Kinderhoofdredactie
Sportjournalist is leuk, deadlines zijn ‘iiiéééuw’
t
e e r. l n e t n t . r e
Kinderen van 10 en 11 maken DAG Ze schrijven over Unicef pesten Zelf lezen ze liever over Harry Potter en walvissen DOOR IVO VAN WOERDEN AMSTERDAM
n
n n
l d l e
t n l
m g
Scholieren maken DAG
De redactievloer van DAG De jonge krantenmakers laten de DAG-journalistenweten dat er een nieuwe hoofdredactie is (FOTO CATHARINA VANESCH)
‘Zaktijdenlijstje? Iiiéééuw!’ zegt Emma (10) als vormgever Paul Schumacher haar uitlegt dat de krantenpagina’s op verschillende tijden naar de drukker gaan. ‘Dat heet zakken’, zegt Paul. ‘Dat komt van vroeger. Toen zakte de pagina op een grote metalen plaat in de grond.’ Emma is vandaag samen met haar leeftijdgenoten Lotte, Leilany, Leila, Annalisa en Kirelos gasthoofdredacteur van DAG, omdat het de Dag van het Kind is. Ze leren alles over het reilen en zeilen op de redactie en drukken letterlijk hun stempel op de stukken die in de krant komen. In de redactievergadering waarin ’s ochtends alle ideeën voor artikelen worden besproken, blijkt al snel dat ze het liefst willen lezen over Harry Potter, walvissen, de Anne-Frankboom en natuurlijk Sinterklaas. ‘Het is toch verwarrend dat er drie ver-
schillende Sinterklaasjournaals zijn’, zegt Leilany. ‘Allemaal hebben ze een ander verhaal. Bij de één is het paard zoek en bij de ander niet.’ Mooie aanleiding voor een filmpje en dus vragen Leilany, Annalisa en Kirelos als geoefende verslaggevers aan voorbijgangers op straat wat die vinden van de uiteenlopende Sinterklaasverhalen. De andere drie nemen ’s middags de DAG-microfoon ter hand om een filmpje over pesten op internet te maken. ‘Bent u wel eens gepest’, vraagt Leila aan een mevrouw die net haar fiets vastzet. Ze wijst naar haar korte coupe waar nog een zweempje rood in zit. ‘O ja’, zegt ze monter. ‘Wat hebben ze niet tegen me gezegd. Stoplicht, wanneer spring je op groen?’ Leila knikt begrijpend. ‘Dat is een mooie’, roept regisseur David Behrens over de quote. Terwijl de mevrouw nog lichtelijk bij moet komen van haar openharti-
ge antwoord, rent het groepje al op hun volgende slachtoffer af. Het betreft deze keer een man met een opvallende borstelsnor en een hond zo groot als een rendier. ‘Wegblijven’, roept hij en wijst naar het beest. ‘Hij houdt niet van kinderen.’ Gelukkig reageren anderen kindvriendelijker en is er genoeg materiaal om de montagekamer in te duiken. De rest van de dag schrijven ze stukjes over de rechten van het kind, doen ze interviews en kiezen ze foto’s uit die passen bij hun eigen smaak. Tussen al dat werken door is er ook tijd voor ontspanning: voetbal. Kirelos, de enige jongen, mag meekijken op de sportredactie. ‘Dat is het allerleukste’, zegt hij. Het maken van een krant bevalt ze allemaal. Leilany ziet er in de toekomst zelfs wel brood in: ‘Nu ik dit heb meegemaakt, wil ik later misschien wel journalist worden.’