11 minute read

BOSWACHTER JOHAN VAN ONNA

Next Article
FABELS & FEITEN

FABELS & FEITEN

“DE STADSBOSSEN WORDEN HET CENTRAL PARK VAN ALMERE”

Foto: Gerard van Breemen, Staatsbosbeheer

Foto: Gerard van Breemen, Staatsbosbeheer Foto: Eloy Millennia Gotjé

Johan van Onna

Boswachter bij Staatsbosbeheer

STAATSBOSBEHEER BOSWACHTER JOHAN VAN ONNA KAN URENLANG BEVLOGEN PRATEN OVER ZIJN WERK ALS BEHEERDER VAN DE ALMEERSE STADSBOSSEN. MAAR NOG VEEL INTERESSANTER WORDT HET ALS HIJ JE MEE OP PAD NEEMT. EN DAT DEDEN WE…

Johan pikt ons op aan de Smoddebos in Almere Overgooi. Aan de rand van het Cirkelbos en op de plek waar straks BOSS zal verrijzen. We kijken uit over wat nu nog een groot weiland is en mijmeren over het nieuwe bos dat hier straks aangelegd zal worden. “ Je kunt het je nu nog niet voorstellen, maar als hier eenmaal bomen worden aangeplant dan gaat het hard. Bomen in de Flevolpolder groeien als een dolle. Plant je hier een boom en tegelijkertijd eentje op de Veluwe, dan is de boom hier over een jaar of vier drie keer zo hoog als die op de Veluwe. Dat heeft alles met de kleigrond te maken. De zeeklei is rijk aan calcium door de aanwezigheid van vele schelpdieren in de bodem en dat maakt van bomen zoals de es, wilg en populier, die toch al snelgroeiers zijn, nog snellere groeiers.” Almere behoort al jaren tot de snelst groeiende steden van Nederland. Maar dat betekent niet dat het een stenen stad is met alleen maar asfalt, woningen, appartementen en bedrijfsgebouwen. “Juist voor de natuur is hier, net als in de hele Flevopolder, enorm veel ruimte”, legt Johan uit. “De Oostvaardersplassen spreken wat dat betreft natuurlijk voor zich. Daar is de natuur echt de baas. Maar kijk gerust ook naar het Almeerderhout; de stadsbossen van Almere. Het Almeerderhout bestaat onder meer uit het Cirkelbos, het Kathedralenbos, het Kromsloot Park, het Waterlandse Bos, het Overvaart Bos en het Wetering park. Elk bos heeft weer zijn eigen karakter. En dat maakt het geweldige plekken om te bezoeken, te wandelen, te fietsen en te ontdekken.” Op onze tocht door het Cirkelbos, dat in de jaren 70 van de vorige eeuw werd aangeplant, laat Johan zien, hoe een bos door de jaren heen evolueert. Maar ook welke gevaren er dreigen voor de bossen die destijds grootschalig werden aangeplant. “Juist in Flevoland is in het verleden gekozen voor monuculturen, wat betekent dat op hetzelfde stuk grond slechts één boomsoort geplant werd. Maar als zo’n boomsoort vatbaar is voor ziektes, dan kan het maar zo dat er hele bosvakken gekapt moeten worden. We zien dat nu met de es, die tot 25% van de totale bomenpopulatie in de stadsbossenvan Almere uitmaakt. Al sinds 2010 hebben we in Nederland te maken met de zogenaamde essentaksterfte. De ziekte wordt veroorzaakt door het Vals essenvlieskelkje, een minuscuul paddenstoeltje. We kunnen niet anders dan die zieke bomen kappen, wat best een aanslag is op hoe het bos er nu voor de bezoekers uitziet. Zij maken zich zorgen en weten niet altijd wat

Foto: Marleen Annema Fotografie

Jonge aanplant groeit als een dolle in het Cirkelbos. – Foto Evy Kamp

er aan de hand is. Maar dit moeten we doen, al planten we uiteraard direct ook nieuwe bomen terug. Andere soorten, zodat het bos gevarieerder wordt en minder vatbaar voor ziektes en aantastingen.”

Tijdens onze wandeling door het Almeerderhout vallen we van de ene verrassing in de andere. “Er is hier veel wild. Ree, bever en marter doen het erg goed. Net als heel veel verschillende vogelsoorten. Een mooi voorbeeld is de voor veel mensen onbekende Wielewaal, een schitterende vogel die tropisch oogt en zich vaak verraadt door zijn typische zang. Ook bijzonder is het Museumbos dat bestaat uit een aantal landschappelijke kunstwerken met ieder een oppervlakte van een hectare gelegen in het Cirkelbos. De percelen zijn afzonderlijk door steeds andere ontwerpers en kunstenaars vormgegeven. Neem Almere Boven, een heuvel met een doorsnede van een hectare van ongeveer dertig meter hoog. Er gaat een wandelpad omhoog in een spiraalvorm zodat je over de boomtoppen stad en landschap kan bewonderen.” Dat doen we natuurlijk en vanaf de top zien we de toekomstige locatie van BOSS liggen. De natuur is hier echt overweldigend.

In BOSS woon je in een echt bos “Almere is een broedplaats voor fraaie architectuur én geweldige natuur”, vindt Johan. “Het mooie is, dat de bossen er eerder waren dan alle nieuwe wijken die hier nu gebouwd worden. Wat je nu ziet is dat de bossen als het ware tussen de bebouwing in komen te liggen. Dus een stad met in het hart een geweldig groot natuurgebied dat je best mag vergelijken met het Central Park in New York. Het project BOSS gaat weer een nieuw hoofdstuk aan deze bijzondere plek toevoegen. En het is prettig dat de ontwikkelaars bij al hun plannen gebruik maken van de kennis die wij bij Staatsbosbeheer de afgelopen 50 jaar hebben opgedaan met het planten, verrijken en onderhouden van de bossen. Daardoor zal het bos van BOSS heel gevarieerd worden, met verschillende boomsoorten, kruidlagen en struiken. Met daarbij de garantie dat alles wat hier geplant wordt, straks net zo hard zal groeien als al die andere bossen in en rond Almere. Binnen enkele jaren zal je in BOSS echt in een bos wonen. Aan de rand van het Central Park van Almere: het Stadsbos van de toekomst”.

EEN VERBORGEN MUSEUM

VUURSTENEN, SCHEEPSWRAKKEN EN TOTEMPALEN

Stadsarcheoloog Willem-Jan Hogesteijn vertelt aan de hand van vondsten uit vijf periodes over de bijzondere geschiedenis van Almere. De jongste Nederlandse stad heeft namelijk, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, een rijke historie. Van vuurstenen van neanderthalers tot de Almeerder kogge; in Almere is er van alles gevonden.

1. Vuursteen van neanderthaler

“De oudste archeologische vondst in Almere is een stuk vuursteen dat bewerkt is door een neanderthaler. Dat is gevonden door iemand die aan het wandelen was en eerder archeologische vondsten had gedaan. Het lag ineens voor zijn voeten, vertelde hij. Het is door meerdere archeologen bekeken en circa 50.000 jaar oud, waarschijnlijk zelfs ouder. Je kan hier dus zomaar iets tegenkomen, dat een neanderthaler nog heeft vastgehouden.”

“In die tijd liep er een zandrug onder Almere Poort richting het noorden. Terwijl de moderne mens toen al aanwezig was in wat wij nu Griekenland noemen, woonden er in de rest van Europa nog neanderthalers. Ook op de randen van die zandrug. Het duurde nog even — zo’n 10.000 tot 15.000 jaar — voordat de moderne mens was doorgedrongen tot dit gebied.

Uit die periode — rond 40.000 á 35.000 jaar geleden — hebben we onder meer resten van een rendier. Die kan de eerste moderne mens in Almere hebben gezien. Of er keihard voor zijn weggerend.”

2. Zwijnentanden en totempalen

“Zo’n 12.000 jaar geleden, aan het einde van de ijstijd, vestigde de mens zich weer in Almere. Jagers en verzamelaars, die rondtrokken binnen hun territorium. Zij hebben enorm veel resten achtergelaten, die ook goed bewaard zijn gebleven. De diepere ondergrond in Almere is niet aangetast door erosie, zoals vaak wel het geval is andere delen van Flevoland. We weten waar de resten zitten, maar in Almere graven we archeologische vondsten niet op. De stad wil ze beschikbaar houden voor toekomstige generaties. Vindplaatsen die de moeite waard zijn, worden niet overbouwd, zodat er later onderzoek verricht kan worden.”

“Als er wel in Almere wordt gegraven, vinden we meteen heel bijzondere dingen. Midden jaren 90, voor de aanleg van de A27, is er een grote opgraving geweest. We hebben daar een woonplaats ontdekt van 7.000 jaar oud. Op dat moment was die periode een zwart gat in de Nederlandse geschiedenis. Er was niets bekend over de aard van bewoning. Van zulke vindplaatsen uit die periode vind je er slechts een handvol in dit deel van noordwest Europa.”

“Het bleek een plek waar een paar honderd jaar af en toe kleine groepen aanwezig waren, die zich onder meer toelegden op het doden van jonge mannelijke zwijnen. Uit de schedels werden dan de hoektanden gehakt. Dat zou een proeve van bekwaamheid kunnen zijn. Misschien, hoe belangrijker en ouder iemand was, des te groter de hoektand was die mocht worden gedragen. Wat ook opviel waren de houten stammen waaraan schedelkappen van oerossen waren opgehangen. Het waren misschien een soort totempalen. Aan de voet van een andere paal waren dingen begraven die ze de moeite waard vonden, bijvoorbeeld een grote hoeveelheid vuurstenen.” “Lange tijd was het idee dat de zandgronden misschien wel onbewoond waren, maar door die opgraving bleek dat niet het geval. Ook was tot die tijd de heersende gedachte dat de jagers en verzamelaars de levenswijze en technologie hadden overgenomen van de optrekkende boeren uit het zuidoosten van Europa. Nu is helder dat de jagers en verzamelaars gewoon uitstierven.”

3. Mooiste scheepsresten als bouwpakket in de grond

“Uit de Zuiderzeeperiode, startend in de late middeleeuwen, dateren er in Flevoland veel scheepswrakken. Er zijn 450 wrakken bekend, maar in totaal moeten het er meer zijn. In Almere zelf zijn bijvoorbeeld heel weinig wrakken bekend. Maar er ligt vast nog een aantal onbekende scheepswrakken. Een van de meest bijzondere scheepswrakken van Almere is de kogge. Zo’n kogge staat ook in het stadswapen. Die is rond 1450 gezonken en in 1986 gevonden tijdens het aanleggen van de riolering in de Kruidenwijk. De kogge staat symbool voor de handel uit de 15e eeuw en het Hanzeverbond, waarmee de basis werd

9.000 jaar oude resten op de plek van BOSS

Ook op de plek waar BOSS wordt gebouwd, zitten archeologische resten in de grond. Die dateren van ongeveer 9.500 jaar geleden, vertelt stadsarcheoloog Willem-Jan Hogestijn. “In de ondergrond bevindt zich van de zuidwestelijke hoek richting het oosten een zandrug, daarop is een aantal vindplaatsen uit de steentijd ontdekt”, zegt Hogestijn. In het ontwerp van BOSS is daar ook rekening mee gehouden. De open cirkelvormige parkruimtes borgen de schatten uit het verleden. “Er zijn fragmenten van bewerkt vuursteen, houtskool en visresten gevonden. Ook hebben we maaltijdresten aangetroffen, fragmenten van hazelnootdoppen. Drie fragmenten zijn naar een lab in Italië gestuurd, waar is vastgesteld dat ze zo’n 9.500 jaar oud zijn.”

gelegd voor de Gouden Eeuw. “Wat er zo bijzonder aan de Almeerder kogge is, is dat die goed bewaard was gebleven en er een ridderspoor en mooi versierde melaatse klepper gevonden. Een fantasie is dat die klepper van de ridder was. De vondst is ook bijzonder, omdat er weinig koggen gevonden zijn, terwijl ze een belangrijke vernieuwing in de scheepsbouw aanduiden en een grote rol hebben gespeeld in het ontstaan van de Hanzesteden.”

“De kogge is netjes opgegraven en uit elkaar gehaald. Ze hebben destijds alles verpakt in landbouwplastic en ervolgens vlak bij de Nijkerkerbrug in de grond gestopt. De mooiste scheepsresten die je je voor kan stellen, liggen daar als bouwpakketten in de grond zonder dat je daarvan aan het oppervlak iets ziet. Een verbeterkans, noemen ze dat.” “Wat nog een hele bijzondere vondst uit die periode is, is een kerkkap. Een boer in Almere-Pampus stuitte tijdens het ploegen van zijn akker op een enorme partij eikenhout. Dat bleek een spant van een kerkkap uit de 15e eeuw. De 120 tot 130 onderdelen waren keurig genummerd, net een Ikea-pakket. Later is er nog eens onderzoek gedaan, uiteindelijk kwamen we erachter dat het om een overboord geslagen houtlading ging, die misschien bedoeld was voor een kerkje in Amsterdam.”

4. Vliegtuigwrakken uit Tweede Wereldoorlog

“In de Tweede Wereldoorlog vlogen zowel de Duitsers als geallieerden over het IJsselmeer. Tijdens de drooglegging van Flevoland werden er met enige regelmaat luchtfoto’s gemaakt, waarop je op verschillende plekken een neergeschoten vliegtuig kan zien. Een voorbeeld van zo’n gevonden vliegtuigwrak is een Lancaster in AlmerePampus. Op de mast van de windmolen die op die plek stond, stond daarom een gedenkteken. Daar vinden sindsdien ook dodenherdenkingen plaats. Voor nabestaanden van de bemanning is zo’n vondst en de berging er van belangrijk. Vaak weten zij tot dat moment niet precies wat er met hun familielid is gebeurd in de oorlog.”

“De windmolens worden op dit moment vervangen door Vattenfall. Dat bedrijf gaat heel netjes om met die gedenkplaats. Ook op de nieuwe windmolen komt een gedenkteken. Heel keurig van ze.”

5. Gele bestrating op archeologische vindplaats

“In Almere worden sommige archeologische vindplaatsen apart ingericht, zodat ze voor iedereen herkenbaar zijn. Dat is wel bijzonder. De gemeente heeft meerdere enquêtes gehouden om erachter te komen wat inwoners willen met archeologische vindplaatsen. Daaruit kwam de onverwachte conclusie dat de vondsten niet opgegraven moesten worden, maar dat ze afwijkend van het normale stedelijke groen — boompjes in driehoekjes met 10 meter ertussen — moesten worden ingericht. De ene keer gebeurt dat heel uitbundig, zoals op VINDplaats Zenit. Dat is een ontmoetingsplaats voor de hele buurt. In andere gevallen kan dat niet, maar herken je een vindplaats bijvoorbeeld aan de gele bestrating.”

This article is from: