Arena oktober 2013

Page 1

september 2013

Driemaandelijks tijdschrift - jaargang 21 - nummer 3

NEDERLANDS

OF MOEDER TAAL OF BEIDEN...

Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1-P509448 VU: Lode Draelants Mgr. Broekxplein 6 -3500 Hasselt



Voorwoord

Beste vrienden,

Na een heerlijke zonnige zomer is ons werkjaar opnieuw begonnen. Je voelt de versnelling van het tempo. Onze verenigingen en educatieve medewerkers zijn volop aan het plannen en de eerste activiteiten van het nieuwe werkjaar vinden plaats. Wij zijn er klaar voor. Deze zomer kreeg het IC een aangename brief in de bus. Tijdens iedere beleidsperiode licht de Vlaamse overheid (die het IC subsidies geeft voor zijn werking) de sociaal 窶田ulturele organisaties grondig door. Bij het IC gebeurde dat in april 2013. Deze zomer ontving IC het rapport van de commissie die ons controleerde. Dit rapport was zeer positief over onze werking, voor-

al omdat onze plannen en werking steunen op een degelijke centrale visie omtrent participatie en emancipatie van etnisch culturele minderheden. Naast onze kwalitatieve afdelingsondersteuning viel hen onze visie omtrent de vorming van leiders van gemeenschappen en ook onze superdiversiteit in al de geledingen van onze organisatie op. Uiteraard zijn wij zeer blij met deze gunstige beoordeling en stemt ons dit fier. Voor ons is er nu de uitdaging om op deze ingeslagen weg verder te gaan. Dit werkjaar belooft daarbij erg druk te worden. Immers, in 2014 vieren we ons 25 jarig bestaan en ook de Vlaamse, Belgische en Europese ver-

ARENA, vzw Internationaal Comitテゥ, oktober 2013

kiezingen van 2014 komen eraan! Traditiegetrouw besteden we daaraan veel aandacht, om zo de participatie van onze achterban te verhogen. Daarnaast zijn we volop in gesprek met het ACW om een toetreden als volwaardige partner voor te bereiden. Je ziet, er komen boeiende uitdagingen op ons af en onze vereniging is in volle bloei. Ik wil jullie allen goede moed toewensen om er een geslaagd werkjaar van te maken. Vriendelijke groeten! Jullie voorzitter Jef De Vrij

1


Nederlands of moedertaal… ?

Dat taal bijzonder gevoelig ligt en nauw verbonden is met cultuur, weten we in ons Belgenland maar al te goed. Om het Nederlands te laten erkennen als volwaardige taal, is er decennialang een sociale “taalstrijd” gevoerd. Tot op vandaag zijn die communautaire taalkwesties erg emotioneel geladen in ons land, met vaak bizarre situaties tot gevolg, zoals bijvoorbeeld iedere Brusselaar zal kunnen beamen. Taal verbindt mensen, maar wordt ook als wapen gebruikt om te verdelen, te discrimineren, uit te sluiten. Etnisch –culturele minderheden zitten wat taal betreft in Vlaanderen en Brussel tussen hamer en aanbeeld. Natuurlijk is het van groot belang dat nieuwkomers in onze samenleving op een degelijk niveau Nederlands leren. Nederlands is dé sleutel tot onderwijs, arbeidsmarkt en tot bredere sociale integratie. Positief is dat de Vlaamse Gemeenschap daar in investeert. Dit beleid heeft echter ook een schaduwzijde, door de eenzijdigheid van het discours. Steeds vaker wordt er in Vlaanderen en Brussel krampachtig gereageerd op mensen die het Nederlands niet of niet ten volle beheren.

Terwijl heel wat kinderen opgroeien met een andere thuisen moedertaal, wordt Nederlands steeds meer voorop gesteld als de enige zaligmakende taal. Indien we gebruik zouden maken van al dat Italiaans, Russisch, Spaans, Portugees, Turks enz. dat aanwezig is in onze samenleving, dan zou dit voor ons land een enorme economische meerwaarde kunnen geven op de globaliserende markten. Toch drukken we die andere thuistalen nog liever helemaal weg. Vrijwel alle taalkenners en academici stellen trouwens dat een sterke thuistaal juist het leren van Nederlands vergemakkelijkt. Toch wordt het ondersteunen van die andere moedertalen als negatief ervaren (behalve natuurlijk wanneer het bijv. over Engels gaat…). Mensen die moeilijk Nederlands spreken worden er bijna van verdacht van kwade wil te zijn (“ze willen het niet leren”). Terwijl het bijna altijd een zaak van wél willen, maar niet of moeilijk kunnen is. In deze Arena willen we dus een lans breken voor aandacht en initiatieven voor een sterke thuistaal én voor Nederlands. Het één sluit daarbij het ander niet uit, integendeel. Hoe sterker

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

de moedertaal, hoe breder de basis om Nederlands op te bouwen…

Lode Draelants Directeur IC

2


Opvoeden tussen twee talen

Ondanks het feit dat iets meer dan 20 % van de Belgen allochtone roots heeft, is de vraag hoe ze de kinderen al dan niet tweetalig kunnen opvoeden nog zeer relevant voor veel van deze ouders. Ze vragen zich af hoe ze hun moedertaal kunnen behouden en aan hun kinderen kunnen doorgeven en, bijkomend, of ze dit moeten doen. Het antwoord ligt voor de hand, als we denken aan de voordelen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen uit een multiculturele relatie vaker hoger scoren bij IQ-testing. Tweetaligheid is niet alleen een deur naar een betere job en andere opportuniteiten. Je kind kan zich dankzij zijn talenkennis makkelijker ‘bewegen’ in deze multiculturele wereld en het heeft een voordeel bij het aanleren van bijkomende talen. Zolang je als ouder het goede van

beide culturen aan je kind meegeeft, profiteert het hier alleen maar van. Kinderen zijn heel goed in staat om twee verschillende talen tegelijk te leren. Zij zullen nooit echt de twee door elkaar halen omdat zij niet vertalen maar denken in de betreffende taal. Zij kunnen vloeiend van de ene taal op de andere overschakelen. Maar deze goede resultaten vereisen veel inzet. Als lerares in de Russische school Rodnik in Antwerpen heb ik veel ervaring met tweetalige kinderen en hun ouders. Het beste advies om kinderen verschillende talen aan te leren en om verwarring te voorkomen is de ‘één persoon - één taal’strategie. Dit houdt in dat dezelfde persoon steeds dezelfde taal spreekt met het kind. Eén ouder spreekt bijvoorbeeld alleen Nederlands met het kind, en de andere ouder spreekt alleen Russisch. De ouders moeten inderdaad opletten

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

dat zij consequent hun moedertaal tegen het kind spreken, want het is belangrijk dat het taalaanbod kwalitatief is. Aan de ouders leg ik uit dat het essentieel is dat zij zich strikt houden aan het louter gebruiken van ‘hun’ taal in de communicatie met hun kind. Indien het kind tegen hen spreekt in de ‘verkeerde’ taal, moeten zij doen alsof zij dit niet begrijpen. Niet altijd makkelijk, maar wel belangrijk zoals blijkt. Wees duidelijk en bied je kind structuur. Combineer dit met voldoende aandacht, liefde, begrip en flexibiliteit en je zal merken dat je kind opgroeit in een heel warm en liefdevol tweetalig gezin. Voorzitter van de vereniging Multicultura Oksana Guzenko IC vrijwilliger Antwerpen

3


1 + 2 tegen 2025 Een rekensom over taal In Limburg leidde de bezorgdheid rond de groeiende taalachterstand tot actie, onder meer vanuit het provinciebestuur. In 2011 werd daarom een eerste “Staten Generaal” rond taal en taalverwerving georganiseerd. Een duidelijke visietekst “Werken aan een taalvaardiger Limburg” zag sindsdien het levenslicht. Voor Limburg als provincie is de inzet hoog: achterstand in taal en in onderwijs gaan hand in hand, met grote risico’s om in (kans) armoede terecht te komen. Een aantal mensen en organisaties bleven echter op hun honger zitten. Het Internationaal Comité bracht daarom in Limburg verschillende organisaties bij elkaar om een antwoord te bieden op de vraag: “Hoe kunnen we concreet tot effectieve oplossingen en resultaten te komen?” Na een swot-analyse kwamen we bij de volgende voorzet: als onderdeel van de Lissabon akkoorden heeft de Europese Unie een helder kader geformuleerd rond stimulering van meertaligheid, nl. de “1 + 2 - richtlijn” http://circa.europa.eu/irc/opoce/ fact_sheets/info/data/policies/ culture/article_7316_nl.htm Deze richtlijn houdt in dat iedere Europese burger minstens 3 talen goed zou moeten beheersen. 1 = moedertaal + 1 = Nederlands + 1 andere taal

Internationaal Comité wilde graag de mening weten van onze leden en contactpersonen die beroepshalve veel met taal bezig zijn. we danken de volgende personen voor hun reacties: Christine Snoeck van het Minderhedenforum, Grigoryan Roza van de vereniging Sofia, Marina Abouazi van de Griekse oudervereniging Genk van de Griekse gemeenschap Genk en Maryse Marchal: leerkracht van een stagiaire van IC Limburg. Ben je akkoord met dit voorstel? Iedereen is akkoord met het voorstel. Je moedertaal op zich is de taal is die je als eerste leert, je komt er als het ware niet onderuit. Christine merkt op dat de moedertaal wel een erkende nationale taal moet zijn. Als je moedertaal een dialect is, kom je met 3 talen niet toe! In principe moeten het dus meer zijn dan 3 talen. Als je moedertaal een andere is dan deze van de officiële landstalen heb je nog andere voordelen. Marina vindt dat je arbeidskansen vergroten doordat je inzetbaar bent in contacten met andere landen en dat je kijk op de wereld verruimt omdat je met meer mensen kan communiceren. Op vakantie kan je gemakkelijk contact leggen met mensen uit andere landen. Maryse en Roza vinden dat je meer mogelijkheden hebt om te communiceren met mensen uit andere landen, ook in je eigen land waar multiculturaliteit een feit is.

