11 minute read

De rol van de accountant in duurzaamheidsrapportering

INTERVIEW MET BART VAN COILE, VOORZITTER ITAA

Op 21 april 2021 publiceerde de Europese Commissie het voorstel voor de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Dat voorstel van richtlijn is een update van de non-financial reporting directive (Richtlijn 2014/95/EU) die sinds 2017 grote organisaties van openbaar belang (zoals beursgenoteerde bedrijven, banken en verzekeringsmaatschappijen) in heel de Europese Unie (EU) verplicht om een niet-financieel rapport te publiceren. In het nieuwe voorstel wordt het toepassingsgebied sterk uitgebreid. Ook alle grote ondernemingen en alle op de gereglementeerde markten van de EU genoteerde ondernemingen zullen in de toekomst de nieuwe EU-standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving moeten toepassen. Dit voorstel is een onderdeel van de Green Deal en heeft als doel te komen tot meer transparantie op vlak van duurzaamheid. Duurzaamheidsrapportering wordt op één lijn gebracht met de financiële rapportering. Ondernemingen moeten verantwoording afleggen over hun financiële én hun duurzaamheidsprestaties in een integraal jaarverslag. De wijzigingen zullen al betrekking hebben op het boekjaar dat start op 1 januari 2023.

Advertisement

In het licht van dit ambitieus plan interviewde Carine Coppens, opleidingshoofd Financieel Management aan de HOGENT, Bart Van Coile, voorzitter van het ITAA, over deze ontwikkelingen, over de rol die accountants in dit verhaal spelen en over welke impact deze ontwikkelingen hebben op het beroep.

Voldoet de traditionele rapportering tegenwoordig nog aan de verwachtingen van de stakeholders? Krijgen zij hiermee een voldoende volledig en getrouw beeld?

Bart van Coile: “Je moet dat in zijn maatschappelijke context zien. Wettelijk gezien voldoet het rapporteren van financiële gegevens vandaag aan de omschrijving van wat wij een getrouw beeld noemen. De vraag die we ons moeten stellen is eerder: waar willen ondernemers naartoe? Je mag nooit vergeten dat een accountant ten dienste staat van de ondernemer en in een bredere context van het maatschappelijk belang dat hij moet dienen. Vroeger was het ondenkbaar dat de sociale balans een onderdeel was van dat getrouw beeld, terwijl het vandaag verplicht is voor het neerleggen van een jaarrekening. Stakeholders krijgen vandaag informatie over o.a. de tewerkstelling in dat bedrijf, over de verdeling mannen/vrouwen. Die informatie interesseert de aandeelhouders vandaag. Zij willen niet alleen de cijfers kennen, maar ook op de hoogte zijn van wat er in het bedrijf leeft. Je merkt ook wel dat fraudebestrijding belangrijker wordt. Denken we maar aan alle verplichtingen die de antiwitwaswet ons voorschrijft. In elk kantoor en ook op de website van ITAA is er een whistle blowing point waar elkeen een melding kan maken als er binnen een onderneming een probleem is met de rol van de accountant en/of zijn fun ctioneren. Dat openbaar belang op vlak van duurzaamheid wordt groter, maar kadert nog niet binnen de wettelijke verplichtingen. Langzame stappen richting duurzaamheid worden echter wel gezet.”

Hoe sta je tegenover de uitspraak ‘Duurzaamheid is voor accountants in België anno 2021 nog een blinde vlek’? M.a.w. in welke mate leggen accountants zich nu al toe op duurzame verslaggeving?

“Je voelt wel dat er vraag naar is bij ondernemers, maar ze zijn nog in de minderheid. Kijk je naar de maatschappij, dan is er duidelijk wel vraag naar. Maar we weten dat regelgeving altijd wat achterop hinkt op wat leeft in de maatschappij. Niettemin, als je vraagt naar de blinde vlek in het beroep... tja die is er wel. We zien de maatschappelijke evolutie, en we zien binnen Accountancy Europe dat er gedebatteerd wordt over integrated reporting als onderdeel van de Green Deal. Zo krijgt EFRAG de opdracht om normen uit te werken. Vraag in het debat is: hoeveel ondernemingen gaan hieraan onderworpen worden? Mijn vermoeden is dat we al snel 2024-2025 zullen zijn wanneer de CSRD operationeel wordt. Dan zal die gelden voor zo’n 49.000 ondernemingen binnen Europa. Dit toont duidelijk aan dat er een beweging is ingezet. De regelgeving is vandaag al zo uitgebreid voor een accountant dat velen maar zullen reageren als er een wettelijk kader is.”

Hoe staan accountants tegenover duurzaamheidsrapportering?

“Je hebt er die er onmiddellijk mee aan de slag zullen gaan en andere die minder enthousiast zullen zijn. Weet dat elke accountant zich bewust is van zijn maatschappelijke rol, en duidelijk beseft dat hij ondernemers moet bijstaan. Als de vraag naar duurzaamheidsrapportering groter wordt, hetzij vanuit de overheid, hetzij bij de ondernemingen, zal de accountant daar met plezier op inspelen.”

Kan de accountant hier een belangrijke rol opnemen als adviseur?

“Zeker en vast. Vandaag heb je dat ook al. Als een ondernemer vandaag iets wil realiseren, heeft hij vele vergunningen en verschillende andere aanvragen nodig, waaronder ook milieuvergunningen. Ook daar zal hij eerst zijn accountant aanspreken. De accountant wordt de coach die ervoor zorgt dat alle partijen aangesproken worden om die vergunning in orde te krijgen. In een ondernemingsverslag zullen andere partijen die informatie moeten aanreiken. We zullen ook alle attesten die we nodig hebben samen groeperen. Accountants zijn de beste adviseurs in deze.”

Zien jullie een verschil in mentaliteit tussen jonge en meer ervaren accountants? Hoe uit zich dit?

“Absoluut, we merken dit vandaag binnen de kantoren. Jongeren zijn een stuk gevoeliger voor duurzaamheidsthema’s. Maar het is wel niet enkel de jeugd die het moet doen. Het is een maatschappelijke evolutie waaraan we allemaal aandacht moeten geven. We willen toch allen dat onze planeet goed bewaard

Kun je even schetsen welke noden er leven in de kantoren, bv. op vlak van opleiding en software?

“Vooreerst moet er een bepaalde norm, een standaard komen. Binnen het ITAA staat het begrip norm synoniem voor iets dat verplicht is voor de leden om uit te voeren. Een norm wordt goedgekeurd door de Hoge Raad voor Economische Beroepen. Omdat dit een gemeenschappelijke norm met de bedrijfsrevisoren wordt, zal er een openbare raadpleging zijn en de minister moet zijn goedkeuring geven. Eens die norm er is, zullen we heel wat opleidingen nodig hebben. Eerst starten we met een sensibiliseringstraject waarin het belang geschetst wordt en waarin garanties geboden worden op vlak van gezamenlijke doelstellingen. Een duidelijk voorbeeld: als persoon ‘a’ een energiecertificaat uitreikt voor een woning, zijn we er dan zeker van dat dit overeenkomt met het attest dat persoon ‘b’ opstelt? Daarvan moeten we eerst zeker zijn vooraleer een accountant kan zeggen dat er een garantie kan geboden worden aan het brede publiek.

Vanuit mijn persoonlijke ervaring stel ik vast dat over bepaalde attesten nog steeds maar weinig zekerheid geboden wordt. En dat is een conditio sine qua non om goed duurzaam te rapporteren. Als er één beroep is waar je blijvend studeert, is het dat van accountant. Je gaat mee met de maatschappelijke evoluties en dat werkt bijzonder verrijkend.”

Welke rol zie je weggelegd voor de onderwijsinstellingen?

“Een goede samenwerking tussen onderwijs en de mensen die in de praktijk staan is een absolute meerwaarde. Het onderwerp leent zich tot een breder spectrum: het gaat immers over zaken waar geen enkele accountant een opleiding in

Hoe kunnen Belgische accountants zich op deze ontwikkelingen voorbereiden?

“Zoals eerder gezegd, moet de eerste aandacht naar sensibilisering gaan. Accountancy Europe is alvast heel enthousiast. Dan is het aan de nationale instituten en de beroepsverenigingen om op dit elan verder te gaan. Er moet les gegeven worden aan accountants die al op de werkvloer staan. Tussendoor moeten er dan duidelijke momentums ingelast worden waarop we even terugkoppelen hoever we al zitten binnen het vooropgestelde kader. De evolutie van idee tot sterke inburgering zal zijn tijd nodig hebben.”

Worden er vandaag al veel duurzaamheidsverslagen gemaakt met de hulp van accountants?

“Als accountant worden we er sporadisch bij betrokken. Meer in het kader van een bepaald project dan bij regelmatige verslaggeving. Mensen die het echt willen, zijn vaak ondernemers die gerelateerd zijn aan een duurzaam product. Binnen het gewone spectrum van ondernemers, zeker bij kmo’s, is het vandaag nog eerder uitzondering dan regel.”

In welke mate zijn de bestaande frameworks (vb. GRI, IIRC, SDG’s) daarin een handleiding?

“Al die standaarden komen van privé-organisaties. Die individuele standaarden zijn dikwijls standaarden waarin je het overwicht van een bepaalde lobbygroep kan lezen. Je hebt vandaag nog geen onafhankelijke internationale Europese standaard. Dat is wel wenselijk, willen we heel objectief elke ondernemer een duidelijk signaal geven. Ik vergelijk het hiermee: als je morgen naar een winkel gaat en je een product uit de rekken neemt waarop achteraan een duurzaamheidslogo staat, dan weet je als consument niet 100% waarvoor dat logo staat. Wij, als accountants, hebben ook een code, een framework nodig dat je duidelijk zegt wat het correcte verhaal is als je ‘a’ met ‘b’ vergelijkt. Vandaag maakt iedereen zijn eigen standaarden. In mijn ogen is dat niet goed. Je bent beter af met één standaard, die ook het algemeen belang dient.”

Vind je dat er in België minder aandacht is voor integrated reporting dan in Nederland?

“Ik moet toegeven dat er landen zijn die op dit vlak sneller gaan dan België. Wat niet wil zeggen dat we hier geen inhaalbeweging kunnen maken. Ook bij het ITAA is de aandacht ervoor relatief beperkt geweest. ITAA moet daar zeker ook meer aandacht aan schenken.”

Naar aanleiding van de implementatie van de Sustainability Reporting Directive worden grote ondernemingen wettelijk verplicht om ook te rapporteren over niet-financiële informatie. Hoe ervaren jullie deze evolutie?

“Namens het Instituut zijn we er allemaal voorstander van om daar verdere stappen in te zetten. Maar we moeten een kader hebben. Het initiatief dat Europa genomen heeft, is zeker al een mooie stap in de goede richting. Wat wij als organisatie absoluut willen vermijden is dat het verzandt in een té zwart-wit politiek debat.”

Hoe zou je staan tegenover een eventuele implementatie van deze richtlijn voor kmo’s? Welke voordelen zie je voor kmo’s bij een rapportering over niet-financiële informatie?

“Er zijn zeker voordelen, maar we moeten wel rekening houden met de kostprijs die daar tegenover staat. Als student-ondernemer ben je geïnteresseerd om een paar duizend euro bij te verdienen en je moet verplicht al een rapport maken over duurzaamheid? Je ‘goesting’ zal snel verdwijnen. Vandaag heb ik nog geen ondernemer ontmoet die zegt dat hij ondernemer geworden is omdat hij een sociale balans heeft mogen publiceren. Vergeet niet dat ‘kmo’ binnen Europa een zeer breed begrip is. Belangrijk is te kijken hoe groot de onderneming is. Moeten we voor elk kmo de duurzaamheidslat gelijk leggen? Vergelijk het met de neerlegging, waarbij we toch ook een onderscheid maken tussen een kleine, middelgrote of grote kmo.”

Kmo’s rapporteren in een duurzaamheidsverslag over bv. de vergroening van hun wagenpark, maar ze kunnen niet meetbaar uitdrukken wat de financiële impact zal zijn. Kunnen accountants daarbij helpen?

“Er is de vrijheid van de ondernemer. Een accountant heeft niet de taak strenger te zijn dan we vandaag moeten zijn. Laat ons met twee voeten op de grond blijven: een accountant kan hieraan meewerken, initiatieven nemen en motiveren. Maar enkel binnen een maatschappelijk kader dat er vandaag echter nog niet is.”

Heb je het gevoel dat de klanten het aspect duurzaamheid steeds meer naar voren schuiven?

“Dit hangt sterk af van ondernemer tot ondernemer. Het commercieel belang van de ondernemer speelt nog heel sterk omdat hij kijkt welk publiek hij wil bereiken. Wie een groen publiek wil aanspreken, zal het aspect duurzaamheid sterker benadrukken in zijn rapportering.”

Tot slot: Can accountants save the planet?

“Wij zullen zelf de temperatuur niet met één graad naar beneden kunnen halen, maar we zullen er zeker voor zorgen dat ondernemers hierin hun verantwoordelijkheid nemen.”

Bart Van Coile benadrukt in het interview door Carine Coppens, Opleidingshoofd Financieel Management aan de HOGENT, het belang van duurzaamheid in het leven van de ondernemingen en van hun meest vertrouwde raadgevers, de leden van het ITAA.

Dit interview richt zich dan ook in eerste instantie naar de studenten – toekomstige accountants en belastingadviseurs – maar ook naar alle leden van het beroep, en meer in het bijzonder naar de ITAA-stagiairs en naar de jonggediplomeerden die het beroep al uitoefenen, als externe of als interne beroepsbeoefenaar. Het doel is om hen te sensibiliseren voor die duurzaamheid, die is ingeschreven in de Green Deal van de Europese Commissie.

We wensen onze lezers een aangename lectuur toe.

Carine Coppens

Opleidingshoofd Financieel Management, HOGENT

This article is from: