8 minute read
Tax shelter voor startende ondernemingen verder toegelicht
10
Advertisement
In 2015 heeft de federale wetgever een tax shelter voor startende ondernemingen in het leven geroepen met de bedoeling om investeringen in startende kmo’s te stimuleren (artikel 145/26 van het WIB92 en artikel 63/12/1 van het KB/WIB92)1. Op 29 mei 2020 is een nieuwe versie van de FAQ rond de tax shelter voor startende ondernemingen gepubliceerd2. De FAQ bevat boeiende verduidelijkingen bij de regelgeving.
Om investeringen in startende kmo’s te stimu leren, wordt aan natuurlijke personen in de De belastingvermindering belastingvermindering. Een vennootschap wordt in principe personenbelasting onder strikte voorwaarden voor natuurlijke personen geacht te zijn opgericht op een belastingvermindering toegekend wanneer ze inschrijven op nieuwe aandelen op naam van een startende vennootschap. De inschrijving die nieuwe aandelen op naam verwerven in een datum van neerlegging van de oprichtingsakte op de griffie van de ondernemingsrechtbank. kan rechtstreeks gebeuren of via een crowdfun- startende kmo is niet van Wanneer de activiteit van de dingplatform en moet plaatsvinden naar aanlei ding van de oprichting van een vennootschap toepassing als de betaling startende vennootschap evenwel bestaat uit de voorzetting of een kapitaalverhoging ervan binnen de vier wordt verricht door een van een werkzaamheid die jaar na de oprichting. Het moet steeds gaan om inbrengen in geld; inbrengen in natura of quasi-inbrengen komen niet in aanmerking voor de bedrijfsleider van de betrokken vennootschap. voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijke persoon of door een andere rechtspersoon, belastingvermindering. wordt de vennootschap geacht De betalingen voor het verwerven van nieuwe blik van de eerste inschrijving in de aandelen komen in de personenbelasting voor Kruispuntbank voor Ondernemingen door belastingvermindering in aanmerking tot een de natuurlijke persoon, ofwel op het ogenblik bedrag van 100.000 euro per belastbaar tijd- van de neerlegging van de oprichtingsakte van perk. De belastingvermindering bedraagt 30 die andere rechtspersoon. procent en wordt verhoogd tot 45 procent als het gaat om te zijn opgericht ofwel op het ogeneen investering in een startende microvennootschap. Op Nieuw in vergelijking met de vorige FAQ is dat de adminisdie manier kan de investering in een starter in de huidige tratie een aantal criteria oplijst waaruit kan blijken dat de economische tijden een interessant alternatief bieden voor startende vennootschap een werkzaamheid voortzet die het beleggen op de volatiele aandelenmarkt of in laagren- voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijke persoon of tende spaarboekjes. een rechtspersoon: • het feit dat vennootschap Y dezelfde activiteiten uitoefent De voorwaarden om van de belastingvermindering te kun- als de natuurlijke persoon of rechtspersoon X, waarvan zij nen genieten, zijn strikt en over de invulling ervan heeft de het geheel of een deel van de activa heeft overgenomen administratie in een aantal circulaires al heel wat inkt laten (bijvoorbeeld wanneer de stock van een failliete venvloeien. Een nieuwe versie van de FAQ bevat verduidelijkin- nootschap wordt overgekocht, kan dit erop wijzen dat de gen bij de regelgeving. activiteit dezelfde is); • het feit dat vennootschap Y haar activiteiten op dezelfde Investering in een startende locatie uitoefent als de natuurlijke persoon of rechtspersoon X; vennootschap • het feit dat vennootschap Y en de natuurlijke persoon of rechtspersoon X dezelfde leveranciers hebben; • het feit dat vennootschap Y en de natuurlijke persoon of Enkel investeringen in startende vennootschap- rechtspersoon X dezelfde klanten hebben (bijvoorbeeld pen komen in aanmerking om te genieten van de wanneer het handelsfonds van een failliete vennootschap
Programmawet van 10 augustus 2015, BS 18 augustus 2015. Circulaire 2020/C/75 van 29 mei 2020 over de belastingvermindering Tax shelter voor startende ondernemingen (vennootschappen).
11
wordt overgekocht, kan dit erop wijzen dat de klanten, minstens gedeeltelijk, dezelfde zijn); • het feit dat het personeel wordt overgedragen van de natuurlijke persoon of rechtspersoon X naar de vennootschap Y; • het feit dat dezelfde persoon de zakelijke leiding over de twee vennootschappen uitoefent (bijvoorbeeld de zaakvoerder van vennootschap X wordt benoemd als vaste vertegenwoordiger van de vennootschap Y); • het feit dat het maatschappelijk doel van beide vennootschappen praktisch identiek is; • het feit dat het kapitaal van de nieuw opgerichte vennootschap Y voor 50 procent in handen is van vennootschap
X.
Noteer dat vastgoedvennootschappen maar ook vennootschappen die eigenaar zijn van een onroerend goed waarin de bedrijfsleider van de vennootschap woont, hoe dan ook zijn uitgesloten van de toepassing van de tax shelter voor startende ondernemingen. Ook de zuivere managementvennootschappen staan nog steeds op de zwarte lijst; net zoals vzw’s komen zij niet in aanmerking.
iStockphoto.com/Ivan-balvan.
Uitsluiting van bedrijfsleiders
Naast uitsluitingen die beoordeeld moeten worden in hoofde van de startende vennootschap, heeft de wetgever voorzien in een belangrijke uitsluiting die de persoon van de investeerder viseert. De belastingvermindering is immers niet van toepassing als de betaling wordt verricht door een bedrijfsleider van de betrokken vennootschap. De uitsluiting geldt voor: (1) bedrijfsleiders van de eerste categorie (bestuurder, zaakvoerders, enzoverder) en de tweede categorie (de zogenaamde zelfstandige directeurs), én (2) natuurlijke personen die een mandaat van vaste vertegenwoordiger van een bedrijfsleider-vennootschap uitoefenen.
Tot slot geldt de belastingvermindering evenmin wanneer (3) een belastingplichtige aandelen verwerft in een startende vennootschap, die een managementovereenkomst heeft gesloten met een vennootschap waarvan de belastingplichtige aandeelhouder is en de managementovereenkomst stipuleert dat de laatstgenoemde vennootschap tegen vergoeding een leidende werkzaamheid van dagelijks
12
bestuur, van commerciële, financiële of technische aard op zich neemt in de startende vennootschap. Deze drie uitsluitingen gelden al van bij het ontstaan van de regeling in 2015. In 2018 en 2019 heeft de wetgever gesleuteld aan de regelgeving, inzonderheid voor wat betreft het beoordelingsmoment van de uitsluitingen.
Eerste uitsluiting
Vóór aanslagjaar 2019 moest de uitsluiting worden beoordeeld op het moment van de kapitaalinbreng. De voorwaarde dat men geen bedrijfsleider mocht zijn, gold niet voor de periode ná de inbreng. Het opnemen van een bestuursmandaat ná de inbreng gaf geen aanleiding tot herziening van het belastingvoordeel.
Sinds aanslagjaar 2019 moet de uitsluiting niet enkel worden beoordeeld op het moment van de kapitaalinbreng maar mag de belastingplichtige ook geen bezoldigd bedrijfsleider worden in de 48 maanden ná de inbreng. A contrario kan hieruit worden afgeleid dat niets de belastingplichtige belet om in de 48 maanden die volgen op de inbreng een onbezoldigd mandaat op te nemen in de betrokken vennootschap.
iStockphoto.com/AzmanL.
Tweede en derde uitsluiting
Vóór aanslagjaar 2019 moesten deze uitsluitingen worden beoordeeld op het moment van de kapitaalinbreng zodat zij opnieuw niet golden voor de periode ná de inbreng.
Sinds aanslagjaar 2020 gelden de uitsluitingsgronden niet enkel op het moment van de inbreng maar ook gedurende een periode van 48 maanden, te rekenen vanaf de inbreng. Ook de onbezoldigde mandaten worden uitgesloten.
De echtgenoot van de bedrijfsleider wordt niet uitgesloten en heeft dus recht op de volledige belastingvermindering voor de investeringen waarop hij/zij heeft ingeschreven, mits aan alle voorwaarden voldaan is. Het huwelijksvermogensstelsel moet daarbij niet onder de loep worden genomen, noch wie van de echtgenoten de uitgave effectief heeft gedragen.
Enkele beschouwingen Het WVV biedt bijkomende mogelijkheden
De aandeelhouders van een startende onderneming die geld ophalen middels het systeem van de tax shelter
moeten uiteraard ook alle gevolgen hiervan aanvaarden. Aan de investeerders zullen ingevolge hun inbreng in de vennootschap, immers nieuwe aandelen worden toegekend. Die aandelen geven niet enkel recht op winstdeelname maar ook op stemrecht op de algemene vergadering. Het is niet ondenkbaar dat aandeelhouders van startende vennootschappen hiervoor terugdeinzen en omwille van deze redenen geen gebruik maken van de tax shelter.
Het nieuwe vennootschapsrecht en met name de nieuwe BV kan soelaas bieden. Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) laat immers toe dat in de statuten van een BV wordt afgeweken van het algemeen principe dat elk aandeel recht geeft op één stem (artikel 5:42 van het WVV). Er kunnen bijvoorbeeld aandelen zonder stemrecht worden uitgegeven, maar ook aandelen met meervoudig stemrecht of aandelen met voorwaardelijk stemrecht, dat wil zeggen aandelen die enkel onder bepaalde voorwaarden stemrecht hebben.
Daarenboven voorziet het nieuwe vennootschapsrecht in de mogelijkheid om aan aandelen een beperkt winstaandeel toe te kennen.
Door aandelen met verschillende stemrechten te creëren, en bovendien aan deze aandelen een beperkte winstdeelname toe te kennen, kunnen de oorspronkelijke aandeelhouders van de vennootschappen vermijden dat zij al te veel inmenging moeten verdragen van de investeerders en dat zij hun vermogen zouden zien verwateren.
Uiteraard zal dit slechts mogelijk zijn als de investeerders met deze voorwaarden instemmen. We denken vooral aan situaties waarbij bijvoorbeeld familieleden of vrienden investeren. Zij zullen doorgaans niet uit zijn op stemrecht op de algemene vergadering of forse dividenden.
Wel raden we steeds aan om, als een derde toetreedt tot het aandeelhouderschap, goede afspraken te maken onder andere over het bestuur van de vennootschap, de winstverdeling en de exit van aandeelhouders. Die afspraken worden best schriftelijk vastgelegd in een evenwichtige aandeelhoudersovereenkomst.
Corona tax shelter
Om kleine vennootschappen die hun omzet ingevolge de coronacrisis sterk zagen dalen (met minstens 30 procent) en nood hebben aan bijkomende middelen financieel te ondersteunen, voorziet de Coronawet III3 in een federale belastingvermindering voor particulieren die investeren in deze vennootschappen. Enkel rechtstreekse investeringen in geld tussen 14 maart 2020 en 31 december 2020 komen in aanmerking. De belastingvermindering bedraagt 20
13
procent van het geïnvesteerde kapitaal. De corona tax shelter is duidelijk geïnspireerd op de tax shelter voor startende ondernemingen.
Dankzij de corona tax shelter kan een vennootschap tot 250.000 euro ophalen. Voor eenzelfde uitgave is geen cumul mogelijk met de tax shelter voor startende ondernemingen. Wel kan een vennootschap een eerste kapitaalverhoging van 250.000 euro organiseren via de corona tax shelter en een tweede kapitaalinjectie genieten via de tax shelter voor startende ondernemingen. Een starter kan op die manier 500.000 euro ophalen op fiscaalvriendelijke wijze.
Argument om als natuurlijke persoon te investeren in plaats van met holding
De betalingen voor het verwerven van nieuwe aandelen komen in de personenbelasting voor een belastingvermindering in aanmerking tot een bedrag van 100.000 euro per belastbaar tijdperk. De belastingvermindering bedraagt 30 procent en wordt verhoogd tot 45 procent indien het gaat om een investering in een startende microvennootschap, zoals we al hierboven vermeld hebben.
Waar klassiek in vennootschappen wordt geïnvesteerd met een holding om vervolgens te kunnen genieten van de DBI-aftrek bij uitkering van dividenden, kan de substantiële belastingvermindering ingevolge de corona tax shelter een goed argument zijn om voortaan een investering als natuurlijke persoon te overwegen.
Antwoord op spaarrekening met lage interestvoet
Nu de opbrengst van de spaarboekjes heel laag blijft, kan deze belastingvermindering voor beleggers een alternatief zijn.
Isabelle Montmorency
Fiscaal accountant
Tomas Dujardin
Advocaat
3 Wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (CORONA III), BS 23 juli 2020.