16 minute read

De Malediven verwennerij, een drieluik

In de winter voel ik mij als een trekvogel, waarvan ze de vleugels hebben gekortwiekt. Gelukkig heeft de natuur ons een brein gegeven om de tekortkomingen van onze soort te overbruggen. Over land en zee. Treinen, vliegtuigen en boten… Een mens wordt filosofisch van staren naar de zee, dacht ik toen ik het eiland Malé zag krimpen tot een minuscuul stipje aan de horizon. Het was me gelukt die deprimerende, koude, grijze dagen in ons Belgenland voor de tweede keer te ontvluchten. Een geluksvogel, dat was ik ook. Ik zat op mijn terrasje aan het achterste middendek van de 'Orca', klaar om de Indische Oceaan te ontdekken. Wist ik veel wat er mij deze week allemaal zou overkomen…

Ik verplaats mij niet graag in grote groepen, dus toen Steven van 'Dive Along' belde om te checken of er zich toevallig niemand wilde opofferen om met een andere vlucht naar Malé te reizen was ik de eerste om toe te happen. De aparte vlucht had veel betere uren en minder tijdverlies op de tussenstop. Spijtig genoeg waren de passagiers links en rechts van mij niet te genieten. De ganse vlucht ergerde dit koppel, waarvan de vrouw aan het venster zat en de man aan het gangpad, me op allerlei manieren.

Advertisement

Ik had in Dubai een uur en een half tot mijn volgende vlucht. Net genoeg om de halve marathon tussen de twee gates te lopen. Het universum vond gelukkig dat ik genoeg had afgezien op de vorige vlucht. Ik kreeg een stoel aan het gangpad met een vrije plek naast me. De resterende vier uur in de lucht vlogen voorbij. Ik hunkerde naar de rust van de zee.

Ik had vaderlief, én reisbegeleider, gevraagd om een afspreekpunt te bepalen waar we elkaar zouden kunnen terugvinden. "Jerina, dat is niet nodig, 't is daar super klein, ge kunt nie missen …". Even kaderen: de luchthaven van Malé is de grootte van een schoendoos en de mensenmassa die er dagelijks komt en gaat kan je vergelijken met het bezoekersaantal van een zaterdag op Rock Werchter. Héél veel mensen op een héél kleine oppervlakte. Ik geloof dat de natuur een instinct heeft ingebouwd bij kinderen om hun ouders te kunnen onderscheiden in grote mensenmassa's. Maar het is natuurlijk moeilijk om je eigen vader te vinden als die al vrolijk op een boot ergens drie kilometer verderop aan het aperitieven is in plaats van te wachten op zijn enige nakomeling in de hal van de luchthaven. Daar stond ik dan ... met een overvolle blaas, het humeur van Gargamel en sarcasme-levels diep in het rood. Met het ene streepje wifi probeerde ik papa te bellen via whatsapp. Uiteraard niet te bereiken, wat had ik nu gedacht. Gelukkig kan je op sommige mensen wel rekenen en had ik binnen de kortste keren Nick aan de lijn. "Ze gaan nu vertrekken Jerina! Wacht aan het toerisme-onthaal", zei hij. Mijn donderwolk was van ver te zien denk ik, want een dik half uur later kwam er een donkere, ranke man met een weelderige baard op zijn kousenvoetjes naar me toe: "Are you Jerina?", vroeg hij heel voorzichtig terwijl hij zijn hand uitstak. "My name is Shappe". Dapper dacht ik, maar zijn zachtheid en blauwe ogen weerhielden me ervan te bijten, de donderwolk klaarde een beetje op. Ik moet m'n vader wel één ding meegeven: hij kent me door en door en aanvaardt me exact hoe ik ben. Hoe kan het ook anders, hij is krak dezelfde. Dus toen hij dit onstabiel lagedrukgebied aan boord zag komen, wees hij me direct de weg naar onze kamer: "Doe jij maar een dutje". Bedankt, dat had ik nodig.

1. Moeten er nog haaien zijn?

Malé, de hoofdstad van de Malediven, is een toefje vasteland in het midden van de Indische Oceaan dat tot op de vierkante centimeter is volgebouwd. Een indrukwekkende brug verbindt de stad met het naburige lapje zand waarop en waaraan de internationale luchthaven en zeehaven zijn gebouwd. Ze zeggen van Brussel dat het een heksenketel is, maar dan hebben ze de haven van Malé nog niet gezien. De lucht plakt er van de kerosine en de diesel en het geluid van opstijgende vliegtuigen en zware motorboten is oorverdovend. Ik werd er misselijk. Mijn lijf hunkerde naar de open zee. Waarom bleven we hier in godsnaam liggen? Vroeg ik mij af toen ik de eerste ochtend ontwaakte en nog steeds de kerosine rook. "You'll see", glimlachte Simbe, onze duikgids, met een veelbelovende blik.

"Gaan wij echt duiken in een haven?". Mijn zoölogische kennis van het onderwaterrijk is niet spectaculair uitgebreid, maar als er één iets is wat ik wel weet dan is het dat haaien niet meteen gek zijn op veel lawaai. Maar wat blijkt? Haaien en andere vissen zijn even conditioneerbaar als de hond van Pavlov. Al geruime tijd is er een vissersboot die in deze haven dagelijks zijn dierlijk afval komt storten. Hierdoor is er een soort microbiotoop ontstaan waarin haaien, roggen en andere pelagische rovers deze wateren frequenteren en zelfs in staat zijn om het specifieke geronk van die ene boot te onderscheiden. We lieten ons zakken in het melkachtige water. Oorverdovend geronk weerkaatste aan alle kanten. Een zwerm roggen schoot onder ons door. De bodem was bezaaid met visgraten. Een dik half uur zagen we roggen en 'jacks' (grote horsmakrelen) van de ene kant naar de andere kant vliegen. 'From the windooooow to the wall!' speelde in mijn hoofd. Geen wonder dat deze dieren honger hadden, bij elke nieuwe boot die de haven binnen kwam getuft, lanceerden deze beesten zich hongerig in die richting. Die moeten nogal wat calorieën verbranden op een dag!

Er bestaat zoiets als een zesde zintuig, daar ben ik heilig van overtuigd. De rest van de groep was al aan hun terugtocht bezig. Ik bleef nog even hangen, iets zei me dat ik dat moest. Er kriebelde iets aan mijn rug, ik draaide me om en tuurde de mistige verte in. Vanuit mijn rechter ooghoek zag ik ze aan 'warpspeed' naderen. Een stuk of twintig tolhaaien schoten mij als een trein zilveren torpedo's voorbij. Goeiemorgen!

Een Walvishaai Tussen De Kikvorsmannen

In het diepe zuiden ligt Mihirireef, hier zouden we de nacht doorbrengen in de beschermde armen van deze weelderige 'drop-off'. De hemel kleurde diep oranje toen de zon achter de horizon verdween. De eerste sterren waren al zichtbaar. Er hing magie in de lucht. Ik zat op het terrasje van mijn kamer en keek uit op dit prachtig schilderijtje, tot ik plots mensen met ingehouden adem fluisterend hoorde roepen: "walvishaai!". Ik sprong meteen recht en liep naar het uiteinde van het dek. Vanop de eerste verdieping had ik een prachtig zicht op de donkerblauwe met wit gestippelde reus die in de lampen onder de boot kwam snoepen van het plankton dat zich in de lichtstraal had verzameld. Als een onhoudbare enthousiaste puppy spetterde Yuri het water in. Weg walvishaai ... "But don't worry", zei Simbe, "It will be back, and when it comes, you keep the fuck calm and go into the water veeeeeeery sloooooowly and carefully", terwijl hij Yuri een berispende blik toesmeet. De laatste zonnestralen verdwenen uit de lucht en de anticipatie steeg. We hoorden tumult op de boot die een paar honderd meter bakboord van ons geankerd lag. Een twintigtal mensen hingen daar over de rand van het achterdek, je zag bijna de neus omhooggaan. De walvishaai was overgelopen.

Na het avondmaal veranderde ons achterdek in een 'stage' van Tomorrowland. Ik ontsnapte uit de tl-verlichting en dikke beats en verdween naar de rust van het bovendek. De maan was vol en scheen als een koplamp over de platte zee. Shappe installeerde met een paar vakkundige mastworpen mijn hangmat. Steve kwam mij een pintje brengen, de 'chill-lounge' was geopend. Na twee uur was de walvishaai nog steeds aan het dineren bij de buren. Ik denk dat ik iemand hoorde roepen "Als Mohammed niet naar de berg wil komen, …" en meer was er niet nodig om de troepen te mobiliseren.

Terwijl we al tuffend naar de andere boot voeren, schoot een gedachte in mijn hoofd: "hoe hilarisch zou het nu niet zijn moest dat beest plots toch bij onze boot zitten, dan staan we hier mooi!". En zo geschiedde. We waren net geparkeerd naast onze buurman toen we geschater hoorden vanop onze boot. Even werd er getwijfeld: zouden ze ons in de maling nemen? Dit is toch té toevallig. Maar ik spotte de gestippelde schim met mijn adelaarsblik wel degelijk aan de Orca. Door het lot op onze plaats gezet, keerden we terug naar huis. Maar het was alsof de walvishaai een kat-en-muisspel met ons speelde, want opnieuw was het dier verdwenen.

Geduld is een gave die ik niet altijd in de juiste hoeveelheden bezit, maar hier werd het afgedwongen door moeder natuur. De Dhoni werd vastgemaakt aan onze boot. Kevin, Fritz en ik bleven zitten op haar achtersteven, onze voeten in het donkere water, de GoPro's geklemd tussen onze vingers. Eindelijk werd ons geduld beloond, ik voelde het eerst voor ik het zag. Adrenaline kriebelde tussen mijn schouderbladeren en daar was hij. De grote vriendelijke reus liet zich eindelijk weer zien. Magistraal en meesterlijk kwam hij naar de oppervlakte. Opgewonden gefluister was te horen vanop de Orca. Ik hield mijn adem in en liet me zachtjes in het warme water glijden. De lichtstralen glinsterden door zijn kieuwen, terwijl hij met grote happen het minuscu- le plankton begon te verzwelgen. Ik was topbeelden aan het maken toen plots een hoopje onelegante mens mijn schilderijtje kwam verstoren. Toon zijn enthousiasme had klaarblijkelijk de hersencellen verantwoordelijk voor zijn motoriek volledig platgelegd: het zwemmen was hem verleerd. Als een kikker probeerde hij ondersteboven met handen en voeten diepte te maken. Het contrast met de sierlijke dans van de walvis was groot, maar buitengewoon entertainend. Nog nooit had ik een gelukkiger mens gezien dan Toontje toen, hier droomde hij al zijn hele leven van. Aan de oppervlakte was er gespetter en 'ooohs' en 'oh my god' en 'amaaaaaaai' te horen. Ik ademde diep in en maakte een eendenduik, de donkere afgrond in. De wereld werd stil en vertraagde. De walvishaai kwam me met een grote boog tegemoet en op vijf meter diepte zwommen we zij aan zij. Ik vergat bijna dat ik geen kieuwen had...

Rifhaaien In Meervoud

De Malediven is een verzameling eilandengroepen in het midden van de Indische Oceaan. Zo'n cluster afzonderlijk wordt een atol genoemd. Langs de rand van die atollen zijn vaak 'drop off's' te vinden waar de stroming nogal tekeergaat. Al het water moet langs die sluizen van het atol naar de oceaan, of omgekeerd. Op deze plekken zijn er veel haaien te zien.

Rashdoo Madivaru is een plateau aan de rand van zo'n atol. De plek was een grote uitgestrekte ronde zandvlakte met aan de rand rotsen en koraal en een drop off. Het leek op een omgekeerd Grieks theater. Aan Kudaharah Thila was er zo veel stroming dat mijn ontspanner fuseerde als ik recht voor me keek. Het avontuur blonk in pa zijn ogen toen hij teken deed om nog meer tegen de stroming in naar de punt van het rif te gaan. Ik verklaarde hem zot, maar zette de dodentocht in. Ik was 'stik-kapot' toen ik aan de punt kwam en ankerde me vast aan papa zijn arm. Op het tafelkoraal lag Steve, die langs de andere kant was vertrokken en ook zijn weg naar hier had gevonden: 'Great minds think alike'. De 'jacks' schoten zich als pijlen tussen de grote rifhaaien. Fenomenaal!

Betreffende de stroming schreef ik dat er 'OMG-current' was, maar op Miyaru Kandu was er 'OMFG-current'. Vader was ik al lang kwijt, die had de verkeerde afslag genomen. Ik lag met de overblijvers vast geankerd aan de rand van de 'drop off'. In de straalstroom van de 'OMFG-current' werden we van links naar rechts geslingerd aan onze rifhaken. De tientallen haaien kwamen in treintjes op enkele meters van onze neus. Ze dansten in groepjes van links naar rechts. Ik keek om me heen, het was een beetje als daten rond je dertigste: omsingeld door haaien en kale mannen. Maar gelukkig af en toe ook een mooie vis.

de 'naaktslakjes'

Al een hele reis hadden we de 'Malediven-maagden' voorverwarmd voor een, toch wel heel speciale, duik aan het einde van de week. Alimatha Jetty is een vaste stop voor we de terugkeer naar het noorden inzetten. Het is een schemerduik gekend voor zijn uiterst speciale 'naaktslakken'. "Du jamais vu!", verkochten we deze plek met veel superlatieven.

Er waren enkelingen die bijna de duik dreigden over te slaan: "Naaktslakken, daar maak ik mij niet nat voor". Maar mijn 'niet zo heel subtiele gezichtsuitdrukkingen' maakten de twijfelaars toch nieuwsgierig genoeg om zich weer in hun neopreen te wurmen. "I am always a little scared on this dive", vertelde Shappe me met een klein hartje terwijl hij een plastic flesje met wat stukjes biefstuk in wegmoffelde. Ik zag iemand kijken met een blik van verwarring, 'zijn dat vleesetende naaktslakken?'.

Met z'n allen gingen we te water. Wanneer de luchtbellen horizontaal uit je ademautomaat verdwijnen, dan weet je dat er stroming zit. We haakten ons allemaal vast aan de rotsen op een diepte van tien meter. Shappe en Simbe gingen aan de slag. Ik zag een paar duikertjes de rotsen van heel dichtbij onderzoeken, maar naaktslakken zijn van nature moeilijk te vinden. De show begon met twee reuze verpleegsterhaaien die gulzig tussen de rotsen kwamen snuffelen.

Even heerste er paniek en verwarring, maar al snel werd de mop gesnapt. In een mum van tijd krioelde het van verpleegsterhaaien en roggen. Ze zwommen tegen ons! Occasioneel kwam een wittipje piepen, maar die besloot zich niet te mengen in de vleeshoop. Shappe behield al zijn vingers. Ik moest Yuri bijna met zijn haar uit het water sleuren, na 75 minuten had hij nog maar 20 bar over. Gelukkig kwam Steve te hulp met zijn 'bailout'. Ook Kevin moest onder niet zo lichte dwang het sop verlaten. Het gekwetter aan het avondmaal was oorverdovend. Die 'naaktslakken' vielen toch wat groter uit dan gedacht.

2. The Manta Special

Ik spendeerde veel tijd op de Dhoni, boven op het dak, met Shappe. Hij had me met zijn blinkende blauwe ogen al stiekem ingelicht over Maavaru Gar, een poetsstation in het Noord Ari Atol. Voor de duik werden we zorgvuldig gebrieft over de huisregels bij het bezoeken van zo'n plek. Poetsstations zijn een essentieel onderdeel van het zeeleven. De dieren komen hier om hun wonden te verzorgen, hun parasieten te verwijderen en hun kieuwen gezond te houden.

Poetsvisjes zijn een beetje de kinesisten, osteopaten en dermatologen van de oceaan. Niet verwonderlijk dat er uitdrukkelijk verzocht wordt deze praktijken met respect te benaderen. Het poetsstation was een plateau van ongeveer vier vierkante meter in het midden van een ondiepe zandbank met her en der wat rotsen. Er was een groep voor ons die net ging vertrekken. Het was niet de eerste keer dat de timing van onze duik 'net' uitkwam met andere groepen die weggingen, waardoor we het rijk voor ons alleen hadden. Nu begreep ik dat Simbe niet helemaal toevallig een tikje later wou vertrekken dan alle andere boten uit de heksenketel van Malé.

Het water was troebel, maar al snel zag ik in de verte een groot dier als een donkere 'kite' op ons afkomen. De eerste manta was gespot. Ik was gelukkig. Op een rots enkele meters van het station positioneerde ik mij. Simbe deed de hele tijd teken dat ik dichter moest komen, maar ik bleef rotsvast op mijn 'sweet spot'. Te dicht staan bij iets groots is nooit goed, dan zie je het nooit helemaal. Hier had ik het beste zicht. Bovendien had ik hier een vriendje, een grote 'sweetlip' schuilde aan mijn zij voor de stroming. We deelden een blik of twee en dat was genoeg om de vis ervan te overtuigen dat ik hem niet zou verorberen.

Er kwamen nog méér manta's aan, maar liefst vijf op een rij. Als gevechtspiloten begonnen ze loopings te maken tussen de bellen. Elegant, berekend en moeiteloos scheerden ze langs de duikers die met haast opengesperde mond naar de show keken. Ze zeggen: elegant als een zwaan, maar dat zou elegant als een manta moeten zijn. Een van de dieren had mij zien zitten op mijn rots. Het kwam in een grote boog op mij af. Rustig, sereen. Het vertraagde tot het nog geen halve meter van mij bijna stil hing. Het dier keek me zacht en uitnodigend in de ogen, alsof het even nieuwsgierig was naar mij als ik naar hem. En in die tien seconden stond de wereld stil, ik voelde het tot in m'n kleine teen.

Een connectie maken met een wild dier, het is iets bijzonder. Je voelt je plots hyperbewust van je nederig plekje in dit universum. Ik kon hier uren blijven, letterlijk want ik had zeker nog 100 bar in mijn fles. Maar Simbe sleurde me bijna aan mijn haar naar boven. De duik tikte de vijfentachtigste minuut weg ... Eens boven zat ik op mijn terrasje na te genieten, een miljoen keer speelde ik het filmpje op mijn GoPro opnieuw af, om toch maar zeker te zijn dat dit magisch moment mij echt overkomen was.

Dieper naar het zuiden lag Moofushi Rock. Ik was er niet op voorbereid. Het was opnieuw een 'cleaning station' met een lange graduele slope naar het blauw. Ik zette me op mijn gat in het zand, en lag met mijn fles tegen de schuine richel.. Als wijde zwartwit gevlekte vliegtuigjes kwamen ze vanuit het blauw op me af. Ze scheerden boven mij langs, mijn ademautomaat viel bijna uit mijn mond, adembenemend. Ik was Steve, mijn buddy al lang kwijt, maar volgde de groep verder naar het rif, waar de tafelkoralen als grote balkons de richel sierden.

De miljoenen gele 'snappers' die het tafelkoraal bewoonden kleurden het rif als een opkomende zon na een donkere nacht. Ik haakte mijn rifhaak vast en bleef liggen voor het spektakel. Het zicht vanop het eerste balkon was ongelofelijk. Was er iemand die vanuit de coulissen teken gaf en de manta's, geflankeerd door 'eagle ray's' (adelaarsroggen), systematisch en in grote aantallen voor ons lieten passeren? Ik wist niet waar eerst te kijken.

Ik was zo gebiologeerd door de show dat ik niet door had dat mijn computertje serieus van zijn oren aan het maken was. Al 17 minuten deco. Foei! Steve had mij teruggevonden, ik versloeg hem drie keer in

'blad-steen-schaar' op onze lange weg naar boven.

3. Wrakken

Ik waande me precies in de Noordzee, alleen was het hier een pak warmer. Het water had de kleur van flauwe erwtensoep en er zat een stroming van jewelste. Feshdu Wreck is een klein vissersbootje, gezonken in de jaren tachtig. Met zijn bescheiden dertig meter staat het statig in het zand. Van kop tot teen begroeid met koraal. Miljoenen glasvisjes lichtten het groene water op in de verlegen avondzon. Ik ging er middenin en dirigeerde ze als een echte maestro van 'wooosh' links naar 'wiiiish' rechts.

Het wrak was prachtig begroeid. "Noonooo, you cannot enter the wreck, too small", hoorde ik Simbe nog zeggen in mijn achterhoofd toen ik twee, mij niet onbekende, vin- nen zag verzwolgen worden door de brug. Yes hé, ik wist het! Ik schoot mij er achteraan. Vadertje had zich al een weg gebaand naar de stuurstand. Alsof hij wist dat ik achter hem was draaide hij zich om en bracht zijn duim en wijsvinger naar zijn mond: 'Bellissima!'. Hij ging eruit en ik ging erin. Chance dat de Devolders uit Oostkamp een klein, dun ras zijn. Het was er inderdaad niet ruim, in dat ruim... Maar prachtig, dat zeker wel. Ook het rif naast het wrak, waar we onze duik eindigden zat vol leven en kleur. Van helderblauwe anemonen met clownsvisjes tot honderden kleine gele visjes en doktersvissen. Erwtensoep met veel extraatjes.

Kudimaa Wreck in het zuiden is een kolos van een cargoschip. Het was nog eens tijd om met pa op avontuur te gaan. We waren als eersten beneden, het water was nog onbezoedeld door stof van voorgaande flippers. Het was alsof ik een museum binnen zweefde. Ik volgde papa door nauwe doorgangen en smalle deurposten. Beneden in de machinekamer was er geen natuurlijk licht te bespeuren, de vissen zwommen omgekeerd tegen het plafond. Een lichtstraal verblindde me vanuit het naburige kamertje, Steve had ons gevonden. Eens een buddy, altijd een buddy. Vanuit de kleine donkere kamertjes beneden in het wrak, zwommen we naar de eerste verdieping, om ons via de smalle gang een weg naar buiten te banen. Het voelde aan als een geboorte, vanuit de smalle donkere gang, naar het stralende ruime daglicht. Langs de zijkant gingen we naar het brede uitgestrekte cargo-ruim. Er zat opnieuw serieus wat stroming, we bleven als piraten in de wind hangen bovenaan de mast, voor onze deco-stop. Het kleine topje was prachtig begroeid en bewoond door kleine clownsvisjes die vurig hun huisje bewaakten. Onder ons passeerde nog een wittip en een adelaarsrog.

Epiloog

Sfeer en gezelligheid

De chef-kok verdient een standbeeld op elk eiland in de Malediven. Wat die man drie keer per dag uit dat piepkleine keukentje toverde ... Alles werd vers en met een uiterst brede glimlach klaargemaakt. Er werd gevist: Toon, Fritz en Kevin spendeerden uren op het achterplateau. Een oerinstinct ontwaakte in hun kleine teen, maar ze vingen telkens bot. 't Is te zeggen, geen bot, wel twee zusterhaaien en een murene (die ze lossneden van de haak en terug de wijde wereld in lieten gaan), stukjes koraal en rotsen. Maar vooral geen vis.

Gelukkig wist onze barman, Tharindu, genoeg brouwseltjes uit zijn hoed te toveren om de nederlaag weg te spoelen. Ik liet me verleiden door een Dry Martini. 'Stirred, not shaken', James Bond kent er eigenlijk niks van, maar Tharindu gelukkig wel. Als een goochelaar schonk hij de frisse godendrank uit in het glas dat hij balanceerde op zijn elleboog. Dat moet je maar eens proberen op een varende boot!

Het feestcomité: 'Nick' zorgde onvermoeibaar elke avond voor entertainment. Van ge-'quiz' tot afsluiter van de week karaoke. Ik had me al de hele trip een beetje afzijdig gehouden bij de groepsactiviteiten. Om aangenaam te blijven voor anderen moet ik af en toe een beetje alleen zijn. Ken jezelf. Maar wat niemand wist was dat ik een zwarte gordel in karaoke heb. Zelfs de afwezigheid van micro's hield me niet tegen. Ik had al mijn sociale muntjes opgespaard voor deze avond. We brulden ons een weg terug naar Malé. Niks schept een grotere band dan samen zingen.

Door de jaren heen ben ik vervreemd geraakt van de Duikclub Barracuda, de club die lang mijn thuis was. Het leven doet dat soms: je verhuist, je werk slorpt veel tijd op en voor je het weet zijn er zo veel nieuwe mensen in die club dat je een vreemde vogel bent wanneer je terugvliegt naar het nest.

"Jij bent ook wel de dochter van de voorzitter hé, Jerina! En gij kunt even kwaad kijken als je vader!", werd giechelend toegegeven wanneer ik zei dat precies iedereen altijd schrik van mij had.

Deze week op zee was begonnen met 'kennissen', maar ik ging naar huis met nieuwe vrienden. Blij en dankbaar dat ik straks weer kan landen in het warme nest van de Barracuda-bar. 

Exclusief agent Orca Liveaboard Maladives info@dive-along.com

Service- en trainingscenter rEVO-rebreathers info@thebigblue.be

Route: Central atols aan boord van Orca

Liveaboard Maladives

Periode: 18 tot 25/11/2023

Prijs: 1.390 euro per persoon (exclusief vluchten)

This article is from: