28 minute read
Technische omschrijving
Technische omschrijving Peil, grondwerk en terreininventaris
Peilmaten
Het peil, van waaruit alle hoogten worden gemeten, komt overeen met de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer. Het peil van de woningen verschilt per locatie en varieert van ongeveer 0,35 meter boven NAP tot ongeveer 1,15 meter boven NAP. De definitieve peilmaten worden bepaald in overleg met de dienst Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Utrecht. Hoogteverschillen worden in het plangebied opgelost, zowel binnen het plangebied als op het aansluitende terrein. Het hoogteverschil tussen de bovenkant van de deurdorpel en de bovenkant van de afwerkvloer bedraagt ter plaatse van de woningentree 35 mm. Hierbij is rekening gehouden met een, door de koper, aan te brengen vloerafwerking van 15 mm. Zo wordt aan de eis van max. 20 mm opstaphoogte bij de woningentree uit het Bouwbesluit voldaan.
Grondwerken
Er worden de nodige grondwerken, als ontgravingen en aanvullingen, uitgevoerd ten behoeve van de funderingen van de woningen, kabels en leidingen, de bestratingen, et cetera. De tuinen bestaan uit de ter plaatse reeds aanwezige grond. De tuinen worden gedeeltelijk opgehoogd met uitkomende grond en de tuinen zullen niet verder worden afgewerkt. Langs de gevels van de woningen wordt plaatselijk een grindkoffer aangebracht, zodat regen minder opspat tegen de gevels en zodat bij woningtype F het regenwater afkomstig van de rieten kap plaatselijk kan infiltreren in of afvloeien via de bodem. Het wordt kopers van de woningen aangeraden de grindkoffer niet te verwijderen of te vervangen door een gesloten verharding.
Rioleringswerken
De riolering binnen en buiten de woning is overwegend van PVC. Er wordt een gescheiden rioleringssysteem aangebracht, conform de eisen van gemeente Utrecht. Het rioleringssysteem voor vuilwater van de woning wordt bovendaks belucht en is onder maaiveld voorzien van ontstoppingsstukken buiten de gevel. De afvoeren van de diverse lozingstoestellen worden uitgevoerd in materiaal dat tot 90 ˚C hittebestendig is en worden met de nodige stankafsluiters aangesloten op de riolering. Het rioleringssysteem voor vuilwater wordt aangesloten op de gemeentelijke vuilwaterriolering, waar nodig middels een pompput. Het hemelwater wordt, via aluminium hemelwaterafvoeren, die tegen de gevels van de woningen gemonteerd worden, afgevoerd naar omliggende sloten of het vloeit via uitstroombakken af naar de nabij gelegen groenstroken in het mandelig gebied.
Terreininventaris en –inrichting
De tuin van de woning wordt op eigen erf, tegen de erfgrens met het openbaar of mandelig gebied, gedeeltelijk voorzien van ligusterhagen, lage hagen met een hoogte van circa 80 centimeter of hoge hagen met een hoogte van circa 180 centimeter, die 2-rijig worden aangeplant en daarmee ongeveer 60 centimeter breed zijn (te meten vanaf de erfgrens). Een uitzondering hierop is de haag bij bouwnummer 10 aan de zuidzijde van het erf. Dit betreft een meidoornhaag, midden op de erfgrens, met een hoogte van circa 120 centimeter en een breedte van circa 60 centimeter. De afscheiding op de erfgrenzen, tussen de privé erven in, wordt voorzien van ligusterhagen en / of hederaschermen. De hagen, met een hoogte van circa 80 centimeter of circa 180 centimeter, worden 2-rijig aangeplant, midden op de erfgrens. De hederaschermen, een dubbelstaafmat hekwerk met een hoogte van ongeveer 180 centimeter, voorzien van hedera beplanting, worden aangebracht op de erfgrens vanaf de achtergevel van de woning (type A en C) tot aan de overgang met de ligusterhaag. Al deze hagen en hederaschermen zijn op de Verkooptekeningen aangegeven.
4
De aanplant van de haag zal seizoensgebonden plaatsvinden. Pas na een aantal jaar zal de haag, bij het juiste onderhoud door koper, de volle bladdichtheid bereiken. De koper verzorgt de hagen vanaf oplevering, waaronder mede wordt verstaan het geven van voldoende water, met name gedurende de eerste drie groeiseizoenen. Het mandelig gebied wordt op enkele plaatsen voorzien van hagen, bomen en diverse beplantingen (zie Inrichtingstekeningen). Het onderhoud van dit mandelig gebied rust bij de gezamenlijke eigenaars. De hagen en bomen, op zowel het eigen erf als op het mandelig gebied, dienen door de kopers in stand gehouden te worden en mogen niet worden verwijderd of gewijzigd.
