7 minute read

Verduurzaming en innovatie staan hier hoog op de agenda

“Verduurzaming en innovatie staan hier hoog op de agenda”

De energietransitie, fluctuaties in vraag en aanbod en politieke beleidskeuzes. De IRO volgt deze ontwikkelingen met veel belangstelling en dat op mondiale schaal. Deze branchevereniging van Nederlandse toeleveranciers in de olie-, gas- en offshore renewable industrie moet immers continu meebewegen. Bovendien is innovatie in deze sector aan de orde van de dag. Vergroenen is daarbij belangrijk, zowel operationeel als voor de sector in zijn geheel. Dat brengt technische, maar ook zeker politieke uitdagingen met zich mee.

De IRO is opgericht in 1971 naar aanleiding van de offshore werkzaamheden op de Noordzee. “We waren behoorlijk afhankelijk van olie uit de Arabische wereld. We wilden ervoor zorgen dat de mogelijk aanwezige voorraden op de Noordzee op een gestructureerde en gecoördineerde manier werden aangeboord vanuit goede samenwerking met alle belanghebbenden”, legt Managing Director Sander Vergroesen uit. In de loop der jaren is de IRO uitgegroeid tot een onafhankelijke vereniging die de belangen van haar inmiddels bijna 425 aangesloten bedrijven ondersteunt en behartigt.

Lidmaatschap Van Meeuwen

Hydraulische systemen, onderhoud aan windmolens, equipment dat moet blijven draaien. Het zijn slechts enkele termen die een trigger waren voor Van Meeuwen om zich te verdiepen in de wereld van de toeleveranciers in de olie, gas en offshore renewable industrie. “Een bezoek aan de Pioneering Spirit een aantal jaar geleden heeft me de kracht van deze industrie laten zien”, vertelt Rogier van Meeuwen. De Pioneering Spirit is het grootste schip ter wereld. Volgens Vergroesen zijn maar liefst driehonderd IROleden betrokken geweest bij de realisatie van dit schip. Allseas liet het schip bouwen om grote offshore olie en gasplatforms te ontmantelen of te installeren en om pijpleidingen tot op grote diepten aan te leggen.

Van Meeuwen heeft zich aangesloten bij de IRO om trends en behoeften uit de markt eerder te kunnen signaleren. “Als het gaat over duurzamer, veiliger, meer kostenbewust en efficiënter, dan denken we graag mee over de beste oplossingen vanuit ons smeertechnisch specialisme.” Vergroesen ziet zeker toegevoegde waarde in het lidmaatschap van Van Meeuwen. “In deze industrie valt zeer veel te smeren en als Van Meeuwen waarmaakt wat zij belooft, dan zijn onze leden hier zeker bij gebaat. En daar doen we het voor.”

Energietransitie

De afkorting IRO staat voor Industriële Raad voor Oceanologie. “Zo begon het. Het ging immers om de Noordzee.” Inmiddels dekt die term de lading niet meer. Een ontwikkeling die grote impact heeft gehad op de focus van de IRO – dat zich in eerste instantie puur richtte op de olie en gasindustrie – is de energietransitie en de kansen op het gebied van duurzame energie. “In 2016 hebben we ‘offshore renewable industrie’ toegevoegd aan ons profiel. Het zijn immers onze leden die beschikken over de equipment en vakkennis om windparken op zee te plaatsen. Ik denk aan de kraanschepen, ik denk aan de baggerwerkzaamheden. De offshore windactiviteiten lagen redelijk in het verlengde van datgene wat we al deden.” Ondanks die wijzigingen bleef de naam IRO intact. “Het is een begrip. Een bekende naam met een goed imago. Dan neem je daar niet zo snel afscheid van.”

Vergroesen erkent dat de transitie nodig is. Hij vindt het een goede zaak dat veel bedrijven bezig zijn met duurzame alternatieven zoals wind en zonneenergie, ledverlichting en betere isolatie. “Het is goed dat er een Klimaatakkoord ligt, maar het huidige akkoord is in mijn beleving niet haalbaar. Dit gaat te hard.” Uit onderzoek is gebleken dat, mede vanwege het feit dat de wereldbevolking nog altijd groeit, in 2050 wereldwijd de energievoorziening voor maximaal vijftig procent wordt geleverd door renewables. “Dit moet dus worden aangevuld. Maar dat is een boodschap die de politiek niet wil horen.” Het meest frustrerende is wel dat er vanuit Den Haag een stevig ‘nee’ klinkt, maar dat het stil blijft als er moet worden gesproken over alternatieven.

Sander Vergroesen: “In sommige landen is de steun van een stevige politieke achterban zo belangrijk dat je hiermee het verschil maakt tussen het wel of niet gegund krijgen van een opdracht.”

Verduurzamen van onderhoud

Vergroesen vindt dat de overheid zich juist wél hard moet maken voor de Nederlandse (toe)leveranciers op het gebied van olie

Rogier van Meeuwen: “Als het gaat over duurzamer, veiliger, meer kostenbewust en efficiënter, dan denken we graag mee over de beste oplossingen vanuit ons smeertechnisch specialisme.”

en gas. “Als wij de grote internationale opdrachten niet krijgen, dan wordt dit wel opgepakt door anderen. Maar in hoeverre zijn die verantwoord bezig? Het alternatief is misschien wel vervuilender.”

De Nederlandse ondernemers hebben de SDG’s (Sustainable Development Goals van de VN) en het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen echt op de agenda staan. “Er wordt bijvoorbeeld flink geïnvesteerd in schepen die op liquid natural gas varen. Dat is geen verplichting, maar een bewuste keus om op die manier de ecologische voetafdruk te verkleinen. Ik vind dat lovenswaardig en ik vraag de overheid om blijvende steun.”

Rogier van Meeuwen haakt daarop in: “Het is mooi de veranderende visie te zien bij onze klanten in deze sector. Steeds meer komt de vraag voor het ‘vergroenen van de schepen’ en het verduurzamen van het onderhoud. Vanuit Van Meeuwen ondersteunen wij de dagelijkse technische uitdagingen van onder andere rotating equipment, staalkabels en hydraulische systemen. Waarbij wij rekening houden met het milieu. Met de technologie die vandaag de dag ter beschikking is, kunnen wij vanuit ons vakgebied significant bijdragen aan de uitdagingen in deze sector.”

Top 5 van de wereld

Vanwege haar kennis, kunde en equipment wordt deze industrie in Nederland beschouwd als toonaangevend. “We staan in de Top 5 van de wereld. De leden opereren internationaal en we blijven sterk inzetten op innovatie zodat we deze toppositie behouden”, vertelt Vergroesen. Daarnaast ondersteunt de IRO haar leden door het onderlinge netwerk te faciliteren en door exportpromotie. De IRO organiseert bij en met haar leden bijvoorbeeld diverse netwerkbijeenkomsten, handelsmissies en internationale beurzen.

Vergroesen ondervindt wel hinder van het feit dat er binnen de Nederlandse politiek een ‘anti-fossiel sfeertje’ heerst. “De politiek wil zich niet meer associëren met fossiele brandstoffen. Echter, in sommige landen is de steun van een stevige politieke achterban zo belangrijk dat je hiermee het verschil maakt tussen het wel of niet gegund krijgen van een opdracht. Als we vanuit Den Haag geen steun krijgen, is er geen level playing field.”

Vergroesen hoopt dat de politiek alsnog gaat inzien dat de transitie naar duurzaamheid een geleidelijk proces is waarbij de fossiele brandstoffen nog lange tijd nodig zijn. “De behoefte groeit harder dan je met renewables kunt compenseren.”

Maritieme Strategie

Voor de toekomst committeert de IRO zich ook aan de door de Stichting Nederland Maritiem Land opgestelde Maritieme Strategie 2015 - 2025. Dit rapport biedt een integraal kader voor het rijksbreed gedragen beleid voor de maritieme cluster, met speerpunten op innovatie, human capital en handel. “Ik ben

voorzitter van de NML Trade Council. Om groei te kunnen behouden, moeten we doorgaan met het smeden van strategische samenwerkingsverbanden. En ik kan het niet vaak genoeg benadrukken: het level playing field is echt een van de belangrijkste voorwaarden.”

Momenteel is er sprake van een aantrekkende olie- en gasmarkt nadat deze in 2014 behoorlijk was ingezakt. “Vanwege de opkomende schalieontwikkelingen in Amerika is men op de rem gaan staan op het gebied van het ontginnen van nieuwe olie- en gasvelden. Dit wordt nu weer opgestart.” Ook de offshore markt groeit, dus op allerlei werkgebieden – denk aan installatie en decommissioning van platforms en de aanleg van offshore windparken – zitten er mooie opdrachten aan te komen. “Maar human capital is niet voor niets een speerpunt. Zoals velen moeten wij ook zoeken naar technisch geschoold personeel dat aan de slag wil in een wereld die behoorlijk onbekend is. Daarmee moeten we aan de slag.”

Pioniers

Ook voor wat betreft het speerpunt innovatie wil de IRO haar leden zo goed mogelijk van dienst zijn. Vergroesen noemt als voorbeeld van een geslaagde innovatie het Ampelmann-principe. “Dankzij deze techniek kunnen we bijvoorbeeld vanaf een schip onderhoud uitvoeren aan windmolens. Door hydraulische systemen worden de golfbewegingen van het schip gecompenseerd. Hierdoor is het overzetten van personeel veiliger en kan er sneller en efficiënter worden gewerkt.” Het is slechts een voorbeeld. “Het innoveren zit de Nederlanders al van oudsher in het bloed. We zijn pioniers.”

This article is from: