www.it-infra.nl
waarin opgenomen:
vakblad voor netwerk-, storage- en serviceprofessionals
nr. 2 / maart 2014
Kop 70 voor dossier DevOps Belangstelling voor Kop_Onderkop voor duiding komt langzaam op gang WORKSHOP BOOTSTRAP CLOUDCOMPUTING POSTNL SERVICEMANAGEMENT SAAS VOOR ITSM NGN GESLAAGD JAARCONGRES STORAGE SOFTWARE-DEFINED STORAGE
COMMENTAAR
COLOFON IT-Infra is een uitgave van BIM Media. Het is tevens het ledenblad van de NGN (Netwerk Gebruikersgroep Nederland). hoofdredacteur: Wijnand Westerveld, w.westerveld@bimmedia.nl, (070) 304 68 19 redactiesecretariaat: Anita Arends, a.arends@bimmedia.nl, (070) 304 68 40 redactieadres: itinfra@bimmedia.nl adviseurs en vaste medewerkers: Hans Bezemer, Simon Bos, Ron Onrust, Wim Verveen uitgever: Arjan Kors, a.kors@bimmedia marketing / evenementen: Maarten Snel, m.snel@bimmedia.nl advertenties: accountmanagers: Ranou Hira, r.hira@bimmedia.nl, 06-51612019; Richard Heemskerk, r.heemskerk@bimmedia.nl 06-51587299 aftersales: Hans Spuijman, Astrid van Veen; mos@bimmedia.nl vormgeving: Hage Grafische Vormgeving, www.barryhage.nl drukker: DeltaHage, Den Haag webbeheer: Malengo, Groningen abonnementen en administratie: IT-Infra verschijnt tien keer per jaar. De abonnementsprijs bedraagt € 219,50 per jaar (exclusief 6% btw en inclusief verzend- en administratiekosten). Losse nummers: € 24,50. Prijswijzigingen voorbehouden. Abonnementen kunnen worden opgegeven bij BIM Media Klantenservice, postbus 16262, 2500 EA Den Haag o.v.v. ‘IT-Infra’. Telefoon: (070) 304 67 77, e-mail: bimmedia@bimmedia.nl. Een abonnement kan op ieder gewenst tijdstip ingaan en geldt tot wederopzegging, tenzij anders overeengekomen. De minimumlooptijd van een abonnement is één jaar. Partijen kunnen schriftelijk opzeggen tegen het einde van de abonnementsperiode, met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Wij verwerken uw gegevens voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over BIM Media bv en zorgvuldig geselecteerde andere bedrijven. Als u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij BIM Media, postbus 16262, 2500 EA Den Haag. Voor informatie over onze leveringsvoorwaarden kunt u terecht op www.bimmedia.nl. Vanwege de aard van de uitgave, gaat BIM Media uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. ISSN 1567-5963 © 2014 BIM Media, Den Haag Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De bij toepassing van art. 16b en 17 Auteurswet 1912 wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 10. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken op grond van art. 16 Auteurswet 1912 dient men zich te wenden tot de Stichting PRO, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 09. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de afwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden.
Mag het iets minder zijn
IT en business hebben een gezamenlijk belang: zorgen dat een bedrijf of organisatie optimaal functioneert. Toch is het niet altijd dikke mik tussen beide disciplines. Kwestie van de spreekwoordelijke schutting. Vragen en oplossingen worden er over en weer overheen gegooid. Beeldspraak natuurlijk, want business en IT overleggen heus wel met elkaar. In veel gevallen is de communicatie uitstekend. Maar met goede communicatie alleen bouw je nog geen goede software. Daarvoor zou je eigenlijk permanent gezamenlijk moeten optrekken. Precies dat is de essentie van DevOps, een samentrekking van de woorden ‘development’ en ‘operations’. En dat is ook wat het is: softwareontwerpers en de business permanent samen op één kamer. Voortdurend overleg over de wensen, de uitwerking daarvan en het resultaat. En dat resultaat vervolgens in korte verbeteringsslagen steeds verder optimaliseren. Dat lijkt logisch, maar in de praktijk gebeurt het nog redelijk weinig. Terwijl het aantoonbaar tot resultaten leidt. ING bijvoorbeeld heeft een van de best gewaardeerde app’s voor mobiel bankieren. Ontwikkeld op basis van een DevOps-aanpak om zo snel mogelijk op de terugkoppeling vanuit de markt te kunnen inspelen. Dat zoiets werkt is evident. IT wordt immers ontwikkeld voor de business. Logisch dat je door
Met goede communicatie alleen bouw je nog geen goede software nauwe samenwerking met de business tot de beste resultaten komt. Waarom het nog weinig gebeurt? Omdat we IT zo efficiënt mogelijk hebben ingericht. Met strak afgebakende disciplines en verantwoordelijkheden. Is iets voor te zeggen. Zonder hiërarchie en structuur krijg je al snel een rommeltje. Maar als de structuur ertoe leidt dat de business niet optimaal bediend wordt zijn we wellicht toch iets te ver doorgeschoten in het efficiënt organiseren van IT. Als de business ermee geholpen is, mag de IT best een beetje minder efficiënt.
Wijnand Westerveld
Hoofdredacteur (w.westerveld@bimmedia.nl)
2
MAART 2014 IT-Infra
Voorkom dat uw bedrijf knock-out gaat als gevolg van de storage-kosten! DataCore waarborgt de beschikbaarheid en uptime van uw systemen. Weet u hoeveel omzet u verliest wanneer uw systemen uit de lucht zijn? Hoe beschermt u uw bedrijfskritische applicaties tegen storingen als gevolg van storage-problemen? Uiteraard kunt u nieuwe hardware aanschaffen zodra de opslagcapaciteit opraakt, maar dat is zeker niet de beste oplossing. DataCore beschermt uw gegevens, draagt zorg voor de voortdurende beschikbaarheid van opgeslagen data, zelfs over afstanden die metronetwerken beslaan, en biedt eenvoudige replicatie van systeemgegevens naar externe locaties voor snelle disaster recovery. SANsymphony-V zorgt daarnaast voor drastische prestatieverbeteringen en biedt u de mogelijkheid om uw bestaande opslagruimte volledig te benutten. Met de storage-virtualisatiesoftware van DataCore profiteert u bovendien van centraal en uniform beheer van al uw investeringen in storage, verbeterde uptime en – nog het mooiste van allemaal – forse kostenbesparingen. Meer informatie over hoe u uw storage-voorzieningen beter kunt benutten is beschikbaar op www.datacore.com/en/stop-fighting-your-storage-hardware.aspx
www.datacore.com
INHOUD
DOSSIER SECURITY
8
DevOps: het einde van de silo’s
Veel organisaties hebben
de agile manier van werken omarmd. Organisaties hebben echter nog altijd te maken
12
met te veel silo’s. De oplossing: DevOps.
12
Belangstelling komt op gang
Softwareontwikkeling volgens de DevOps-methode zit in de lift. Bedrijven beginnen de voordelen te onderkennen.
14
Handige apps voor de werkplek
16
Wilt u meepraten over DevOps? Ken dan de DevOps-klassiekers
20
Puppet en Chef. Maar er is meer relevante opensource-software.
SERVICEMANAGEMENT
16
Wie is beter af met SaaS en wie niet?
Software-as-a-Service heeft de markt
CLOUDCOMPUTING
18
PostNL: Dan liever de cloud in
PostNL is genoodzaakt tot een
voor IT-servicemanagementtools
drastische transformatie. CIO Marcel
opgeschud. Nieuwe partijen winnen
Krom leidt PostNL zonder twijfel naar
met hun SaaS-oplossing klanten.
de cloud.
STORAGE
22
Complexiteit storage te lijf met SDS
Software-Defined Storage (SDS) heeft de toekomst. Maar wat wordt er nu precies onder SDS verstaan? Eenduidigheid ontbreekt.
4
MAART 2014 IT-Infra
24
28 STORAGE
26
De terabytes vliegen ons straks om de oren
Omdat opslag snel goedkoper wordt,
34 WORKSHOP
38
Bootstrap: framework voor webdevelopment
Aandacht voor het verzenden van
NGN
34
Duoportret Freeling en Jakobs
Rob Freeling en Koos Jakobs zijn
is het kostenplaatje van storage niet
formuliergegevens via AJAX. En ver-
samen de drijvende kracht
onze grootste zorg, aldus Bob
der nog wat extra’s, zoals het vanuit
achter Common Nederland.
Plumridge van Hitachi Data Systems.
JavaScript werken met cookies.
GETEST
COLUMNS
36
29
OpenStack en HP Public Cloud
OpenStack ontwikkelde zich tot grote concurrent voor gesloten cloud platformen. Wat kan OpenStack voor
13 IT Matters - Hans Bezemer
Geslaagd Jaarcongres 2014
Op 6 maart vierde Ngi-NGN zijn eerste grote mijlpaal:
27 Storage Matters - Gert Brouwer
het Jaarcongres 2014. Met
45 Experience Matters - John Vanderaart
250 aanmeldingen was het helemaal volgeboekt.
uw bedrijf betekenen? IT-Infra MAART 2014
5
KORT
Apple stopt met iPad2 Binnenkort ligt de iPad2 niet meer in de winkels. Ruim een jaar geleden werd al duidelijk dat deze tablet zijn langste tijd had gehad, maar nu is het menens. In de VS kostte de iPad2 399 dollar en dat was voor veel klanten een aantrekkelijke prijs. De vraag naar de iPad2 bleef dus aanhouden. Maar Apple heeft nu een nog aantrekkelijker aanbod, in de vorm van de Retina iPad mini, die in de VS voor minder wordt aangeboden. De iPad2 heeft het van alle tablets die Apple heeft uitgebracht, het langst volgehouden. Geen van de andere tablets is zo lang – drie jaar – een verkoopsucces geweest.
LG: niet meer binnen zonder kloppen
LG introduceert een nieuwe manier van ontgrendelen van zijn smartphones: kloppen. LG biedt op zijn nieuwe LG G Pro 2 een innovatieve, maar toch heel klassieke manier om de smartphone te ontgrendelen. De telefoon kan maar liefst 86.000 verschillende klopvolgorden herkennen. Door in een vooraf vastgelegd ritme op het scherm te tikken, geeft het apparaat toegang tot zijn inhoud en functies. Het klopsignaal komt in de plaats van de invoer van een pincode. De klopsignalen krijgen meerdere functies op de telefoon. Door in een ander patroon op het scherm te tikken, gaat bijvoorbeeld de schermverlichting uit. De LG G Pro 2 was te zien op het Mobile World Congress (MWC) eind februari in Barcelona. Vanaf die datum lag het toestel ook in de winkels op de thuismarkt Zuid-Korea.
Microsoft: Help uw vrienden XP te dumpen Microsoft smeekt bijkans de technisch onderlegden onder ons, mee te helpen in de strijd tegen het monster dat het bedrijf zelf creëerde. Met minder dan een maand te gaan tot 8 april – de dag waarop Microsoft de ondersteuning van Windows XP staakt – doet Microsoft een beroep op de bezoekers van de Windows-blog familie en vrienden te helpen met de overstap naar een nieuwer besturingssysteem. Brandon LeBlanc, senior Marketing Communications Manager bij Microsoft, meldt in een
blog dat het bedrijf ieders hulp nodig heeft bij het wereldkundig maken van de boodschap. Hij suggereert de lezers van de blog om mensen uit hun omgeving te helpen bij het installeren van een nieuwere versie van Windows als de hardware daartoe in staat is. Microsoft heeft grote moeite het gebruik van het na ruim tien jaar sterk verouderde besturingssy-
steem op de knieën te krijgen. Onlangs steeg het gebruik zelfs weer een beetje.
Nieuwe grafeen technologie kan Wet van Moore redden Chemische formatie van grafeenlinten kan de miniaturisering van transistors en chips
nog ordegroottes verder voeren dan wat mogelijk leek met het ‘conventionele’ mechanisch formeren van grafeenschakelingen. Grafeen staat al sinds de ontdekking ervan in de belangstelling als een mogelijke opvolger van metaal als stroomgeleidend materiaal in halfgeleiderschakelingen. Door de extreem lage elektrische weerstand maakt het
“Op een gegeven moment moet je het loslaten. Het gaat om vertrouwen” Marcel Krom, CIO van PostNL, in dit nummer over het gebruik van cloudcomputing 6
MAART 2014 IT-Infra
twee partijen onderzochten de tarieven van het externe IT-personeel bij 28 organisaties uit de top 100-bedrijven in Nederland die het meest inhuren.
Technologiebedrijven weer in trek Technologiebedrijven zijn weer terug aan de top van de ranglijst van populaire werkgevers. Zo wist Google weer een plaats te veroveren in de top tien van Meest Favoriete Werkgevers van Nederland. Het bedrijf steeg in een jaar tijd van de veertiende naar de negende plaats. Hiermee was het het best scorende IT-bedrijf. Intelligence Group benaderde 10.477 respondenten uit de potentiële Nederlandse beroepsbevolking. De ranglijst werd net als vorig jaar aangevoerd door Shell, Rabobank en Philips.
Gestolen mobieltjes in 2015 onbruikbaar
in theorie schakelingen mogelijk met ‘sporen’ die slechts enkele tientallen atomen breed zijn. Een van de praktische problemen daarbij is echter dat deze ‘grafeenlinten’ volstrekt regelmatig moeten zijn. Een enkele ‘roosterfout’ kan de supergeleiding tenietdoen en de chip verpesten. En roosterfouten komen in grafeen nogal eens voor. Onderzoekers van de Universiteit van California claimen echter een manier te hebben gevonden om grafeen te vervaardigen dat vrij is van dergelijke structuurfouten. In plaats van grafeen van grotere formaties af te schaven, formeren ze het langs puur chemische weg onmiddellijk in de vorm die de schakeling vereist.
Specialistische zzp’er heeft geen last van crisis Hoewel de crisis zorgt voor een daling in de uurtarieven van veel zelfstandige professionals, zijn de tarieven van specialistische IT-functies juist gestegen. Dat geldt met name voor de tarieven van applicatie-architecten, infrastructuurspecialisten en businessanalisten. Dit is in lijn met de vraag naar bovengenoemde functies. Meer dan de helft van de Nederlandse bedrijven heeft moeite om deze specialistische IT-functies in te vullen, blijkt uit onderzoek van FastFlex in samenwerking met onderzoeksbureau METRI. De
Telecomproviders worden waar schijnlijk vanaf 1 januari volgend jaar verplicht gestolen mobieltjes van hun klanten onbruikbaar te maken. Een wet die dan van kracht moet worden, verplicht ze de zogeheten IMEIcode te blokkeren. Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) heeft dat aan de Tweede Kamer geschreven. Uit ervaringen in andere landen blijkt dat na de IMEI-blokkering het aantal straatroven met zo’n 20 procent daalde, meldt de minister. (anp)
Onhackbare software misschien toch geen utopie Onderzoekers beweren hard op weg te zijn naar een methode om in plaats van de data ook programma’s te versleutelen,
met behoud van hun werking wel te verstaan. Tot dusverre heeft deze aanpak, bekend als ‘blackbox obfuscation’, nooit echt sterke bescherming tegen ongewenste digitale inmenging opgeleverd. Maar een samenwerkingsverband van IBM en Microsoft verklaarde tegenover Wired hard op weg te zijn naar een ‘verduisteringsmethodiek’ die echt onomkeerbaar is. Het idee is dat programmacode wordt ‘versleuteld’ zonder dat de oorspronkelijke relatie tussen invoer en uitvoer verandert. De oorspronkelijke ‘transpante box’ die de broncode was, wordt daardoor een ‘black box’ met dezelfde externe eigenschappen. Een aldus versleuteld programma is niet meer te hacken of anderszins aan te passen (tenzij men de mogelijkheid heeft terug te grijpen op de oorspronkelijke onversleutelde broncode). De onderzoekers probeerden alle hen enigszins zinnig lijkende technieken voor het kraken en reverse-engineren van code op hun ‘blackbox’ uit, maar vonden er niet een die in staat was de feitelijke logische structuur van het programma te reconstrueren. Waarmee uiteraard niet is aangetoond dat de versleuteling hard onomkeerbaar is.
Kwart van Amerikanen heeft geen internet Internet mag dan in belangrijke mate een Amerikaanse uitvinding zijn, de toegang tot het wereldwijde web loopt er achter op veel andere westerse landen. In 2012 had 74,8 procent van de Amerikaanse huishoudens een internetaansluiting, meldde US Census, het Amerikaanse bureau voor de statistiek. Met 94 procent is de zogeheten internetpenetratie in Nederland zeer hoog. IT-Infra MAART 2014
7
DOSSIER DEVOPS
DevOps
Veel organisaties hebben de agile manier van werken
omarmd. Maar dat wil niet zeggen dat zij sneller nieuwe of
het einde
aangepaste software in productie nemen. Organisaties
hebben nog altijd te maken met te veel silo’s. De oplossing? DevOps! Maar dat lijkt eenvoudiger dan het is. Dave van Herpen
W
ie kent ze niet. De IT-afdelingen waarbinnen ontwerpers, bouwers, testers en beheerders in complete afzondering van elkaar leven. Doorgaans met minimale onderlinge samenwerking. De ontwerpers hebben hun eigen requirementsmethodieken. Bouwers werken (al dan niet in Scrum-teams) ‘in splendid isolation’ aan de code, waarna de software door de testfabriek heen wordt getrokken. Vervolgens wordt de boel over de schutting gegooid van de beheerafdeling. Met alle gevolgen van dien. De diverse producten die de bouwteams opleveren, stapelen zich op voor de deur bij beheer. Zodra deze werkelijk in een grote release worden geïmplementeerd, duurt het onacceptabel lang voordat fouten herleid kunnen worden tot de bron. Integratieproblemen komen pas aan het licht op het moment dat de tester zijn acceptatietesten doorloopt. De gebruiker is uiteindelijk het kind van de rekening. Hij wordt steeds geconfronteerd met te late oplevering van broodnodige wijzigingen of nieuwe software.
IT-revolutie
Hoog tijd om af te rekenen met deze silo’s, met de verkokering van de IT-organisatie. Het antwoord hierop is uit met name de VS komen overwaaien: DevOps. Sinds haar geboorte in 2009, wint deze beweging in hoog tempo aan relevantie. Destijds gestart vanuit het samenbrengen van enkele ideologieën (waaronder Continuous Delivery) en best 8
MAART 2014 IT-Infra
practices uit zowel ontwikkeling als beheer, zorgt zij inmiddels voor een ware IT-revolutie. Niet in de laatste plaats omdat organisaties die deze beweging hebben omarmd, inmiddels tot achtduizend keer sneller uitrollen naar productie dan traditionele organisaties. Hoewel de naam suggereert dat enkel Development (Dev) en Operations (Ops) intensiever gaan samenwerken, is de beweging veel breder dan dat. Het samenbrengen van Dev en Ops wordt dan ook ‘DevOps Lite’ genoemd, terwijl de ware gedachte erachter behelst dat ook cruciale rollen als de business, testen (QA) en security in deze samenwerking worden geïntegreerd. Dit holistische denkbeeld vormt het eerste uitgangspunt van DevOps. Daarnaast is een cruciaal uitgangspunt dat er niet alleen vanuit de (veelal agile) ontwikkelteams ‘potentially shippable products’ worden opgeleverd, maar dat er ook direct omgevingen beschikbaar zijn waar deze producten in opgeleverd kunnen worden. Hiermee gaat DevOps dus nadrukkelijk een stap verder dan vele huidige agile implementaties. Bovendien geeft het de IT-orga-
nisatie nog meer waardevolle feedback over de kwaliteit van de opgeleverde producten. Het moge duidelijk zijn dat automatisering hierin een uiterst belangrijke rol speelt, zoals bij het snel en gestandaardiseerd opleveren van (OTAP-)omgevingen. Misschien wel de meest fundamentele verschuiving die deze denk- en werkwijze teweegbrengt in een organisatie, is de manier waarop met risico’s en fouten wordt omgegaan. Door het verkleinen van de werkpakketten (changes) en verregaande automatisering – ook in de diverse test mogelijkheden – worden risico’s zoveel mogelijk beperkt en fouten voorkomen. Daar waar traditionele organisaties veelal een cultuur kennen waarin fouten worden afgestraft (en daarmee verdoezeld), gaan DevOps-organisaties ervan uit dat fouten juist goed zijn voor de veerkracht van de organisatie. Het lerend vermogen van de organisatie wordt hierdoor versterkt. Daarmee komen dergelijke organisaties in een staat van ‘antifragility’ terecht. Kenmerk van dit soort organisaties is dat zij tegen een stootje kunnen.
DevOps-organisaties gaan ervan uit dat fouten juist goed zijn voor de veerkracht van de organisatie
van de silo’s
Geen wondermiddel
Vanuit een internationale context heeft deze beweging haar begin vooral in start-ups en internetbedrijven. Bekende succesvolle voorbeelden zijn Flickr, Amazon, Netflix, Twitter, Facebook en Salesforce. Uiteraard heeft dit te maken met de innovatieve cultuur en het dynamische businesslandschap van deze organisaties. Adoptie van deze beweging is afgelopen jaren in een rap tempo overgewaaid naar overige sectoren. Ook in ons land. Diverse banken, verzekeraars, logistieke dienstverleners, industriële multinationals, energiebedrijven, maar ook (semi-)overheden zetten inmiddels hun eerste schreden op dit vlak. Sommige bedrijven hebben reeds rigoureus hun volledige organisatie gekanteld naar een DevOps-samenwerkingsmodel. Andere organisaties zitten veelal in de experimentele fase. De problematiek waar deze organisaties mee worstelen, is nadrukkelijk te herleiden tot de zogenaamde CAMS-pilaren: ‘Culture, Automation, Metrics en Sharing’. Zeker de benodigde culturele omslag naar een multidisciplinair en afdelingsoverstijgend samenwerkingsmodel is voor zowel IT’ers als managers een lastige, maar cruciale horde. Ondanks de aansprekende mogelijkheden en succesverhalen, is het natuurlijk geen wondermiddel. Ook nu de DevOpsbeweging wereldwijd talloze ‘best’ en ‘worst practices’ oplevert om van te leren, volstaat het nog altijd niet om ‘het boek te lezen en het morgen anders te gaan doen’. Een gede-
Ook cruciale rollen als de business, testen (QA) en security worden in de samenwerking geïntegreerd IT-Infra MAART 2014
9
DOSSIER DEVOPS
Met alleen een ‘rebranding’ van de huidige IT-teams naar DevOps-teams ben je er niet
gen, uitgebalanceerde implementatie van alle CAMS-pilaren vergt tijd en energie van directie, management en professionals. Daarbij dient nadrukkelijk aandacht te worden besteed aan diverse aspecten. Zo zien we bij veel organisaties die deze denk- en werkwijze hebben geadopteerd, dat de klant (de business, de IT-gebruiker) uit het oog wordt verloren in de enthousiaste zoektocht naar efficiency en samenwerking binnen IT. In Nederland mogen we oprecht trots zijn op de positie die functioneel beheer heeft ingenomen als vertegenwoordiger van het businessbelang in IT-beheer en -ontwikkeling. Laten we functioneel beheer dan ook de rol geven die het verdient (Product Owner?), zodat (functionele) support, vraagarticulatie en functionaliteitenbeheer ook in deze dynamische omgevingen gewaarborgd zijn. Daarnaast is de filosofie gestoeld op het creëren van ruimte en vrijheid op welke wijze de benodigde producten gerealiseerd en onderhouden worden door de teams. Het risico dat deze vrije invulling met zich meebrengt, is dat op programma- en portfolioniveau het overkoepelende belang (de businesscase) onvoldoende terugkomt in de multidisciplinaire teams. Het belang van stuurinformatie en performancegegevens wordt immers niet minder als DevOps geadopteerd wordt. Integendeel, meer dan ooit is het voor die organisaties relevant om informatie en besluitvorming mogelijk te maken dwars door vernieuwing (projectportfolio) en status quo (applicatieportfolio) heen. Ook is het van belang de complexiteit van applicatielandschappen niet te onderschatten, inclusief de aanwezigheid van robuuste kernsystemen (legacy). Het lijkt in eerste instantie niet altijd even logisch om ook de traditionele omgevingen mee te nemen in de transformatie. Weerstand in deze omgevin10 MAART 2014 IT-Infra
Relaties Het revolutionaire aan de DevOps-beweging zit ’m niet zozeer in de afzonderlijke componenten waar zij gebruik van maakt. Het onderscheidende aspect is vooral gelegen in de toepassingsgerichte combinatie van de volgende methodieken en denkwijzen:
Agile
gen is doorgaans nadrukkelijker aanwezig. En bovendien is de noodzaak tot veelvuldig en snel op kunnen leveren niet overal opportuun. De businessbehoefte staat hierin centraal. Toch kunnen ook in die omgevingen geautomatiseerde tests, integraties en deployments, evenals samenwerking tussen de verschillende disciplines, nog erg veel toegevoegde waarde opleveren.
Multidisciplinair
Met alleen een ‘rebranding’ van de huidige IT-teams naar DevOps-teams ben je er niet. Om werkelijk de agile- en lean-principes tot hun recht te laten komen, dient er multidisciplinair te worden gewerkt en aangestuurd. Dat betekent dat ontwikkelaars, testers en beheerders elkaar aanvullen en helpen waar nodig, zo lang dit in dienst staat van het teamresultaat. Dit betekent dus ook dat er geen belemmeringen opgeworpen moeten worden in het invullen van deze multidisciplinariteit door middel van rigide resourcemanagement of het pathetisch nastreven van afdeling-KPI’s op managementniveau. De teamleden dienen ruimte en ontplooiingsmogelijkheden te krijgen om buiten hun oorspronkelijke vakgebied hun vleugels uit te kunnen slaan. Als deze voorgaande aspecten voldoende aandacht krijgen bij de adoptie van het gedachtegoed, neemt de kans van slagen aanzienlijk toe. Door rekening te houden met complexe landschappen en portfolio’s, evenals het alomvattende businessbelang, zal deze beweging ook structureel en op integraal (enterprise)niveau het gewenste effect hebben.
Dave van Herpen (dave.van.herpen@sogeti.nl) is managementconsultant bij Sogeti Nederland en vooral actief op het gebied van agile beheer en servicemanagement.
De voornaamste principes achter DevOps komen overeen met de bekende agile-principes. Denk hierbij aan korte feedback loops, minimaliseren van werkeenheden en het realiseren van een snelle flow van gepland werk.
Lean
Het lean-gedachtegoed is niet alleen toepasbaar op de fabrieksvloer. Lean-elementen als flow, pull en kaizen worden ook binnen ITorganisaties gebruikt als verrijking van de DevOps-manier van werken. Op die manier wordt verspilling tegengegaan en worden fouten direct bij de bron opgelost (‘no defects downstream’).
Theory of Constraints (TOC)
Deze aan lean gerelateerde methodiek kenmerkt zich door het elimineren van bottlenecks. Door consequent op zoek te gaan naar essentiële beperkingen in de goederen- of dienstenstromen in de organisatie, kunnen deze constraints of bottlenecks adequaat worden weggenomen.
ITIL
Gerichte toepassing van agile en lean-technieken in de gehele IT-organisatie (dus inclusief beheer) betekenen een versnelling en flexibilisering van de servicemanagementprocessen, vaak gebaseerd op ITIL. Denk aan de centrale rol van processen als configuratie- en releasemanagement in optimale informatiedeling en continue opleveringen.
Cloud
Cloudtechnologie staat garant voor snelle levering en aanpassing van (OTAP-)omgevingen. Zo hoeft een ontwikkelaar niet drie weken te wachten op een nieuwe testomgeving. Deze wordt binnen een paar minuten opgebouwd uit de cloud. Dit levert tijd en geld op, maar verbetert ook de kwaliteit en synchronisatie van deze omgevingen.
Applicatie Lifecycle Management (ALM)
De silo’s, waarmee de DevOps-beweging korte metten maakt, staan nog vaak synoniem voor de verschillende fasen in de applicatielifecycle, zoals ontwerp, bouw, test en beheer. Deze functies worden samengebracht in multi¬disciplinaire teams met integrale ALMinstrumenten.
IT-Infra MAART 2014 11
DOSSIER DEVOPS
Softwareontwikkeling volgens de DevOps-methode zit in
de lift. Bedrijven beginnen
de voordelen te onderkennen. Wijnand Westerveld
S
oftwareontwikkelaars hebben steeds meer moeite om de business op maat te bedienen. Het duurt te lang voor programmatuur is ontwikkeld, de software doet niet wat men ervan verwacht en aanpassen vergt meer tijd dan men doorgaans heeft. De nieuwe ontwikkelmethode DevOps kan mogelijk een oplossing bieden. De essentie van DevOps is dat ontwikkelaars (Dev) en mensen uit de business (Ops) in kleine teams bij elkaar worden gezet en in nauwe samenspraak nieuwe software ontwikkelen. Door de korte communicatielijnen en snelle terugkoppeling op een nieuw ontwikkelde functie kan een programma sneller ontwikkeld worden en sluit het beter aan op de business. En het werkt, vertelde Wouter Meijs, softwareontwikkelaar bij ING op de DevOpsconferentie die eind vorig jaar in Amsterdam gehouden werd. Meijs vertelde dat ING aanvankelijk weinig waardering oogstte voor zijn app voor mobiel bankieren. Maar inmiddels wordt met een DevOps-aanpak elke twee weken een nieuwe release doorgevoerd. Uitgangspunt daarbij is de terugkoppeling die ING van zijn gebruikers krijgt. Het resultaat is dat de ING-app nu als een van de beste wordt beschouwd. Maar er is meer dan alleen de waardering van klanten. “Zowel de time to market, de kwaliteit, als de inzetbaarheid van een programma worden aanzienlijk beter”, aldus Justin Vaughan-Brown, de EMEA senior marketingstrateeg van CA Technologies. CA Technologies is een van de aanbieders die een productsuite voor de DevOps insteek op de markt heeft gebracht. In dit geval ‘CA 12 MAART 2014 IT-Infra
Belangstelling voor DevOps komt Lisa Service Virtualisation’ en ‘CA Lisa Release Automation’. De belangstelling voor deze geautomatiseerde ontwikkel- en testomgevingen begint op gang te komen, meldt Vaughan-Brown. Enerzijds omdat bedrijven onder toenemende druk staan om sneller nieuwe businesses te ontwikkelen. Maar ook omdat deze manier van softwareontwikkelen tot aantoonbare besparing leidt. Soms wel tot 30 procent van de ontwikkelkosten, meldt Jasper Kloos, Director North App bij CA Technologies. Desondanks is er nog wel wat ‘zendingswerk’ rond deze manier van ontwikkeling nodig, vindt Kloos. “Hoewel de voordelen van een DevOpsaanpak evident zijn, moet je met een paar goede cases komen om bedrijven over de streep te trekken.” Voor ‘release automation’ komt de be-
langstelling nu op gang, maar ten aanzien van ‘service virtualisation’ is de belangstelling minder groot. Kloos verwacht echter dat dat een kwestie van tijd is.
Release automation
Release automation is kortweg een manier om de complexe workflow rond agile softwareontwikkeling te stroomlijnen. De systematiek zet ontwikkelaars, testers en de mensen van de productieomgeving in virtuele teams bij elkaar zodat ze continu contact hebben en op de lopende processen en werkzaamheden kunnen terugkoppelen. Het resultaat van deze manier van samenwerking is dat er snel opeenvolgend nieuwe releases van een programma worden ontwikkeld, waarbij het eindproduct steeds dichterbij het gewenste eindresultaat komt.
T
ING oogstte aanvankelijk weinig waardering voor zijn app voor mobiel bankieren. Nu is er een DevOps-aanpak, met succes.
op gang Service virtualisation
Service virtualisation is een techniek waarbij een productieomgeving wordt gesimuleerd om een nieuwe applicatie te testen. Omdat de testomgeving ‘op maat’ wordt ingericht, waarbij verschillende scenario’s mogelijk zijn, kunnen ontwikkelaars en gebruikers een applicatie in een ‘real time productieomgeving’ testen. Een belangrijk aspect van service virtualisation is dat men een applicatie in elke fase van ontwikkeling kan testen. Dat maakt het mogelijk om problemen in een vroeg stadium te onderkennen en de software aan te passen.
oegegeven, je weet dat je als IT’er volledig gefaald hebt als je je voor je dagelijkse informatievoorziening nog moet bedienen van spreadsheetjes of – nog erger – papieren formuliertjes. Maar het kan nóg erger: als je niet één, maar minstens twee systemen nodig hebt voor het verrichten van je werk. Zo moet ik me momenteel bedienen van maar liefst drie verschillende systemen voor het boeken van exact dezelfde uren. Gelukkig hoef ik mij daar maar een dag per maand over op te winden. Er zijn mensen die het nog veel beroerder getroffen hebben. Zo ben ik ooit eens een workflowsysteem tegengekomen dat zo rigide was, dat bij de minste afwijking van de procedure het systeem óf terstond op slot ging óf de argeloze gebruiker stortte in een bureaucratisch doolhof van een dusdanige omvang, dat je verwachtte elk moment oog in oog te staan met een Minotaurus. Maar ja, zo’n duur pakket, het management vond natuurlijk wel dat het gebruikt moest worden. Zoals altijd had de werkvloer een creatieve oplossing. Voor de dagelijkse werkzaamheden werd gewoon het oude systeem ge-
Zo’n duur pakket... dat moest wel gebruikt worden bruikt, dat wèl flexibel was. En om niet verstrikt te raken in een administratieve jungle was een taak altijd uitgevoerd, ook als die niet uitgevoerd was. Als een zaak volledig afgehandeld was werden de gegevens handmatig overgebracht van het oude systeem naar het nieuwe systeem. Dat duurde natuurlijk wel even, maar dat tijdsverlies viel weg bij de ellende, die het nieuwe systeem opleverde. De werkvloer kon gewoon zijn gang gaan, het middenkader hoefde geen vervelende boodschap over te brengen en het hogere management leefde in de illusie dat ze een geweldige aankoop had gedaan. Iedereen gelukkig. Prachtig toch? Nou nee. Voor het implementeren van een dergelijke oplossing zou je bij wat minder beschaafde culturen ter plekke standrechtelijk geëxecuteerd worden. Of op z’n minst op smadelijke wijze uit de partij gegooid. Ik zou zeggen: het is genoeg geweest. Als ik u was zou ik het niet meer pikken en voortaan gewoon één systeem gebruiken. Als er dan nog een malloot is die meer wil, tikt-ie het zelf maar over. Hans Bezemer
Wijnand Westerveld (w.westerveld@bimmedia.nl) is hoofdredacteur van IT-Infra
Bezemer is configuratiemanager bij Ordina (thebeez@xs4all.nl).
IT-Infra MAART 2014 13
COLUMN IT MATTERS
Ultiem gefaald
SECTIE X DEVOPS DOSSIER
Handige apps voor de
Wilt u meepraten over DevOps? Ken dan de DevOps-klassiekers Puppet en Chef. Maar er is meer relevante opensource-software. Een kleine selectie. Marcel Beelen marcel.beelen@eversa.nl
Chef
Chef is een configuratie managementtool dat beschikbaar is voor een hele serie van besturingssystemen, zoals Linux, Mac OS X en Windows. U maakt een ‘cookbook’ per activiteit, bijvoorbeeld de installatie en configuratie van Apache. Dit ‘cookbook’ bevat de settings en policy die u in uw organisatie als standaard
Puppet
Puppet is – net als Chef – een tool voor configuratiebeheer. Het schijnt dat onder meer ook Google, Twitter en Oracle hier Puppet voor gebruiken, dus wat houdt u
Sensu
Het monitoren van uw infrastructuur is belangrijk, zeker bij het doorvoeren van changes. En nog meer als dit op een hoge snelheid gebeurt, zoals in een agile omgeving. We kennen Nagios als open source monitoring-oplossing.
LogStash
LogStash wordt gebruikt om logbestanden door te spitten, want dat is natuurljk het laatste wat u met de hand wilt doen. LogStash kan alle logbestanden verzamelen, ze analyseren en archiveren om
14 MAART 2014 IT-Infra
wilt hanteren voor Apache-webserver. Binnen een ‘cookbook’ hebt u – hoe kan het ook anders – recepten met instructies. U kunt ‘cookbooks’ zelf schrijven of gebruikmaken van een grote verzameling van ‘chef’s cookbooks’ of ‘community cookbooks’. Chef gebruikt Ruby voor de scripts en is erg
handig voor het automatiseren van beheertaken en wordt daar dan ook veel voor gebruikt. Uw infrastructuur en applicaties worden gemodelleerd in code en beheertaken gescript. Het maakt niet uit of het een fysieke of gevirtualiseerde omgeving is. Omdat Chef beheer en bouwen van tools samenbrengt, is het de ul-
tieme DevOps-omgeving. Chef bestaat pas een jaar of vijf, maar is desalniettemin populair. Dat is vooral te zien aan de vele extra tools die erbij aansluiten. Ze hebben veelal een naam die te maken heeft met koken: Berkshelf, Test Kitchen, Foodcritic, Vagrant.
tegen ermee aan de slag te gaan? Nou, Puppet is wat complexer dan ‘concurrent’ Chef. Het maakt gebruik van een Puppet-masterserver
die centraal alle configuraties bewaard. En het groepeert items op type, bijvoorbeeld alle Apache-webservers die gebruikt worden voor één specifiek doel en met dezelfde
backoffice-tools. Alle systemen die meedoen, moeten voorzien worden van een Puppetproces (een ‘daemon’).
Minder bekend is Sensu. Waar bij Nagios veel in uw firewall dient te gebeuren – vooral als u monitort buiten uw interne netwerk – is dat bij Sensu veel minder het geval. Sensu wordt ook wel
een ‘monitoring router’ genoemd. Aan de hand van check scripts kunt u van alles controleren: van de beschikbaarheid van een webserver tot en met het correct teruggeven van data in een SQL-query. Aan de hand van deze teruggeven waardes
kunnen acties worden uitgevoerd, zoals het toevoegen van de waarde in een grafiek. U kunt scripts maken in elke gewenste scriptingtaal. Nagios-plug-ins doen het ook gewoon met Sensu.
ze later te bekijken of gebruiken. De zoekfunctie in de logbestanden die door LogStash wordt geboden, bedient u met een webinterface en heeft uitgebreide functies. Er is een
LogStash-agent die op alle plekken geïnstalleerd moet zijn waar u logbestanden wilt verzamelen. Maar het is eventueel ook mogelijk met rsyslog logbestanden op te sturen naar de centrale loca-
tie. Het zal u niet verbazen dat er ‘cookbooks’ voor Puppet en voor Chef zijn om de agents uit te rollen en de loggingomgeving op te zetten en te onderhouden.
Licentie: opensource Info: www.opscode.com/chef
Licentie: opensource Info: puppetlabs.com
Licentie: opensource Info: sensuapp.org
Licentie: opensource Info: logstash.net
Git 1.8.5.3
Git is het opensource versiebeheersysteem, veel gebruikt en veel geprezen. De nieuwste vrijgegeven versie is 1.8.5.3. Git is te downloaden voor Windows, Mac, Linux en Solaris. Met het versiebeheersysteem houdt u eenvoudig versies bij
GitHub
GitHub is een centrale opslagplaats van sources van allerlei makers en bronnen, waaronder Git zelf. U maakt een account op GitHub en kunt de gehoste omgeving vervolgens gebruiken om uw code te hosten, delen of er samen aan
FreeBSD 10.0
Een beetje DevOps-engineer heeft FreeBSD prominent op zijn cv staan. Linux is te algemeen en heeft een
Jenkins
Jenkins staat bekent als continuous integration (CI) server en is opensource. Het doel is periodiek alle code van ontwikkelaars op te halen en te combineren. Volgens sommigen is Jenkins een onmisbare tool. Ontwikkelaars noemen het concept ook wel build ma-
van uw code. Check code in en uit, maak een clone-omgeving van een sourceboom en werk samen met anderen aan een softwareproject. Wilt u niet meteen de code vrijgeven, dan ondersteunt Git ook een
staging-omgeving om code tijdelijk te plaatsen. Git is in principe opdrachtregel-georiënteerd, maar op de site zijn en groot aantal grafische opensource-tools te downloaden, eveneens weer voor elk platform. De tools
zijn zeer uitgebreid gedocumenteerd en er is zelfs een gratis e-book. Hebt u al Git op uw systeem? Dan download u de laatste vrijgegeven versie van Git met Git van GitHub.
te werken. Elke client of platform met een Git-client kan de code simpel opvragen en op zijn systeem installeren. GitHub is dus een gehoste variant van Git. Op GitHub vindt u tevens een interactieve online-training
van een kwartier om Git te leren bedienen. Voor bedrijven is er ook een betaalde versie van de dienst. Op GitHub worden meer dan zes miljoen projecten gehost. Daarmee zou GitHub groter zijn dan Sourceforge, Google Code en
Microsoft CodePlex. GitHub is aan het uitgroeien tot veel meer dan een versiebeheersysteem voor code. Zelfs artiesten, projectontwikkelaars en allerlei andere beroepen zijn het gaan gebruiken.
van BSD4. De recente versie 10.0 draait op de volgende processoren: amd64, i386, ia64, powerpc, powerpc64
en sparc64. Snel aan de slag? Download een ISO-image en gebruik dit op een hypervisor.
allerlei versiebeheersystemen, inclusief uit Git-gebaseerde systemen. Een software build wordt uitgevoerd doordat bijvoorbeeld iemand in een versiebeheersysteem een commit uitvoert. Maar ook via cron, naar aanleiding van een andere build die gereed
is of simpelweg als iemand erom vraagt via een URL. Jenkins is een alternatief voor CruiseControl (cruisecontrol. sourceforge.net), een soort gelijk opensource-tool.
hoger hobby-gehalte, maar FreeBSD, dát is pas professioneel. FreebSD is de grootste opensource spin-off
nagement, release management of test orchestration. Jenkins stroomlijnt het softwareontwikkelproces en verbetert de kwaliteit van de code, vanaf het begin tot aan het einde van de ontwikkelcyclus. Jenkins kan code ophalen uit
Licentie: opensource Info: git-scm.com
Licentie: opensource Info: github.com
Licentie: opensource Info: www.freebsd.org
Licentie: opensource Info: jenkins-ci.org
5 Unsung Tools voor DevOps Een gratis beknopt e-book van O’Reilly, dat in twintig bladzijden RANCID, Cacti, lldpd, IPerf en Multihost SSH Wrapper beschrijft. Info: try.newrelic.com/rs/newrelic/images/5_unsung_tools_of_devops.pdf IT-Infra MAART 2014 15
SECTIE X
zakelijke werkplek
SERVICEMANAGEMENT
SaaS voor ITSM
niet voor iedereen de ultieme oplossing
Software-as-a-Service heeft de markt voor IT-servicemanagementtools
opgeschud. Nieuwe partijen winnen met hun SaaS-oplossing klanten op deze markt. Tegelijkertijd ¬komen nogal wat gebruikers terug van hun SaaS-avontuur. Wie is beter af met SaaS en wie niet? Tanja de Vrede
H
eel hard gaat het nog niet, maar inmiddels werkt volgens Gartner al zo’n 20 procent van de gebruikers van IT-servicemanagementools met een SaaS-versie. Dat zal nog gestaag verder groeien, maar zeker niet tot de helft van de totale markt, meent Jeff Brooks, analist bij het onderzoeksbureau. Nu al keert zo’n 15 procent van de gebruikers op zijn schreden terug en kiest na afloop van het SaaS-contract weer voor een ‘on premise’versie. Brooks ziet dat nog wel oplopen tot 30 procent. De reden? “Men investeert niet in mensen en processen maar in tooling. Die mensen en die processen worden niet vanzelf beter, merken organisaties na een jaar of zo. Dan kiezen ze er weer voor om in mensen en processen te investeren.”
Opkomst SaaS
Ontevredenheid over ITSM-tooling is er al jaren, stelt onderzoeksbureau Forrester. Klanten wisselen veelvuldig van leverancier, maar de klachten blijven. Men vindt de tools te duur in gebruik, niet aansluiten bij de wensen van de organisatie en zijn klanten, te complex of te ouderwets. Dat ligt aan de leveranciers, vinden de klanten. Forrester legt de schuld ook bij de klanten. Zij stellen niet de juiste vragen tijdens het testen van producten of gebruiken maar een deel van de functionaliteit van de tools. Dan zijn er nog de problemen rondom ITIL; weinig organisaties hebben de processen daarvan werkelijk op orde, terwijl veel 16 MAART 2014 IT-Infra
van de tools erop gebaseerd zijn. Die eeuwige onvrede heeft in combinatie met de economische crisis de interesse in SaaS-versies van de ITSM-tools sterk gestimuleerd. De voordelen waar de meeste gebruikers voor vallen zijn, net als bij andere SaaS-oplossingen, lage initiële kosten en daardoor op de korte termijn lagere total cost of ownership (TCO). Die vlieger gaat niet helemaal op voor de IT-servicemarkt, constateert Brooks van Gartner. SaaS is niet per se goedkoper dan in huis. “Vaak is het doodgewoon duurder. Velen denken dat het goedkoper is omdat er geen initiële investeringen gedaan hoeven te worden, maar de TCO zijn na drie jaar meestal hoger dan bij on premise. Natuurlijk is dat afhankelijk van de leverancier en de omvang van de deal. Je moet niet een grote tool als die van BMC vergelijken met die van een veel kleinere leverancier. Maar als je vergelijkbare tools naast elkaar legt, is het prijsverschil snel duidelijk.” Voor ITSM komt daar nog eens bij dat de meeste SaaS-gebruikers niet echt kunnen snijden in hun IT-afdeling. Brooks: “Men beweert dat je met minder mensen toe kunt bij SaaS, maar dat raakt kant noch wal. Bij grote
ITSM-installaties heb je veel beheerders nodig en support. Kies je voor SaaS, dan kun je met minder support toe, maar de beheerders blijven nodig. Je moet blijven testen, changes doorvoeren, ontwikkelen, processen bijstellen en inrichten. Er moet iemand zijn die de leverancier opbelt als er problemen zijn.” Daarmee pakt de rekensom slecht uit. De besparingen op medewerkers waarop was gerekend, zijn niet te realiseren. Dat doet velen besluiten terug te keren tot de on premise-versies.
Nieuwe aanbieders
Niettemin heeft SaaS wel ruimte gegeven aan nieuwe en kleinere partijen op de markt voor ITSM-tooling. ServiceNow fungeerde als breekijzer. Het bedrijf, gestart in 2004 door oud-medewerkers van softwarebedrijf Peregrine Systems, heeft met alleen SaaS-tooling voor servicemanagement inmiddels rond de 1800 klanten. Na de grote vier – IBM, CA, HP en BMC – is het de vijfde leverancier van ITSM-tooling wereldwijd. Het bedrijf wordt nu geleid door de Nederlander Frank Slootman en is aan de Amerikaanse Nasdaq-beurs genoteerd.
“Men beweert dat je met minder mensen toe kunt bij SaaS, maar dat raakt kant noch wal”
ITSM: SaaS of on premise? SaaS • Grote en kleine bedrijven • Lage initiële kosten • Geen updatekosten meer • Minder support nodig
On premise • Middelgrote bedrijven • Op de langere termijn goedkoper • Geen zorgen om veiligheid • Data in huis willen houden
“SaaS is geen investering, daardoor is de businesscase voor SaaS relatief makkelijk te maken” Brooks van Gartner stelt dat de tools van ServiceNow niet uitzonderlijk zijn qua functionaliteit. “Ze zijn heel sterk in sales en marketing en weten klanten te winnen die bij grotere leveranciers zaten. Hun nadeel is dat ze alleen SaaS bieden. Als klant van een SaaS-versie kun je na afloop van je contractperiode heel makkelijk overstappen naar een on premise-versie, of naar een andere SaaSleverancier.” Niettemin meldt ServiceNow niets dan groei en is de koerswaarde sinds de beursgang in 2012 verdriedubbeld tot ruim 55 dollar. Ook TopDesk vaart wel bij de groeiende vraag naar online ITSM-tooling. Het bedrijf, marktleider in Nederland, biedt zijn ITSMtooling aan in SaaS en ‘on premise’-versie. “Van de nieuwe klanten van TOPDesk kiest tweederde voor een SaaS-versie”, zegt Ramon van Leeuwen, commercieel directeur bij TOPDesk.
“Die keuze hangt samen met de volwassenheid van de organisatie en de aanwezige infrastructuur. Kleinere bedrijven hebben meestal weinig staan en dan is SaaS wel makkelijk. Je hoeft er niet voor te investeren dus dat biedt financiële voordelen en het is tamelijk zorgeloos. Qua functionaliteit is er geen verschil tussen de on premise- en de SaaS-versie. Het is een delivery-model, een servicesmodel en een financieel model.”
Voor wie interessant?
Ook Van Leeuwen ziet een versnelling van de vraag naar SaaS door de recessie. “Toen die begon, waren wij al met SaaS bezig. Bedrijven voerden investeringstops in. SaaS is geen investering maar valt onder de running costs, daardoor is de business case voor SaaS relatief makkelijk te maken.” Hij wijst erop dat het beheer van applicaties een van de grootste kostenposten vormt binnen de
IT. “Het management pusht daarom sterker richting SaaS. Dat is een financiële beslissing die top-down wordt opgelegd.” Voor de grote organisaties is SaaS ook een logische keuze, omdat men daar toch al gewend is aan outsourcing. Juist het middensegment is terughoudend en erg sceptisch. “Wat met SaaS in de ITSM-markt speelt, is dat de traditionele IT’er in feite zijn eigen graf graaft met een keuze voor outsourcing. Dat geldt zeker voor technisch applicatiebeheerders”, zeg Van Leeuwen. “En ze hebben de middelen om het zelf te doen, dus waarom dan SaaS?” Ook bij TOPDesk stappen klanten soms na een paar jaar SaaS over naar on premise. Die organisaties zijn volgens Van Leeuwen toch bang dingen uit handen te geven – ondanks alle garanties. “Ze hebben de middelen in huis, die ze toch niet kwijt raken. Dan wordt SaaS wel duur, want je betaalt dubbel. De besparing op resources waar op gerekend was, wordt niet behaald.” Soms lijkt SaaS alleen maar goedkoop. “Je moet de businesscase voor de lange termijn goed op orde hebben. Als je jaar na jaar de abonnementskosten betaalt voor applicatiebeheer, heb je dat uiteindelijk misschien wel vier keer betaald. Bij on premise-beheer moet je weer meer voor je updates betalen. Kijk dus naar de totale levenscyclus.”
Tanja de Vrede (t.vrede@automatiseringgids.nl) is redacteur van AutomatiseringGids IT-Infra MAART 2014 17
CLOUDCOMPUTING
PostNL: Dan liever de Verschuiving van postbezorger
PostNL is genoodzaakt tot een drastische transformatie. Het
aantal pakjeszendingen groeit, maar het volume van de normale postzendingen daalt veel harder. CIO Marcel Krom leidt PostNL zonder twijfel naar de cloud. Thijs Doorenbosch
P
ostNL moet een flinke efficiencyslag maken. Het flexibiliseren van de IT-kosten is daar een belangrijk element in. De twee eigen datacentra waar tot voor kort zo’n vijfhonderd applicaties draaiden, gaan begin 2016 dicht. CIO Marcel Krom heeft eerst een analyse uitgevoerd welke applicaties geconsolideerd kunnen worden en welke naar de cloud mogen. In sommige gevallen maken privacyreglementen het lastig deze applicaties naar wereldwijde clouds te verhuizen. Deze zullen dan worden ondergebracht in lokale, Nederlandse of Europese clouds. De rest verhuist stapsgewijs naar verschillende public cloudproviders. Krom maakt zich daarbij sterk voor het uitgangspunt dat als er één gebruiker uitgaat, de kosten ook met één eenheid omlaag gaan. “Heel vaak zie je dat upscalen wel
18 maart 2014 IT-Infra
mogelijk is, maar dat downscalen opeens veel lastiger blijkt.” PostNL heeft een flink aantal toonaangevende bedrijven als strategisch partners in de arm genomen. Zo zijn ICT Automatisering en Sogeti geselecteerd om alle maatwerk- en kleinere standaardsoftwarepakketten voor PostNL geschikt te maken voor het Azureplatform van Microsoft. De financiële toepassingen gaan naar SAP Business by Design, het cloudplatform van SAP. PostNL maakte al gebruik van Salesforce.com voor het beheer van de klantrelaties en de relaties met de postbezorgers. Verder zal PostNL in de komende jaren een nieuwe, volledig cloudgebaseerde werkplekdienst op basis van Office 365 uitrollen. Tot slot bekijkt PostNL in hoeverre reeds in gebruik zijnde clouddiensten als Amazon Web Services of Werkplekonline van KPN Ap-
cloud in
naar veelzijdig logistiek provider
plicationNet hierop aan kunnen sluiten. De verschillende partijen hebben ieder hun verantwoordelijkheid in het proces. Krom maakt echter wel duidelijk dat de regie volledig in handen blijft van PostNL.
Minder risico
Krom toont zich niet bevreesd voor de mate van afhankelijkheid die PostNL nu ten opzichte van zijn partners krijgt, ook niet met betrekking tot de veiligheid. “We hebben een ‘Deltaplan risicobeheersing’. Op internet is risico een gegeven. We hebben met alle leveranciers gesprekken gehad om te bekijken wie al wat gedaan had om dat risico te beperken. Dan moet je het op een gegeven moment loslaten. Het gaat om vertrouwen.” Dat vertrouwen berust voor een belangrijk deel ook op transparantie met betrekking
IT-Infra maart 2014 19
CLOUDCOMPUTING
Marcel Krom, CIO van PostNL
“Op een gegeven moment moet je het loslaten. Het gaat om vertrouwen”
tot incidenten en de lessen die daaruit kunnen worden getrokken. Het voordeel van het gebruik van een cloudprovider is bovendien dat deze meer klanten heeft die de beveiliging laten auditen. Alles wat daarin naar boven komt, wordt bij alle klanten verbeterd. Zo kan een cloudprovider uiteindelijk veel veiliger zijn dan een eigen datacentrum waar dat voordeel van verzamelde kennis niet bestaat, aldus Krom. De CIO zegt dat veel meer dan voorheen gebruikgemaakt wordt van standaardtoepassingen en -procedures. “We moeten beter accepteren wat iemand anders heeft bedacht. Wanneer we kantoorstoelen moeten bestellen, kan iemand een tijd bezig zijn met het opstellen van een procesbeschrijving. Maar die is waarschijnlijk al vaker gemaakt, want stoelen bestellen is niet uniek.” Zo wil Krom dat op veel processen toepassen, ook in de IT. Zo min mogelijk maatwerk, want bij nieuwe releases kom je dan al snel in de problemen. Bij een standaardtoepassing
20 maart 2014 IT-Infra
gaat het allemaal veel eenvoudiger. Alle beslissingen over afwijking van de standaard moeten daarom voor goedkeuring langs de directie van PostNL.
Kernactiviteit verschuift
Standaardisering van applicaties en de transitie naar de cloud vinden plaats terwijl PostNL bezig is de bedrijfsprocessen te vernieuwen. De kernactiviteit verschuift van postbezorging naar die van een veelzijdig logistiek provider. “Een megatransitie,” zegt Krom, “waarin IT een belangrijke rol speelt.” Het bedrijf ziet zich ook in een vreemde spagaat terechtgekomen. De primaire interesse van het bedrijf ligt bij de verzender; dat zijn de opdrachtgevers. Toch moet PostNL zich richten op het faciliteren van de ontvangers, ook al zijn dat niet de betalende klanten. Juist door het afleverproces te stroomlijnen kan veel op de kosten worden bespaard. “Ons streven is dat bij nagenoeg elke zending de ontvangende klant al bij de deur staat. Zo ver
zijn we nog niet maar we gaan wel de goede kant op”, zegt Krom. Een van de doelstellingen is het bezorgmoment nauwkeuriger en accuraat te plannen, zodat de ontvangende klant ook weet dat de bezorger dan komt. Met betere software voor ritplanning, locatiebepaling en tracing moet dat doel dichterbij komen. “Het is wel een gevaarlijke manoeuvre. Als je geen verwachting wekt, doe je het altijd goed. Als je een afleverperiode noemt en het lukt in 85 procent van de gevallen binnen de afgesproken periode te bezorgen, zit je nog altijd met 15 procent teleurgestelde klanten.” IT krijgt ook een belangrijkere rol in de communicatie met de bezorgers. Krom: “Een aantal jaar geleden hadden we nog voornamelijk fulltime bezorgers die naar hun sorteercentrum kwamen om daar de post voor hun eigen wijk te sorteren. Nu gaan we naar een situatie waarin parttimers bij het verdeelcentrum hun voorgesorteerde tas op komen halen. Er is dus veel minder direct
Drastische reorganisatie
contact. We proberen dat in te vullen met een portal waarin zij elkaar en hun leidinggevenden treffen. We gaan deze portal ook ‘ver-appen’; via een app benaderbaar maken.” De portal krijgt veel aspecten van een intern sociaal netwerk. PostNL is al een eindje op weg in de overstap op de cloud. Inmiddels zijn enkele tientallen applicaties gemigreerd. Vaak merken de gebruikers daar niets van. Na wat aanpassingen in de applicatie is de feitelijke implementatie meestal niet meer dan het omzetten van een URL. “Eind 2015 moet de klus zijn geklaard en begin 2016 gaan de datacentra dicht.”
