Steven een plek kon krijgen. Het was zoeken naar een werkbare verhouding tussen trainer en coach. Steven deed niets liever dan plagen en uitdagen, maar was tegelijk gevoelig voor kritische opmerkingen en afwijzing. Zo toonde hij een strijdbare, maar ook een kwetsbare kant, waarbij hij zich afschermde door in strijd te gaan en boven een ander (cursist, coach of trainer) proberen te staan.

Het engagement was van bij aanvang groot en nam nog toe. Steven ging op stap met verschillende trainers, rond verschillende thema’s. Hij maakte een merkwaardige evolutie door. Tal van thema’s kwamen aan bod zoals het verhaal van zijn thuisloosheid, maar ook zijn bredere levenslijn, de betekenis en uitdaging van zijn bijzondere relatie met Eva, zijn netwerk, zijn engagement bij een sociaal-artistiek project, maar ook wat een nabije relatie met een trainer voor hem betekent. Steven kon meer en meer toelaten dat er samen op stap werd gegaan rond gevoelige thema’s op een manier die versterkend was voor hemzelf, de groep en de trainer. Een indringend gesprek over het al dan niet stoppen met alcohol maakte de cursisten intensief betrokken, en zette Steven in zijn kracht. Het niet gezien worden in zijn authenticiteit door sommige cursisten, die argwanend waren over zijn kracht en zijn inbreng, raakten Steven diep, maar weerhielden hem niet om verder te doen.

62


Met andere coaches komt Steven soms in aanvaring door zijn verbale kracht, zijn aanhoudend uitlokken en plagen, zijn specifiek stemgeluid. Enkele conflicten hebben we kunnen uitpraten, wat leidt tot minder spanning, maar het risico blijft aanwezig.

Met dit gedrag laat hij zijn kwetsbaarheid zien, maar evenzeer de kracht om hulpbronnen in te schakelen. Hij staat open voor een constructieve feedback en het zoeken naar de diepere betekenissen van de paniekreactie en het appél op anderen. Steven nam na de crisis het besluit om te zoeken naar een buddy die in crisismomenten bereikbaar is. Wat later beseft hij dat hij deze extra steun niet meer nodig heeft.

Steven is soms te loyaal aan de trainer: hij wil dan beantwoorden aan de verwachting en uitdaging, en is nog te weinig in verbinding met zichzelf. Gesprekken daarover tonen een Steven die hard op zoek is naar er mogen zijn, erkend en geliefd worden. Het blijft zoeken om deze drive te verbinden met de verwachtingen van de cursisten en de trainer.

NEGATIEVE ENERGIE EEN PLEK GEVEN EN ER EEN LERENDE DYNAMIEK VAN MAKEN Fred heeft ook de opstap gezet binnen Bind-Kracht vanuit het thema geestelijke gezondheid. Zijn directieve uithaal op de eerste vormingsdag toont dat dit thema nog zeer gevoelig ligt en dat oude kwetsuren nog niet geheeld zijn. Fred stapt mee binnen BindKracht vanuit een brede waaier aan thema’s zoals armoede, thuiszorg, OCMW, politie, energie-armoede, gekleurde armoede enz. Hij heeft een rustige, zelfverzekerde kant waardoor hij mee kan beschouwen over thema’s en concrete verhalen kan aanbrengen op een manier die cursisten en trainer doen nadenken. Fred benadert armoede op een structurele manier, maar heeft tegelijk oog voor de persoonlijke en relationele kwetsbaarheid.

In het groeiproces dat Steven doormaakt, kijkt hij steeds kritisch naar zichzelf. Hij is verwonderd, maar ook geraakt door het gegeven dat hij nu beter zijn eigen kwetsbaarheid ziet, en stelt vast dat hij bepaalde uitdagingen emotioneel moeilijk weet te dragen of te counteren. Zo is er de aangetekende zending van het OCMW, waarbij hij in een angstreactie eerst terug begint te drinken om vervolgens andere coaches, maar ook zijn meest nabije trainer op te bellen.

63


Hij weet het evenwicht te houden tussen info geven en appelleren. Zijn persoonlijk verhaal over zijn faillissement en de diepe materiële armoede die daarmee gepaard ging, brengt Fred meestal gepast aan bod. De cursist voelt dan de emotionele draagwijdte van de neerwaartse spiraal die Fred heeft moeten doormaken. De groei van Fred zit hem net in dit complexe veranderingsproces waarbij hij zijn veilige, rationele kant steeds beter weet te verhouden op zijn gevoelige kant. Zichzelf op een veilige manier opener en kwetsbaarder binnenbrengen, blijft een uitdaging die hij aangaat in relatie met verschillende trainers. Het thema thuiszorg is - op het eerste zicht – een veilig thema dat Fred niettemin als zeer lastig ervaart. Elke maandag zit hij namelijk vast aan de voor hem belangrijke thuiszorg. Naast opruimen en lichaamsverzorging gebeuren dan de boodschappen voor de komende week. De thuisverzorgende verhoogt de levenskwaliteit van Fred, maar hoe krachtiger de betekenis, hoe sterker het gevoel van afhankelijkheid. Maandag is voor Fred een keurslijf waarbij het verschuiven van de thuiszorg naar een andere dag veel risico’s inhoudt (bijvoorbeeld de verzorgende komt zonder wagen waardoor ze geen boodschappen kan doen). Fred houdt dan maar vast aan die maandag, maar ziet hoe deze vasthoudendheid leidt tot het niet kunnen bijwonen van vergaderingen en vormingen.

64

Fred ziet de vele activiteiten binnen het kader van armoedebestrijding als een vorm van maatschappelijke bijdrage en van betekenis zijn, maar ook als een vorm van herstel. In de vormingen komt dit thema aan bod. Fred kan zijn irritatie laten horen op een manier waarbij hij zich kwetsbaar opstelt. Met de nodige kwaadheid laat Fred horen hoe hij zich ergert aan structuren en strakke schema’s en hoe dit zijn hernieuwde autonomie fnuikt. Door de diversiteit aan reacties van de cursisten en de terugkoppeling van de trainer die het gebeuren thematiseert en kadert, krijgen we zowel bij de cursisten als bij Fred een lerend proces. Het gaat over leren omgaan met emoties, met reacties, de uitval van Fred aannemen als een emotie die op een bepaalde manier klopt en samenhangt met ervaringen en dieperliggende betekenissen. Voor Fred werkt het bevrijdend als hij erkenning krijgt voor zijn openheid, maar ook voor de last die hij ondervindt. De inbreng van de diverse toevoegingen doet Fred verbreed voelen en reflecteren, en brengt een besef van verhoogde greep op het thema. In de nabespreking wordt dit gedeeld met de trainer en worden de gevoelens en ervaringen nabeschouwd en versterkt tot een meer gedragen concept.


OPENBLOEIEN, REFLECTEREN EN DELEN

De tussendoorgesprekken met de trainers lijken voor Anna van groot belang. Er ontstaat een dynamiek van meer nabijheid en steun ervaren, maar ook het aftoetsen van inzichten en keuzes om zo meer aan het stuur te zitten van haar eigen leven. De nieuwe uitdaging voor Anna is zich leren binnenbrengen op een manier die minder gekoppeld is aan haar persoonlijk leven, maar waarbij ze op een bredere manier kan kijken naar haar eigen groeipad als een spiegel voor thema’s en gebeurtenissen die in de vorming aan bod komen.

Anna is er al bij vanaf het begin. Bij aanvang was het een stille, wat zelfonzekere coach die zich het liefst nestelde dichtbij andere coaches of de trainer in de zoektocht naar veiligheid, erkenning, maar ook naar momenten om te kunnen openbloeien. Het neerpennen van haar gedachten tijdens de vorming was haar manier om zichzelf uit te drukken. Hierin was een mooie groei waarneembaar, van invoegen aan de woordendynamiek die zich op een vorming ontplooit naar het toevoegen van een gepersonaliseerde ordening en taal. Anna heeft tijdens de vele jaren vorming een veranderingsproces doorgemaakt, waarbij er zich een afspiegeling ontwikkelde tussen haar persoonlijk leven en de thema’s die binnen Bind-Kracht aan bod kwamen. Anna kon net openbloeien als ze keuzes kon maken over wat ze wilde aanbrengen. Deze keuzes vooraf dialogeren met de trainer was zeer belangrijk, om dan te zoeken in hoeverre de thema’s die haar bezighielden bespreekbaar gemaakt konden worden in oefeningen en kleine groepsopdrachten. Dit zette Anna op vele momenten in haar kracht met een dubbel effect: in de groep betekenisvol kunnen aanwezig zijn, maar ook verbreed kijken naar thema’s en situaties die haar bezighielden.

65


VANUIT EEN VERNIEUWDE BETEKENIS RUST VINDEN EN TOCH VERDER GROEIEN Jos is vanuit de vereniging, maar vooral door een vroeger gedeeld hulpverleningsverhaal na zijn pensionering ingestapt in BindKracht. Bij aanvang was Jos ervan overtuigd dat hij zijn persoonlijk verhaal moest brengen; enerzijds omdat hij dacht dat dit van hem verwacht werd, anderzijds omdat hij met een diepe nood zat om dit te vertellen. Heel vlug ontstond een boeiende afstemmingsdialoog over dit en andere thema’s. Jos maakte een proces door van zelfinzicht en – beschouwing, en van wederzijdse afstemming tussen trainer en coach. Jos zijn pensioneringsverhaal met zijn risico voor isolement, gevoelens van nutteloosheid en leegte zijn een andere weg kunnen opgaan door de boeiende afstemmingsen actiedynamiek die vanuit BindKracht is gegroeid. Jos is op verhaal kunnen komen: de filmopname over zijn jeugd bracht een diep verbindende en louterende kracht.

66

Zijn verhaal weet hij nu, mits het kader van een ondersteunende dialoog, passend binnen te brengen. Jos heeft meer en meer voeling gekregen met zijn eigen behoeftes en noden, ook bij andere thema’s. Zijn verhaal over budgettering en afhankelijkheid van de hulpverlening, zijn eenzaamheid en vernieuwend netwerk, zijn betekenis als vrijwilliger en zijn blijvende kwetsbaarheid omtrent zijn bestedingspatroon brengt hij passend aan vanuit een vorm van zelfrespect. Jos is nu in een fase waarbij hij het beschouwen over zichzelf en de strijd met zijn eigen kwetsbaarheid wat rust wil geven. De innerlijke rust die hij gecreëerd heeft, wil hij niet doorkruisen. Tegelijk wil hij ook niet stilvallen en ziet hij de risico’s en kwetsbaarheden waarmee hij nog steeds geconfronteerd wordt. Jos op een vernieuwende manier een plek geven bij thema’s zoals armoede en levensloop, armoede in seniorenzorg lijken nieuwe uitdagingen voor hem.


EIGEN KEUZES MAKEN VANUIT VERNIEUWDE ENGAGEMENTEN

Het zelfinzicht en taal kunnen geven aan emoties en moeilijke thema’s is enorm geëvolueerd. Tegelijk verliest Tom soms de verbinding met wat hij Tom is een coach met een nodig heeft en maakt dan risicovolle intrigerende pittigheid. Hij stelt keuzes. Dit daagt de trainer uit om zich open op een spontane en zich er op een eerlijke en respectvolle manier op te verhouden. Het proces gedurfde manier, waarbij hij zich van vallen en opstaan heeft in de zeer reflectief weet binnen te relatie trainer-coach een metabrengen, wat verwondering weet betekenis en constructie gekregen, op te roepen bij trainer en cursist. waarbij Tom steeds meer aan het Tegelijk blijft Tom zeer kwetsbaar stuur is gaan zitten. Hij appelleert op waarbij hij meerdere thema’s bewust voor hem cruciale momenten -de afsluit. Na een aantal jaren van groot trainer en Bind-Kracht als organisatie engagement zit Tom al een tweetal om dan al dan niet verder te doen jaar in een complexe afweging rond met de nieuwe sporen die hij aan het verder gaan met Bind-Kracht of uitzetten is. Recentelijk presenteert niet. Bind-Kracht is een verbindend kader, maar ook een spiegel en een zich een nieuwe kanteling waarbij we uitdaging rond de levenskeuzes een herboren Tom zien die veel meer die hij wil of kan maken. Het gaat verantwoordelijkheid weet op te nemen in de zorg voor zichzelf, maar onder meer over overleven in de ook voor betekenisvolle anderen. marge of langdurige engagementen Hierbij maakt hij overwogen keuzes opnemen die hem kwetsbaarder in zowel zijn ecogram als in zijn kunnen maken, maar ook doen activiteitenpallet. De trainer is een loskomen van het vertrouwde belangrijke toetssteen, maar Tom overleven van dag tot dag. Tom laat zich terug (of voor het eerst) weet ook Bind-Kracht boeiende leiden door zijn innerlijk kompas. spiegels voor te houden. Hij heeft Een uitdaging is om in vormingen het niet voor groepsbijeenkomsten en bloeit pas open in diepgaande zijn eigen proces in dialoog met de individuele gesprekken of voor trainer maar ook met de cursisten een groep cursisten die hij creatief verder te verdiepen zonder het kan uitdagen. Het persoonlijk kompas uit het oog te verliezen. empowermentproces dat Tom de voorbije jaren heeft doorgemaakt is opvallend.

67


5

Verbinding tussen trainer en coach als baken voor een dynamischgroeiproces KOEN VANSEVENANT

68


69


In dit hoofdstuk staan we stil bij de kracht en uitdagingen van de samenwerking tussen trainer en coach en de effecten op het groeiproces van beiden. Samen vorming geven is een avontuur voor zowel trainer als coach. Ze staan open voor elkaars wereld en identiteit, ze geven elkaar ruimte voor verschil. Ze brengen in dialoog wat er zich afspeelt in de vormingsdynamiek, in de verbinding met de cursisten, in de relatie met de trainer en coaches. Hiervoor zoeken ze naar een gedeelde taal, maar ook naar een verscheiden en aanvullend expressiepalet. Ze werken aan verbinding, maar houden ook ruimte voor autonomie en de kracht van verschil. Deze zoektocht zorgt voor een proces van empowerment voor zowel trainer als coach. Het geeft hen vuur voor hun persoonlijke groei. De dynamiek tussen trainer en coach is dus een bijzonder gebeuren met heel wat potentie, en tegelijkertijd is het een spiegel voor de cursisten in hun relatieontwikkeling met cliënten.

SAMEN OP STAP, DE KRACHT VAN “COMPAGNONS DE ROUTE”. De ontwikkeling van een BindKrachtteam dat samen een vorming kan dragen, is een uitdagende taak. De trainer en coach krijgen contact op de groepsbijeenkomsten, ze leren er elkaar kennen, zoeken naar gedeelde interesses, worden geraakt en krijgen ‘goesting’ om samen op stap te gaan. Andries Baart verwoordt dit sprekend in zijn presentietheorie: het is beginnen met “ We moeten iets met elkaar”, om te groeien naar ”We willen iets met elkaar” en te eindigen met “We hebben iets met elkaar”. De ontwikkeling van zo’n BindKrachtteam is ook complex en gelaagd. Het doel is een stevige ploeg maken om samen vorming te geven, maar onderliggend is er de verwachting om een leer- en veranderingsproces aan te gaan. De dynamiek tussen trainer en coach is één van de krachtbronnen voor het leer- en groeiproces van de cursisten. Een cursist drukte dit gevat uit: “Hoe jullie samen werken, praten en zich presenteren, leert me veel over basishouding, dialoog en wederzijdse betrokkenheid”. Eénmaal een groepje van één trainer met 1 tot 3 coaches is gevormd, volgt de voorbereidende bijeenkomst en afstemming.

70


EEN GOEDE VOORBEREIDING EN AFSTEMMING

HET BIJZONDERE VAN “OP STAP GAAN”. Op verplaatsing gaan biedt mogelijkheden om de verbinding tussen coach en trainer te versterken: afspreken op de trein, bijpraten in de wagen en samen verantwoordelijkheid opnemen om er tijdig te geraken, zijn aspecten van het “en route” zijn. Deze dynamiek is in eerste instantie een spontaan gebeuren, waarbij niks hoeft en alles mag, maar daar ontwikkelt zich veelal een gericht aftoetsen of bijpraten, in functie van een gunstig vormingsverloop.

In deze v o o r b e re i d e n d e bijeenkomsten zoeken trainer en coaches naar een goed evenwicht tussen een open, reflexief gesprek en de gerichte opbouw van inhouden en werkvormen. Vooral de meer ervaren coaches nemen de leidraad van de voorbereiding mee op. Vanuit een losse babbel brengen de coaches spontaan vragen naar voor als “Wat wordt er nu concreet van ons verwacht?” of “Op welke thema’s zullen we de nadruk leggen?” tot “Hoe kunnen we onze verwachtingen een plek geven”. Vanuit deze signalen en vragen legt de trainer een verbinding met de bouwstenen van Bind-Kracht en de specifieke verwachtingen voor de vorming . De ruimte om op verhaal te komen en te vertellen over het hier en nu, biedt materiaal om de vorming concreet uit te werken. De levendige verhalen, ervaringen of inzichten, krijgen hierdoor een plek. Soms is er een apart gesprek tussen een coach en trainer nodig om bepaalde thema’s door te praten, en zo te komen tot een persoonlijke afstemming. Dit is nog meer het geval bij vormingen die gaan over “kwetsuren en krachten” of vormings-momenten die vertrekken vanuit het eigen levensverhaal.

Onderweg zijn met de coaches vraagt een gerichte focus van de trainer, omdat hij zijn aandacht moet verdelen, en er soms spanningen zijn tussen de trainer en de coaches of tussen de coaches onderling. Soms zijn korte gesprekken apart nodig, vooral als het gaat over gevoelige thema’s of gebeurtenissen die de coaches belasten of bezig houden. De trainer neemt daarbij diverse rollen op, is betrokken en verbindt waar mogelijk. Door samen op stap te gaan overstijgen de coaches het gevoel van “uit verbinding” te zijn door hun isolement, de stress en materiële zorgen. De prille verbondenheid brengt de coaches in balans om de komende vorming aan te gaan. Dit proces tintelt soms aan de oppervlakte, maar kan ook diep gaan. Als de vorming van start gaat is er soms al een hele weg afgelegd, zowel mentaal en relationeel.

71


DE UITDAGING ZICH SAMEN TE PRESENTEREN VOOR EEN GROEP

Bij positieve feedbacklussen groeit er een energie van gedeelde actie, van gezamenlijk leren, ondanks of net door de verscheidenheid van leefwerelden en posities. Als dit lukt ervaart de trainer, maar vooral de coach, erkenning voor zijn inbreng. Dit versterkt hun engagement, betrokkenheid en kwetsbare opstelling.

Samen de vorming gestalte geven is een complex proces van afstemming. Tijdens de vorming presenteren zich immers tal van dynamieken die op elkaar inhaken. De dynamiek in de driehoek tussen trainer, coach en cursist staat centraal: de trainer is aan zet, de coach vult aan of concretiseert en de cursist geeft feedback. Zo ontstaat er een vloeiend samenspel, gedragen door interesse, groeiende betrokkenheid en reflexief leren. Ook vragen en kritische opmerkingen kunnen aan bod komen. Cursisten zijn dan geraakt of geĂŤrgerd, waardoor er zich een negatieve dynamiek kan ontwikkelen. Het is dan aan de groep van trainer en coaches om deze dynamiek te counteren, door de cursisten te vragen zich te verbinden met de vormingsdynamiek, en zich ook kwetsbaar op te stellen.

De relatie met de trainer is een baken voor de coach om zich kwetsbaar, soms uitdagend, maar vooral betrokken op te stellen in de groep. Gecombineerd met de juiste werkvormen, komen we dan tot een lerende dynamiek voor iedereen. Een verbindende en versterkende aanpak en de durf van de trainer om dialoog kansen te geven, zorgt ervoor dat de dynamiek tussen cursisten en coaches zich volop kan ontwikkelen.

72


ROLOPNAME COACH EN TRAINER

Voor nieuwe coaches is dit een veilig kader voor een eerste opstap, maar bij sommige coaches is de drive te groot. In deze dynamiek bestaat het risico dat de meer ervaren coach de rol opneemt van de gedreven, strijdbare compagnon, die meer ruimte inneemt dan verwacht en het keurslijf waarin hij of zij wordt vastgezet probeert open te breken. Cursisten verhouden zich tegenover een dergelijke dynamiek zeer verschillend. Ze gaan in coalitie met de trainer of met de coach, of ze trekken zich terug en kijken hoe het afstemmings- en machtsspel zich presenteert. Dialoog over de dynamiek is de sleutel voor trainer en coach om te komen tot een betere afstemming.

De herkadering van de relationele dynamiek tussen hulpvrager en hulpverlener naar concepten van rolopname en rolafstemming is bij Bind-Kracht een vertrouwde oefening. Tussen trainer en coach, tussen trainer en cursisten, maar ook tussen coach en cursisten ontstaan er bij kortere of langere processen, rollenpatronen. De trainer kan vanuit zijn positie, een positie “op het podium” maar evenzeer een positie “op het balkon” kiezen voor verschillende vormingspatronen. Het klassieke patroon is de trainer als rituele centrale figuur, die kaders en inhouden uiteenzet en diverse werkvormen introduceert. Hierbij hoort de meer volgzame coach, die geduldig wacht tot de trainer hem of haar introduceert en een beperkte ruimte geeft voor een specifieke inbreng. Vanuit het oogpunt veiligheid en aansturing, maakt de trainer dan stapsgewijs verbredingen, waarbij de coach meer ruimte krijgt voor inbreng.

Bind-Kracht stapt steeds meer af van dit klassieke patroon en vertrekt van een duiding van de kaders en handvatten om vervolgens ruimte te geven voor een zo groot mogelijke uitwisselingsdynamiek. De trainer neemt hier de rol op van regisseur en facilitator van de dialoog tussen coach en cursist. De coach wordt mee verantwoordelijk voor de vorming en zoekt mee naar de juiste dynamiek en uitwisseling. Dit patroon geeft soms verwarring of onduidelijkheid, voor de cursisten. Het is dan aan de trainer om als begeleider en bemiddelaar het leerproces op het juiste spoor te houden.

73


Via diverse werkvormen en in een gedeelde energie worden thema’s en verhalen aangebracht. De trainer maakt daarbij bruggetjes naar voor hem vertrouwde verhalen en ervaringen van de coach, of hij stelt een open en verwonderende vraag. Verschillende leefwerelden en zienswijzen komen binnen op een verbindende of frictievolle manier, waarbij de trainer waar nodig aanvult, kadert, bijstuurt en onderliggende dimensies aan bod laat komen om er een versterkende en wederkerige dynamiek van te maken.

manier, waarna zij ook haar last aanbrengt, namelijk het gevoel dat het nooit genoeg is. Deze botsing lijkt moeilijk, maar cursist en coach delen iets: “We hebben elkaar nodig om van betekenis te kunnen zijn en een bepaalde context kan maken dat hulpverlener en cliënt elkaar niet vinden op cruciale momenten. Daarnaast kunnen ze ook delen dat een passende verantwoordelijkheid in een spel van afstand, nabijheid en bereikbaarheid een essentieel thema is voor een hulpverleningsproces. Het wederzijds appél om samen te werken aan deze relatie aan de hand van een open dialoog komt aan bod. De cursist is blij dat haar wrevel een plek krijgt maar blijft geprikkeld door de verwachtende spiegel van de coach. De coach voelt zich gezien in zijn of haar kijk maar weet zich ook gedragen door de trainer die de spontane inbreng van de coach valideert.

Een voorbeeld vanuit het thema afstand en nabijheid: Eén van de cursisten brengt aan dat het veeleisende van cliënten te dicht op de huid komt en ze vraagt zich af hoe ze kan komen tot een meer gedeelde verantwoordelijkheid tussen haar en cliënt. Een coach brengt daarop spontaan een verhaal over een hulpverlener die er op de belangrijke momenten nooit blijkt te zijn. Dit lijkt een verwijt en geeft geen antwoord op de vraag van de cursist. Niettemin is er hier een boeiende kans tot uitwisseling. De coach brengt namelijk op een gelaagde manier aan dat ze nood heeft aan een nabije hulpverlener die er op cruciale momenten moet zijn, en dat ze zich belast voelt door de pijnlijke ervaring er veel alleen voor te staan. De cursist wordt verwacht te luisteren naar de coach op een niet verwijtende

Naast het rollenpatroon is de loyaliteit en verbinding tussen trainer en coach een belangrijk element. Bij een sterke loyaliteit zoekt de coach waar hij aanvullingen, voorbeelden en ervaringen kan aanbrengen, die het verhaal van de trainer versterken. De coach is dan een concretiserende echo van de trainer. Deze manier van werken vraagt creativiteit van de trainer, zeker wanneer de coach kritische bedenkingen uit.

74


De trainer kan dan cursisten uitnodigen om de overeenkomsten en verschillen in de visie van trainer en coach te zoeken. Ook een reactie vanuit een buikgevoel of een frisse kijk op een pakkende uitspraak van een cursist, kan een extra lerend moment opleveren.

Bij coaches en trainers die lang samen op stap zijn ontstaat een soort buddy-gevoel. Ze zijn er voor elkaar en steunen elkaar waar nodig, maar ze kijken ook heel kritisch naar de weg die ze samen afleggen naar een geslaagde vorming. In een voorbereiding merkt een coach op dat verdiepend doorvragen te dicht op het vel van de cursisten zit, en dat hen de cultuur en gewoonte ontbreekt om in gesprek te gaan over onderliggende dynamieken. De trainer geeft daarop een oefening waarin de coach concreet kan aangeven welke vragen veilig of onveilig zijn. Deze oefeningen zijn leerrijk voor trainer en coach.

Zo stelde een werkvloerbegeleider tijdens een vorming Krachtgerichte trajectbegeleiding het volgende: “Voor gasten tussen 25 en 34 jaar kunnen er toch nog geen obstakels zijn om hun armen uit de mouwen te steken?”. Hierop reageert één van de coaches eerst non-verbaal, en vervolgens met deze uitspraak: “Als je mijn verhaal goed zou kennen, zou je weten dat die obstakels torenhoog kunnen zijn”. De trainer zit met een uitdaging: ”Laat ik de cursist en de coach een robbertje groot gelijk uitvechten, blok ik het af of doe ik er iets mee?”. De trainer neemt zich voor om de verschillen als uitdaging mee te nemen. In een verdere oefening maakt hij een eventlijn op rond het thema arbeid en opleiding. De groep krijgt drie verhalen van complexe activeringssporen met kansen maar ook uitsluitingsmechanismen. De concrete verhalen benaderen de kijk van de cursist kritisch, zonder dat hij zich aangevallen weet. De coach voelt zich gesterkt en begrepen.

De trainer en coach gaan de volgende uitdagingen aan: de kracht in elkaar appreciëren, ergernissen of risico’s benoemen, elkaar aansporen, het beste van zichzelf geven, grondig nabeschouwen en de dieperliggende dynamiek zichtbaar en bespreekbaar maken. In deze afstemmings- en leerdynamiek houden ze ook de risico’s van de rolontwikkelingen in de gaten. Concreet gaat het dan bijvoorbeeld om risico’s van te grote nabijheid, te sturend worden, een hulpverlenersrol opnemen of in de oude reddersrol terecht komen. In de nabespreking wordt er ook bij deze risico’s stilgestaan.

75


DE BETEKENIS VOOR DE TRAINER

DE BETEKENIS VOOR DE COACH

Op stap gaan met coaches betekent dat de trainer deelgenoot wordt van hun leefwereld en hun kwetsbaar groeiproces. Dit vraagt respect, verwondering en bescheidenheid. Elke vormingsdag is een uitdaging waarbij de samenwerking met de coaches essentieel is, naast de inhoud en competentieontwikkeling. Een Bind-Krachtvorming is slechts geslaagd als ook de coaches een versterkende rol konden opnemen. De trainer gebruikt flexibiliteit, creativiteit en introspectie om te komen tot ware verbondenheid.

De coach neemt een veelvoud aan ervaringen mee. Deze ervaringen versterken zijn identiteit en persoonlijke groei. Hij kan “iemand zijn”, in de kwetsbaarheid maar vooral ook in de kracht van zijn persoonlijk verhaal. De opeenstapeling van positieve en relationeel gedragen ervaringen empoweren de coach. De ervaringen zijn verscheiden en gethematiseerd. In het vorige hoofdstuk specifieerden we het persoonlijk en relationeel groeipad van enkele coaches.

De trainer groeit in de BindKrachtthema’s, in de specifieke uitdagingen van vormingen op maat, maar vooral in de verbinding met de leefwereld van de coaches.

76


EFFECTEN VAN EEN HERHAALDELIJKE SAMENWERKING MET EENZELFDE TRAINER

DE RISICO’S VAN DE VORMINGEN Een Bind-Krachtvorming streeft naar een relationele dynamiek met groeipotentie, maar dit is niet zonder risico. Het verlangen naar erkenning en bevestiging is groot bij de coaches, maar tegelijk is er de angst voor de confrontatie bij een nieuwe mislukking. Deze dubbelheid presenteert zich ten opzichte van de trainer en van de cursisten waarmee de coach een traject aflegt. Coaches ervaren de aandacht en ondersteuning die ze krijgen als een betekenisvolle opsteker, maar ook als een complexe uitdaging: “Met al deze aanmoediging, tips, relationele ondersteuning en gedragenheid moet ik het nu toch goed doen?”. De ondersteuning houdt dus risico’s van druk, van oordeel als een aantal stappen niet zo vlot lukken, en tenslotte van herval of mislukking in.

De samenwerking tussen coach en trainer geeft zuurstof om elkaar persoonlijk te leren kennen en te zoeken naar de juiste dynamiek in de vormingsdagen. Een meervoudige samenwerking versterkt het vertrouwen in elkaar en de begeleiding van de vorming. Beiden zijn aan zet. De trainer zet de vorming op spoor en valideert de coach via een afgesproken werkvorm. De coach faciliteert de lerende dialogen door vanuit zijn kracht uitdagende vragen te beantwoorden en creatieve verbindingen te maken. Zo ontstaat er een gedeeld weefsel aan ervaringen die de relationele verhaallijn tussen trainer en coach versterkt. Trainer en coach komen tot een gedeeld besef van relationele gedragenheid.

Deze risico’s zijn leermomenten voor elke actor in het Bind-Krachtverhaal. De complexe samenhang tussen structurele aspecten en verinnerlijking van armoede, maar ook te hoge verwachtingen van BindKracht maken het kantelingsproces complex. Leren uit proberen, mislukken en toch verder doen is de boodschap. Zowel positieve als kritische feedback zijn belangrijk, maar ook respect voor de grenzen van wat een coach en een trainer aan feedback kunnen dragen.

77


ONDERSTEUNENDE ROL De trainer neemt ook vaak een ondersteunende rol op. De armoede, tegenslagen, uitsluiting en afwijzing die de coach ervaart doen hem zoeken naar steunfiguren en vanuit de opgebouwde vertrouwensrelatie doet hij ook een beroep op de trainer. Deze staat voor de uitdaging om de rol van hulpverlener te beperken en een dialogische en gelijkwaardige verhouding uit te bouwen. In zijn ondersteunende rol biedt hij een luisterend oor, ordent hij en geeft overzicht en taal, brengt verbindende inzichten aan en stimuleert de coach om zelf keuzes te maken en andere steunbronnen te zoeken. De trainer gebruikt hierbij leermomenten van de vorming als belangrijke bron. De gedeelde ervaringen kunnen de coach de kracht geven om creatief en in dialoog de probleemgebieden aan te pakken. De trainer schat in samenspraak met de coach in welke betekenis zijn ondersteunende rol kan hebben. Hij stemt af welke thema’s hij in de vorming ter sprake mag brengen en maakt afspraken over de rolopname en het meta-leren van de cursisten.

78


DE VIJF C’S

COMPASSION

Het complexe relationele en wederkerige gebeuren tussen trainer en coach is telkens anders. Deze dynamiek is een proces van stilstaan bij elkaars kracht en kwetsbaarheid om zo elkaar te doen groeien. Dit vraagt moed, inleving, elkaar kennen en in verbinding treden, betrokken en geĂŤngageerd zijn en ten slotte bruggen maken naar andere werelden of netwerken. Deze vijf concepten, die we in wat volgt uitvoeriger bespreken, ondersteunen de groei in de relatie tussen trainer en coach.

Inleving en opschorten van oordeel zijn hierbij centrale begrippen. De trainer leeft zich in de leef-, denk- en gevoelswereld van de coach in. Hij probeert de diepere betekenissen en emoties van die wereld te vatten. Hij stelt zich kwetsbaar op en laat de wereld van de coach bij zich binnen komen. Hij leeft zich ook in de last en de overleving van de cursisten-hulpverleners in en vanuit meerzijdige partijdigheid kan hij verbindingen maken en bruggen bouwen. De coach leeft zich in de systeemwereld van de hulpverleners in en staat open voor hun kwetsbaarheid. Hij schort (voor-) oordelen op en staat open voor de diepere overtuigingen en drijfveren die het handelen van de ander mee inkleuren. Dit vraagt veel van de coach omdat hij met een zekere mildheid moet kijken naar de inbreng van de cursisten, die zo’n macht kunnen hebben over het leven van mensen in armoede, en dus ook over zijn eigen leven. De coach leeft zich ook in de wereld en identiteit van de trainer in. Hiertoe behoort de complexe rolopname van de trainer en de betekenis van zijn centrale rol.

COURAGE Zowel trainer als coach hebben moed nodig om zich wederzijds kwetsbaar op te stellen, om zich te begeven in een andere leefwereld, om zich samen te presenteren voor een groep. Voor de coach is het een uitdaging om zijn levensverhaal, zijn ervaringen met armoede en hulpverlening en zijn empowermentproces een passende plaats te geven in de vormingen. De trainer heeft moed nodig om de dynamiek in de vormingen aan te sturen, zijn eigen houding en interventies binnen te brengen in relatie met coaches en cursisten, zijn eigen groeiproces te delen met de coach en zich op deze manier gelijkwaardig op te stellen.

79


CONNECTION

COMMITMENT

Coach en trainer krijgen verbinding vanuit het gedeeld engagement, het leren kennen, samen meemaken en loslaten. De trainer verbindt zich met de leefwereld van de coaches, hun overleven, dromen en kwetsbaarheid. Doordat hij deelgenoot wordt van hun verhaal krijgt hij verbinding. Ze delen het verhaal op vormingen, maar ook tijdens de voorbereidingen, de bijeenkomsten en de contacten tussendoor.

Elkaar leren kennen en samen op stap gaan veronderstelt ook een engagement naar elkaar. Trainer en coach engageren zich om moeilijke thema’s grondig te bespreken en uit te klaren, om betrokkenheid en ook ongerustheid uit te drukken, om wederzijdse belangstelling te tonen, wat leidt tot moeilijke vragen maar ook spontane aandacht en erkenning. Commitment is doorleefde aandacht die je niet zomaar aan de kant zet. Ook buiten de vormingen engageren beiden zich om elkaar te appelleren waar nodig. Dit engagement is een complexe uitdaging en vraagt een wederzijdse toetsing van verwachtingen. Als één van beiden teleurgesteld is, moet hij dat kunnen uitspreken. Dialoog leidt tot een versterkte samenwerking, met wederzijdse inbreng van grenzen, maar ook met activiteiten die buiten het Bind-Krachtgebeuren vallen.

Stapsgewijs worden coaches ook deelgenoot van de leefwereld van trainers. Deze andere wereld is soms confronterend, zowel in de kwetsbaarheid als de kapitaalbronnen waarover de trainer beschikt. Door te delen krijgen coach en trainer zicht op pijnlijke verschillen en staan ze voor de uitdaging om daar passend mee om te gaan. Connectie in een wereld van verschil zet soms lastige spiegels voor, die ze in dialoog kunnen overbruggen.

COMMUNITY De vijfde pijler is de relationele dynamiek tussen trainer en coach in een breder gemeenschapsverband. Deze gemeenschap is veelzijdig en veelvoudig. Het netwerk en draagvlak van Bind-Kracht als organisatie behoort hiertoe, met zijn afspraken en regels, zijn bijeenkomsten en groepsdynamiek.

80


De duale relatie krijgt daar een plaats in een breder geheel van activiteiten, en maakt deel uit van een sterke groep en lerende gemeenschap. Mini-teams ontwikkelen zich bij het samen op stap gaan. Coaches en trainer vormen na verloop van jaren een geheel waarbij ze op elkaar inspelen en elkaar aanvullen zodat de verscheidenheid en gedragenheid volop tot ontplooiing komt.

TOT SLOT

De contacten met de verenigingen waar armen het woord nemen, maar ook de sociaal-culturele activiteiten waar meerdere coaches aan participeren, zijn aspecten van gemeenschap, waar het verbindend proces tussen trainer en coach verder groeit. In deze warme groeiplekken herstelt de coach zijn identiteit door een bredere gedragenheid.

Het vormingsverhaal bij BindKracht is en blijft een uitdaging, een avontuur waarbij de effecten en meetbare resultaten niet altijd duidelijk zijn, maar waar de beweging in de relationele en groepsdynamiek in het leven van coaches, trainers, cursisten en organisaties zichtbaar is.

Deze vijf pijlers horen bij de methodiek van het Bind-Krachtconcept. Bind-Kracht wil dit delen met alle actoren en zo evolueren naar nieuwe kaders van psychologisch en relationeel empowerment. Ook de vertaling van deze dynamiek in de vormingsmodules blijft een uitdaging.

Verwondering over de kracht van de coaches, hun durf en moed om zich kwetsbaar op te stellen, geeft energie om verder te gaan met het Bind-Krachtverhaal. Door zelf uit te dragen wat het predict, wil Bind-Kracht een bijdrage leveren aan een meer krachtgerichte en verbindende dienst- en hulpverlening in een warmere en meer solidaire samenleving.

Het persoonlijke netwerk in gezins- en buurtleven of vrijwilligersengagement is een andere cirkel van gedragenheid waarin de coach kracht vindt. Het bijzondere van de trainercoachesrelatie is de regelmatige terugkoppeling van het groeiproces in dialoog met de trainer, maar ook in dialoog met de ruimere groep. Net deze continu誰teit aan terugkoppelingen versterkt het reflexief handelen van de coach. Een groeiproces met vallen en opstaan dat zich ook in de vormingen presenteert.

81


TRAINERS OVER DE SAMENWERKING MET COACHES

Bind-Kracht heeft slagkracht. We geven er een lap op, we schoppen een geweten. Samen met coaches kunnen we een verschil maken. We zorgen dat dingen in beweging komen in organisaties.

De wasspeld is van hout. Ze staat voor mij voor coach en trainer. Het is mooi, leuk en warm, het lijken 2 figuren. Samen zorgen ze voor veerkracht. Dat is niet altijd simpel. Het moet echt in elkaar geschoven worden. Zo is het ook tussen trainer en coach: het duurt binnen Bind-Kracht even voor je als trainer goed functioneert met de coach. …. Het is gelukt om de wasspeld terug in elkaar te zetten, maar het deed soms pijn. Zo is het ook in de relatie tussen coach en trainer. Oude wasspelden schuiven makkelijker in elkaar dan nieuwe: dat geldt ook voor de samenwerking tussen trainer en coach. Als je elkaar langer kent, dan werkt het makkelijker.

Het is niet gemakkelijk wat je als trainer moet doen: • Processen aangaan en inzetten op de sterktes van coaches. • durven in het niet-weten staan en dit delen met cursisten • Openingen maken en gelijkwaardigheid toelaten: de weg wordt al wandelend gemaakt. De trainer is een duizendpoot, zorgt voor coaches en cursisten en voor de inhoud van de vorming. Het is zwaar maar het geeft energie. Het is telkens opnieuw samen met coaches vertrouwen geven en loslaten, coaches legitimatie geven, verbinding maken, invoegen en toevoegen.

82


UITSPRAKEN VAN CURSISTEN.

De coaches gaven me inzicht in de keuzes die zij maken vanuit hun leefwereld.

De coaches geven inzicht in de leefwereld en het perspectief van de cliënt. De confrontatie tussen de verschillende leefwerelden is een meerwaarde. Het leidt tot zeer realistische en concrete cases.

Sterk: de openheid van de coaches om hun verhaal te brengen en hun kunst om dit mee te analyseren. Doordat je met echte mensen werkt merk je ook echte weerstand en groeimogelijkheden, bij jezelf en bij de coaches.

Goede theoretische onderbouw waarop coaches reflecteren en die door coaches geïllustreerd worden. Doordachte stellingname rond een aantal heikele thema’s.

Een absolute meerwaarde is het werken met coaches: je kan dingen aftoetsen. Mentaliseren als het ware van binnenuit bekijken, beleven en kunnen bespreken.

De kwetsbaarheid die de coaches toonden door hun verhalen binnen te brengen, zorgde dat ik meer wilde inbrengen. Ze stonden open voor discussie en waren bereid zelf anders te kijken naar hun eigen situatie en naar andere casussen. Hun inbreng doet mij meer stilstaan bij het verhaal en het tempo van de cliënt.

De inbreng van de coaches was voor mij een ommekeer in de kijk naar mensen in armoede en vooral hoe hen te benaderen.

Looking into the Eyes of the Poor - Lies Daenen

83


6

Bind-Kracht als een mogelijkheids nest KRISTEL DRIESSENS

84


85


DE KENMERKEN VAN EEN MOGELIJKHEIDSNEST GETOETST

Met Bind-Kracht geven we vorming over ‘de krachtenbenadering’ en de ‘enabling niche’. Inspiratiebron vormt het krachtenmodel van Rapp & Goscha, onderzoekers uit Kansas. Op onze bijeenkomsten maken we sinds een jaar ruimte voor de bespreking van een concept uit onze boeken. Vorige bijeenkomst namen we in ‘het moeilijk-woord-moment’ de term ‘enabling niche’ onder de loep. We vertaalden het in ‘mogelijkheids-nest’ en kwamen tot de conclusie dat Bind-Kracht wel zo’n mogelijkheidsnest is. Waarom?

Wat zijn de kenmerken van een mogelijkheidsnest (Driessens & Van Regenmortel, 2006)? • dat deelnemers er niet stigmatiseerd worden. • dat mensen een beroep kunnen doen op lotgenoten/hun eigen netwerk voor ontmoeting, steun en zelfwaardering maar dat het nest hen ook toegang biedt tot anderen, die een ander perspectief binnenbrengen, zodat hun sociale wereld minder beperkt is. • dat mensen niet verengd worden tot ‘de sociale categorie’ waarbij ze ingedeeld worden (de arme, de drugsverslaafde, de tienermoeder, de migrant). Men ziet de totale en unieke persoon, met zijn eigen aspiraties en kenmerken. • dat er vele stimulansen zijn om realistische, lange termijn doelen voor zichzelf te stellen en om naar die doelen toe te werken. • dat er goede realistische feedback gegeven wordt, zodat mensen onrealistische percepties en interpretaties kunnen erkennen en corrigeren. • dat er voldoende kansen op maat geboden worden om vaardigheden en houdingen aan te leren, die een beweging naar andere organisaties mogelijk maken.

86


Ik vind het leuk om nieuwe mensen te leren kennen en mensen beter te leren kennen.

• dat er voldoende economische middelen beschikbaar zijn en dat competenties en kwaliteit beloond worden

Iedereen is welkom zoals hij is. Iedereen mag en kan in Bind-Kracht zichzelf zijn en wordt er door zijn collega’s aanvaard en gerespecteerd in wie hij is.

De missie van Bind-Kracht is niet ‘empowerment van mensen in armoede’. In hoofdstuk drie toonden we echter aan dat dit wel gebeurt. Van bij de start investeerden we in de vorming van de ploeg van medewerkers, in ontmoeting en samen leren. We creëerden onbedoeld een mogelijkheidsnest waarin mensen kunnen groeien. Een voor ons belangrijk middel om onze doelstelling ‘samen kwaliteitsvolle vormingen maken over armoede en hulpverlening’ te kunnen waarmaken. Waarom is Bind-Kracht dan een mogelijkheidsnest?

Ik kan altijd mezelf zijn. Ik zeg het gewoon gelijk ik het denk. Mensen met armoede- en/of complexe uitsluitingservaringen, trainers, docenten en onderzoekers: jong, oud, alleenstaande, moeder of vader, met om het even welke huidskleur, van Oostende, Antwerpen, Willebroek of Brussel, stille denkers en luide roepers,… een enorme diversiteit is de eigenheid van onze groep. Elke deelnemer wordt gezien als een mens die iets te bieden heeft in Bind-Kracht. De deelnemers tonen interesse in elkaar en bevestigen elkaar. En dat in een sociale mix, die niet evident is maar waar eenieder zorg draagt voor de ander.

Nieuwkomers benoemen BindKracht als een warme organisatie, waarin ze zich welkom voelen en zichzelf mogen en kunnen zijn. Ze krijgen er de ruimte om te ontdekken wat zij kunnen betekenen voor Bind-Kracht door te participeren aan de groepsbijeenkomsten en door in gesprek te gaan met de anciens. Stilaan ontdekken ze wat er verwacht wordt, wat zij kunnen en willen inbrengen. Ze krijgen oefenruimte in de bijeenkomsten en kunnen participeren aan een vorming (eerst als observator of cursist) als ze voelen dat ze er klaar voor zijn.

‘Bind-Kracht is mijn familie’ horen we coaches soms zeggen. Elke ontmoeting is dan ook een beetje feest, zorgen achterlaten en in zijn kracht erkend worden.

87


De warmte heeft me geraakt. We hebben veel warmte aan elkaar gegeven.

Ik ben blij om hier te zijn, om Nederlands te horen en te kunnen praten.

Als we samenkomen, dan ga ik met positieve energie naar huis.

De kansen om te communiceren geven me meer zelfvertrouwen en dat is fijn. Het was aangenaam, met veel mensen en ik heb een nieuw woord geleerd dat ik nooit ga gebruiken.

Niemand wordt gestigmatiseerd of verengd tot ‘behorend tot een sociale categorie met een negatief etiket’. Ik ben aangedaan door de warme sfeer en de eenvoud van de organisatie. Het is onwennig om niet veroordeeld te worden na mijn verhaal. Ik ben zo’n mensen niet gewoon.

We leren van experten en we leren van elkaar. Samen zetten we ook nieuwe projecten op en we werken in groepjes nieuwe vormingen uit. Er is ruimte om zelf initiatieven te ontwikkelen binnen de missie en visie van Bind-Kracht. Coaches evolueren ook in mogelijkheden en ambities: ze groeien door naar gespecialiseerde vormingen, naar alleen op weg gaan met een docent in de basisopleiding. Eén coach kon doorgroeien naar mede-onderzoeker in het Expertisecentrum Krachtgericht Sociaal Werk. Sommigen ontgroeien Bind-Kracht en schrijven zich in voor de opleiding ervaringsdeskundigen of een andere opleiding, krijgen een tewerkstellingskans of kiezen voor andere uitdagingen.

Deelnemers van Bind-Kracht zijn mensen met ambitie, talenten, veel goesting en engagement. Lotgenoten ondersteunen elkaar en verrijken hun netwerk door nieuwe mensen te leren kennen en ook nieuwe initiatieven. Coaches nemen elkaar mee naar verenigingen of diensten, trainers laten coaches nieuwe zaken ontdekken, cursisten doen coaches grenzen verleggen en in vrijwilligerswerk stappen. Medewerkers van Bind-Kracht krijgen ook groeikansen in Bind-Kracht: op bijeenkomsten brengen we nieuwe inhouden aan, wisselen we ervaringen uit en delen we nieuwe theoretische inzichten en oefeningen.

Ik heb genoten van de warme ontmoetingen. Mensen komen en gaan. Het is goed om mensen op een goede manier te kunnen uitwuiven.

88


Maar er is ook plek voor mensen die een moeilijkere periode doormaken: als tijdelijk de participatie aan een vorming niet lukt, blijft men welkom op de bijeenkomsten of na een periode van afhaken of nieuwe pistes verkennen, is men steeds opnieuw welkom. Die eigen plek vinden in BindKracht is niet altijd eenvoudig. De openheid brengt soms ook chaos, de wendbaarheid ondermijnt soms de structuur, we worstelen soms met het spanningsveld tussen gelijkheid en op maat werken, het appĂŠl op gedeelde verantwoordelijk is niet altijd eenvoudig te dragen, de beperkte omkadering maakt ook dat we niet altijd op maat groeikansen kunnen aanbieden. Maar we blijven alert, zoekend en stimuleren de stap naar andere activiteiten of organisaties.

89


INDIVIDU

OMGEVING

Aspiraties - WILLEN Wensen Doelen Gericht op groei en ontwikkeling

Sociale relaties Toegang tot een divers netwerk Toegang tot mensen die zeggenschap hebben over hulpbronnen Betekenis binnen dit netwerk Wederkerigheid

Competenties en talenten KUNNEN Zelfbewustzijn zelfwaardering Talenten - vaardigheden Niet-geformaliseerde competenties en kennis Levenservaring

Vertrouwen DURVEN Eigenwaarde Hoop en perspectief Controle over eigen leven Invloed op omgeving Doelen kunnen bereiken

EEN MOGELIJKHEIDSNEST

Uitkomsten Kwaliteit van leven Empowerment

90

Hulpbronnen MateriĂŤle bronnen Diensten Stimulansen Beloning en statusposities

Mogelijkheden Waardering van verschillen Competenties ingezet waar mogelijkheden van aansluiting en participatie zijn Keuzemogelijkheden genereren Benutten van hulpbronnen in de omgeving


EEN VERRIJKENDE VERBINDING VAN KRACHTENBRONNEN

elkaar en krijgen er ook vertrouwen. Op dat wederzijds vertrouwen bouwen we onze samenwerking en door kleine succeservaringen zien we ook het zelfvertrouwen bij deelnemers groeien. Deze drie krachten of elementen zijn voortdurend met elkaar in interactie. Deze individuele krachten versterken elkaar maar kunnen ook niet zonder de krachten uit de omgeving.

In een mogelijkheidsnest worden krachten verzameld: krachten van het individu en krachten vanuit de omgeving. Drieënveertig BindKrachtmedewerkers tellen we momenteel: elk brengt zijn talenten, aspiraties en vertrouwen in het mogelijkheidsnest. Elkeen heeft zijn verlangens, doelstellingen, ambities, hoop en dromen. Een drijfveer van elke mens is om competent te zijn en zijn wereld te beïnvloeden. Iedereen wil iets bereiken. Bij sommigen, getekend door kwetsuren, door talrijke ervaringen van ontgoocheling en falen, lijken die aspiraties ondergesneeuwd maar in Bind-Kracht krijgen ze de kans om opnieuw te ontluiken of ze in samenspraak verder te ontwikkelen. Elkeen brengt ook zijn competenties binnen: vaardigheden, houdingen, kennis, talenten waar men erkenning voor krijgt en waarmee we aan de slag gaan. We zien de zorgzame vader, de bezorgde moeder, de dichteres, de fotografe, de beeldhouwer, de verteller, de grappenmaker, de verbindende figuren, de conceptuele denkers, de optimisten, de bemiddelaars, de praktische geesten, de creatievelingen en de ondersteuners. Elkeen krijgt erkenning voor zijn talenten en waar mogelijk bieden we ook kansen om ze in Bind-Kracht verder te ontwikkelen. Mensen geven

Daarnaast doet Bind-Kracht ook een appél op krachtbronnen uit de omgeving. We doen een appél op structurele ondersteuning en projectfinanciering, zoeken passende infrastructuur om onze activiteiten te organiseren, en proberen de materiële voorwaarden in te lossen zodat iedereen ook kan participeren. Geraak je er met openbaar vervoer? Heb je nog een rail-pas? Heb je al gegeten vanmiddag? Om hoe laat moet je terug zijn voor de kinderen of is het wel combineerbaar met de thuishulp? Samen proberen we naar haalbare oplossingen te zoeken om participatiekansen te verhogen. BindKracht is ook netwerkversterkend en heeft ondertussen een grote kring van enthousiaste ambassadeurs kunnen opbouwen, waarvan we in het mogelijkheidsnest de vruchten plukken. Bind-Krachtmedewerkers bouwen sociaal kapitaal op, via de sociale mix in het eigen nest, maar ook via de vormingen buitenshuis. Kwetsbare mensen treden uit isolement, vinden en ondersteunen elkaar, doen af en toe een appel op een trainer en worden soms ook

91


door cursisten toegeleid naar andere organisaties. Dat sociaal netwerk is een noodzakelijke krachtenbron: het voedt ons onderzoek, onze vormingen en de diversiteit in ons team, het biedt ons de kans om nieuwe vormingen te ontwikkelen en op te zetten en zorgt voor nieuwe uitdagingen. De omgeving en de gemeenschap zijn ook een oneindige bron van mogelijkheden en kansen (zie ook Nussbaum, 2012). Waar waardeert men de kracht van diversiteit en heeft men behoefte aan de specifieke kracht van onze aanpak? Waar kunnen onze medewerkers terecht voor extra ondersteuning en waar kunnen ze verder groeien? Waar krijgen ze de waardering die ze verdienen en worden keuzemogelijkheden vergroot? Wat kan er in de omgeving veranderen om dit verder mogelijk te maken? Verbinden van krachten, voor de ontwikkeling van BindKrachtproducten zetten we daar volop op in, voor de ondersteuning van onze medewerkers en activiteiten doen we daar een appel op. Onze bijdrage aan structurele signalering kan nog sterker. Daar moeten we op vraag van de Bind-Krachtcoaches ook sterker op inzetten.

We doen veel maar onze ambities reiken vaak nog hoger. Soms stellen we mensen teleur omdat we onze focus zuiver willen houden, soms zijn we te resultaatgericht aan de slag, waardoor we mensen verliezen, soms zijn er spanningen in de groep over de te bewandelen weg en werkwijze, soms hebben we het gevoel dat we deelnemers niet kunnen bieden wat ze nodig hebben, soms zien we te weinig resultaat van onze inspanningen, soms zijn de eisen te hoog‌. Maar ook dan vinden we steun bij elkaar om verder te gaan op de weg waarin we samen geloven.

DE ORGANISATORISCHE VOORWAARDEN Bind-Kracht verwacht veel van zijn medewerkers. Dat bleek reeds uit de beschrijving van de samenwerking in hoofdstuk vijf. De inzet, de loyaliteit en het engagement van elk van de medewerkers is groot. De duurzame samenwerking is alles behalve evident en bewonderenswaardig. En wat biedt Bind-Kracht dan aan organisatorische ondersteuning en omkadering? Eigenlijk is dit, gegeven wat er allemaal gebeurt, beperkt maar tegelijkertijd noodzakelijk, fundamenteel en faciliterend.

Kortom, Bind-Kracht weet als mogelijkheidsnest tal van krachten aan te boren, maar veel kan nog sterker. We zetten momenteel sterk in op participatie en samenredzaamheid maar botsen ook voortdurend op onze grenzen omwille van de beperkte omkadering.

92


93


MATERIËLE, ADMINISTRATIEVE EN INHOUDELIJKE ONDERSTEUNING

De organisatorisch ondersteuner registreert de aanwezigheden voor de verzekering en voor onze rapportage aan de subsidiegever. Voor de Bind-Krachtcoaches vraagt ze toestemming bij de uitkeringsverstrekkers zodat de vrijwilligersvergoedingen geen negatieve impact kunnen hebben op hun uitkering maar voor iedereen een kleine extra oplevert. De consequente opvolging van de uitbetalingen en het tijdig verstrekken en opvragen van railpassen, verhoogt de participatiekansen van de BindKrachtcoaches (zie ook Gupta & Blewett, 2008; Skilton, 2011). Veel werk achter de schermen, een vaak onzichtbare, maar ook onmisbare schakel in de werking.

Op de Karel de Grote Hogeschool heeft Bind-Kracht een bereikbaar ankerpunt uitgebouwd. We zijn er telefonisch en per mail bereikbaar en hebben er vergaderinfrastructuur ter beschikking. De Bind-Krachtploeg is welkom in de opleidingen orthopedagogie en sociaal werk en vindt zijn plekje in de gebouwen van de hogeschool. De organisatorische en administratieve ondersteuning in Bind-Kracht zijn evenmin evident. Van een persoon die zich daarvoor wil inzetten, wordt veel verwacht: vanuit geëngageerde betrokkenheid zoekt ze wat mogelijk en belangrijk is voor de Bind-Krachtmedewerker en stemt ze dit af met de administratieve procedures en vereisten van een grote organisatie. Dit vraagt de durf en het doorzettingsvermogen om oplossingen op maat te blijven zoeken en veel diplomatische bemiddeling als brugfiguur. Een enorme flexibiliteit, een grote beschikbaarheid, een consequente opvolging en veel geduld zijn competenties die de ondersteuners die we tot nog toe gekend hebben aan de dag kunnen leggen en enkel daarmee lukt het.

Aan de Bind-Krachttrainers stellen we materiaal ter beschikking: vormingsprogramma’s, inhoudelijk en didactisch materiaal worden aangeboden op een databank op internet en in bijeenkomsten wordt nieuw materiaal voorgesteld en gedeeld. Het kernteam zorgt ook voor het uitschrijven van nieuwe projectvoorstellen en ondersteunt bij het indienen van grotere offertes. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat er nieuw ontwikkelingswerk kan gefinancierd worden en dat trainers in tandems kunnen werken, wat ook de kwaliteit van het ontwikkelde materiaal ten goede komt. Het ankerpunt zorgt voor de registratie van activiteiten, voor de administratieve en financiële opvolging en rapportage.

Bind-Kracht heeft ook een uitgebouwd vrijwilligersbeleid. We werken met jaarlijkse vrijwilligerscontracten.

94


De kwaliteitszorg nemen we ter harte via de uitwisseling van materiaal maar ook door de afname en opvolging van evaluaties bij vormingen.

worden deze elementen (vorming, supervisie, ervaringsuitwisseling, afstemmen van verwachtingen en goede voorbereiding) vaak genoemd als belangrijke succesfactoren voor zulke projecten (Beresford, e.a. 2006; Krumer-Nevo, 2008). Waar nodig voorzien we ook een ondersteuning op maat (wat zich meestal beperkt tot het aanbieden van een luisterend oor en een warme, gerichte doorverwijzing naar een hulpverleningsorganisatie indien nodig). We hebben voor coaches steeds een ankerfiguur voorzien, waar men terecht kan met vragen of opmerkingen en sinds kort heeft een vrijwilligster zich aangediend om mee zorg te dragen voor de individuele coaching van de BindKrachtcoaches. We inspireren en motiveren en waar mogelijk proberen we groeikansen op maat aan te bieden. Maar we zijn geen basisschakel, geen vereniging en geen hulpverleningsorganisatie. Bind-Kracht houdt vanuit een grote zorg voor elkaar als collega’s zijn missie steeds voor ogen: we werken samen aan kwaliteitsvolle vormingen ter ondersteuning van hulpverleners en vrijwilligers die werken met mensen in armoede.

EEN WARME ZORG VOOR DE PLOEG Wat Bind-Kracht van bij de start belangrijk vindt, is de organisatie van regelmatige, warme bijeenkomsten, waarin de groepscohesie zich kan ontwikkelen en deelnemers een steun zijn voor elkaar. Maar tegelijkertijd wordt er ook hard gewerkt op die bijeenkomsten: ze zijn inhoudelijk voedend en bieden ruimte voor kennisdeling en uitwisseling. Samen denken, praten en doen, is het motto. We bieden daarbij vorming en supervisie om de BindKrachtrol kwaliteitsvol te kunnen uitoefenen, om verwachtingen met elkaar te delen en zuiver te stellen en om krachtige, betekenisvolle samenwerkingen te faciliteren. We houden er ook medewerkers op de hoogte van wat er beweegt en op til is in de organisatie om gezamenlijk eigenaarschap mogelijk te maken. Belangrijk is de open en reflexieve sfeer die we ook op vormingen beogen. Daarnaast benadrukken we steeds het belang van goede en participatieve voorbereidingen en nabesprekingen, die we sinds kort ook faciliteren via extra vrijwilligersvergoedingen. Uit onderzoek in het buitenland naar het werken met ervaringsdeskundigen in de opleiding sociaal werk,

In het kader van ons kwaliteitsbeleid voorzien we ook een begeleid traject voor nieuwe medewerkers. Kandidaat trainers participeren eerst als cursist aan een vorming, later als co-trainer en kunnen dan in overleg de sprong wagen naar trainer. Bij elke stap bekijken we samen

95


de pistes die we verder kunnen uittekenen, de mogelijkheden en grenzen. De ontwikkelingsprojecten voor nieuwe vormingen, blijken begeerde verrijkende samenwerkingsverbanden. Een groepje van trainers en coaches met expertise in het thema, krijgt dan de kans tot verdieping en intensievere kennisdeling. Daaruit ontstaan nieuwe pareltjes van gespecialiseerde vormingen, waarvan het ontwikkeld materiaal op bijeenkomsten weer gedeeld kan worden.

momenteel 27 Bind-Krachtcoaches en de laatste recruteringen zijn zeer gericht gebeurd: enkel een jonge moeder, coaches die ook een woordje Frans spreken en mensen van andere etnische origine konden er nog bij. Opnieuw een grens die we soms met pijn in het hart moeten trekken om het leefbaar en organiseerbaar te houden. De Bind-Krachtorganisatie wordt dus zelf ook uitgedaagd om evenwichten te vinden in niet-evidente en zeer complexe samenwerkingsverbanden, over instituten en disciplines heen, tussen diverse leefwerelden en systeemwerelden, met mensen die samenwerken in zeer verschillende statuten. We oefenen zelf voortdurend in krachtgericht en relatiegericht werken, in werkbare basisdemocratie, inspraak en participatie, in rolafbakening, gelijkwaardigheid en gepast leiderschap vanuit onze beperkte omkadering. Dankzij het engagement van een grote ploeg blijven we er toch in slagen om op een kwaliteitsvolle manier samen betekenisvolle projecten te realiseren en op onze eigenzinnige manier een bijdrage te leveren aan kwaliteitsverbetering van hulpverlening en armoedebestrijding.

Bind-Kracht heeft er ook steeds voor gekozen om groepjes van BindKrachtcoaches te laten participeren in de vormingen voor professionals. Dat blijkt een enorme meerwaarde: een coach staat er niet alleen voor en ervaart steun van zijn collegacoach(es). Meestal gaat een groepje van drie. Een coach met een mindere dag, kan dan even afhaken of wat minder intensief participeren. Het maakt ook mogelijk dat nieuwe coaches de kans krijgen om er stilaan in te komen en te leren van aanwezige anciens. Het ankerpunt ondersteunt de trainers ook bij de keuze van coaches waarmee ze op weg gaan. We houden daarbij rekening met de ervaringen van de coaches, de afstand, diversiteit in de groep en proberen ook voor een evenwichtige spreiding van deelname te zorgen, zodat alle coaches voldoende aan bod komen. Om dit te garanderen hebben we voorlopig ook een stop gezet op de groei van de coachesploeg. We tellen

96


97


7

Bind-Kracht de volgende 10 jaar Een blik op de toekomst KRISTEL DRIESSENS, KOEN VANSEVENANT EN TINE VAN REGENMORTEL

98


99


De voorbije 10 jaar hebben we Bind-Kracht in het Vlaamse welzijnsland op de kaart gezet als een krachtgerichte, verbindende en dialooggestuurde benadering in de hulpverlening aan mensen in armoede. In het werkveld en in vele opleidingen zijn de Bind-Krachtinhouden en aanpak ondertussen gekend. We konden tal van hulpverleners en vrijwilligers uitdagen en een hart onder de riem steken, en vele organisaties begeleiden bij reflectie, evaluatie of herbronning van hun aanpak.

VERBINDENDE HULPVERLENING IN VERDELENDE TIJDEN Armoede is vandaag nog steeds prominent aanwezig in onze samenleving. In het hedendaagse maatschappelijke discours steekt bovendien de individualisering van de armoede terug sterker de kop op. De hulp- en dienstverlening worden steeds voorwaardelijker, wat toenemende druk en zelfs schade kan berokkenen aan de meest kwetsbaren. Met de nadruk op individuele verantwoordelijkheid geraken de structurele oorzaken van maatschappelijke kwetsbaarheid uit de aandacht en krijgt een deficitblik (een focus op problemen en tekorten) te vaak de bovenhand op een krachtgerichte kijk die aanwezige competenties en geleverde inspanningen (h)erkennen.

100


In deze tijdsgeest is het meer dan ooit belangrijk dat Bind-Kracht de basis van goede hulpverlening blijft uitdragen: krachtgericht, verbindend en dialooggestuurd. Dialoog tussen mensen uit diverse leefwerelden, ontmoeting van mens tot mens, in gesprek gaan over uitsluitingsmechanismen, racisme en discriminatie met mensen die het dagelijks ervaren, dat wil BindKracht faciliteren. Via onderzoek en vorming verder inzichten opbouwen, laten ervaren wat armoede en kwetsbaarheid voor mensen betekenen en met hen doen, mee zoeken naar alternatieven, naar passende mogelijkheden en kansen op integratie, naar voorwaarden voor een menswaardige en kwaliteitsvolle hulpverlening, daar wil Bind-Kracht ook morgen trekker in blijven. Daarvoor willen we niet alleen onze bestaande werking verderzetten en uitbouwen, maar ook werk maken van vernieuwing en verdieping. Momenteel zien we drie pijlers waarop we verder willen inzetten in de nabije toekomst.

DIVERS-SENSITIEF WERKEN In een wereld van groeiende superdiversiteit, willen we eerst en vooral de interculturalisering van Bind-Kracht verdiepen en verankeren. Nieuwe inzichten in het onderzoekswerk naar divers-sensitief werken en in methodiekontwikkeling op het terrein blijven we vertalen naar ons vormingsaanbod, omdat kwaliteitsvolle hulpverlening in de 21ste eeuw zowiezo divers-sensitief is. Daarom is het ook belangrijk om meer nog dan vandaag te blijven investeren in (co-)trainers met diverse afkomst en in de verankering van de betrokkenheid van coaches met diverse roots. De afgelopen jaren is de oorspronkelijke groep van generatiearme coaches, die ook in een vereniging waar armen het woord nemen actief zijn, sterk uitgebreid. Op verschillende terreinen is er meer diversiteit in de ploeg gekomen: naast autochtone generatiearmen vervoegden ook mensen die het vroeger beter hadden maar (tijdelijk) in diepe armoede terechtkwamen onze ploeg, evenals coaches van uiteenlopende etnische origines. We experimenteren nu volop met gemengde Bind-Krachtteams en hopen daarmee sterke nieuwe vormingsteams te vormen.

101


ERVARINGSDESKUNDIGEN IN DE BASISOPLEIDING De aanpak van Bind-Kracht verder inbrengen en verankeren in de basisopleidingen voor hulpverleners is ons tweede aandachtspunt voor de volgende jaren. Het samenwerkingsmodel dat we op de Karel de Grote Hogeschool ontwikkelden kreeg een zeer positieve evaluatie (Driessens & De Clerck, 2014) en de Frank Swaelenprijs van Excellent Onderwijs. Het verdient verdere verspreiding over andere hogescholen. De samenwerkingsmodellen in GrootBrittannië zijn een belangrijke inspiratiebron. Sedert 2003 is de inzet van ervaringsdeskundigen daar een voorwaarde voor de goedkeuring van opleidingsprogramma’s die een diploma in sociaal werk afleveren. Tal van experimenten op de hogescholen tonen er vergelijkbare positieve resultaten in evaluatiestudies (Robinson & Webber, 2013). De redenen zijn duidelijk. Bijkomende inzichten over andere leefwerelden, het aanvoelen van de beperktheid van eigen referentiekaders, reflecteren over het eigen snelle

oordelen, levensecht oefenen in communiceren en handelen, ontwikkelen van een respectvolle, positieve basishouding en in gesprek durven gaan met mensen die cliënt zijn: dat alles zijn waardevolle leerresultaten van de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen in het onderwijs. Ze zijn cruciaal in de competentieontwikkeling van studenten sociaal werk of orthopedagogie. Ook andere Vlaamse hogescholen experimenteren met dit model. Kennis en ervaringen hierrond delen en verder uitdragen is een spoor waarop we willen inzetten, om te komen tot een fundamentele bijsturing: je leert niet (alleen) over, maar (ook en vooral) mét mensen in armoede. Een gezamenlijke zoektocht naar structurele verankering van deze beklijvende, didactische werkvorm is zeker wenselijk.

102


VERSTERKING VAN VRIJWILLIGERSWERK BIJ DE VERMAATSCHAPPELIJKING VAN DE ZORG Een derde pijler is de bijdrage die we kunnen leveren aan een kwaliteitsvolle vermaatschappelijking van de zorg. Naast de blijvende noodzaak van professionele ondersteuning, ontspruiten in tijden van crisis en groeiende noden tal van vrijwilligersinitiatieven. Niet alleen actieve senioren, maar ook veel studenten, maatschappelijk kwetsbare mensen of vluchtelingen dienen zich aan om als actieve, solidaire burgers mee de handen uit de mouwen te steken bij voedselbedelingscentra, sociale kruideniers, in buddywerkingen, bij welzijnsschakels of in vele zelforganisaties. Op tal van plekken zien we de ontwikkeling van basisschakels, die mensen groeikansen bieden. We voelen ook daar de nood aan ondersteuning, supervisie en visievorming. Graag willen we ingaan op deze uitdaging en zoeken naar bijkomende middelen om ook vrijwilligers en zelforganisaties inhoudelijk en methodisch op een kwaliteitsvolle en krachtgerichte manier te ondersteunen.

103


KENNIS VERDIEPEN OVER DISCIPLINES HEEN Ten slotte is Bind-Kracht ook inhoudelijk niet af. Investeren in onderzoek, visie- en methodiekontwikkeling blijft cruciaal in een snel veranderende omgeving. De eigenheid van Bind-Kracht ligt daarbij in de combinatie van een structurele kijk op maatschappelijke uitsluitingsprocessen, met aandacht voor psychologische mechanismen, voor kwetsuren en krachten in het leven van mensen in armoede. Deze twee sporen willen we ook zichtbaar houden in onze vormingen. We gaan niet mee in het psychologiseren van armoede of het pedagogisch verklaren van kinderarmoede in al of niet verdoken schuld- en deficitmodellen. Uitgangspunt bij Bind-Kracht blijft om vanuit een structurele visie op armoede, op verschillende niveaus aan armoedebestrijding te werken, in dialoog met de betrokkenen.

Dat vraagt ook om samenwerking met partnerorganisaties die de signaalfunctie nog sterker uitdragen. Laat ons ook de visie en het denken van Bind-Kracht verbinden met deze inspanningen, om de signalen nog sterker te onderbouwen. Daarnaast blijft het inzetten op organisatorisch empowerment een belangrijk aandachtspunt. Het onderzoek naar Bind-Kracht in OCMW’s en de zoektocht naar ethisch verantwoorde manieren van empowermentmeting, versterkend voor de praktijk zijn daar voorbeelden van. We willen er ook samen met leidinggevenden verder over reflecteren, in vormingsprogramma’s of in een lerend netwerk. We zoeken hoe we dit samen met partners kunnen verderzetten en verruimen.

104


EEN VORMINGSAANBOD DAT BEANTWOORDT AAN MAATSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN Verdere kennisontwikkeling voedt ook nieuwe vormingen. Netwerkversterkend werken is een uitdaging voor vele welzijnssectoren. Tal van experimenten en methodieken hebben reeds hun effectiviteit bewezen…. Maar onder welke voorwaarden werken ze ook voor maatschappelijke kwetsbare gezinnen en wanneer worden ze dan best ingezet in het hulpverleningsproces? Op basis van de onderzoeksrapporten van het Expertisecentrum Krachtgericht Sociaal Werk (KdG) en in dialoog met beleidsverantwoordelijken, methodiekontwikkelaars en sociale professionals ontwikkelen we daarrond een nieuwe vorming. Treffend is ook de empowerende kracht van cultuurparticipatie en sociaal-artistieke projecten. Ook daarrond ontwikkelen we

momenteel een vorming. De ontmoeting tussen welzijn en cultuur willen we opnieuw mee aanwakkeren, want de positieve kracht die daarvan uitgaat is zowel individueel als structureel versterkend voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Ook thema’s als schuldhulpverlening of armoede en verslaving vragen verdere exploratie. We blijven immers openstaan voor vragen uit het werkveld, ideeën van coaches of trainers. Kortom, Bind-Kracht houdt het volgende decennium de vinger aan de pols, met een geëngageerde en deskundige groep professionals en vrijwilligers. We willen in deze woelige maatschappelijke tijden vanuit een krachtgerichte visie professionals, vrijwilligers en organisaties die met zeer kwetsbare mensen op weg gaan blijven ondersteunen. Zo proberen we ook morgen een bijdrage te leveren aan een rechtvaardige en solidaire samenleving, die iedereen een menswaardig en kwaliteitsvol leven garandeert met kansen op maat tot maatschappelijke integratie.

105


8

Publicaties

106


Driessens K. & Van Regenmortel T. (2006), BindKracht in armoede. Boek 1. Leefwereld en hulpverlening, Leuven: LannooCampus, 356 p.

Van Robaeys B. & Driessens K. (2011), Gekleurde armoede en hulpverlening. Sociaal werkers en cliënten aan het woord, Leuven: LannooCampus, 144 p.

Vansevenant K., Driessens K. & Van Regenmortel T. (2008), Bind-Kracht in Armoede. Boek 2. Krachtgerichte hulpverlening in dialoog, Leuven: LannooCampus, 275 p.

Depauw J. & Driessens K., m.m.v. De Clerck W. (2014), Bind-Kracht in OCMW’s. Een kader voor organisatorisch empowerment, Leuven: LannooCampus, 176 p.

Driessens K. & Van Regenmortel T. (2006). Force du Lien contre la pauvreté. Sphère de vie et relation d’aide. Leuven: LannooCampus, 364 p. Downloadbaar via www. bindkracht.be

Van Robaey, B. m.m.v. Geerts L. & Balli S. (2014). Verbinden vanuit diversiteit. Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit, Leuven: LannooCampus, 99p.

Baert H. & Droogmans A. (2010). Bind-Kracht door basisschakelmethodiek. Een opstap in armoedebestrijding, Leuven: LannooCampus, 182 p.

BOEKEN BESTELLEN? Bind-Kracht in OCMW’s kan je bestellen via een mailtje naar mdo.saw@kdg.be Force du Lien contre la pauvreté: downloaden via www.bindkracht.be De andere boeken kan je bestellen via www.lannoocampus.be.

107


9

Bibliografie

Baart, A. (2001). Een theorie van de presentie, Utrecht: Lemma. Baert, H., & Droogmans, A. (2010). Bind-Kracht door basisschakelmethodiek. Een opstap in armoedebestrijding. Tielt: LannooCampus. Beresford, P., Branfield, F., Taylor, J., Brennan, M., Sartori, A., Lalani, M. & Wise, G. (2006). Working together for better social work education, in Social Work Education, jg. 25, nr. 4, p. 326-331. Depauw, J. & Driessens, K., m.m.v. W. De Clerck (2014). Bind-Kracht in OCMW’s. Een kader voor organisatorisch empowerment. Leuven: LannooCampus. Driessens K. & De Clerck, W. (2014). Ervaringsdeskundigen als tandempartners in hogeschoolopleidingen, in Welwijs, jg. 25, nr. 4, p. 30-33. Driessens, K. & Van Regenmortel, T. (2006a). Bind-Kracht in Armoede. Leefwereld en hulpverlening. Leuven: LannooCampus. Driessens, K. & Van Regenmortel, T. (2006b). Force du Lien contre la pauvreté. Sphère de vie et relation d’aide. Leuven: LannooCampus. Janssen, B., Van Regenmortel, T. & Abma, T. (2011), Identifying sources of strength: resilience from the perspective of older people receiving long-term community care, in European Journal of Ageing, nr. 8, p. 145-156. Geenen, G. & Corveleyn, C. (2010). Helpende handen: gehechtheid bij kwetsbare ouders en kinderen. Leuven: LannooCampus. Rapp C. A. & Goscha R. J. (2008). Strengths-Based Case Management. New York: Guilford Publications. Gelauff, M. (1995). Op basis van betrokkenheid: algemeen maatschappelijk werk en ethiek van zorg. Utrecht: SWP.

108


Van Regenmortel, T. (1996). Maatzorg. Een methodiek voor het begeleiden van kansarmen. Theorie en praktijk in het OCMW van Genk. Leuven/Amersfoort: Acco.

Gupta, A. & Blewett, J. (2008). Involving Service Users in Social Work Training on the Reality of Family Poverty: a case study of a collaborative project, in Social Work Education, vol. 27, nr. 5, p. 459-473.

Van Regenmortel, T. (2008). Zwanger van empowerment: een uitdagend kader voor sociale inclusie en moderne zorg. Oratie, Eindhoven: Fontys Hogescholen.

Krumer-Nevo, M. (2008). From noise to voice: how social work can benefit from the knowledge of people living in poverty, in International Social Work, vol. 51, nr.4, p. 556-565.

Van Regenmortel, T. (2015), De psychologische dimensie van armoede, in Karakter, Tijdschrift van de wetenschap, Academische Stichting Leuven, nr. 51, p.8-10.

Kunneman, H.P. (2007). Sociaal werk als laboratorium voor normatieve professionalisering. in Ethische Perspectieven, vol. 17, nr.2, p. 92-107. Mullainathan, S. & Shafir, E. (2013), Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen, Maven Publishing: Amsterdam (vertaling van Scarcity: Why having too little means so much). Nussbaum, M. (2012). Mogelijkheden scheppen: een nieuwe benadering van de menselijke ontwikkeling, Amsterdam: Ambo.

Van Robaeys, B. & Driessens K. (2011). Gekleurde armoede en hulpverlening. Sociaal werkers en cliënten aan het woord. Leuven: LannooCampus. Van Robaeys, B. m.m.v. Geerts, L. & Balli, S. (2014). Verbinden vanuit diversiteit. Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit. Leuven: LannooCampus. Vansevenant, K., Driessens, K. & Van Regenmortel, T. (2008). Bind-Kracht in Armoede. Boek 2. Krachtgerichte hulpverlening in dialoog. Leuven: LannooCampus.

Rapp, C. A. & Goscha, R. J. (2008). Strengths-Based Case Management, New York: Guilford Publications. Robinson, K., & Webber, M. (2013). Models and effectiveness of service user and carer involvement in social work education: A literature review.in British Journal of Social Work, 43, p. 925–944.

Zimmerman M.A. (1995). Psychological empowerment: issues and illustrations, In American Journal of Community Psychology, vol.23, nr. 5, p.581-599.

Sannen, L., Driessens, K. & Verboven A. (2011). Werk & Welzijn verankerd: Naar een krachtgerichte, integrale trajectbegeleiding, Brussel: VDAB. Skilton, J.K. (2011) Involving experts by experience in assessing student’s readiness to practise: the value of experiential learning in student reflection and preparation for practice, in Social Work Education: The International Journal, vol.30, nr. 3, p. 299-311.

109




Tien jaar Bind-Kracht, dat is tien jaar werken aan een krachtgerichte, verbindende en dialooggestuurde hulpverlening aan mensen in armoede. Bind-Kracht is een verrijkend samenwerkingsverband van onderzoekers, trainers en coaches als ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting. Samen ondersteunen we hulpverleners en vrijwilligers op weg met mensen in armoede. Het doel van Bind-Kracht is de kwaliteitsverbetering van de hulpverlening of begeleiding aan mensen in armoede. Bind-Kracht reikt een visie aan, koppelt deze aan een krachtgerichte basishouding en vertaalt ze concreet naar methoden voor krachtgericht en verbindend werken. Met actie-onderzoek, coaching en vorming op maat trachten we onze visie op armoedebestrijding en onze werkwijzen ook in organisaties te verankeren. Tien jaar Bind-Kracht resulteerde in een reeks van zeven boeken, een groeiend vormingsaanbod, met al ruim 350 vormingen ook op maat. Van een kleine ploeg groeide Bind-Kracht uit tot een gemeenschap van ruim 40 coaches, trainers, onderzoekers en ondersteuners. Dit feestboek focust op ‘duurzaam samenwerken’ in Bind-Kracht. Op basis van diepte-interviews bij coaches onderzochten we hoe het inbrengen van ervaringskennis bijdraagt aan het empowermentproces. De versterking van Bind-Krachtmedewerkers vanuit een krachtgerichte en verbindende samenwerking is niet onze missie, maar een aangenaam neveneffect van duurzaam samen op weg gaan. Daarnaast komt ook het verhaal van de trainers aan bod. Hoe ervaren zij dat samen vorming maken? Wat is het effect van duurzame relatieopbouw bij leerprocessen in dialoog? Bij tien jaar kijken we ook terug en vooruit. We schetsen de meerwaarde van Bind-Kracht als organisatie, als een ‘mogelijkheidsnest’ dat mensen binnen en buiten Bind-Kracht kansen op groei en ontwikkeling biedt. Met een schets van onze ambities geven we tot slot ook een blik op de plannen van Bind-Kracht voor morgen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.