DG 26-05-08 katern 1 pagina 06
XENOFOOB GEWELD 25.000 vluchtelingen
‘Ik had eindelijk een baan, nu ben ik alles kwijt’
Geweld tegen buitenlanders in Zuid-Afrika heeft al vijftig slachtoffers geëist. Duizenden immigranten willen nu het land uit, op de vlucht voor de xenofobie. Door Ivo van Woerden Johannesburg ‘Waar moet ik heen, zeg me waar ik heen moet.’ De oorspronkelijk uit Mozambique afkomstige Anton Bambi (46) is opgestaan uit de menigte voor een van de vluchtelingenkampen in Johannesburg en spreekt de leider van de Incatha Freedom Party (IFP), Mangosuthu Buthelezi, direct aan. ‘Ik heb vier kinderen. Ik ben alles kwijt. Ik ben al 25 jaar in Zuid-Afrika en ik ben geen buitenlander meer.’ Buthelezi is net klaar met zijn speech waarin hij alle Zuid-Afrikanen oproept om een vuist te maken tegen de vreemdelingenhaat. Hij omarmt Bambi en laat een traan. ‘Ik voel zo met je mee’, zegt de politiek leider. Bambi staat er verslagen bij: ‘Maar zeg me dan waar ik heen moet?’ De hal van het stadhuis in Germiston, een aan Johannesburg grenzend plaatsje, is gevuld met honderden vluchtelingen die hun huis zijn verloren of uit angst alles hebben achtergelaten om hun eigen leven te redden. Vijftig mensen vonden de dood door rellen in de armste gedeeltes
van miljoenensteden als Johannesburg, Durban en Kaapstad. Meer dan 15.000 mensen sloegen op de vlucht voor gangs die onder het motto ‘eigen volk eerst’ afrekenden met Afrikaanse buitenlanders die volgens hen hun banen, vrouwen en huizen hebben ingepikt. De Zulu’s worden ervan beschuldigd achter de rellen te zitten en dus wil Zululeider Buthelezi de gemoederen sussen. Met zonnebril en strak in het pak komt hij uit een geblindeerde wagen. ‘Ik kom zij aan zij met jullie staan.’ Zijn gebaar wordt lauw ontvangen. ‘Hij moet ons niet toespreken’, zegt
Bright Mansu (28) uit Zimbabwe. ‘Wat hebben wij aan die boodschap? Hij moet het tegen de Zuid-Afrikanen zeggen. Hij moet de townships in en zorgen dat de mensen daar stoppen met deze gekte.’ Mansu weet ook niet wat zijn volgende bestemming zal zijn. ‘In Zimbabwe zijn we slecht af door Mugabe en hier worden we weggejaagd. Als ik terugga, ben ik bang dat Mugabe me iets aandoet.’ Zimbabwaan Collin (30) is het met Bright eens. ‘Thuis zullen we mishandeld worden, omdat Mugabe wil dat we op hem stemmen bij de volgende verkiezingen op 27 juni.’ Collin kwam anderhalf jaar geleden naar Zuid-Afrika hangend onder een vrachtwagen. ‘Ik heb me 100 kilometer lang vastgeklampt’, zegt hij. ‘Het was kiezen tus-
Noodtoestandin Mozambiquewegens uittocht Mozambiqueheeft de noodtoestand afgekondigd om zijnburgers die op de vluchtzijnin buurland Zuid-Afrikabeter te kunnen helpen. Duizenden Mozambikanenzitten in politiebureaus, kerken en op andere plekken te wachten tot
ze naar hun eigen land kunnen. Ze vrezen het slachtofferte worden van het geweld tegen buitenlanders dat Zuid-Afrikain zijngreep heeft. De ‘uittocht’uit Zuid-Afrika wordt erger, waarschuwde Mozambiquevrijdag. Ongeveer tienduizend
Mozambikanenzijnal teruggekeerd naar eigen land. Erzijninmiddels vijftigdoden gevallen door het geweld. Afgelopen weekend zijngeen nieuwe incidentengemeld. Meerdan 25 duizend buitenlanders zijn op de vluchtgeslagen.
sen thuis sterven of mijn toekomst ergens anders zoeken. Ik heb hier een baantje gekregen als transportcoördinator bij een vervoersbedrijf. Ik was net bezig mijn verblijfspapieren te regelen en nu ben ik alles kwijt en zit ik hier in een kamp in Germiston.’ De hal van het stadhuis staat vol met gepakte tassen en opgevouwen dekens. ‘We zitten hier met heel veel op elkaar’, zegt Collin. Doordat alle buitenlanders dicht op elkaars lip zitten, loopt niet alles even gestroomlijnd. ‘Er zijn veel problemen want we spreken allemaal een andere taal. Daarnaast is iedereen emotioneel door wat er is gebeurd.’ Inmiddels moet beveiligingsbedrijf Red Ants orde op zaken houden. ‘Ze houden kwaadwillende Zuid-Afrikanen buiten het gebouw’, zegt vrijwilliger Michael Botha (40). ‘En ze zorgen ervoor dat mensen binnen niet met ook nog eens met elkaar op de vuist gaan.’ Terwijl Buthelezi en zijn gevolg terug gaan naar hun geblindeerde wagen om eenzelfde speech in andere kampen te houden, staat Anton Bambi nog steeds met een vragende blik in de straat. Hij ziet zichzelf niet op de bus naar Mozambique stappen. ‘Ik wil hier blijven’, zegt Bambi. ‘ Hier ben ik thuis.’