Thijs Doorenbosch (t.doorenbosch@ automatiseringgids.nl) is redacteur van AutomatiseringGids
De uitbesteding van veel van de operationele ITtaken heeft een ingrijpend effect op de IT-afdeling van PostNL. Tussen nu en achttien maanden leidt dit tot een verlies van ruim de helft van de vierhonderd arbeidsplaatsen voor IT’ers. Daardoor raken zo’n 120 IT’ers hun baan bij PostNL kwijt. Het bedrijf heeft een goed sociaal plan en wil de mensen waar het kan begeleiden naar nieuw werk. De personeelsreductie verloopt in fasen. “Nu zijn ze nog hard nodig om de applicaties draaiende te houden”, zegt Marcel Krom, CIO van PostNL. Vinden ze toch eerder een andere baan, dan legt PostNL ze geen strobreed in de weg. “Ongeveer 10 procent van de functies hebben we nog niet kunnen invullen. Daar gaan we de komende tijd hard mee aan de slag.” De afslanking betreft vooral de mensen die nu verantwoordelijk zijn voor de technische infrastructuur en het applicatiebeheer. De 180 die overblijven zijn vooral architecten, informatieanalisten, service level managers, contractbeheerders en regieverantwoordelijken.
IT-Infra maart 2014 21
STORAGE
Complexiteit storage Software-Defined Storage (SDS) heeft de toekomst. Maar wat
wordt er nu precies onder SDS verstaan? Vooralsnog lijken de
verschillende leveranciers die deze markt vertegenwoordigen er allemaal iets anders onder te verstaan. Stefan von Dreusche
O
pslag en beheer van data schuift steeds meer richting SoftwareDefined Storage. Vooral omdat deze technologie het makkelijker maakt om universele storage-oplossingen te definiëren. Maar voor we dieper op de details van SDS ingaan eerst een korte schets van de recente ontwikkelingen op het terrein van storage. Decennialang was de opslag van data een hardware-aangelegenheid en voor een groot deel is dat nog steeds het geval. Opslagsystemen bestaan in de eerste plaats uit ijzer en de leverancier van het ijzer bepaalt welke functionaliteit de beheerder tot zijn beschikking heeft. Op het moment dat de capaciteit of de prestaties van een opslagsysteem niet meer toereikend zijn, worden er nieuwe apparaten het datacenter binnengereden. In het meest ongunstige geval zijn die niet compatible met de oude systemen en moeten ze apart beheerd worden. Mede door de aanwezigheid van incompatibele systemen is er in de praktijk bijna
nooit sprake van één uniforme infrastructuur voor opslag. Dit wordt nog eens versterkt door bijvoorbeeld block-based Storage Area Networks die geheel autonoom werken naast file-based Network Attached Storagesystemen en systemen voor back-up en disaster recovery. Deze ‘storage-silo’s’ worden vervolgens los van elkaar geoptimaliseerd en beheerd. Die complexiteit legt een behoorlijk beslag op zowel het IT-budget als de beheerafdeling en dat beslag zal alleen maar groter worden naarmate datavolumes groeien.
Commodity
De afgelopen jaren hebben we echter belangrijke ontwikkelingen gezien die ervoor zorgen dat de complexiteit van storage afneemt. Zo is de storage-omgeving steeds minder dat onherbergzame eilandje met een status aparte binnen het datacenter. De afgelopen jaren zijn we getuige geweest van de ‘terugkeer’ van Direct-Attached Storage. Dat is onder andere te danken aan het gebruik
van Virtual Storage Appliances, die lokaal op een host of op een cluster van fysieke hosts kunnen draaien. En ook aan de opmars van flash-gebaseerde opslag die direct in een server kan worden gestoken. Een andere belangrijke ontwikkeling is dat steeds meer hardwarefabrikanten standaard Intel-chips verwerken in hun apparatuur in plaats van proprietary ASIC’s. Dit betekent in feite dat steeds meer storage-oplossingen draaien op ‘commodity’ hardware en dat er eigenlijk niet meer zoveel verschil is tussen een storage-apparaat en een server. Het is in feite de software die de toepassing van een systeem bepaalt. Dat is ook precies de gedachte achter Software-Defined Storage dat de complexiteit van opslagomgevingen nog verder moet terugdringen.
Software-Defined Alles
De opmars van SDS is eigenlijk nog maar net begonnen. In 2012 telde VMware 1,2 miljard dollar neer voor de overname van het bedrijf Nicira. Dat was een astronomisch hoog
Software-Defined Storage moet complexiteit opslagomgevingen nog verder terugdringen 22 MAART 2014 IT-Infra
te lijf met SDS
De visie van DataCore Software op Software-Defined Storage.
Benaderingen SDS Zoals gebruikelijk op een jonge markt zijn er meerdere manieren mogelijk om te komen tot Software-Defined Storage. Globaal zijn er twee benaderingen: 1. Orkestratie met behulp van een ‘control layer’. Deze controlelaag wordt gelegd over de fysieke opslagsystemen van één of meerdere leveranciers, waardoor beheerders centraal het beheer kunnen uitvoeren over de heterogene storage arrays en virtuele storage-pools kunnen genereren. Het fysieke datapad blijft bij deze aanpak wel gewoon intact. In deze categorie treffen we onder andere oplossingen aan van EMC, IBM en DataCore Software. 2. ‘Inkapseling’ met behulp van Virtual Storage Appliances (VSA’s) die bovenop de fysieke infrastructuur draaien. Dit is een behoorlijk brede categorie. Om binnen de (meest gangbare) definitie van SDS te vallen, moet het met de VSA’s wel mogelijk zijn om ook het databeheer te virtualiseren en ‘los’ te maken van de hardware. In deze categorie treffen we onder andere HP StoreVirtual VSA en VMware vSAN aan. Naast deze twee SDS-benaderingen zijn er nog enkele nieuwe visies. Een voorbeeld daarvan is het optimaliseren van het opslagbeheer met behulp van ‘gedistribueerde controllers’ die direct worden geplaatst op zowel de fysieke als virtuele servers. Een aparte controlelaag verzamelt de gegevens die afkomstig zijn van de controllers en kent policy’s toe aan de controllers. Maar ongetwijfeld zullen zich de komende tijd nog meer nieuwe benaderingen van SDS aandienen.
IT-Infra MAART 2014 23
STORAGE bedrag voor een relatief onbekende ontwikkelaar van Software-Defined Networking (SDN)-technologie. Het was alsof vanaf dat moment iedereen het belang inzag van ‘Software-Defined Alles’. Leveranciers sprongen massaal op de ‘SD-trein’ en amper twee jaar later bieden zowel alle gevestigde spelers op de storage-markt als een hele reeks nieuwkomers SDS-oplossingen aan. En zoals dat gaat met een nieuwe trend hanteren zo ongeveer alle spelers op de storage-markt hun eigen definities van SDS waardoor de verschillende oplossingen moeilijk met elkaar zijn te vergelijken. Consensus over wat SDS nu precies is, is dus nog ver te zoeken. Sommige leveranciers zullen misbruik maken van deze verwarring door ten onrechte te claimen dat ze een ‘software-defined’-oplossing bieden, maar ondertussen ‘oude wijn in nieuwe zakken’ verkopen om toch maar vooral de afzet van hun hardware op peil te houden.
Intelligentie gecentraliseerd
De SDS-markt heeft daarom dringend behoefte aan een heldere definitie van Software-Defined Storage, en de marktanalisten van IDC hebben daarvoor een eerste aanzet gedaan. Als we de definitie van IDC volgen, dan biedt Software-Defined Storage een ‘storagestack die kan worden geïnstalleerd op commodity resources (x86-hardware, hypervisors of cloud) en/of op kant-en-klare computinghardware. Om in aanmerking te komen voor SDS, moet de software-gebaseerde storagestack een volledig pallet aan stora24 MAART 2014 IT-Infra
Groot voordeel van SDS is dat de opslagomgeving via één softwarelaag te beheren is ge-diensten bieden en een verbond smeden tussen de onderliggende dataplaatsing om voor datamobiliteit tussen de gebruikers van deze vorm van resources te zorgen’. Eenvoudiger gesteld worden storagefuncties zoals deduplicatie, replicatie, thin provisioning en snapshots (die samen de ‘intelligentie’ vormen) uit de hardware gehaald en in een aparte softwarelaag ondergebracht. Die intelligente softwarelaag voor de aansturing van de opslagomgeving kan zich op meerdere plaatsen bevinden, zoals in een applicatie op een server of in een besturingssysteem of hypervisor. SDS is daarmee vergelijkbaar met SDN waarbij alle netwerkintelligentie wordt gecentraliseerd in software-gebaseerde SDNcontrollers. SDS en SDN worden dan ook gezien als stappen richting een Software-Defined Data Center (SDDC), maar SDS kan ook als een losstaande maatregel worden gezien.
Voor- en nadelen
SDS zorgt volgens de voorstanders van deze nieuwe kijk op storage voor een opslagomge-
ving die flexibeler, efficiënter en schaalbaarder is dan wanneer de ‘intelligentie’ wordt bepaald door de hardware. Zo zou het binnen een SDS-omgeving eenvoudiger moeten zijn om zelfs incompatibele opslagapparaten van verschillende fabrikanten met elkaar te combineren. Nieuwe technologieën zoals flashgebaseerde Solid State Disks zijn eenvoudig in de storage-omgeving op te nemen zonder ingewikkelde datamigraties uit te hoeven voeren en zonder bestaande investeringen teniet te doen. Deze flexibiliteit leidt in de ideale situatie ook tot een kostenbesparing. Als een bestaande omgeving eenvoudig kan worden uitgebreid, is er minder noodzaak om op voorhand te investeren in een overcapaciteit die voorlopig toch niet wordt gebruikt. Met SDS zou het gebruik van de beschikbare capaciteit bovendien ook beter kunnen worden geoptimaliseerd waardoor je dus langer profijt hebt van storage-investeringen uit het verleden. Een groot voordeel van SDS vanuit beheeroogpunt is dat de gehele (en mogelijk
QoS laat vaak te wensen over
gemengde) opslagomgeving via één softwarelaag en dus vanuit één punt is te beheren. Voor de beheerder is het niet meer nodig om een diepgaande kennis te hebben van alle componenten die binnen de opslagomgeving te vinden zijn. Nieuwe functionaliteiten kunnen bovendien snel beschikbaar worden gesteld via een update van de softwarelaag waardoor het niet nodig is om alle opslagapparaten afzonderlijk bij te werken. Hierin schuilt meteen ook een nadeel: voor de geboden functionaliteit is de eigenaar van de storage-omgeving wel volledig afhankelijk van die ene leverancier van de software-gebaseerde storagestack. Ook is het nog maar de vraag of een ‘lock-in’ door de hardwarefabrikanten nu niet wordt vervangen door een lock-in door de softwareleveranciers.
Stefan von Dreusche (infoGermany@datacore.com) is Sales Director Central Europe bij DataCore Software
uality of Service (QoS) is een breed begrip binnen de IT. Meestal wordt bedoeld dat de mogelijkheid bestaat of juist is vereist, om aan een applicatie of toepassing vooraf bepaalde gegarandeerde resources mee te geven. Zo bestaan er storagesystemen die qua architectuur zo zijn ingericht dat men ervoor kan zorgen dat ook bij een toename van de load op het systeem, bepaalde applicaties de storagecapaciteit die hen is toebedeeld behouden. Een bekend voorbeeld zijn de 3PAR-systemen, die tegenwoordig van HP zijn. Ook sommige EMC-systemen kenden deze mogelijkheid al langer. In de netwerkwereld worden dergelijke technieken eveneens toegepast. Hierbij kan men regelen dat bepaalde systemen een gegarandeerde bandbreedte krijgen toegewezen, uiteraard ten koste van de overige gebruikers. Het begrip QoS kan je ook heel makkelijk gebruiken bij dienstverlening. Neem een situatie waarin zich een probleem voordoet met onze geïnstalleerde systemen.
E
indgebruikers worden steeds vaker het slachtoffer van de zogenaamde ‘dozenschuivers’ die claimen alles te kunnen. Vooral in de wereld van de Europese aanbestedingen wemelt het van dergelijke aanbieders die vaak maar in één ding goed zijn: het beantwoorden van de aanbesteding. Toegevoegde waarde is ver te zoeken en men maakt te pas en te onpas gebruik van onderaannemers. Dit laatste mag de aanbestedende dienst niet uitsluiten, hoewel er wel manieren zijn dit te ontmoedigen of te beperken. Veel eindgebruikers proberen tegenwoordig de schade te beperken door te eisen dat de support rechtstreeks door de fabrikant wordt uitgevoerd. Dit maakt het geheel, aanbestedingstechnisch gezien, wel wat complexer. Het zou eenvoudiger zijn als de fabrikant zelf op de aanbesteding inschreef. Dit gebeurt maar zelden omdat fabrikanten doorgaans (Amerikaans) beursgenoteerd zijn. Dat maakt het lastig om aansprakelijkheden aan te gaan die langer dan het boekjaar duren. Aanbestedingen bevatten niet zelden aansprakelijkheden
met een looptijd van jaren. Daarom geeft men de ‘hete aardappel’ liever door aan een van de resellers.
N
u meten we de kwaliteit van de dienstverlening van de fabrikant meestal op basis van de snelheid waarmee problemen worden opgelost. In geval van ‘break and fix’ scoren de meesten wel voldoende, maar als je te maken hebt met een probleem dat niet op te lossen is door een powersupply, controller of wat kaarten te swappen, dan leer je pas hoe support er echt uitziet. Veel van de hier gevestigde fabrikanten scoren dan onvol-
Men koos ervoor de apparatuur door de klant naar buiten te laten gooien doende, ze blijken nauwelijks beter dan de dozenschuiver die hen vertegenwoordigt. Zo hoorden wij recent van een geval waarbij een gerespecteerde fabrikant het faliekant liet afweten. Men koos ervoor de apparatuur door de klant naar buiten te laten gooien in plaats van ook maar enige moeite te doen het probleem verder te onderzoeken. De redenering was kennelijk: één klant met een probleem is geen probleem, de anderen klagen immers niet. Waarschijnlijk verkoopt men genoeg en kost het oplossen te veel energie en levert dit op korte termijn geen omzet en commissie op. Kennelijk is reputatieschade van ondergeschikt belang. Als je zoiets verneemt heeft het natuurlijk wel consequenties voor de manier waarop je nieuwe aanbestedingen en offertes uitvraagt. Wij willen namelijk onze QoS wel op peil houden. Er is immers niets erger dan een klant die nog jaren last heeft van een verkeerd advies.
Gert Brouwer Brouwer is onafhankelijk adviseur Brouwer Storage Consultancy (www.brouwerconsultancy.com). IT-Infra maart 2014 25
COLUMN STORAGE MATTERS
Q
STORAGE
Data-explosie
De terabytes vliegen ons straks
Mensen produceren veel data, maar dat is niets vergeleken bij de data die machines
genereren. Als het Internet of Things eenmaal realiteit is, komen we pas echt om in zeeën van data. Maar omdat opslag snel goedkoper wordt, is het kostenplaatje van storage niet onze grootste zorg, aldus Bob Plumridge, CTO EMEA van Hitachi Data Systems. Richard Keijzer
H
et Internet of Things (IoT) dat nu aan het ontstaan is, is voer voor speculaties. Steeds meer apparaten zijn uitgerust met sensoren en worden zo ingericht dat ze in staat zijn autonoom te communiceren via het internet. Sommige prognoses gaan er van uit dat er over enkele jaren zo’n 50 miljard devices via internet gegevens zullen uitwisselen. Plumridge denkt dat die schatting aan de conservatieve kant is. “Men is uitgegaan van de apparaten die we nu kennen. Maar er komt een vloedgolf aan nieuwe devices aan voor de meest uiteenlopende toepassingen. Die apparaatjes produceren data, in een veel hoger tempo dan de mens ooit zou kunnen.” IDC gaat ervan uit dat 42 procent van alle data in 2020 wordt opgewekt door een machine en dat op temijn het merendeel van de data op internet automatisch, dus buiten menselijke tussenkomst om wordt gegenereerd. Als voorbeeld verwijst Plumridge naar de autoindustrie. Auto’s zijn nu al volgestouwd met sensoren en de software daaromheen bevat inmiddels miljoenen regels code. In 2020 zal het aantal regels code in een alledaagse auto volgens hem groter zijn dan het aantal regels code aan boord van een Airbus A300 anno 2014. Momenteel produceert een verkeersvliegtuig per etmaal makkelijk 2000 terabyte aan sensorgegevens. Ter vergelijking; alle Twitteraars bij elkaar komen niet verder dan ongeveer 8 terabyte in 24 uur. Plumridge: “Als je daarbij bedenkt dat er duizenden vliegtuigen over de wereld vliegen 26 MAART 2014 IT-Infra
waarvoor ook geldt dat ze in 2020 veel meer data zullen genereren dan nu, krijg je dus een duizelingwekkende stroom aan data.” De enige oplossing voor Plumridge is dat we ons gaan beperken in het opslaan van data. “Niet alles wat gemeten wordt, hoeft opgeslagen te worden. Daar moeten we met z’n allen heel selectief in worden. Anders lopen we tegen een muur op.”
Onhandelbare hoeveelheden
Die muur komt nu al duidelijk in beeld, in situaties waar met enorme databestanden wordt gewerkt. “Barclays Bank, bijvoorbeeld,” zegt Plumridge, “wilde zijn netwerk van ATM’s moderniseren en daarvoor moesten hun databestanden worden verplaatst. Men had berekend dat het hele proces ongeveer 2 uur in beslag zou nemen. Dus werd de migratie in de nacht van zondag op maandag vanaf 3.00 uur uitgevoerd. Maar de operatie duurde veel langer en dat heeft de bank meer dan honderdduizend klachten van klanten opgeleverd. Dat toont aan dat grote hoeveelheden data steeds meer tot onwerkbare situaties leiden.”
Data opslaan in een cloudomgeving biedt volgens Plumridge wel enige soelaas, maar bedrijven moeten wel zeker weten dat ze altijd eigenaar van hun eigen data bijven en ook dat ze bij onverhoopte problemen ruim in staat worden gesteld om hun data elders onder te brengen, stelt hij. “Vorig jaar ging een grote cloudaanbieder in de VS failliet. Klanten kregen te horen dat ze hun data binnen twee weken moesten veiligstellen. Als je een kleine gebruiker bent is dat niet erg, maar een van de cliënten had 25 petabyte in die cloud staan. Zo’n hoeveelheid kan niet in twee weken naar een andere locatie worden gebracht. De zaak kon alleen worden gered door uitstel te krijgen op de termijn van twee weken.”
‘Opslag wordt goedkoper’
Overigens blijft opslag ‘in huis’ voor veeel bedrijven een optie omdat storage steeds goedkoper wordt. “Twee jaar geleden had de grootste Solid State Disk een capaciteit van 200 gigabyte. Dat was niet te vergelijken met een HD van 1 of 2 terabyte. Maar ontwikkelingen gaan snel, er zijn nu al SSD’s van 3,2
IDC gaat ervan uit dat 42 procent van alle data in 2020 wordt opgewekt door een machine
om de oren
terabyte en over een jaar of zo hebben we SSD’s van 6,4 TB. Vervolgens zal flashgeheugen per gigabyte minder kosten dan een harde schijf. Men verwacht het omslagpunt rond 2018 voor wat de aanschafprijs betreft. Kijk je naar operationele kosten dan hebben we het omslagpunt al in 2016, omdat SSD’s veel minder energie vergen. Bovendien is de performance van een SSD minstens driemaal zo hoog als die van een HD.” Plumridge verwacht daarom dat solid state op termijn overal in wordt toegepast. Wel moet daarbij worden opgemerkt dat geheugencellen van flashmemory een beperkt aantal keer van nieuwe informatie kunnen worden voorzien Wordt dat aantal overschreden dan gaat een cel mogelijk kapot. Wel zijn er inmiddels technieken die het overmatig overschrijven van een cel reguleren. Plumridge noemt software die regelt dat een cel die overbelast dreigt te raken, wordt ingeruild voor een nieuwe geheugencel. Die nieuwe cellen zijn aanwezig als spares, waarvoor zo’n tien procent van de capaciteit van een SSD wordt gereserveerd.
Richard Keijzer (r.keijzer@ automatiseringgids.nl) is redacteur van Automatisering Gids
Bob Plumridge is CTO bij Hitachi Data Systems. Daarnaast is hij Chairman of the Board of Directors van de Storage Networking Industry Association (SNIA) voor EMEA.
IT-Infra MAART 2014 27
Meer kennis, meer kansen.
Ga naar www.agkennisbank.nl en download whitepapers, lees blogs en bezoek event Koop wat u echt nodig hebt en bespaar op uw IT-kosten Door eens grondig naar het inkoopbeleid te kijken en bij iedere aankoop 3 kritische vragen te stellen kan er al snel tot 40% op de aanschafprijs van IT-hardware worden bezuinigd. Deze paper gaat verder in op voordelen van een scherp inkoopbeleid.
www.agkennisbank.nl/hardware
Meer grip op het gebruik van mobile devices In dit artikel komt u alles te weten over het managen van het groeiende aantal mobile devices in organisaties, en hoe hier effectief mee om te gaan. Hoe integreer je privé gebruik van mobile devices en het zakelijk gebruik tot één mobile platform?
www.agkennisbank.nl/mobile-devices
Stap in de Cloud Een praktische gids voor het opstellen van een succesvolle Cloudstrategie en succesvolle overstap naar cloudcomputing vraagt om een aantal beslissingen vooraf en juist beeld van de gewenst functionaliteit. Deze whitepaper biedt een praktische gids voor het opstellen van een succesvolle Cloudstrategie.
www.agkennisbank.nl/cloudstrategie
Naar een veiliger cloud Beveiliging van de cloud is nu vaak nog een punt van zorg. Maar die zorg is lang niet altijd terecht.
www.agkennisbank.nl/veiligecloud
Best practices Front-End optimalisatie (FEO) Content en application delivery netwerken zijn effectief gebleken bij het helpen van sites met prestatieproblemen, front-end problemen met de prestaties komen nu in beeld en worden aangepakt. Download de whitepaper en zie hoe dit in zijn werk gaat.
www.agkennisbank.nl/feo
5 tips om te profiteren van Big Data Big Data, het woord zegt het al: grote bergen gegevens met daarin waardevolle informatie. Hoe krijg je die informatie eruit en hoeveel moeite kost dat? Kenners uit diverse disciplines geven een kijkje in hun keuken.
www.agkennisbank.nl/bigdata
3 vragen die iedere CIO zich moet stellen over virtuele serverdataprotectie In de IT-sector is het omslagpunt voor de adoptie van virtuele-servertechnologieën bereikt. Zo voorspelde Gartner bijvoorbeeld dat servervirtualisatie van x86-systemen zal verdubbelen van veertig procent in 2011 naar tachtig procent in 2016. Veel organisaties stellen zich niet langer de vraag waarom ze zouden moeten virtualiseren. De vraag is nu: ‘waarom niet?’ – en die vraag is terecht. Download nu de drie vragen die elke CIO zich moet stellen over virtuele serverdataprotectie.
www.agkennisbank.nl/dataprotectie
De toegevoegde waarde van patterns of expertise Het kan kostbaar en moeilijk zijn de vaardigheden in huis te halen om snel oplossingen te ontwerpen, te testen, te configureren en te integreren in huidige complexe IT-omgevingen. Hierdoor missen veel organisaties de behendigheid om snel te kunnen schakelen in een competitief marktlandschap. Om dit probleem aan te pakken levert IBM PureSystems patterns of expertise. Patterns zijn terugkerende oplossingen voor standaard problemen. Deze paper legt uit wat IBM PureSystems patterns zijn, hoe ze werken en waarom ze een toegevoegde waarde kunnen zijn voor organisaties.
www.agkennisbank.nl/patterns
6 vermijdbare fouten bij het opzetten van wifi-net Zelfs de kleinste bedrijven kunnen niet meer zonder een draadloos netwerk. Tevoordehandliggende keuzes staan echter een goedwerkend netwerk in de weg. Voorkom de 6 voordehandliggende foute keuzes en download deze tips.
www.agkennisbank.nl/wifi-net
Wilt u ook een Whitepaper plaatsen? Mail naar agkennisbank@bimmedia.nl
Publieke en private clouds bouwen met vrije software
OpenStack, het door NASA en Rackspace opgerichte opensourceplatform voor cloudcomputing, ontwikkelde zich in amper drie jaar tijd tot de belangrijkste concurrent voor de gesloten cloud
platformen van Amazon, Microsoft en VMware. Wat maakt OpenStack zo succesvol en wat kan het voor uw bedrijf betekenen? Jozef Schildermans
A
lle code voor OpenStack is vrij beschikbaar onder de Apache 2.0-licentie. Vier jaar geleden ontstaan als een intern project bij de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA, werd de eerste publieke versie van OpenStack medio 2010 vrijgegeven in samenwerking met de Texaanse hoster Rackspace. Ondertussen steunen wereldwijd meer dan honderdvijftig bedrijven dit opensourceproject, waaronder klinkende namen als Cisco, HP, IBM en RedHat. Dell bouwde zijn publieke cloud ook op OpenStack-software, maar heeft dit project omwille van een nieuwe zakelijke oriëntatie ondertussen opgeheven. Volgens schattingen van de OpenStack Foundation wordt deze vrije cloudsoftware ondertussen wereldwijd gebruikt voor minstens 35 privé-clouds, 15 hybride clouds, 37 publieke clouds en 105 lokaal draaiende privé-clouds.
Publieke clouds
Het is vooral de markt voor publieke clouds die volgens marktstudies van Gartner en TechTarget de komende jaren zal exploderen. De markt voor
publieke clouddiensten zoals BPaaS (Business Process as a Service), SaaS (Software as a Service), IaaS (Infrastructure as a Service) en PaaS (Platform as a Service) was volgens Gartner in 2011 71 miljard euro waard. Tegen 2016 zal die markt echter meer dan verdubbelen tot 160,4 miljard euro. De traagste groei
citeit, al is er een groot verschil tussen Noord- en Zuid-Europa. Nederland behoort samen met Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen tot de betere leerlingen van de klas. Het maakt niet uit of clouddiensten gebaseerd zijn op gesloten broncode (zoals Amazon of Azure) of op open broncode (zo-
Amerikaanse infrastructuur, al passen de grote leveranciers zich in snel tempo aan door ook Europese infrastructuur aan te bieden. Maar volgens Gartner is momenteel 98% van de cloudproviders in Europa gebaseerd in de Verenigde Staten. Het Europese Parlement en de Europese Commissie zouden dit graag an-
Vooral de markt voor publieke clouds zal volgens marktstudies de komende jaren exploderen is overigens voor rekening van West-Europa, niet alleen vanwege de eurocrisis, maar ook door een grotere terughoudendheid bij heel wat Europese bedrijven. Bovendien is er ook de Europese regelgeving, die het zonder meer omarmen van de cloud door bijvoorbeeld de banken onmogelijk maakt. Weinig Europese bedrijven gebruiken momenteel publieke clouddiensten voor het uitbreiden van hun computerinfrastructuur of netwerkopslagcapa-
als OpenStack): veel Europese bedrijven houden deze kerntaken liever binnenshuis. Ze zijn bang de controle te verliezen, stellen zich vragen bij de veiligheid en vrezen onverwachte uitval, waarbij je als relatief klein lokaal bedrijf bijna geen verhaal hebt tegen Amerikaanse giganten zoals Amazon of Microsoft. Het PRISM-spionageschandaal en de NSA-onthullingen door Edward Snowden doen het cloudverhaal ook geen goed. De meeste cloudaanbieders gebruiken immers
ders zien, maar Gartner ziet in deze toestand niet snel verandering komen door de versnippering in Europa. De OpenStack Foundation zelf verwacht echter dat hun project snel belangrijker zal worden in Europa en dat Europese bedrijven de achterstand met de Verenigde Staten en Azië snel zullen inhalen.
Uitbesteding
Ruim 88 procent van de IT-uitgaven gebeuren bij ons nog op de traditionele manier, dus » IT-Infra MAART 2014 29
GETEST SECTIE X
OpenStack cloudsoftware en HP Public Cloud
SECTIE X GETEST
»
voor diensten en hardware die binnenshuis draaien. Slechts 12 procent wordt uitgegeven in de cloud. Op termijn is het echter onvermijdelijk dat die verhouding omslaat en dat ook Europese en Nederlandse bedrijven de meerderheid van hun IT-centen in de cloud zullen spenderen. Voor startups is dat overigens vandaag al het geval: die omarmen de cloud, vooral vanwege de lagere kosten, zonder er veel bij na te denken. Maar ook gevestigde bedrijven stellen zich meer en meer de vraag wat er nog tot de kerntaken van de IT-afdeling behoort. De verwachting is dat op niet al te lange termijn alles uitbesteed wordt wat als een ‘commodity’ beschouwd kan worden. Dat geldt voor hardware (servers, NAS, SAN en andere ‘appliances’), software (bijvoorbeeld back-up, archivering, security, opslag van softwareobjecten) én datacenters (te duur in West-Europa).
OpenStack OpenStack omschrijft zichzelf als een ‘open source cloud operating system’ dat virtualisatie-, opslag- en netwerkhulpbronnen ter beschikking stelt aan applicaties van anderen via een krachtige API (Application Programming Interface). Het geheel wordt beheerd met behulp van het OpenStack Dashboard. OpenStack draait op standaard x86-hardware en kan zowel in private, hybride als publieke clouds van om het even welke omvang worden gebruikt. Het Amerikaanse Piston Cloud Computing – dat opgericht werd door ex-NASA-medewerkers die ook betrokken waren bij het ontstaan van OpenStack – heeft bijvoorbeeld een draagbare private cloud op basis van OpenStack die start vanaf een standaard USBstick van minimaal 1 GB. Maar OpenStack vormt evengoed de basis voor de ‘enterprise clouds’ van HP (Public Cloud) en Rackspace (Open Cloud) die de concurrentie aangaan met de gesloten zakelijke cloudinfrastructuur van
Amazon (Amazon Elastic Compute Cloud / EC2) of Microsoft (Azure).
NASA en Rackspace
OpenStack ontstond binnen NASA trouwens als een Amazon EC2-achtige cloudinfrastructuur die bruikbaar zou zijn voor de Amerikaanse federale overheid. NASA gaf de broncode vrij in 2010 en creëerde samen met Rackspace het huidige OpenStack-platform. Het opensourceproject is al aan zijn achtste softwarerelease toe (codenaam ‘Havana’), waaraan 910 ontwikkelaars meewerkten, die vierhonderd nieuwe mogelijkheden aan OpenStack toevoegden. Bij de nieuwigheden zijn onder andere OpenStack Orchestration, waarmee beheerders automatisch applicatiehulpmiddelen of ‘resources’ kunnen uitrollen; een verbeterd Dashboard met een duidelijke gebruikersinterface; de introductie van OpenStack Metering voor het eenvoudiger factureren van clouddiensten; de introductie
van ‘end-to-end’ encryptie voor gegevensopslag; ondersteuning van SSL voor alle API’s; en nieuwe VPN (Virtual Private Network)- en firewalldiensten. Zes maanden vóór ‘Havana’ werden in de zevende, nog steeds ondersteunde, OpenStack-release (codenaam ‘Grizzly’) nieuwigheden toegevoegd. Zoals de OpenStack Image Service, waarmee eindgebruikers eenvoudiger beeldkopieën van startklare cloudapplicaties kunnen uitwisselen. En OpenStack Identity, waarmee rollengebaseerde toegangscontrole en PKI (Public Key Infrastructure)-beveiliging aan cloudapplicaties kunnen worden toegevoegd. ‘Icehouse’, de negende softwarerelease, zal overigens medio april verschijnen. De OpenStack API is compatibel met Amazon WebServices, waardoor AWS-clientapplicaties met minimale inspanningen overgezet kunnen worden naar een OpenStack-cloud.
your applications API’s OpenStack Dashboard Compute
Networking OpenStack Shared Services
Schildermans (jozef@datatestlab.be) is werkzaam bij Data TestLab. 30 MAART 2014 IT-Infra
standard hardware
Storage
SECTIE X
De bouwstenen van OpenStack OpenStack bestaat uit verschillende bouwstenen waarmee men publieke, private of hybride clouds kan bouwen. Alle OpenStackdiensten hebben een codenaam. De belangrijkste zijn:
Ceilometer: Vormt de basis voor alle metingen binnen Openstack, zowel voor facturatie als voor monitoring van allerlei parameters. De verzamelde gegevens kunnen op allerlei manieren worden gedeeld en worden bijvoorbeeld ook gebruikt voor alarmeringen.
Glance: OpenStack Image Service voor virtuele machines (VM’s) die eenvoudig geïntegreerd kan worden met Keystone (zie verder). VM’s kunnen publiek of privé zijn en/of verdeeld worden via een abonnementssysteem. De Glance-client is geschreven in Python.
Horizon: ‘Canonische’ of standaardversie van het OpenStack Dashboard, de grafische webgebruikersinterface voor alle andere OpenStack-diensten. Geschreven in Python.
Neutron: ‘Networking as a Service’-bouwsteen van OpenStack. Deze dienst en API draait tussen interface-apparaten zoals virtuele netwerkkaarten (vNICs) en andere OpenStack-diensten zoals Nova (zie verder). Hiermee kunnen interfaces gebouwd worden tussen OpenStackapplicaties en andere netwerkdiensten, of die nu open of gesloten broncode zijn. Voorbeelden van dergelijke interfaces en plug-ins zijn Open vSwitch (multilayer virtual switch), Cisco UCS/Nexus (interface naar Cisco Nexus-switches), NEC OpenFlow, Brocade Neutron Plugin, Cloudbase Hyper-V, Juniper Networks en vele andere.
Oslo: De OpenStack Common Libraries is een verzameling Python-bibliotheken met stabiele programmacode die gedeeld wordt door alle OpenStack-bouwstenen.
Cinder: Basisinfrastructuur voor het opslaan van datablokken (‘volumes’) in OpenStack. Was voorheen een onderdeel van Nova, maar werd verzelfstandigd. Vormt de basis van backup-, archivering- en data-opslagtoepassingen. Komt met drivers voor diverse opslagsystemen van derden (EMC VMAX/VNX, HP 3PAR, IBM Storwize/SVC, IBM XIV, NetApp, NFS, Windows Server 2012 et cetera).
Heat: Template-gebaseerde ‘orchestration engine’ waarmee automatisch diensten en applicaties kunnen worden uitgerold volgens vooraf gedefinieerde patronen.
Keystone: OpenStack Identity Service die gebruikt wordt voor authenticatie en authorisatie, eventueel met behulp van tokens. Ondersteuning voor mechanismen zoals oAuth, SAML en openID staat op de planning. De Keystone-client is geschreven in Python.
Nova: API voor de IaaS-ondersteuning van OpenStack die een hoge graad van compatibiliteit met Amazon AWS heeft. KVM- en XEN-hypervisors worden goed ondersteund. De ondersteuning voor andere hypervisors zoals LXC, ESXi/VC, Hyper-V, Barmetal en PowerVM is momenteel min of meer beperkt.
Swift: OpenStack Object Storage laat toe om massale hoeveelheden data-objecten op te slaan in virtuele containers. Ondersteunt opslag, opvragen, vernieuwen, wissen en vermenigvuldigen van data-objecten, met inbegrip van integriteitscontroles en statistieken. Swift is gebaseerd op Cloud Files van Rackspace. Momenteel worden objecten tot 5 GB ondersteund, al zijn er wel plannen om in de toekomst ook grotere objecten te ondersteunen.
IT-Infra MAART 2014 31
SECTIE X GETEST
HP Public Cloud De publieke cloud van HP is een van de grootste OpenStack-distributies in de wereld. HP is sinds 2012 trouwens een van de belangrijkste bijdragers aan OpenStack. Vanaf 2014 wordt het ook in Europa gecommercialiseerd, met Europese datacentra. We gaan er daarom dieper op in. HP Public Cloud is immers niet zomaar een standaard OpenStack-distributie. Aan alle belangrijke bouwstenen van OpenStack voegt HP Public Cloud extra’s toe: verbeterde schaalbaarheid bij Nova, cross-regio synchronisatie en replicatie bij Swift, plug-in voor blokopslag bij Cinder, verbeterde en veiligere transactiemogelijkheden bij Keystone en extra netwerkuitbreidingen zoals lastenverdeling, intrusiedetectie en SDN’s (Software Defined Networking) bij Neutron. HP ziet OpenStack overigens als universele ‘lijm’ die eigen en andere cloudproducten met elkaar verbindt. Kortom, een soort hypervisor die over heel de wereld draait en geschikt is voor private, hybride en publieke clouds. Die gebruikt kan worden als een hulpmiddel bij de ontwikkeling van allerlei cloudapplicaties, maar ook als capaciteitsuitbreiding voor het eigen datacentrum. En waarvan de facturering heel flexibel gebeurt naargelang het gebruik dat u ervan maakt, zonder dat u zware contracten moet afsluiten of grote financiële middelen opzij hoeft te zetten.
Onderdelen
Drie onderdelen van HP
32 MAART 2014 IT-Infra
HP Cloud: services
Public Cloud zijn momenteel commercieel beschikbaar: computing op aanvraag (HP Cloud Compute), back-up en archivering (HP Cloud Object Storage) en bufferen (‘caching’) van vaak gebruikte inhoud voor apps en websites (HP Cloud CDN). Deze onderdelen komen standaard met 24/7 instant support via chat, e-mail en telefoon (vanaf 2014 ook met Europese operatoren), extra beveiligingsvoorzieningen (‘hardened security’) en 99,95% SLA (service level agreement). De SLA-garanties worden overigens maandelijks gemeten en niet jaarlijks voor een betere beschikbaarheidsgarantie. HP Cloud Block Storage (cen-
Configuratie Object Storage
DNS-service
trale virtuele machines) draait momenteel in publieke bèta. Daarnaast zijn er nog ‘early access’ bèta’s en alpha’s van MySQL in de cloud (HP Cloud Relational Database); meertalige app-ontwikkeling en -uitrol in de cloud (HP Cloud Application Platform as a Service); DNS-diensten voor virtuele machines (HP Cloud DNS); lastenverdeling voor virtuele machines (HP Cloud Load Balancer); real-time bewaking en beheer van VM’s (HP Cloud Monitoring); en asynchrone communicatie tussen applicaties (HP Cloud Messaging).
Partners
Meer dan honderd technologiepartners bieden kant-en-
klare oplossingen aan via HP Cloud. HP zorgt voor de infrastructuur of back-end en de partners voegen daar waarde aan toe. Voorbeelden zijn Autonomy, Panzura of Riverbed voor archiverings-, backup- en samenwerkingsdiensten; Datastax voor het verwerken van grote hoeveelheden data; FeedHenry voor de snelle uitrol van mobiele apps; performante caching met Akamai en HP Enterprise Services GigaSpaces; of Appzero voor bedrijfsmatig app-beheer. Diensten, apps en virtuele appliances kunnen gekocht worden via HP Cloud Services Marketplace, dat voortaan ook in Europa beschikbaar is. HP zette zelf al verschillende ei-
Conclusie Europese bedrijven mogen er door de band genomen nog huiverachtig tegenover
staan, publieke en private clouds zullen
in de niet al te verre toekomst een steeds belangrijkere hap nemen uit het totale
IT-budget. Verschillende spelers verdringen zich in deze markt, die volgens marktonderzoekers zoals Gartner vanaf dit jaar
zal exploderen. OpenStack is een breed
gedragen opensource alternatief mét open API’s voor de gesloten cloudoplossingen
van bedrijven zoals Amazon en Microsoft. Met zijn Public Cloud zet HP volop in op OpenStack. Via eigen gescheiden (Euro-
pese) datacentra, en een SLA waarvan de prestaties niet over een jaar, maar over
een maand gemeten worden, garandeert
HP hoge betrouwbaarheid, gecombineerd
met stringente veiligheidsmaatregelen en
24/7 ondersteuning via telefoon, chat en email in het standaardproduct, dus zonder extra kosten. De licentiepolitiek is ook erg doorzichtig: u betaalt niets vooraf en HP rekent u alleen af op het gebruik.
Welke toepassingen uiteindelijk succesvol zullen zijn in de cloud, valt moeilijk te
voorspellen. Maar zeker is dat na hardware op niet al te lange termijn ook het data-
center een ‘commodity’ wordt en niet meer tot de kerntaken van de IT-afdeling zal
behoren. Kleinere bedrijven met een mi-
nimale infrastructuur doen duidelijk hun voordeel met het cloudverhaal. Maar ook
grotere bedrijven zullen naar verwachting de cloud gaan gebruiken voor taken die
niet langer als kern worden beschouwd.
Denk dan aan het opslaan in de cloud van weinig gebruikte data die nog wel nodig zijn voor auditing-doeleinden (‘object
storage’), versnellen van websites via CDN of het back-uppen van kritische bedrijfsgegevens.
Compute Services, beheer Linux-server
↑ www.openstack.org ↑www.pistoncloud.com ↑ www.rackspace.nl ↑ www.hpcloud.com ↑ www.hpcloud.com/pricing IT-Infra MAART 2014 33
SECTIE X
gen enterpriseproducten over naar HP Public Cloud, zodat die per uur of per gebruiker, in plaats van per klassieke softwarelicentie, gefactureerd kunnen worden. Klanten hoeven dan uiteraard ook niet meer in een eigen netwerkinfrastructuur te voorzien. Elk datablock en elk bestand wordt zonder extra kosten op drie fysiek en technisch gescheiden Amerikaanse of Europese datacentra opgeslagen. De nieuwe Europese infrastructuur volgt dezelfde methode als de Amerikaanse: clusters van drie fysiek gescheiden datacentra, zoals overigens HP’s eigen interne datacentra nu al opereren. Op hpcloud.com is een gratis trial
beschikbaar van drie maanden. In die probeerversie zijn inbegrepen: duizend uur per maand computertijd, 160 GB per maand opslag of 125 GB per maand CDN-bandbreedte. Een kredietkaart is nodig om in te schrijven, maar die wordt pas aangesproken als u meer dan 50 dollar uitgeeft. Als u een btw-nummer hebt, zal HP u een factuur bezorgen die aan de Europese btwregels voldoet. U kunt kiezen tussen verschillende datacentra en diensten, waaronder object storage, compute, load balancer, messaging, monitoring en MySql. Sommige van deze diensten draaien momenteel nog in bètaversie. De ‘compute service’ bevat bron-images voor verschillende Linux- en Windows-serverinstallaties (CentOS, Debian, Fedora Ubuntu, Windows Server 2008 et cetera) Daarnaast kunt u uw eigen images toevoegen of een van de partnerimages selecteren, waaronder voorgekauwde installaties van CliQR CloudCenter (vooraf geconfigureerde bedrijfsapps), Stackato (private PaaS), Drupal (CMS) en LeoStream Cloud Desktop,
Netwerk Gebruikersgroep Nederland (NGN) is een Special Interest Group voor praktische ICT-professionals, onderdeel van Ngi-NGN.
NGN PORTRET
N
foto: ron onrust
adat Rob Freeling was benaderd voor dit NGN Portret, vroeg hij of Koos Jakobs ook mee mocht doen. Samen zijn ze de drijvende kracht achter Common Nederland. “Als locatie wil ik restaurant OudLeusden voorstellen,” zegt Rob, “daar hielden we als Common altijd onze specials.” Common was eerst een zelfstandige vereniging, maar fuseerde in 2012 met NGN. En sinds 1 januari jongstleden is het een SIG van Ngi-NGN. Het heeft als doelgroep IT’ers die zich bezighouden met IBM-producten. De oorsprong van Common ligt bij de minicomputers van IBM. Dat was de lijn van System/38, System/36, wat later uitmondde in de AS/400 en de IBM iSeries. Nog later werd dat System i, en die ging weer op in IBM Power Systems. Maar de naam AS/400 valt gedurende het gesprek toch het meeste. Die naam is klaarblijkelijk het beste blijven hangen. Hoewel Common zich nu in principe richt op alle IBM-producten, komen de leden van Common natuurlijk voort uit de minilijn van IBM. En dus zijn veel verenigingsactiviteiten nog steeds op de Power Systems gericht.
Volle zalen
Ook Freeling en Jakobs hebben zich intensief met de AS/400 beziggehouden en de 61-jarige Koos doet dat nog steeds. Ze hebben allebei een AS/400 thuis en Koos zelfs twee. Jakobs was heel lang in dienst van IBM en was een van de technische mensen achter de AS/400. “Eerst de hardware en later ook de software. En héél intensief,” zegt hij, “ik wil alles begrijpen, tot op bitniveau.” Het was dus 34 MAART 2014 IT-Infra
Rob Freeling Leeftijd: 56 jaar Bedrijf: Capgemini Thuissituatie: getrouwd, vier kinderen Favoriete tools: SEU (inmiddels obsolete editor op AS/400), HMC Favoriete link: - www.ngn.nl - tweakers.net - www.ibm.com/support - www.theregister.co.uk
Koos Jakobs Leeftijd: 61 jaar Bedrijf: Jakobs IT Services Thuissituatie: getrouwd, zes kinderen Favoriete tools: – Favoriete link: www.google.com (“Daar vind je alle kennis.”)
Koos Jakobs (links) en Rob Freeling: de drijvende krachten achter Common Nederland
min of meer vanzelfsprekend dat hij zich met Common ging bezighouden, want hij kon veel over hard- en software vertellen. Hij heeft in het verleden voor volle zalen presentaties gegeven bij Common-bijeenkomsten. Later deed Jakobs veel klussen voor de marketing afdeling van IBM, maar dat
hield op een gegeven moment op. En bij een reorganisatie in 2009 verliet hij IBM. Sindsdien verkoopt hij zijn kennis van de IBM-producten vanuit zijn eigen bedrijf en doet zo onder andere aan educatie rond de iSeries-systemen. Soms wordt hij gevraagd door IBM, soms doet hij opdrachten voor IBM-
Koos Jakobs:
“Ik wil alles begrijpen, tot op bitniveau”
partners. Natuurlijk gaat zijn kennis inmiddels veel verder dan alleen de AS/400. “Die systemen staan nergens meer op zichzelf, maar altijd in een netwerk met allerlei andere apparaten. Ik heb me dus ook verdiept in Windows en Linux.”
Oursourcing
Rob Freeling is ooit bij Volmac begonnen als programmeur. Hij raakte bij Common betrokken omdat Capgemini in 2005 een beheerpakket had voor de iSeries en daar meer ruchtbaarheid aan wilde geven. Inmiddels doet Rob zakelijk niets
Dual station
Gekke voorvallen gebeuren er ook met AS/400’s. Rob: “Een collega moest een AS/400 met de sleutel op ‘manual’ zetten, maar dat wilde niet lukken. Veel later ontdekte hij dat het slot ondersteboven in de server zat.” Koos: “Ik kreeg maar geen console. Toen bleek dat de terminal een dual station was en ik op het verkeerde station op het console stond te wachten.”
meer met de iSeries. Hij is nu projectleider bij de afdeling Outsourcing van Capgemini en praat in die hoedanigheid veel met klanten. Hij blijft Rob nog wel graag betrokken bij Common. “Maar in de coördinatie kunnen we best nog mensen gebruiken, dat mag je
best erbij schrijven.” Eind vorig jaar organiseerde Common nog – in samenwerking met de Belgische en Luxemburgse afdeling – een bijeenkomst in Eindhoven. Freeling: “Die werd bezocht door ongeveer honderd mensen. Dat was ook een goede gelegenheid om de banden met Rob Freeling:
“Ik zie de integratie van Common Nederland met Ngi-NGN als een verrijking”
Common Europe weer eens aan te halen.”
Thuis
Privé is het duo ook graag met computers bezig, dat blijkt wel uit het feit ze nog een AS/400 bezitten. Freeling heeft daarnaast nog een Acorn RISCPC, naast natuurlijk de meer gebruikelijke pc’s die er in huis staan, en een Android-tablet en een NAS. Jakobs bezit behalve de nodige pc’s, een iPhone en een iPad, ook een Raspberry Pi. Ook die laatste wil hij tot op het bitniveau doorgronden. Daarnaast is muziek Koos zijn
Ten slotte richt Rob zich nog tot de mede NGN’ers: “Ik zie de integratie van Common Nederland met Ngi-NGN als een verrijking. Er is volgens mij binnen NGN veel kennis die ook voor de IBM i (AS/400) nuttig kan zijn. En ik reken er dan ook op dat wij in de toekomst veel samenwerken.”
Ron Onrust Onrust is freelancejournalist en verzorgt twee keer per week de elektronische NGN Nieuwsbrief.
reageren? www.ngn.nl/ITInfra20140236 IT-Infra MAART 2014 35
NGN NIEUWS
passie, al houdt hij zich daar voornamelijk passief mee bezig. “Veel te weinig actief”, verzucht hij. Wel probeert hij zoveel mogelijk tijd door te brengen in zijn huisje in de Auvergne. Rob houdt zich in zijn vrije tijd bezig met volleybal, onder meer als trainer. En verder doet hij aan zeezeilen. “Nee, ik heb geen eigen boot,” zegt hij met een glimlach, “ik ga regelmatig met een zeezeilschool mee. En dan zie je meer van de wereld dan wanneer je een eigen boot hebt.”
NGN JAARCONGRES
Op 6 maart vierde de nieuwe
vereniging Ngi-NGN zijn eerste grote mijlpaal: het Jaarcongres 2014. Met
250 aanmeldingen was het helemaal volgeboekt. Ngi-NGN kijkt terug op een geslaagde dag.
H
et thema van het congres was ‘De Informatieprofessional 3.0’ en dat liep als een rode draad door de presentaties heen. Dagvoorzitter Wijnand Westerveld introduceerde Meine Breemhaar, die letterlijk de aftrap van de dag voor zijn rekening nam door met enkele gerichte trappen ballen in het publiek te verdelen. Breemhaar is directeur van Mac3Park, Creative Campus, de locatie waar het congres zich afspeelde. Hij gaf een aardige inkijk in de geschiedenis van het gebouw, dat ooit tot het Beiersdorf-concern behoorde. Dit was de fabriek waar de potjes van Nivea met de welbekende crème werden gevuld.
Oude banden werden aangehaald en nieuwe connecties gelegd.
Geslaagd Jaar
Interview
Oud-NGN-voorzitter Jan Kees de Jager was virtueel aanwezig. Hij kon er op de dag zelf niet bij zijn, dus dagvoorzitter Westerveld had vooraf een interview met De Jager opgenomen, dat de bezoekers op het scherm konden zien. Samen stonden ze even stil bij het succesvolle samengaan van Ngi-NGN, en de toekomst van de BV Nederland. De sessies vonden plaats in vijf zalen in het Creative Campus. Deze werden drukbezocht, maar 36 MAART 2014 IT-Infra
Welkomst dagvoorzitter Wijnand Westerveld.
het viel op dat de bezoekers elkaar in de wandelgangen ook al wisten te vinden. Er werden veel oude banden aangehaald en nieuwe connecties gelegd. De dag werd afgesloten door Rik Maes, Erik de Vries en Wouter Bronsgeest, die samen medeverantwoordelijk zijn voor
Jan Kees de Jager was virtueel aanwezig.
het boekje ‘De Informatieprofessional 3.0’, dat iedere bezoeker mee naar huis mocht nemen. Ze gaven een inleiding op de inhoud om iedereen te motiveren het boekje te lezen. Wouter Bronsgeest gaf de kaders weer waarover het gaat: er is behoefte aan een
informatieprofessional met ook andere vaardigheden. Hij moet de boodschap goed kunnen overbrengen aan iedereen die het moet horen; hij moet zijn rug recht houden als hem een onmogelijke taak wordt opgedragen; en hij moet rustig blijven als de wereld om hem
congres 2014
Uiteindelijk kreeg iedereen het boekje ‘De Informatieprofessional 3.0’
heen ‘kolkt’. Nee, het is geen ‘zelfhulpboekje’, maar juist bedoeld om vakgebieden te verbinden. Rik Maes ging dieper in op de veranderende omstandigheden waar we vandaag de dag mee te maken hebben. Vervolgens hield hij zijn toehoorders de
vier gedaanten voor van de informatieprofessional 3.0. Hij is een verteller met veel empathie; hij is een ontwerper wiens startpunt is wat mensen willen; hij is de innovator en hij is een kunstenaar die durft te bekennen dat er dingen zijn die we niet weten.
Evalueren met een borrel.
Erik de Vries boorde daarna de onderwerpen aan van het boek. Hij gaf een kleine inzage om iedereen aan het lezen te krijgen. De dag werd zoals gebruikelijk afgesloten met een borrel, waarin de presentaties op een informele manier werden
geëvolueerd. Was het nuttig? Ja. Was het leuk? Ook. Vervolgens kon iedereen naar huis, maar niet zonder het boek.
reageren? www.ngn.nl/ITInfra20140236 IT-Infra MAART 2014 37
SECTIE X WORKSHOP
Bootstrap Webdevelopment aan de hand van een framework (deel 4) De vorige keer hebben we het in Bootstrap (getbootstrap.com) gestileerde formulier grafisch verfijnd. Met het gebruikte JavaScript wordt het formulier
gevalideerd. Vervolgens kunnen we controleren of de inhoud van het formulier al dan niet mag worden ‘doorgeschoten’ naar de webserver. Dat is dan ook precies de toevoeging van deze keer: het verzenden van formuliergegevens via AJAX. En verder nog wat extra’s, zoals het vanuit JavaScript handig werken met cookies. John Vanderaart
T
e beginnen met die cookies. We gaan dat in JavaScript doen en wel via een JQuery-bibliotheek genaamd ‘JQuery Cookie’ (plugins.jquery.com/cookie) (afbeelding 1). Met die bibliotheek zijn we er nog niet, want we gaan het onszelf gemakkelijk maken door drie functies aan JavaScript toe te voegen: ‘Set_Cookie()’,‘Get_Cookie()’ en ‘Delete_Cookie()’. Dat codeert visueel namelijk makkelijker. Enfin, dat met die cookies speelt zich af in de header (afbeelding 2). Zoals u ziet, zijn de functies ‘Set_Cookie()’, ‘Get_Cookie()’ en ‘Delete_Cookie()’ eenvoudig aan te spreken vanuit JavaScript (afbeelding 3). Zo eenvoudig zelfs dat u ze kunt gebruiken om de formuliervelden direct van gegevens te voorzien. Die gegevens zijn dan afkomstig van een voorgaande sessie met de webbrowser, want toen hebben we ze bewaard. Verder opgemerkt dat over cookies sowieso te moeilijk wordt gedaan. Dat wil zeggen, met behulp van de hier getoonde drie functies zijn
38 MAART 2014 IT-Infra
Maak het gemakkelijk met behulp van de JQuery-bibliotheek ‘JQuery Cookie’. Iets simpels en kleins om handig met cookies te knutselen. Afbeelding 1
<!DOCTYPE html> <html lang="nl"> <head> <meta http-equiv="content-type" content="text/html; charset=utf-8" /> <meta http-equiv="content-language" content="nl" /> <meta name="viewport" content="width=device-width, initial-scale=1.0" media="screen"/> <meta name="description" content="Bootstrap Framework" /> <link rel="stylesheet" type="text/css" href="/css/bootstrap.min.css" /> <link rel="stylesheet" type="text/css" href="/css/extra.css" /> <script type="text/javascript" src="/js/jquery-1.10.2.min.js"></script> <script type="text/javascript" src="/js/bootstrap.min.js"></script> <script type="text/javascript" src="/js/cookie.js"></script> <title>Bootstrap Framework</title> </head> <body> <script language="javascript"> function Set_Cookie(name, value) {$.cookie(name, value); } function Get_Cookie(name) {return $.cookie(name); } function Delete_Cookie(name) {$.removeCookie(name); } </script> <div class="container"> <hr>
Afbeelding 2
ze bijzonder eenvoudig te implementeren en ook nog eens ongevaarlijk, omdat ze alleen betrekking hebben op de webpagina waar ze worden gebruikt. De cookies waarvoor u wél beducht moet zijn, zijn de – laten we zeggen – ‘crossover cookies’ (op commerciële websites) die gegevens uitwisselen die u liever voor uzelf houdt. Denk aan uw surfvoorkeuren (in verband met webadvertenties) en uw e-mailadressen (in verband met spam).
Formulier uitwerken
We gaan verder met het overkoepelende formulier. We presenteren nogmaals de ASPlisting (afbeelding 4). Met dien verstande dat
We nemen de extra cookie-functionaliteit mee in de header van ons ASP-project. Afbeelding 3
<div class="modal fade" role="dialog" data-backdrop="false" datakeyboard="false" id="Controle"> <div class="modal-dialog" id="Dialoog"> <div class="modal-content"> <div class="modal-header"> <h3 class="modal-title text-center">CONTROLEER UW GEGEVENS</h3> </div> <div class="modal-body"> <div class="row"> <div class="col-lg-5"> <h4 class="text-right">Naam:</h4></div> <div class="col-lg-7"> <h4 class="text-left" id="controleNaam"></h4></div> </div> <div class="row"> <div class="col-lg-5"> <h4 class="text-right">Adres:</h4></div> <div class="col-lg-7"> <h4 class="text-left" id="controleAdres"></h4> </div> </div> <div class="row"> <div class="col-lg-5"> <h4 class="text-right">Woonplaats:</h4></div> <div class="col-lg-7"> <h4 class="text-left" id="controleWoonplaats"></h4></div> </div> <div class="row"> <div class="col-lg-5"> <h4 class="text-right">E-mailadres:</h4></div> <div class="col-lg-7"> <h4 class="text-left" id="controleEmailadres"></h4></div> </div> </div> <div class="modal-footer"> <center> <button type="button" class="btn btn-success" onclick="stuurFormulier();" >AKKOORD</button>&nbsp; <button type="button" class="btn btn-danger" datadismiss="modal">NIET AKKOORD</button> </center> </div></div></div> </div> <div class="row"> <div class="col-lg-4"> </div> <div class="col-lg-4"> <div class="alert alert-info alert-dismissable" style="margin-top: 15px; margin-bottom: 0px;" id="Resultaat"> <div id="Inhoud" class="text-center"></div> <br> <center> <button type="button" class="btn btn-success" onclick="$('#Resultaat').hide();" >GEZIEN</button> </center> </div></div><div class="col-lg-4"></div> </div> <script language="javascript"> $(document).ready(function() {$("#Resultaat").hide(); $("#Voorletters").val(Get_Cookie("Voorletters")); $("#Tussenvoegsel").val(Get_Cookie("Tussenvoegsel")); $("#Achternaam").val(Get_Cookie("Achternaam")); $("#Straatnaam").val(Get_Cookie("Straatnaam")); $("#Huisnummer").val(Get_Cookie("Huisnummer")); $("#Toevoeging").val(Get_Cookie("Toevoeging")); $("#Postcode").val(Get_Cookie("Postcode")); $("#Plaatsnaam").val(Get_Cookie("Plaatsnaam")); $("#Emailadres").val(Get_Cookie("Emailadres")); }); function maakLeeg() {$("#Voorletters").val(""); $("#Tussenvoegsel").val(""); $("#Achternaam").val(""); $("#Straatnaam").val(""); $("#Huisnummer").val(""); $("#Toevoeging").val(""); $("#Postcode").val(""); $("#Plaatsnaam").val(""); $("#Emailadres").val(""); } function checkLeeg(veldnaam) {if ( Formulier.elements[veldnaam].value.length == 0 ) {$("#gp" + veldnaam).addClass( "has-error" ); $("#hp" + veldnaam).addClass( "help-block" ); $("#hp" + veldnaam).text( veldnaam + " verplicht..." ); return false; } else {$("#gp" + veldnaam).removeClass( "has-error" ); $("#hp" + veldnaam).removeClass( "help-block" ); $("#hp" + veldnaam).text( "" ); return true; } } function valideerFormulier() {var Akkoord = true; var Emailregex = /^[a-z-_0-9\.]+@[a-z-_0-9\.]+\.[a-z]{2,4}$/i; if (checkLeeg("Voorletters") == false) { Akkoord = false; } if (checkLeeg("Achternaam") == false) { Akkoord = false; } if (checkLeeg("Straatnaam") == false) { Akkoord = false; }
Afbeelding 4
if (checkLeeg("Huisnummer") == false) { Akkoord = false; } if (checkLeeg("Postcode") == false) { Akkoord = false; } if (checkLeeg("Plaatsnaam") == false) { Akkoord = false; } if (checkLeeg("Emailadres") == false) { Akkoord = false; } else {if (! Emailregex.test(Formulier.elements["Emailadres"].value)) { $("#gpEmailadres").addClass( "has-error" ); $("#hpEmailadres").addClass( "help-block" ); $("#hpEmailadres").text( "E-mailadres niet correct..." ); Akkoord = false; } else {$("#gpEmailadres").removeClass( "has-error" ); $("#hpEmailadres").removeClass( "help-block" ); $("#hpEmailadres").text( "" ); } } return Akkoord; } function veldNetjes(veldnaam, letters) {var Origineel = new Array(); var Nieuw = new Array(); var Aantal = 12; Origineel[ 0] = "#" ; Nieuw[ 0] = ""; Origineel[ 1] = "$" ; Nieuw[ 1] = ""; Origineel[ 2] = "%" ; Nieuw[ 2] = ""; Origineel[ 3] = "&" ; Nieuw[ 3] = ""; Origineel[ 4] = "/" ; Nieuw[ 4] = ""; Origineel[ 5] = ":" ; Nieuw[ 5] = ""; Origineel[ 6] = ";" ; Nieuw[ 6] = ""; Origineel[ 7] = "<" ; Nieuw[ 7] = ""; Origineel[ 8] = "=" ; Nieuw[ 8] = ""; Origineel[ 9] = ">" ; Nieuw[ 9] = ""; Origineel[10] = "?" ; Nieuw[10] = ""; Origineel[11] = "\\" ; Nieuw[11] = ""; Origineel[12] = "^" ; Nieuw[12] = ""; inhoud = Formulier.elements[veldnaam].value; inhoud = inhoud.replace(/[\u0080-\uffff]/g, ""); inhoud = inhoud.split(String.fromCharCode(34)).join(""); inhoud = inhoud.split(String.fromCharCode(39)).join(""); inhoud = inhoud.split(String.fromCharCode(96)).join(""); for (Teller =0; Teller <= Aantal; Teller++) {inhoud = inhoud.split(Origineel[Teller]).join(Nieuw[Teller]); } switch(letters) { case "niets": Formulier.elements[veldnaam].value = inhoud; break; case "klein": Formulier.elements[veldnaam].value = inhoud.toLowerCase(); break; case "groot": Formulier.elements[veldnaam].value = inhoud.toUpperCase(); break; } } function doeFormulier() {veldNetjes("Voorletters", "niets"); veldNetjes("Tussenvoegsel", "niets"); veldNetjes("Achternaam", "niets"); veldNetjes("Straatnaam", "niets"); veldNetjes("Huisnummer", "niets"); veldNetjes("Toevoeging", "niets"); veldNetjes("Postcode", "groot"); veldNetjes("Plaatsnaam", "groot"); veldNetjes("Emailadres", "klein"); if (valideerFormulier() == true) {Set_Cookie("Voorletters", $("#Voorletters").val()); Set_Cookie("Tussenvoegsel", $("#Tussenvoegsel").val()); Set_Cookie("Achternaam", $("#Achternaam").val()); Set_Cookie("Straatnaam", $("#Straatnaam").val()); Set_Cookie("Huisnummer", $("#Huisnummer").val()); Set_Cookie("Toevoeging", $("#Toevoeging").val()); Set_Cookie("Postcode", $("#Postcode").val()); Set_Cookie("Plaatsnaam", $("#Plaatsnaam").val()); Set_Cookie("Emailadres", $("#Emailadres").val()); $("#controleNaam").html(($("#Voorletters").val() + " " + $("#Tussenvoegsel").val() + " " + $("#Achternaam").val()).replace(/\ s{2,}/g, ' ')); $("#controleAdres").html(($("#Straatnaam").val() + " " + $("#Huisnummer") .val() + $("#Toevoeging").val()).replace(/\s{2,}/g, ' ')); $("#controleWoonplaats").html(($("#Postcode").val() + " " + $("#Plaatsnaam").val()).replace(/\s{2,}/g, ' ')); $("#controleEmailadres").html(($("#Emailadres").val()). replace(/\s{2,} /g, ' ')); $("#Dialoog").css("width","40%"); $("#Controle").modal("show"); } } function stuurFormulier() {$("#Controle").modal("hide"); if (window.XMLHttpRequest) {xmlhttp = new XMLHttpRequest(); } else {xmlhttp = new ActiveXObject("Microsoft.XMLHTTP"); } xmlhttp.open("GET", "ajax_stuurformulier.asp?vl=" + $("#Voorletters"). val() + "&tv=" + $("#Tussenvoegsel").val() + "&an=" + $("#Achternaam").val() + "&sn=" + $("#Straatnaam").val() + "&hn=" + $("#Huisnummer").val() + "&vg=" + $("#Toevoeging").val() + "&pc=" + $("#Postcode").val() + "&pn=" + $("#Plaatsnaam").val() + "&em=" + $("#Emailadres").val(), false); xmlhttp.send(); Resultaat = xmlhttp.responseText; $("#Inhoud").html(Resultaat); $("#Resultaat").show(); } </script> <!-- #INCLUDE FILE="footer.asp" -->
SECTIE X
<!-- #INCLUDE FILE="header.asp" --> <form class="form-horizontal" role="form" name="Formulier" id="Formulier"> <div class="row"> <!-- HET OORSPRONKELIJKE FORMULIER --> <div class="col-lg-4"></div> <div class="col-lg-4"> <center><button type="button" class="btn btn-info" onclick="doeFormulier();" >VERSTUUR</button>&nbsp; <button type="button" class="btn btn-warning" onclick="maakLeeg();" >RESET</button></center> </div> <div class="col-lg-4"></div></div> </form>
IT-Infra MAART 2014 39
WORKSHOP De knop ‘RESET’ zorgt ervoor dat de inhoud van de formuliervelden verdwijnt. Dat gebeurt met behulp van de functie ‘maakLeeg()’ die de formuliervelden door middel van hun ‘id’ adresseert. Afbeelding 5
we de formuliervelden en de bijbehorende overhead hebben weggelaten. Dat moet u dan ook zien in de plaats van de HTML-commentaarregel ‘<!-- HET OORSPRONKELIJKE FORMULIER -->’. Een van de eerste extra’s die u tegenkomt, is de knop ‘RESET’, waarvan de gebeurtenis ‘onclick’ de functie ‘maakLeeg()’ aanstuurt (afbeelding 5). En die functie ‘maakLeeg()’ zorgt ervoor dat de inhoud (de ‘value’) van alle formuliervelden wordt verwijderd door ze te vullen met lege ASCIIstrings. Even opgelet, want de velden worden aangesproken middels hun ‘id’ en niet middels hun ‘name’. Mocht u bij formuliervelden zowel een ‘id’ als een ‘name’ tegenkomen dan heeft dat een eenvoudige reden. De ‘id’ gebruikt u als u een formulierveld via JavaScript wilt benaderen en dat kan (zonder JQuery) zijn middels een ‘document.getElementById()’. De ‘name’ heeft u nodig als u de POST-informatie van het formulier via de webserver wilt binnenhalen.
Introductie Modal
Kijkt u naar een ‘modal’ van Bootstrap. We gebruiken deze modal om de door de webbezoeker ingevoerde gegevens te laten controleren. Eenvoudig om te implementeren. Afbeelding 6
Dit is de JavaScript-routine ‘stuurFormulier()’. Er wordt gebruik gemaakt van een stukje AJAX dat de inhoud van de formuliervelden doorschiet naar de ASP-pagina ‘ajax_stuurformulier.asp’. Afbeelding 7 40 MAART 2014 IT-Infra
Nieuw in dit theater is de ‘modal’ van Bootstrap. We praten over een ‘<div>-container’ die standaard niet zichtbaar is en die u naar wens tevoorschijn kunt laten komen. Hier praten we over de modal die ‘Controle’ als ‘id’ heeft meegekregen. Als het formulier namelijk de validatieroutines passeert (‘valideerFormulier() == true’), dan geven we de webbezoeker de kans om de ingevoerde gegevens te controleren (afbeelding 6). Opgelet, want na de positieve validatie worden eerst cookies ingevuld met de waarden van de formuliervelden. Meteen daarna worden er een paar ‘<H4>-containers’ binnen de modal ‘Controle’ gevuld met de samengevatte adresgegevens. En daarna wordt de modal op 40 procent van de schermbreedte gezet (‘$("#Dialoog").css("width","40%");’) en op het beeldscherm geplaatst (‘$("#Controle"). modal("show");’). Let intussen even op de knop ‘AKKOORD’ op de modal! Als de gebeurtenis ‘onclick’ wordt aangesproken, dan voert dat de webpagina richting de functie ‘stuurFormulier()’. Daarover dadelijk meer. Kijken we terug naar de workflow, dan loopt die als volgt: • 1. Het invoeren van de formuliervelden. • 2. Het klikken op de knop ‘VERSTUUR’. • 3. Het (anti-hacker) netjes maken van de formuliervelden.
• 4. Het valideren van de formuliervelden. • 5. Het tonen van de modal ‘Controle’. • 6. Het doorsturen van de formuliervelden (afbeelding 7).
Communicatie via AJAX
Nu de functie ‘stuurFormulier()’. Als eerste wordt de nog geopende modal ‘Controle’ verstopt. Dat mag, want de webbezoeker is akkoord gegaan met de ingevoerde gegevens. Meteen daarna wordt er een ‘xmlhttp’object gecreëerd om vanuit JavaScript tegen de webserver te kunnen praten. Dat stelt eigenlijk helemaal niets voor. Dat ‘xmlhttp’object voorzien we van de juiste parameters en dat zijn formuliervelden die eerder zijn ingevoerd en gevalideerd. Zoals u ziet, is het dus niet het formulier dat de gegevens naar de webserver ‘POST’. Nee, het is een AJAXaanroep die via een ‘GET’ wordt voorzien van gegevens die door de webserver middels een losse ASP-pagina (‘ajax_stuurformulier.asp’) worden aangemaakt (afbeelding 8). We zijn er bijna. Wat namelijk door de AJAX-aanroep en de ASP-pagina ‘ajax_stuurformulier.asp’ wordt teruggekaatst, dat wordt in een ‘alert’ (met ‘Resultaat’ als het ‘id’ neergezet), waarna die alert zichtbaar wordt gemaakt binnen de webbrowser (afbeelding 9 en 10). Tot slot nog één dingetje om door te nemen: de JQuery-functie ‘$(document). ready(function())’. Daarmee wordt – als het document is ingelezen – gezorgd dat de alert ‘Resultaat’ onzichtbaar wordt en dat de formuliervelden van cookiewaarden worden voorzien.
De ASP-pagina ‘ajax_stuurformulier.asp’ is niet al te ingewikkeld. De parameters in de ‘QueryString’ worden één voor één opgevraagd en er wordt wat html-tekst in elkaar gezet en teruggestuurd naar de AJAX-aanroep. Afbeelding 8
Resultaat = "" Voorletters = Request.QueryString("vl") Resultaat = Resultaat + "Voorletters: " + Voorletters + "<br>" Tussenvoegsel = Request.QueryString("tv") Resultaat = Resultaat + "Tussenvoegsel: " + Tussenvoegsel + "<br>" Achternaam = Request.QueryString("an") Resultaat = Resultaat + "Achternaam: " + Achternaam + "<br>" Straatnaam = Request.QueryString("sn") Resultaat = Resultaat + "Straatnaam: " + Straatnaam + "<br>" Huisnummer = Request.QueryString("hn") Resultaat = Resultaat + "Huisnummer: " + Huisnummer + "<br>" Toevoeging = Request.QueryString("vg") Resultaat = Resultaat + "Toevoeging: " + Toevoeging + "<br>" Postcode = Request.QueryString("pc") Resultaat = Resultaat + "Postcode: " + Postcode + "<br>" Plaatsnaam = Request.QueryString("pn") Resultaat = Resultaat + "Plaatsnaam: " + Plaatsnaam + "<br>" Emailadres = Request.QueryString("em") Resultaat = Resultaat + "E-mailadres: " + Emailadres + "<br>" response.write Resultaat
Afbeelding 9
Het bewijs dat de AJAX-aanroep heeft gewerkt! Wat is teruggekaatst, dat is thans in de alert ‘Resultaat’ neergezet. Waarmee dit Bootstrap-project is afgerond. john@vanderaart.nl
Afbeelding 10 IT-Infra MAART 2014 41
PRODUCT
Handige reisrouter
Slimme USB Kingston Digital
Op reis met alle mobiele devices communiceren via een wifi-netwerk? Het kan met de N150 Wireless Travel Router van Trendnet. Het enige wat u nodig hebt, is een stopcontact en uiteraard een vaste internetaan-
Kingston Digital heeft onder de naam DataTraveler Vault Privacy 3.0 een geheugenstick ontwikkeld die gegevens versleuteld opslaat. De encryptie gebeurt door ingebouwde hardware in de stick. Desgewenst is de stick ook te voorzien van ClevX DriveSecurity, powered by ESET antivirusbeveiliging. Deze software weert virussen op basis van de ESET NOD 32-technologie. Dit beschermt de inhoud van de drive tegen virussen, spyware, Trojans, wormen, rootkits, adware en andere internetbedreigingen. De sticks worden geleverd met vijf jaar garantie.
sluiting. Verder is het een kwestie van ‘plug and play’: router aanzetten, het password in uw device invullen en u hebt verbinding, draadloos en snel. Het netwerk heeft een doorvoersnelheid van 150 Mbps, sneller dan de meeste vaste netwerken. De reikwijdte is met zo’n tien meter voldoende om in een vakantiehuisje of hotelkamer te kunnen internetten. Voor wie met z’n smart phone zware bestanden wil uitwisselen, biedt de router ook aansluitingen via een USB-plug. Daarnaast is er een USB-aansluiting waarmee men zijn devices kan opladen. Handig zijn ook de bijgeleverde 220V-aansluitingen. Dat maakt het bruikbaar in vrijwel elk continent Prijs: 24,99 euro
42 MAART 2014 IT-Infra
Mini-scanner ScanSnap Voor het scannen van kleine originelen heeft Fujitsu de ScanSnap gemaakt. Het apparaat is een zogeheten overheadscanner, wat wil zeggen dat de scancamera zich op een geringe hoogte boven de originelen bevindt. De scanner is bedoeld voor
het digitaliseren van papieren informatie en scant een brede reeks van documenten, waaronder ook kwetsbare of ongebruikelijke documenten. De scanner werkt zowel op Windows- als Mac-systemen. Voor het scannen van boeken is speciale software aanwezig. Deze zorgt voor ‘Book Image Correction’, waarbij de onregelmatigheden door de rug van een open boek worden gecorrigeerd. De scan ziet er daardoor uit alsof de bladzijden van het boek vrijwel vlak lagen tijdens het maken van de scan. De ingebouwde ‘Page Turning Detection’-functie versnelt het digitaliseren. Iedere keer wanneer een bladzijde wordt omgeslagen maakt de scanner uit zichzelf een nieuwe opname. Wanneer visitekaartjes worden gescand, kan de scanner worden ingesteld op de stand ‘multiple documents’. De kaartjes worden in één keer opgenomen, waarna de software de grote scan opknipt in losse visitekaartjes. De gescande teksten worden met behulp van Abbyy FineReader for ScanSnap omgezet in machineleesbare tekst.
NAS-server met snelle encryptie Het RackStation RS814 van Synology is een 4-bay NAS-server voor montage in serverracks. Het apparaat neemt daarbij slechts 1U in beslag. De RS814 heeft een op 1,33 GHz lopende processor en dat is snel genoeg om bij gekoppelde LANverbindingen een gemiddelde leessnelheid van 210MB/sec en een gemiddelde schrijfsnelheid van 130MB/sec te halen. Een ingebouwde FPU en 1 GB DDR3 RAM zorgen ervoor dat de RS814 ook hoge prestaties levert bij multimediabewerkingen en multitasking. Daarnaast is de RS814 uitgerust met een nieuwe hardware encryption engine, waardoor de lees- en schrijfsnelheden van bestanden die zijn versleuteld met AES 256-bit encryptie, tot 60 procent hoger liggen ten opzichte van zijn voorganger (RS812).
Flash array Onder de naam XtremIO heeft EMC een opslagarray op de markt gebracht die alleen maar flash-chips bevat. Een disk-array met enkel en alleen solid state
disks. Ook bij NetApp is een opslagsysteem met louter flash beschikbaar gekomen. Hier gaat het om het EF550 Flash Array. Het nieuwe opslagapparaat van EMC is bedoeld voor situaties waarin behoefte is aan een zeer hoge snelheid. Het apparaat heeft de beschikking over een deduplication-engine die het dubbel opslaan van data binnen de perken houdt. Die engine staat in de datastroom en voert de deduplicatie uit tijdens het wegschrijven van de informatie. Bij proeven is gebleken dat het nieuwe array over de hele linie vier keer zo snel is als het snelste disk-array. Speciale elektronica zorgt ervoor dat alle SSD’s in het array evenredig worden belast. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat een deel van de flash-chips voortijdig tegen zijn grens aan loopt. SSD’s kunnen niet oneindig vaak van nieuwe data worden voorzien. De balansschakeling zorgt ervoor dat alle solid state disks zo gespreid mogelijk worden aangesproken. NetApp belooft kopers van zijn EF550 Flash Array, dat data altijd binnen een korte tijd – minder dan 1 milliseconde –
aangeleverd worden. Een korte wachttijd is van belang bij applicaties die in realtime moeten werken, zoals het verwerken van transacties. Ook andere toepassingen, bijvoorbeeld op het vlak van business intelligence, profiteren van een hoge snelheid.
Desktop NAS Netgear introduceert de ReadyNAS 716, kortweg aangeduid met de term RN716X. Dit is een 10GE-ready toevoeging aan de bestaande ReadyNAS-productlijn. Model 716 is volgens de fabrikant het snelste desktop NAS-apparaat (network attached storage) ter wereld. In de standaard uitvoering is de maximale capaciteit 24 TB, wat door het bijplaatsen van een uitbreidingschassis kan worden vergroot tot 64 terabyte. Het opslagsysteem is geschikt voor vijfhonderd gebruikers tegelijkertijd. Dat maakt het geschikt voor bedrijven en campusomgevingen. De communicatie loopt via 10 gigabit ethernet en dat is voldoende om gelijktijdig meerdere ongecomprimeerde
Blu-Ray-bestanden te streamen. Netgear introduceerde begin dit jaar een nieuwe portfolio van ReadyNAS-apparaten met het ReadyNAS-besturingssysteem (OS). Het op maat gebouwde ReadyNAS OS zorgt voor continue bescherming van gegevens via ongelimiteerde snapshots. Na calamiteiten kan herstel plaatsvinden door middel van replicatie vanuit de cloud. Tevens heeft het OS een antivirusmodule ingebouwd.
Draagbare opslag van 1 TB De My Passport Air 1 TB is een mobiele harde schijf van WD voor Mac-gebruikers. De externe harde schijf is opgenomen in een dunne aluminium behuizing. De toevoeging Air aan de naam doet al vermoeden dat de schijf specifiek is bedoeld om gebruikt te worden met de MacBook Air. De communicatie tussen schijf en computer gaat via een USB 3.0-aansluiting. Het apparaatje wordt geleverd met drie jaar garantie, voor een adviesprijs van 129 euro.
Slim en robuust Onder de naam TC55 heeft Motorola een zakelijke Androidsmartphone gemaakt. De telefoon draait onder Android Jelly Bean en is voorzien van een stevige buitenkant. Vandaar dat de TC55 wordt aanbevolen voor werken in de buitendienst, bij onderhoud-, verkoop- en bezorgdiensten, ook onder zware omstandigheden. Het scherm kan worden bediend met een stylus, maar ook met handschoenen en zelfs als het scherm nat is. Het toestel is GCF-gecertificeerd en niet vergrendeld. Zodoende is het geschikt voor gebruik in combinatie met alle mobiele netwerken in Europa en Afrika.
IT-Infra MAART 2014 43
DRUKWERK
de meerderheid van de gevallen leidt dit tot een teleurstelling. Let maar eens op hoe vaak het woord ‘steeds’ opduikt. Vaak in de vorm van ‘steeds vaker’ en ‘steeds meer’. Het is om hiermee een trend te duiden en het boek te rechtvaardigen, maar vindingrijk is het niet.
Scrum voor managers Subtitel: Dé methode voor team effectiviteit en resultaatgericht organiseren Auteurs: Rini van Solingen en Rob van Lanen Uitgave: 2013 Doelgroep: Strategisch, tactisch en operationeel management, teamleiders en projectmanagers. Uitgever: Academic Services ISBN: 978 90 1258 5903 Taal: Nederlands Bladzijden: 160
Ik doe deze rubriek al weer enige jaren. Ik heb uitgerekend dat ik nu zo’n kleine driehonderd boeken door mijn handen heb laten gaan. Ik heb ze doorgebladerd, gescand, gewogen, gelezen en gespeld. Intrigerend vind ik altijd de wervende teksten op de omslag. Ook wel flaptekst of blurb genoemd. In een nutshell wordt dan de inhoud van het boek omschreven. Om de afname te bevorderen is de flaptekst altijd wervend en er wordt doorgaans verwezen naar goede testimonials en recensies. Ook het voorwoord, de inhoudsopgave en de inleiding hebben mijn aandacht. Hieruit valt immers de meeste informatie te halen over de inhoud, aanleiding en het doel van het boek. Opvallend vind ik altijd de woordkeus in deze inleidende teksten, want hoe creatief is de auteur of redacteur deze keer weer geweest? In 44 MAART 2014 IT-Infra
Het zal dan ook niet verbazen dat dit boek ook met deze teleurstelling begint. De eerste twee zinnen zijn zelfs onnavolgbaar: “In 1995, nu bijna twintig jaar geleden, verschenen de eerste publicaties over Scrum en, na de eerste aarzelende stappen, is de manier van werken vervolgens in het nieuwe millennium steeds volwassener geworden en heeft het een grote vlucht genomen. Steeds meer voorbeelden en best practices komen er, de externe kennis en certificeringsmogelijkheden groeien en er is een keur aan artikelen en boeken verschenen.” Naast het woordje ‘steeds’, is het aantal bijzinnen vermoeiend veel. De gemiddelde lezer is na de eerste zin al afgehaakt. Grammaticaal is het correct. De zogenoemde ‘tangconstructies’ zijn niet maatgevend voor het boek, maar het nodigt niet uit tot lezen. Verder heb ik het boek gelezen als een manager die niet veel tijd heeft en wel kort en kernachtig wil weten wat Scrum inhoudt. Een manager die wel weet dat de methode bestaat, maar niet op de hoogte is hoe Scrum nu in zijn werk gaat. Dit betekent dat je door het boek jumpt. Van de inhoudsopgave naar een speciale paragraaf, vandaar door naar de index en als het niet te vinden is weer terug naar de inhoudsopgave.
Ik wilde eigenlijk maar twee dingen weten. Wat is Scrum nu precies en in welke situaties is het nuttig voor mij als manager en mijn team. Het werd een hele zoektocht. Op de flaptekst staat het prima kernachtig beschreven, maar in het boek is het lastig terug te vinden. Het staat verscholen tussen de tekst en als manager ben je dus verplicht om de gehele tekst te lezen. Niets mis mee, maar onhandig als je weinig tijd hebt. Start je vooraan het boek, dan blijft het bijvoorbeeld een hele tijd onduidelijk wanneer je Scrum nu moet gebruiken. Pas nadat je de paragraaf hebt gelezen die aangeeft wanneer je Scrum níét moet gebruiken, wordt het helderder. Verder heb ik nog gezocht ‘wat’ dan het product is wat je aanpakt. Op de flaptekst staat namelijk dat het naast dienst- en productcreatie, de methode ook te gebruiken is voor resultaatgericht stimuleren van teams. Ik zocht naar voorbeelden die het wat inzichtelijker maken. Ook hier weer dezelfde ervaring. Ze staan er wel in, maar wat verscholen in de tekst. Lastig. Eigenlijk moet je Scrum eerst ervaren om te kunnen oordelen. Goede testimonials en recensies zeggen dus nog niet alles. Het boek is niet zo geschikt om snel inzicht te verkrijgen. Als ‘jumpboek’ voldoet het niet, maar een manager met meer leestijd zal zijn of haar vragen beantwoord krijgen.
Simon Bos Bos is interim-manager in de ICT (simon@boscohen.nl; @bos_simon).
Agile Subtitel: Pocketguide voor wendbare organisaties Auteurs: Theo Gerrits, Rik de Groot en Jeroen Vennemen Uitgave: 2013 Doelgroep: Managers, medewerkers en coaches Uitgever: Van Haren Publishing ISBN: 978 90 8753 7982 (e-book: 978 90 8753 7142) Taal: Nederlands Bladzijden: 123
Agile is een manier van denken en werken. Het betekent: wendbaar, lenig en vlug. Het is een gedachtengoed dat zorgt voor businessresultaat in een snel veranderende omgeving. Scrum bijvoorbeeld is een agile framework, evengoed als DSDM of Crystal. Het boek gaat over het toepassen van agile van teamniveau tot en met de gehele organisatie. Indien je een agile organisatie wilt worden, geeft dit boekje richtlijnen voor deze overgang. Van een traditionele manier van werken naar het structureel werken op agile niveau. Zo wordt er aandacht besteed aan de agile wijze van organiseren, projectmanagement, coaching en governance, maar ook het werken met Scrum en in combinatie met Prince2.
Z
Cloud SLA Auteurs: Bart de Best en Pascal Huibers Uitgave: 2014 Doelgroep: Afnemende partij, de klant. Leverende partij, zoals de IT-service levelmanager, IT-servicemanager, informatiemanager, IT-manager, consultants en procesmanagers Uitgever: Leonon Media ISBN: 978 90 7150 1739 Taal: Nederlands Bladzijden: 190
Het opstellen van een deugdelijke SLA over IT-services is een uitdaging. De vraag is of we met de komst van de cloudservices beter af zijn. Niets is minder waar, het blijft een uitdaging. Tenminste, indien er niet eerder kennis is gemaakt met dit boek. Het beschrijft namelijk wat cloudservices zijn en wat de risico’s zijn bij het aangaan van contracten. Verder gaat het in op de contractaspecten, servicedocumenten, servicedesign, SLA’s en cloudgovernance. Het meest praktische zijn de checklists van de Underpinning Contract (UC), Service Level Agreement (SLA), Dossier Financiële Afspraken (DFA), Dossier Afspraken en Procedures (DAP), External Spec Sheets (ESS) en Internal Spec Sheet (ISS).
Fundamentals of contract and commercial management Project director: Bob Emery Copy Editor: Jane Chittenden Uitgave: 2013 Doelgroep: Inkoopmanagers, contractmanagers, tactisch management en medewerkers Uitgever: Van Haren Publishing ISBN: 978 90 8753 7128 (e-book: 978 90 8753 7135) Taal: Engels Bladzijden: 294
Het woord ‘contract’ heeft de associatie van moeilijke taal, juridische clausules en vooral complexiteit. Na het lezen van dit boek zal de mindset anders zijn. De lezer zal geen expert zijn geworden, maar heeft wel meer begrip over het proces van contracteren. Men is in basis op de hoogte van de termen die worden gebruikt, hoe je het kunt inpassen in je reguliere werk, hoe je in de praktijk het beste kunt onderhandelen en de risico’s goed op het netvlies kunt krijgen. Het boek bestaat uit twee delen. Deel één gaat over de essentials, de basis van het contracteren. Deel twee gaat in op de lifecycle van contractmanagement.
ullen we eens een aantal versies van Windows de revue laten passeren? Windows 3, Windows 95, Windows 98, Windows Millennium, Windows XP, Windows Vista, Windows 7, Windows 8 en Windows 9. Toegegeven, het noemen van Windows 9 is wellicht wat voorbarig, maar de aankondiging ervan is wél de regelrechte doodsteek voor het daarmee eigenlijk al geëuthanaseerde Windows 8... Immers, wie steekt z’n geld in een product dat door de maker al zo snel wordt afgeserveerd? Nee, dan nog maar even met het meer vertrouwde Windows 7 blijven werken. Intussen terugblikkend zien we dat Microsoft om en om miskleunt. Windows 3 goed. Windows 95 slecht. Windows 98 goed. Windows Millennium slecht. Windows XP goed. Windows Vista slecht. Windows 7 goed. Windows 8 slecht. Als deze trend zichzelf doorzet, dan zal Windows 9 een verwachte stap in de juiste richting zijn. Waarbij opgemerkt dat de typeringen ‘goed’ en ‘slecht’ met een korreltje zout genomen moeten worden, want zo zwart-wit is het
Microsoft kleunt om en om mis allemaal ook weer niet. Sterker nog, persoonlijk vond ik alleen Windows Millenium écht bagger. Wat niet wegneemt dat Microsoft er op de een of andere manier niet in slaagt om vlekkeloos door te ontwikkelen. Aan de andere kant kun je ook stellen dat Microsoft leert van de gemaakte fouten en u weet spreekwoordelijk: “Waar gehakt wordt vallen spaanders!” Toegegeven, úw spaanders, want er is geld mee gemoeid. Een bevriende computerleverancier vertelde me dat het jaar 2014 voor hem geweldig is begonnen. Windows XP wordt massaal afgestoten en de nieuwe werkstations zijn niet aan te slepen. Met thans een levertijd van drie weken, want de distributeur is helemaal los. Met voor zijn verdienmodel (uurtje-factuurtje) het leuke feit dat hij op ruim 90 procent van die nieuwe werkstations op voorhand Windows 7 installeert. Daarmee doet hij Windows 8 beslist tekort, maar iedereen snapt zijn verhaal als hij adviseert om nu met Windows 7 te starten en te wachten totdat Windows 9 uitkomt.
John Vanderaart john@vanderaart.nl
IT-Infra MAART 2014 45
COLUMN EXPERIENCE MATTERS
Ook Windows 8 is opgegeven
vak visie voorsprong >
ACCESS UPDATE 2014 Een must voor iedere IT-professional die identiteitsvraagstukken serieus neemt 2014 is het jaar van de spannende ontwikkelingen op het gebied van veranderend IT-landschap. Denk aan onderwerpen als ‘Cloud’ en ‘Toegang’ waar een goede strategie cruciaal is. Net als veiligheid en controle!
Donderdag 10 april ag in Den Ha
Diverse topsprekers van publieke en private organisaties helpen u uw mening te vormen. Onder meer door de interactie met de experts; vragen en discussies.
SPREKERS DIE VOOR DE NODIGE INSPIRATIE ZORGEN ZIJN O.A.:
Bart Jacobs, Hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen
Hans Timmerman, CTO EMC
Albert van Veen, CIO ING Insurance Europe IT Infrastructure en Innovation
VOOR WIE? CIO’s en CTO’s, security, enterprise- en infrastructuurarchitecten, IT managers op gebied van infrastructuur, operations, security, privacy en marketing.
Meer informatie over programma, sprekers en aanmelden (en uw collega tegen gereduceerd tarief)?
updates > Organisatie:
Kijk dan op AGupdates.nl
Kennispartners:
Businesspartners:
25 maart Hét Limburgs ICT-event The Happy User Maastricht Info: www.thehappyuser.nl 10 april Acces Update Houten Info: www.ag-events.nl
SERVICE
AGENDA
24 april Service Manager Dag 2014 Verbinden Diemen Info: www.servicemanagerdag.nl 13 mei Keller Seminar 2014: Gemeentelijke ICT de deur uit Den Haag Info: www.ag-events.nl
ADVERTEREN
IT-Infra is een praktisch en onafhankelijk IT-vakblad gericht op netwerk-, storage- en service professionals. IT-Infra signaleert trends en bespreekt belangrijke ontwikkelingen aan de hand van cases, beschrijvingen en analyses door toonaangevende mensen uit de branche en gebruikersverenigingen. Meer info: www.bereikdeict.nl
PUBLICEREN IN IT-INFRA
Wilt u ook uw kennis en expertise uitdragen aan een breed lezerspubliek binnen service management, storage en IT-beheer? Neem contact op met hoofdredacteur Wijnand Westerveld (w.westerveld@bimmedia.nl). U krijgt dan aanwijzingen over hoe u uw artikel zo goed mogelijk op onze lezers kunt afstemmen. De redactie wil ‘niet-gekleurde’, praktisch toepasbare artikelen. Vooral afnemers van ICT-diensten worden uitgenodigd te publiceren. Tips en aanwijzingen voor het schrijven van een artikel kunt u ook vinden op www.it-infra.nl.
THEMA'S EN DEADLINES 2014 NR. DOSSIER
DEADLINE KOPIJ
VERSCHIJNING
3 Mobility: wat komt er op ons af?
11 maart
17 april
2 DevOps: sneller en beter ontwikkelen 4 BYOD: omgaan met vreemde devices
5 ID-Management: wie, wat, waar en hoe? 6 Storage: wordt straks alles flash? 7 Printers: het kan vaak goedkoper 8 Cloudcomputing 9 IT en het mkb 10 Social media
11 februari 8 april 6 mei 1 juli
29 juli
26 augustus
23 september 21 oktober
20 maart 15 mei
12 juni
7 augustus
4 september 2 oktober
30 oktober
27 december IT-Infra MAART 2014 47
Tot ziens XP. Hallo HP. Op 8 april 2014 beëindigt Microsoft de ondersteuning van Windows XP. Is uw bedrijf al voorbereid? HP biedt u de stijlvolle HP EliteBook 840 met Intel® Core™ i5 processor, voorzien van Windows 7 Professional en licentie voor Windows 8 Pro. Met deze zakelijke Ultrabook™ bent u klaar voor de toekomst. In combinatie met deze 58,4 cm (23-inch) monitor profiteert u bovendien tot eind april van €150,- netto cashback!
HP EliteBook 840 + HP EliteDisplay E231 Van €1.149,- Nu voor
* €999,-
Bundelbestelnr.: BH5G20ET03
Nu met €150,-* cashback
+
Koop nu een HP EliteBook 840 i.c.m. HP EliteDisplay E231 bij één van onderstaande partners en claim uw bedrag terug via hp.nl/geldterug. Vraag ook naar de overige aanbiedingen van HP.
©2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Alle rechten voorbehouden. Producten zijn afhankelijk van beschikbaarheid. Het is mogelijk dat de gefotografeerde producten niet overeen komen met de omschrijving. Prijs-, druk- en zetfouten voorbehouden. *De €150,- cashback is een nettobedrag. Dit betekent dat u na akkoord op uw claim via hp.nl/geldterug een bedrag van €150,- ontvangt op uw bankrekening. Alle genoemde prijzen zijn excl. BTW. Deze actie loopt t/m 30 april 2014. Ultrabook, Celeron, Celeron Inside, Core Inside, Intel, Intel Logo, Intel Atom, Intel Atom Inside, Intel Core, Intel Inside, Intel Inside Logo, Intel vPro, Itanium, Itanium Inside, Pentium, Pentium Inside, vPro Inside, Xeon, Xeon Phi, en Xeon Inside zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen