Brochure tentoonstelling 'Cappellen in den Grooten Oorlog'

Page 1


Beste bezoeker, Op 10 oktober 1914, honderd jaar geleden, werd Kapellen voor vier lange jaren bezet gebied. Het werd, net zoals Antwerpen en het grootste deel van België, ingedeeld onder het “General-Gouvernement” of het ”Okkupationsgebiet”. Aan het IJzerfront werd veel leed geleden maar ook buiten de gevechtszone was de impact op het dagelijkse leven van de burgers zwaar om dragen. Heemkring Hoghescote oordeelde dat het zijn taak was om de geschiedenis over deze periode in Kapellen in beeld te brengen en te bewaren voor de toekomst. Zowel het boek “Cappellen in den Grooten Oorlog” als deze tentoonstelling willen dan ook een blijvende hulde zijn aan de vele slachtoffers die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid. Deze brochure is een leidraad door de tentoonstelling waarin aan de hand van foto’s, originele documenten en voorwerpen een sfeerbeeld wordt opgeroepen van de moeilijke bezettingsjaren 1914-1918 in onze gemeente. Voorzien van korte bijschriften wordt in chronologische volgorde het verloop van de oorlog en de impact ervan op de Kapelse burgers weergegeven. Heemkring Hoghescote dankt u voor de belangstelling en wenst u een prettig bezoek.

Expozaal G - Gelijkvloers 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.

Kapellen voor 1914 Voorgeschiedenis van de oorlog Voorbereidingen op de oorlog Forten in Kapellen, houten huizen en de militaire spoorweg De val van Antwerpen en de vluchtelingen De Dodendraad Leven in bezet gebied Gered van de hongerdood Het leven te Putte d.m.v. brieven van Louis Mertens Louis Mertens, een Puttenaar gesneuveld aan het IJzerfront Filatelie en de Groote Oorlog Geld in oorlogstijd Duitse bunkerlijn anno 1917

Expozaal 2 - Tussenverdieping 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Spionagenetwerk M.4009 Bunge en de melkerij te Hoogboom Wilhelm von Mallinckrodt Dr. Alfred Libbrecht De gebroeders Spelier Kapelse figuren uit het Guldenboek Na de oorlog

Expozaal 3 – Bel-etage

Doorlopende filmvoorstelling in samenwerking met fotoclub DIKA Kapellen. Kapellen in Conflict Cappellen in den Grooten Oorlog Een Stroom van Vluchtelingen


Leidraad door de tentoonstelling “Cappellen in den Grooten Oorlog” Oud Gemeentehuis Kapellen van 2 oktober t.e.m. 22 november 2014. Heemkring Hoghescote vzw.

Expozaal G - 1 - Kapellen voor 1914 Een sfeerbeeld van “Cappellen” begin van de 20ste eeuw. De samenstelling van het gemeentebestuur gevestigd in het toen nieuwe, thans Oude Gemeentehuis, een dorpje met 5.879 inwoners op 01 januari 1914. Met drie scholen: twee in het centrum en een te Putte. De burgerwacht, een zondagsleger voor niet-dienstplichtige mannen. Het telefoonboek van 1906 met 18 abonnees, een beeld van een arbeiderswijk met zijn vele kinderen. Ten slotte de ontspanning met o.a. de oudste vereniging van de gemeente, de St.-Sebastiaensgilde, gesticht in 1646.

Aankomst van de trein te “Cappellen”. Herfst 1906

- 2 - Voorgeschiedenis van de oorlog Waar professionele historici verklaren zich niet te kunnen uitspreken over de ware redenen van het ontstaan van deze oorlog, zullen ook wij ons beperken tot het aanhalen van incidenten die zeker bijgedragen hebben tot het ontstaan ervan. Het getoonde plan van Europa laat ons de twee grote machtsblokken zien die zich begin van de 20ste eeuw hadden gevormd: aan de ene kant stonden de Centralen, bestaande uit Duitsland en Oostenrijk-Hongarije en daar tegenover de drie grootmachten: Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland, de Geallieerden of ook wel “de Entente” genoemd. Beide kampen streefden ernaar om hun macht en invloed uit te breiden. Toen Duitsland zijn vloot uitbouwde, volgde ook Engeland dat zijn heerschappij op zee niet wilde afgeven. Toen uitlekte dat Frankrijk en Engeland onderlinge afspraken hadden gemaakt over de heerschappij in Noord-Afrika, voelde Duitsland zich tekortgedaan. Door deze en andere incidenten werd de spanning tussen beide machtsblokken bestendig opgedreven. Reeds in 1905 werd door de Duitse generaal Alfred von Schlieffen het fameuze “von Schlieffenplan” (zie foto) opgesteld. Dit beschreef de verovering van Frankrijk en


Rusland en meer bepaald hoe het Duitse leger via België en Nederland aartsrivaal Frankrijk in de flank zou aanvallen. Later werd dit plan aangepast door generaalveldmaarschalk Graf von Moltke waarbij Nederland, eerst ook betrokken bij de oorlog, zou gespaard blijven. Uiteindelijk was het de moord op kroonprins Franz Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije en zijn vrouw Sophie Chotek in Sarajevo op 28 juni 1914 die zou leiden tot de Eerste Wereldoorlog. (zie foto’s) De kanselier van Duitsland von Bethmann zou het Verdrag van Londen van 1839 (Verdrag der XXIV Artikelen) dat ook Duitsland (Pruisen) ondertekend had, en waarbij België als een neutraal land werd beschouwd, afdoen als: “a scrap of paper”. (zie foto) De heersers (zie foto’s) op dat moment waren: voor Duitsland: Keizer Wilhelm II voor Oostenrijk-Hongarije: Franz Joseph I voor België: Koning Albert I

- 3 - Voorbereidingen op de oorlog Toen het von Schlieffenplan uitlekte, werd in België alles in het werk gesteld om de Duitse aanval te kunnen afslaan. Forten werden in versneld tempo afgewerkt en bunkers, nog in baksteen, werden opgetrokken. Toen bleek dat de dreiging van een oorlog reëel werd kondigde België op 31 juli 1914 de algemene mobilisatie af. Nadat België de vrije doorgang van het Duitse leger had geweigerd, vielen op 4 augustus 1914 uiteindelijk de Duitse legers België binnen. Onmiddellijk werd bevel gegeven om de fortengordel rondom Antwerpen in staat van oorlog te brengen. Een van de maatregelen daarvan was het vrijmaken door de Belgische genietroepen van de schootsvelden rond de forten. Ook in Kapellen werden bossen en tientallen huizen rond de forten gesloopt.

- 4 - Forten in Kapellen, houten huizen en de militaire spoorweg Toen na de Frans-Duitse oorlog van 1870 de ontwikkeling van de kanonnen resulteerde in een steeds grotere reikwijdte, bleek dat de fortengordel gebouwd en genoemd naar Brialmont te dicht bij Antwerpen lag en de stad niet meer kon beschermen. Hierdoor werd de bouw van een nieuwe verdedigingslijn, de buitenste fortengordel rond Antwerpen, noodzakelijk. In deze verdedigingslinie werden ook de forten van Kapellen en Ertbrand opgenomen. Het fort van Kapellen was voltooid in 1897. Het was het eerste volledig betonnen pantserfort en ontworpen om de spoorlijn Antwerpen–Nederland te beschermen. De bouw van Fort Ertbrand was voltooid in 1912 en maakte deel uit van de Hoofdweerstandstelling die in een wijde omtrek rond Antwerpen liep en bestond uit een continue fortengordel van 34 forten en schansen. Generaal-Majoor de Castres de Tersac werd benoemd tot commandant van de sector en had als hoofdkwartier het gemeentehuis van Kapellen. Beide forten zouden geen weerstand bieden aan de vijand. In het Mastenbos zijn de relicten van 7 Belgische bunkers nog goed bewaard gebleven. Om de forten te bevoorraden was een spoorlijn voorzien. De aanleg ervan werd echter vrij laat aangevat, op 5 september 1914 (een maand na de inval van de Duitse troepen). Het personeel van de Staatsspoorwegen slaagde erin de 70 km lange spoorbaan in 24 dagen gebruiksklaar te maken. Het Duitse leger was toen reeds begonnen met de belegering van Antwerpen en het Belgische leger kon de spoorlijn nog enkel gebruiken voor de terugtocht over Temse naar de kust.


- 5 - De val van Antwerpen en de vluchtelingen Na uren van beschietingen en om de stad en zijn bewoners te sparen, nam burgemeester Jan De Vos het initiatief om een gesprek aan te gaan met de Duitse legerleiding over de overgave van Antwerpen. Uiteindelijk tekende hij op 9 oktober 1914 de onvoorwaardelijke overgave van Antwerpen. Heel ongebruikelijk dat dit gebeurde door een burgerlijke instantie. Luitenant-Generaal Victor De Guise, militaire bevelhebber van Antwerpen, bevond zich echter op de linkeroever van de Schelde en kon niet bereikt worden. Een foto toont de Duitse troepen die ongehinderd over de Meir stappen richting stadhuis en Grote Markt. Zij waren uiterst verbaasd geen tegenstand te krijgen bij het veroveren van het als onoverwinnelijk bolwerk bestempelde Antwerpen. Reeds twee dagen voordien had het Belgische leger in allerijl de stad verlaten via een aangelegde pontonbrug over de Schelde.

Duitse mariniers op de Meir te Antwerpen Bij de overgave van Antwerpen was ook overeengekomen dat de forten ten noorden van de stad zonder weerstand en onbeschadigd zouden overgegeven worden. De commandanten gingen hiermee echter niet akkoord en vernietigden hun stellingen en bewapening zo veel mogelijk alvorens deze te verlaten. Om aan de Duitse beschieting van de stad te ontsnappen en met in het achterhoofd de vele gruwelijke verhalen over moorden op burgers, sloegen begin oktober 1914 vele Antwerpenaren op de vlucht. Liefst een miljoen Belgen staken de grens met Nederland over. Ook door Kapellen trok de stroom van vluchtelingen richting het neutrale Nederland. Er werden sterfgevallen genoteerd maar ook kinderen werden geboren. Op verzoek van de Belgische gezaghebbers en met de verzekering dat hen geen straf boven het hoofd hing, kwamen de meesten reeds na enkele weken terug naar hun woonst. Ook Kapellenaren vluchtten voor de oprukkende vijand naar Nederland. Een foto van kinderen die hun ouders zoeken, toont aan dat er een ware chaos heerste.


- 6 - De Dodendraad Begin 1915 besloot de Duitse bezetter, en dit om diverse redenen, de grens met het neutrale Nederland hermetisch af te sluiten door middel van een elektrische draadversperring. Langs de Belgisch-Nederlandse grens, circa 450 km lang, werd uiteindelijk, door het afsnijden van uitstulpingen van de landgrens, een draadversperring opgetrokken met een lengte van circa 316 km. Putte werd hierdoor volledig afgesloten van het centrum van Kapellen. Foto’s tonen ons de loop van de draad, de opbouw, de bewaking en jammer genoeg ook beelden van enkele slachtoffers. De reconstructie van een stuk dodendraad toont ons hoe deze versperring moet geweest zijn. Niettegenstaande het gebruik van hulpmiddelen werd het overschrijden ervan meermaals met de dood bekocht. De maquette van het schakelhuis geeft een beeld van de primitieve manier waarop deze dodelijke versperring beheerd werd.

- 7 - Leven in bezet gebied Kort na de middag op 10 oktober 1914 kwamen Duitse mariniers het dorp binnen en plaatsten de Duitse driekleur op het gemeentehuis. Kapellen was bezet gebied. Schepen E. Guyot, als enige vertegenwoordiger van het gemeentebestuur aanwezig, werd in vervanging van burgemeester E. Geelhand aangesteld als waarnemend burgemeester. Vanaf dit ogenblik werd het gaan en staan in de gemeente beheerst door het Duitse gezag. De “Kommandantur” werd gevestigd in de Kapelsestraat in het kasteeltje “Les Étangs”. Onmiddellijk legde de “Ortskommandant” aan de bevolking allerlei verplichtingen op. Zo werd alle verkeer buiten de gemeente onderworpen aan een “Passierschein”, duiven mochten niet meer uitvliegen, bijeenkomsten dienden aangevraagd en een lijst met burgers werd aangelegd die bij eventuele wandaden verantwoordelijk konden gesteld worden. Later volgden de opeisingen van metalen tot hoofdkussens en bedden toe. Maar vooral de mogelijke opeising van werkloze burgers voor tewerkstelling in Duitsland maakte het leven onzeker. Hoewel het beleid van de gemeente toevertrouwd was aan het gemeentebestuur, diende bij elke beslissing rekening gehouden met de bezetter. De nood bij de bevolking waarvan vaders en zonen aan het front zaten of werkloos waren, was groot. Immense leningen werden afgesloten door de gemeente om het hoogstnodige aan te kopen. Het leven was een hel. Het vitrinekastje bevat naast allerlei voorwerpen uit deze periode ook het originele oorlogsdagboek van Pastoor Vandenhoudt.

- 8 - Gered van de hongerdood De voorraden aan voedsel waren al snel na de inval van het Duitse leger opgebruikt en na enkele maanden dreigde voor de Belgische bevolking een zekere hongerdood. Dankzij het optreden van een groep privépersonen onder de leiding van Ernest Solvay, de Brusselse burgemeester Adolphe Max en Emile Francqui werd het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding (NCHV) opgericht. In samenwerking met de latere Amerikaanse president Herbert Hoover werd de “Commission for Relief in Belgium” (CRB) opgericht. Duizenden tonnen voedsel van overzee konden ingevoerd worden. Uiteindelijk bleven de rantsoenen nog karig maar kon een catastrofale hongerdood vermeden worden. Ook in Kapellen werd onder het voorzitterschap van Frederik Speth een plaatselijk comité voor voeding opgericht.


De foto’s tonen ons de soepbedeling in zaal Onze Kring in de Engelselei, een schip voorzien van spandoeken van de CRB en allerlei documenten die dienden opgesteld om de voedselbevoorrading te helpen organiseren.

- 9 - Het leven te Putte d.m.v. brieven van Louis Mertens Aan de hand van de briefwisseling die Louis Mertens met zijn familie voerde, kunnen we ons een beeld vormen van het dagelijkse leven in Putte tijdens de vier oorlogsjaren. Met uitzondering van de boeren die landbouwgrond buiten de draadversperring hadden liggen, kreeg niemand de toelating om zich buiten de ingesloten “enclave Putte” te begeven. Bezoek aan de familie of zelfs het bijwonen van een begrafenis waren geen redenen om een “Passierschein” uit te schrijven. Aanvoer van voedsel en petroleum, het bezoek van de dokter, alles werd bij de controlepost aan een grondig onderzoek onderworpen. En toch werd er gesmokkeld op gevaar af van zware straffen en elektrocutie. Zie de foto’s genomen aan de grens met Nederland en van een controlepost bij de ingangspoort voor burgers aan de Driehoek.

- 10 - Louis Mertens, een Puttenaar gesneuveld aan het IJzerfront Louis Mertens was 18 jaar toen de oorlog uitbrak. Hij vlucht naar Nederland en zal daar dienst nemen in het Belgische leger. Via Engeland en een opleiding in Frankrijk geraakt hij uiteindelijk aan de IJzer. Hier wordt hij ingezet aan het front. Omdat hij vindt dat een functie als koerier achter het front minder gevaarlijk is, doet hij een aanvraag om van eenheid te veranderen. Dit lukt hem. Ironie van het noodlot: Louis wordt tijdens het overbrengen van een bericht zwaar gewond en zal de volgende dag aan de opgelopen verwondingen overlijden in het hospitaal te Vinckem. Originele brieven vertellen ons van de gemoedstoestand van Louis en zijn familie en geven ons een beeld van het leven aan het front en onder de bezetting. In de vitrinekast ziet u brieven en allerlei zaken die eigendom waren van Louis.

- 11 - Filatelie en de Groote Oorlog Ook in de filatelie werd de oorlog in beeld gebracht. We zien hier een unieke collectie postzegels (eigendom Renaat Verreyken) uitgegeven tijdens de periode 1914-1918. Vanaf de moord op de Oostenrijkse kroonprins Franz-Ferdinand te Sarajevo tot de herdenkingszegels uitgegeven bij de wapenstilstand op 11 november 1918 vormt deze verzameling een beeld van het verloop van de oorlog.

- 12 - Geld in oorlogstijd In het vitrinekastje worden Belgische en Duitse bankbiljetten en munten getoond die geldig waren tijdens de oorlog.

- 13 - Duitse bunkerlinie anno 1917 De vele betonnen bunkers die op menige plaats in het Kapelse landschap te zien zijn, werden door de Duitsers gebouwd tijdens de bezetting uit vrees voor een aanval van de geallieerden vanuit Nederland. In het vitrinekastje zijn vondsten te zien uit bunkers in het Mastenbos te Kapellen.


Expozaal 2 - Tussenverdieping In deze zaal maakt u kennis met het spionagenet M.4009 dat onder de leiding van Constant Spelier en verschillende agenten werkzaam was te Kapellen. Tevens brengen wij er enkele markante figuren uit het tijdperk van WO I in herinnering.

- 1 - Spionagenetwerk M.4009 De Kapelse sectie M.4009 van het netwerk kaderde in een groot geheel dat langs de Belgische grens actief was. Elke groep werkte echter los van elkaar en zelfs de agenten van dezelfde groep kenden elkaar niet. Dit om bij verraad niet het geheel in gevaar te brengen. Douanier Constant Spelier was de leider van het Kapelse onderdeel en smokkelde dagelijks berichten door de dodendraad richting de Engelse Inlichtingendienst in Londen. Uiteindelijk werd Spelier opgepakt. Hij overleed aan de gevolgen van zijn gevangenschap.

- 2 - Bunge en de melkerij te Hoogboom De familie Bunge verhuisde in juni 1914 naar het landgoed van Osy de Zegwaert, het huidige domein “De Oude Gracht” te Hoogboom. Door de oorlogsomstandigheden was er in het Antwerpse een bestendig gebrek aan melk ontstaan. Om aan deze nood te verhelpen besloot Ed. Bunge op zijn landgoed een melkerij op te richten. Hij kocht hiervoor 100 koeien aan in Nederland. Zijn dochter Erica nam samen met Hélène Born het beheer van de melkerij waar. Op 11 december 1917 werden zij door het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding met een diploma bedacht en dit voor de levering van de miljoenste liter melk aan de goede werken van de stad. De foto’s tonen hoe de boerderij en melkerij eruitzagen.

Diploma toegekend aan Erica Bunge.

- 3 - Wilhelm von Mallinckrodt Woonde bij het uitbreken van de oorlog aan de IJzerweglaan (huidige Koningin Astridlaan) op het kasteel Hortensiahof. Hij was gehuwd met de Antwerpse Eugénie Günther. Behalve zakenman was hij ook bankier en een van de prominente figuren van de Duitse kolonie in Antwerpen. Naast het Hortensiahof was hij ook de eigenaar van het Hansahuis (hoek Ernest Van Dijckkaai - Suikerrui) en het Maritiemhuis (hoek Brouwersvliet – Van Meterenkaai). Bij het uitbreken van de oorlog koos hij resoluut de Duitse kant waardoor na de wapenstilstand zijn bezittingen onder sekwester werden geplaatst.


- 4 - Dr. Alfred Libbrecht Kapellen telde in 1914 twee dokters: dr. Dufrain en dr. Libbrecht. Bij het uitbreken van de oorlog namen beiden de vlucht. Aan de grens besloot Dr. Libbrecht echter om terug te keren omdat hij zijn patiënten niet in de steek wenste te laten. Hij schreef voor zichzelf een doorgangsbewijs en liet het ondertekenen door burgemeester E. Geelhand.(zie origineel document) Op 17 juni 1917 vond hij dat hij zijn taak als dokter aan het front moest opnemen. Hij vertrok naar Duitsland om via Zwitserland en Frankrijk het IJzerfront te kunnen bereiken. Tijdens zijn reis werd hij opgepakt door de Duitsers en werd gedurende een maand gevangengezet in het Duitse Gütersloh. Een maand later kreeg hij toch de toelating om zich als arts naar het front te begeven. Op 16 oktober 1918 werd hij in Ingelmunster tijdens een reddingspoging van een zwaar gekwetste dokter-collega zelf gewond. Omdat koudvuur was opgetreden verbleef hij bij de bevrijding nog steeds in het hospitaal. Na zijn genezing komt hij terug naar Kapellen om later naar Engeland uit te wijken waar hij uiteindelijk in de London Borough of Bexley (Greater London, England) op 21 december 1943 overlijdt. In de vitrinekast tal van originele brieven waaruit onder andere blijkt dat hij soldaatdorpsgenoten van tijd tot tijd een som geld toestuurde. Ook zijn Rode Kruisarmband en brilmontuur zijn nog bewaard gebleven.

- 5 – De gebroeders Spelier Het gezin Spelier telde drie zonen: Armand, René en Georges en woonde in de Kerkstraat 4 te Kapellen. Het zou een zeer zware tol betalen aan de oorlog. Vader Constant stierf in gevangenschap op 12.10.1918 terwijl de jongste zoon Georges Spelier op 16-jarige leeftijd (°Antwerpen - 24.04.1898) werd gedood te Ramskapelle op 31 oktober 1914. De Georges Spelierlaan, de baan naast de spoorlijn richting Nederland, kreeg na de oorlog de naam van deze jongste gesneuvelde uit onze gemeente. Armand (°Meerdonk - 02.02.1893) ging als vrijwilliger bij het leger op 16.09.1911, vluchtte in oktober 1914 naar Nederland waar hij werd geïnterneerd te Amersfoort. Reeds op 11.10.1914 ontsnapte hij en keerde terug naar het Belgische leger. Tijdens de oorlog werd hij meermaals gelauwerd om zijn heldhaftig gedrag aan het front als waarnemer bij de artillerie. Hij klom op 26.09.1923 op tot de rang van luitenant. In het begin van de Tweede Wereldoorlog werd hij ziek en kon daardoor niet deelnemen aan de gevechten. Op 18.08.1948 werd hij benoemd tot eremajoor. Naast 7 frontstrepen werd hij bedacht met tal van andere eretekens. René (°Sint-Jans-Molenbeek - 10.04.1895) nam als vrijwilliger dienst in het leger op 02.08.1914 en klom op tot de rang van sergeant.

Gebroeders Spelier: Armand, René en Georges.


- 6 – Kapelse figuren uit het Guldenboek Op 15 augustus 1920 zag de Kapelse afdeling van de Nationale Strijders Bond (opgericht in 1919) het levenslicht. Datzelfde jaar smolt ze samen met de reeds bestaande Koning Albertkring. Het lokaal bevond zich op de Hoevensebaan nr. 46, later op de Antwerpsesteenweg nr. 20 (zaal De Zwaan). Andere verenigingen die Kapelse oud-strijders, invaliden en gelijkgestelde burgers samenbrachten, waren het Nationaal Verbond der Verminkte en Invalide Soldaten van de Oorlog (NVI), met lokaal in de Stationsstraat en het Nationaal Verbond der Gewezen Krijgsgevangenen in Duitsland, afdeling Kapellen, met lokaal in De Kroon in de Dorpsstraat. In 1923 werd de Kapelse afdeling van de Vlaamsche Oudstrijdersbond (VOS) opgericht. Later, in de jaren dertig, kwamen daar binnen de NSB nog de Vriendenkring der Vuurkruisers en een Dameskring Weduwen der Vuurkruisers bij. Samen met bovenvernoemde verenigingen en met de Socialistische Oudstrijders, de Kinderen der Oudstrijders, de Verbroedering van het Veldleger, de Vriendenkring Strijders Officieren en de Oorlogsvrijwilligers welke alle een afdeling in Kapellen hadden, vormden ze het zogenaamde Eenheidsfront. Elke vereniging behartigde de belangen van de oud-strijders, zowel fysiek als moreel. In de vitrinekast zijn documenten te zien die herinneren aan enkele bijzondere mensen uit de oorlogstijd. Daems Adriaan (°Putte-Stabroek – 24.02.1887 - †Kapellen – 02.02.1946). Hij was gehuwd met Isabelle Daemen en ingelijfd bij het 8ste Vestinglinieregiment. Werd op 16.10.1914 bij het overschrijden van de grens te Putte opgepakt en verbleef tot 03-02-1919 te Harderwijk (Nederland). Daemen Isabelle (°Putte-Stabroek – 23.04.1885 – †Merksem – 15.02.1956), echtgenote van bovengenoemde Daems Adriaan, was koerier van het spionagenetwerk M.4009. Dreigde aangehouden te worden en vluchtte op 12.12.1916 naar Nederland waar ze haar man vervoegde in het interneringskamp te Harderwijk. Zij werd gelauwerd met de volgende eretekens: - Burgerlijk Ereteken 1914-1918, kruis 2de klasse (24 maart 1920) - British War Medal 1914-1918 (18 september 1919) - Mention in Dispatches (GB, 8 november 1918) Documenten van Jacques Calluy, kapper op de hoek van de Engelselei en de Dorpsstraat, met opgave van zijn staat van dienst.

- 7 – Na de oorlog In 1919 besliste het schepencollege om in de hal van het gemeentehuis (nu oudgemeentehuis) een marmeren plaat aan te brengen met de namen van de gesneuvelden der gemeente Kapellen. Op 4 juli 1926 werd het monument van de gesneuvelden plechtig ingehuldigd. Het is van de hand van de Mechelse beeldhouwer Theo Blickx. In de volksmond is het beter bekend onder de naam “Louwke Poep”. Arbeiders aan het werk bij de opbouw van het monument der gesneuvelden, anno 1926.

Een ereperk wordt opgericht op de gemeentelijke begraafplaats waar overgebrachte gesneuvelden en oud-strijders een laatste rustplaats vonden.


In de jaren ’60 verhuisde dit ereperk naar een nieuwe plaats, daar waar het zich nu nog steeds bevindt. De beslissing van deze verhuis werd reeds in 1948 genomen. Vijf gesneuvelden rusten op deze plaats: P. Heystraeten, F. Massé, E. Plompen, J. Van Hooydonck, L. Verzwijvelen. Een gedenksteen op het kerkhof van Hoogboom die na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht, vermeldt de namen van enkele Hoogboomnaren die niet op het ereperk aldaar begraven zijn. Ter herinnering aan de Eerste Wereldoorlog werd op 17.07.1919 de naam Pestweg veranderd in Vredestraat.

Expozaal 3 – Bel-etage Dika

In deze zaal worden doorlopend filmpjes vertoond, zoals: Kapellen in Conflict. Cappellen in den Grooten Oorlog. Een Stroom van Vluchtelingen.

Dank Onze dank gaat naar: de vele mensen die met hun belangeloze inbreng en medewerking hebben geholpen bij de realisatie van deze tentoonstelling. Wij denken hierbij speciaal aan de leden van de Studiegroep rond WO I: Linda Boudewijns, Marc Brans, Walter Dreessen, Guy Heymans, Jan Ingelbrecht, Ludo Mertens, Roger Van den Bleeken, Ludo Van Eynde, Renaat Verreyken, en aan André De Vleeschouwer, voorzitter van Hoghescote, en het volledige dagelijkse bestuur: Etienne Vermeulen, Jos Abrath, Gerda Adriaensen, Chris Alen, Jan Vanderhaeghe, Paul Van Bockel en last but not least Roger Balbaert, alsook corrector Louis Van Tricht. Ook dank voor de steun en inbreng die wij mochten ontvangen van: Burgemeester Dirk Van Mechelen en het Kapelse schepencollege, de personeelsleden van de gemeente: Marjan Lion, Kaat Wouters, Karin Dhondt, Kim d’Hondt, Christophe Matthijssens en Luk Vilain, de dienst Toerisme van Kalmthout voor het uitlenen van een passeurskader, Theo Cuypers voor de kundige reproductie van twee passeurskaders, de fam. Van Linden uit Hoevenen, Maxim De Greffe voor zijn maquette van een schakelhuis, Guy Heymans voor de reconstructie van een stuk dodendraad en de plattegrond van Putte anno 14-18, Marie-Louise Steins voor haar schilderij van een schakelhuis en tot slot het Poldermuseum te Lillo voor het ter beschikking stellen van voorwerpen, documenten en vitrinekasten.


Over Heemkring Hoghescote Sinds 1968 is vzw Heemkring Hoghescote de heemkring te Kapellen, ten noorden van Antwerpen. Wij stellen aan onze leden een uitgebreid historisch archief over Kapellen en omstreken ter beschikking. Gewoon uit belangstelling, voor studiedoeleinden of voor het samenstellen van een quiz, of wenst u meer te weten over onze gemeente, loop dan even binnen in ons documentatie- en studiecentrum. Eén van de taken van een heemkring is het verzamelen van materiaal van eigen heem, eigen dorp, eigen omgeving, eigen streek. Heemkunde is dan ook de kennis (wetenschap) van al deze aspecten. Meestal is deze kennis hoofdzakelijk historisch gericht, dus dat kan zowel over eeuwenoude feiten gaan, als over recente(re) gebeurtenissen. Hoghescote helpt personen op weg die bezig zijn met hun stamboom, en staat hen bij met raad en daad. Heemkring Hoghescote maakt deel uit van Heemkunde Vlaanderen en van Heemkunde Gouw Antwerpen. Voor onze leden organiseren wij boeiende activiteiten: daguitstappen, rondleidingen met gids, voordrachten, en we beginnen het jaar telkens met een gezellig banket. Om de drie maanden ontvangen al onze leden het tijdschrift 't Bruggeske, met bijdragen over de geschiedenis van Kapellen, genealogie en heemkunde in het algemeen. De lokalen van de heemkring zijn in de historische Hoeve Van Paesschen, Essenhoutstraat, 59 te 2950 Kapellen. In hetzelfde gebouw bevindt zich tevens de gerestaureerde Smoldersklok, een bezoekje meer dan waard. Meer informatie vindt U op http://www.heemkring-hoghescote.be Contact via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com

Het boek “Cappellen in den Grooten Oorlog” Deze tentoonstelling is een verlengstuk van het bovengenoemd boek. Hierin werd de soms moeizaam verworven informatie over ons dorp tijdens deze moeilijke periode uitvoerig beschreven. Sommige hoofdstukken lezen als een roman terwijl andere een meer informatief karakter vertonen. Alles samen een werk dat elke Kapellenaar in zijn boekenkast kan bewaren als naslagwerk over het verleden van Kapellen. De prijs van het boek in uitvoering 170 x 240 mm, genaaid gekartonneerd met rechte rug en harde kaft bedraagt 28 euro. Bestellingen binnen de gemeente worden gratis aan huis bezorgd. Verzendingskosten buiten de gemeente: 5 euro per boek. Bestellen kan nog steeds via overschrijving op naam van Heemkring Hoghescote vzw Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen op rekeningnr. BE18 4137 2050 7165 - BIC-code KREDBEBB met vermelding “boek”. Deze brochure kunnen wij u gratis aanbieden met de steun van: KBC -- Kapellen en Begrafenisondernemer J. Ketelaars -- Guyotlei 9 te Kapellen, waarvoor dank. Heemkring Hoghescote vzw


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.