De houtopstand (bomenrij) rondom het perceel aan de Ockhuizerweg 39 zal grotendeels behouden blijven. De lage begroeiing onder de bomen zal worden uitgedund en zal gedeeltelijk worden voorzien van nieuwe aanplant, zoals dat is weergegeven op de Verkooptekeningen en op de Inrichtingstekening. Een deel van deze beplanting wordt aangebracht op het eigen erf. Vanaf de voordeur van de woning tot het mandelig gebied zal verharding in de vorm van bestrating worden aangelegd, zoals weergegeven op de Verkooptekeningen. Bij woningtype A zal deze bestrating bestaan uit betontegels van 50 x 50 centimeter, als staptegels gelegd. Voor de overige woningtypes zal de bestrating bestaan uit gebakken straatstenen en waar nodig worden voorzien van grijze betonnen opsluitbanden. Bij woningtype F zal deze bestrating tevens samenvallen met de parkeerplaatsen op het eigen erf. Bij woningtype C zal de veranda aan de voorzijde worden voorzien van gebakken straatstenen, aansluitend op de bestrating van het mandelig gebied. Mandelig gebied Mandelig gebied is gebied dat eigendom is van verschillende eigenaars. Dit betreft eigenaars van woningen die aan het betreffende mandelig gebied gelegen zijn. Op het mandelig gebied zijn bijvoorbeeld parkeerplaatsen gelegen en via het mandelig gebied kunnen eigenaars toegang krijgen tot de tuin of tot hun woning. De inrichting van het mandelig gebied is weergegeven op de Inrichtingstekeningen. De inrichting bestaat uit hagen, groen, verzamelrioleringen, bestrating, terreinverlichting etc. Het onderhoud van dit mandelig gebied ligt bij de gezamenlijke eigenaars.
De terreinverlichting op het mandelig gebied zal worden aangebracht op basis van adviezen van een verlichtingsadviseur. De positie van de terreinverlichting is indicatief aangegeven op de Inrichtingstekeningen. Deze terreinverlichting zal per mandelig gebied worden aangesloten op een gemeenschappelijke meterkast, die na oplevering in beheer komt van de gemeenschappelijke eigenaars van het mandelig
gebied.
Natuur inclusief
Voor het behoud van natuur en de bevordering van diversiteit van soorten in Haarzuilens worden diverse maatregelen genomen in het plan. Zo worden op het perceel aan de Ockhuizerweg 35 en op het perceel aan de Ockhuizerweg 39 diverse nestkasten opgehangen, voor gierzwaluwen, huismussen en vleermuizen. Bij de woningtypes D en E worden in de gevelbetimmering onder de nok voorzieningen aangebracht om te dienen als verblijfplaats voor vleermuizen. De nestkasten op het perceel aan de Ockhuizerweg 35 worden gerealiseerd in de gevel van de bestaande boerderij. Daarnaast worden op het perceel aan de Ockhuizerweg 39 schuilmogelijkheden gecreëerd voor kleine zoogdieren door het aanleggen van
5
takkenrillen (houtstapels). Verspreid over het perceel aan de Ockhuizerweg 39 zullen enkele nestkasten voor vleermuizen worden opgehangen in bomen, op zowel de privé erven als in het mandelig gebied. De toe te passen ligusterhaag is geselecteerd met het oog op de bevordering van de lokale biodiversiteit, zoals insecten en vlinders. Deze voorzieningen, aangebracht op de privé erven, aan de woningen als ook de voorzieningen in het mandelig gebied dienen door de kopers in stand gehouden te worden en mogen niet worden verwijderd of gewijzigd.
6
De woning
Constructie
Fundering De fundatie zal worden uitgevoerd als gewapende betonconstructie, waar nodig voorzien van palen, op basis van adviezen van de betrokken constructeur. De funderingspalen worden, ten behoeve van bestaande bebouwing in de directe omgeving, trillingvrij aangebracht. Dit betekent dat er gebruik zal worden gemaakt van zogenaamde in de grondgevormde palen (boorpalen, avegaarpalen).
Kruipruimte Onder de begane grondvloer is een kruipruimte aanwezig. Deze kruipruimte is voor een gedeelte bereikbaar via een in de vloer opgenomen geïsoleerd kruipluik. Rondom het kruipluik wordt een thermisch verzinkte stalen matrand in de vloer opgenomen. De kruipruimte wordt geventileerd door middel van roosters in de gevel(s).
Begane grondvloer De vrijdragende begane grondvloer wordt uitgevoerd als geïsoleerde betonnen ribcassettevloer (Rc = 3,5 m² K/W). De vloer wordt aan de bovenzijde afgewerkt met een zandcement dekvloer.
Constructieve wanden Op de begane grond worden de constructieve wanden uitgevoerd als massieve kalkzandsteen wanden. De woningscheidende wanden worden uitgevoerd als gespouwde muren van kalkzandsteen, waar nodig voorzien van constructieve koppelingen. Op de verdieping worden de constructieve wanden en de gespouwde woningscheidende wanden uitgevoerd in houtskeletbouw. De stabiliteit van de woning wordt verzorgd door het constructieve samenspel tussen enerzijds de dragende wanden en anderzijds de vloeren van de woningen en de houten kap. De constructieve wanden bevinden zich op iedere bouwlaag en zijn als dusdanig aangegeven op de Verkooptekeningen. De overige binnenwanden vervullen geen constructieve functie.
Verdiepingsvloeren De eerste verdiepingsvloer wordt uitgevoerd als een betonnen breedplaatvloer, die aan de bovenzijde wordt afgewerkt met een zandcement dekvloer. Vanwege de grote overspanning zal de vloer plaatselijk worden opgelegd in een staalprofiel. De aftimmering van dat staalprofiel is, indien van toepassing, gestippeld weergegeven op de Verkooptekeningen. De onderzijde van het staalprofiel wordt afgewerkt met een strook brandwerende beplating die zichtbaar blijft. De beplating wordt op dezelfde wijze afgewerkt als de rest van het plafond. Daar waar nodig zal het staalprofiel ondersteund worden door een ronde stalen kolom, zoals aangegeven op de Verkooptekeningen. Deze kolommen worden in kleur geschilderd met brandwerende verf.
De vloer van de vliering wordt uitgevoerd als een houten balkconstructie, die aan de bovenzijde wordt afgewerkt met houten plaatmateriaal. Waar nodig wordt, op basis van adviezen van de betrokken constructeur, de houten vloerconstructie voorzien van stalen profielen. De onderzijde van de vliering wordt, met uitzondering van de techniekruimte, afgewerkt met een gipsplatenplafond. Op de vliering zullen leidingen en kanalen worden aangebracht ten behoeve van installaties. Deze leidingen worden niet nader afgewerkt en blijven in het zicht. De vliering heeft een beperkte hoogte, zie de Verkooptekeningen.
Dakconstructie De hellende dakconstructie van de woning bestaat uit geprefabriceerde, geïsoleerde dakelementen (Rc = 6,0 m² K/W), dragend op houten muurplaten. Waar nodig worden, op basis van adviezen van de
7
betrokken constructeur, de dakelementen voorzien van stalen profielen. Bij woningtype E wordt een stalen spant aangebracht onder de dakconstructie, zoals aangegeven op de Verkooptekening. De dakelementen zijn aan de onderzijde niet nader afgewerkt en hebben een naturel bruine kleur. Op de 1e verdieping wordt de onderzijde van het schuine dakvlak, met uitzondering van het dakvlak in de techniekruimte, afgewerkt met gipsplaten. Deze afwerking volgt de daklijn. De muurplaten en de verankering op de eerste verdiepingsvloer worden afgetimmerd tot een hoogte van circa 35 centimeter gemeten vanaf de dekvloer en de aftimmering wordt afgewerkt met gipsplaten.
Gevels en daken
Gevelafwerking De gevels worden volledig geïsoleerd uitgevoerd met een Rc waarde van circa 4,5 m² K/W (beglazing uitgezonderd). De opbouw van de gevels bestaat op de begane grond, van binnen naar buiten, uit: kalkzandsteen binnenblad, isolatie, luchtspouw en houten gevelafwerking en op de verdieping(en): geïsoleerd houtskeletbouw element met gipsplaat, luchtspouw en houten gevelafwerking. De houten gevelafwerking bestaat uit verticale fijn bezaagde, verduurzaamde vurenhouten latten die in kleur worden gebeitst. Op maaiveldniveau wordt een geïsoleerde kantplank aangebracht. In de gevels worden, waar nodig, aluminium waterslagen of lekdorpels toegepast.
Veranda Woningtype C, D, E en F worden voorzien van een veranda of dakoverstek. Deze veranda of dit dakoverstek wordt ondersteund met een balkenframe, bestaande uit een gelamineerde houtconstructie, in kleur gebeitst. Deze houtconstructie wordt op het maaiveldniveau, middels thermisch verzinkte stalen voeten, gemonteerd op de fundering. De veranda’s bij woningtype C1, D en E worden uitgevoerd met zijwanden, in het verlengde van de gevel, zoals aangegeven op de Verkooptekeningen. Deze zijwanden worden aan beide zijden afgewerkt met dezelfde vurenhouten latten als beschreven bij de gevelafwerking. De onderzijde van de dakconstructie van de veranda en het boeiboord worden eveneens afgewerkt met dezelfde vurenhouten latten als bij de gevelafwerking omschreven, met uitzondering van het plafond van de veranda bij woningtype C. Dit plafond wordt uitgevoerd met een plaatmateriaal, dat fabrieksmatig is voorzien van een gekleurde toplaag. Het plafond volgt de lijn van het dak.
Dakbedekking De dakbedekking bij de woningtypes A, C, D en E wordt uitgevoerd met een aluminium felsdaksysteem. Dit aluminium felsdaksysteem wordt fabrieksmatig op kleur gebracht doormiddel van een coating. Bij woningtype C wordt aan de achtergevel dit aluminium felsdaksysteem doorgezet tot op de gevel tot in de goot, zoals getekend op de geveltekening van de Verkooptekeningen. De dakbedekking bij woningtype F wordt uitgevoerd met een rieten dakbedekking. Het riet wordt geschroefd aangebracht en voorzien van een brandwerende coating. De nok van het rieten dak wordt uitgevoerd met een aluminium gezette plaat, voorzien van een coating. Ter plaatse van de zonnepanelen bij woningtype F zal de dakbedekking, vanaf het rieten dak tot in de goot, worden uitgevoerd als een epdm dakbedekking, waar bovenop de zonnepanelen zullen worden gemonteerd. Het dakvlak van iedere woning wordt voorzien van doorvoeren ten behoeve van ontluchting, luchttoevoer en luchtafvoer. De posities en afmetingen van de doorvoeren worden nader door de installateur bepaald en zijn indicatief weergegeven op de Verkooptekeningen.
Dakvensters Waar van toepassing worden dakvenster toegepast. Deze dakvensters worden uitgevoerd als tuimelramen. De gecombineerde dakvensters bij woningtype C, bestaan uit een tuimelraam en een vast deel, een verticale raamelement, dat in de borstwering is
8
geplaatst. De dakvensters worden aan de binnenzijde rondom voorzien van een aftimmeringen en in kleur geschilderd.
Goten De dakgoten van de woningen bestaan grotendeels uit geprefabriceerde zelfdragende aluminium goten. Bij woningtype C zal aan de voorgevel een aluminium goot boven de veranda worden aangebracht in een houten gootconstructie. En bij woningtype F wordt alleen aan de zijde van het dak waar zonnepanelen worden toegepast een aluminium mastgoot op beugels aangebracht. Ter plaatse van de voordeuren van woningtype F wordt aan de onderzijde van de rieten kap een aluminium zetwerk als goot toegepast, die het water afvoert tot naast de voordeur. De aluminium goten worden voorzien van een coating.
Hemelwaterafvoeren Het rioleringssysteem voor hemelwater bestaat uit aluminium hemelwaterafvoeren vanaf de goot tot het maaiveld. De hemelwaterafvoeren worden buiten de woning tegen de gevels aangebracht. De hemelwaterafvoeren worden aan de buitenzijde voorzien van een coating.
Gevelkozijnen, beglazing en buitendeuren
Gevelkozijnen, ramen en deuren De gevelkozijnen, met uitzondering van de garagedeur type E en de bergingsdeuren type C, worden uitgevoerd als aluminium kozijnen, schuifpuien, deuren en ramen, waarbij de aluminium profielen zowel aan de buiten- als aan de binnenzijde in dezelfde kleur worden uitgevoerd. Het gesloten paneel in het kozijn van de voorgevel (naast de voordeur) wordt , waar van toepassing, uitgevoerd als geïsoleerd aluminium paneel in de kleur van het kozijn, gemonteerd in de sponning van het kozijn. De kozijnen worden gemonteerd in stelkozijnen, vervaardigd van naaldhout en / of plaatmateriaal. Aan de binnenzijde wordt boven de gevelkozijnen op de begane grond plaatmateriaal aangebracht tot aan het plafond (zogenaamde rekjes). De rekjes liggen, evenals de kozijnen, terug ten opzichte van de binnenkant van de kalkzandsteen wanden. Deze rekjes worden aan de binnenzijde geschilderd. De gevelkozijnen worden aan de binnenzijde, daar waar sprake is van een borstwering, voorzien van vensterbanken van marmercomposiet. Wanneer grotere lengtes vensterbank voorkomen, kan de vensterbank uit meerdere delen bestaan.
Beglazing en beslag De beglazing in de woonkamer en keuken wordt uitgevoerd met (triple) hoogrendement beglazing (HR+++) en de beglazing in de overige ruimtes wordt uitgevoerd met (dubbel) hoogrendement beglazing (HR++). Het beslag van bewegende delen in de gevels is van blank aluminium. Het hang- en sluitwerk voldoet aan SKG**. Alle cilinders van de woning worden gelijksluitend uitgevoerd en daarmee zijn de deuren te bedienen met dezelfde sleutel. De cilinders worden voorzien van een kerntrekbeveiliging.
Houten kozijnen en deuren De gevelkozijnen naar de inpandige bergingen van woningtype C worden vervaardigd van hardhout. De multiplex deur wordt aan de buitenzijde voorzien van houten geveldelen, zoals die in de gevel worden toegepast. De deur wordt aan de buitenzijde gebeitst in de kleur van de gevel en aan de binnenzijde geschilderd.
Kanteldeur De metalen kanteldeur bij woningtype E wordt bediend met een bijgeleverde afstandsbediening. Deze kanteldeur wordt aan de buitenzijde voorzien van houten geveldelen in de kleur van de rest van de gevel.
Spuien Het doorspuien van de woning met buitenlucht is mogelijk middels het openen van de in de gevelkozijnen opgenomen schuifpuien en draai-kiep ramen of de in het dak opgenomen dakvensters (zie Verkooptekeningen). Deze wijze van ventilatie vormt
9
een aanvulling op het ventilatiesysteem dat in iedere woning is geïnstalleerd (zie Ventilatievoorzieningen).
Het openen van ramen en deuren zal tot energieverlies leiden.
Binnenwanden, binnenkozijnen, binnendeuren en beslag
Wanden De niet constructieve binnenwanden worden uitgevoerd als metalstudwanden: stijlen en regels van metaal voorzien van gipsplaatafwerking. De naden en schroefgaten van deze gipsplaten worden gevuld. De gipsplaten zelf worden niet nader afgewerkt. De binnenwanden staan theoretisch gezien los van de bovenliggende vloer. Daardoor kunnen na verloop van tijd haarscheurtjes zichtbaar worden in de aansluiting tussen de binnenwanden en de betreffende vloer door verschil in zetting.
Kozijnen Er worden houten binnendeurkozijnen in de woning toegepast die worden geschilderd. Deze kozijnen worden zonder bovenlicht uitgevoerd. Dit houdt in dat de wand boven de kozijnen doorloopt.
Deuren De binnendeuren worden uitgevoerd als stompe deuren, voorzien van een fabrieksmatig aangebrachte toplaag. Onder de binnendeuren is circa 35 mm ruimte aanwezig, gemeten vanaf bovenkant dekvloer, ten behoeve van de benodigde ventilatie. De deuren van de meterkast en techniekruimtes worden, indien nodig, voorzien van witte kunststof ventilatieroosters.
Beslag Het beslag van de binnendeuren is van rvs, uitgevoerd als kruk met rozetgarnituur en bij de badkamers en toiletten tevens een vrij-bezet garnituur. De deuren worden voorzien van een slot. De slaapkamerdeuren hebben een dag- en nachtslot, de badkamer- en toiletdeuren een vrij/bezetslot en de deur van de meterkast en de kast van de warmtepomp hebben een kastslot. Alle overige deuren worden voorzien van een loopslot.
Trappen
Vaste trap De woning wordt voorzien van een vaste trap vanaf de begane grond naar de eerste verdieping. De trap wordt uitgevoerd als een open trap en wordt samengesteld uit vurenhout. Langs de open zijde van het trapgat en langs de vide op de eerste verdieping worden vurenhouten traphekken, voorzien van spijlen, geplaatst en aan de muurzijde langs de trap wordt een vurenhouten leuning aangebracht, bevestigd op aluminium leuningdragers. De trap, de traphekken en de leuning worden in het werk geschilderd, met uitzondering van de treden, die worden gegrond.
Vlizotrap De vliering is bereikbaar via een beweegbare houten trap, een zogenaamde vlizotrap, die is opgenomen in het plafond van de overloop op de eerste verdieping. De onderzijde van de vlizotrap wordt uitgevoerd met een dichte houten plaat, deze wordt aan de onderzijde geschilderd. De vlizotrap wordt handmatig bediend.
Binnenafwerking
Vloerafwerking De zandcement dekvloer dient als harde onderlaag voor een later, door de koper aan te brengen, vloerafwerking. In de dekvloeren worden onderdelen van de installaties opgenomen. De leidingen worden zoveel mogelijk in deze dekvloer weggewerkt. Kopers wordt geadviseerd de leverancier en applicateur van de door koper aan te brengen vloerafwerking op de hoogte te stellen van het type dekvloer en de aanwezigheid van vloerverwarming (waar van toepassing) daar niet iedere afwerkvloer geschikt is om aan te brengen op vloerverwarming. De vloeren van de badkamers en de toiletten worden standaard afgewerkt met vloertegels (zie Tegelwerk).
10
Wand- en plafondafwerking Alle niet-betegelde wanden binnen de woning worden behangklaar opgeleverd met uitzondering van de wanden op de vliering, in de meterkast en in de techniekruimtes. Deze wanden worden niet nader afgewerkt. De gipsplaten tegen de onderzijde van het dak worden behangklaar opgeleverd, met uitzondering van die in de badkamer(s). De gipsplaten in de badkamer(s) worden voorzien van waterwaterdicht sauswerk. Behangklaar houdt in dat de ondergrond geschikt is voor bouwbehang. Voor door de koper na oplevering aan te brengen sausafwerkingen, vinylbehang of vezelbehang is het aan te bevelen dat de koper, na oplevering, de ondergrond met een fijn glad stucwerk vooraf bewerkt, voor een beter resultaat. Het verdient tevens aanbeveling dat de koper alle niet-betegelde wanden allereerst afwerkt met bouwbehang voor een periode van tenminste twee jaar na oplevering alvorens de definitieve afwerking aan te brengen. Gedurende deze periode kan eventueel vocht uit de nieuwe bouwmaterialen verdampen en kunnen de eerste droog- en krimpscheuren verschijnen, zonder dat daarbij de definitieve wandafwerking wordt aangetast. De betonnen plafonds op de begane grond en de horizontale gipsplaten plafonds op de verdieping worden standaard sausklaar afgewerkt met uitzondering van het plafond in de meterkast en de techniekruimtes. Die plafonds worden niet nader afgewerkt. Tussen het plafond en de wanden enerzijds en tussen de plafonds onderling anderzijds kunnen krimpscheuren ontstaan, door verschil van zetting van de verschillende constructieonderdelen.
Tegelwerk In de badkamer(s) en toiletten worden keramische vloer- en wandtegels aangebracht in een recht patroon. De vloertegels hebben de afmetingen van ca. 30 x 30 centimeter. Het vloertegelwerk in de douchehoek wordt onder afschot aangebracht naar de douchegoot en ter plaatse van de douchegoot wordt het vloertegelwerk uitgevoerd conform de envelopmethode. Waar nodig zal in de douchehoek aan één zijde een rvs hoeklijn in het vloertegelwerk worden opgenomen. De wandtegels hebben de afmetingen van ca. 40 x 20 centimeter. De wandtegels worden liggend aangebracht. Op de uitwendige hoeken van het tegelwerk wordt een aluminium hoekprofiel aangebracht. De vloer- en wandtegels worden niet strokend gelegd. De wanden van de badkamer(s) worden rondom tot de onderkant van het plafond betegeld. De ombouw van het bad wordt betegeld met wandtegels. De gipsplaten tegen de onderzijde van het dakvlak worden niet betegeld (zie wand- en plafondafwerking).
In het toilet worden de wanden rondom tot circa 1,20 meter hoog betegeld. Boven het wandtegelwerk worden de wanden behangklaar opgeleverd. Het wandcloset wordt voorzien van een betegeld plateautje op circa 1,20 meter hoogte. Onder de binnendeuren naar betegelde ruimten worden kunststenen dorpels aangebracht.
U kunt kiezen voor andere vloer- en/of wandtegels, een ander legpatroon of andere tegelhoogtes. Bij de projectshowroom kunt u daarvoor vrijblijvend een offerte laten maken (zie Toelichting en procedures bij opties).
Schilderwerk Al het in het zicht blijvend houtwerk wordt dekkend geschilderd met zijdeglans verf, tenzij anders beschreven in deze Technische Omschrijving. De eventueel in het zicht komende leidingwerken zoals riolering, waterleidingen, leidingen van de warmtepomp en mechanische ventilatie worden niet geschilderd.
Schachten De bouwkundige schachten, waarin leidingen en kanalen van de verschillende installaties worden opgenomen, staan op de Verkooptekeningen aangegeven. De posities en afmetingen zijn indicatief. De werkelijke posities en afmetingen worden in het werk bepaald door de installateurs.
