7 minute read
Interview
Advertisement
Je bent niet alleen
Avond aan avond in het donker zitten omdat je niemand hebt die het kapotte lampje kan verwisselen. Het duurde even voordat het verhaal tot mij doordrong. Ik sprak vrijwilligers van HipHelpt. Hip staat voor: hulp in de praktijk. Er is veel behoefte aan Hip in Rotterdam. De vrijwilligers vertellen hoe ze worden ingeschakeld. Via een app krijgen zij een melding dat er iemand in de buurt hulp nodig heeft, bijvoorbeeld bij het vervangen van een lampje. Als een vrijwilliger even tijd heeft, gaat hij of zij het klusje klaren. Soms is het letterlijk om de hoek. En soms is het met 20 minuten gefikst. Als de ene vrijwilliger geen tijd heeft, laat hij of zij de app voorbij gaan en pakt de andere vrijwilliger het op.
Deze vrijwilligers maken van alles mee. Ze ontmoeten buurtbewoners die ze nog nooit hadden gezien. Ze merken hoe een klein probleem (de lamp is kapot) een groot probleem kan worden voor iemand die niemand heeft. Geen vrienden, geen buren die je iets kunt vragen, geen familielid of oude kennis die je even kunt bellen voor een helpende hand. Wat moet je dan? Iemand inhuren, zou je denken. Een klusjesman of een scholier die een centje wil bijverdienen, bijvoorbeeld.
Was het maar zo eenvoudig. In Rotterdam gaat het probleem van de eenzaamheid hand in hand met het probleem van de armoede. Hulp inhuren zit er dan niet in. Ik dacht aan die oude mijnheer die het lampje niet kon verwisselen en stelde me voor hoe het is om avond aan avond in het donker te zitten. Wat een ellende. Ik wilde nog veel meer weten van HipHelpt.
In het ziekenhuis maken we het regelmatig mee, dat iemand naar huis mag maar eigenlijk niet blij is. Wie haalt mij op? Wie helpt mij thuis weer op gang, met een boodschap, een kopje soep? Als je net uit het ziekenhuis komt, kan alles teveel zijn. “Normaal” hebben mensen een mantelzorger die dan klaarstaat. Maar zo normaal is dat niet. En wat kun je je dan alleen voelen. En dat in het meest dichtbevolkte deel van Nederland.
Thuisgekomen kijk ik op de website van HipHelpt en word geraakt door het motto: “Geen mens kan iedereen helpen maar iedereen kan iemand helpen.” Dat motto geef ik graag door aan iedereen. En kijk eens op de website: www.hiphelpt.nl/rotterdam.
ds. Lida Tamminga
‘Ikazia loopt als een rode draad door onze
levens’
Cees Kramer en Daan van der Leer stonden in 1996 samen in het eerste nummer van Ikazia Nieuws. De één als patiënt, de ander als hoofdverpleegkundige. Speciaal voor de 100e editie ontmoetten ze elkaar opnieuw. “Je stond me met raad en daad terzijde, dat heb ik enorm gewaardeerd.”
Ze begroeten elkaar hartelijk en genieten er zichtbaar van om elkaar weer te zien. Cees Kramer (81), vergezeld door zijn vrouw Bertha (79) en Daan van der Leer (66).
Daan: “Kijk nou, ik reed je destijds rond in een rolstoel en nu mag ik je weer in je rolstoel rijden. De cirkel is rond!” Cees en Bertha lachen, ze kennen Daan langer dan vandaag.
Daar was Daan weer!
Hun kennismaking startte in 1994, toen Cees met hartklachten in Ikazia werd opgenomen. Daan, destijds hoofdverpleegkundige op de afdelingen Cardiologie en hartbewaking van het ziekenhuis,
Bertha en Cees Kramer
kwam hem ophalen met de rolstoel. Cees: “Jij bracht me naar de afdeling waar ik zo’n hartkastje kreeg. Enkele dagen later kreeg ik heftige klachten en moest ik terug naar Ikazia. Daar was Daan weer! Na een paar dagen werd ik overgebracht naar het Zuiderziekenhuis, waar ik gekatheteriseerd werd. In Erasmus werd ik gedotterd.”››
Daan van der Leer
Brief naar de directie
Het was in die tijd dat Cees en Daan elkaar beter leerden kennen. Daan: “Het verplegend personeel had destijds wat meer tijd om de patiënt te begeleiden. Cees en ik voerden vele mooie gesprekken over gezondheid, werk en hobby’s. Cees was dirigent van een paar orkesten en speelde klarinet, Bertha speelde mandoline in een mandolineorkest. Geweldig vond ik dat.” Cees: “Je stond me met raad en daad terzijde, gaf eerlijk antwoord op mijn vragen. Je was soms een halve psycholoog. Door jouw begeleiding en interesse heb ik mijn verblijf hier goed doorstaan. Ik heb dat erg gewaardeerd en daarover een lovende brief geschreven naar de ziekenhuisdirectie.”
Vriendelijk en deskundig
Bertha: “Je voelde je hier veel meer thuis dan in andere ziekenhuizen, Cees, dat merkte ik aan je. Dat is nog steeds zo. De verpleging is aardig, de sfeer is gemoedelijk. We weten waarover we spreken, we zijn in de loop der jaren vaker in Ikazia geweest.” Daan: “Dan hebben jullie het ziekenhuis ook zien veranderen.” Bertha: “Zeker. Het is gemoderniseerd en flink uitgebouwd. Ik vond het ziekenhuis vroeger wat knusser, maar de mensen blijven vriendelijk en deskundig. De sfeer is nog altijd die van Ikazia!”
Daan: “Zo ging dat destijds, bepaalde behandelingen werden in andere ziekenhuizen uitgevoerd. Daarna kwamen patiënten bij ons terug om te herstellen, ook jij. Na een poosje mocht je naar huis, maar twee jaar later zat ik weer op de rand van je bed.”
Echt goed ziek
Op vakantie in Oostenrijk kreeg Cees heftige benauwdheidsklachten. Uiteindelijk werd hij naar Nederland gevlogen en met een ambulance naar Ikazia gereden. En wie verwelkomde hem daar op de afdeling? Daan: “Je werd in het Zuiderziekenhuis geopereerd en kreeg vier bypasses. Daarna bleef je een paar weken bij ons op de afdeling. Op een bepaald moment bleek dat je ook een ontstoken hartzakje had. Je was echt goed ziek.”
Tender, Love & Care
Tijdens mijn nachtdienst geef ik Jasper (fictieve naam) een fles. De kamer is donker op een functioneel lichtje na. Jasper is een baby van drie weken oud. Hij lijkt te genieten van de rustige handelingen waarmee ik hem verschoon en natuurlijk van zijn fles. Daarna ligt hij tevreden tegen mijn schouder voor een boertje. Dit zijn heerlijke momenten tijdens mijn dienst.
Het is voor zijn ouders niet mogelijk om dagelijks in het ziekenhuis te zijn. Naast onze aandacht en zorghandelingen ligt Jasper grote delen van de dag alleen op zijn kamer. De redenen van ouders, die niet met regelmaat bij hun kindje in het ziekenhuis kunnen zijn, zijn heel divers. Denk bijvoorbeeld aan een alleenstaand ouder met zorg voor meerdere kinderen thuis. Of het sociaal netwerk is klein. Soms is het echt overmacht waarbij het voor de ouders gewoon even teveel is om regelmatig in het ziekenhuis te zijn. Dan is het goed dat zij er op momenten zijn wanneer dit mogelijk is, zodat zij hier volledig van kunnen genieten en rust ervaren.
Ik oordeel hier niet over maar verplaats mij in de ouders. Ondanks alle begrip voor de ouders maak ik mij als kinderverpleegkundige wel zorgen. De eerste levensweken van een baby zijn belangrijk voor de hechting, vitamine L (liefde), even mama’s geur ruiken, papa’s stem horen, hun hartslag voelen. Dit is voor alle kinderen essentieel om zich comfortabel en veilig te voelen.
In ons ziekenhuis is de hulp van het KROELCare team mogelijk. Deze vorm van “Tender, Love & Care” is opgericht om ouders in dit soort situaties te ondersteunen en het kind alsnog de nodige aandacht te geven. Na toestemming van de ouder(s), komt een opgeleide vrijwilliger van het KROELCare team voor een vooraf besproken aantal uren op de afdeling, met als doel er voor het kindje te zijn. De vrijwilligers kunnen zorgtaken, zoals voeden of verschonen uitvoeren, maar ook kroelen, dragen of wiegen. Dit is volledig op het kind afgestemd om spanning, stress en pijn te verminderen en is samen met de ouders, artsen en zorgverleners afgesproken en in een plan van aanpak vastgelegd.
Natuurlijk wil je als ouders of verzorgers het liefst zoveel mogelijk zelf voor je kindje zorgen, juist tijdens een ziekenhuisopname. Maar als het zorgen zoveel tijd en energie kost, is het fijn als je weet dat er iemand is die de zorg even kan overnemen. Wanneer het kindje weer naar huis mag, kunnen de ouders de zorg dan weer volledig op zich nemen.
Jasper heeft vannacht de nodige aandacht van mij gehad en ligt heerlijk ontspannen te slapen. Ik stop hem stevig in en blijf even naar hem kijken. Welterusten lief, mooi manneke.