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

Wat zijn de voordelen om je moedertaal te versterken? Maryse geeft aan dat het versterken van je moedertaal je de kans biedt om je dichter bij je roots te voelen, vooral als die moedertaal een taal is uit een ‘ander ‘ land dan het land waar je woont. Aangezien taal een onderdeel is van cultuur, zal je door een sterkere moedertaal een sterkere band hebben met je ‘moeder’-cultuur. Een sterkere cultuur, doet je meer openstaan voor andere culturen. Marina vindt moedertaal een stuk van je identiteit. Het geeft je de mogelijkheid om je als persoon binnen 2 culturen beter te bewegen en jezelf een plaats te geven. Door je moedertaal te versterken en je Nederlands goed aan te leren, kan je deze 2 culturen beter plaatsen en beter begrijpen. Het maakt je als persoon sterker. Christine merkt op dat hoe groter de woordenschat in je eigen moedertaal is, hoe groter de woordenschat in een andere taal kan zijn. Je zal veel gemakkelijker een woord in een vreemde taal onthouden, als je dat woord in je eigen taal kent. Ze vindt het belangrijk om een sterke kennis van je moedertaal te hebben, om goed te kunnen communiceren met familieleden, die nog in het thuisland leven of met familieleden die enkel de thuistaal spreken.( bijv. grootouders.) Werkt jouw vereniging/ organisatie rond het versterken van de moedertaal? Christine, zet organisaties aan tot 4


2

1

2025

+

verhalen vertellen en voorlezen in de thuistaal, verhalen uit het thuisland opschrijven en uitwerken in prentenboeken, het stimuleren van lessen moedertaal en socio- culturele activiteiten (in thuistaal) organiseren. Anderzijds stimuleren zij een open houding voor verschillende talen. Marina organiseert met haar vereniging Griekse taal en cultuurlessen aan kleuters en jongeren. Wat zijn de voordelen om het Nederlands te versterken? Wanneer je in een land(sdeel ) leeft waar het Nederlands ( in dit geval ) de spreektaal is, dan is het een must om die taal te kunnen spreken om deel te kunnen nemen aan de samenleving waarin je leeft. Alle middelen moeten ingezet worden opdat elke burger in Vlaanderen de mogelijkheid krijgt om de Nederlandse taal te leren. De vier geintervieuwde dames vinden dat er vele voordelen zijn aan het versterken van het Nederlands. : - Je kan je beter uitdrukken in de taal van het land waar je woont. - Je kan vlotter sociale contacten leggen. Je netwerk wordt ruimer . - Je vergroot je kans op je werk. - Je verkleint je kans op discriminatie ( discriminatie op basis van taal) - Wie goed Nederlands spreekt zal als ouder, gemakkelijker kunnen communiceren met de leerkrachten van de kinderen. De ouderbetrokkenheid kan groter zijn, dit schept een positief gevoel bij

veel leerkrachten, wat uitstraalt op positieve en grotere verwachtingen van de leerkrachten t.o.v. je kinderen. - Je kan je woonomgeving voor jezelf aangenamer te maken (beleidsparticipatie) Werkt jouw vereniging/ organisatie rond het versterken van het Nederlands? Roza is voorzitter van Sofia, een groep van verschillende nationaliteiten, de voertaal is daarom Nederlands. De vereniging stimuleert de leden dan ook om Nederlands te volgen. In het najaar starten ze een gezondheidsproject met een lokale vereniging en kunnen ze zo Nederlands oefenen. Christine zet met het Minderhedenforum organisaties aan tot activiteiten die het Nederlands versterken: Voorlezen, deelnemen aan activiteiten van Stichting Lezen, gesprekstafels en vormingen in het Nederlands over onderwerpen waar de mensen vragen over hebben. ( bijv. opvoedingsvragen, onderwijs, huishoudelijk geweld, koken), culturele uitstappen organiseren voor de gezinnen, leesgroepen Vanuit de Griekse gemeenschap in Genk en omstreken hebben ze nog nooit de vraag gekregen om Nederlandse taallessen te organiseren. De overgrote meerderheid spreekt eerder, zeer goed Nederlands en kent een achterstand in

ARENA, vzw Internationaal ComitĂŠ, oktober 2013

de moedertaal, namelijk het Grieks. Op de school van Maryse wordt er zeker veel aandacht gegeven aan het Nederlands als spreektaal! De leerlingen krijgen ook inhaallessen Nederlands indien dit nodig blijkt vooral Okan leerlingen worden hiertoe aangemoedigd . Wat zijn de voordelen om een derde taal te kennen? De dames zijn er allen mee akkoord dat in een geglobaliseerde wereld is een 3de taal geen overbodige luxe meer, maar eerder een noodzaak. Met de meeste moedertalen en de Nederlandse taal geraak je niet verder dan je eigen landsgrenzen. Dus wereldtalen zoals, Engels, Frans, Spaans zijn zeker talen die wij moeten promoten en aanleren aan onze jongeren. Hoe meer talen je kent, hoe meer sociale contacten je kan leggen, hoe groter je netwerk, hoe groter je kans op werk. Werkt jouw vereniging/ organisatie rond het verwerven van een derde taal? Enkel op de school van Maryse krijgen leerlingen uiteraard Frans en Engels. Maryse vindt het spijtig dat dit vanuit hogerhand niet meer gestimuleerd wordt. In het verleden nam de school deel aan wedstrijden zoals voor de Franse taal La Tour Eifel en won er prijzen mee! Dit geeft natuurlijk een extra stimulans om een derde taal te leren. Inge Van Ranst CoĂśrdinator IC Limburg 5


Meertaligheid in thuistalen Interview met Hilde de Smedt, medewerkster van RIC FOYER te Brussel

IC: Hilde, kan je ons kort even uitleggen van waaruit het Regionaal Integratiecentrum Foyer ontstaan is en wat jullie zoal doen? Hilde: Foyer is opgericht in 1969, op initiatief van enkele privépersonen. Het doel is vanaf het begin geweest om te werken aan integratie vanaf de basis; samen met de doelgroep dus. Het 1ste concrete project was het jeugdhuis voor de jongeren van de Brusselse Noordwijk. Ondertussen is Foyer uitgegroeid tot een grote organisatie met verschillende deelwerkingen. We zijn rond veel thema’s actief: tewerkstelling, Romajongeren, meertaligheid, juridische dienstverlening etc. Sommige projecten, zoals onze vrouwenwerking Dar Al Amal en het jeugdhuis, beschouwen we als basisprojecten: het zijn vaste deelprojecten gericht op de lokale noden. Binnen de pilootprojecten zoeken we dan weer naar vernieuwende oplossingen voor de noden van het doelpubliek en ont-

wikkelen we nieuwe methodieken. IC: Je werkt intussen al bijna 30 jaar voor Foyer en hebt altijd gewerkt rond moedertaal, meertaligheid, integratie, etc. Je hebt ook zelf materiaal ontwikkeld om met ouders en kinderen aan de slag te gaan rond meertaligheid, namelijk de werkmap taalGEZINd en het Meertalig Europees Talenportfolio. Hoe is dit materiaal ontstaan en met welk doel? Hilde: Deze werkinstrumenten werden ontwikkeld in het kader van verschillende projecten. We wilden materiaal waarmee ook anderen aan de slag konden gaan met ouders en kinderen. TaalGEZINd is een pakket met activiteitenfiches om ouders te ondersteunen in hun meertalige opvoeding. Het helpt ouders om te bepalen welke plaats ze hun moedertaal willen geven in de opvoeding, om inzicht te krijgen in taalverwerving bij kinderen, etc. Het Meertalig Europees Talen-

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

portfolio is opgesteld in het Nederlands-Frans en een 3de taal (Turks, Spaans,…). Hiermee kunnen kinderen op een actieve wijze ontdekken welke kennis ze hebben van welke taal, kunnen ze leerdoelen bepalen en zelf aan de slag gaan. Daarnaast hebben we materiaal om scholen te sensibiliseren rond thuistalen, een meertalige spellenbox en een lessenpakket ‘Talen op een Kier’. Alle informatie hierover vind je op onze website www.foyer.be onder de knop ‘aanbod’. IC: Wij horen van veel nietNederlandstalige ouders dat de school of het CLB hen adviseren om de kinderen logopedie te laten volgen. Wat is jouw mening hierover? Hilde: Hier bestaan veel misvattingen over, zowel bij scholen als bij ouders. In principe is het zo dat enkel kinderen met een taalSTOORNIS gebaat zijn bij logopedie, dus niet de kinderen met een taalACHTERSTAND. Er is

6


slechts 6% van alle kinderen die effectief en taalstoornis heeft. Dit percentage is hetzelfde voor meertalige kinderen. Een kind heeft bovendien pas een taalstoornis als het problemen heeft in verschillende talen. Als een kind dus moeite heeft met het Nederlands, maar géén problemen in de moedertaal, dan heeft het géén taalstoornis. Het is dus belangrijk om álle talen van het kind te bekijken om een juiste diagnose te stellen. Daarnaast is het ook belangrijk dat ouders, school en logopediste goed samenwerken. IC: Als logopedie niet het juiste antwoord is, wat kan er dan wél gedaan worden om het Nederlands van kinderen te versterken? Hilde: In dat geval is het belangrijk om het Nederlands ook een plaats te geven buiten de school. Zorg dat kinderen een vrijetijdsactiviteit hebben in het Nederlands, en dat er ook thuis een plaatsje wordt gemaakt voor de schooltaal, bvb. via boekjes of TV. Maar

het moet leuk blijven. Bijlessen na de schooluren leveren niet altijd goede resultaten op. Sommige kinderen worden zo sterk onder druk gezet dat hun leerproces eerder afgeremd wordt dan dat ze vooruitgang maken. IC: Wat is volgens jou de koppigste misvatting rond meertaligheid? Hilde: Hoewel er een duidelijke verbetering merkbaar is, blijven er scholen bestaan waar men adviseert om de thuistaal te verdringen ten voordele van het Nederlands. Dat klopt niet. Het is juist een sterke en rijke thuistaal die het mogelijk maakt een goede kennis van het Nederlands te verwerven. Scholen zouden vaker in dialoog moeten gaan met ouders over de plaats die de verschillende talen krijgen. Ouders worden vaak onderschat. Meestal hebben zij wél redelijk goed zicht op de moeilijkheden van hun kind, en zijn ze zelf van alles aan het uitproberen.

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

IC: Tot slot: Wat is jouw beste advies voor ouders die hun kinderen in meerdere talen opvoeden? Hilde: Maak ALS KOPPEL keuzes over de plaats die je de verschillende talen wil geven. En voer die keuzes ook consequent uit. Daarnaast is het belangrijk om als ouder een taal te kiezen die je zelf goed beheerst als belangrijkste opvoedingstaal. Een rijke taal is belangrijk voor kinderen op jonge leeftijd, maar bvb. ook voor de communicatie tussen ouders en kinderen tijdens de pubertijd. IC: Ik ben alweer een heel pak wijzer. Dank je voor dit interview. Merci. Gracias. Shukran.

Isabel Van Maele Projectmedewerker Ouderondersteuning Brussel 7


Toen mijn theorie in het water viel... Ervaring van Zehra Özmen

Als jong meisje wist ik al snel dat taal niet echt mijn sterke kant was. Mijn ouders waren op jonge leeftijd uit Turkije naar België en Nederland gekomen en spraken daardoor goed Nederlands en Turks. Ik had de luxe om de taal te spreken die ik wilde met mijn ouders. Dus kon ik wel eens nonchalant zijn en 2 talen doorheen spreken in één zin. Dit was dus geen goed idee, merkte ik achteraf: ik kreeg hierdoor een achterstand in mijn woordenschat, zowel in het Turks als in het Nederlands. Vanaf de middelbare school werd me duidelijk dat ik toch harder mijn best moest doen om een andere vreemde taal aan te leren. Was dit nu omdat ik geen goede basis had van mijn eigen moedertaal of omdat ik gewoonweg geen gevoel had voor talen? Wat ik wel wist, was dat ik het Nederlands en het Turks zeker nodig had om met iedereen in mijn omgeving op een duidelijke en geruste manier te kunnen communiceren. Want sociaal zijn was dan wel een sterke troef van mij. Ik heb veel uren doorgebracht in de bibliotheken om boeken en kranten te lezen en zo mijn woordenschat in het Nederlands en Turks uit te breiden.

Juist voordat ik de keuze moest maken welke richting ik zou studeren op de hogeschool, kwam ik iemand tegen die mij vertelde dat het spreken van meerdere talen een mens veel rijker maakte. Dat het sociaal aspect hierdoor beter werd, gaf voor mij de doorslag om een opleiding te kiezen waarin ik 4 jaar lang 3 vreemde talen moest studeren. Het was dan wel een risico en een grote uitdaging voor mij, maar toch heb ik het gedurfd. En inderdaad, een mens wordt rijker als ze in meerdere talen kan communiceren en daardoor een groter netwerk kan opbouwen. Maar het maakte mij zelfs rijker dan ik dacht: ik voelde mij vrij omdat ik mijn gevoelens, gedachtes en emoties kon uiten in meerdere talen. Ik kon vrijwel met iedereen in dialoog gaan en kon interessante gesprekken voeren en daardoor meer kennis opdoen over de kleinste tot de meest ingewikkelde dingen. Dat ik achteraf tevreden was (en nog steeds ben) van mijn keuze, was zeer duidelijk.

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

Maar toen kwam mijn volgende dilemma. In welke taal zou ik mijn kinderen opvoeden?! Ik wilde niet dat zij het zelfde probleem als ik zouden meemaken… Het was al snel duidelijk dat we consequent moesten zijn bij de keuze van de taal die wij met ons zoontje zouden spreken. De kindjes zouden worden opgevangen door de ouders van mijn echtgenoot. Zij spreken alleen de Turkse taal. Daarom moest zeker minstens één van ons de kinderen Nederlands aanleren. Mijn man was het gewoon om thuis alleen maar Turks te spreken en mijn Nederlands was beter dan dat van hem. Zo werd al snel duidelijk wie welke taal zou spreken met de kinderen. Na de geboorte van onze eerste zoon, kreeg ik mijn wonder in mijn armen. Dat mijn eerste woorden in het Turks waren was een automatisme, dacht ik. Iets waar ik niet bij stil stond. De dagen nadien bleef ik nog in het Turks spreken met hem, totdat ik besefte welke afspraken mijn man en ik hadden gemaakt m.b.t. het aanleren van de taal. Ik moest mij herpakken en Nederlands beginnen spreken met mijn zoontje.

8


Ik deed moeite om koosnaampjes te vinden voor hem en om iets liefs te kunnen zeggen. Het lukte echter moeilijker dan gedacht! Waarom kwamen die lieve woordjes niet vanzelf in mij op? En waarom klinkt het zo geforceerd en niet vanuit het hart?? In het Turks ging dit veel vlotter en kon ik ontelbare woordjes vinden! En ze voelden ook zo warm aan! Toen begreep ik waarom men een moedertaal niet voor niets een moedertaal noemde. Mijn moeder had mij ook altijd tijdens het knuffelen in het Turks aangesproken. Zij had Turkse koosnaampjes voor mij, mijn zusje en mijn broertje en diezelfde gebruikte ik ook voor ons zoontje. Daar viel mijn mooie theorie dan in het water! Ik kon mijn gevoelens blijkbaar het best uiten in het Turks. Vanaf toen hebben wij thuis beide Turks gesproken met onze kinderen. Zodra ze met school begonnen is daar het Nederlands bijgekomen. De eerste twee maanden op school zijn weliswaar moeilijke tijden geweest voor onze oudste, maar al snel leerde hij het Nederlands bij. Nu kan hij vlot communiceren in beide talen. Het consequent zijn wordt natuurlijk wel aangehouden.

Thuis spreken wij Turks en buitenshuis spreken wij Nederlands (behalve als hij later bezig zal zijn met zijn huiswerk, zal er op dat moment Nederlands worden gesproken). Als iemand ons buitenshuis in het Turks aanspreekt, antwoorden wij terug in het Turks en als er Nederlands wordt gesproken antwoorden wij in het Nederlands. Zeker niet simpel voor zo’n kleine jongen, maar wij als ouders moeten er wel op letten dat we het juiste voorbeeld geven. Of dit de juiste aanpak is, zullen we later wel merken. Nu is het nog flink oefenen met hem en straks ook met zijn broertje!

Zehra Özmen, getrouwd met Gökhan Coskun, mama van Metehan (5 jaar) en Atahan (2 jaar)

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

9


Taalcarousel opnieuw van start! Leren in ontmoeten en in wederkerigheid

In september gaat Taalcarrousel opnieuw van start. Deelnemers en begeleiders staan na de vakantieperiode weer paraat om gezellige ontmoetingsmomenten te organiseren. Taalcarrousel biedt, net als andere praatcafés, de mogelijkheid om Nederlands te oefenen tussen Nederlands- en anderstaligen. Maar dit initiatief vertrekt nog meer vanuit de kracht van elke deelnemer en hanteert het principe van wederkerigheid. Telkens is de spreektaal Nederlands en een andere taal. Verschillende partnerorganisaties zorgen voor toeleiding en ondersteuning. Tweetalige begeleiders zorgen voor een gezellige en leerrijke omkadering. Naast taalverwerving staan ook ontmoeting en uitwisseling centraal.

zowel in het Nederlands als in het Russisch over hobby’s, familie, gewoontes, tradities en leuke weetjes. Voor mensen die Nederlands leren een comfortabele oefenkans, en eveneens de mogelijkheid om het eigen sociale netwerk te vergroten.

Voor Vlamingen die de andere taal aan het leren zijn, biedt dit praatcafé unieke leer- en ontmoetingsmomenten vlak bij huis. Voor alle deelnemers biedt het een meerwaarde om ervaringen en kennis te delen, in de eigen en in de andere taal. Taalcarrousel gaat door in drie talen: Roemeens, Pools en Russisch. Deelnemen aan Taalcarrousel is gratis. Inschrijven hoeft niet.

Anderstaligen leren de Nederlandse taal beter kennen, en tegelijkertijd oefenen de Nederlandstaligen de andere taal met ‘native speakers’. Zo converseren mensen tijdens de Taalcarrousel Nederlands-Russisch

Nederlands - Pools tweewekelijks op vrijdag, van 19.30 tot 22 uur In Huis van de Sport, Boomgaardstraat 22, 2600 Berchem Eerste bijeenkomst: 27 september

van 15 tot 17.30 uur IVCA, Paleisstraat 39-41, 2018 Antwerpen Eerste bijeenkomst: 29 september Nederlands - Russisch tweewekelijks op zaterdag, van 10.30 tot 13 uur Leonardo Lyceum, Quellinstraat 31, 2018 Antwerpen Eerste bijeenkomst: 28 september

Taalcarrousel wordt gecoördineerd door Vormingplus regio Antwerpen, mede dankzij de steun van de provincie Antwerpen. Telkens participeren verschillende zelforganisaties mee aan de Taalcarrousel. Voor Pools: Viva-Pol. Voor Russisch: Internationaal Comité, Spoetnik en LBC. Voor Roemeens: Miorita. Meer informatie vind je ook op www.vormingplusantwerpen.be Koen Van De Wiele Vormingplus Antwerpen

Nederlands - Roemeens tweewekelijks op zondag,

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

10


Marijke Dierickx, bibliothecaris in Temse ‘Voorlezen is het leukste kwartiertje van de dag!’ In verband met ‘het jaar van het voorlezen’ wil de BIB Temse deze activiteit tussen kinderen en ouders bevorderen. Zoals bibliothecaris Marijke Dierickx uitlegt in het interview, versterkt voorlezen de band tussen ouders en kinderen en is het goed voor de (taal)ontwikkeling én voor de schoolprestaties van kinderen. Dit jaar is ‘het jaar van het voorlezen’. Hoe belangrijk is het voorlezen voor de ouders en de voor de kinderen? Marijke: Voorlezen is heel goed voor de intellectuele en de taalontwikkeling van kinderen. Hoe jonger je begint met het voorlezen, hoe sneller kinderen de taal leren. Van in het begin kunnen zij woordjes leren kennen en de ziel van de taal proeven. Hun verbeelding wordt geprikkeld en het kind wordt nieuwsgierig. Doordat hun taal beter ontwikkelt, gaan zij op school betere resultaten behalen en kunnen ze beter begrijpen wat de juf zegt.

Is het goed om boeken te lezen in een andere taal?

Marijke: Als de ouders weinig Nederlands spreken, kunnen zij in hun moedertaal lezen, want dat is even goed. Taalontwikkeling gaat om hoe de hersenen bepaalde dingen leren, maakt niet uit in welke taal. Het belangrijkste is dat voorlezen

de hersenen stimuleert om taal te leren verwerven.

Hoe gaan jullie om met analfabetische ouders?

Marijke: Als de ouders analfabetisch zijn, kunnen zij ook boeken lenen die alleen met tekeningen zijn gemaakt. Dan kunnen zij een verhaal verzinnen. Er zijn ook boeken met eenvoudige tekeningen zoals een bal met het woord ‘bal’ ernaast . Zo kunnen de ouders ook bijleren. Welke speciale activiteiten organiseren jullie i.v.m. het jaar van het voorlezen? Marijke: We organiseren om de 2 weken het voorleesuurtje. Iedereen mag komen en je moet niet op voorhand inschrijven. We vragen wel stilte, want we hebben al meegemaakt dat mama’s hun te jonge kinderen brengen deze kunnen zich niet goed concentreren en dat proberen we te vermijden. Voor een voorleesuurtje moet het stil en rustig zijn, zodat de kinderen gefocust kunnen blijven. 25 kinderen is ons maximum capaciteit. Op woensdag 20 november organiseren we een speciale voorlees- en verteldag door Veerle Ernalsteen, professioneel vertelster. Die dag is er een voorleesnamiddag voor kinderen van 5 tot 7 jaar en van 8 tot 12 jaar. Daarnaast organiseren we een workshop voorlezen/vertellen

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

voor jeugd en volwassenen.

Heb je tips voor de ouders?

Marijke: Iedereen leest voor op zijn manier maar er zijn een paar dingen waar je op moet letten als je gaat voorlezen: - Gebruik de tekeningen in het boek; zo kan het kind het verhaal beter volgen. - Het is goed om het verhaal verschillende keren na elkaar te lezen. Kinderen vinden dit leuk. Zo leren ze het verhaal en de gebeurtenissen onthouden en ontdekken ze meer en meer details. Dit is goed voor hun geheugen. - Voorlezen voor het kind gaat slapen, is een echte aanrader. Dit moet niet te lang duren, een kwartiertje is voldoende, want anders verliezen zij hun aandacht. - Let op je intonatie als je voorleest, zo lijkt het voor de kinderen een beetje toneel en dat maakt het levendig en boeiend. - Je mag beginnen voorlezen vanaf babyleeftijd, en zolang als je kind het leuk vindt. Voorlezen is het leukste kwartiertje van de dag: het is een moment van kwaliteit tussen ouder en kind (eren), dat hun band alleen maar kan versterken.

Macarena Gomez Educatief medewerker IC Oost-Vlaanderen 11


Wie schrijft, die pluimt Taal - of het niet helemaal onder de knie hebben van taal - wordt bij De Wondere Pluim niet geproblematiseerd, maar gestimuleerd Maasmechelen, vrijdagochtend, 1 maart. In zeven lagere scholen verlaten meer dan 1000 leerlingen hun klas. Daar hebben ze zelf voor gekozen en de juf of meester vindt het oké. Ze gaan naar een andere plek in de school waar ze bijzonder schrijfpapier krijgen. En vervolgens zie je ze mijmeren, raamstaren, potloodsabbelen. Om zich dan te storten op het papier om het verhaal van hun leven te schrijven. Dit is ‘De Wondere Pluim’. De weken na de massale schrijfpartij speelt zich misschien wel het echte wonder af: in alle deelnemende scholen gaan ouders deze verhalen lezen. Wie wil, mag meelezen. Behalve leerkrachten, want zij letten vaak nog te veel op dingen die in dit project nu eens niét van tel zijn. Of je ‘olifant’ met een ‘d’, ‘t’ of ‘dt’ schrijft bijvoorbeeld. In De Wondere Pluim gaat het om het verhaal en niets dan het verhaal. “De nadruk ligt op creatief schrijven. Spelling- en schrijffouten tellen niet mee in de boordeling”, vertelt leespapa Eric Verheyden. “Zo heeft iedereen evenveel kansen om zijn gedachten en ideeën vrijuit op papier te zetten.” Verhalen verbinden Elk jaar levert De Wondere Pluim volgeschreven vellen verhalenplezier op. Spannende, grappige, ontroerende ... verhalen waaruit de ouderjury de meest bijzondere kiest. Zowel verhalen van kinderen die Nederlands als moedertaal heb-

ben als van kinderen die opgroeien in een anderstalige omgeving, worden geselecteerd. Anneleen Stollman, coördinator: “Op zo’n avond wordt er gelezen, gepraat, gediscussieerd en gelachen. Maar vooral zijn we ontroerd. Ontroerd door wat zich in al die kinderhoofdjes afspeelt.” Voor ouders die moeite hebben met het Nederlands, wordt er voorgelezen. Kortom, taal wordt bij De Wondere Pluim gebruikt waar ze voor dient: om mensen te verbinden met elkaar, waar ze ook vandaan komen. Taal is van iedereen De geselecteerde verhalen gaan daarna naar een vakjury van échte schrijvers. Wat raakt hen? Bij welke passage moeten ze glimlachen? Waar krijgen ze koude rillingen bij en welke zin hadden ze zelf willen verzinnen? Dat pennen ze neer in een recensie waar je van gaat gloeien. Jeugdschrijver Stefan Boonen: “Elk jaar levert De Wondere Pluim pareltjes van verhalen op. Zalige oneliners ook. Kinderen vinden het heerlijk om dingen te verzinnen en dat spat van het papier.” De mooiste verhalen belanden in het Wondere Pluimboek. Verhalen van kinderen uit alle deelnemende scholen – ook uit het buitengewoon onderwijs - komen er aan bod. En wat met de 897 andere verhalen? “Die delen we met elkaar. In de klas, op het schoolfeest, in de bib, op de website van de school, ...”, zegt An Gonnissen, leerkracht

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

lager onderwijs. “Verhaalfragmenten verschijnen op affiches die over de scholen en openbare plaatsen verspreid worden. Zo wordt de diversiteit aan verhalen voor iedereen toegankelijk.” Ouderparticipatie Toenemende aandacht voor leescultuur, leerkrachten die anders kijken naar leerlingen, schrijftalenten die intenser aangeboord worden ... Het zijn maar enkele prettige neveneffecten. “ De Wondere Pluim betekent in veel scholen ook een stimulans om positief met diversiteit en ouderparticipatie om te gaan”, zegt Wendy Maesen, van de dienst Onderwijs & Educatie van de gemeente Maasmechelen. Het gezamenlijk verhalenfeest op het einde van het schooljaar, tot slot, is de kers op de Pluimtaart. Alle schrijvers, hun vriendjes en familie, de buurt, de school, de burgemeester en de vakjury, allemaal zijn ze van de Pluimpartij. “De kracht ligt in de positieve benadering van de taal”, zegt Tijl Bossuyt, initiatiefnemer en artistiek leider van kunsteducatieve organisatie De Veerman. “Er wordt niet langer gezegd: ‘ach, het is toch zo moeilijk werken met kinderen met een taalachterstand’. Integendeel: dit ‘anders-zijn’ wordt juist als stimulans gebruikt om ervoor te gaan en kinderen het vertrouwen te geven dat ze tot veel in staat zijn.”

12


Hij komt, hij komt ... binnenkort weer aangewaaid In Antwerpen wordt De Wondere Pluim dit schooljaar voor de 12de keer georganiseerd. Vorig jaar schreven er 2800 kinderen uit 28 basisscholen mee. In Limburg zijn ze aan hun vijfde editie toe en ook Oost-Vlaanderen heeft intussen de kracht van het verhaal ontdekt.

Verhalenschrijvers van allerlei afkomst, tussen 6 en 12 jaar, en een heleboel lezende mama’s en papa’s: iedereen deelt in het verhalenplezier van De Wondere Pluim.

Het zijn de ouders die het initiatief op hun schouders hebben genomen, op vrijwillige basis

De mooiste verhalen belanden in het Wondere Pluimboek. Verhalen van kinderen uit alle deelnemende scholen – ook uit het bijzonder onderwijs - komen aan bod.

Stefany Giglio Educatief medewerker IC Limburg

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

13


Lezen of spreken: je ziekenfonds helpt! Tegemoetkoming brillen en logopedie Samen met je kinderen al vroeg in boekjes kijken, bevordert hun taalontwikkeling. Ook als volwassene verbeter je je taalkennis door te lezen. Maar kun je de kleine lettertjes niet goed meer zien, dan heb je misschien een bril nodig. CM geeft daarvoor een tegemoetkoming. Heeft je kind problemen met taal, kun je ook een vergoeding krijgen voor logopedie. OOGZORG

van dichtbij minder goed zien. Als je voorwerpen dichtbij niet scherp meer ziet, ben je verziend. Regelmatig hoofdpijn hebben of moeite hebben om een boek te lezen, kunnen signalen van verziendheid zijn. Ondervind je vooral problemen als je in de verte kijkt, dan ben je bijziend. Dan knipper je vaak met je ogen om iets beter te zien of ga je steeds dichter bij de televisie zitten. Zowel bijziendheid als verziendheid kunnen door een bril of contactlenzen worden gecorrigeerd. Kinderen tot 15 jaar kunnen lenzen nog niet goed gebruiken en onderhouden. Zij kiezen beter voor een bril.

Misschien heb je wel een bril nodig, maar zijn de brillenglazen minder sterk dan 8,25 dioptrie. Dan kun je toch in aanmerking komen voor een tegemoetkoming via de aanvullende verzekering, die je als CM-lid geniet. Dat is ook het geval voor lenzen. Vraag daarover advies bij je ziekenfonds.

Draag zorg voor je ogen

Bril of lenzen?

Als je niet scherp meer ziet, laat je je ogen het best eens controleren door een oogarts. Kies voor een oogarts die de officiĂŤle tarieven aanrekent. Dat kun je opzoeken op de website van CM of kun je vragen aan de consulent in het CM-kantoor. Een raadpleging bij een oogarts die de officiĂŤle tarieven vraagt, wordt grotendeels terugbetaald. Verziend of bijziend?

Heb je een ernstige gezichtsafwijking, kun je voor brillenglazen (met minstens -/+ 8,25 dioptrie) een tegemoetkoming krijgen van de ziekteverzekering. Ook voor lenzen met dezelfde dioptrie is een tegemoetkoming voorzien. Jongeren onder de 18 jaar hebben voor een eerste bril altijd recht op een tegemoetkoming van de ziekteverzekering, ongeacht de sterkte van de brillenglazen. Koop een bril of lenzen bij een opticien die de officiele tarieven vraagt (te vinden op www.cm.be). Anders krijg je minder terugbetaald.

Met het ouder worden, kun je ARENA, vzw Internationaal ComitĂŠ, oktober 2013

Of je nu al dan niet een bril nodig hebt, het is belangrijk om zelf zorg te dragen voor je ogen. - Hou bij het lezen en schrijven je boek of schrift minstens 30 centimeter van de ogen. - Vermoei je ogen niet en wissel daarom regelmatig van activiteit. Blijf bijvoorbeeld geen uren voor het computerscherm zitten. - Zorg voor voldoende licht. Dat is minder vermoeiend voor de ogen. Lezen of tv-kijken in het donker is niet schadelijk voor de ogen, maar dat belast ze wel te veel. - Bescherm de ogen tegen fel

14


(zon)licht door een donkere bril te dragen. Enkel in extreme omstandigheden kan zonlicht de ogen beschadigen, bijvoorbeeld als sneeuw het zonlicht weerkaatst. De ogen kunnen ook verbranden als je direct in de zon of in blauw of groen licht kijkt. - Ga jaarlijks op controle bij de oogarts als je een bril of lenzen draagt. Heb je geen gezichtsproblemen, is het toch aan te raden om rond je 40ste eens bij de oogarts langs te gaan.

beeld na een verkeersongeval of een hersenbloeding. Dan kan het spreken aangetast zijn en moet de persoon opnieuw vlot leren praten met logopedie. De ziekteverzekering geeft voor logopedie een gedeeltelijke terugbetaling voor de meest voorkomende aandoeningen. Kom je daarvoor niet (meer) in aanmerking, kun je van CM zelf een tegemoetkoming krijgen. Vraag hierover advies bij je ziekenfonds.

LOGOPEDIE BOEKEN VOOR KINDEREN Samen met je kind in boekjes kijken, stimuleert de taalontwikkeling. Je hoeft er dus niet mee

De taalontwikkeling verloopt bij elk kind anders. Soms ondervinden kinderen problemen om vlot te spreken. Ze laten klanken weg, vervormen woorden of stotteren. Dan kan het nodig zijn om logopedie te volgen. Maak je je zorgen over de manier waarop je kind praat, kun je advies vragen aan een logopedist. Met enkele tests kan hij nagaan of een behandeling nodig is. Ook volwassenen kunnen nood hebben aan logopedie, bijvoor-

te wachten tot je kleine spruit naar school gaat. Kinderen die vroeg met boeken kennismaken, blijken taalvaardiger. Als je je kind al snel verwendt met liedjes, versjes en verhalen, leert het niet alleen veel nieuwe woorden kennen. Het raakt ook vertrouwd met de boekentaal en zal sneller kunnen lezen. Daar-

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

om steunt CM het project ‘Boekbaby’s’, dat jonge ouders aanmoedigt om hun kind zo vroeg mogelijk boekjes en de bibliotheek te laten ontdekken. Twee gratis pakketjes Via het project Boekbaby’s krijg je als jonge ouder twee boekenpakketjes gratis aangeboden. Het eerste pakketje dat onder meer een knisperboekje bevat, wordt meegegeven als je naar een consultatie van Kind en Gezin gaat. Je krijgt een uitnodiging om het tweede pakketje te gaan afhalen in de plaatselijke bibliotheek. Zo leer je het aanbod van de bib kennen en kun je je meteen lid maken. Op dit moment nemen 75 gemeenten aan het project deel. Op www.boekbabys.be kun je nagaan of jouw gemeente meedoet.

Meer informatie over tegemoetkoming van brillen of lenzen en logopedie op www.cm.be of in het CMkantoor. Registreer je op www.cm.be/ skoebidoe en ontdek de exclusieve leestips van Boekbaby’s. 15


Tourikia brengt de BIB naar het Clubhuis

In het kader van het project ‘Armoede gekleurd’ organiseerde de vereniging Tourikia op 19 juni in Temse de activiteit ’t Clubhuis in de wolken’. Daar wilden zij aandacht geven aan het belang van het voorlezen, een heel interessante en interactieve manier om de Nederlandse en/of moedertaal te stimuleren bij kinderen maar ook bij moeders/vaders. Voorlezen is niet alleen goed voor kinderen. Ook ouders genieten ervan om voorgelezen te worden! Waarom was die dag zo leuk en interessant? Op deze activiteit heeft de bibliothecaris van de BIB Temse, Marijke Dierickx, een aantal moeders leren kennen en gaf zij uitleg over de werking van de BIB Temse en het belang van voorlezen. De samenwerking met de bibliotheek van Temse speelde een belangrijke rol om de boeken dichter bij de kinderen en de moeders te brengen. Er was amusement voor kinderen, een kinderrommelmarkt en koffieplezier voor de mama’s. Scholen, integratiedienst Temse en Odice waren aanwezig op deze activiteit en zij konden ook genieten van een leuke dag vol ambiance.

Macarena Gomez Educatief medewerker IC Oost-Vlaanderen

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

16


Taalentum - Taal is van iedereen Op maandag 21 oktober 2013

In 2011 startte de provincie Limburg met het project ‘Taal is van iedereen’. Mensen leren een taal als ze alle kansen krijgen om die taal te gebruiken in zoveel mogelijk verschillende situaties, vanuit een diep respect voor hun identiteit. Om dit doel te bereiken, wil de provincie op maandag 21 oktober 2013 de krachten bundelen met het verenigingsleven.

Soms is taal een struikelblok om je talenten volledig te ontplooien en om voluit deel uit te maken van onze samenleving. Werk maken van taal is een belangrijke opdracht voor ons allemaal, zowel de provincie Limburg, de Limburgse gemeenten en het IC. Wij willen de Limburgse verenigingen tijdens de studiedag op 21 oktober op weg helpen in hun zoektocht naar samenwerking.

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

Taalentum 21/10/13 vanaf 17u30 Provincie Limburg Universiteitslaan 1 - 3500 Hasselt Iedereen is welkom! Inschrijvingen: bij de educatieve medewerkers Alvast van harte bedankt voor jullie bijdrage om taal van iedereen te maken! Aga Cholewa Educatief medewerker IC Limburg

17


Club Het Zonnetje organiseert Het jaarlijkse kinderkamp

Van 31 juni tot 19 juli heeft Club het Zonnetje in samenwerking met PRS Solidariteit het jaarlijkse kinderkamp in de Ardennen georganiseerd. Volgens ons team, de kinderen en de ouders was het een geslaagd kamp. Als oprichter van dit jaarlijks project ben ik heel trots dat het al tien jaar lang een succes is en zo mooie resultaten oplevert. We hadden veel geluk met het zeer goede weer. Allen dagen konden we buiten spelen, in het riviertje zwemmen, aan het kampvuur zingen… We hadden het genoegen om kinderen uit verschillende landen te mogen ontvangen waaronder Frankrijk, Duitsland, Engeland, Rusland, Belarus en uiteraard België. Elke jaar proberen we verschillende pedagogische middelen uit. Dit jaar hebben we gekozen voor zeer uitgebreid leren lezen en schrijven aan de hand van verschillende methodieken, beARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

lonings- en bonus systeem, praatboom, individueel en groepsgesprekken. De kinderen vonden het heel leuk dat ze onze locatie konden verkennen, te voet naar gezellige dorpjes wandelen, in de bergen klimmen, bosbessen plukken… Het grote voordeel van ons kamp is dat er buiten, zonder tv of computer, veel tijd wordt doorgebracht. Op die manier versterken we de gezondheid van onze kinderen. Wat het personeel betreft, hadden we dit jaar veel jonge mensen, wat ons nieuwe werkingsideeën opgeleverd heeft. We willen alle kinderen, ouders, ons personeel en iedereen die mee geholpen heeft om ons kamp te realiseren, bedanken! Dank u wel en graag tot volgend jaar. Galina Matushina Educatief Medewerker IC Antwerpen 18


ARENA, vzw Internationaal ComitĂŠ, oktober 2013

19


Meertalig onderwijs en integratie Gebaseerd op: ‘Changemakersproject’ Mechelen

Vandaag is het 50 jaar geleden sinds de geweldige speech 'I have a dream' van Martin Luther King. Een speech die de loop van de raciale geschiedenis bepaalde in de V.S. In België en in Vlaanderen wordt er redelijk gemakkelijk vanuit gegaan dat iedereen deze speech begrijpt in het Engels. Tegelijkertijd lezen we in de nationale pers (DS, DM, HN, VRT) dat er 1 op 7 leerlingen in Vlaanderen geen Nederlands spreken thuis. In Het Nieuwsblad en in De Standaard is er zelf sprake van een 'probleem'. Volgens De Standaard is er een enquête van Knack waaruit blijkt dat 50% van de leerkrachten dit als een probleem ervaren. Waar ligt het probleem eigenlijk? Negens in de OESO landen is er een diepere kloof in schoolprestaties tussen 'allochtone' en 'autochtone' leerlingen dan in Vlaanderen. De thuistaal van de leerlingen wordt naar voor geschoven als het belangrijkste probleem in het aanleren van het Nederlands en de taalachterstand in het Nederlands wordt beschouwd als belangrijke factor in de schoolprestaties. In woorden van de minister van onderwijs Pascal Smet: “De leer-

achterstand heeft veel te maken met de kennis van het Nederlands. Daar staat of valt alles mee” (De Morgen, 26/10/2009). In zijn doctoraatthesis heeft Orhan Agirdag deze twee mythes ontkracht (thuistaal als belemmering in het aanleren van het Nederlands en de taalachterstand als belangrijke factor in de schoolprestaties van de leerlingen). Ook andere mythes zoals het motivatiegebrek van de leerlingen, de lage betrokkenheid van de ouders in het schoolgebeuren, de schoolsegregatie (in zwarte scholen presteert men minder) werden ook ontkracht. Even recapituleren. Het is zelfs meermaals bewezen dat een goede beheersing van de moedertaal van de leerlingen leidt tot een betere beheersing van het Nederlands (meer dan 150-tal onderzoeken wijzen in deze richting). Dus des te betere beheersing van moedertaal des te betere beheersing van het Nederlands. Volgens onderzoeken blijken ouders van autochtone leerlingen evenveel betrokken te zijn in het schoolgebeuren als de ouders van 'allochtone' leerlingen. Leerlingen uit etnisch-culturele minderheden blijken meer gemotiveerd te zijn in vergelijking met 'autochtone' leerlingen, volgens andere onderzoeken.

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

Waar wringt het schoentje dan? Volgens Orhan Agirdag gaat het probleem om verschillende factoren zoals de lage verwachtingen van leerkrachten tegenover etnischculturele minderheden, de vroegtijdige sortering in het schoolsysteem (ASO/BSO/TSO) en voornamelijk het gebrek aan een meertalig onderwijs. Leerlingen uit etnischculturele minderheden worden weinig gewaardeerd in hun meertaligheid en dit speelt een belangrijk factor in hun welbevinden. In sommige scholen is zelf verboden om eigen moedertaal te spreken (Hier spreken we Nederlands. U toch ook?). Dit gaat zelf in tegen het 'Verdrag inzake de rechten van het kind' (VN, 1989, 30) 'In die Staten, waarin etnische of godsdienstige minderheden, taalminderheden of personen tot de oorspronkelijke bevolking behoren, voorkomen, wordt het kind dat daartoe behoort niet het recht ontzegd tezamen met andere leden van zijn of haar groep zijn of haar cultuur te beleven, zijn of haar eigen godsdienst te belijden en ernaar te leven, of zich van zijn of haar eigen taal te bedienen.' Het gaat niet om taallessen voor iedereen te organiseren in eigen moedertaal (wat onmogelijk is in praktische termen) maar men kan gebruik maken van bv. taalstimulering tools zoals online taalprogramma's op internet waar de leer-

20


krachten de taalevolutie van de leerlingen kunnen volgen. Het gaat om het kind te waarderen in hun meertaligheid. Leerkrachten moeten bewust worden van de voordelen van de meertaligheid en ermee op een positieve manier leren omgaan.

We moeten ons afvragen waarom het Engels de instructietaal is bij bepaalde internationale scholen in Brussel zonder enig protest en waarom in Vlaanderen vreemde taalcursussen als paddenstoelen groeien.

Is de meertaligheid enkel een meerwaarde voor de 'autochtone' bevolking? Hierbij een duidelijk boodschap naar de ouders: meertaligheid niet opgeven, dat is het recht van uw kind en ook een meerwaarde in zijn/haar ontwikkeling.

Walter Andino MinderhedenForum Changemakers Mechelen

ARENA, vzw Internationaal ComitĂŠ, oktober 2013

21


Voorleestips 1. Passie doet lezen Een gepassioneerde voorlezer is de voorlezer van ieders dromen. Vertel dus verhalen waar je zelf om moet lachen, kies personages die meteen in je hoofd ronddwalen, toon illustraties die je niet meer loslaten. Elk voorleeskwartiertje is een klein cadeautje: een blokje tijd en intimiteit met je kind. 2. Taal doet lezen Hét ultieme voorleesboek bestaat niet, dat is voor elk kind anders. Maar een goede, spitsvondige tekst is van het grootste belang. Luister naar het ritme van de tekst, de kleur van de woorden. Ook herkenbaarheid is belangrijk. Elk kind, klein of groot, zoekt een aanknopingspunt in het verhaal, een parallel tussen het vertelde en zijn eigen leven. Het is de deur tot een boek. 3. Beeld doet lezen Het blijft niet bij mooie woorden. Zeker in de prille jaren moeten boeken ook kijkplezier bieden. Kies voor sterke, sfeervolle prenten die langer dan één voorleesbeurt meegaan. Bij baby’s en peuters primeert de leesbaarheid, later genieten kinderen van meer details. De beste illustraties zijn meer dan ‘plaatjes bij praatjes’: ze ondersteunen de tekst maar zijn er geen letterlijke weergave van. 4. Rust doet lezen Het is niet altijd eenvoudig maar wel noodzakelijk: isoleer een kwartiertje in de dagelijkse mallemolen. Neem je tijd, maak het rustig en nestel je op een knusse plek. Ver van gsm-gerinkel, onafgewerkte boodschappenlijstjes en pruttelende kookpotten, kan je je kind het best onderdompelen in een verhaal. Begin klein en zoek samen een geschikt niveau uit. Wie dagelijks een voorleesritueel inbouwt, scherpt de voorleeshonger alleen maar aan. 5. Lezen doet delen Boeken binden: ouders en hun kroost, grootouders en hun kleinkinderen, mensen en gebeurtenissen, fictie en realiteit. Voorlezen draait rond gedeeld plezier, gedeeld verdriet, gedeelde verhalen. Als kinderen het verhaal mee mogen maken, genieten ze er dubbel van. Neem dan ook de tijd om tijdens het voorlezen echt contact te maken met je kind. Kijk in zijn ogen, trek hem nog wat dichter op schoot, geef hem het gevoel dat je het boek speciaal voor hem voorleest.

6. Lezen doet spreken Nee, je hoeft geen acteerwonder of woordkunstenaar te zijn om te kunnen voorlezen. Toch zijn je intonatie en spreekritme niet onbelangrijk; het kan voor je kind een sleutel tot de betekenis van het verhaal zijn. Spreek rustig en duidelijk, zodat kinderen de tijd krijgen om woorden op te pikken. Kleur je taal met vrolijkheid, spanning of verdriet, waar het verhaal dat vraagt.

7. Lezen doet spelen Samen in een boek kruipen is een spel. De fijne reacties van je kind moedigen je aan om het met nog meer overtuiging te spelen. Zet je lichaam en mimiek in om personages te verlevendigen en lach samen om hun gekke, grappige of guitige streken. Humor is de beste verleider, net als spanning. Op voorhand uitkienen waar je stiltes moet inbouwen of je stem tot een spannende luidsterkte kunt laten dalen, brengt je luisteraars tot op het puntje van hun stoel. 8. Lezen doet beleven Na het voorleeskwartiertje – voor de jongsten moet het niet langer duren – is het gezellig om nog even na te praten. Wat vonden ze ervan? Zullen we nog eens de leukste prent bekijken? En wie heeft de kleine mol uiteindelijk geholpen? Eenvoudige vragen dragen bij tot het verhaalbegrip of laten kinderen nog even nagenieten. Zo leer je ook wat je kind graag leest. Een verhaal eindigt ook niet bij de laatste bladzijde; het kan immers inspireren tot een knutselactiviteit of een leuke uitstap.

9. Meer doet lezen en lezen doet meer … Hoe meer, hoe beter! Het geldt ook voor voorlezen. Boeken uit de bibliotheek, geschenkboeken of geleende verhalen, zolang er maar voorleesvoer voorradig is. Ook de plek en de tijd is van minder belang dan de goesting. Je zult al snel het sneeuwbaleffect ontdekken: kinderen die vaak worden voorgelezen, snakken naar meer. Nog, nog, nog! Ze zullen later zelf makkelijker lezen en schrijven, maar willen nog steeds voorgelezen worden. Op voorlezen staat geen leeftijd…

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

22


Kick-off campagne Hand in Hand tegen discriminatie en voor meer etnisch-culturele diversiteit op de arbeidsmarkt

Onze samenleving is heel divers, maar de werkloosheid bij mensen met een migratieachtergrond is vier maal groter dan bij werkzoekenden van Vlaamse origine. Dat heeft deels te maken met racisme en discriminatie en de onderwaardering van diversiteit door werkgevers. In mei 2014 zijn er verkiezingen. Vind je dat politici daar iets aan moeten doen? Kom dan naar de kick-off van de nieuwe campagne van Hand in Hand en partnerorganisaties op 28 september in SintNiklaas (10u tot 13u).

Wat kom je er te weten? We lichten toe waarom de campagne broodnodig is voor iedereen, wat de overheid zou moeten doen en wat nodig is om de campagne te doen slagen. Wat kan je er zelf doen? Je kan, als je wil, meteen meewerken aan een eerste (online) actie en we vragen je mening over de lokale en nationale actievoorstellen. Het campagnemateriaal ligt er ook ter beschikking.

En is er ook tijd voor wat ontspanning? Tijdens de pauze ontmoet je andere vrijwilligers uit het hele land en daarna luisteren we naar Jamila Amadou (gastvrouw bij ‘Jamila nodigt uit’ bij De Vieze Gasten – Gent) Interesse? Schrijf je dan meteen in door een mailtje met naam en adres naar info@anti-racisme.be (deelname gratis). Het volledige programma en de praktische info vindt u hieronder of op www.anti-racisme.be

Praktisch: zaterdag 28 september, 10u tot 13u, in het Cultureel Centrum Kasteel Walburg, Romain de Vidtspark (stadspark), Walburgstraat 35, 9100 Sint-Niklaas. Te voet bereikbaar vanuit het station, parkeergelegenheid in de buurt van het park. Inschrijven is gratis maar verplicht om praktische redenen door een mailtje met naam en adres naar info@anti-racisme.be. Meer info Hand in Hand tegen racisme, www.anti-racisme.be, 03 281 15 05.

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

23


Taterkaai te Boom! Taterkaai is een conversatiegroep voor anderstaligen. Dit wil zeggen dat volwassenen, die pas in ons land zijn komen wonen en het Nederlands nog niet goed machtig zijn, hier kunnen oefenen. Het is dus geen school, maar een oefenmoment, ideaal als aanvulling op de Nederlandse lessen. Taterkaai werkt met vrijwilligers die zich inzetten om deze mensen zo goed mogelijk te helpen. Wat gebeurt er allemaal? We praten rond thema’s, doen activiteiten, maken soms een uitstap of praten gewoon wat over koetjes en kalfjes. De bedoeling is dat de anderstaligen zoveel mogelijk Nederlands praten, hun gemeente leren kennen, sociale contacten hebben… Regelmatig werken wij ook samen met de vzw Abc Rupelstreek te Boom. Zij verzorgen dan weer huiswerkbegeleiding, Arabische en Nederlandse lessen. Meerdere handen maken groot werk lichter! Taterkaai is gratis en ondertussen kan je genieten van een tasje koffie of thee! Waar? Taterkaai gaat door op donderdag van 19 tot 21u in Het Feestpaleis, Colonel Silvertopstraat 13 te 2850 Boom (niet tijdens verlofperiodes of feestdagen). Voor meer informatie kan je contact opnemen met de verantwoordelijke vrijwilliger: Elsen Cindy 0497 421280

Elsen Cindy ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

24


Ottertrotterfestival te Mechelen Elk jaar organiseert de stad Mechelen i.s.m. andere organisaties het Ottertrotterfestival in het Tivolipark. De twintigste editie van het festival was een multicultureel feest. Het festival is een nooit gezien succes geworden. Op sommige momenten was er zelfs sprake van een overrompeling. Omwille van het mooie weer was er meer volk dan andere jaren. Diverse multiculturele marktkraampjes vol wereldse muziek en duurzame spullen, eettentjes met gerechten uit de hele wereld, workshops, animatie voor kinderen,optredens enz. ‌ . Elk jaar spreekt het festival meer en meer mensen aan. Door de massale belangstelling haalde het evenement vlotjes de tienduizend bezoekers. Het was een gezellige sfeer en heel verrijkend voor de festivalgangers.

Louiza Erifi Educatief Medewerker Antwerpen

ARENA, vzw Internationaal ComitĂŠ, oktober 2013

25


Oefen je Nederlands met Ons Zie ook de inschrijving hiernaast In mei 2013 ging het project ‘Oefen je Nederlands met Ons’ van start bij IC Antwerpen. Wekelijks worden er twee conversatielessen georganiseerd. Ouders krijgen de kans om de Nederlandse taal te oefenen in een veilige en laagdrempelige omgeving. Tijdens elke les komt er een ander opvoed- of onderwijskundig thema aan bod. Dit met het doel ouders te ondersteunen bij de opvoeding van hun kind. Daarnaast willen we hen versterken in de begeleiding van de schoolloopbaan van hun kind en de betrokkenheid bij het schoolleven verhogen. Tijdens de lessen vroegen we aan een aantal cursisten waarom ze Nederlands leren en of ze Nederlands een moeilijke taal vinden. Hieronder enkele reacties:

“Ik leer N ederlan einkl ds omda en r te N ch do e d ijn m e t r t ik in Be da la om n ds prate ederlands eN lgië woo N g e aa D n in vers gr n. er ke d le re o “Ik sp k s n. Ik mo te nd la r, er chillend in de ap et en en Ned on ew e ic ë o gi situaties un th el m B m e in co h e te e k zoon t , om g k a : rij e a b ng m n la ij e be h d ij e e e m n t tehuis. Ik centraa is voor van de Nederl loket o maar pr spreek n derlandse taal f in obeer e gin is het leren be t ie he t In zoveel N n. of se lk s e an Fr d N et a m e g g ren met men e d in te d ijk e el e r rg la o rl ve e a n fenen. V nds ds mijn ilijk maar in tweede oor mij is t jullie in de Roeme landse taal moe taal. In v mij. Ik hoop da e h or n e vo s k t lij is ke ak het Ned ergelijkin m ergramma erlands Grieks is het ge g met h opleidingen Ned e ijk el ti tg c or n a et so ie is in het t zo moe eeds waRoemee ilijk. De toekomst nog st s ik. De lessen al zo n se en n m s veel m Cristina ren voor de toeoeilijker. , Molda lands organise veel succes in ” je s v en ië w Ik . rig ie ez pl er ze ren komst!” je

Tanya, Bulgari

“België is een mooi lan d. Ik ben blij dat ik hie r ben. Ik moet Nederlands ler en omdat ik in België woon en op zoek ben naar werk. De taal is een beetje moeilijk voor mij. Het gebruik van het woordje ‘u’ is mo eil ijk. Verder is de klank –ng moeilijk : ziNGen, joNGen, … Nu is het al iets gemakkelijker, ma ar vroeger was dat he el moeilijk voor mij. Ik heb proble men met mijn accent. He t schrijven is gemakkelijk ma ar het praten is moeil ijk er. Mensen begrijpen niet alt ijd wat ik zeg.” Mohamed, Iran

t ik in België woon. Mijn “Ik leer Nederlands omda derlands. Ik wil met mijn kinderen spreken ook Ne eken. Als ik een brief van kinderen Nederlands spr brief kunnen lezen. Het de school krijg, wil ik die el belangrijk, maar soms contact met mensen is he n is het moeilijk voor mij praten mensen te snel. Da ze lessen zijn een goede om hen te begrijpen. De oefening voor mij.” Bahati, Congo

INSCHRIJVEN NEDERLANDSE CONVERSATIELESSEN Vanaf september 2013 organiseert het IC opnieuw gratis conversatielessen. Wil je graag deelnemen? Snel inschrijven is de boodschap! (Zie de uitnodiging hiernaast!) Lotte Michiels Educatief medewerker

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

26


ARENA, vzw Internationaal ComitĂŠ, oktober 2013

27


Wereldhuis Bonangana vzw zoekt vrijwilligers! Wereldhuis Bonangana vzw wil ontmoeting, structurele sociale contacten en samenwerking realiseren tussen mensen en gemeenschappen van diverse etnisch-culturele achtergrond. De vereniging richt zich tot volwassen, jongeren en kinderen van verschillende culturen die nieuwsgierig zijn naar wat onze diverse samenleving allemaal te bieden heeft. De werking van Bonangana is gebaseerd op enthousiaste vrijwilligers die echt iets willen bijdragen aan het samenleven in Sint –Niklaas en omstreken. Heb je zin om een verschil te maken in Sint-Niklaas en een handje toe te steken bij onze werking? Wij zijn op zoek naar vrijwilligers voor de volgende activiteiten:

Huiswerkbegeleiding voor kinderen tussen 6 en 12 jaar iedere woensdagnamiddag (13u-15u)

We zoeken één of enkele mensen die de praktische coördinatie van de huiswerkbegeleiding willen opnemen, zoals administratieve opvolging, intake van kandidaat begeleiders, contacten met de ouders, overleggroepen, enz. Begeleiders huiswerkbegeleiding: je begeleidt kleine groepjes van kinderen in de huiswerkklasjes. Ervaring in lesgeven is geen must, maar helpt wel Tappers voor het Wereldcafé: Wij zoeken sociale mensen die graag de bar van ons Wereldhuis willen openhouden: klanten bedienen en kassa beheren, afwassen, enz. Het moment kan uiteraard nog worden besproken. Geen eerdere ervaring noodzakelijk, maar enthousiasme en een open houding wél…

Voordelen? Een toffe en leerrijke ervaring als vrijwilliger Interessant netwerk Waar gaan de activiteiten door? In het Wereldhuis Bonangana, Nieuwstraat 25A , 9190 Sint-Niklaas Geïnteresseerd? Of wil je eerst nog graag wat meer info? - tappers: gelieve contact op te nemen met Philip Vergeylen (phverg@telenet.be) - vrijwilligers voor onze huiswerkbegeleiding gelieve contact op te nemen met Karien Ongena (ericenkarien@hotmail.com) Hopelijk tot binnenkort! Team Wereldhuis Bonangana vzw

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

28


Mededeling NARIC-Vlaanderen Vanaf 1 september betalen voor erkenning diploma

Vanaf 1 september wordt de procedure voor het erkennen van buitenlandse diploma’s in Vlaanderen betalend. De kostprijs van de procedure wordt bepaald door de het type aanvraag: Studiebewijzen basis onderwijs: Voor de aanvragen voor een gelijkwaardigheid met een studiebewijs uitgereikt in het basisonderwijs wordt per aanvraag en per studiebewijs 90 euro aangerekend. Studiebewijzen secundair onderwijs: Voor de aanvragen voor een gelijkwaardigheid met een studiebewijs uitgereikt in het secundair onderwijs wordt 90 euro aangerekend per aanvraag en per studiebewijs, voor een onderzoek met betrekking tot de erkenning van de gelijkwaardigheid van het studiebewijs waarbij een uitspraak op niveau van graad en onderwijsvorm (aso, kso, tso, bso) volstaat. Indien in uitzonderlijke gevallen een uitspraak over een specifieke studierichting is vereist wordt per aanvraag en per studiebewijs een bedrag van 180 euro aangerekend.

Studiebewijzen hoger onderwijs: Voor de aanvragen m.b.t. studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs wordt per aanvraag en per studiebewijs 180 euro aangerekend voor de volledige erkenning en 90 euro voor een niveaugelijkwaardigheid. Voor de graad van doctor geldt een tarief van 300 euro. Studiebewijzen volwassenenonderwijs: Voor aanvragen m.b.t. studiebewijzen uitgereikt in het volwassenenonderwijs die niet tot het hoger onderwijs behoren, wordt per aanvraag en per studiebewijs 180 euro aangerekend. De professionele erkenning die toegang geeft tot het lerarenberoep en het opmaken van attesten voor Vlamingen in het buitenland blijft gratis. Voor asielzoekers, vluchtelingen en subsidiair-beschermden is de behandeling van de erkenningsaanvraag gratis. De betaling van de financiële bijdrage wordt voor volgende personen opgeschort:

hun erkenningsaanvraag kunnen bewijzen dat ze een leefloon krijgen van een OCMW; Personen die inburgeraar zijn en een inburgeringscontract hebben ondertekend; Werkzoekenden die een trajectovereenkomst hebben afgesloten met de VDAB; Werkzoekenden die een actieplan hebben of die deelnemen aan een begeleidingsactie van Actiris of zijn partners waarmee een overeenkomst werd gesloten. Personen die na de ontvangst van een negatieve erkenningsbeslissing binnen een termijn van zes maanden na die negatieve erkenningsbeslissing opnieuw een erkenningsaanvraag indienen voor de erkenning van hun buitenlandse studiebewijs op een lager kwalificatieniveau.

Bron: www.ond.vlaanderen.be/naric/nl/ nieuws/mededelingen/betalendeprocedure.htm

Personen met het federale OMNIO-statuut; Personen die op het moment van

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

29


Wereldplein Bokrijk IC organiseert samen met Provincie Limburg Internationaal Comité organiseerde in samenwerking met Provincie Limburg ‘ Wereldplein Bokrijk’. De provincie Limburg deed een oproep naar verenigingen die bezig zijn met initiatieven in het Zuiden. Op een 6-tal zondagen in juli en augustus kregen de Limburgse verenigingen in een mooie omkadering de kans om zichzelf en hun projecten voor te stellen op het Wereldplein in Bokrijk. Bezoekers namen deel aan creatieve workshop, zoals juwelen maken, en genoten van multiculturele muziek en dans, zoals Balinese dans. Er waren mooie foto’s en presentaties te zien over de voorbije en de komende projecten in de ontwikkelingslanden. Vrijwilligers voerden met bezoekers interessante gesprekken over de Filipijnen, India en Indonesië. Verder waren er nog Zuiderse hapjes en verkoopstandjes met traditionele en handgemaakte gebruiksvoorwerpen. De verkoop was ten voordele van de ontwikkelingsprojecten. Internationaal Comité wil alle deelnemende verenigingen hartelijk bedanken! Grand Kapisanan Filipino of Europe, Cinta Anak Foundation, Vereniging Samenleven, Visayan Filipina Association en GKP Palawenian: dank je wel !!! Voor jullie inzet, voor de geleverde inspanning, de mooie samenwerking en de leuke en ongedwongen manier waarop jullie erbij betrokken waren. Aga Cholewa Educatief medewerker IC Limburg

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

30


ARENA, vzw Internationaal ComitĂŠ, oktober 2013

31


VZW Perspectief wint vrijwilligersprijs! Proficiat! De Prijs voor het Vrijwilligerswerk wordt jaarlijks uitgereikt door De Verenigde Verenigingen en de Vlaamse Gemeenschap aan een project of organisatie die op een opmerkelijke manier met vrijwilligers werkt. Na een geslaagde avond in de volgelopen Koninklijke Vlaamse Schouwburg ontving vzw Perspectief op 19 juni de Prijs voor het Vrijwilligerswerk 2013. Uit 217 vrijwilligers-werkingen koos de jury vzw Perspectief vanwege hun focus op diversiteit. Het zijn allemaal vrijwilligers die er al 12 jaar in slagen om via boeiende projecten hun missie ‘integratie in twee richtingen’ te vervullen. ‘Ontmoeting’ staat centraal in de werking van Perspectief. Mensen samenbrengen om elkaar beter te leren kennen en bruggen leggen tussen culturen en gemeenschappen blijft cruciaal voor hen. De vereniging verkiest een laagdrempelige aanpak en informele gesprekken in een gezellige en aangename sfeer boven wetenschappelijke methoden en werkwijzen. Voor de vrijwilligers van vzw Perspectief is het een grote erkenning. Een prijs die hen nog extra zal stimuleren om hun visie te verwezenlijken. Aga Cholewa Educatief medewerker IC Limburg

ARENA, vzw Internationaal Comité, oktober 2013

32



info@icvzw.be www.icvzw.be

Internationaal Comité Limburg Mgr. Broekxplein 6, 3500 HASSELT - tel. 011 29 09 17 Internationaal Comité Antwerpen Nationalestraat 111, 2000 Antwerpen - tel. 03 220 14 48 Internationaal Comité Brussel Pletinckxstraat 19, 1000 Brussel - tel. 02 557 87 75 Internationaal Comité Leuven Martelarenlaan 8, 3010 Leuven - tel. 016 29 81 10 Internationaal Comité Oost-Vlaanderen Kleine laan 1A, 9100 Sint Niklaas - tel. 03 777 74 70 Internationaal Comité Mechelen Begijnenstraat 18 - 2800 Mechelen - tel. 015 29 25 55


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.