11
Keukeninrichting
De keuze van een keuken is zeer persoonlijk. Daarom is ervoor gekozen om de woningen niet te voorzien van een projectkeuken. In het bepalen van de verkoopprijzen van de woningen is daar rekening mee gehouden. In de koopsom is derhalve geen bedrag voor keukeninrichting opgenomen. Bij dit project wordt een projectshowroom voor keukens betrokken. Koper heeft de mogelijkheid een keuken naar eigen smaak bij de projectshowroom of een keukenshowroom van zijn / haar eigen keuze aan te schaffen. De woningen zullen standaard worden voorzien van afgedopte aansluitpunten ter plaatse van de gereserveerde opstelzone voor de keuken (zie Verkooptekeningen). De koper heeft de vrijheid om na oplevering de door hem / haar gewenste keukeninrichting te laten plaatsen. In de keukenruimte zijn standaard de volgende voorzieningen aanwezig binnen de op de Verkooptekening aangegeven opstelzone: • een afgedopte riolering t.b.v. een spoelbak en een vaatwasser; een afgedopte koud waterleiding t.b.v. een keukenkraan en vaatwasser; een afgedopte warm waterleiding t.b.v. een keukenkraan; perilex wandcontactdoos t.b.v. een inductiekookplaat op aparte groep; enkele wandcontactdoos t.b.v. een koelkast; enkele wandcontactdoos t.b.v. een vaatwasser op aparte groep; enkele wandcontactdoos t.b.v. een magnetron/ oven op aparte groep; enkele wandcontactdoos t.b.v. een recirculatiekap; een loze leiding; twee dubbele wandcontactdozen boven het aanrechtblad voor losse keukenapparatuur.
De exacte posities van bovenstaande aansluitpunten treft u aan op de zogenaamde gemaatvoerde nultekening van de projectshowroom / keukenshowroom. Deze installatietekening wordt door de showroom aan de koper verstrekt bij aankoop van de woning. Zie voor de mogelijkheden Toelichting en procedures bij opties.
Sanitair
De sanitaire artikelen zijn onder andere van Duravit (serie Starck 3) en Hansgrohe. Het bad en de keramische wandclosets, wastafels en fonteintjes zijn wit. Het garnituur heeft een chromen kleur. De aantallen en opstelplaatsen staan aangegeven op de Verkooptekeningen. De douchehoek wordt in tegelwerk onder afschot uitgevoerd. De uitvoering van het sanitair staat hieronder beschreven.
Toiletten: • een closetcombinatie, bestaande uit een inbouwreservoir met een vrij hangend closet en een kunststof zitting met deksel; een fontein, met een verchroomde wastafelkraan en een verchroomd plugbeker sifon met verchroomde muurbuis.
Badkamer woningtype A, D, E en F: • een douchehoek bestaande uit vloertegels onder afschot; een douchegoot met een rvs rooster; een douchecombinatie bestaande uit een verchroomde thermostatische douchemengkraan, een doucheset met handdouche, bijbehorende glijstang en doucheslang van circa 1,5 meter; een ligbad van circa 180 x 80 centimeter van kunststof; een badcombinatie bestaande uit een verchroomde thermostatische badmengkraan, een handdouche met doucheslang; twee wastafels met elk een verchroomde wastafelmengkraan, een verchroomd plugbeker sifon en een verchroomde muurbuis; twee ronde spiegels.
Badkamer woningtype C: • een douchehoek bestaande uit vloertegels onder afschot;
12
een douchegoot met een rvs rooster; een douchecombinatie bestaande uit een verchroomde thermostatische douchemengkraan, een doucheset met handdouche, bijbehorende glijstang en doucheslang van circa 1,5 meter; een ligbad van circa 180 x 80 centimeter van kunststof; een badcombinatie bestaande uit een verchroomde thermostatische badmengkraan, een handdouche met doucheslang; een wastafel met een verchroomde wastafelmengkraan, een verchroomd plugbeker sifon en een verchroomde muurbuis; een ronde spiegel.
2e Badkamer (alleen bij type E): • een douchehoek bestaande uit vloertegels onder afschot; een douchegoot met een rvs rooster; een douchecombinatie bestaande uit een verchroomde thermostatische douchemengkraan, een doucheset met handdouche, bijbehorende glijstang en doucheslang van circa 1,5 meter; een wastafel met een verchroomde wastafelmengkraan, een verchroomd plugbeker sifon en een verchroomde muurbuis; een ronde spiegel.
Bij dit project wordt een projectshowroom voor sanitair betrokken. Bij de projectshowroom kunt u een offerte laten opmaken voor een alternatieve keuze voor sanitaire artikelen, garnituur en inrichting (zie Toelichting en procedures bij opties).
Ventilatievoorzieningen en verwarming
Ventilatie Verse buitenlucht wordt de woning ingebracht door een warmte-terug-win ventilatiesysteem met een mechanische toevoer. De toevoer ventielen bevinden zich in het plafond of in de wand van de verblijfsruimten en zijn indicatief op de Verkooptekeningen weergegeven. De mechanische afvoer van binnenlucht uit de verschillende ruimten vindt plaats via afzuigventielen in het plafond of in de wand van die ruimten. De indicatieve posities van de afzuigventielen zijn op de Verkooptekeningen aangegeven. De toevoer- en afzuigventielen zijn van metaal in de kleur wit. Voordat de binnenlucht wordt uitgeblazen wordt warmte uit die lucht via een warmtewisselaar afgegeven aan de toe te voeren buitenlucht. De toevoer- en afzuigventielen zijn aangesloten op een gescheiden inpandig kanaalsysteem dat bovendaks aanzuigt en uitblaast. De toevoer- en afzuigventielen dienen vrij van obstakels te worden gehouden, zodat toevoer en afvoer van lucht gewaarborgd zijn. De ventilatie unit met de warmtewisselaar wordt op de 1e verdieping in de techniekruimte geplaatst, behalve bij woningtype C, daar wordt de ventilatie unit met de warmtewisselaar in de berging geplaatst. De leidingen in de techniekruimtes en de berging blijven in het zicht evenals de kanalen op de vliering. De hoofdschakelaar wordt in de woonkamer/keuken geplaatst, zoals indicatief aangegeven op de Verkooptekeningen. Deze schakelaar wordt bedraad uitgevoerd. Een tweede schakelaar betreft een draadloze, radiografisch werkende, standen-schakelaar die in de badkamer wordt geplaatst.
In verband met de aanwezigheid van het warmte-terugwin ventilatiesysteem dient de koper in de keuken een recirculatiekap te installeren. Dat is een afzuigkap met motor en zonder afvoer. Het is niet mogelijk om een afzuigkap met een eigen afvoer naar buiten toe te passen, omdat daarmee het warmte-terug-win ventilatiesysteem uit balans raakt. Het is tevens niet mogelijk om een haard in de woning toe te passen.
Warmtepomp Iedere woning is voorzien van een bodemwarmtepomp. De warmtepomp wordt geplaatst in de techniekruimte op de begane grond en bij woningtype C wordt de warmtepomp geplaatst in de berging. De gehele woning wordt verwarmd middels vloerverwarming met uitzondering van de meterkast, de techniekruimtes,
13
de bergingen en de vliering. Voor de vloerverwarming is per verdieping een verdeler nodig. De verdeler wordt op de wand gemonteerd en is indicatief op de Verkooptekeningen aangegeven. De leidingen komen ter plaatse uit de vloer. De verdeler wordt voorzien van een metalen omkasting, voorzien van een coating, tenzij de verdeler in de berging of techniekruimte wordt geplaatst. Daar blijft de verdeler zichtbaar.
Verwarming en koeling De warmtepomp, die de warmte ten behoeve van de vloerverwarming verzorgt, maakt gebruik van de warmte uit de bodem. Er is aldus sprake van een energiebesparend en milieubewust systeem. In de warme zomermaanden kan dit systeem voor topkoeling zorgen daar de warmtepomp de watertemperatuur in de leidingen van de vloerverwarming kan reduceren. Hierdoor is in de betreffende ruimten een binnentemperatuur mogelijk die iets lager is dan de buitentemperatuur op dat moment. De leidingen worden weggewerkt in de dekvloer, met uitzondering van leidingen in de techniekruimtes, de meterkast de berging (bij Type C) en bij de verdeler. Daar blijven leidingen in het zicht.
In de badkamer wordt, naast dat er vloerverwarming wordt toegepast, een fabrieksmatig afgelakt elektrisch verwarmingselement gemonteerd in de vorm van een handdoek radiator, voorzien van een thermostaat. Dit verwarmingselement is niet gekoppeld aan de centrale verwarmingsinstallatie van de warmtepomp.
De temperatuurregeling in de woning vindt plaats door middel van een thermostaat in de woonkamer. Voor de berekening van de capaciteit van de centrale verwarmingsinstallatie worden de eisen uit de publicatie ISSO 51 (versie 2017) gehanteerd. De volgende binnentemperaturen moeten, bij gesloten ramen, deuren en bij het in gebruik zijn van de minimaal vereiste ventilatievoorzieningen, behaald en behouden kunnen worden tot een buitentemperatuur van -10 °C, bij gelijktijdige verwarming van alle te verwarmen ruimten in de woning: • woonkamer/keuken: 20 °C slaapkamer(s): 20 °C verkeersruimten, toilet, onbenoemde ruimte: 15 °C badkamer: 22 °C meterkast, techniekruimte: onverwarmd inpandige berging: onverwarmd
De installatie is ontworpen op een zo constant mogelijke ruimtetemperatuur. Bij het ontwerpen van de installatie van de warmtepomp is geen rekening gehouden met opwarmverliezen veroorzaakt door uitschakeling van de verwarmingsinstallatie of veroorzaakt door toepassing van nachtverlaging. De installatie kan desgewenst worden na-geregeld, bijvoorbeeld in de slaapkamers.
Het rendement van vloerverwarming wordt beïnvloed door het type vloerafwerking dat de koper op de dekvloer aanbrengt. Een vloerafwerking met een lage warmteweerstand (de zogenaamde R-waarde) zal tot een hoger rendement van het vloerverwarmingssysteem leiden. Voor het goed functioneren van het vloerverwarmingssysteem mag de R-waarde niet hoger zijn dan 0,07. De leverancier van uw vloerafwerking kan u informeren over de R-waarden van de verschillende vloerafwerkingen.
Warm tapwater De warmtepomp maakt daarnaast ook voor het warm tapwater gebruik van de warmte uit de bodem. De installatie wordt voor het warm tapwater voorzien van een boilervat. Bij het gebruik van warm tapwater wordt het water uit de boilervat gebruikt. Er is dus een beperkte hoeveelheid warm tapwater. Standaard wordt de woning voorzien van een waterbesparende douchekraan. Het gebruik van bijvoorbeeld een stortdouche, het toepassen van een groter bad of een extra badkamer heeft direct gevolgen voor het ontwerp van de installatie. De toegepaste boiler en de capaciteit zijn per woning verschillend. In onderstaand schema is een indicatie weergeven van de beschikbare hoeveelheid
14
warmtapwater bij continu gebruik (bijvoorbeeld douchen), in minuten uitgedrukt. Zodra de temperatuur van het water in het voorraadvat te laag wordt, zal de warmtepomp het water opnieuw opwarmen. De duur van deze opwarmtijd is, eveneens in het schema onderaan deze pagina in aantal minuten aangegeven. Deze opwarmtijd is benodigd voordat de inhoud van het volledige voorraadvat weer op temperatuur is. Gelijktijdig gebruik van warm water op verschillende plaatsen kan tot capaciteitsreductie leiden.
Elektrische installatie
De elektrische installatie wordt conform de Nederlandse Norm NEN 1010 aangelegd vanuit de meterkast van de woning, verdeeld over voldoende groepen voor de standaard omschreven installatie naar de diverse aansluitpunten.
aangebracht zoals op de Verkooptekeningen staat controledraad. De aansluitpunten zijn per ruimte indicatief aangegeven op de Verkooptekeningen. De exacte posities worden te zijner tijd door de installateur bepaald. Op de Verkooptekeningen staat tevens aangegeven of een aansluitpunt standaard als bedraad of onbedraad wordt uitgevoerd. De elektrische installatie zal worden uitgevoerd op basis van de volgende uitgangspunten: • wandcontactdozen en aansluitdozen (ten behoeve van telefoon, centrale antenne systeem of dataverkeer) worden standaard op circa 30 centimeter boven de dekvloer gemonteerd; schakelaars worden standaard op circa 105
wandcontactdozen gecombineerd met een schakelaar worden op circa 105 centimeter boven de dekvloer gemonteerd; er wordt een voordeurbel gemonteerd; alle schakelaars en wandcontactdozen boven het keukenblad worden op circa 120 centimeter boven de dekvloer gemonteerd; de buitenvoeler wordt op circa 250 centimeter boven de dekvloer gemonteerd; wandlichtpunten worden op de hoogte aangegeven; schakelmateriaal wordt geleverd in de kleur helder wit; wandcontactdozen worden als inbouwdozen uitgevoerd; alle loze leidingen worden voorzien van een centimeter boven de dekvloer gemonteerd;
Zonnepanelen
De woningen worden standaard voorzien van enkele zonnepanelen (PV) op het dak. De positie en het aantal zijn aangegeven op de Verkooptekeningen. Het betreft panelen die boven op de aluminium dakafwerking worden gemonteerd en bij de woningen met een rieten kap worden de zonnepanelen op de dakconstructie gemonteerd. De zonnepanelen worden met tussenkomst van een omvormer aangesloten op de meterkast. De positie van de omvormer is indicatief aangegeven op de Verkooptekeningen.
Woningtype
A C D E F Boilerinhoud ca. (ca. liter)
175 175 175 400 175 Opwarmtijd (ca. minuten)
90 90 60 138 60 Douchetijd* met waterbesparende handdouche (6 l/min) 57 57 80 55 ** 80
*indicatiegetal douchetijd in minuten bij 40 graden Celcius | ** douchetijd bij gelijktijdig gebruik van 2 douches Douchetijd* met handdouche (9l/min)
32 32 37 33** 37
15
Rookdetectie
De woning is, conform de vigerende wet en regelgeving, voorzien van rookmelders die op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. De rookmelders zijn in serie geschakeld. De melders functioneren, bij eventuele stroomuitval, op batterijen. De indicatieve posities van de melders zijn op de Verkooptekeningen aangegeven.
Gasinstallatie
De woningen worden gasloos uitgevoerd. Er is derhalve geen gasinstallatie aanwezig in de woning.
Waterinstallatie
De waterleiding wordt aangelegd vanuit de meterkast en is daar afsluit- en aftapbaar. De leidingen worden zoveel mogelijk weggewerkt in de wanden, de vloeren en in de kruipruimte. De volgende tappunten worden aangesloten op de koud waterleiding naar de op de Verkooptekeningen aangegeven opstelplaatsen: • in het toilet: closet en fonteinkraan; in de badkamer: douchemengkraan, badmengkraan, wastafelmengkran(en) en closet; in de berging: wasmachinekraan; in de keuken: afgedopt aansluitpunt ten behoeve van een keukenkraan en vaatwasser (zoals eerder beschreven); nabij de warmtepomp: vulkraan t.b.v. bijvullen verwarmingsinstallatie. De warmwaterleiding wordt aangelegd vanaf de warmtepomp met een voorraadvat (boilervat) (zie paragraaf Ventilatievoorzieningen en verwarming). De volgende tappunten worden aangesloten op de warmwaterleiding naar de op tekening aangegeven opstelplaatsen: badmengkraan en wastafelmengkran(en); van een keukenkraan.
Telecommunicatie, data en centrale antenne systeem
Vanaf de meterkast worden, conform de Verkooptekeningen, loze leidingen gemonteerd en aansluitdozen geplaatst in de woonkamer en in de grootste slaapkamer van de woning. De aansluitdozen worden standaard op circa 30 centimeter boven de dekvloer gemonteerd. De loze leidingen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor bedrading ten behoeve van telefoon, dataverkeer of de centrale antenne inrichting (CAI), mits beschikbaar. De loze leidingen worden voorzien van een controledraad per
• in de badkamer: douchemengkraan, in de keuken: afgedopt aansluitpunt ten behoeve leiding.